HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
WOENSDAG 38 AUGUSTUS 1012
OM ONS HEEN
No. 1577
Vervroegde Winkelelaltlng
afgewezen.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem geven den Raad in overwe
ging, afwijzend te beschikken op het
request van de afd. Haarlem van den
Alg. Ned. Bond van Handels- en Kan
toorbedienden, die verzoekt winkels
en magazijnen niet eerder te openen,
dan te 7 uur 's morgens en niet later
te sluiten dan te 8 uur 's avonds.
In hun toelichting zijn B. en W. al
bijzonder kort.
Te kort. zou ik meencn.
„Ons College", zoo heet het, „is een
parig tegen het denkbeeld eener ver
ordening op de winkelsluiting".
En B. en W. meenen zich te kun
nen onthouden van een uiteenzetting
der argumenten voor deze zienswijze,
„aangezien de zaak genoegzaam be
kend mag worden geacht".
Ik weet wel, dat de stukkon van
den Raad, de zoogenaamde voorloo
pei's, in het algemeen niet dienen tot
het opzetten van uitvoerige beschou
wingen over principieel economi-
Bche aangelegenheden, maar voor de-
»e zaak had het College een uitzonde-
ving kunnen maken. Immers zelfs al
vereenigt de Raad zich eenparig en
stilzwijgend met de afwijzing van d it
request, daarmee is het gemeentebe
stuur van het beginsel der vervroegde
winkelsluiting niet af.
Ik zal trachten aan te tooncn, waar
om niet.
Het aanhangige request is totaal
onaannemelijk. Wie een misstand
wil verbeteren, moet dat gemaiigd
doen, in tempo's en van lieverlede en
daarom gaat9 sluiting te vragen te
acht uur, nog wel zonder eenige-uit-
zondering voor den Zaterdagavond,
voor den drukken St. Nicolaos- of
Kerstttijd, als eerste stap in de nieu
we richting veel te ver.
Daarmee vereenigt zich geen enkel
practisch man in den Raad en wie
er nog mocht voor stemmen getrooste
zich, dat ik hem bij voorbaat een
„Prinzipienreiter" noem.
Maar het denkbeeld van de ver
vroegde winkelsluiting zit in de lucht
en vroeg of laat zal de Gemeenteraad
"van Haarlem daarover een besluit
moeten nemen.
Ik herinner aan de enquótc, die
•loor de Haarl. Handelsveroeniging en
de vereeniging de Hanze op touw
werd gezet.
Van de 10G6 circulaires, die rond ge
zonden werden, kwamen 680 antwoor
den van voorstanders eoner vervroeg
de wettelijke winkelsluiting in en
toen later de Haarlemsche Handels-
vereemging daarover vergaderde,
was alleen de vrees om den splijt
zwam te brengen in de eigen vereeni
ging, oorzaak, dat er niet tot een re
quest aan den gemeenteraad besloten
werd. Men concludeerde tot het toe
zenden van de antwoorden en het
rapport aan den Raad, indien oqk de
Hanze zich daarmee kon vereenigen.
Laatstgenoemde vereeniging heeft
nog geen besluit genomen. Naar ik
hoor benoemde zij een Commissie, die
de zaak zal hebben te onderzoeken.
Eind en slot zal, denk ik, wel wezen,
dat de stukken naar den Raad gaan,
maar zelfs wanneer dat eens niet zoo
was begrijpt toch iedereen wel, dat
er te avond of morgen eon request
eau den gemeenteraad om vervroeg-
ie winkelsluiting te wachten is.
Principieel zal de Raad zich daar
over dus vast en zeker hebben uit te
spreken. En nu spijt het mij, eerlijk
gezegd, dat B. en W. nu maar niet
dadelijk, zij het ook bij de behande
ling van een voorstel dat onaanneme
lijk is, de motieven van hun princi-
pieelen tegenstand hebben uitoonge
zet. Daarbij zouden dan van zelf de
argumenten der voorstanders in rij
eii gelid zijn gezet en op die manier
ware een kostelijke handleiding ver
kregen voor de debatten in den Raad.
Want B. en W. mogen nu zeggen
dat de zaak genoegzaam bekend mag
worden geacht, in de werkelijkheid
is dat zoo niet Zeker, vele leden van
den Raad weten wel zoowat flauwtjes
waar het om gaat en kunnen als 't
moet een paar beweringen vóór en
een paar tegen uit hun geheugen op-
vissohen, een behoorlijk, volledig
overzicht over don stand van de
quaesüe hebben maar zeer enkelen.
En juist daaraan zullen allen, zoodra
de zaak ter sprake komt, behoefte ge
voelen.
Zooals de zaak nu behandeld wordt,
zal menig Raadslid vreezen voor een
valsche stemming.
Ik herhaal: niemand zal te vinden
zijn voor sluiting te 8 uur, zonder uit
zondering* voor drukke tijden.
Maar in hun advies verklaren B.
en W. zioh eenparig tegen een veror
dening op de winkel sluiting.
Verschillende leden, die van andere
meening zijn, zullen nu aarzelen, om
dat zij wel met het afwijzend prae-
advies omtrent dit request willen
meegaan, maar niet met de princi-
pieele overweging, die B. en W. daar
toe leidde.
Men voelt nu al, wat uit die onze
kerheid voortkomen zal: een motie.
Een motie om te verklaren, dat de
Raad in beginsel niet tegen een
regeling van do winkelsluiting ge
kant is.
Maar wanneer die motie dan met
een in bespreking komt, zullen van
alle kanten stemmen opgaan, die bo-
toogon, dat de Raad over deze be
langrijke zaak niet voldoende inge
licht is, daarover dus op dat oogen-
blik geen besluit nemen kan.
Waar moet dan het licht vandaan
komen?
B. en W. hebben losjesweg gezegd,
dat de zaak genoegzaam bekend mag
worden geacht, bij hen zal de Raad
dus in dit geval geen voorlichting
vragen. De redding in den nood zal
dus weer moeten komen van eeue
Raadscommissie.
In 't algemeen is tegen de benoe
ming van zoo'n Raadscommissie na
tuurlijk geen bezwaar, maar het is
mij toch altijd voorgekomen, dat een
gemeentebestuur daarmee uiterst
spaarzaam moet zijn. Burgemeester
en Wethouders ziju volgens de wet en
van nature do voorlichters van den
Raad, zij worden geacht meer dan
deze tijd ie besteden aan de zaken
der gemeente en daarvan dus boter
op de hoogte te zijn. Vindt nu de Raad
bij hen de noodige voorlichting niet,
zoodat hij die aan een speciale Raads
commissie heeft te vragen, dan wordt
daarmee mijns inziens de invloed en
de positie van B. an W. bedenkelijk
verzwakt en het altijd dreigende con
flict tusschen Raad en dagelijksch
bestuur over de vraag, wie in het be-
heeren der gemeente den voorrang
behoort te bezitten, onnoodig aange
scherpt.
In hun eigen belang dus moesten
B en W. de benoeming van Raads
commissies, wanneer die niet strikt
noodig zijn, voorkomen.
En hoe zou in dit geval een Raads
commissie noodzakelijk wezen, terwijl
B en W. eenparig tegen een ver
ordening zijn en dus wel in het bezit
moeten wezen van een duchtige reeks
klinkende argumenten, die de amb
tenaren maar in rij en gelid hebben
•op te stallen?
Om al deze redenen sohijnt mij de
kortheid van 't praeadvies van B. en
W. dezen keer niet verstandig.
Wat de stukken der enquête betreft,
de vereeniging de Hanze vindt mis
schien in 't bovenstaande aanleiding,
mee te werken tot inzending bij den
Raad, daar anders de Raadscommis
sie er later toch om zal komen vra
gen.
Want is ten slotte, de heele enquête
niet ingesteld om zooveel mogelijk
licht over de zaak te verspreiden?
J. C. P.
Buitenlandseh Overzicht
Het bloedbad te Kotscbaba.
Niettegenstaande de strenge afzet
ting van Kotschana door dc 'lurksche
autoriteiten is het een Duitsch jour
nalist gelukt een vertrouwbaar per
soon naar deze stad te zenden, die nu
de volgende uitvoerige beschrijving
van hetgeen voorgevallen was, geeft:
„Het gelukte mij, trots de strenge
bewaking, binnen Kotschana tc ko
men, omdat ik mij uitgaf voor een
marktventer.
Wij kwamen na een marsch van
tien uren aan de eerste huizen der
stad. Reeds van verre zagen wij rui
nen en verkoolde dakspanten. In de
totaal uitgestorven straten bemerk
ten wij tot onzen schrik talrijke
bloedsporen aan de muren der hul
zen. Daar de Turken tot dusverre alle
Servische en Bulgaarsche journalis
ten reeds bij Krupulu aangehouden
en teruggezonden hadden, zagen de
Bulgaren zich van alle verbinding
met de buitenwereld afgesneden en
vreesden elk uur een nieuwe uitbar
sting van de volkswoede. De Nja-
mostinik der Bulgaarsche kerk om
armde mij, weenend als een kind,
toen ik bij hem binnentrad en mij
zonder achterhouding had bekend
gemaakt Men had hem, den grijzen,
eerwaardige» priester uren lang aan
den baard door de straten gesleept,
hem met geweerkolven gestooten, ge
trapt, in het gezicht gespuwd en de
kleeren gescheurd. Den 19den Juli
was het volgens oude gewoonte als
eiken Dinsdag, marktdag. Duizenden
Bulgaren uit de omliggende dorpen
brengen dan de voortbrengselen van
hun land ter markt en ruilen die voor
goederen en koloniale waren in. Men
kent elkander zeer goed en daarom
viel het op, dat twee vreemdelingen,
die er ten minste zoo uitzagen, twee
manden groenten brachten en deze
midden op de markt onbewaakt lieten
staan.
Om 10 uur volgde plotseling een he
vige ontploffing. De vensterruiten der
omliggende huizen sprongen stuk.
alle houten- opstallen van de markt
vielen om; het tegenover de markt
staande paleis van Abdil Effendi vul
de zich met rook. De boeren lieten
hun waren in den steek en ijlden in
een wilde vlucht de zijstraten in en
trachtten de huizen binnen te gaan-.
Maar als steeds, wanneer een oploop
ontstaat, werden deze onmiddellijk
gesloten. De boeren vol van schrik,
trachtten over de tuinmuren te klim
men en er ontstaat een ontzettend
ijl alles nog radeloos
rende en een uitweg
door de nauwe straten zoent, neeit
tien minuten na de eerste een tweede
ontploiimg plaats en de paniek wordt
tot een razernij. Eerst dan vallen er
eeuige personen en mei bloed over
stroomde gestallen mengen zich, ais
kiaiiKzinuigen huilend, tusschen de
menigte'.
Als op een vooruit ontvangen he
vel, roepen nu de lurksche Baschi-
bcruks, die in de omringende huizen
vonen: „Ie wapen!" „De Christenen
allen ons aan l" en zij snellen met
geweren, ïevolvers en messen de stra
ten op. lurksche gendarmen en sol
daten komen uit ue kazerne met hun
geweien tuegeloopen en negitinen mei
de kolven hunner geweren tusschen
de dichte massa te stootcu en te
slaan, under woest geschreeuw .„Al
lah ii Allah" vuren ue soldaten hun
geweren af en drijven het volkskiu-
wen met de bajonet en kollslageii
voor zich uit naar een blind ioopenüe
straal, waar zij de meeste boeren met
kolfslagen afmaken. Eerst als ze ge
vallen zijn, wordt hun een genaue-
schot oi bajonetsteek gegeven. Dat
was geen wraak meer maar een
woeste orgie van menschonteerende
gruwzaamheid. Zij verlustigden zich
in de kwellingen hunner slachtoffers.
Geen pen is in staat deze tooneelen
te bescnrijven. De slachting duurde
twee uren. De burgerlijke neambten
waren met te zien en de 'l urksche of
ficieren zagen het bloedbad kalmaan
zonder iemand tegen de woede der
soldaten tc beschermen. De Baschibo-
rults, de gendarmen en soldaten, bra
ken daarup de deuren der Bulgaar
sche huizen open en de plundering
ving aan. Vrouwen, meisjes en zelfs
kinderen werden door de plunderaars
geweid aangedaan. Anderen wisten
in de pastorie en in de Bulgaarsche
school binnen te dringen waar zij de
priesters en dc onderwijzers er van
beschuldigden dat zij het teeken tot
het werpen van hommen hadden ge
geven en de Bulgaarsche boeren, die
gezamenlijk ongewapend naar de
stad waren gekomen, hier hadden bij
eengeroepen om de Turken te over
vallen. Een der onderwijzers werd tot
bloedens toe geslagen, de haren wer
den hem uitgerukt en hij werd half
naakt door de straten gesleept.
Dun klinkt plotseling het bevel,
van wien of van waar wist men niet,
liet bloedbad te eindigen en de Tur
ken beginnen de lijken op de markt
bijeen te dragen, evenals de talrijke
gewonden, om de ineening op te wek
ken dat deze personen door de ont
ploffing gedood en gekwetst ziin
geworden.
Eerst toen verschenen de Turksche
bc-ambten, bevalen huiszoekingen en
namen de gekwetste Bulgaren gevan
gen, die in de gevangenis werden ge
worpen. Intusschen sleepten de sol
daten andere lijken naar verwijderde
stadsgedeelten en verborgen ze in
Turksche huizen, opdat hun identiteit
aantal niet kon worden vastge
steld.
Do onderzoeks-commissie, uit
Stamboel gekomen, heeft 39 lijken
van Bulgaren herkend. Dat was den
26slen Juli. Den 27sten werden nog
een tuïh 7 lijken gevonden, die
reeds onherkenbaar geworden waren.
Hoeveel er buitendien nog op ontoe
gankelijke plaatsen lagen, is niet na
te 'gaan.
De ware cijfers zijn niet bekend ge-1
worden, hetgeen misschien pas na ja- j
ren het geval kan zijn, daar de Bul-
garen, uit vrees voor erger, niets dur
ven vertellen. Iedereen vreest dat,
als hij den naam van een bloedver
want als vermist aangeeft, hij zoowel
als zijn huisgenootcn wegens waar
schijnlijke deelneming aan de Bul
gaarsche revolutie wordt gevangen i
genomen. De meeste verslagenen zijn
huisvaders van groote gezinnen, die,'
rtaar men kan vertrouwen, aan geen
opstand tegen de Turken zouden deel
genomen hebben.
Tot den 27sten Juli hebben de ge-
neesheeren 197 zwaar gewonden en j
meer dan 200 licht gewonden behan-
deld. Bij de outplofliiig zelf werden
gedood 9 Bulgaren, 6 'lurken en 2 Jo
den. Van Bulgaarsche zijde veronder
stelt men, dat er dit jaar geen bom
aanslagen door nun landslieden zijn
gedaan, maar dat Turksche partijen,
die zien dat de binnentauasche onlus
ten slechts door een ontladipg üer
voiksharlstochten naar buiten kun
nen worden onderdrukt, door de
bomaanslagen den oorlog met Bulga
rije en daardoor de aaneensluiting
van de Oltoinaansehe volkeren met
geweld willen bewerkstelligen.
De spanning in den baikan.
In politieke kringen verluidt, dat in
het üoslenrijksche ministerie van bui-
tenlandscbe zaken stellig gerekend
wordt op een Turksch-Buigaarschen
oorlog. Voor het geval, dat, zoo Bul
garije Turkije den oorlog verklaart,
ook Oostenrijk-Hongarije hierin be
trokken wordt, werden de Bosnische
parlementen er van in kennis ge-
steld, dat dan niet alleen de Bosni-
sclie Landdag voor onbepaalden tijd
verdaagd zou worden, maar dat ook
de Bosnische grondwet tijdens den
I Turksch-BuJgaarschen oorlog buiten
werking gesteld zou worden.
Daarentegen liet een zeer hoogge-
I plaatst diplomaat in Cettinje, die op
zij a doorreis in Sofia vertoefde, zich
i tegenover een journalist zeer optl-
mistisch uit over het Turksch-Moute-
i.cgrijiisch grens-conflict. Hij ver
klaarde o.a., dat zooiang Rusland
geen bepaalden wenk zou geven, er
geen sprake zou zijn van een oorlog
tusschen Montenegro en Turkije.
I Soortgelijke gebeurtenissen als die
van Berana herhalen zich periodiek.
De opwinding bedaarde steeds, wan
neer de Montenegrijnen, overeenkom
stig ccn zeer oud gebruik, voor icdc-
ren gesneuvelde aan hun zijde bloed
wraak genomen hadden op drie Tur
ken. Op grensconflicten en het bin
nendringen tot op 20 K.M. op Turksch
gebied wordt daarbij minder gelet.
Tusschen zulke wraaktochten .die pe
riodiek terugkeeren, en een oorlogs
verklaring, ligt nog een lange weg.
Wc hebben reeds meegedeeld, dat
do Kretensers ook weer onrustig
worden. Men weet, dat er op Kreta en
in Griekenland een expeditie wordt
georganiseerd ter ontscheping op Sa-
mos, waar men een beweging ten
gunste van de aansluiting .bij Grie
kenland wil uitlokken.
Een Engelsch en een Fransch oor
logsschip hebben last gekregen naar
Samos te vertrekken ten einde, des
noods met geweld, een ontscheping
te beletten.
De Engelsche regeering heeft zich
tot de regeeringen van Frankrijk en
Rusland gewend met het verzoek zich
met haar vertoogen tot de Grieksche
regcering te richten.
Uit Malta wordt gemeld, dat de En
gelsche kruiser „Diana" weer naar
Kreta is vertrokken.
In de Kretenser wateren ligt reeds
een internationale vloot.
Over de houding der mogendheden
wordt uit Weenen geseind:
Alle mogendheden hebben ver
klaard de uitrioodiging van Oosten
rijk, tot het houden van besprekin
gen over den toestand In den Balkan
aan te nemen.
Minister Bc-rchtold zal nu binnen
kort mededeelen, op welke wijze, vol
gens zijn mccning, de actie dient te
worden voortgezet en wal Europa, in
onderlingo overeenstemming, zou kun
ren doen tot blijvende verbetering
van den toestand in Turkije.
Dg oorlog tusscbsn Italia so Turkije
Naar men uit Rome verneemt, zal
deze week de ministerraad zich bezig
houden niet de vredesonderhandelin
gen- In do regeeringskringen ver
klaart men nadrukkelijk, dat, indien
Turkije vasthoudt aan zijn eisch van
erkenning van de souvereiuitcit van
den sultan, Italië den oorlog liever
voortzet.
De ministcriêele Tribuna schrijft
o.a
De wet, waarbij de Italiaansche
souvereiniteit voor Lybië is vastge
steld, is duidelijk en laat geen beper
king of geschipper toe.
Er wordt niet veel gevochten.
't Eenigste oorlogsnieuws is thans,
dat 6 Italiaansche oorlogsschepen te
Jaffa zijn aangekomen. 3 zetten hun
reis voort naar 't noorden, de 3 ande
re ankerden en doorzochten een
vrachtschip op verdenking van oor
logscontrabande.
Uit Marokko.
Het Journal des Débals bespreekt
den toestand in Marokko en acht het
geen in Zuidwest Marokko plaats
grijpt, hoogst ernstig. Moelay El Hei-
ba, de zoon van den ouden Fraiischeu
vijand Ma-cl-Ainin, is Marrakesj bin
nengetrokken en tot Sultan uitgeroe
pen hij is meester van de geheele
streek. De l'ranschen, die een schuil
plaats hadden gevonden in de wo
ning van een broeder van Glaoui, zijn
door dezen aan den pretendent uit
geleverd; hij zelf heeft de zijde van
de opstandelingen gekozen.
Deze afval is een nieuw bewijs hoe
weinig vertrouwen de beloften van
trouw en toewijding der Marokkaan-
sche rijksgrooten verdienen.
Aan de belofte van KI Heiba, dat
hij de in zijn macht gekomen Fran-
schen zal beschermen en naar de
kust doen geleiden, hecht het blad
weinig waarde; hel gelooft veeleer,
dat de pretendent hen als gijzelaars
zal behouden.
Heden wordt uit Casablanca ge
seind:
Het kamp van de Rehamna te Sonk
el Arba had op 25 dezer herhaalde
aanvallen te doorstaan van sterke af-
deelingen van de harka van het kha-
lifaat van El Heiba.
De aanvallen werden afgeslagen.
De vijand leed belangrijke verliezen,
aan Fransche zijde werden vier man
licht gewond.
De vijand trok 15 K M. ver in de
richting van Marakesj terug.
Aliirlil.
DÉ DUITSCUE KEIZER
is weer aan 't herstellen. De terug
keer naar l'otsdam is nu bepaald op
Vrijdag. Van reizen naar 't buiten
land is voorloopig afgezien.
DE MUITERIJ BIJ DE RUSSISCHE
VLOOT.
Uit Petersburg wordt gemeld, dat
ongeveer 300 matrozen van de Zwar
te Zee-vloot ontslagen zijn. Tegen
hen zal een onderzoek ingesteld wor
den, of zij tot een geheime revolutio
naire samenzwering behooren.
binnenland
DE KONINGIN-MOEDER
is als Beschermvrouw opgetreden
van de Vereeniging tol behoud van
Natuurmonumenten.
HET „ABONNEMENT FRANCAIS".
De RoUerdamsche Hbld.-correspon
dent meldt:
In de Groote Nutzaal werd Maandag
een vergadering gehouden van de ge
zamenlijke Miudeiistaiidsvereenigin-
gen, om te protesteeren tegen het zoo
genaamde „Abonnement Francais".
De zaal was stampvol belangstellen
den, welke blijkbaar t' gen deze nieu
we instelling zeer vijandig waren ge
zind. Uit de verschillende gehouden
redevoeringen is ons, niettegenstaan
de wij zoo scherp mogelijk hebben
toegeluisterd, niet mogen gelukken
o.ize Laciihoek
BIJ DE WAARZEGSTER.
Waarzegster: „Binnenkort zult tf
een groote erfenis krijgen.
Bezoeker: „Misschien wilt ge me
daarop wel een 25 gulden leenen?
BOOSAARDIG.
Zij: „Mocht Uo deurwaarder wer
kelijk op. deze zaak. hier beslag ko
men leggen, dan zal ik mijn tanden
oens laten zien."
li ij: „Wees maar voorzichtig, an
ders neemt hij die ook in beslag".
OMSCHREVEN,
lieer (den knecht een fooitj© in de
haud stoppend,: „Zeg jij me nu eens
in vertrouwen hoe oud de dochter
des huizes is".
Knecht: „Precies weet ik H niet...
maar 't is een getal, dat deelbaar is
door zeventien".
OOK EEN STANDPUNT*
„Wat zie Je er reeds eenigen tijd
slcclit uit, amice, 't komt zeker van
je vele rooken en dan nog zulke mi
serabele sigaren".
„Ja, mijn waarde, met deze zen
ding ben ik te pakken genomen en
om mij nu niet 't geheel ejaar te er
geren, rook ik ze snel op!"
te hooren, waarin het gevaar dier
nieuwe inrichting voor den midden
stand, anders gezegd de winkeliers,
is gelegen. Men kan toch niet zeg
gen, dat reeds bij voorbaat vaststaat,
dat iemand die intermeriair wil zijn
tusschen kooper en verkooper een
nadeel voor ue maatschappij is.
Ware het zoo, er zouden heel wat
tusscliei.pcrsonen nebben te verdwij-
neu. En zulk een argument zou ook
kwalijk passen in den mond van een
irikeller, die ton Blotte niet anders
dan dit zelfde lied rijf uitoefent.
Wij hebben vernomen, dat publiek
in crediet werd geholpen om to
koopen, waardoor het nadeel ont
stond, dat mensclten, eigenlijk finan
cieel daartoe niet in staat, inkoopen
zouden gaan doen. Dit kan zeer ze-
ker een nadeel zijn. Maar het is een
voordeel, dat zeer zeker de winkelier
als zoodanig of als corporatie heeft
aan te trekken.
-Voider is veel beweerd over de hoo-
ge provisie, welke de instelling nam
de darbaij aangesloten win
keliers. Men zou kunnen zeggen, dat
dit bezwaar zich zelf wel zal straf
fen. En dat dat vanzelf op den onder
gang van dc aangeslotenen zou \iit-
loopen. Wij hebben, het, zooals ge
zegd, niet kunnen ontdekken. Zelfs
is niet veel vernomen omtrent de
eigenlijke werkwijze van het „abon
nement Franqais". Niettemin is na
tuurlijk eendrachtig deze nieuwe in
stelling veroordeeld, en beslist werd,
bij motie, niet te rusten, alvorens zij
verdwenen zal zijn van het aardrijk.
Ter vergadering werd meegedeeld,
dat de aangesloten firma Stokvis
reeds haar contract met het abonne
ment had opgezegd, omdat er ge
dreigd was, dat, zoo zij zulks niet
deed, de winkeliers niet bij haar zou
den koopen. Wellicht was hierin ee-
nige aanwijzing gelegen van het ei
genlijke middens'andsgevaar; het
gevaarlijke namelijk, dat de grossier
niet alleen zou leveren aan den vvin-
kel:er, doch ook de particulieren bij
har cliuënteele zou betrekken. Dat
punt is echter in het geheel niet na
der uitgewerkt.
GEMASKERD BAL IN AUGUSTU&
Het is verklaarbaar dat de hotel
houders in onze badplaatsen alles
beproeven om den gasten afleiding
te bezorgen. En zoo kwam. de eige
naar van het Palace Hotel te Sche-
veningen op de gedachte, nu strand
en baden geen aantrekkelijkheid be
zitten indeze „hondsdagen", een ge
maskerd bal te oryani&eeren. Erg
veel pleizier heeft hij er niet van. Id
Het Vad. schrijft de medewerkster;
„Het begin leek meer op een reünie
Feuilleton
Het geheim van
de Tower Hill.
Uit het Engelsch, door
A. WILSON BARRETT.
Ze brachten mij in een rijtuig on
Rike bracht mij naar huis. Zoodra hij
inij op dc sofa in mijn kamer gelegd
had, viel ik vast in slaap. Hij ging te
rug om met den dokter op dt-n klerk
van den ouden man te wachten. Zij
vertelden hem een valsch verhaal van
den den dood. Ik lag twee dagen
bewusteloos op mijn bed. Far ge ver
pleegde mij. Toen ik na nog twee da
gen opstond en uit kon gaan, was het
onderzoek van van hem al geëin
digd.
Hun verhaal had ieder onderzoek
weerstaan. Ik was vrij, en een rijk
man. Het was tc laat om te bekennen,
te laat om mijzelf aan te geven. Deze
lieden hadden mij geholpen, ze had
den voor mij een zwaar risico geloo-
peD. Nu te bekennen, was hen ruïnce-
ren. Waarom beging ik geen zelf
moord Ik weet het niet. Mijn leven
was uit. Ik waa een dood man. Ik
was het kantoor van dien armen ke
rel binnengegaan als een gelukkig
man dien ochtend. Gelukkig. Ik had
geen zorg in de wereld. Nu zou ik
nooit een oogeublik vrede meer heb
ben. Ik had een man vermoord, en een
man, die mijn weldoener was, en ik
had haar verloren. Want hoe kon
ik haar ooit ontmoeten, haar ooit
aanzien, ooit weer haar hand aanra
ken Ik was rijk, maar hoe kon ik
ooit een stuiver van dion rijkdom uit
geven Ik was jong, doch hoe kon ik
ooit nog een oogenhlik in mijn leven
vermaak hebben Oh, u weet niet,
wat het is, te weten, dut men een me-
demensch vermoord heeft.
De jonge man begroef zijn gelaat in
de handen en weende.
HOOFDSTUK XXV
Een succesvol onderzoek.
Justus Wise keek den jongen man
een oogenblik vol aandacht aan.
Toen stond hij op, en zich over hem
buigende, raakte hij zijn schouder
Neen, ik kan niet zeggen, wat
het is, een man gedood te hebben, zoi
hij, zacht. Kunt u het
Een oogenblik was er stilte. Toen
hief Carl Fairfax het hoofd op en
draaide zijn met bloed doorloopen
oogen, om den glimlachenden blik
van Justus te ontmoeten. Een oogen
blik keken de twee mannen elkaar
aan. Toen sprak Fairfax
Wat bedoelt u tcch Ben ik gek,
of bent u het
Geen van beiden, ajitwoordde
Justus zacht, nog steeds zijn hand op
den schouder van den jongen man la
tende rusten. Er is .geen sprake van
krankzinnigheid. De quaestie is, kunt
u een schok verdragen
Carl Fairfax keek hem met twijfel
en verbazing in de oogen aan.
Ik vraag u nog eens, wat bedoelt
u Welken schok Kan iemand meer
verdragen dan ik deed en leven
Dit is geen schok als de ande
re, zei Justus vriendelijk. Dit is een
eb pleziertje.
Fairfax sprong overeind, greep den
agent bij den schouder, terwijl hij
hem aankeek met een uitdrukking in
zijn oogen, die Justus bijna deed be
ven. Toen, plotseling, wierp hij zich
voor Justus op de knieën.
Oh, riep hij uit, als u me dat kan
zeggen 1 Als u mij door één of ander
wonder kon zeggen U hebt dien man
nooit vermoord, u bent geen moorde
naar, oh, ik zou hier twintig jaar lang
willen knielen en u mijn geheele le
ven lang zegenen.
Dat k a n ik u zeggen, zei Justus
snel, terwijl zijn stem beefde. Meer
dan dat, ik kan het u bewijzen. U
hebt rar. Wedderburn niet verinoord.
Maar Carl Fairfax was bewusteloos
op den vloer gestort.
Justus wiide zich juist snel over
hem bukken, toen de deur openging
en een man in uniform binnentrad.
Hallo wat is dat vroeg hij.
Deze heer is flauw gevallen, zei
hij, vergetende dat „John Ilart"
slechts een dokwerker was. Kunt u
wat water halon
Ik kan do deur niet verlaten, zei
de man, maar hij komt al bij. Hij zal
dadelijk in orde zijn.
Het was waar, Carl Fairfax open
de de oogen, en keek ^ild om zich
hoen.
Zeg niet, dat het een droom was!
riep hij uit U zeidet het toch.
De man stootte Justus aan.
Het is in orde, iluisterde hij.
Maar de tijd i3 bijna om. Het kan
mij niet schelen, ziet u. Maar, ik kan
u niet lang meer hier laten.
Justus knikte.
Had dc man geluisterd? Naar alle
waarschijnlijkheid. Wel, het deed er
in ieder geval niet veel toe.
Dank je, zei hij. Ik zal niet lang
meer blijven.
En toen de man vertrok, de zware
deur achter zich sluitend, keerde hij
zich tot Fairfax.
- liet is geen droom, zei hij snel.
Gij hebt den ouden man nooit ver
moord. Ik heb het bewijs daarvan in
mijn zak. Zij belogen u.
Carl Fairfax sprong overeind, met
verwrongen gelaat.
Laat zien, laat zien riep hij uit-
Ja, het is waar. Die kleine schurk
achtige advocaat beloog n. Kijk hier!
Dit is van Dr. Farge zelf. Het werd u
toegezonden. Er is nu geen tijd voor,
om na tc gaart, hoe ik er aan kom.
Lees het vlug.
Hij haalde den brief van den dok
ter tegelijk met het dagboek uit zijn
zak, en gaf zo aan Fairfax, die het
met bevende handen aannam en met
oogen, die wild en vreesachtig Justus
aanblikten.
Een oogenblik was er stilte, terwijl
de jonge man las. Toen plotseling
viel hij op dc knieën en Justus draai
de zich om.
Na eenige oogenblikken stond In
weer op en naar Justus toegaande,
greep hij den agent bij beide handen
vast.
U weet niet, u kunt nooit weten,
wat u gedaan hebt 1 riep hij uit. En
te denken, dat dit daar lag, terwijl ik
oh, u kunt niet begrijpen hoe dicht
ik bij de wanhoop geweest hen, om
alle® uit te maken. En toch deed ik
het niet. Ik vermoordde hem niet. Oh,
duizendmaal heb ik er over nagedacht
hoe ik zoo gek kan geweest zijn, zoo'n
kracht kon hebben gebruikt en er ge
heel onbewust van was.
U gebruikte absoluut geen kracht,
zei Justus. U ziet het, de dokter zegt
in zijn eigen dagboek volmaakt na
tuurlijke oorzaken en hel lijkt waar
schijnlijk, dat alleen de opgewonden
heid de oorzaak w as van 's mans
dood, dat hij stervend was, voor u hem
aanraakte.
Oh, moge het dat geweest zijn.
Ik vermoordde hem ten minste niet.
Wat een schurken waren dat Te den
ken aan alles, wat ik doorgemaakt
heb. En toch vergeef ik dien armen
drommel van een Farge, om het ge
luk van dit oogenblik. Oh, kom, la
ten we hier weggaan. Laten wij naar
haar toegaan en het haar vertellen.
Justus keek den jongen man aan,
en op het gezicht van de uitdrukking
op het gelaat van dea agent, werd
Fairfax weer doodsbleek.
Ik vergat het, zet hij, plotseling
en hij keek de naakte kamer rond en
toen weer naar Justus. Ik kan niet.
Wat heb ik gedaan Wat een dwaas
ben ik geweest I Ik hob mijzelf in het
ongeluk gestort eu nu kan ik er niet
uit 1
Zeg dat niet, zei Justus. Natuur
lijk kunt u wel weg. U doodde na
tuurlijk Farge niet. Waarom zoudt u
I het gedaan hebben Maar het was