HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. WOENSDAG 38 AUGUSTUS 1012 OM ONS HEEN No. 1577 Vervroegde Winkelelaltlng afgewezen. Burgemeester en Wethouders van Haarlem geven den Raad in overwe ging, afwijzend te beschikken op het request van de afd. Haarlem van den Alg. Ned. Bond van Handels- en Kan toorbedienden, die verzoekt winkels en magazijnen niet eerder te openen, dan te 7 uur 's morgens en niet later te sluiten dan te 8 uur 's avonds. In hun toelichting zijn B. en W. al bijzonder kort. Te kort. zou ik meencn. „Ons College", zoo heet het, „is een parig tegen het denkbeeld eener ver ordening op de winkelsluiting". En B. en W. meenen zich te kun nen onthouden van een uiteenzetting der argumenten voor deze zienswijze, „aangezien de zaak genoegzaam be kend mag worden geacht". Ik weet wel, dat de stukkon van den Raad, de zoogenaamde voorloo pei's, in het algemeen niet dienen tot het opzetten van uitvoerige beschou wingen over principieel economi- Bche aangelegenheden, maar voor de- »e zaak had het College een uitzonde- ving kunnen maken. Immers zelfs al vereenigt de Raad zich eenparig en stilzwijgend met de afwijzing van d it request, daarmee is het gemeentebe stuur van het beginsel der vervroegde winkelsluiting niet af. Ik zal trachten aan te tooncn, waar om niet. Het aanhangige request is totaal onaannemelijk. Wie een misstand wil verbeteren, moet dat gemaiigd doen, in tempo's en van lieverlede en daarom gaat9 sluiting te vragen te acht uur, nog wel zonder eenige-uit- zondering voor den Zaterdagavond, voor den drukken St. Nicolaos- of Kerstttijd, als eerste stap in de nieu we richting veel te ver. Daarmee vereenigt zich geen enkel practisch man in den Raad en wie er nog mocht voor stemmen getrooste zich, dat ik hem bij voorbaat een „Prinzipienreiter" noem. Maar het denkbeeld van de ver vroegde winkelsluiting zit in de lucht en vroeg of laat zal de Gemeenteraad "van Haarlem daarover een besluit moeten nemen. Ik herinner aan de enquótc, die •loor de Haarl. Handelsveroeniging en de vereeniging de Hanze op touw werd gezet. Van de 10G6 circulaires, die rond ge zonden werden, kwamen 680 antwoor den van voorstanders eoner vervroeg de wettelijke winkelsluiting in en toen later de Haarlemsche Handels- vereemging daarover vergaderde, was alleen de vrees om den splijt zwam te brengen in de eigen vereeni ging, oorzaak, dat er niet tot een re quest aan den gemeenteraad besloten werd. Men concludeerde tot het toe zenden van de antwoorden en het rapport aan den Raad, indien oqk de Hanze zich daarmee kon vereenigen. Laatstgenoemde vereeniging heeft nog geen besluit genomen. Naar ik hoor benoemde zij een Commissie, die de zaak zal hebben te onderzoeken. Eind en slot zal, denk ik, wel wezen, dat de stukken naar den Raad gaan, maar zelfs wanneer dat eens niet zoo was begrijpt toch iedereen wel, dat er te avond of morgen eon request eau den gemeenteraad om vervroeg- ie winkelsluiting te wachten is. Principieel zal de Raad zich daar over dus vast en zeker hebben uit te spreken. En nu spijt het mij, eerlijk gezegd, dat B. en W. nu maar niet dadelijk, zij het ook bij de behande ling van een voorstel dat onaanneme lijk is, de motieven van hun princi- pieelen tegenstand hebben uitoonge zet. Daarbij zouden dan van zelf de argumenten der voorstanders in rij eii gelid zijn gezet en op die manier ware een kostelijke handleiding ver kregen voor de debatten in den Raad. Want B. en W. mogen nu zeggen dat de zaak genoegzaam bekend mag worden geacht, in de werkelijkheid is dat zoo niet Zeker, vele leden van den Raad weten wel zoowat flauwtjes waar het om gaat en kunnen als 't moet een paar beweringen vóór en een paar tegen uit hun geheugen op- vissohen, een behoorlijk, volledig overzicht over don stand van de quaesüe hebben maar zeer enkelen. En juist daaraan zullen allen, zoodra de zaak ter sprake komt, behoefte ge voelen. Zooals de zaak nu behandeld wordt, zal menig Raadslid vreezen voor een valsche stemming. Ik herhaal: niemand zal te vinden zijn voor sluiting te 8 uur, zonder uit zondering* voor drukke tijden. Maar in hun advies verklaren B. en W. zioh eenparig tegen een veror dening op de winkel sluiting. Verschillende leden, die van andere meening zijn, zullen nu aarzelen, om dat zij wel met het afwijzend prae- advies omtrent dit request willen meegaan, maar niet met de princi- pieele overweging, die B. en W. daar toe leidde. Men voelt nu al, wat uit die onze kerheid voortkomen zal: een motie. Een motie om te verklaren, dat de Raad in beginsel niet tegen een regeling van do winkelsluiting ge kant is. Maar wanneer die motie dan met een in bespreking komt, zullen van alle kanten stemmen opgaan, die bo- toogon, dat de Raad over deze be langrijke zaak niet voldoende inge licht is, daarover dus op dat oogen- blik geen besluit nemen kan. Waar moet dan het licht vandaan komen? B. en W. hebben losjesweg gezegd, dat de zaak genoegzaam bekend mag worden geacht, bij hen zal de Raad dus in dit geval geen voorlichting vragen. De redding in den nood zal dus weer moeten komen van eeue Raadscommissie. In 't algemeen is tegen de benoe ming van zoo'n Raadscommissie na tuurlijk geen bezwaar, maar het is mij toch altijd voorgekomen, dat een gemeentebestuur daarmee uiterst spaarzaam moet zijn. Burgemeester en Wethouders ziju volgens de wet en van nature do voorlichters van den Raad, zij worden geacht meer dan deze tijd ie besteden aan de zaken der gemeente en daarvan dus boter op de hoogte te zijn. Vindt nu de Raad bij hen de noodige voorlichting niet, zoodat hij die aan een speciale Raads commissie heeft te vragen, dan wordt daarmee mijns inziens de invloed en de positie van B. an W. bedenkelijk verzwakt en het altijd dreigende con flict tusschen Raad en dagelijksch bestuur over de vraag, wie in het be- heeren der gemeente den voorrang behoort te bezitten, onnoodig aange scherpt. In hun eigen belang dus moesten B en W. de benoeming van Raads commissies, wanneer die niet strikt noodig zijn, voorkomen. En hoe zou in dit geval een Raads commissie noodzakelijk wezen, terwijl B en W. eenparig tegen een ver ordening zijn en dus wel in het bezit moeten wezen van een duchtige reeks klinkende argumenten, die de amb tenaren maar in rij en gelid hebben •op te stallen? Om al deze redenen sohijnt mij de kortheid van 't praeadvies van B. en W. dezen keer niet verstandig. Wat de stukken der enquête betreft, de vereeniging de Hanze vindt mis schien in 't bovenstaande aanleiding, mee te werken tot inzending bij den Raad, daar anders de Raadscommis sie er later toch om zal komen vra gen. Want is ten slotte, de heele enquête niet ingesteld om zooveel mogelijk licht over de zaak te verspreiden? J. C. P. Buitenlandseh Overzicht Het bloedbad te Kotscbaba. Niettegenstaande de strenge afzet ting van Kotschana door dc 'lurksche autoriteiten is het een Duitsch jour nalist gelukt een vertrouwbaar per soon naar deze stad te zenden, die nu de volgende uitvoerige beschrijving van hetgeen voorgevallen was, geeft: „Het gelukte mij, trots de strenge bewaking, binnen Kotschana tc ko men, omdat ik mij uitgaf voor een marktventer. Wij kwamen na een marsch van tien uren aan de eerste huizen der stad. Reeds van verre zagen wij rui nen en verkoolde dakspanten. In de totaal uitgestorven straten bemerk ten wij tot onzen schrik talrijke bloedsporen aan de muren der hul zen. Daar de Turken tot dusverre alle Servische en Bulgaarsche journalis ten reeds bij Krupulu aangehouden en teruggezonden hadden, zagen de Bulgaren zich van alle verbinding met de buitenwereld afgesneden en vreesden elk uur een nieuwe uitbar sting van de volkswoede. De Nja- mostinik der Bulgaarsche kerk om armde mij, weenend als een kind, toen ik bij hem binnentrad en mij zonder achterhouding had bekend gemaakt Men had hem, den grijzen, eerwaardige» priester uren lang aan den baard door de straten gesleept, hem met geweerkolven gestooten, ge trapt, in het gezicht gespuwd en de kleeren gescheurd. Den 19den Juli was het volgens oude gewoonte als eiken Dinsdag, marktdag. Duizenden Bulgaren uit de omliggende dorpen brengen dan de voortbrengselen van hun land ter markt en ruilen die voor goederen en koloniale waren in. Men kent elkander zeer goed en daarom viel het op, dat twee vreemdelingen, die er ten minste zoo uitzagen, twee manden groenten brachten en deze midden op de markt onbewaakt lieten staan. Om 10 uur volgde plotseling een he vige ontploffing. De vensterruiten der omliggende huizen sprongen stuk. alle houten- opstallen van de markt vielen om; het tegenover de markt staande paleis van Abdil Effendi vul de zich met rook. De boeren lieten hun waren in den steek en ijlden in een wilde vlucht de zijstraten in en trachtten de huizen binnen te gaan-. Maar als steeds, wanneer een oploop ontstaat, werden deze onmiddellijk gesloten. De boeren vol van schrik, trachtten over de tuinmuren te klim men en er ontstaat een ontzettend ijl alles nog radeloos rende en een uitweg door de nauwe straten zoent, neeit tien minuten na de eerste een tweede ontploiimg plaats en de paniek wordt tot een razernij. Eerst dan vallen er eeuige personen en mei bloed over stroomde gestallen mengen zich, ais kiaiiKzinuigen huilend, tusschen de menigte'. Als op een vooruit ontvangen he vel, roepen nu de lurksche Baschi- bcruks, die in de omringende huizen vonen: „Ie wapen!" „De Christenen allen ons aan l" en zij snellen met geweren, ïevolvers en messen de stra ten op. lurksche gendarmen en sol daten komen uit ue kazerne met hun geweien tuegeloopen en negitinen mei de kolven hunner geweren tusschen de dichte massa te stootcu en te slaan, under woest geschreeuw .„Al lah ii Allah" vuren ue soldaten hun geweren af en drijven het volkskiu- wen met de bajonet en kollslageii voor zich uit naar een blind ioopenüe straal, waar zij de meeste boeren met kolfslagen afmaken. Eerst als ze ge vallen zijn, wordt hun een genaue- schot oi bajonetsteek gegeven. Dat was geen wraak meer maar een woeste orgie van menschonteerende gruwzaamheid. Zij verlustigden zich in de kwellingen hunner slachtoffers. Geen pen is in staat deze tooneelen te bescnrijven. De slachting duurde twee uren. De burgerlijke neambten waren met te zien en de 'l urksche of ficieren zagen het bloedbad kalmaan zonder iemand tegen de woede der soldaten tc beschermen. De Baschibo- rults, de gendarmen en soldaten, bra ken daarup de deuren der Bulgaar sche huizen open en de plundering ving aan. Vrouwen, meisjes en zelfs kinderen werden door de plunderaars geweid aangedaan. Anderen wisten in de pastorie en in de Bulgaarsche school binnen te dringen waar zij de priesters en dc onderwijzers er van beschuldigden dat zij het teeken tot het werpen van hommen hadden ge geven en de Bulgaarsche boeren, die gezamenlijk ongewapend naar de stad waren gekomen, hier hadden bij eengeroepen om de Turken te over vallen. Een der onderwijzers werd tot bloedens toe geslagen, de haren wer den hem uitgerukt en hij werd half naakt door de straten gesleept. Dun klinkt plotseling het bevel, van wien of van waar wist men niet, liet bloedbad te eindigen en de Tur ken beginnen de lijken op de markt bijeen te dragen, evenals de talrijke gewonden, om de ineening op te wek ken dat deze personen door de ont ploffing gedood en gekwetst ziin geworden. Eerst toen verschenen de Turksche bc-ambten, bevalen huiszoekingen en namen de gekwetste Bulgaren gevan gen, die in de gevangenis werden ge worpen. Intusschen sleepten de sol daten andere lijken naar verwijderde stadsgedeelten en verborgen ze in Turksche huizen, opdat hun identiteit aantal niet kon worden vastge steld. Do onderzoeks-commissie, uit Stamboel gekomen, heeft 39 lijken van Bulgaren herkend. Dat was den 26slen Juli. Den 27sten werden nog een tuïh 7 lijken gevonden, die reeds onherkenbaar geworden waren. Hoeveel er buitendien nog op ontoe gankelijke plaatsen lagen, is niet na te 'gaan. De ware cijfers zijn niet bekend ge-1 worden, hetgeen misschien pas na ja- j ren het geval kan zijn, daar de Bul- garen, uit vrees voor erger, niets dur ven vertellen. Iedereen vreest dat, als hij den naam van een bloedver want als vermist aangeeft, hij zoowel als zijn huisgenootcn wegens waar schijnlijke deelneming aan de Bul gaarsche revolutie wordt gevangen i genomen. De meeste verslagenen zijn huisvaders van groote gezinnen, die,' rtaar men kan vertrouwen, aan geen opstand tegen de Turken zouden deel genomen hebben. Tot den 27sten Juli hebben de ge- neesheeren 197 zwaar gewonden en j meer dan 200 licht gewonden behan- deld. Bij de outplofliiig zelf werden gedood 9 Bulgaren, 6 'lurken en 2 Jo den. Van Bulgaarsche zijde veronder stelt men, dat er dit jaar geen bom aanslagen door nun landslieden zijn gedaan, maar dat Turksche partijen, die zien dat de binnentauasche onlus ten slechts door een ontladipg üer voiksharlstochten naar buiten kun nen worden onderdrukt, door de bomaanslagen den oorlog met Bulga rije en daardoor de aaneensluiting van de Oltoinaansehe volkeren met geweld willen bewerkstelligen. De spanning in den baikan. In politieke kringen verluidt, dat in het üoslenrijksche ministerie van bui- tenlandscbe zaken stellig gerekend wordt op een Turksch-Buigaarschen oorlog. Voor het geval, dat, zoo Bul garije Turkije den oorlog verklaart, ook Oostenrijk-Hongarije hierin be trokken wordt, werden de Bosnische parlementen er van in kennis ge- steld, dat dan niet alleen de Bosni- sclie Landdag voor onbepaalden tijd verdaagd zou worden, maar dat ook de Bosnische grondwet tijdens den I Turksch-BuJgaarschen oorlog buiten werking gesteld zou worden. Daarentegen liet een zeer hoogge- I plaatst diplomaat in Cettinje, die op zij a doorreis in Sofia vertoefde, zich i tegenover een journalist zeer optl- mistisch uit over het Turksch-Moute- i.cgrijiisch grens-conflict. Hij ver klaarde o.a., dat zooiang Rusland geen bepaalden wenk zou geven, er geen sprake zou zijn van een oorlog tusschen Montenegro en Turkije. I Soortgelijke gebeurtenissen als die van Berana herhalen zich periodiek. De opwinding bedaarde steeds, wan neer de Montenegrijnen, overeenkom stig ccn zeer oud gebruik, voor icdc- ren gesneuvelde aan hun zijde bloed wraak genomen hadden op drie Tur ken. Op grensconflicten en het bin nendringen tot op 20 K.M. op Turksch gebied wordt daarbij minder gelet. Tusschen zulke wraaktochten .die pe riodiek terugkeeren, en een oorlogs verklaring, ligt nog een lange weg. Wc hebben reeds meegedeeld, dat do Kretensers ook weer onrustig worden. Men weet, dat er op Kreta en in Griekenland een expeditie wordt georganiseerd ter ontscheping op Sa- mos, waar men een beweging ten gunste van de aansluiting .bij Grie kenland wil uitlokken. Een Engelsch en een Fransch oor logsschip hebben last gekregen naar Samos te vertrekken ten einde, des noods met geweld, een ontscheping te beletten. De Engelsche regeering heeft zich tot de regeeringen van Frankrijk en Rusland gewend met het verzoek zich met haar vertoogen tot de Grieksche regcering te richten. Uit Malta wordt gemeld, dat de En gelsche kruiser „Diana" weer naar Kreta is vertrokken. In de Kretenser wateren ligt reeds een internationale vloot. Over de houding der mogendheden wordt uit Weenen geseind: Alle mogendheden hebben ver klaard de uitrioodiging van Oosten rijk, tot het houden van besprekin gen over den toestand In den Balkan aan te nemen. Minister Bc-rchtold zal nu binnen kort mededeelen, op welke wijze, vol gens zijn mccning, de actie dient te worden voortgezet en wal Europa, in onderlingo overeenstemming, zou kun ren doen tot blijvende verbetering van den toestand in Turkije. Dg oorlog tusscbsn Italia so Turkije Naar men uit Rome verneemt, zal deze week de ministerraad zich bezig houden niet de vredesonderhandelin gen- In do regeeringskringen ver klaart men nadrukkelijk, dat, indien Turkije vasthoudt aan zijn eisch van erkenning van de souvereiuitcit van den sultan, Italië den oorlog liever voortzet. De ministcriêele Tribuna schrijft o.a De wet, waarbij de Italiaansche souvereiniteit voor Lybië is vastge steld, is duidelijk en laat geen beper king of geschipper toe. Er wordt niet veel gevochten. 't Eenigste oorlogsnieuws is thans, dat 6 Italiaansche oorlogsschepen te Jaffa zijn aangekomen. 3 zetten hun reis voort naar 't noorden, de 3 ande re ankerden en doorzochten een vrachtschip op verdenking van oor logscontrabande. Uit Marokko. Het Journal des Débals bespreekt den toestand in Marokko en acht het geen in Zuidwest Marokko plaats grijpt, hoogst ernstig. Moelay El Hei- ba, de zoon van den ouden Fraiischeu vijand Ma-cl-Ainin, is Marrakesj bin nengetrokken en tot Sultan uitgeroe pen hij is meester van de geheele streek. De l'ranschen, die een schuil plaats hadden gevonden in de wo ning van een broeder van Glaoui, zijn door dezen aan den pretendent uit geleverd; hij zelf heeft de zijde van de opstandelingen gekozen. Deze afval is een nieuw bewijs hoe weinig vertrouwen de beloften van trouw en toewijding der Marokkaan- sche rijksgrooten verdienen. Aan de belofte van KI Heiba, dat hij de in zijn macht gekomen Fran- schen zal beschermen en naar de kust doen geleiden, hecht het blad weinig waarde; hel gelooft veeleer, dat de pretendent hen als gijzelaars zal behouden. Heden wordt uit Casablanca ge seind: Het kamp van de Rehamna te Sonk el Arba had op 25 dezer herhaalde aanvallen te doorstaan van sterke af- deelingen van de harka van het kha- lifaat van El Heiba. De aanvallen werden afgeslagen. De vijand leed belangrijke verliezen, aan Fransche zijde werden vier man licht gewond. De vijand trok 15 K M. ver in de richting van Marakesj terug. Aliirlil. DÉ DUITSCUE KEIZER is weer aan 't herstellen. De terug keer naar l'otsdam is nu bepaald op Vrijdag. Van reizen naar 't buiten land is voorloopig afgezien. DE MUITERIJ BIJ DE RUSSISCHE VLOOT. Uit Petersburg wordt gemeld, dat ongeveer 300 matrozen van de Zwar te Zee-vloot ontslagen zijn. Tegen hen zal een onderzoek ingesteld wor den, of zij tot een geheime revolutio naire samenzwering behooren. binnenland DE KONINGIN-MOEDER is als Beschermvrouw opgetreden van de Vereeniging tol behoud van Natuurmonumenten. HET „ABONNEMENT FRANCAIS". De RoUerdamsche Hbld.-correspon dent meldt: In de Groote Nutzaal werd Maandag een vergadering gehouden van de ge zamenlijke Miudeiistaiidsvereenigin- gen, om te protesteeren tegen het zoo genaamde „Abonnement Francais". De zaal was stampvol belangstellen den, welke blijkbaar t' gen deze nieu we instelling zeer vijandig waren ge zind. Uit de verschillende gehouden redevoeringen is ons, niettegenstaan de wij zoo scherp mogelijk hebben toegeluisterd, niet mogen gelukken o.ize Laciihoek BIJ DE WAARZEGSTER. Waarzegster: „Binnenkort zult tf een groote erfenis krijgen. Bezoeker: „Misschien wilt ge me daarop wel een 25 gulden leenen? BOOSAARDIG. Zij: „Mocht Uo deurwaarder wer kelijk op. deze zaak. hier beslag ko men leggen, dan zal ik mijn tanden oens laten zien." li ij: „Wees maar voorzichtig, an ders neemt hij die ook in beslag". OMSCHREVEN, lieer (den knecht een fooitj© in de haud stoppend,: „Zeg jij me nu eens in vertrouwen hoe oud de dochter des huizes is". Knecht: „Precies weet ik H niet... maar 't is een getal, dat deelbaar is door zeventien". OOK EEN STANDPUNT* „Wat zie Je er reeds eenigen tijd slcclit uit, amice, 't komt zeker van je vele rooken en dan nog zulke mi serabele sigaren". „Ja, mijn waarde, met deze zen ding ben ik te pakken genomen en om mij nu niet 't geheel ejaar te er geren, rook ik ze snel op!" te hooren, waarin het gevaar dier nieuwe inrichting voor den midden stand, anders gezegd de winkeliers, is gelegen. Men kan toch niet zeg gen, dat reeds bij voorbaat vaststaat, dat iemand die intermeriair wil zijn tusschen kooper en verkooper een nadeel voor ue maatschappij is. Ware het zoo, er zouden heel wat tusscliei.pcrsonen nebben te verdwij- neu. En zulk een argument zou ook kwalijk passen in den mond van een irikeller, die ton Blotte niet anders dan dit zelfde lied rijf uitoefent. Wij hebben vernomen, dat publiek in crediet werd geholpen om to koopen, waardoor het nadeel ont stond, dat mensclten, eigenlijk finan cieel daartoe niet in staat, inkoopen zouden gaan doen. Dit kan zeer ze- ker een nadeel zijn. Maar het is een voordeel, dat zeer zeker de winkelier als zoodanig of als corporatie heeft aan te trekken. -Voider is veel beweerd over de hoo- ge provisie, welke de instelling nam de darbaij aangesloten win keliers. Men zou kunnen zeggen, dat dit bezwaar zich zelf wel zal straf fen. En dat dat vanzelf op den onder gang van dc aangeslotenen zou \iit- loopen. Wij hebben, het, zooals ge zegd, niet kunnen ontdekken. Zelfs is niet veel vernomen omtrent de eigenlijke werkwijze van het „abon nement Franqais". Niettemin is na tuurlijk eendrachtig deze nieuwe in stelling veroordeeld, en beslist werd, bij motie, niet te rusten, alvorens zij verdwenen zal zijn van het aardrijk. Ter vergadering werd meegedeeld, dat de aangesloten firma Stokvis reeds haar contract met het abonne ment had opgezegd, omdat er ge dreigd was, dat, zoo zij zulks niet deed, de winkeliers niet bij haar zou den koopen. Wellicht was hierin ee- nige aanwijzing gelegen van het ei genlijke middens'andsgevaar; het gevaarlijke namelijk, dat de grossier niet alleen zou leveren aan den vvin- kel:er, doch ook de particulieren bij har cliuënteele zou betrekken. Dat punt is echter in het geheel niet na der uitgewerkt. GEMASKERD BAL IN AUGUSTU& Het is verklaarbaar dat de hotel houders in onze badplaatsen alles beproeven om den gasten afleiding te bezorgen. En zoo kwam. de eige naar van het Palace Hotel te Sche- veningen op de gedachte, nu strand en baden geen aantrekkelijkheid be zitten indeze „hondsdagen", een ge maskerd bal te oryani&eeren. Erg veel pleizier heeft hij er niet van. Id Het Vad. schrijft de medewerkster; „Het begin leek meer op een reünie Feuilleton Het geheim van de Tower Hill. Uit het Engelsch, door A. WILSON BARRETT. Ze brachten mij in een rijtuig on Rike bracht mij naar huis. Zoodra hij inij op dc sofa in mijn kamer gelegd had, viel ik vast in slaap. Hij ging te rug om met den dokter op dt-n klerk van den ouden man te wachten. Zij vertelden hem een valsch verhaal van den den dood. Ik lag twee dagen bewusteloos op mijn bed. Far ge ver pleegde mij. Toen ik na nog twee da gen opstond en uit kon gaan, was het onderzoek van van hem al geëin digd. Hun verhaal had ieder onderzoek weerstaan. Ik was vrij, en een rijk man. Het was tc laat om te bekennen, te laat om mijzelf aan te geven. Deze lieden hadden mij geholpen, ze had den voor mij een zwaar risico geloo- peD. Nu te bekennen, was hen ruïnce- ren. Waarom beging ik geen zelf moord Ik weet het niet. Mijn leven was uit. Ik waa een dood man. Ik was het kantoor van dien armen ke rel binnengegaan als een gelukkig man dien ochtend. Gelukkig. Ik had geen zorg in de wereld. Nu zou ik nooit een oogeublik vrede meer heb ben. Ik had een man vermoord, en een man, die mijn weldoener was, en ik had haar verloren. Want hoe kon ik haar ooit ontmoeten, haar ooit aanzien, ooit weer haar hand aanra ken Ik was rijk, maar hoe kon ik ooit een stuiver van dion rijkdom uit geven Ik was jong, doch hoe kon ik ooit nog een oogenhlik in mijn leven vermaak hebben Oh, u weet niet, wat het is, te weten, dut men een me- demensch vermoord heeft. De jonge man begroef zijn gelaat in de handen en weende. HOOFDSTUK XXV Een succesvol onderzoek. Justus Wise keek den jongen man een oogenblik vol aandacht aan. Toen stond hij op, en zich over hem buigende, raakte hij zijn schouder Neen, ik kan niet zeggen, wat het is, een man gedood te hebben, zoi hij, zacht. Kunt u het Een oogenblik was er stilte. Toen hief Carl Fairfax het hoofd op en draaide zijn met bloed doorloopen oogen, om den glimlachenden blik van Justus te ontmoeten. Een oogen blik keken de twee mannen elkaar aan. Toen sprak Fairfax Wat bedoelt u tcch Ben ik gek, of bent u het Geen van beiden, ajitwoordde Justus zacht, nog steeds zijn hand op den schouder van den jongen man la tende rusten. Er is .geen sprake van krankzinnigheid. De quaestie is, kunt u een schok verdragen Carl Fairfax keek hem met twijfel en verbazing in de oogen aan. Ik vraag u nog eens, wat bedoelt u Welken schok Kan iemand meer verdragen dan ik deed en leven Dit is geen schok als de ande re, zei Justus vriendelijk. Dit is een eb pleziertje. Fairfax sprong overeind, greep den agent bij den schouder, terwijl hij hem aankeek met een uitdrukking in zijn oogen, die Justus bijna deed be ven. Toen, plotseling, wierp hij zich voor Justus op de knieën. Oh, riep hij uit, als u me dat kan zeggen 1 Als u mij door één of ander wonder kon zeggen U hebt dien man nooit vermoord, u bent geen moorde naar, oh, ik zou hier twintig jaar lang willen knielen en u mijn geheele le ven lang zegenen. Dat k a n ik u zeggen, zei Justus snel, terwijl zijn stem beefde. Meer dan dat, ik kan het u bewijzen. U hebt rar. Wedderburn niet verinoord. Maar Carl Fairfax was bewusteloos op den vloer gestort. Justus wiide zich juist snel over hem bukken, toen de deur openging en een man in uniform binnentrad. Hallo wat is dat vroeg hij. Deze heer is flauw gevallen, zei hij, vergetende dat „John Ilart" slechts een dokwerker was. Kunt u wat water halon Ik kan do deur niet verlaten, zei de man, maar hij komt al bij. Hij zal dadelijk in orde zijn. Het was waar, Carl Fairfax open de de oogen, en keek ^ild om zich hoen. Zeg niet, dat het een droom was! riep hij uit U zeidet het toch. De man stootte Justus aan. Het is in orde, iluisterde hij. Maar de tijd i3 bijna om. Het kan mij niet schelen, ziet u. Maar, ik kan u niet lang meer hier laten. Justus knikte. Had dc man geluisterd? Naar alle waarschijnlijkheid. Wel, het deed er in ieder geval niet veel toe. Dank je, zei hij. Ik zal niet lang meer blijven. En toen de man vertrok, de zware deur achter zich sluitend, keerde hij zich tot Fairfax. - liet is geen droom, zei hij snel. Gij hebt den ouden man nooit ver moord. Ik heb het bewijs daarvan in mijn zak. Zij belogen u. Carl Fairfax sprong overeind, met verwrongen gelaat. Laat zien, laat zien riep hij uit- Ja, het is waar. Die kleine schurk achtige advocaat beloog n. Kijk hier! Dit is van Dr. Farge zelf. Het werd u toegezonden. Er is nu geen tijd voor, om na tc gaart, hoe ik er aan kom. Lees het vlug. Hij haalde den brief van den dok ter tegelijk met het dagboek uit zijn zak, en gaf zo aan Fairfax, die het met bevende handen aannam en met oogen, die wild en vreesachtig Justus aanblikten. Een oogenblik was er stilte, terwijl de jonge man las. Toen plotseling viel hij op dc knieën en Justus draai de zich om. Na eenige oogenblikken stond In weer op en naar Justus toegaande, greep hij den agent bij beide handen vast. U weet niet, u kunt nooit weten, wat u gedaan hebt 1 riep hij uit. En te denken, dat dit daar lag, terwijl ik oh, u kunt niet begrijpen hoe dicht ik bij de wanhoop geweest hen, om alle® uit te maken. En toch deed ik het niet. Ik vermoordde hem niet. Oh, duizendmaal heb ik er over nagedacht hoe ik zoo gek kan geweest zijn, zoo'n kracht kon hebben gebruikt en er ge heel onbewust van was. U gebruikte absoluut geen kracht, zei Justus. U ziet het, de dokter zegt in zijn eigen dagboek volmaakt na tuurlijke oorzaken en hel lijkt waar schijnlijk, dat alleen de opgewonden heid de oorzaak w as van 's mans dood, dat hij stervend was, voor u hem aanraakte. Oh, moge het dat geweest zijn. Ik vermoordde hem ten minste niet. Wat een schurken waren dat Te den ken aan alles, wat ik doorgemaakt heb. En toch vergeef ik dien armen drommel van een Farge, om het ge luk van dit oogenblik. Oh, kom, la ten we hier weggaan. Laten wij naar haar toegaan en het haar vertellen. Justus keek den jongen man aan, en op het gezicht van de uitdrukking op het gelaat van dea agent, werd Fairfax weer doodsbleek. Ik vergat het, zet hij, plotseling en hij keek de naakte kamer rond en toen weer naar Justus. Ik kan niet. Wat heb ik gedaan Wat een dwaas ben ik geweest I Ik hob mijzelf in het ongeluk gestort eu nu kan ik er niet uit 1 Zeg dat niet, zei Justus. Natuur lijk kunt u wel weg. U doodde na tuurlijk Farge niet. Waarom zoudt u I het gedaan hebben Maar het was

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5