ijsr u x
TWEEDE BLAD.
DONDERDAG 23 AUGUSTUS 1812
OM ONS HEEN
N«. 167.
Belsherinaeringen.
II.
St. Goar is onder de ontelbare
plaatsen aan den Rijn (de meeste
noemen zich steden, maar wij zouden
dorpen zeggen) niet een van de klein
ste, maar zeker een van de mooiste.
Het ligt tusschen twee bochten van
Idan Rijn in, zoodat de rivier er op
een groot meer gelijkt en heeft, zon
der spiegel, dagelijks zijn evenbeeld
voor oogen, namelijk St. Goarshausen
aan den overkant. Het is of de bouw
meester van dat plaatsje teen hij bet
oprichtte telkens naar St. Goar heeft
gekeken als voorbeeld. Maar dan is
het toch, als iedere namaak, beneden
zijn model gebleven. St Goar is wat
grootscher, heeft mooier hotels en
aardiger wandelplaats langs den
iRijn. Daar, onder de boomen of vlak
langs het water, wandelen met de
inboorlingen de gasten, wanneer zij
eens geen uitstapje willen doen of een
«half uur den tijd hebben vóór het
middagmaal, of zich na het avond
eten nog even willen vertreden. Het
eenige wat er minder fraai moet hee-
teu is een monster van een fontein,
een ding zonder vorm, met klimop
begroeid en die niet spuit. Als er ooit
te St. Goar een klein aardbevinkje
kwam, dat dit monstrum, maar dit
dan ook alleen, zacht en kalm binnen-
slokte in de ingewanden der aarde,
dan zou dat een weldaad>wezen.
Overigens kan wie wandelen wil te
St. Goar naar hartelust genieten. Wie
langs den Rijn spoort of vaart, zou
licht denken, da\ alleen de wijnbou
wer klautert langs de groene hellin
gen. Zoo is het niet. Er zijn tal van
wegen op de bergen, die naar halfver-
scholen dorpen of alleen maar naar
mooie kijkjes leiden. In ons hotel hing
in de gang een lijst van niet minder
dan veertien wandelingen in den
naasten omtrek van St. Goar en er
bestaat een boekje, uitgegeven door
'de Verschönerung s-V e r e i n,
dat ook menige nuttige wenk bevat.
Jammer maar, dat de kostelijke ruim
te door den samensteller grooten-
deels voor dichterlijke ontboezemin
gen gebruikt is men moet nuchter
der menschen dan poëeten aan 't sa
menstellen van een wandelboekjo Jet
ten.
Schiet deze gids le kort en ontbre
ken ook de verfstrepen, waarmee ver
schillende wandelingen hier en daar
zij li aangeduid, dan is er in de buurt
nog wel een menschelijk wezen, dat
welwillend inlichtingen geeft. Zelfs
wie nog niet boven de tafel uitsteken
doen aan dezen informatiedienst mee,
zonder daarvoor iets anders dan een
D a n k e te verwachten. Zoo zijn we
menigen steilen bergweg opgeklau
terd, hebben vaak halverwege door
een bosch gewandeld, zoodat we
gaten dat 't hier de vlakke grond niet
nicer was; zoo zijn we, heel boven op
den berg, over een smal paadje wel
Jangs een bouwland gegaan. Wat een
afwisseling van kleur in boom en
blad, wat een prachtige kijkjes
beek en hollen weg en vooral: wat een
heerlijke vergezichten over den Rijn!
F.er6t van vermoeidheid gevallen op
de bank die er was neergezet, kon de
wandelaar er, eenmaal uitgerust,
biet wegkomen door het verrukkelij
ke uitzicht.
De eerste tocht, dien de gast van St.
Goar maken gaat, is die naar Rhein-
fels. „De grootste ruïne langs den
heelen Rijn", wordt ons met trots
verzekerd. Niet omdat ze het meest
ontramponeerd zou zijn, maar omdat
ze de uitgebreidste is. En zo moet
weleer een heele burcht geweest zijn,
want de muren staan nu nog dik en
stevig overend en de vertrekken rijen
zich aan elkaar. Wie weet welk
tirannie ook dit, evenals zoovele an
dere roofridderkasteelen, over den
Rijn heeft uitgeoefend De Franschen
hebben het kasteel ten slotte verwoest
Ja, in de geschiedenis van den Rijn
speelt Gallic een groote rol en het is
geen wonder, dat de Duitschers, wan-
Bicer ze dichten en zingen over de
verdediging van deze rivier, altijd
weer de Franschen bedoelen. Nu is
dat alles voorbij de tientallen stec-
nen vestingen van vroeger, min of
meer gesloopt of versleten, zijn tegen
één granaat uit het moderne geschut
niet meer bestand en zelfs het grim
mige Ehrenbreitstein, tegenover Co-
blenz, dat men ongerept heeft gelaten
en waar nu nog een garnizoen huist,
zal door de Franschen in vijf minuten
platgeschoten zijn. Wanneer ze
ooit zoover zouden komen, wat zacht
gezegd twijfelachtig is.
Een van de mooiste wandelingen
uit St. Goar is naar de Loreley, de
veel vermaarde rots op den hoek, die
Ileinrihc Heine door zijn ballade be
roemd'heeft gemaakt. Er zijn in deze
buurt vele ondiepten en verborgen
rotsen in den Rijn, die gevaarlijke
plekken vormen en leelijke draaikol
ken. De dichter schiep als symbool
van die gevaren een schoone jonk
vrouw, die boven op de rots met een
gouden kam haar schoone lokken zat
te kammen en daarbij zulke fraaie
liederen zong, dat de voorbijvarende
schipper verzuimde op zijn koers te
letten, en al luisterende met zijn
vaartuig op de rotsen te pletter sloeg.
De spot heeft ook deze dichterlijke
voorstelling niet gespaard op een
prentbriefkaart wordt de schoone
jonkvrouw vervangen door een too-
verheks, die een reusachtige kam
zwaait, waar stukken uit zijn, terwijl
zij grimmig neerziet op een mannetje
met een ontzaglijken neus, dat uit
zijn bootje smachtend naar haar op
ziet.
Zoo kan alles belachelijk gemaakt
worden. Maar dat doet geen afbreuk
aan de prachtige wandeling er heen,
langs een idyllischen weg, waarlangs
een klaterend beekje stroomt, een.
landschap, waarvan velen droomen,
maar dat weinigen zien. Het gaat
langs een breeden weg steil naar bo
ven en wie niet best klauteren kan,
moet nu en dan zijn hart tot rust la
ten komen, maar is hij eenmaal bo
ven gekomen, dan loont weer het
prachtige uitzicht, links en rechts
over den Rijn, viervoud de inspan
ning van het klimmen.
Natuurlijk ontbreekt het zomer-
restaurant er niet, met de gelegen
heid om ei* Kaffee mit Kuchen, bier
of wijn te drinken. Hier evengoed als
beneden loeren de wespen voor dat
ongedierte is geen rots te hoog.
De terugtocht behoeft niet langs
deuz/clfden weg te gebeuren, de wan
delaar kan langs een trap de Loreley
weer afdalen. Dat woord „trap" is
wat euphemistisch wel zijn hier en
daar, op plaatsen, die andors denke
lijk totaal on bestij gba ar zouden ge
weest zijn, treden gemaakt, maar ov<£
mgens is de trap overgelaten aan het
toeval, dat puntige stukken rots zaai
de op het smalle pad. Nu en dan
is de helling bovendien steil genoeg,
Eoodat we ons afvragen, hoe in het
najaar op deze en andere hellingen de
mehsohen blijven staan op den dan
doorweekten weg en vooral, hoe ze
het zullen maken in den tijd van
sneeuw en ijzel. Maar de gasten van
SL Goar zijn dan lang verdwenen en
de inboorlingen zijn aan de zwarig
heden gewend en staan vast.
En hét weer Voor wie op reis
lijkt dat nooit zóó slecht, als voor wie
achter bleven en toen onophoudelijke
regenbuien in Haarlem tegen de
tèn kletterden, is er van familie en
vrienden menigmaal een medelijden
de gedachte naar ons uitgegaan. On-
noodig, want het weer aan den Rijn
was niet kwaad. De temperatuur bleef
er juist frisch genoeg om «et opge
wektheid te blijven klimmen en de
korto buitjes trokken weldra voorbij.
Eens op een avond stonden we aan
den Rijn op het overzetbootje te wach
ten, toen er een heftige bui kwam op
zetten. De wind stak op on om den
Ihoek vnn de Loreley kwam de regen
strcomaf waaien, als een gordijn van
mistig water. Maar de dappere kleine
Fahre had den steven al naar den
overkant gewend en vloog, schuin met
den sterken stroom afdrijvende, de
rivier over. Vijf minuien later' haddon
wo ons in de beschermende hal van
het hötel geborgen.
Eu daar een mensch op reis altijd
meer kan en durft dan thuis, zaten
we in den koelen avondwind tot tien
uur op het terras.
Noen, hitte past den wandelaar in
bet Rijndal ook al niet. Aan de oevers
is het dan nog weKffisch, maar tus
schen do bergwanden dringt geen
zuchtje meer doordaar staat dan de
•warmte als een kolom van vuur in
een ketel. En 's avonds kruipt de van
het klimmen vermoeide wandelaar,
anneer de temperatuur over dag
frisch bleef, genoeglijk onder zijn wol
len deken en gooit, als hij een Neder
lander is, het broeiende donzen dek
bed naar beneden.
Mocht hij midden in den nacht wak
ker worden door het voorbij snorren
van een nachttrein, dan weet hij aan-
ankelijk aan de tijdmelding van liet
toren-uurwerk geen touw vast te
knoopen, want nauwelijks heeft dat
één geslagen, of het laat er twee op
volgen, dan drie want deze klok
slaat de kwartieren en als het uur vol
is, geeft een klok van anderen klank
de uren aan.
J. C. P.
Congresbrie ven.
ui.
Hoeveel nader staan toch de Vlaam-
sche letterkundigen tot hun volk dan
de Nederlandsche. Nu was de bekende
schrijver Herman Teiriinck
aan liet woord en die deed uitkomen,
piecies wat er hapert aan zijn literair
geluk. De drie geesten, die invloed op
Vlaanderen's ontwikkeling hadden,
waren Conscience, Sleecx en Guido
Gezel!e. De navolgers van den eerste
daalden van zijn hoogte afdie van
Sleecx volgden eigenlijk rnet hun rea
lisme Fransche. voorbeelden, waren
dus in zekeren zin niet nationaal en
Gezel le kwam voort uit West Vlaan
deren, waar de toestanden van de
16de eeuw nog voortduurden, wat de
taal betrof. Hij vond daar prachtige
woorden en gaf die in eenvoud en
waarheid weer. Leerlingen volgden
Streuvels ook, maar nu moet men iets
meer hebben dan West Vlaamsch, en
deze- schrijver, die te Brussel woon(,
staat verlegen om taal voor de gé-
sprekkeu in zijn romans te vinden en
dat inankt hem bedroefd. Hij ook
ziet met verlangen uit naar betere
dagen, dat er een algemeene Vlaara-
sche omgangstaal is. die het moderne
leven omvat. Wellicht, spreker hoopte
het, komt"ook die voort uit de ophef
fing van het Vlaamsche volk door een
Vlaamsche Hoogesehocl.
"in den nu volgenden tooneelavond
valt niet veel te zeggen. Een vlot één-
actertje van mevr. Simons Mees, een
romantiek stuk in drie bedrijven vol
wapengekletter en middeloeuwsche
costumes, weinig dat tot het gemoed i
sprak, maar wel mooie, kleurige tafe-
reelen uit de belegering van een
burcht en ten slotte een zotte klucht
in het Nederlandsch, die heel leuk ge-
spoe ld werd.
Maar daarna kwam een buitenge
woon prachtige gezellige bijeenkomst,
waar allerlei gaven van het woord m
hooge voordrachtkunst, m lied en
gioedvqj woord tót heerlijke uiting
kwamen. Het was droog en de zaal
was dus goed bezet.
Woensdagmorgen.
Wegens afwezigheid van den heer
L van Dcyssel moest het publiek
zijn rede missen maar het werd
schadeloos gesteld mag ik haast wel
■zeggen, zonder redenaarstalenten te
willen vergelijken, door een rede van
oud-Minister Mr. D. F o c li. Welk'
een rode Wat een mooï brok parle
mentaire 'soberheid en actie van stijl.
Er zat gang in we kregen het ge-
licele overzicht van ons beleid tegen
over Indie, van de uitbuituigspolitiek
der O.-l. C. over die voor den Staat
(cultuurstelsel), tot de tegenwoordige
zorg voor de ontwikkeling van Indiè.
Waarlijk, wij doorvoelden, welke
groote stam belangen wij daar
hebben in I ndië; hoe wij als voogd
bezig zijn onzen pupil te ontwikkelen;
welk een strijd dal kost tegen de tra
ditie in hoe de ambtenaren twintig
jaren lang zich verzet hebben b.v.
tegen het loeren van onze moedertaal
aan de hooger staandeu in Indië. Hoe
wordt daar gewerkt in dat groote
land met ons handjevol menschen, en
nu de stroom zich eenmaal baan ge
broken heeft, nu Nederland zorgen
wil voor Nederlandsche taalkennis in
Indië, nu ontwikkelt zich de drang
maar kennis nog meer. Er is iets
igrootsch ln Indië te verrichten, even
goed als ln de West. Eere nan den
man met hot mooie, klankvolle over
tuigde in zijn stem. die zelf de wet
van het L. O. in het jaar 1907 er door
kreeg, die dat Nederlandsch onder
wijs mogelijk maakte.
Hij werkt met Belgischen geest
drift en met Nederlandsche volhar
ding.
Hoe juichte de voorzitter dit staal
tje van Noord-Nederl. parlementaire
welsprekendheid toe, onbekend als
zulks hier te lande is.
Ds. VanBroekhuyzen uit
Pretoria sprak daarna een woord,
dat haast niet weer te zeggen vult,
alleen al omdat het uit het zoet vloei
ende Afri'kaansehe Nederlandsch zou
moeten worden omgezet in Neder
landsch, dat zoo hard daarbij klinkt.
Eerst kwam hij met een telegram
van President Steyn, die over den
Congo heen de hand reikte aan de
Vlamingen.
Hij schilderde en de man zei in
nederigheid nog wel dat hy geen re
denaar was dat Afrikaansche volk
met den Bijbel voor taal en geloof,
met het geweer, de ou Sa mi a als pro
za, en de kogels als poëzie, wuarach-
ter de man stond met de ziel van te
willen blijven bestaan. Hoe stond hij
daar vol geestdrift te spreken van
wa,t hem zoo innig beroeixle, de poë
zie die na den oorlog was ontstaan,
waarin een jong volk van zijn toe
komst zong. Ademloos volgde hem
het publiek, doodstil behoudens uit
barstingen van geestdrift als er na
men als Steyn, Krüger, Hertzog en
Beyers genoemd werden. Hoe genoot
ieder. En velen merkten op, dit tot
vertroosting voor de armen die bang
zijn dat de Afrikaander zich van die
„ou taal"' zouden gaan afkoeren,
hoe, ongemerkt, de speker overging
tot het gewone Nederlandsch. Of de
V o o r z i 11 er ook warm liep, nog
eens weer als vroeger voor dat volk
van poëzie in daden.
En nu, het is droevig het le moeten
vermelden, maqr aan Mej. E. Bael-
d e van Rotterdam bleek opgedragen
te spreken voor het A. N. V. om ver
slag over den toestand uit te bren
gén en zij verveelde het publiek met
cijfers en namen van voor velen zoo
bekende dingen, 't Was haar opge
dragen, maar de keuze van het Hoofd
bestuur had beter kunnen zijn. Het
publiek werd dan ook ongeduldig en
toen ton sloite de liederen, die het
volk zóu zingen, gedemonstreerd zou
den worden door de fonograaf, was
dit het grootst denkbare fiasco. Dat
ding piepte zoo akelig hoog, mis
vormde zoo grondig het A. N. V.-lied
en dat mooie De Gilde viert, dat het
was om te schreien. Waarlijk, het A.
N. V. heeft zich geblameerd door zoo
voor H licht to komen, al lag het dan
aan een reeks misvattingen.
Gelukkig werd kort daarop dan
ook de vergadering gesloten.
JOHAN DE FRIES.
Üaitenlandsch Overzicht
Ds spinning in den Balkin.
Er dreigt weer nieuwe onrust in Al
banië
Uit Ueskjoeb wordt althans ge
seind: Verschillen tusschen het pro
gram, dat de Albaneezen opgesteld
hadden, en dc cischen, door de re-
géëring ingewilligd, geven aanleiding
lot protest van Albaneesche zijde. De
Albaneezen toonen ontevredenheid,
en nieuwe onlusten zijn niet buiten
gesloten. De Albaneezen zijn teleur
gesteld in hun verwachting, dadelijk
het verlangde aantal geweren te krij
gen. De kort geleden in Ipek benoem
de hoofdambtenaar en alle andere
ambtenaren In Prisjlina werden ver-
jaagd.
Ook de officieren zijn weer onte
vreden. Het officierskorps in Ues
kjoeb eïscht het ontslag van de offi
cieren van de eerste divisie uit het
legercorps. Wordt deze eisch niet in
gewilligd, dan zullen alle officieren
hun ontslag nemen.
Een journalist in Sofia had'n lang
durig onderhoud met twee personen,
die de actie voor den vrijheidsoorlog
voor Macedonië aanvoeren. Zij ver
klaarden, dat er geen verbetering te
verwachten is van de verandering
van het Turksche régime, of van de
Turksclie goedkeuring van het voor
stel van graaf Berchtold tot het hou
den eener Europeesche conferentie.
Voor hen waren er slechts drie oplos
singen mogelijk:'Of de autonomie van
Macedonië onder Europeesche garan
tie, tengevolge van de interventie
der gruote mogendheden, of autono
mie tengevolge van een Bulgaarsclicn
vrijheidsoorlog, of, wanneer het offi-
ciêele Bulgarije zich blijft verzetten
tegen de nationale stroomingen, een
oorlog in Macedonië, op leven en
dood. De leiders waren overtuigd.dat
de regeering moest aftreden of tege
moet komen aan hun wenschen. Ook
lieten zij doorschemeren, dat het hun
aangenaam zou zijn, de autonomie te
ontvangen uit Europeesche handen.
De Montcnegrijnen worden nog oor
logszuchtiger dan ze reeds waren.
Nu hebben ze weer een aanval ge
daan op Mokra en Kovkich. 't Ge
vecht duurt nog voort, zoodat de af
loop nog onbekend is.
Ook in Servië stijgt de geestdrift
)or den oorlog.
Er hebben betoogingen plaats ge
had ten gunste van de oorlogsverkla
ring aan Turkije. Een groote volks
menigte trok te Belgrado door de
straten, hield stil voor het koninklijk
paleis, bet ministerie van buiten-
landsche zaken en de officierssocië
teit, en riep onophoudelijk: „Ver
klaart den barbaren den oorlogI" „Le
ve het leger I" „Wij willen den oor
log!"
In Oud-Servië heerscht volslagen
oproer.
Ook in Klein-Azië is onrust.
In de Libanon-stad Ain Sofar
kwam het tot bloedige ongeregeldhe
den. Honderden .Drusen, die uit hun
bergdorpen gekomen waren, vielen
de christelijke militairen aan. die on
dersteund werden door de christelijke
bevolking. Aan beide zijden vielen ve
le dooden en gewonden. Het grootste
hotel in Ain Sofar, bezocht door Eu
ropeanen en Egyptenaren, werd door
de Drusen beschoten. Alle vreemde
lingen zijn gevlucht.
Verzekerd wordt, dat aan het Rus
sische departement van buitenland-
sche zaken verontrustende berichten
uit verschillende hoofdsleden in den
Balkan zijn ontvangen.
Er zouden zeer ernstige gebeurte
nissen te wachten zijn.
Ds oorlogtusschen Italia en Turkije
Het Jong-Turksche dagblad Tanin
gaat voort met de regeering heftig
aan te vallen over haar vredesplan
nen. Iets goeds zou daarvan voor
Turkije niet te verwachten zijn,
meent het blad. Italië wil alleen toe
staan dat de Turksche troepen eerst
op een bepaalde plaats geconcen
treerd zullen worden, vóór zij Afrika
zullen verlaten. Dit is maar een list
van Italië, orn de publieke meeniug in
Turkije te bedriegen. Verder biedt
Italië slechts één millioen Turksche
ponden aan, als schadeloosstelling
voor het verlies van Tripolis.
De Jeune Turc schrijft, dat de on
derhandelingen geen enkel definitief
resultaat konden opleveren. De gede
legeerden wisselden eenvoudig van
opinie. Turkije zal nog steeds voor
het beginnen der officïeele onderhan
delingen, de intrekking van het an
nexatie-decreet van November el-
echen, althans wat Cyrenaica be
treft.
De Messagero publiceert een inter
view met een hooggeplaatst Oosten
rijker, die verklaard heeft, dat de vre
de tusschen Italië en Turkije binnen
enkele dagen gesloten zal zijn.
Uit Marokko.
De Vossische Zettung publiceert
een brief uit Tanger van een der
grootste Duitsche kooplieden aldaar.
Volgens dit schrijven lijdt de Duit
sche handel zeer aanzienlijk onder
den volkomen onzekeren toestand te
Marakesj. De briefschrijver verlangt,
dat het Duitsche ministerie van bui-
tenlandsclie zaken stappen te Parijs
zal doen om vergoeding te krijgen
voor de schade, die de Duitsche han
del lijdt. Hij zegt verder, dat de hui
dige toestand geheel en al als een ge
volg moet worden beschouwd van de
laksheid der Fransche regeering. dlc
Onze Lachhoek
ZEER INDIRECTE BELEEDIG1.NG.
Luitenant: Wat voor idioot heeft je
gezegd, die hoop vuil daar vlak voor
den ingang te laten liggen?
Manita „De kolonel, luint!"
Luint. „Goed. Laat het dan hier
liggen. Maar je krijgt vier dagen ka
merarrest, omdat Jo den kolonel een
idioot noemt.
STERK.
Op een derde rangs verkooping
tracht een makelaar een onechte Ve
lasquez van de hand te doen.
Dit is een exquise „Slag van
Waterloo" van Velasquez.
Stem uit het publiek: Wat, maar
Velasquez is toch gestorven voor..
Makelaar:- Zeker, zeker. Maar het
is dan ook een van de nagelaten wer-
ken van Velasquez.
niets gedaan heeft om het groote ge-
ïar en den opstand te voorkomen. De
brijver hoopt, dat de Duitsche re
geering den Duitschen handelsstand
niet aan zijn lot zal overlaten eri geen
concessies zal doen ten nadeele van
den Duitschen handel in Marokko.
Allirltl.
RUSLAND, ENGELAND EN FRANK.
KIJK.
De Patrie verneemt uit vertrouw
bare bron uit Petersburg, dat er plan
nen bestaan voor een reis van den
Russischen Tsaar naar Engeland en
Frankrijk in het voorjaar van 1913.
De GrootvorsHroonopvolger zou zijn
ader vergezellen.
DE AANKLACHT TEGEN ROO
SEVELT.
Het onderzoek in zake de beweerde
geldelijke transacties van dc Oil
Trust, met den penningmeester van
Roosevelt's partij, zal tegen het laatst
van de volgende maand beginnen, en
zal zoo wordt gemeld als het to
goeder trouw en zonder vrees of be
gunstiging gevoerd wordt, waar
schijnlijk meer dan een reputatie da
nig knauwen en verscheidene verba
zingwekkende onthullingen brengen.
Hei kan een beslissenden factor
vormen in dc verkiezingen van tien
aanstaanden president, want het
groote publiek in Amerika is geneigd
im af te keuren, wat bet tot dus
verre als wettig had beschouwd
dwz. het daadwerkelijk financieel
ingrijpen van de groote trusts in de
politiek.
DE PANAMAKANAALWET.
In de door den Britschen zaakge
lastigde bij de Vereenigde Staten In
gediende riota wordt verklaard, dat
Üroot-Brittannië. bijaldien geen over
eenstemming zal worden verkregen
omtrent de kanaalwet, een beroep zal
doen op het Haagsche Hof van Arbi
trage.
DE VER. STATEN EN NICARAGUA.
President Taft heeft een bevel uit
gevaardigd, dat het tiende regiment
infanterie te Panama, onmiddellijk
moet vertrekken naar Nicaragua.
Binnenland
DE KONINKLIJKE FAMILIE
wordt Maandag 16 September in de
Residentie verwacht.
DE KONINGIN NAAR SOEStDIJK.
II. M. de Koningin zal van 10 Sep
tember af, voor een drietal weken op
Soestdijk de gast van H. M. de Ko
ningin-Moeder zijn. Van daaruit be
geeft H. M. zich naar de residentie om
de Kamers der Staten-Generaal U
openen.
INDISCHE BEGROOTING.
De ontwerp-Indische Begrooting
voor 1913 heeft den Raad van State
verlaten.
DE KONINGIN EN DE HEIDE
BLOEM.
Op het Loo zijn de laatste dagen
alle handen druk aan het werk om
hcidebouquetjevs voor Aruba, Bonaire
en Curaguo te vervaardigen, die op
Koninginnedag tegelijk met die der
padvinders en ineisjesgezellen door
liet geheele land verkocht zullen wor
den.
De Koningin bindt zelf aanhoudend
mede, terwijl al het werk onder het
persoonlijk toezicht van H. M. plaats
heeft. In «ie vestibule van het Paleis
zijn twee lange tafels opgeslagen.
Feu i II e t o n
Het geheim van
de Tower Hill.
Uit liet Engelsch, door
A. WILSON BARRETT.
29)
llij vond het stukje vlug en las het
niet groove oogen Het luidde als volgt:
,Er is een nieuwe outdekking ge
daan met betrekking tot den moord
op een medicus, Dr. Farge. Hoewel de
politie de zaak zooveel mogelijk ge
heim houdt is een onzer medewerkers
er na groote moeite in geslaagd het
volgende te weten te komen Het
schijnt, dat een heer dozen morgen
aan do gevangenis kwam, waar nu
John Hart is opgesloten. Deze heer,
welke een welbekend advocaat uit de
City js, schijnt in de omgeving van
do Minories gewandeld te hebben in
den nacht, waarin de moord plaats
greep. Eoniga zeer belangrijke zaken
hadden Jiem genoodzaakt een onder
houd met een zijner cliënten te hebben
in die buurt en hij kwam van dit on
derhoud terug op liet uur, dat de
moord moet begaan zijn. Daar hij den
.weg in het donker niet goed kendo.
vergiste hij zich in den weg naar het
ondergrond sch station Aldgatc, en
probeerende den weg terug te vinden,
bevond hij zich in de straat, waarin
Middle Lane, de plek waar de moord
plaats greep, uitloopt Daar was zijn
aandacht getrokken door twee man
nen, die hem, heftig twistende, pas
seerden. Daar de buurt des nachts niet
veilig was en de bedoelde heer niet
jong meer is, besloot hij niet de aan
dacht van de menschen te trekken,
maar trok zich terug in een open por
tiek. Van zijn schuilplaats uit, was hij
echter in staat, één der beide i
grondig on te nemen, en hij i
staat te zeggen, dat diens signalement
volkomen overeenkwam met dat van
den beschuldigde. De ar-dere man was,
naar hij dacht, doch niet kun verzeke
ren, de vermoorde, met wien hij per
soonlijk bekend was. Slechts gisteren,
iu de gevangenis, was luj in staat te
verzekeren, dat de gevangene en de
man, dien hij met zijn metgezel had
zien twisten, éen en hetzelfde individu
moesten geweest zijn."
Justus stond een oogenblik met de
courant, verkreukeld in zijn hand, In
de portiek.
Dus daarom ging hij naar de ge
vangenis terug riep hij ten slotte uit.
Hij slaagt er niet in, een onderhoud
met mr. Fairfax te verkrijgen, en be
gint dan op deze manier. Hij moet er
wel xeker van zijn, dat mr. Fairfax
zal blijven zwijgen. Hij weet, dat Fair
fax wel een einde aan zijn leven zou
willen maken en nu helpt hij hem een
beetje. Jammer, dat hij niet eerder
wist, dat Fairfax een zekeren brief
van Dr Farge ontvangen heeft. En
toch, dacht Justus, verschrikt, als hij
dat geweten had, had hij het in's-
schien nop gedaan. En. dc truc is wer
kelijk gevaarlijk en slim tegelijk. Het
wordt nu toch bedenkelijk als de
kleine rat dit. vertelsel blijf! volhouden
en Carl Fairfax niet bewijzen kan,
dat hij het niet deed, maar de kleine
advocaat, wel... Ik wilde, dat het
j morgen was. Ik geloof werkelijk niet,
dat de zaken er zoo goed voorstaan
als twee uur geleden. Die kleine mr
Rike wordt tamelijk gevaarlijk.
Den volgenden dag was Justus we
der zoo vroeg mogelijk bij Fairfax. De
nachtrust had Justus weinig goed ge
daan en hij zag er bleek en afgetobd
uit. Hoe meer hij 's nachts over de din
gen had nagedacht, hoe ernstiger zij
hem leken.
Maar waar hij moedeloos was, vond
hij den jongen man in een geheel an
dere stemiSng. De Carl Fairfax, die
hem yroolijk met uitgestoken hand
tegemoet kwam, was een geheel an
der man als het wanhopig wezen, zoo-
als hij hem bij vorige gelegenheden
ontmoet had.
U ziet er somber uit, mr. Wise,
riep hij uit, eeu stoel nanr Justus toe
schuivend. Oh, wat een verschil tus
schen gisteren en vandaag. Het is on
mogelijk te beschrijven Ik kan het
mij haast niet voorstellen. Maar zeg
eens, hebt u het aan haar verteld
Hoe hoorde ze het aan Wat zei ze v
Ze was verrukt, aMwroorddc Jus
tus, een beetje aangestoken door de
vroolijkheid van den jóngen man. Ze
zei, ja, eigenlijk wat u zooeven zei (ie.
Jk heb u en haar een boel te dan
ken, zei Fairfax, koortsig. Als ik er
inaor eenmaal uit ben, zal ik het u ver
gelden, mr. Wise, en ik zal haar
trachten gelukkig te maken. Ze ver
dient het. Maar nu, om op de zaak te
rug te komen, moet ik hier zoo vlug
mogelijk vandaan. Ik word hier te ze
nuwachtig. Ik moet vrij zijn.
Ja, ja, zei Justus snel, natuurlijk
moet u vrij zijn.
Fairfax keek hem verbaasd aan.
Maar u schijnt zelf vandaag niet
erg enthousiast, zei hij. Het is toch
gemakkelijk genoeg
Justus keek den jongen man aan en
keek toen een andere richting uit.
Neen, zei hij, ten slotte, geen be
paalde moeilijkheden, natuurlijk.
Maar, ziet u, er moeten eenige forma
liteiten worden vervuld. Uw eh *-
identiteit moet worden vastgesteld.
Fairfax lachte.
Nu, dat is gemakkelijk genoeg,
zei hij.
Justus knikte.
En u hebt eenige rare dingen ge
daan, zei hij, die uitgelegd moeten
worden.
Maar ik vermoordde hem toch
niet riep de jonge man uit.
Dat zouden z* rnaar niet dadelijk
gelooven, zei Justus, zonder verdere
bewijzen. Maar er zijn een paar din
gen, die nog uitgelegd moeten worden.
Daar is bijvoorbi eld die zaak met het
mes, en het feit, dat u, knielende bij
het lijk werd gevonden. Ik weet, dat
dat niet veel beteekent, vervolgde hij.
maar het moet uitgelegd worden.
Zoudt u niet dc-nken. dat het 't beste
is. dat u mij alles van dien avond ver
telt
Natuurlijk, zei Fairfax, snel Dal
is al zeer gemakkelijk. Bat zal ik da
delijk doen. Toen ik wist toen ik
daciit ten minste dat ik dien armen
ouden man had vermoord, en dat ik
een moordenaar was, onwaardig een
medemenseh do hand te drukken,
voelde ik, dat mijn leven ondragelijk
voor mij geworden was. Ik zou haar
nooit meer duiven aanspreken. Rike,
die mij, naar ik dacht, bevrijd had
van de gevolgen van den moord, was
woest, mij in zoo'n gemoedstoestand
'te vinden. Wedderburn had hem exe
cuteur gemaakt van zijn nalatenschap,
die zeer groot was. En ik was, en ben
nu. een rijk man. Het doel van Rike
was, natuurlijk dat zag ik toen al
in mij te bei adeelen voor minstens
de helft van dat fortuin. En als ik hel
geld van dien armen drommel had
aangenomen, zooals ik tegen wil en
dank de hulp van Rike had aangeno
men,' hoe kan ik dan ontsnappen
Maar ik nam het met aan. Ik voelde,
dat ik niet het recht had, er een cent
van aan te nemen. Rike was woedend
op mij, den eersten das- zijn woede
verbergende, soms het latende voor
komen. als was hij het met mijn in
zichten eens.
Ik kon het niet verdragen. Hoewel ik
het plan van zelfmoord had opgege
ven, h3d ik eeri afkeer van mijn leven
gekregen. En ik vatte het plan op. te
vluchten. Ik wierp alles van mij af en
werd „John Hart", een werkman, dok
werker. een arme tobber, een wezen
waar niemand wat om gaf en dat on
gehinderd kou leven.
In sommige oj>zichten deed het 1»
ven mij goed. Het was beter dan dat,
wat ik vroeger geleefd had. Ik maakte
zelfs kennissen, die mij interesseer
den, en zag een geheel nieuwe wereld
vóór mij. Maar er was één slecht ding
bij, mr. Wise, ik kon niet slapen. Hoe
hard ik overdag ook werkte, ik kon
geen rust vinden. Altijd en altijd weet
zag ik het beeld van den ouden man
vóór mij opdoemen en bijna lederen
nacht liep ik uren door de straten,
doch sliep nieL
(Wordt vervolgd).