xxfgrjs <*--*
VÈ,
m
Herinner Je, dal je mij Jo woord
van eer gegeven hebt, hernam Dirk
ernstig. Ik zou het mijne gehouden
hebben.
Harry verborg het gelaat iu de
handen en bleef in die houding staan
tot een geluid uan do deur hem met
een uitroep deed opspringen.
Het was het geknars van het slot,
het rammelen van kettingen. De
deur ging open en een man, die Pe
dro genoemd werd stond voor hen.
Wel, bromde hij, wie gaat er?
Ik hoop dat je ho( eens geworden zijt.
Ik wacht niet. Vertrekken of blij
ven. Mijn bevolen zijn stellig.
Dirk, die al dien tijd geen spier
vertrokken had, stak zijn hand uit
en vóór Ilarry een woord kon zeg
gen sprak hij tot dezen:
Nu kerel, kop-op en denk aan
Je belofte. Leef gelukkig... Vaarwel,
llij leidde hem bijna tot de deur,
schudde hem nog eens stevig de hond
en duwde hem dan schier naar bui
ten, I-Iij voelde, dat zijn handdruk
beantwoord werd, hoorde een geluid
als van een snik, toen werd de deur
weer gesloten. Hij hoorde de kettin
gen weder vastmakon, bet slot we
der knarsen dan den eontonigen
stap van den schildwacht en alles
was weder stil.
Goddank! mompelde de ter dood
gewijde.
Den volgenden morgen, nadat vier
kogels tegelijk Dirk's hart doorboord
hadden, keerde de schildwacht naar
Dirk's cel terug om te zien of er nog
iets was achtergebleven, maar hij
vond slechts een paar stukjes dub
belgevouwen papier, op elk waarvan
hij de letter „L" ontvvaardde. Een
raadsel waarmee hij zich niet lang
het hoofd brak.
(Centr.)
Het geheim van de
Menagerie.
Wie 't spreekwoord „Honger be
zeert" als 't niet bestaat, maak ik
't zelf uit eigen ervaring kent, zal
er zich niet over verwonderen, dat ik
mij op zekeren dag neerzette, en aan
d?u neer Schwindelini, directeur van
de beroemde menagerie, den volgen
den brief schreef:
Zeer geachte heer Directeur.
Tengevolge van uw advertentie,
waarin U ccn langdurige tournée
aankondigt. kom ik er toe u de vraag
voor te leggen of 't misschien moge
lijk zou zijn, dat ik weder als tijger
aan uw inrichting vorbonden werd.
liet beklagenswaardige misverstand,
dat vóór ccnige jaren onze scheiding
verorrzaakte, en mij een overigens
aangename betrekking deed verlaten,
zju uieL weder voor behoeven te ko
men. li vondi mij destijds wegens
nn.n brullen niet geschikt voor tij
ger; welnu: ik heb ine den vibreeren-
den ondertoon, waaraan u, ik moet
't bekennen, terecht aanstoot nam, af
gewend, en mij in tijgergebrul zóó
zeer vervolmaakt, dat ik 't tegen el-
ken concurrent opnemen kan. Mijn
huis is nog als nieuw; slechts aan de
buikzijde is ccn kleine naad, welke ik
echter met m'n staart aan de oogen
van het nieuwsgierige publiek kan
onLrekken.
Ook zou ik door mijn brullen er
wel voor zorgen, dat niemand me te
dichtbij kwam opnemen.
Uw gewaardeerd antwoord met
spa,,i ing te gemoot ziende, teeken
ik mij
Hoogachtend,
Uw dienstwillige dienaar,
KONING.
Het duurde niet lang, of daar kreeg
ik antwoord van den heer directeur.
Hi,' schreef mij:
Waarde lieer.
Uit uw schrijven zie ik met genoe
gen, dat u genegen bent weder tot
ons te koineu. Ik ga gaarne op de
vroegere voorwaarden in, en enga
geer u bij wijze van proef, eerst voor
vier weken. Hebt u reeds het nieuwe
pate.nl kwispclapparaat? Zoo niet,
dan zou ik gaarne zien, dat u zich dat
aai rchaftc.
Kei contract sluit ik, ongeteekend,
bier in. Dat krijg ik wel, geteekend,
van u terug.
Neg één vraag: Hebt u onder uw
bekenden misschien iemand, dien u
iftij als kameel kunt aanbevelen?
Met vriendelijke groeten,
Uw dienstvaardige,
SCHWINDELINI.
Ik was, na kennisneming van den
bii'-f, den koning- te rijk. Snel onder-
teekerde ik 't contract. De inhoud
was mij van vroeger jaren bekend.
Vooi alle zekerheid las ik 't echter
nog eens even door.
Contract.
1. Directeur Schwindelini engageert
den heer Koning, voor de eerste vier
wenen op prcef, daarna voor onbe-
paalden tijd. voor zijn menagerie.
2. De heer Koning onderwerpt zich
aan het nevengaand Reglement van
Oid.e \cor Roofdieren.
15. Hel salaris van den heer Koning
bedraagt, behalve vrijen kost en vrij
logies, 3ü gulden in de maand.
Ojjzegging, van het contract be
hoort door beide partijen een maand
vooruit tc geschieden.
Reglement van Orde voor
Roofdieren.
De dagelijksche werkdag van de
roofdieren bedraagt 14 uur, en is aan
de volgende indeeling onderworpen:
Cm 6 uur 's morgens opstaan, uit
kloppen en borstelen van de huid, ve
gen var. de kooi, (persoonlijk was-
schen is den contractanten toegestaan
echter niet verplicht); daarna ontbijt
(koffie of thee met wittebrood en bo
ter).
Ora uur wordt de menagerie voor
het publiek geopend. Vijf minuten
vóór achten heeft ieder in z'n kooi te
zijn, en tot half negen te brullen.
Om 4 uur heeft de voedering plaats.
Het vccder bestaat voor ieder uit vier
pond soepvleosch, dat, om er 't ka
rakter van rood vleesch aan te ge
ven, met een lichte, onschadelijke
verflaag bedekt ia. Tien minuten vóór
de voeding moet weder crescendo ge
bruld worden.
Na de voeding wordt een 1 k 11/2-
urige slaap toegestaan.
Om 8 uur sluiting van de menage
rie. De tijd van 8 tot 10 uur staat den
hoeren roofdieren ter vrije beschik
king Ook is hun in dezen tijd een
bezoek aan de conversatickamer in do
linkervleugel van de roofdierenkooi
toegestaan. Voor z'n avondmaal heeft
elk roofdier zelf te zorgen. Het cafó
plaatste zich aan de boomen, Flo aan
den achterkant van den wagen en
met bovenmanschelijke krachtsin
spanning, na op zingenden toon een
„eén, twee, drie!" te hebben doen
hooren. slaagden zij er in het zware
voertuig op te tillen en het twintig
meters te verplaatsen.
Peters stond stom van verbazing.
Het is prachtig, riep hij uit.
Maar zijl gij ook even vlug als sterk?
Hij eindigde nauwelijks, of plot-
bieat hiertoe rijkelijk gelegenheid. j seling, gelijk twee elastieken ballen
Om 10 uur heeft ieder zich, voor vlogen beiden met een dubbelen ge-
den slaap, in zijn kooi te begeven. vaarlijken sprong over 't hoofd van
Eiken nacht kan bet roofdier, naar den sallimbanque, rollend over el-
aanw ijzing van den directeur, tot kander in duizelingwekkende vaart,
brullen opgeroepen worden. Peters sloeg van verbazing de han-
Het is verplichtend voor ieder, zoo den ineen,
lang er publiek in de menagerie is, j Bravo! vrienden. Van dezen dag
zich zoo natuurlijk mogelijk to ho- af maakt gij deel uit van mijn troep,
wegen. Bij het beklimmen van de rot-Gij zult goed eten, en een goede be-
sen zijn de uit gips samengestelde, handeling hebben en de rest, d wz.
rood aangegeven stcenen en -rotsblok- een goed deel van de winst. Bevalt u
kon te vermijden, evenzeer als bij het dit?
rukken aan de tralies van de kooi l Afgesproken, patroon, antwoord-
gelet dient te worden op de rood aan-den beiden in koor, zonder de minste
gestreken, makkelijk te verbreken omotie te doen blijken,
houten tralies. Werkelijk was liet onmogelijk een
Do aan wijzigingen van don menage- paar mannen te vinden, gespierder en
rie-wachter zullen in 't algemeen behendiger dan Fla en Flo: noch in
steeds dienen te worden opgevolgdkot balanceercn op het gestrekte
eventueele weerspannigheid zal aan koord, noch in de „haute voltige",
den takt van ieder worden overgela- "och in het loopen op groote metalen
ten. Bij 't ontvangen van een slag ballen vonden zij hun gelijken, hoe
met den ijzeren stang zal geen au! moeilijk, hoe gewaagd cn hoe gevaar
mogen worden geschreeuwd; overtre- lijk do toer ook was. Zij wisten de
dingen van dit verbod zal met onmid- geestdrift van de menigte ten topte
deliijk ontslag van liet roofdier wor- doen stijgen en de barak van Peters
den gestraft. Het veroorzaken van ontvangsten te laten maken, die zij
sensationeele gebeurtenissen, als liet nooit gekend had.
uitbreken uit de kooien, het verscheu
ren van een wachter, is den roofdie- Tot den troep behoorde nog een al-
ren slechts na voorafgaand verlof van 'erliefst meisje, Flora geheeten, een
den directeur toegestaan. 1 schoone brunette van 16 lentes nau-
Rooker. en kranten lezen in de vvelijks, die het licht zag onder de
kooien is ten strengste verboden. rijke zon van Spanje. Met haar groo-
De uitzonderingstoestand, waarin te, zwarte kijkers, haar schalks en
de heerer. roofdieren verkeeren, geeft overmoedig uiterlijk, haar fijne tail-
hur. geen rechten ten opzichte van le. haar nymphen-voorkomen, boeide
de echte dieren. Elk sarren van deze Flora aller blikken, was zij het troe-
laatste zal als inbreuk op de colle- telkind van het publiek. In haar ocfe-
gialitcii worden aangemerkt, on met ning geleek zij een sylpbide, zoo recht
60 cents boete per overtreding wor- als zij zat op haar wit paard, sprin-
deu gestraft. gend door wijde hoepels, over guir-
DE DIRECTIE. I landes van bloemen. Van de cene tra-
póze slingerde zij als een pijl naar de
Met dit Reglement van Orde kon andere en verder naar het gestrekte
ik akkoord gaan en ik schreef den dl- koord, op hetwelk zij de meest ge-
recleur in dien geest: I waagde toeren verrichtte.
Hooggeachte lieer Directeur. Flora was de erfgename van Pe-
Hartelijk dank voor uw aanstelling, ters, zij was zijn dochter, maar vvei-
llct geteekend contract sluit ik r.ig geleek zij op haar vader en moe-
h;erb;i in. Het patent kwispelappa-der. De beide jongelieden omringden
raat kende ik nog niet. maar ik zal 't' haar ais om strijd met blijken van
mi' zoo spoedig mogelijk aanschaf- achting en delicate attenties. Dat
fen. was al. Ging zij met Flo, dan ver-
Wat den gevvenschten kameel aan- bleekte Fla, en schertste zij met de-
gaat, ik heb twee kennissen, die zich zen, dan zag men de oogen van deo
oaar bijzonder goed voor leenen. ander op weinig goeds voorspellende
Misschien mag ik hen eens aan u ko- wijze in hun kassen rollen, hij stikte
mer. voorstellen. Dan kunt u uit hen van woede en jaloezie,
kiezen. Wat Peters betreft, zijn zaken gin-
Een goede vriend van mij zou gaar- gen met den dag beter, en hij wreef
»e eventueel voor zeehond in aanmer- zich de handen van pleizier. Hij had
Ming komen, indien u hem als zooda- zijn oude tent verkocht en haar ver
ing kunt gebruiken. vangen door een prachtig ruim cir-
Uw hartelijk toegenegen cus. In zijn stallen telde hij meer dan
KONING. dertig schoone en goed gedresseer-
heid blinkende karossen en in zij
bergplaatsen het rijkste materieel.
De directeur telegrafeerde
hierop, dat hij met den zeehond ac-
de ,bfe
ei wachtte. Ik moest hem toen ech met den dag met stapels goud, pak-
ter_ tot mijn spijt mededeelen, dat, keu panic!,apier en andere geldswaar-
na«»r ik nader vernomen had, een der dj papieren. Wel dacht hij er aan,
kameelen juist een betrekking als d« Flo hcm zoudenJ kunnen
boekhouder aangeboden gekregen verlaten en hun dieiislen een concur_
had. IIij ):ad zc ook aangenomen, rent konden aanbieden. En dan? Drom
waardoor hij een mooie carrière mis m(ds| dat zou ejmj van zijn fortuin
en van zijn beroemdheid wezen.
Dit denkbeeld kwelde hem al meer
en meer.
liep.
Wat den zeehond betrof, kon ik den
heer Schwindelini meedeelen, dat
mijn vriend ook met weinig water ln
vervangen werd.
Den volgenden dag kreeg iik 't vol
gende antwoord:
Beste Koning,
- Ik moet er voor zorgen, dat dit
gebeurt, zeide
Maar liet middel?
Wel, waarom, dacht hij, zou ik
mijn dochter niet aan een hunner
ten huwelijk geven? De ander zal.zijn
o compagnon niet verlaten; het zijn
De verhindering van den kameel Siameesehe tweelingen. Zij zijn onat-
scheidelijk aan elkaar verbonden,
komt zeer ongelegen, ik had gaarne Kom| J zaak ,s [n orde Maar
een reservekameel gehad. Kijk nog Kiezen?
eens uit. Misschien vind je er nog I Fla is krachtiger, flinker ge-
een onder uw kennissen. bouwd; zonder twijfel zal hij mijn
Erger nog is, dat ik met een wil-dochter behagen,
den ezel had gecontracteerd, en dat FI°
- 1 veus, misschien geeft zij de voorkeur
hij het contract zonder inachtneming aan dc kej,CIUiigheid, de lenigheid
van den opzeggingstermijn, heeft op- Van den acrobaat, boven de brutale
gezegd. Hebt gij misschien een kracht van den Hercules,
plaatsvervanger? I Na dezen monoloog ging Peters
Wat t bassin van uw vriend, «I» vr0™ 'f raadplegen,
een onnoozel mensch, dat nooit ver-
zeehond, aangaat, zoo vrees ik, dat der had gczicn dail haar neus jang
ik het onder die omstandigheden te was Zij antwoordde, dat noch Flo
dikwijls zou moeten vullen. |noch Fla aan hun dochter dachten.
Doch daarover praten wij nog wel Hij consulteerde daarna Flora, die
met den schaterenden lach eener ..ga-
waren na cenigo overweging door
beide voornaamste belanghebbenden
aangenomen.
Het was dus zeer natuurlijk, dat
beiden hun definitief antwoord op
schortten tot na de opstijging.
Niet dut zij ongerust waren of
twijfelden aan het welslagen hunner
onderneming. Verre van daar. Opge
sloten in een der nevengebouwen
an het circus, brachten zij gansche
uren door, hangende nan oen trapéze,
op twintig metera van den grond en
oefenden zij zich mot een kalmte en
een verrassende zekerheid in de evo-
lutiën, die op het programma voor
kwamen. Als lieden van liet vak dach
ton zij misschien aan den roem, dien
zij hoog in de lucht zouden behalen,
aan de klinkende resultaten, die in
algemeene kas zouden vloeien,
meer dan aan het gevaar, dat hen
■achtte.
Geen enkele maal, na de'mededee-
ling van Peters, zag men zc, als vroe
ger in de nabijheid van Flora. En
toch legde het beminnenswaardige
meisje er zich op toe, met de gratie
van oen kind. dat zich bemind weet,
le naioviteit van een leeftijd, die
geen vermoeden heeft van do kwel-
"ngen cn de pijnen der jaloezie, door
haar schalksche streken de beide
minnenden in vuur en vlam te zetten.
Maar zij slaagde er niet in hun
somber zwijgen tc doen ophouden. Zij
bleven in schijn koud als blokken
maar onder deze koude op hun
bleek gelaat, aan hun vagen blik, had
een doordringend en geoefend oog
spoedig kunnen bespeuren, dat deze
schijnbare kalmte een hevigen storm
verborg.
De dag der opstijging kwam. Op
liet plein, omringd door een onafzien
bare schare toeschouwers, verhief zich
trotsch de ballon, reeds gevuld, reus
achtig, tegengehouden door flinke
touwen, zacht wiegelend, gelijk het
broze vaartuig op de wateren.
Eensklaps kwam een opening in de
menigte. Op een Romeinschen wagen,
bespannen met vier paarden, en be
stuurd door Flora in persoon, nade
ren de beide gymnasten, gekleed In
een tricot van zwarte zijde, met zil
veren sterren.
De menigte, die niets begreep van
dit vreemd coetuum, begroette dezen
triomphalen intocht met oorverdoo-
vende toejuichingen.
Beide helden, gekomen op de
plaats waar zij hun gevaarlijk werk
zuilen beginnen, bedanken het pu
bliek met een gracieuse beweging der
hand, werpen zich dan aan de voeten
van Flora en kussen haar de hand
ten teeken van dankbaarheid.
Het uur is gekomen. De luchtreizi
ger stapt het luchtschip in, gevolgd
door de beide stoutmoedige gymnas-
te i, en bij den eersten klokslag roept
hij, met een kleine trilling der stem:
„Alles los!"
Een oogenblik een plechtige stilte.
Dan eensklaps als een ontzettende
ontploffing een hoerageroep en storm
acntige toejuichingen.
De balion, ontdaan van de touwen,
steeg majestueus in de hoogte, met
een langzaamheid, die berekend
scheen en zonder dc minste verande
ring van richting, zoo kalm was de
at nosfeer en zoo gering do lucht-
strooming.
Op eeiïige honderden meters van
den grond, stappen do gymnasten uit
liet schuitje, grijpen zich vast aan de
touwen en laten zich zakken tot aan
de trapéze.
Daar hoog in de hoogte, ziet men
hoe ze elkander een oogenblik aan-
Dan, eensklaps blinkt in hun ban
de j een lange ponjaard. Woedend
werpen zij zich op elkander. Fla stoot
het scherpe staal in do borst van Flo
maar deze, zich doodeliik gewond
voelend, snijdt de touwen der trapéze
dorr en beiden, terzelfdertijd uit de
hoogte naar omlaag geworpen, val
len te pletter, een vormlooze massa
gelijk, óp dc plaats, waar zij, eenigc
seconden te voren sleclits waren op-
geslegen.
De ballon verloor zich in de verte,
verder en verder, terwijl daar bene
den. de toeschouwers kreten van
sciirik en ontzetting slaakten, terwijl
F'ora plotseling het verstand verloor
en Peters als aan den grond genageld
stond
(Dclftscho Crt.)
Gaarne uw
SCHWINDELINI.
Hierop zocht ik onder mijn kennis
sen naar een passenden reserve-ka
meel en vond er ook gelukkig een.
Maar een wilden ezel op te sporen
kon mij niet gelukken. Onder mijn
konnissen waren slechts tamme.
(R. N.)
Een drama in de lucht
Niemand heeft ooit geweten, welke
de ware naam was van de twee hel
den dezer treurige geschiedenis,
noch van waar zij kwamen, noch hoe
zij elkaar hadden ontmoet op hun
zwerftochten door de wereld. De een
liet zich Fla, de andere Flo noemen.
Zij bevonden zich op een dag bij toe
val voor de deur der tent van zeke
ren Peters, een vreemdeling uit den
Elzas, die van feest tot feest trekt,
met zijn klein verplaatsbaar circus,
met oude zeilen en schreeuwende
kleuren, die monsterachtige olifan
ten, gevaarlijke slangen om reusach
tige boomen geslingerd, zwaardvech
ters met naakt bovenlijf en groote
met brandende lampen balanceeren-
de vrouwen moesten voorstellen.
Zij trden de tent van Peters bin
nen, en, na den eigenaar te hebben
begroet, zeiden zij zonder eenige in
leiding tot hem:
Wij willen gaarne door u geën
gageerd worden.
Dat is niet onmogelijk, ant
woordde de saltimbanque maar wat
kent ge?
Alles.
Wat alles! Dat moet ge bewij
zen I Zijt ge sterk? Kom. Hier dicht
bij bevindt zich een wagen met stee-
nen, die midden op den weg is ge
vallen. Ge moet hem overeind zetten.
Op deze woorden begaven de Jon
gelieden zich naar den wagen: Fla
mine" verklaarde dat beiden haar
hartstochtelijk beminden en hun
hoop op haar gevestigd hadden.
Na deze mededeeling besloot Pe
ters de zaak tot oplossing te bren
gen. Hij liet Flo en Fla roepen en
maakte hun zonder omwegen zijn ver
langen kenbaar, den een of den an
der aan zijn familie te verbinden, zoo
als hij ze reeds aan zijn troep ver
bonden had.
Wie van u beiden, zeide hij tot
slot, wil mijn dochter huwen.
De brave man, weinig op de hoog
te der gelaatskennis, bemerkte niet
de vrceselijke uitwerking zijner woor
den op het gelaat zijner beide asso
ciés.
Flo en Fla wisselden een vluchtigen
blik, scherp als een lemmet van staal.
Wij zullen u over eenige dagen
antwoord geven, bracht de
ste in het midden.
Dat is afgesproken, over eenige
dagen, herhaalde de tweede machi
naal met een somber accent.
Ja, ja! ik begrijp u, merkte Pe
ters op, ge wilt wachten tot na de
opstijging van den luchtballon.
Juist.
Ja, juistOver veertien dagen
spreken wij nader over de zaak.
En alle drie bezegelden deze over
eenkomst mot een glas echten Xeres.
In waarheid, was liet oogenblik, om
aan de beide kunstenmakers op het
koord en de trapéze huwelijksvoor
stellen te doen, weinig geschikt. Juist
twee dageu te voren, had Peters be
zoek ontvangen van een luchtreizi
ger, die hem had voorgesteld op het
groote, openbare pleiu een buitenge
wone opstijging te doen plaats heb
ben met een reusachtigen ballon,
voorzien van gyinnastiektoe3tellen,
waarop Fla en Flo, tusschen hemel
en aarde, duizelingwekkende toeren
moesten verrichten. Dit nooit ver
toonde schouwspel zou een grooten
toeloop van volk tengevolge hebben.
De voorstellen van den luchtreiziger
men om Üe strooptochten der India
nen le belemmeren, forten gebouwd,
die gewoonlijk naar de commandee-
rende officieren genaamd werden.
Zoo had men in 1696 hot fort Ver
chères, acht mijlen van Montreal en
drie mijlen van het naastliggende
fort verwijderd.
In de tweede helft der maand Oc
tober van dat jaar was de comman
dant, de heer Verchères, door den
gouverneur van Canada naar Queliec
ontboden. Zijne vrouw bevond zich te
Montreal. De veertienjarige dochter
va» het echtpaar was onder de hoe
de van een trouwen bediende, La Vio
lette, in het fort gebleven. Het meisje
heette Maria Magdalena, maar men
noemde haar gewoonlijk Magdelon.
Meestal was de bezetting van het fort
veertig man sterk. Maar men vrees
de thans geen kwaad, daar de Indi
anen in een paar schermutselingen
zware verbiezen geleden en een wa
penstilstand aangevraagd en verkre
gen hadden. Het garnizoen was naar
Quebec vertrokken; er bleven in het
fort slechts twee mannen. La Bonté
en Galbet. Den 22sten October was
Magdelon Verchères met eenige vrou
wen uitgegaan om het linnen te blec-
ken te leggen in de prairie, toen zij
de struiken zag bewegen. Scherp toe
ziende ontdekte zij de Indianen. Op
tietzelfde oogenblik weerklonken ge
weerschoten en eene stem riep: „Red
u, juffer! Het zijn de Irokoezen." De
arme Magdelon is een oogenblik ver
stijfd van schrik. De wilden naderen
met groote sprongen; het mes tus
schen de tanden, de geweren gereed
om te vuren. Zij vliegt naar het fort;
kogels fluiten haar om de ooren; zij
ziet drie vrouwen struikelen. Maar
zij bereikt bet fork Zij is gered. Zij
houdt de poortdeur open zoolang tot
de vrouwen binnen zijn, sluit en
grendelt die dan en ijlt naar het
wachtlokaal. Van de twee mannen,
die de bezetting uitmaken, heeft een
zich te bed gelegd, den dood afwach
tende, terwijl de ander een branden
de lont houdt; hij wil het fort in de
lucht doen vliegen. Magdelon ontrukt
hem de lont en zijn hoed, dien zij
opzet. Zij neemt een geweer en
spoort hare „troepen" aan om zich
tot het uiterste te verdedigen. Zij
duwt de soldaten naar de wallen en
laat lien telkens plaats nemen op een
ander punt om den vijand te mislei
den. Zij laadt zelve een kanon en
schiet het al. Zij zegt tot de kermen
de vrouwen, dat zij zich stilhouden
moeten omdat hare jammerklachten
de Indianen zouden doen gelooverv,
dat de toestand hopeloos is, wat zij
betwist. En als zij op een afstand, in
de prairie, een Franschman ziet,
Pierre Fontaine, die zich verlaat
heeft bij zijn werk en nu in groot ge
vaar, met zijne vrouw en kinderen,
liet fort tracht te bei-eiken, beveelt
zij een uitval: de wilden zijn nabij,
de ongelukkige vluchtelingen moeten
gered worden. Maar het stilzwijgen
van „het garnizoen" doet haar be
grijpen, dat niet naar haar zal wor
den geluisterd. Dan beveelt zij La
Violette de waoht te houden bij de
poort en zoo zij gedood wordt de
deur te sluiten. Zij vliegt Pierre Fon
taine en de zijnen tegemoet. De Iro-
Een dapper meisje.
Van een dapper meisje, „een heldin
van veertien jaren", verhaalt eene
bijdrage in een Fransch wetenschap
pelijk tijdschrift. Het verhaal klinkt
zoo zonderling, dat men het niet ge-
looven zou als niet, de schrijver, de
Germiny, alles met bewijsstukken
had gestaafd.
Zooals men weet was de Engelsche
kolonie Canada vroeger in bezit van
Frankrijk. Canada is in 1763 aan
Engeland verloren gegaan, maar de
bewoners zijn hunnen „Franschen
tijd" nog niet vergeten en de Fron-
sche republiek geeft zich alle moeite
om hen daaraan te herinneren.
De Franschen Ln Canada hadden
lang te strijden tegen den Indianen
stam der Irokeezen. Eigenlijk had
men te doen met een verbond van zes
stammen. De Fransche geschied
schrijvers vertellen booze dingen van
deze Indianen, die trotsch en krijgs
haftig waren, maar eindelijk onder
den invloed van het „vuurwater" der
blanken geheel verdierlijkten. De al
cohol heeft gehecle stammen omge
bracht.
Vele Irokeezen waren voor de eer
ste bezitters van het land geduchte
tegenstanders. De Europeanen die in
hunne handen vielen hadden een
vreeselijk lot te verduren. De Irokee
zen skalpeerden hen, verbrandden
hen, zaagden hen tusschen twee plan
ken in stukken! De dapperste solda
ten moesten eon oogenblik van schrik
overwinnen als zij in de verte, in de
prairie, half verscholen in 't gras,
een bende van die barbaren zagen,
wel gewapend cn in oorlogscostuum,
het gelaat met verf bestreken. Onder
Lodewijk XIV, toen de Frontenac,
naar wien eene stad werd genoemd,
die sedert van naam is veranderd,
gouverneur van Canada was, had
keozen zien met verbazing hoe een
Jong meisje die menscben, die zich
nauwelijks kunnen bewegen van
schrik, toespreekt en hen voorgaan
laat op den weg naar het fort. Zij
denken aan een krijgslist en verber
gen zich weer achter de boschjes. Zoo
brengt zij het gezin in het fort, sluit
zorgvuldig de poort en neemt dit
veertienjarige kind maatregelen
voor do verdediging. De ..soldaten"
moeten goede wacht houden en el
kander gedurig aanroepen
Intusschen gaat de zon orider. liet
hagelt en sneeuwt. De Irokeezen heb
ben blijkbaar het plan om een nach
telijken aanval te beproeven. Maar
zij hooren telkens het geroep der
mannen en meenen zooals later
sommigen hunner zeiden dat daar
binnen een talrijk garnizoen is en da
wacht houdt. Zij vallen niet aan. Na
den eersten nacht schept men moed.
De wilskracht en de opgewektheid
van Magdelon hebben wonderen be
werkt. Zij lost van uur tot uur het ka
non om de Indianen op een afstand,
to houden en in de hoop dat men op
de naburige versterkingen het vuren
hooren zal. Maar dagen verloopen
en er daagt geen hulp op. Eenige
vrouwen beginnen weer le jammeren.
In een fort te blijven, dat door een
kind verdedigd wordt is zoo goed als
zelfmoord. Men stelt voor het fort te
verlaten en te trachten de St. I.au-
rensrivier te bereiken en zoo moge
lijk een anderen post. Magdelon
hoort van dat plan en houdt krijgs
raad met lrare manschappen. Zij
wil liever sterven dan het fort aan
den vijand laten; de aftocht is vol
gevaren en men moet de witte lelie
vlag tot het uiterste verdedigen.
Men verdedigde zich een heele week.
In den nacht van 28 op 29 October
kwam eindelijk hulp opdagen. De
luitenant La Monerie verscheen met
veertig manschappen uit MontreaL
Hij vond het meisje, dal al dien tijd
bijna geen rust had genoten, slapen
de, het hoofd op een tafel, het geweer
in de armen.
Mijnheer, zegt zij tot den offi
cier, wees welkom. Ik leg de wapens
neer.
Mejuffrouw, antwoordt de ga
lante officier. Zij zijn in goede han
den.
In betere handen nog dan gij
denkt, antwoordt het meisje fier.
En toen „hare manschappen" wa
ren afgelast, ging zij voorgoed eenige
uren slapen.
De zaak maakte gerucht. Men
sprak daarvan aan het Hof te Ver
sailles. De gouverneur ont
ving bevel om Magdelon alles toe te
staan wat zij vragen zou. Hoewel ha
re ouders niet rijk waren vroeg zij
slechts een pensioen van vijftig kro
nen, het bedrag dat toentertijd de
officiersweduwen ontvingen. Maar
eenige jaren later, onder den nieu
wen gouverneur, graaf Vaudreuil,
trouwde zij een man, die haar waar
dig was: een der dapperste officieren
van den graaf: de La Pérade de Nau
dière. Magdelon werd eene gelukkige
vtouw en eene voortreffelijke huis
moeder. Zij stierf in 1752. Elf jaren
later was Canada Engelschf...
Prov. Gr. Ot.
DAMRUBRIEK.
HAARLEM5CHE DAMCLUB.
Alle correspondentie deze rubriek betreffende, gel'eve men te richten
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34. Telephoon 1543.
Probleem No. 391
yan M
Zwart
Zwart schijven op 7. 8, 10, 12, 14, 17, 18, 20, 21, 2
Wit schijven op 23 28, 32, 37, 39, 42, 43, 44, 4
Probleem No. 392
van denzelfden auteur.
i 30
>7 en 50
1
iU
n
V8
-
a
J
g§
16
i
1 'I
JÜ
üi
SS
ÉS
S6
J®
„v:
jü
a
86
-
i"
0
Wit
46
47
45
49
60
Zwart schhijvea op: 3, 8, 11, 12, 18, 19, 20. 21, 23, 26 en 96
Wit schijven op 30, 32. 33, 34. 37. 38. 40. 41, 42, 48. 49 en M