Hulton Dagblad DE WEEBSPANNIGE TWEEDE BLAD Vrijdag 8 november 1912 OM ONS HEEN No. 1613 Een gesprek met Ds. 8. van Broekhuizen. In zijn kleine studeerkamer van het huis in de Joh. J. H. Verhulst- Btraat te Amsterdam, zat Ds. lierman van Broekhuizen te vertellen. Al is hij toevallig in Nederland geboren, hij is wel van *t echte Zuid-Afrikaan- sche type. Vrij groot en stevig ge bouwd, mager gebleven in het zon neland, hoewel hij de 40 jaar bereikt heeft, dio ons in de polderstreken meestal met een buikje versierden.In zijn gezicht en de wakkere oogen dat volhardende en taaie waaraan de oude voortrekkers hun succes te dan ken hebben gehad. Nauwelijks begint liet lange, donkere haar aan de sla pen lo grijzen. En toch heeft deze Zuid-Afrikaansche predikant, zoon van een anderen Zuid-Afrikaanschen dorniné, de vreeselijkhedcn van den oorlog van nabij gezien en ondergaan en toen die uit was, kwam er voor hem nog geen eind aan, want Milner kon den feilen pro-Boer prediker tiet uitslaan, en liad zichzelf beloofd, dat die geen voet meer in Transvaal zetten zou, zoolang hij, Milner, er wat te zeggen had. Zoo heeft de jon ge predikant lang in Kaapstad ge woond en kwam eerst in Transvaal terug na drie en een half jaar van ballingschap. Maar ongetemd en on gebroken. Nu staat hij weer mee in de voorste rijen van hen, dio den Afri kaner de heerschappij willen geven ia eigen land; met Botha, den diplo maat, maar trouw als goud aan de goede zaak, met Steijn, wiens hand liclaas zwak, maar wiens hoofd nog helder en klaar is, met Hertzog, den wakkeren voorman van 't jonge ge slacht der Afrikaners. En hij kijkt met vroolijke hoop de toekomst in. „De Afrikaanschc zaak gaat goed," vertelde hij. „Overal in Zuid-Afrika wordt Hollandsch of beter gezegd Afri- kaansch gesproken. Dicht bij Kaap stad is een plaatsje, waar geen En- gelsch meer gesproken wordt en van een half uur buiten Kaapstad af tot Pretoria toe zijn al de plaatsen het eigendom van Hollandsclie boeren. Dat is de kracht. Oud-president Steijn raadt altijd: „houdt den grond en verkoopt hem niet". In den laatsten tijd is er een Engclsche maatschap pij aan "t werk om grond te koopen, maar de Engelschen verstaan 't boe renvak niet: die zijn liever in de ste den, waar ze hun whisky vinden in de bars en naar de theaters kunnen gaan. Waar wij op steunen moeten dat is de taal en de kerk. De kerk breidt zich uil: wij zijn met ons beiden pre dikant in Pretoria en hebben daar samen meer dan vierduizend leden. Dat weten do Engelschen ook wel: er wordt gezegd, dat Jameson vloekte telkens als hij weer den toren zag van een llollandsche kerk. En met de taal gaat het best. Maar we hebben nog geen taalkundige onderwijzers genoeg. De voormannen geven het voorbeeld. Botha sprak Hollandsch aan 't hof van den Engelschen ko ning en spreekt nooit anders in het Parlement. Zelfs Nederlandschc fami lies, die naar den Engelschen kant waren gedwaald, zenden hun dochters hierheen om Hollandsch te leeren. Voor de twee talen zijn gelij ke rechten verkregen, de constitutie geeft aan de Zuid-Afrikaan sche regee ring volkomen de vrije hand in bin- nenlandschc aangelegenheden. En de jeugd is den goeden weg ingesla gen. Op dit oogenblik studeeren er zestig Zuid-Afrikaners in Nederland, in rechten, medicijnen, theologie en Feuilleton (Naar het Franseh). Mejuffrouw Marin ging achteruit ê;i sloot het venster, welks scharnie ren zoo zorgvuldig- geolied waren, dat zij heelemaal geen gerucht ihaakten. De loteling trok zich zoo goed moge lijk tusschen het dichte gebladerte van zijn notenboom terug, en toen hij probeerde zich zoo zacht mogelijk op den grond te laten glijden, bleek hij daarvoor niet genoeg tijd meer te hebben. Dc deur van het huis ging juist open cn drie gendarmen, waaronder Labourot, verschenen op het gras veld .Alleen Labourot wa3 geheel ge kleed en met zijn dienstgeweer ge wapend. Do twee anderen op pantof fels en in hun overhemd, nog half in slaap, schenen niet heel gevaarlijk; maar een hunner droeg een branden de kaars in de hand en juist voor het licht aws de arme Leonard op dit oo genblik het mee6t bevreesd. Van de twee satellieten van La bourot gromde en bromde de een, de oudste, tusschen de tanden, ter- onderwijs. En In Zuid-Afrika' zelf is er groot enthousiasme onder do jon gelingschap. Daar wilden dc studenten het tot stand komen van de taalgclijkheid vieren en hadden daarvoor uitgeko zen den 31 sten Augustus, den ver jaardag van de Koningin. Nu moet u weten, dat zij op de sporen, die door den Staat geëxploiteerd worden, krij gen(hier kon Ds. van Broekhui zen de juiste Nederlandschc uitdruk king niet vinden)„halfbiljetten. Drie dagen van te voren kwam er be richt, dat ze die biljetten niet konden krijgen en ook geen speciale trein om hen naar Kaapstad te brengen. Zo wouen er in Kaapstad niet aan, begrijpt u? Toen is er in Stellenbosch een protestvergadering gehouden en vier Februari hopen de studenten nu in Pretoria een vergadering tc hou den met hun tweeduizenden."' Op een zijtafeltje stonden de por tretten van Paul Kruger en van Hertzog. „U heeft Kruger natuurlijk goed gekend." „O ja, banja goed, ik ben getrouwd met zijn kleindochter, een dochter van Eloff en ik was een paar maanden als predikant bij hem in Zuid Frank rijk geweest. En later hebben mijn vrouw en ik hem mee begraven. Ik mocht toen niet in 't land komen en wou niets aan de Engelschen vragen, maar mijn vrouw schreef om een p e r m i t en die kregen we, voor veer tien dagen. Na dien tijd moesten we „Hoe is op dit oogenblik de toe stand van het land?" „De Boeren hebben, zooals u weet, tien jaar geleden alles verloren. Ze zijn er nog niet heelemaal bovenop, en het wordt weer beter, maar het is een land van plagen, droogte, sprink hanen, veepest. Er zijn plekken in de Kaapkolonie, waar het sinds drie jaar niet geregend heeft en in Preto ria is er nu sinds April geen regen gevallen." „Is er voor een fllnken handwerks man toekomst in Zuid-Afrika?" „De meeste contractors (aannemers) zijn Engelschen en die nemen bij voorkeur Engelsche arbeiders, maai er is ook een Hollandsche firma, die Hollanders in dienst neemt. De loo- ncn zijn er hoog: 15 shilling k een pond (ƒ9.— a ƒ12.—) per dag cn voor vijftien shilling gaat iemand niet eens graag aan 't werk." Maar na deze uitweiding op prac- tisch terrein keerde Ds. Van Broek huizen tot de toekomst terug. „Binnenkort gaat de heele Engel sche bezetting weg, ik geloof, dat er nog 20.000 man ligt en dan wordt er een eigen verdedigingsrüacht ge vormd, met Beijers aan het hoofd. We hebben hem pas uitgeleide gedaan aan 't station te Amsterdam, met al de Afrikaners van hier, die konden komen. En toen de trein wegreed lie ten we onzen ouden sLnklkreet hoo- ren: Ilickemalaya hi, dat het daverde onder de kap." En de spreker glimlachte bij de herinnering aan dat tooneeltje, ver van 't vaderland. Misschien klonk er ook een verlangen in Z'ii stem naar die streken van zon en wiiden ge zichteinder, waarnaar iedere Zuid- Afrikaan toch weer hunkert. Grauw viel het matte daglicht in liet kleine kamertje van 't stadshuis, als tegen beeld. „Er was mij aangeraden ia Bloemendaal te gaan wonen, maar dat zou mij te moeilijk zijn: ik ben van plan fn de theologie tc promo- veeren en daarvoor is 't beter, dat ik hier woon." J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Da Balkan-krijg. T u r k ij o trekt 't verzoek om bemiddeling weer in. De Turk staat op z'n eer. Legercommandanten en particulie ren zijn heel boos op de regeerders, die de bemiddeling der mogendheden in roepen. Blijkbaar gevoelen ze er veel voor, den oorlog tot 't a 11 e r 1 a a i- ste door te zetten. wijl de ander met een spottend ge zicht gekheid maakte. Ik zeg het jelui nog eens, zei Labourot op llinken toon, dat ik ge fluister en een geluid van voetstap pen op liet gras gehoord heb. Er is bepaald iemand met een of ander slecht doel door de heg hierheen ge komenAls jelui mij wilt helpen om to zoeken, kunnen wij dadelijk deze zaak ophelderen, zoo niet, gaat dan naar jelui bed terug, dun zal ik alleen zoeken. Maar wie ter wereld zou zoo iets iti zijn hersens krijgen? bromde de oude, er is niets te zien, en morgen zal de brigadier ons de les lezen over onze domheid om zonder bevel daar toe gekregen te hebben op te staan. Och, vader Cabuchard, antwoord de de ander, onze kameraad droomde dat hij koude voeten had cn daardoor kreeg hij suizingen in zijn hoofd. En als het nu eens dieven wa ren? zei Labourot met ironie. Dieven! antwoordde de grappen maker, aan wien men bij dc brigade den bijnaam gaf van den „Doffer", dieven in het gebouw van de gendar merie te Fleury? Dat zou even merk waardig zijn aLs dat een muis zich ging verschuilen in het oor van een katDieven 1 maar dan zou er niets meer veilig zijn? Ja, zei plotseling vader Cabu chard, terwijl hij zijn ooren spitste, maar als men mij nu eens mijn 30 commartrteerende generaals heb ben den ministerraad bepraat tot 't voortzetten van den oorlog. Verwacht de Turk nu nog, dat do kansen zullen keeren, de bordjes ver hangen worden M ij en zeker zeer velen met ons achten dit onmogelijk, daarvoor zitten do Turken al te veel in do klem. De regeerders van 't Innd der Halve Maan doen nu heel diplomatiek, orn de verwijten hunner onderdanen te ontloopen. Zij hebben zooals men uit de telegrammen in ons vorig num mer weet een nieuwe circulaire tot de mogendheden gericht met d© mede- deeling, dat de Porie geenszins de be doeling had de interventie der mo gendheden te vragen, maar alleen wilde polsen in hoeverre de mogend heden een voorstel zouden doen om de vijandelijkheden te doen eindigen. Nu heet 't dat de circulaire, waarin Turkije bemiddeling vroeg, door den minister van buitenlandsche zaken was verzpnden zonder machtiging van den ministerraad. Dit lijkt wel iets ongerijmds De Turksche pers roept de bevolking op oni een corps van nationale verde diging op te richten, liet lot van Tur kije hangt af van de verdediging van Tsjataldja, zoo wordt in benauwd heid uitgeroepen. 't Heet, dal Turkije nu aan Roemenië hulp gevraag heeft, maar Roemenië heeft geweigerd. De diplomaten in Europa staan door de veranderde houding van Turkije verbluft. Nieuwe besprekingen zullen noodig zijn. Eén ding staat evenwel vast, dat van de bemiddelingspogingen tot he den heel weinig te wachten is. De mogendheden dachten, dat Tur kije om interventie vroeg en ant woordden ,,als ook de andere Balkan- staten om bemiddeling vragen, zullen we trachten in te grijpen." En nu doel zelfs Turkije niet eens zoo'n verzoek, trekt 't gedane verzoek; althans met een zuur gezicht in. Dan den oorlog maar uitvechten Of dit voor den Turk 't voordeelig- ste zal zijn, mag nog betwijfeld wor den. Do meeste aandacht trekt de hou ding van Oostei.rijk-Hongarijo. Verzekerd wordt, dat in goedinge-' lichte kringen te We enen geineend; wordt, dat Oostenrijk-IIongarije in den Balkan niet alleen economische, maar ook politieke belangen heeft. De nieu we politieke toestand in den Balkan, ontstaan door den Balkanbond, nood zaakt Oostcr rijk-Hongarijc zekere waarborgen te vragen, opdat zijn be langen op het Balkan-schiereiland op duurzame .wijze worden beschermd. Toch bestaat de overtuiging, dat de belangen der Balkanstaten met die van Oostenrijk volkomen zijn te ver eenigen, en dat een formule voor de overeenstemming gevonden kan wor den, die de beide partijen kan bevre digen. Een zeer ernstig bericht seinde do meestal Zeer goed ingelichte corres pondent van d© „Vossische Zeitung" in Weenen „Graaf Berchtold heeft den Oostenrijksch-Hongaarschcu ge zant in Belgrado naar Boedapest ge roepen, om hem instructies te geven omtrent de a. s. politiek van de mo narchie tegenover Servië. Oostenrijk-Hongarije zal de bezet- ting van gebieden, die geograpliisch tot Albanië behooren, onder geen en kele omstandigheid dulden. Pen ves tiging vuil Servië aan de Adriatisclie Zee zal, naar hier verklaard uordt, Ooslcnrijk-Ilonyarijc dwingen lol het opwerpen van een machtsvraag." De vijanden van T u r k ij e en de bemiddeling der m o g e n d h eden. De Balkanstaten willen van geen in terventie meer weten 1 Het Bulgaarsche blad „Mir" de spreektrompet der regeering van Ko ning Ferdinand zet nogmaals uit een dat Europa den toestand, die door den oorlog ontstond, slechts heeft goud tc keuren. Dan zullen de Balkanstaten Europa, in den Balkan tenminste, eer. duurzamen vrede ver zekeren. Maar die vrede moet worden gesloten zonder bemiddeling, alleen tusschen Turkije en de verbonden Bal kanstaten. Elke Europeesclie formule s voor d Bal kanstaten onaannemelijk. Dat is duidelijk! Eu bovendien schijnt Bulgarije zoo zeker van z.ijh zaak als slechts denk baar isl Geen andere oplossing kan worden toegelaten zoo schrijft het blad van den Bulgaarschen minister-president Gesjof dan die, welke door de wa pens is verkregen. De Europeesclie di plomatie, die met den status quo vóór den oorlog geeu raad wist, moet niet pogen den status, die door den oor log is ontstaan, tc willen vernietigen. Een duurzamen vrede kan Europa al leen doen ontstaan, zoo het de leus erkent„Dé Balkan voor de Balkanvolken!" blomcn was komen ontstelen! Men moet weten dat Cabuchard den inval gekregen had, om in een hoek je van dat grasveld een tuintje voor: eigen gebruik in te richten. Deze tuin, niet veel grooter dan de groot- ste zakdoek van een ouden liefhebber van snuif, bevatte vier geraniums en twee riddersporen, een rozenstruik, eer. plantje reseda en nog een paar bekende plantjes omringd door een rand viooltjes en dit alles beschut door een cirkel van taxislakken. Dit plekje grond was het dorado van den goeden Cabuchard. Zoodra de dienst hem een oogenblik vrij liet, lien hij naar het grasveld, harkte, wiedde, begoot en schoffelde met een onuit- sprekclijken ijver; nooit was de aar de zoo goed verzorgd geweest, en toen Cabuchard als belooning voor zijn in spanning aan de dochter van zijn bri gadier een microscopisch klein bou- quetje kon aanbieden, in zijn tuin gekweekt, gevoelde hij zich den ge lukkigsten bloemist ter wereld. Naar dat gereserveerde plekje grond begaf zich nu Cabuchard, zoo dra zijn vrees werd opgewekt, en om dat hij het licht droeg, waren zijn kameraden wel genoodzaakt heul te volgen. Ongelukkig had het tuintje van den veteraan juist in den weg van Leonard gelegen, toen hij de heg waa overgesprongen; de rand viool tjes was vertrapt, de rozenstruik in tweeën geknakt; een klimplant was Een anïïer blad, 'dat connecties heeft met don Kamerpresident Danef, schrijft ook dat hel lot bestemd hoeft dat het in elk opzicht vervallen en in ontbinding verkeerende Turksche Rijk van d© kaart van Europa moot ver dwijnen. Het Turksche leger is reeds verdwenen liet volkomen uiteenge slagen en gedemoraliseerde leger is achter d© Tsjataldja-finie gevlucht. Heel lang zal de strijd niet meer voortduren zoo seint de correspoi-: dent van de „Frankf. Ztg." te Sofia. De vrede is in zicht. De regccringsbla- den beginnen zich bezig t© hónden met de liquidatie van hetgeen reeds is ver kregen. De woorden „status quo", „autonomie", „hervormingen" zijn uit hot politieke woordenboek der Balkanstaten verdwenen, on moesten plaats maken voor de woorden „uit breiding van gebied", en vordeeling van Turkije". Dit is al heel duidelijk gesproken 1 Ook de Servische regeering heeft nog eens verklaard, alleen met Turkije l© willen onderhandelen. Van da oorlogsvelden. DE BULGAREN. De Turken hebben in de Tsjatalrlja- verdedjgingeu versterking gekregen. Drie divisies van meer dan 30,000 man zijn uit Smyrna aangekomen in liet hoofdkwartier van Habenkiij. Verze kerd wordt, dat de Turken nu van plan zijn, een offer-sieve houding aan te nemen. Maar onder het leger lieerscht blijk baar geen dapper© geest meer. Teekenend is b.v., dat 57 officieren op bevel van de commandanten zijn doodgeschoten, omdat ze laaghartig voor don vijand gevlucht waren. In do Tsjataldja-versterking staan nog minstens 150,000 Turksche solda ten. Als die willen, kunnen ze nog wel llinken tegenstand bieden, maar... Nog nergens in dezen oorlog hebben de Turken als soldaten aan de ver wachtingen beantwoord. Toch, 't geldt hier voor d© Turken de laatst© kans. Een kat in 't donker, doet soms vreemde sprongen! De corresjioiident van den „Berli ner Lokal Anzeïger" te Konstantino- pel iaat zich nog al hoopvol uit ©ver de stemming onder de Turksche troe pen. llij seinde „Bijna schijnt het, alsof Turkije zich op het laatste oogenblik herstel len wil, indachtig aan zijn roemrijke geschiedenis. Er waait hier nu een frissche wind. De legers zijn versla gen, maarniet door den vijand, maar zooals hier bevestigd werd, door den honger, en uit deze les heeft men lee ring getrokken. De Bulgaren staan in de buurt van Tsjataldja, doch hier moet dc beslissende slag nog geslagc-n worden. Men kan niet zeggen, van waar zij kome», maar van alle kanten verschijnen nieuwe Turksche regimen ten, die een uitneroenden indruk ma ken. Batterijen en machinegeweren worden naar Tsjataldja gebracht, en, wat nog belai-gi ijker is, erisweer brood. De mannen, die met een kalm en vroolijk gezicht in den oorlog trekken, hebben te eten. Was men den vorigën dag nog gedrukt, thans heeft men weer hoop, naar een minister mij mededeelde. Men laat de diplomaten werken, maar men zal zich verdedi gen, zoolang e nog één man is, die de wapens dragen kan." Volgens een gerucht heeft de Sultan Koiistantinopel reeds verlaten. Er heeft Woensdag weer een geducht gevecht plaats gehad. De correspondent van „Reïchspost" zendt uit het hoofakwartiei van liet Bulgaarsche leger de volgend© be schrijving van een slag op 6 dezer De linkervleugel van het Bulgaarsche le ger bezette na ©en hevig gevecht de hoogten ton oosten van ïstrandsja ge legen, en-wierp den rechtervleugel van het Turksche leger terug in de bosch- rijke 'streek ten westen van het moer Dakos. Bulgaren brengen over ïstrand sja en Jeniköj een talrijke troepen macht oin eon slag te wagen op de Tsjataldja-linie ten zuiden van het meer Bekos. liet centrum en de rech tervleugel der Bulgaren harceleeren de Turksche achterhoede langs den spoorweg en over Santa, en vult de j Turksche positie aan beide zijden van Tsjataldja aan. De spoedige val der Turksche stellingen wordt als zeker beschouwd. D© Bulgaren hebben ook Drama be zet. Tiians wordt gemeld, dat de Tur- ken bij Loele Boergas 120,000 man in fanterie, 65 escadrons cavalerie en 309 kanonnen in 't veld hadden. D e Turken verloren 4 0,0 0 0 m a ii a a n dooden en gewon den, de Bulgaren 1 5,0 0 0 man. De belegering van Adrianopol. De stand bij Adrianopel is weinig veranderd. Het schijnt, dat de Bulga ren VOOrlüOjiig genoegen nemen met hei omsingelen van de vesting, du:ir gedeeltelijk van zijn stok gescheurd e:i allerlei afgevallen blaren en bloe men lagen hier en daar verspreid. Op het gezicht van deze verwoes ting, ontstak de oude gendarme in hevigen toorn en uitte alle mogelijke lcelijke verwenschingen, die maar in een menschel ij ken mond konden op komen. Wat een schurkenwat een strtiikro'oVersschreeuwde hij, om mijn tuintje te verwoesten, over mijn rozenstruik te loopen, alles uit te trek ken en te vertrappen!Het zijn schandelijke republikeinen, daarvan ben ik overtuigd! Labourot. wij moe ten ze vindenLeen mij je ge weerof neen, ook maar liever niet; ik ga het mijne halen met mijn sabel. Wij zullen hem vervolgen, en de eerste, die mij onder de handen komt Wij zullen zoo ver niet behoeven te zoeken, vader Cabuchard, hernam Labourot; die rozenstruik is nog maar pas gebroken en die voetstap pen schijnen nog maar kort geleden gemaakt te zijn. Ik wed er wat on der dat de misdadiger nog hier in deze kleine ruimte is. Hier? zei Cabuchard met bui tengewonen ijver; ik geef wat als het waar iszoek hem dadelijk op. Laten wij dan dadelijk gaan zoe ken, zei de Doffer, en als wij een dief vinden, dan vraag ik of men liern op wil zetten en onder glas bewaren zij een 'deel van hun' zware artillerie' noodig hebben voor den aanval op do Tsjatnldja-ünic. F.en bestorming kost ook veel nioi-schenlevéns. Misschien hebben de belegeraars kennis gekre gen. dat do levensmiddelen van do in gesloten Turk© i spoedig op zijn. Ook gaat hel gerucht, dal het den Bulga ren gelukt is. do Maritza-rivier bene den Adrianopel af te dammen, zoodal het water in dc stad dringt. Af en toe doen de Turken een uit val en wagon de Bulgaren ecnigc klei ne aanvallen, maar veel hebben «leze schermutsel in gei niet te beteckencn. DF. GRIEKEN. Saloniki ingenomen? Berichten uit Saloniki-schilderden den toestand aldaar in de somberst© kleuren. De Turksche soldaten, die aan alles gebrek hadden, verkochten zelfs hun wapens om aan brood te komen. Een grootc aantal soldaten zijn wegens insubordinatie gefusil leerd. Eeltige muiters, die zich van twee kanonnen hadden meester ge maakt, dreigden op de Turksche troe pen te schieten, cn eischten de overga ve van de stud. En de Grieken naderden de stad. Nu komt 't bericht, dat Saloniki door de Grieken is ingenomen. Hoe wel dit bericht nog niet officieel be vestigd is, is de waarheidskans wel groot. In Saloniki waren 50.000 vluchtelin gen uit den omtrek gekomen. Daar door was de ellende in de stad nog vergroot, aan alles was gebrek. Men vreesde voor Christennioorden do vreemde consulaten waren in staat van verdediging gebracht. Volgens e© i gerucht dat onder voorbehoud moet worden aanger»-fien zouden do Turken te Banitza een overwinning hebben behaald op de Grieksche troepen. DE AJONTENEGBIJNEN. Via Weenen wordt geseind De actie van de Montenegrijnsche troepen voor Skoetarï is sedert ruim twee- weken zonder succes gebleven. De Turksche verdediger van Skoeta rï en de commandant van Tarabosj be weren, dat zij in hun posities her haaldelijk niet succes uitvallen tegen de Montenegrijr.sche troepen onderno men hebben. In de laatste week ge lukte het den commandant van Skoe- tari, de bezetting van Tarabosj pro viand en ammunitie voor ongeveer drie maanden to geven, waardoor de toestand beslist gunstiger geworden is voor de Turken. De voornaamste moeilijkheid voor de Montenegrijnen ligt in de houding van de Malisscren. Het schijnt tot een volkomen breuk met koning Nikila ge komen te zijn, en de afdeelingen van prins Danilo zijn gebonden door do dreigende houding der Sla lissoren. In het hoofdkwartier heerscht een slechte stemming. Koning Nikita moet in scherpe woorden zijn ontevredenheid uitge drukt hebben. De rechtervleugel van de Oosterdi visie samengesteld uit de brigades Vasoewitsj en Kóachini, heeft na een langdurig gevecht Djakowlttza in storm genomen. DE SERVIëRS. Er is weinig nieuws van de Ser viërs. Enkel© Servische troepen, uit Prizrend aangekomen met geschut, namen aau de i stag van de Montene grijnen bij Djakcurtza deel. Generaal Sj.fkowitsj met de Servi sche troepen bevindt zich te Ipek. Ds ondergang van 't Turksche leger. Als de Bulgaren kome n.... Een correspondent van de „Times" kwam na de nederlaag der Turken te RodOsto aan. Er heersclite daar een vreeselijke toestand in- deze stad. De nauwe straten waren overvuld niet Turksche vluchtelingen van allen stand. Troepen werden gewapend cn marcheerden iu allerijl naar Tsjorloc. De bevolking was door een paniek aangegrepen. 'Turksche vrouwen, met wilden angst in de oogen, smeekten, staande in den hevigen regen, de bootslieden aau de kaden, om liaar naar de voor anker liggende schepen te brengen." Want de Bulgaren kwa men 1 Het Turksche hospilaalpersoneel was zee ruitgeput door den arbc-id aan liet front, dat het op de vloeren der koffie huizen en in d. hoeken der straten lag te slapen. Christen-soldaten bedelden om klee- ren, omdat ze zouden ontkomen aan de zweepen der.gendarmen, <iie eiken man in Uniform naar het front terug dreven. De wildste gevechten gingen om in de bazaars De Bulgaren zouden im mers komen, de Moslims vluchtten, soldaten plunderden en moordden, om iets op de vlucht te hebben. Zoo is üe licht-ontvlambare Levantijnsche geest. De correspondent vertelt dan van de vlucht der Turksche ambtenaren, van de volkomen demoralisatie der in de kamer van den brigadier, met deze inscriptie: Gepakt in het ge bouw van dc gendarmerie te Fleury. Dat zal een merkwaardigheid zijn, die meer waard is dan iedere andere! Zoo schertsend, deed hij zijn kame raden na, die gebogen over dun grond de verwoesting van den onbekenden indringer in oogenschouw. hamen en zich nu rechtstreeks naar de noten- booraen begaven. Zij kwamen voor het venster van Victoire aan, en Labourot wierp naar dien kant een onderzoekenden blik. Geen enkel toeken verried eenig ver band met den nachtelijken bezoeker. Het venster was dicht, de gordijnen neergelaten. Toch bleef Labourot steeds met opgeheven hoofd naar bo ven kijken; hut kwam hein voor of hij het wille gordijn even had zien be wegen, alsof daar achter zich ie mand hl de schaduw verborg. Een uitroep vlak bij hem. leid de zijn aandacht af. Cabuchard had juist onder aan den boom den hoed gevonden, dien dc lotelirig daar had neergelegd om gemakkelijker in den boom te kunnen klimmen. Nu zijn wij hem op liet spoor, zei Cabuchard, zich omlceerend en naar den ontevreden onderchef terug- keerend; wij hebben al een stuk van het dier gevonden. Och, och! zei de Doffer, het is dus toch waar, dat een hoosdoener... niemand onzer draagt immers zoo'u Turken, waarvoor z. i. geen aanlei ding bestond, want 't Bulgaarsche le ger kwam eerst veel later in de stad. Van andore zijd© («lcor den oorlogs correspondent van dc „Daily Chro nicle": wordt nog uit Rodosto ge seind „Troepen Turksche infanterie, dio door de Bulgaren uit Loele Boergas verdreven waren, kwamen in U -dost» aan. Bij hun pedeeorgams-'ct Ie vlucht hadden zij alle wapens wegge worpen, en kwamen zij uitgehongerd en uitgeput in de stad aan. vol haat tegen d© ongeloovigen. De stad was gevukl met een moordende, plunde rende en vrouwen mishandelende me nigte. Rodosto werd op zeven ver schillende plaatsen tegelijk in brand gestoken. Vrouwen ©n kinderen wor den in de vlammen geslingerd. In hun angst, vluchtten vele inwoners naar do in de haven liggende booten, om den als wilde dieren te keer gaanden soldaten te ontkomen. Vele booten sloegen om ©n de mensehen verdron ken. Anderen werden door de solda' ten, die hen nazetten, vermoord." Volgens dezen correspondent zijn soortgelijke toestanden in Konsteinti- nopel te verwachten, wanneer niet de volkomen gedemoraliseerde Turkseh© troepen ver van de hoofdstad gehou den worden. Maar., hij Komstantinopel liggen vele Europeesche oorlogsschepen. Dat is een geruststelling! t Turksche leger ee n.... k o- lossus met leemen voetl Een brief van een oorlogscorrespon dent van dc „Daily Chronicle" bevat nog ©enige bijzonderheden over da oorzaak der Turksche nederlagen Abdoellah-pasja was een der weini gen, die wisten dat het Turksche leger een kolossus met leeman voeten was maar als dapper soldaat en eerlijk man wilde hij zich niet aan zijn plicht onttrekken, al was zijn hart zwaar bij de zekerheid, dat hij tot nederlagen veroordeeld was. En toch wijst iedereen Abdoellah-pasja aan als de zondebok. Voor drie weken stond Abdoellah op het plein voor het departement van oorlog te Konstantïnopel er naar 1© kijken, hoe Turksche onderofficieren een bont samengeslelden troep man nen do allereerste beginselen van de krijgskunst, poogden te onderwijzen. Toen zei hij let een anderen gene raal „Als deze aanvoer van volko men ongeoefenden zoo voortgaat, heb ben wij den vijand in het geheel niet noodigdan zullen wij ons zelf wel vernietigen". En nu is het leger teruggeslagen. Voor de opgejaagde overblijfselen van het Turksche leger is er geen rust noch hoop, wijl zij steeds weer wor den opgejaagd door het Bulgaarsche geschut De onverzuöelïjke dood houdt krachtig opruiming onder de uitge putte, in lompen gehuld© ruines, die eens soldaten waren, en degenen die nog een beetje levenskracht bezitten, trekken achter de linie van Tsjatald ju terug. Maar liet is meer kruipen dan loopen. Voor een snellen ina-rscb heeft hot geen kracht meer..,. De ellende van den oorlog. Een correspondent van de „Daily Telegraph" deelt vreeselijke bijzon derheden mede over den terugtocht na den slag van Loele Boergas. Zelf uitgeput van vermoeienis en honger zag de correspondent den terugtocht aan Ik herinner me een eindelooze pro cessie van gewonden, door het dorp trekkend, sommigen zich zelf moei zaam voortsleépend, anderen gedra gen op geïmproviseerde baren, ande ren elkander ondersteunend, weer an deren neervallend op den grond zoo- dra ze sLechts een bundel stroo zagen, waarop zo zich konden nederleggen. Ik zie dan ook weer voor me enkel© gevallen van zwaar gewonden, die bij den arts worden gebracht, da© ©ven wel met norsche bewegingen vork laar- de, dat het ontnoodi-g was iemand bij hem te brengen, daar hij noch ver bandmiddelen, noch geneesmiddelen, noch operatiewerktuigen bezat. De ziekendragers brachten dan den ge wonde naar het naastbij-zijnde huis, eu legden hem daar neer. Maar l»ij ai di© gruwelijke tooneelen hooide ik nimmer een klacht of een zucht der lijders, leuer scheen aan te nemen, dut zijn uur gekomen was, en alien aanvaardden hun harde lot met waar digheid en zelfbeiieersching.... De teoneelèn op den weg (naar Tsjoi> loe,- gaan eik© beschrijving te Loven, zegt de correspondent. Zij brengen me een schilderij voor den geest, dat ik eens zag, van den terugtocht van het Fransche leger na Waterloo, of Napoleon's terugtocht in Rusland. Er was geen sprak© van ord© meer. Ge- heele brigades en divisies waren uit eengevallen. De mannen deden geen moeite meer hun plaats in de gelede ren te behouden. De sterksten tracht ten naar voren te komen en de zwak ken, zieken ©n gewonden strompelden moeizaam achterna. Duizenden ge wonden deden jammerlijke pogingen, oni hun kameraden bij ie blijven, versiersel! Ochl maar het is schitte rend, wat een geluk! Dat zal de glo rie van onze brigade worden. Dat is tenminste een stuk van overtuiging, merkte Labourot op. die den verraderlijken hoed in de hand nain, en misschien is het ding wel te herkennen Meer misdadigers zijn op die wijze bekend geworden. Maar hoe de drie gendarmen het bewuste voorwerp ook van alle kan ten bekeken, zij kwamen er niet ver der mee. Het was een hoed, zooals de boeren, jong en oud, twintig mij len in den omtrek algemeen droegen. Geen enkele naam, zelis niet die van den hoedenmaker, stond er in; geen nummer, geen aanwijzing; de dap pere vertegenwoordigers van da openbare macht waren verplicht te erkennen dat hun vondst van weinig beteeken is was. Bah! wij verliezen maar kostba ren tijd! zei Labourot eindelijk; la ten wij liever den eigenaar van den hoed opzoeken, dat is belangrijker. De grappenmaker is hier nog. wij moeten hein voor den drommel vin den! Wij zullen hem vinden. En zij begonnen weer met hun nauwkeurig onderzoek. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5