Smuk Disbud
DE WEERSPANNIGE
TWEEDE BLAD
Dinsdag 19 HoTember 1912
OM ONS HEEN
No. 1619
Over onze Tramdlensten.
"Wie aan den weg timmert, heeft
veel 1 Kik ij ks. Daar .weten openbare
vervoermiddelen, gemeentebesturen
en.... dagbladen van te spreken. En
van die vervoermiddelen de trams
liet meest, omdat ze het meest fi©-
bruikt wanden en door dezelfde per
sonen.
„Iedereen kan een tram exploitee-
ren", lieeft wel eens een trnmdlrecti©
spottend gezegd.
„Iedereen kan dokteren zucht de
medicus".
„Iedereen' kan een gemeente be
sturen", zegt ironisch een wethouder.
„Iedereen kan een courant redigee-
ren", zeg ik op mijn beurt gelaten.
En het eenige, wat ons troosten
mag, wanneer anderen wijsneuzige'
opmerkingen maken over ons vak,
is, dat de journalist wel eens betweter
over gemeentelijk beheer is, de tram-
directeur soms huismiddeltjes aan
prijst en de dokter bromt op den
tramdïonsL
Laten we ons, om kort te gaan.
herinneren dat wij gebreken, die we
onzen naaste verwijten, zelf uok wel
hebben.... en hierna terugkeeren tot
het tram-onderwerp.
Een dag of wat geleden kreeg ik
het volgegde bericht te plaatsen
ZAL DAT NOG LANG DUREN
Het is nu ongeveer drie weken
geleden, dat op de Dreef de straat
opgebroken is en een gedeelte van
de tramlijn is uitgebroken. Een
en ander geschiedde omdat een
nieuw kruisstuk in de tramlijn
moest wórden, gelegd daar, waar
de E. N. E. T. de paardentram
kruist. Thans ligt het werk nog
zooals het is begonnen De beide
kruisstukkeu liggen klaar om zoo
ingelegd (e worden. Een berg
steenen staat er al dien tijd op
gestapeld. Eiken avond wordt dat
gedeelte met brandende lantaarns
afgezet en intusschen blijft die
onooglijke toestand voortbestaan.
Ziedaar nu een mededeel in g, zooals
©r wel honderd komen in den loop
"van een jaar. Vreemde leiding zoll-
den vel# lezers geprutteld hebben en
hunne verstandige hoofden daarbij
geschud, indien wè het geplaatst
hadden. Want dat hebben wo niet
gedaan, omdat we toevallig dien dag
juist de directie gesproken hebben en
vernomen, dat zij al liet beschikbare
personeel aan het werk op den
Koninginneweg gezet had, omdat do
directie der gemeentewerken er op
stond, dat dit laatste ten allerspoedig
ste zou worden afgemaakt. En dat is
nuttig, nietwaar, dat de tramconces-
sionaris voldoet aan wat de ofdeeling
publieke werken (met andere woor
den het gemeentebestuur) voor
schrijft Juist, maar dan is de critiek
in het bericht ook onbillijk, want al
wordt de tramdirectie in het bericht
niet genoemd, dat ze op haar be
doeld werd, is voor iedereen duide
lijk.
Dag aan dag kunnen we hooren,
dat de dienst van de E. N. E. T. niet
vlug genoeg is, de wagens te laat ko
men en ongeregeld. Gedeeltelijk is
dat juist en .gedeeltelijk onjuist, want,
laten we het maar erkennen, hoe
beter de dienst wordt, hoe meer rij
tuigen er loopen, des te minder ge
duld hebben we, om even Ie wachten.
Een trampassagier zou wel willen,
dat wanneer z ij n persooil bij het
haltepaaltje staat, do tram ook juist
voorkomt of tenminste juist aankomt;
ik geef toe, dat dit een ideaal is,
maar een dat nooit bereikt zal wor-
den, zoolang er niet ©en tramwagen
wotdt uitgevondeh, die precies even
lang is als de heelo ceintuurbaan en
zich voortdurend voortbeweegt, met
platformen er naast, die als een
trottoir roulant verschillende
snelheden hebben, zoodat ieder er in
de vaart op- en afstappen kan. Zoo
dra dit. monstrum van een vervoer
middel uitgevonden is, zal wel blij
ken, dat de Damstraat bijvoorbeeld
zesmaal te smal is.
Soms is de klaoht gewettigd dan
komt inderdaad een wagen to laat.
Maar is daarvan de onderneming,
dat wil zeggen het personeel, het ma
terieel, de dienstregeling of welk
ander onderdeel men wil, a 11 ij d
schuldIleeft het publiek zich niets
te verwijten Ik spreek nog niet eens
van kolen-, meel- of houtwagens, die
hun wrakke wielen altijd precies op
de tramrails verliezen en dan over zij
vallen, zoodat er geen tram door kan
dal komt niet i ede ren dag voor.
Maar er zijn ook dagelijksclie aanlei
dingen lot stoornis. VLUG IN- EN
UITSTAPPEN verzoekt de directie,
maar wat is vlug? Moet daaronder
gerekend worden, dat de passagiers
rustig blijven zitten totdat de tram
stilstaat bij hun halte en dan, na
vrienden of kennissen gegroet to heb
ben, dood op hun gemak uitstappen
Do directie vat dat anders op zij zou
wenschen, dat wanneer de trom oen
halte n a d e r t, ieder die daar uit
stappen wil, alvast opstaat ©n op of
bij h©t achfcerbalcon slaat, wanneer
de wagon stil houdt. Als liet verschil
tusschen do een© en de andere ma
nier twintig seconden is (en dat
wordt het licht), dan is drie maal een
minuut en dertig maal tien minuten
ja, vermenigvuldigen is een leerzame
kunst.
Bezien we nu het instappen. Men
schop,-die uren achtereen mot elkaar
in gezelschap waren, hebben altijd op
minuut, wat bijna niets is, cijfert
eens even uit, hoeveel dat wordt voor
tien, twintig, honderd mensdhon en...
betere zich, De directie kan door goed
personeel te kiezen, goed materieel te
koopon en goed toezicht te houden,
veel doen om een behoorlijken trein
dienst te verzekeren, maar wanneer
niet iedere tramreiziger daartoe mee
werkt, baat het nog niet veeL
Niets is zoo coöperatief als een
Iramdienst.
Hcusch, we moeten beter leeren
trammen. Vlugger vooral. Want of
wij zelf den tijd al hebben, eon ander
heeft baast.
Alleen gebrekkigen en ouden van
dagen hebben het recht, langzaam t©
wezen. De overigen behooron snel te
worden, ln het algemeen belang.
Ziedaar stof voor de vraag waar
om komt de tram soms zoo laat Ik
vermeld volledigheidshalve den
vrachtwagenbestuurder, die niet van
de rails verkiest te gaan. Die soort is
wel schaars, maai- uitgestorven js zo
nog niet,
Een paar opmerkingen over do
E. S. M.
Eenigen tijd geleden was er tus
schen Amsterdam en Haarlem veel
oponthoud door het brekein van assen.
Nadat do eerste asbreulc in 1907 was
voorgekomen, zijn er naderhand meer
gevolgd. Do reden daarvan is, dat het
metaal door de .voortdurende trilling
inwendig van gedaante verandert.
Deze assen zijn nu vernieuwd en
daarna wordt ook van asbreuk niet
meer vernomen.
Do wagens-hebben of krijgen ook
nieuwe Iuclitremmen. En dan is er
nóg ee.n verbetering op til, waarover
ik nog niets vertellen mag en die de
directie tot St.-NicolaOsverrassing be
stemd heeft. Wie op den avond van
den 5den December van of naar Ara-
het oogenblik van afscheid nemen nog j sterdam gaat, zal zich daar het eerst
een allerlaatste herinnering of waar-1 in kunnen verheugen,
schuwing. „Nou, dag, hoor, donk om Hun is er naar' aanleiding van on-
den verjaardag Van Pietje, overmor-1 gelukken in den laatsten tijd, waarbij
gen verwacht ik je, zooals gezeid,i iemand onder den wagen raakte,
dag. Kees' (een handje), „nou, doe ze aanmerking op gemaakt, dat niet
thuis nog wei de groeten" (een zoen), iedere wagen een vijzel meevoert,
„en, ja, da's waar ook, laat WillemMaai- het opvijzelen van een wagen,
morgen m'n paraplu even thuis brem- i vooral van deze soort, waar de trucs
gen....
D© wagenvoerder heeft al een onge-
duldigen trap op zijn hel gegeven, om
dat als hij te laat komt, de contro
leur licht vraagt„begin jij ook al te
maleaigeren en de conducteur,
met de hand aan 't schelkoord, heeft
tussdlien het afscheid door al onge
voelig weg geroepen: „kom, juffrouw,
we hebben geen tijd, ik vertrek,
hoor", waarop de juffrouw (want,
mannen, moet ik tot mijn spijt, zeg
gen, zijn. gewoonlijk vkiggör) zich met
moeite op hot .balcon hijscht, dooi
den schok van den voortschietenden
wagen omver zou tuimelen als de
conducteur haar niet vasthield en,
eenmaal veilig bp de bank gezeten,
do verzuchting slaakt „m'n hemel,
wat een haast."
Andere passagiers staan bij oen
halte, waar ook de E. S. M. stopt,
peinzend naar den naderenden E. N.
j E. T.-wagen te kijken, maar geven
met het minste teeken, dat ze uioe-
I willen. En daar de wageuvoerder zoo
j knap niet is, dat hij dat op hun ge-
zicht kan lezen, evenmin telkens stop-
j pen kan om beleefd te vragen „moet
uwe© bij geval mee rijdt hij door
en wordt twintig meter verder door
haastig bellen van 't achterbalcon tot
stilstaan genoopt. De peinzende pas-
j sagier moet toch mee, komt nijdig
j den wagen achterna gedraafd en in
formeert bij den conducteur, „of dio
wagenvoerder niet beter stoppen
kan?" Gevolg: oponthoud. Altijd op-
onthoud. Of kleumende lieereu in
den winter in een portiek blijven
slaan, totdat de tram op liuu wenken
j stilstaat, om dan op hun gemak en
met tegenzin uit liet beschutte pluats-
j je te komen, of zenuwachtige dames
Juist aan den linkerkant van den vva-
j gei) willen instappen, hoewel bij men-
sehenhougenis altijd en immer de too-
i gang aan den roehtscheu kant ge-
vveest is, vertraging is er het gevolg
van. En wie zelf
bij Stavros een reserve divisie der
Grieken landde (N.O. .h,oek van Chal-
cliis) en bezit mam van Poliigyros,
Salon,!ki alzoo uit het Z.-O. bedrei
gende.
Vóór wij ons weder begeven naar
het hoofd-operatietooneel ten Wes
ten van Konstantinopel, moet er nog
antwoord gegeven worden op de
vraag: hoe slaat het met de Monteine-
grijnen bij Skcetari? Wij verlieten hol
bergvolk, vechtende in de heuvelen
bij Tarabosj, ten einde Skoetari 1e
kunnen naderen en innemen. Nu na
een maand, is Skoetari neig in han
den der Turken. De krachtige verde
diging dwingt bewondering af. Aan
vallen der Montenegrijnen, die met
doodsverachting voorwaarts gaan.
verbloeden door de weergalooze taai
heid van de verdedigers. En aJs de
gelegenheid zich voordeed, dan wer
den de Turken op hun beunt aanval
lers en wierpen hun vijanden dikwijis
met groote verliezen terug. Don ?4©n
October hadden de Montenegrijnen
al hun belegeringsgeschut in positie
en begon het bomhard emeu t van
Skcetari. Koning Nikita schijnt even
wel last gegeven te hebben, de stad
zelve zooveel mogelijk te sparen,
waarschijnlijk omdat, hij vermoedt
die stad en natuurlijk no,g veel moer
na afloop van den oorlog bij Monte
negro te zien gevoegd. Der Noordelij
ke colonne, die met succes togen No-
vi Baza en Priitsjiana, geopereerd
heeft, is het ook gehukt den dapperen
tegenstand van de Albaneezen in het
Zuiden van tiet S-.iiwl-zjak en in tiet
Oosten van Montenegro te breken en
zich 'van dat gebied meester te maken.
D© weg naar Ipek ligt nu voor haar
open, terwijl ook de verbinding lus-
seheii ipek en Skoetari over Plava,
üoessinje en Sjalja door die uf<l, fi
ling tot stand kan worden gebracht.
Die aangegeven weg voerl ten N.W.
van den hoofdkam van de N. Albanec-
sche Alpen in de nabijheid van de
MonUmegrijnsche grens. Al voort-
rukkende werd den 29sten October
Plewlje bezet, waar een half uur te
voren de Serviërs waren binnenge
rukt. De vereenigïhg van beide legers
gaf aanleiding lot roerende toonee-
len. Het sandzjak is nu op dien da
tum geheet van Turksclie troepen be
vrijd en de twee colonnes van het
Sen isChe leger, die aan die ontrui
ming hebben meegewerkt, vertrokken
de drie Servische hoofdlegers
V' te gaan versterken. De laatste Tur-
lfi 1 I. .Irtrt'n 1
in de omgeving van Luleh-Biirgas
word met ongekende energie en doods
verachting aan heide zijden gevoerd.
De Turken hadden ontzettend te lij
den van liet vuur der Bulgaarsoho ar
tillerie. dat zij niet krachtig konden
beantwoorden doo~ gebrek aan muni
tie. Ook de verpleging van de Turken,
voornamelijk de voeding, liet in die
dagen neg meer te wenschen over dan
vooiheeu en de uitputting van de
Turken, was dan ook een der hoofd
oorzaken. dat een dappere poging van
de divisie van Moekta: -Pasja, om
van Visa uit, het offensief te hernemen
in de richting van Bunar-Hissar mis
lukte. Versche troepen, over de Zwar
te Zee bij Mldia aangevoerd, stelden
Moektar-Pasja in-staat, om in goede
orde de Tschataldscha-linie een duur
zame stelling, 40 K.M. ten W. van
Konstantinopel) te bereiken. Ofschoon
het leger van AbduUa-Pasja terugge-
worjien was, maakt? dit nog ééiuuaal
front in de lijn Tsjorlu-Wisa en hield
daar nog een of twee dagen met hel
denmoed stand. Ofschoon zonder ge
volg, want de krachtig aanvallende
Bulgaren noodzaakten ook hem ten
Slotte terug te trekken op de Tscha
taldscha-linie. Die terugtocht ging met
groote moeilijkheden gepaaid, door
het krachtig achtervolgen van de Tur
ken. Voortdurend, moesten de achter
hoeden vari de terugtrekkende afdee-
lingen front naar achter maken, om,
zich bijkans geheel opofferende, hun
lotgenooteii een veiligon terugtocht te
bezorgen. Do Tnrksche verliezen wor
den geraamd op 20.000 do oden en
evenveel gewonden. Het verliescijfer
dor Bulgaren is mij niet bekend, doch
zooveel is zeker, dat ook de aanval
lers ontzettende gaten in hun gelede
ren gekregen hebben.
Adrianopel was nu volkomen inge
sloten en geïsoleerd en had op ontzet
niet meer te rekenen. Voor de Turken
was liet behoud var Adrianopel op dut
©ogenblik van veel belang, daar de
vesting een versperring vormt in den
spoorweg, van Mistafa-Pasja naar de
Tschataldschfi linie. 3 November had
de terugtocht der Turken op laatstgo
noemde linie plaats en 4 November
riep de verhevei Porte de bemiddeling
der mogendheden in, tot verkrijging
van een wapenstilstand.
C. J. A. KRUYT.
meemoeten worden opgevijzeld, iskeinjstfn door hun vijanden op Oosten
geen werk, dat technisch ongeschool- rijksch gebied afgedrongen (pLm. 1500
de conducteurs en wagenvoerders man), .waar zij ontwapend en
doen kunnen zelfs is het gevaarlijk,
hen daarmee te belasten.
Maar o\er ongelukken on de mid
delen ter voorkoming in een volgend
aYtikel.
J. C. P.
oorlog op het Balkan-
Schiereiland.
IX.
In de eerste dagen van November,
na verschillende min of meer lievige
gevechtenbereikten de Grieksehe le
gers de lijn Janina-Karaferi, loó-
peude ongeveer Z.O.-N.W. de tur
ken in wanorde Voor zich uit jagende.
Deze lieten bun afdeelingen terug
gaan op Monaster en Saloniki. Het le
ger van deu Grïekschen Kroonprins,
marclieerde over Kara Term e-i
Xiausta naar Jamtza, bij welke
plaats het in bots ng kwam met oen
Turksdie afdeeling van pi.ro. 40.000
man. Na een vrij zwakken tcgenstuud
te hebben geboden, werden de Turken
uiteen geslagen. Door dit succes was
het nu den Griekschen Kroonprins
mogelijk geworden, zich te plaatsen
tusschen Monastic en Salonika, waar
door liet Turksclie Westerleger door
broken was.
De overblijfselen van het te Janiiza
verslagen Turksclie leger zochten een
goed heenkomen in Monaslir en Sa-
ervoerd werden.
Eu nog altijd houdt Skoetari sland.
Van Moiiteiirgrijnsehe zijde werd den
28sten October reeds bekend ge
maakt, dal Skoetari aangeboden bad
zieli over te geven, doch den 30sten
d.a.v. stond nog vast dat die plaats en
Tarabosj zich. met goed gevolg verde
digden tegen dé Monlenegrijnscho
aanvullen, liet artillerievuur van Ta
rabosj.. had veel uitwerking, hetgeen
bl'jjtt uit. de herhaalde veranderingen
van opstelling van-'hun geschut, waar
toe dé Montenegrijnen gedwongen
Werden. De belegeraars ondervinden
vele moeilijkheden van de Katholieke
Alhaneezen, die van koning Nikita
bobben geeischt schriftelijke waar
borgen voor de autonomie van lnin
gebied, na het einde van den oorlog.
Die eisch-is door den vorst der Zwar
te bergen nog niet ingewilligd en men
moei cr ernstig) rekening mede hou
den, dat, wanneer aan dezen eisch
niet voldaan wordt, deze Alhaneezen
tegen' de Montenegrijnen partij zullen
Laat ons nu zien, wat er in dien
tlisschentijd voorgevallen is op liet
terrein van de verbitterde vvorslelm-
gt-n tusschen Bulgaren en Turken.
Het sterke Adrianopel, dat stand
liield, toen het Turksclie leger iu de
lijn Adrianopel—Kirk Kilisse terugge
slagen werd, heeft de Bulgaarsche
hoofdmacht in zijn opmarsch niet te
gengehouden. Generaal iwanoff sloot
de vesting, in en de rest der Bulga
ren trok den 27en October Oostwaarts
tot vervolging-en zoo mogelijk vernie
tiging van de Turken. Deze haddi-n
j zicii na hun iaatsie- nederlaag zoo
i goed mogelijk verzameld en zich ge
leld in de lijn Luleh-Burgas (gelc-
lomki. Monaet r wordt nu uit 't -'ui- gcn llun {]en spoorweg Adrianopel
dm door de Grieken en uit Noordc-l'j-
ke riohtiiig door de Serviërs bedreigd.
Behalve de bedreiging uit hét Westen
door liet leger van den Kroonprins,
moest Saloniki ondervinden, <Lat .l et
O. en Z.-O. ook gevaarlijk begon te
worden. Want een langs"cte Westkust
der golf van Salon'ki over Katerini
opereeren.de Grieksche colonne was
reads den mond van de rivier Wis-
tritza genaderd en marcheerde in de
■chuld geweest is richting vau SaLonik
Konstantinopel)Visa (aan den W.-
voct van hel Istrandza-gcbcrgte). De
Bulgaren waren intusschen versterkt
dooi' Servische hulptroepen, wat
noodig was, want de Bulgaarsche ge
lederen waren aardig gedund.
De troepen, dio Adrianopel voorloo-
pig ingesloten hielden, werden door
reserve-troepen afgelost, zoodat voor
déii aanval op de Turksche stellingen
beschikbaar waren het le en He Bul
gaarsche leger. Ongeveer 220.000 Sla-
ven begonneu den reuzenstrijd tegen
terwijl ondeu.-1 ongeveer 150.000 Turken. Die twee
vertraging van ?én kwart bescherming van de Grieksc-lie vloot 'daagsclle strijd, die het hevigst aas
Buitenlandsch Overzicht
Onze Lachhoek
RECIPéi
Rustig leven, nimmer kijven,
Riciitig „amo" conjugeeren,
Nuttig steeds den tijd verdrijven
En niet veel medicineerenl
„Matig zijn" zij u geraden,
Nimmer op het toeval bouwen.
Steeds een man in woord en daden 1
'n Gemoedelijk vrouwtje trouwen;
Optieruinul, trots 's levens plagen
En gezond zïjt ge alle dagen 1
De Balkan-krijg.
't Is nu meer dan duidelijk, dat
't Rijk van de Halve Maan
ondergaai,
Do toestand van 't Turksche leger is
zeer bedroevend.
Wat ooggetuigen daarover thans
vertellen, doet inzien, dal verdere te
genstand voor Turkije geheel iiope-
ioos is. De Turken, geknot door do
groote verliezen, die zij leden ondcr
het lood en staal der vijanden, wor
den nu geteisterd door cholera, ty
phus, pokken, wellicht nog andere be
smettelijke-ziekten. De opeenhöoping
van vele arme, vervuilde, en onzin
delijke menschel), zonder dak en zon
der voedsel,, zonder verzorging en
zonder geneeskundige hulp in een
stftcl uls Konstantinopel, moest bijna
zulk een gevolg hebben. Maar er
dreigt gevaar niet alleen voor die
stad, maar voor gèheèle landstreken,
als de ziekte gelegenheid vindt zich
uit te breiden.
Vandaar de poging van den opper
sten gezondheidsraad in Konstantino
pel. om bij de mogendheden te be
werken, dat de intocht der Bulgaren
iu de hoofdstad die door do over
winnaars als de kroon op hun triomf
wordt geacht worde voorkomen.
Wat door geen ander middel kon
worden verhoed, moet vurden voor
komen uit een ijezondticidsoogpunt.
Koning Ferdinand zal zijn legers niet
willen, niet kunnen brengen naar een
liaurd van besmetting van allerlei
kwalen.
Maar ook de gezondheidstoestand
van de legers buiten Konstantinopel
maakt 't noodzakelijk, daL de vrede
heel spoedig gesloten wordt.
Meer dan duizenden mènschcn val
len nu reeds eiken dag als slachtof-
[ets der cholera.
Nog steeds breidt de ziekte zich uit.
En als de oorlog voortduurt is een
bestrijding natuurlijk niet mogelijk.
Oorlog, cholera, pokken, en pest
schijnen nog niet genoeg te zijn, nu
komen daar nog bij opstand, samen
zwering en revolutie.
De Jong-Turken en ook de Oud-Tur
ken weren zich geducht en moeten 't
voornemen hebben door de revolutie
nog iets to redden. Maaris er nog
Wel iels le redden?
Waarlijk, de zieke man krijgt nu
wel alle kwalen tegelijk, die hem on
dermijnen en ten grave sleepen.
En do verbrokkeling, het uiteenval
len, begint nu ook reeds in andere
deelen van het Turksche rijk mcrl
baar te worden.
Het was bekend, dat de Turken ne
gens bemind waren. Sedert vele jare
r u 811 t o n
was er altoos en overal opstand. In
Arabic heeft reeds meer dan ecu
kwarteeuw een opstand gelieerscht,
die nooit geheel bedwongen kon wor
den. In Syrië en Armenië is het al
niet beter.
Thans, nu de vier Balkanstaten den
kolossus met de leemen voeten heb
ben omvergesmeten, komen uit alle
streken berichten van afscheiding Zal
het nog lang duren voordat de Ara
bieren hun leus verheffen: Arabië
voor de ArabierenI
In Syrië wordt door de Christenen
en een deel Mohammedanen samen
gewerkt voor de afscheiding van Tur
kije, in Armenië heerschen opstanden
en Is het Turksche gezag niet meer te
handhaven.
Engeland moet 't oog gevestigd heb
ben op Syrië en bovendien nog het
voornemen hebben thans definitief op
Egypte beslag te leggen.
Zoo schiet er van heeKTurkije niets
over. Van dat eens zoo machtige we
reldrijk
Naar tien vrede?
Kans op een spoedigen vrede is er
helaas I nog niet.
De Balkanstaten zijn 't onder el
kaar nog niet eens over de voorwaar
den voor een wapenstilstand.
Door liet succes der Balkanstaten
zijn verschillende groote vragen op
het tapijt gekomen, waarmede men
geen rekening gehouden schijnt te
hebben. Zulke vragen zijn het bezit
van Ucskjocb, van Monastir en van
Saloniki. Hierover moeten de Balkan
staten liet nog eerst onder elkaar eens
worden.
Is cr dan nog niet genoeg ellende
aangericht?.Had Europa maar in
gegrepen vóór den oorlog. De diplo
maten zullen zeker wel zelfverwijt
hebben Veel, zoo niet alles, had voor
komen kunnen worden. Had voerko-
en moeten worden!
Dc Turksche regeering heeft tot ee
nige vreemde vorslen het verzoek ge
richt tusschenbeide te treden bij de
oorlogvoerende stalen, teneinde het
sluiten van den vrede te bevorderen.
Van de oorlogsvelden.
DE BULGAREN.
Gisteren waren er telegrammen van
belangrijke en schitterende overwin
ningen dor Turken in de Tsjataldja-
lir.ic.
lieden, lcoml daarvan evenviel geen
enkele bevestiging.
Alleen is er een telegram uit Turk
sche bron, dut er gevochten is en dat
de aanval der Bulgaren is afgeslagen.
Do journalisten werden van 't ge
vechtsterrein geheel geweerd.
We beginnen nu de Turksche over-
winiiingsberichten nog meer te wan
trouwen.
Bovendien komt er een telegram
uil Bulgaarsche bron, dat de toestand
van 't Bulgaarsche leger heel goed is,
van een epidemie of andere buitenge
wone verzwakking is geen sprake.
't Beleg van Adrianopel is ook nog
steeds gaande. De Bulgaren zeggen
„dc val is nog slechts een quaestie
van tijd".
In .Sofia liggen thans 12000 gewon*
den.
DE SERVIëRS.
de Serviërs Monastir hebben
ingenomen.
50.000 Turken gaven zich over.
Juist gisteren waren er berichten
gekomen, dal de positie der Serviërs
bij Monastir minder gunstig was ge
worden, en dat de Turken 9 kanon
nen op de Serviërs veroverd hadden.
't ls dus gauw gekeerd. Althans als
't Servische overwinningsbericht juist
DE MONTENEGRIJNEN.
De inneming van de havenstad San
Giovanni di Mediia in AJhanië, door
da Montenegrijnen, wordt bevestigd.
De Turken moeten geen tegenstand
geboden hebben.
Skoetari wordt nog steeds door do
Montenegrijnen belegerd.
De Turksche commandant der ves
ting die dus niet geheel is inge
sloten meldt: „Het gevecht van
Muslimkoj duurde twee dagen en ein
digde met een nederlaag van den vij
and. Wij hebben drie vaandels en
veel munitie en geweren buit ge
maakt. Aan de /"'de van den vijand
(Montenegrijnen) vielen 1000 dooden
eu nog meer gewonden; wij verloren
385 man aan dooden eu gewonden."
het Fransch),
17)
Hoe meer zij d© Kraan naderden,
des te meer doorweekt scheen dc grond
te zijn en weldra merkten zij, dat zij
docr een geelachtigs- brei liepen van
eenige duimen dik. Maar zij waren te
zeer van hun dort vervuld om zich over
deze omstandigheid ongerust te ina-
ken en eindelijk kwamen zij bij het
huis van Bóuvet aan.
De diepste stilte heerschtc rondom,
alsof dc familie al langen tijd geleden
ter rus' was gegaan. Geen enkel licht
brandda meer achter een der vensters;
toch steeg er nog een beetje rook op
uit den schoorsteen. Een waakzame
bond, die in dergelijke gevallen nooit
gemankeerd bad nachtelijke bezoekers
met zijn sonoor geblaf té begroeten,
zweeg ditmaal en scheen te slapen,
evenals alle anderen.
Labourot- begon in zichzelf te la
chen.
Ik geloof, mompelde bij, dat wij
op bet goede oogenbijk komen di©
Leonard zal eindelijk do kracht van
mijn duimen eens voelen maar
kom, nu geen piantjes meer... Dit
huis heeft twee deuren, deze eu een
andere, die achter in het boscli uit
komt... houdt gij aan dezen kant de
wacht, brigadier, ik zal, als ge hot mij
jiermitcert, de andere deur bewaken:
zoo zullen wij alles \angeii. wat in
huis is, lijkt ii dat niet goed
Ja, niuar late' wij ons haasten....
het komt mij voor, dat ik die houtsta
pels al zie beven, alsof zij door bet
water opgetild werden... Het gaat hier
niet goed.
Het zaakje zal niet lang duren.
Ik ga rnijn Ionia rei-, aansteken en wij
zullen aankloppen als ik klaar ben.
Ja, maar pas op, brigadier de rakker
is vlug en men zal stellig weerstand
bievlen, als men den tijd heeft zich ooi
te draaien..." Zorgt gij voor den va
der, ik belast iuij met den zoon.
De brjgadie' -maakte zwijgend zijn
karabijn los, terwijl Labourot een
opening in de beg Van den tuin zocht.
Een oogenblik hoorde men niets meer
dan het neerstrooinen van den regen
op het dak van hel buis en liet doffe
gedonder van de rivier.
Eindelijk tikten de gendarmen tege
lijk aan do beide deuren van liet buis;
maar tot bun groote verbazing
stonden deze beide deuren los en zij
kwamen zonder moeite binnen het
buis waa leeg. Men maakte echter uit
verschillende teekenen op, dat liet
huis haastig alleen sclalen was en nog
maar sinds enkele cogenblikken. De
overblijfselen van het avondeten ston
den nog op de tafel 'verspreid, een
vlammende houtspaander lag n<>g in
deu haard maai' de geheele familie,
man, vrouw en kinderen, waren ver-
d\\ enen.
oor deu drommel riep Labou
rot, die niet zijn lantaren iu de hand
liet voorhuis docrliep, uit, dat is too-
venarij. Niemand heeft hen vooruit
kunnen waarschuwen en toch is het
nest al leeg... ten minste als hier ner
gens een geheime schuilplaats is
Je weet van niets wij hebben de
ze woning al zoo dikwijls van onder
tot boven onderzocht.... Ik begrijp er
niets van en vind er zelfs iets onrust
barends in. De moeder noch de kinde
ren zouden iets vau ons te vreezen
hebben waarom zijn zij dan vertrok
ken Laten wij toen eerst nog eens
zoeken en ouzo luak tut het einde toe
uitvoeren.
Zij staken een kleine lamp aan, die
op deu schoorsteenmantel stond, en
nu begonnen zij met een nauwkeurig
onderzoek. Dat was gauw ufgeloopei):
het huis bestond maar uit twee ver
trekken en do meubelen waren ook
niet talrijk. Na verloop van eonigu mi
nuten waren de vertegenwoordigers
vun de openbare macht overtuigd dat.
zij alleen in de Kraan waren.
Ik begrijp er niets rueer van, zei
•Marin met peinzen den blik.,de familie-
Bouvet heeft voor zoover ik weet, geen
ander toevluch tsoord en de zaak is mij
duister.... Maar wij zullen dat latei-
wel eens aan liet licht brengen voor
t oogenblik is onze zending mislukt,
wij moeten naar Fleury terugkeeren.
tYat zoo gauw al, brigadier
antwoordde Labourot waarom zou
onze zending mislukt zijn De Buu-
velS, jong en oud, zijn vertrokken, dat
is waar maar daarmee is niet ge
zegd, dat onze deugniet vannacht
niet terug zul keeren. Hoe verklaart
ge anders die ópen deuren, dat bran
dende vuur e i dat nog niet gebruikt
avondeten Blijkbaar wordt er
iemand verwacht, zal er nog iemand
komon... die iemand is onze man ik
voel dat als "t ware... Ga naar Fleury
terug, als ge dat wilt, brigadier, maal
laat mij hier blijven. Ik ben er op ge
steld vandaag met dien Leonard af te
rekenen 1
Als jij blijft, zal ik ook blijven,
hernam de brigadier goed, wij zul
len wachten... misschien zal in dien
tijd de j-egeu ook ophouden.
Dat is best mogelijk maar wacht
even... die Verlichting dient nergens
toe en zou den vcgel maar doen vluch
ten, terwijl wij hem juist hier wijlen
hebben wij hebben voor onszelf altijd
licht génoeg.
Ilij blies de lamp uit en bracht, d-
lantaren naar het aangrenzende ver
,t| i?k' .om.'h,6tn le kunneii'.viuden als zij
hem noódig hadden toen gingen de
l>eide militairen in hun mantels ge
wikkeld bij het haardvuur zitten,
waar een restje warmte hun doornat
te kleeren begon te drogen.
Kr verliepe: eenige oogenblikken.
Marin en zijn metgezel zwegen, hetzij
uit voorzichtigheid, of dat zij zich aan
hun overpeinzingen overgaven, en
zij bleven volkomen onbewegelijk zit
ten.
Plotseling boorde men buiten een
soort van klotsei-alsof.iemand met
veel moeite door plassen water heen-
het huis naderde. De gendarmen wa
ren geheel en al aandacht en stonden
op. zonder samen een. woord t© wis
selen.
Heel spoedig ging de deur open,
©en schaduw werd in de deuropening
zichtbaar, en klappertandend klonk cr
een verschrikte slem
Maar I miji lieer Marin, is het
dan beusch waar, dat u in zoo'n af
schuwelijken nacht hier is
Labourot wierp zich met één sprong
op hem, die dez - woorden uitsprak jen
greep hein om liet, lichaam vast
Ik heb lieiu vast, brigadier,
hij op verheugden toon uit, breng het
licht hier... I-Iet is-hein Nu word
ik uw schoor zoor.
Leonard, die zoo geheel onverwacht
was verschonen, was eerst dóór dezen
.plotseliiigen aanval verdoofd g©\\©est
cm had zich zonder lekenstand laten 1
uien. Maar de stem van Labourot,
it woord schoonzoon zoo
voorbarig en ongetwijfeld met een
kwaadaardige bedoeling genoemd, gu-
ann den weerspannige at zijn
energie terug. Hij maakte zich met
een heftige krachtsinspanning los,
greep op zijn beurt zijn aanvaller beet
en wierp hem op den grond.
Ah tien j dat, ongelukkige La
bourot zei hij doedeiid. de duivel
heeft je zeker var.nacht hierheen ge
leid om je te straffen voor hetgeen je
misdaan hebt.. Zoo wil jij do
schoonzoon var; den brigadier zijn,
Wil jjj d? echtgenoot van mijn
dierbare Victoire worden? Nooit,-ver
sta je 0 Nooit., uooit
Tijdens dit gevecht, waaraan hij
door de duisternis niet kon deelnemen,
was Marin den lantaren in het aan
grenzend© vertrek gaan halen en hij
riep inet luider stem
Leonard Bouvet, verweer je niet
je maakt je zaak nog maar ern
stiger! Ik uecm je gevangen ia
naam van de wet, je moet je onder
werpenHoud je goed, Labourot,
ik kom bij jel
(Wordt vervolgd).