Smuk Disbud DE WEERSPANNIGE TWEEDE BLAD Dinsdag 19 HoTember 1912 OM ONS HEEN No. 1619 Over onze Tramdlensten. "Wie aan den weg timmert, heeft veel 1 Kik ij ks. Daar .weten openbare vervoermiddelen, gemeentebesturen en.... dagbladen van te spreken. En van die vervoermiddelen de trams liet meest, omdat ze het meest fi©- bruikt wanden en door dezelfde per sonen. „Iedereen kan een tram exploitee- ren", lieeft wel eens een trnmdlrecti© spottend gezegd. „Iedereen kan dokteren zucht de medicus". „Iedereen' kan een gemeente be sturen", zegt ironisch een wethouder. „Iedereen kan een courant redigee- ren", zeg ik op mijn beurt gelaten. En het eenige, wat ons troosten mag, wanneer anderen wijsneuzige' opmerkingen maken over ons vak, is, dat de journalist wel eens betweter over gemeentelijk beheer is, de tram- directeur soms huismiddeltjes aan prijst en de dokter bromt op den tramdïonsL Laten we ons, om kort te gaan. herinneren dat wij gebreken, die we onzen naaste verwijten, zelf uok wel hebben.... en hierna terugkeeren tot het tram-onderwerp. Een dag of wat geleden kreeg ik het volgegde bericht te plaatsen ZAL DAT NOG LANG DUREN Het is nu ongeveer drie weken geleden, dat op de Dreef de straat opgebroken is en een gedeelte van de tramlijn is uitgebroken. Een en ander geschiedde omdat een nieuw kruisstuk in de tramlijn moest wórden, gelegd daar, waar de E. N. E. T. de paardentram kruist. Thans ligt het werk nog zooals het is begonnen De beide kruisstukkeu liggen klaar om zoo ingelegd (e worden. Een berg steenen staat er al dien tijd op gestapeld. Eiken avond wordt dat gedeelte met brandende lantaarns afgezet en intusschen blijft die onooglijke toestand voortbestaan. Ziedaar nu een mededeel in g, zooals ©r wel honderd komen in den loop "van een jaar. Vreemde leiding zoll- den vel# lezers geprutteld hebben en hunne verstandige hoofden daarbij geschud, indien wè het geplaatst hadden. Want dat hebben wo niet gedaan, omdat we toevallig dien dag juist de directie gesproken hebben en vernomen, dat zij al liet beschikbare personeel aan het werk op den Koninginneweg gezet had, omdat do directie der gemeentewerken er op stond, dat dit laatste ten allerspoedig ste zou worden afgemaakt. En dat is nuttig, nietwaar, dat de tramconces- sionaris voldoet aan wat de ofdeeling publieke werken (met andere woor den het gemeentebestuur) voor schrijft Juist, maar dan is de critiek in het bericht ook onbillijk, want al wordt de tramdirectie in het bericht niet genoemd, dat ze op haar be doeld werd, is voor iedereen duide lijk. Dag aan dag kunnen we hooren, dat de dienst van de E. N. E. T. niet vlug genoeg is, de wagens te laat ko men en ongeregeld. Gedeeltelijk is dat juist en .gedeeltelijk onjuist, want, laten we het maar erkennen, hoe beter de dienst wordt, hoe meer rij tuigen er loopen, des te minder ge duld hebben we, om even Ie wachten. Een trampassagier zou wel willen, dat wanneer z ij n persooil bij het haltepaaltje staat, do tram ook juist voorkomt of tenminste juist aankomt; ik geef toe, dat dit een ideaal is, maar een dat nooit bereikt zal wor- den, zoolang er niet ©en tramwagen wotdt uitgevondeh, die precies even lang is als de heelo ceintuurbaan en zich voortdurend voortbeweegt, met platformen er naast, die als een trottoir roulant verschillende snelheden hebben, zoodat ieder er in de vaart op- en afstappen kan. Zoo dra dit. monstrum van een vervoer middel uitgevonden is, zal wel blij ken, dat de Damstraat bijvoorbeeld zesmaal te smal is. Soms is de klaoht gewettigd dan komt inderdaad een wagen to laat. Maar is daarvan de onderneming, dat wil zeggen het personeel, het ma terieel, de dienstregeling of welk ander onderdeel men wil, a 11 ij d schuldIleeft het publiek zich niets te verwijten Ik spreek nog niet eens van kolen-, meel- of houtwagens, die hun wrakke wielen altijd precies op de tramrails verliezen en dan over zij vallen, zoodat er geen tram door kan dal komt niet i ede ren dag voor. Maar er zijn ook dagelijksclie aanlei dingen lot stoornis. VLUG IN- EN UITSTAPPEN verzoekt de directie, maar wat is vlug? Moet daaronder gerekend worden, dat de passagiers rustig blijven zitten totdat de tram stilstaat bij hun halte en dan, na vrienden of kennissen gegroet to heb ben, dood op hun gemak uitstappen Do directie vat dat anders op zij zou wenschen, dat wanneer de trom oen halte n a d e r t, ieder die daar uit stappen wil, alvast opstaat ©n op of bij h©t achfcerbalcon slaat, wanneer de wagon stil houdt. Als liet verschil tusschen do een© en de andere ma nier twintig seconden is (en dat wordt het licht), dan is drie maal een minuut en dertig maal tien minuten ja, vermenigvuldigen is een leerzame kunst. Bezien we nu het instappen. Men schop,-die uren achtereen mot elkaar in gezelschap waren, hebben altijd op minuut, wat bijna niets is, cijfert eens even uit, hoeveel dat wordt voor tien, twintig, honderd mensdhon en... betere zich, De directie kan door goed personeel te kiezen, goed materieel te koopon en goed toezicht te houden, veel doen om een behoorlijken trein dienst te verzekeren, maar wanneer niet iedere tramreiziger daartoe mee werkt, baat het nog niet veeL Niets is zoo coöperatief als een Iramdienst. Hcusch, we moeten beter leeren trammen. Vlugger vooral. Want of wij zelf den tijd al hebben, eon ander heeft baast. Alleen gebrekkigen en ouden van dagen hebben het recht, langzaam t© wezen. De overigen behooron snel te worden, ln het algemeen belang. Ziedaar stof voor de vraag waar om komt de tram soms zoo laat Ik vermeld volledigheidshalve den vrachtwagenbestuurder, die niet van de rails verkiest te gaan. Die soort is wel schaars, maai- uitgestorven js zo nog niet, Een paar opmerkingen over do E. S. M. Eenigen tijd geleden was er tus schen Amsterdam en Haarlem veel oponthoud door het brekein van assen. Nadat do eerste asbreulc in 1907 was voorgekomen, zijn er naderhand meer gevolgd. Do reden daarvan is, dat het metaal door de .voortdurende trilling inwendig van gedaante verandert. Deze assen zijn nu vernieuwd en daarna wordt ook van asbreuk niet meer vernomen. Do wagens-hebben of krijgen ook nieuwe Iuclitremmen. En dan is er nóg ee.n verbetering op til, waarover ik nog niets vertellen mag en die de directie tot St.-NicolaOsverrassing be stemd heeft. Wie op den avond van den 5den December van of naar Ara- het oogenblik van afscheid nemen nog j sterdam gaat, zal zich daar het eerst een allerlaatste herinnering of waar-1 in kunnen verheugen, schuwing. „Nou, dag, hoor, donk om Hun is er naar' aanleiding van on- den verjaardag Van Pietje, overmor-1 gelukken in den laatsten tijd, waarbij gen verwacht ik je, zooals gezeid,i iemand onder den wagen raakte, dag. Kees' (een handje), „nou, doe ze aanmerking op gemaakt, dat niet thuis nog wei de groeten" (een zoen), iedere wagen een vijzel meevoert, „en, ja, da's waar ook, laat WillemMaai- het opvijzelen van een wagen, morgen m'n paraplu even thuis brem- i vooral van deze soort, waar de trucs gen.... D© wagenvoerder heeft al een onge- duldigen trap op zijn hel gegeven, om dat als hij te laat komt, de contro leur licht vraagt„begin jij ook al te maleaigeren en de conducteur, met de hand aan 't schelkoord, heeft tussdlien het afscheid door al onge voelig weg geroepen: „kom, juffrouw, we hebben geen tijd, ik vertrek, hoor", waarop de juffrouw (want, mannen, moet ik tot mijn spijt, zeg gen, zijn. gewoonlijk vkiggör) zich met moeite op hot .balcon hijscht, dooi den schok van den voortschietenden wagen omver zou tuimelen als de conducteur haar niet vasthield en, eenmaal veilig bp de bank gezeten, do verzuchting slaakt „m'n hemel, wat een haast." Andere passagiers staan bij oen halte, waar ook de E. S. M. stopt, peinzend naar den naderenden E. N. j E. T.-wagen te kijken, maar geven met het minste teeken, dat ze uioe- I willen. En daar de wageuvoerder zoo j knap niet is, dat hij dat op hun ge- zicht kan lezen, evenmin telkens stop- j pen kan om beleefd te vragen „moet uwe© bij geval mee rijdt hij door en wordt twintig meter verder door haastig bellen van 't achterbalcon tot stilstaan genoopt. De peinzende pas- j sagier moet toch mee, komt nijdig j den wagen achterna gedraafd en in formeert bij den conducteur, „of dio wagenvoerder niet beter stoppen kan?" Gevolg: oponthoud. Altijd op- onthoud. Of kleumende lieereu in den winter in een portiek blijven slaan, totdat de tram op liuu wenken j stilstaat, om dan op hun gemak en met tegenzin uit liet beschutte pluats- j je te komen, of zenuwachtige dames Juist aan den linkerkant van den vva- j gei) willen instappen, hoewel bij men- sehenhougenis altijd en immer de too- i gang aan den roehtscheu kant ge- vveest is, vertraging is er het gevolg van. En wie zelf bij Stavros een reserve divisie der Grieken landde (N.O. .h,oek van Chal- cliis) en bezit mam van Poliigyros, Salon,!ki alzoo uit het Z.-O. bedrei gende. Vóór wij ons weder begeven naar het hoofd-operatietooneel ten Wes ten van Konstantinopel, moet er nog antwoord gegeven worden op de vraag: hoe slaat het met de Monteine- grijnen bij Skcetari? Wij verlieten hol bergvolk, vechtende in de heuvelen bij Tarabosj, ten einde Skoetari 1e kunnen naderen en innemen. Nu na een maand, is Skoetari neig in han den der Turken. De krachtige verde diging dwingt bewondering af. Aan vallen der Montenegrijnen, die met doodsverachting voorwaarts gaan. verbloeden door de weergalooze taai heid van de verdedigers. En aJs de gelegenheid zich voordeed, dan wer den de Turken op hun beunt aanval lers en wierpen hun vijanden dikwijis met groote verliezen terug. Don ?4©n October hadden de Montenegrijnen al hun belegeringsgeschut in positie en begon het bomhard emeu t van Skcetari. Koning Nikita schijnt even wel last gegeven te hebben, de stad zelve zooveel mogelijk te sparen, waarschijnlijk omdat, hij vermoedt die stad en natuurlijk no,g veel moer na afloop van den oorlog bij Monte negro te zien gevoegd. Der Noordelij ke colonne, die met succes togen No- vi Baza en Priitsjiana, geopereerd heeft, is het ook gehukt den dapperen tegenstand van de Albaneezen in het Zuiden van tiet S-.iiwl-zjak en in tiet Oosten van Montenegro te breken en zich 'van dat gebied meester te maken. D© weg naar Ipek ligt nu voor haar open, terwijl ook de verbinding lus- seheii ipek en Skoetari over Plava, üoessinje en Sjalja door die uf<l, fi ling tot stand kan worden gebracht. Die aangegeven weg voerl ten N.W. van den hoofdkam van de N. Albanec- sche Alpen in de nabijheid van de MonUmegrijnsche grens. Al voort- rukkende werd den 29sten October Plewlje bezet, waar een half uur te voren de Serviërs waren binnenge rukt. De vereenigïhg van beide legers gaf aanleiding lot roerende toonee- len. Het sandzjak is nu op dien da tum geheet van Turksclie troepen be vrijd en de twee colonnes van het Sen isChe leger, die aan die ontrui ming hebben meegewerkt, vertrokken de drie Servische hoofdlegers V' te gaan versterken. De laatste Tur- lfi 1 I. .Irtrt'n 1 in de omgeving van Luleh-Biirgas word met ongekende energie en doods verachting aan heide zijden gevoerd. De Turken hadden ontzettend te lij den van liet vuur der Bulgaarsoho ar tillerie. dat zij niet krachtig konden beantwoorden doo~ gebrek aan muni tie. Ook de verpleging van de Turken, voornamelijk de voeding, liet in die dagen neg meer te wenschen over dan vooiheeu en de uitputting van de Turken, was dan ook een der hoofd oorzaken. dat een dappere poging van de divisie van Moekta: -Pasja, om van Visa uit, het offensief te hernemen in de richting van Bunar-Hissar mis lukte. Versche troepen, over de Zwar te Zee bij Mldia aangevoerd, stelden Moektar-Pasja in-staat, om in goede orde de Tschataldscha-linie een duur zame stelling, 40 K.M. ten W. van Konstantinopel) te bereiken. Ofschoon het leger van AbduUa-Pasja terugge- worjien was, maakt? dit nog ééiuuaal front in de lijn Tsjorlu-Wisa en hield daar nog een of twee dagen met hel denmoed stand. Ofschoon zonder ge volg, want de krachtig aanvallende Bulgaren noodzaakten ook hem ten Slotte terug te trekken op de Tscha taldscha-linie. Die terugtocht ging met groote moeilijkheden gepaaid, door het krachtig achtervolgen van de Tur ken. Voortdurend, moesten de achter hoeden vari de terugtrekkende afdee- lingen front naar achter maken, om, zich bijkans geheel opofferende, hun lotgenooteii een veiligon terugtocht te bezorgen. Do Tnrksche verliezen wor den geraamd op 20.000 do oden en evenveel gewonden. Het verliescijfer dor Bulgaren is mij niet bekend, doch zooveel is zeker, dat ook de aanval lers ontzettende gaten in hun gelede ren gekregen hebben. Adrianopel was nu volkomen inge sloten en geïsoleerd en had op ontzet niet meer te rekenen. Voor de Turken was liet behoud var Adrianopel op dut ©ogenblik van veel belang, daar de vesting een versperring vormt in den spoorweg, van Mistafa-Pasja naar de Tschataldschfi linie. 3 November had de terugtocht der Turken op laatstgo noemde linie plaats en 4 November riep de verhevei Porte de bemiddeling der mogendheden in, tot verkrijging van een wapenstilstand. C. J. A. KRUYT. meemoeten worden opgevijzeld, iskeinjstfn door hun vijanden op Oosten geen werk, dat technisch ongeschool- rijksch gebied afgedrongen (pLm. 1500 de conducteurs en wagenvoerders man), .waar zij ontwapend en doen kunnen zelfs is het gevaarlijk, hen daarmee te belasten. Maar o\er ongelukken on de mid delen ter voorkoming in een volgend aYtikel. J. C. P. oorlog op het Balkan- Schiereiland. IX. In de eerste dagen van November, na verschillende min of meer lievige gevechtenbereikten de Grieksehe le gers de lijn Janina-Karaferi, loó- peude ongeveer Z.O.-N.W. de tur ken in wanorde Voor zich uit jagende. Deze lieten bun afdeelingen terug gaan op Monaster en Saloniki. Het le ger van deu Grïekschen Kroonprins, marclieerde over Kara Term e-i Xiausta naar Jamtza, bij welke plaats het in bots ng kwam met oen Turksdie afdeeling van pi.ro. 40.000 man. Na een vrij zwakken tcgenstuud te hebben geboden, werden de Turken uiteen geslagen. Door dit succes was het nu den Griekschen Kroonprins mogelijk geworden, zich te plaatsen tusschen Monastic en Salonika, waar door liet Turksclie Westerleger door broken was. De overblijfselen van het te Janiiza verslagen Turksclie leger zochten een goed heenkomen in Monaslir en Sa- ervoerd werden. Eu nog altijd houdt Skoetari sland. Van Moiiteiirgrijnsehe zijde werd den 28sten October reeds bekend ge maakt, dal Skoetari aangeboden bad zieli over te geven, doch den 30sten d.a.v. stond nog vast dat die plaats en Tarabosj zich. met goed gevolg verde digden tegen dé Monlenegrijnscho aanvullen, liet artillerievuur van Ta rabosj.. had veel uitwerking, hetgeen bl'jjtt uit. de herhaalde veranderingen van opstelling van-'hun geschut, waar toe dé Montenegrijnen gedwongen Werden. De belegeraars ondervinden vele moeilijkheden van de Katholieke Alhaneezen, die van koning Nikita bobben geeischt schriftelijke waar borgen voor de autonomie van lnin gebied, na het einde van den oorlog. Die eisch-is door den vorst der Zwar te bergen nog niet ingewilligd en men moei cr ernstig) rekening mede hou den, dat, wanneer aan dezen eisch niet voldaan wordt, deze Alhaneezen tegen' de Montenegrijnen partij zullen Laat ons nu zien, wat er in dien tlisschentijd voorgevallen is op liet terrein van de verbitterde vvorslelm- gt-n tusschen Bulgaren en Turken. Het sterke Adrianopel, dat stand liield, toen het Turksclie leger iu de lijn Adrianopel—Kirk Kilisse terugge slagen werd, heeft de Bulgaarsche hoofdmacht in zijn opmarsch niet te gengehouden. Generaal iwanoff sloot de vesting, in en de rest der Bulga ren trok den 27en October Oostwaarts tot vervolging-en zoo mogelijk vernie tiging van de Turken. Deze haddi-n j zicii na hun iaatsie- nederlaag zoo i goed mogelijk verzameld en zich ge leld in de lijn Luleh-Burgas (gelc- lomki. Monaet r wordt nu uit 't -'ui- gcn llun {]en spoorweg Adrianopel dm door de Grieken en uit Noordc-l'j- ke riohtiiig door de Serviërs bedreigd. Behalve de bedreiging uit hét Westen door liet leger van den Kroonprins, moest Saloniki ondervinden, <Lat .l et O. en Z.-O. ook gevaarlijk begon te worden. Want een langs"cte Westkust der golf van Salon'ki over Katerini opereeren.de Grieksche colonne was reads den mond van de rivier Wis- tritza genaderd en marcheerde in de ■chuld geweest is richting vau SaLonik Konstantinopel)Visa (aan den W.- voct van hel Istrandza-gcbcrgte). De Bulgaren waren intusschen versterkt dooi' Servische hulptroepen, wat noodig was, want de Bulgaarsche ge lederen waren aardig gedund. De troepen, dio Adrianopel voorloo- pig ingesloten hielden, werden door reserve-troepen afgelost, zoodat voor déii aanval op de Turksche stellingen beschikbaar waren het le en He Bul gaarsche leger. Ongeveer 220.000 Sla- ven begonneu den reuzenstrijd tegen terwijl ondeu.-1 ongeveer 150.000 Turken. Die twee vertraging van ?én kwart bescherming van de Grieksc-lie vloot 'daagsclle strijd, die het hevigst aas Buitenlandsch Overzicht Onze Lachhoek RECIPéi Rustig leven, nimmer kijven, Riciitig „amo" conjugeeren, Nuttig steeds den tijd verdrijven En niet veel medicineerenl „Matig zijn" zij u geraden, Nimmer op het toeval bouwen. Steeds een man in woord en daden 1 'n Gemoedelijk vrouwtje trouwen; Optieruinul, trots 's levens plagen En gezond zïjt ge alle dagen 1 De Balkan-krijg. 't Is nu meer dan duidelijk, dat 't Rijk van de Halve Maan ondergaai, Do toestand van 't Turksche leger is zeer bedroevend. Wat ooggetuigen daarover thans vertellen, doet inzien, dal verdere te genstand voor Turkije geheel iiope- ioos is. De Turken, geknot door do groote verliezen, die zij leden ondcr het lood en staal der vijanden, wor den nu geteisterd door cholera, ty phus, pokken, wellicht nog andere be smettelijke-ziekten. De opeenhöoping van vele arme, vervuilde, en onzin delijke menschel), zonder dak en zon der voedsel,, zonder verzorging en zonder geneeskundige hulp in een stftcl uls Konstantinopel, moest bijna zulk een gevolg hebben. Maar er dreigt gevaar niet alleen voor die stad, maar voor gèheèle landstreken, als de ziekte gelegenheid vindt zich uit te breiden. Vandaar de poging van den opper sten gezondheidsraad in Konstantino pel. om bij de mogendheden te be werken, dat de intocht der Bulgaren iu de hoofdstad die door do over winnaars als de kroon op hun triomf wordt geacht worde voorkomen. Wat door geen ander middel kon worden verhoed, moet vurden voor komen uit een ijezondticidsoogpunt. Koning Ferdinand zal zijn legers niet willen, niet kunnen brengen naar een liaurd van besmetting van allerlei kwalen. Maar ook de gezondheidstoestand van de legers buiten Konstantinopel maakt 't noodzakelijk, daL de vrede heel spoedig gesloten wordt. Meer dan duizenden mènschcn val len nu reeds eiken dag als slachtof- [ets der cholera. Nog steeds breidt de ziekte zich uit. En als de oorlog voortduurt is een bestrijding natuurlijk niet mogelijk. Oorlog, cholera, pokken, en pest schijnen nog niet genoeg te zijn, nu komen daar nog bij opstand, samen zwering en revolutie. De Jong-Turken en ook de Oud-Tur ken weren zich geducht en moeten 't voornemen hebben door de revolutie nog iets to redden. Maaris er nog Wel iels le redden? Waarlijk, de zieke man krijgt nu wel alle kwalen tegelijk, die hem on dermijnen en ten grave sleepen. En do verbrokkeling, het uiteenval len, begint nu ook reeds in andere deelen van het Turksche rijk mcrl baar te worden. Het was bekend, dat de Turken ne gens bemind waren. Sedert vele jare r u 811 t o n was er altoos en overal opstand. In Arabic heeft reeds meer dan ecu kwarteeuw een opstand gelieerscht, die nooit geheel bedwongen kon wor den. In Syrië en Armenië is het al niet beter. Thans, nu de vier Balkanstaten den kolossus met de leemen voeten heb ben omvergesmeten, komen uit alle streken berichten van afscheiding Zal het nog lang duren voordat de Ara bieren hun leus verheffen: Arabië voor de ArabierenI In Syrië wordt door de Christenen en een deel Mohammedanen samen gewerkt voor de afscheiding van Tur kije, in Armenië heerschen opstanden en Is het Turksche gezag niet meer te handhaven. Engeland moet 't oog gevestigd heb ben op Syrië en bovendien nog het voornemen hebben thans definitief op Egypte beslag te leggen. Zoo schiet er van heeKTurkije niets over. Van dat eens zoo machtige we reldrijk Naar tien vrede? Kans op een spoedigen vrede is er helaas I nog niet. De Balkanstaten zijn 't onder el kaar nog niet eens over de voorwaar den voor een wapenstilstand. Door liet succes der Balkanstaten zijn verschillende groote vragen op het tapijt gekomen, waarmede men geen rekening gehouden schijnt te hebben. Zulke vragen zijn het bezit van Ucskjocb, van Monastir en van Saloniki. Hierover moeten de Balkan staten liet nog eerst onder elkaar eens worden. Is cr dan nog niet genoeg ellende aangericht?.Had Europa maar in gegrepen vóór den oorlog. De diplo maten zullen zeker wel zelfverwijt hebben Veel, zoo niet alles, had voor komen kunnen worden. Had voerko- en moeten worden! Dc Turksche regeering heeft tot ee nige vreemde vorslen het verzoek ge richt tusschenbeide te treden bij de oorlogvoerende stalen, teneinde het sluiten van den vrede te bevorderen. Van de oorlogsvelden. DE BULGAREN. Gisteren waren er telegrammen van belangrijke en schitterende overwin ningen dor Turken in de Tsjataldja- lir.ic. lieden, lcoml daarvan evenviel geen enkele bevestiging. Alleen is er een telegram uit Turk sche bron, dut er gevochten is en dat de aanval der Bulgaren is afgeslagen. Do journalisten werden van 't ge vechtsterrein geheel geweerd. We beginnen nu de Turksche over- winiiingsberichten nog meer te wan trouwen. Bovendien komt er een telegram uil Bulgaarsche bron, dat de toestand van 't Bulgaarsche leger heel goed is, van een epidemie of andere buitenge wone verzwakking is geen sprake. 't Beleg van Adrianopel is ook nog steeds gaande. De Bulgaren zeggen „dc val is nog slechts een quaestie van tijd". In .Sofia liggen thans 12000 gewon* den. DE SERVIëRS. de Serviërs Monastir hebben ingenomen. 50.000 Turken gaven zich over. Juist gisteren waren er berichten gekomen, dal de positie der Serviërs bij Monastir minder gunstig was ge worden, en dat de Turken 9 kanon nen op de Serviërs veroverd hadden. 't ls dus gauw gekeerd. Althans als 't Servische overwinningsbericht juist DE MONTENEGRIJNEN. De inneming van de havenstad San Giovanni di Mediia in AJhanië, door da Montenegrijnen, wordt bevestigd. De Turken moeten geen tegenstand geboden hebben. Skoetari wordt nog steeds door do Montenegrijnen belegerd. De Turksche commandant der ves ting die dus niet geheel is inge sloten meldt: „Het gevecht van Muslimkoj duurde twee dagen en ein digde met een nederlaag van den vij and. Wij hebben drie vaandels en veel munitie en geweren buit ge maakt. Aan de /"'de van den vijand (Montenegrijnen) vielen 1000 dooden eu nog meer gewonden; wij verloren 385 man aan dooden eu gewonden." het Fransch), 17) Hoe meer zij d© Kraan naderden, des te meer doorweekt scheen dc grond te zijn en weldra merkten zij, dat zij docr een geelachtigs- brei liepen van eenige duimen dik. Maar zij waren te zeer van hun dort vervuld om zich over deze omstandigheid ongerust te ina- ken en eindelijk kwamen zij bij het huis van Bóuvet aan. De diepste stilte heerschtc rondom, alsof dc familie al langen tijd geleden ter rus' was gegaan. Geen enkel licht brandda meer achter een der vensters; toch steeg er nog een beetje rook op uit den schoorsteen. Een waakzame bond, die in dergelijke gevallen nooit gemankeerd bad nachtelijke bezoekers met zijn sonoor geblaf té begroeten, zweeg ditmaal en scheen te slapen, evenals alle anderen. Labourot- begon in zichzelf te la chen. Ik geloof, mompelde bij, dat wij op bet goede oogenbijk komen di© Leonard zal eindelijk do kracht van mijn duimen eens voelen maar kom, nu geen piantjes meer... Dit huis heeft twee deuren, deze eu een andere, die achter in het boscli uit komt... houdt gij aan dezen kant de wacht, brigadier, ik zal, als ge hot mij jiermitcert, de andere deur bewaken: zoo zullen wij alles \angeii. wat in huis is, lijkt ii dat niet goed Ja, niuar late' wij ons haasten.... het komt mij voor, dat ik die houtsta pels al zie beven, alsof zij door bet water opgetild werden... Het gaat hier niet goed. Het zaakje zal niet lang duren. Ik ga rnijn Ionia rei-, aansteken en wij zullen aankloppen als ik klaar ben. Ja, maar pas op, brigadier de rakker is vlug en men zal stellig weerstand bievlen, als men den tijd heeft zich ooi te draaien..." Zorgt gij voor den va der, ik belast iuij met den zoon. De brjgadie' -maakte zwijgend zijn karabijn los, terwijl Labourot een opening in de beg Van den tuin zocht. Een oogenblik hoorde men niets meer dan het neerstrooinen van den regen op het dak van hel buis en liet doffe gedonder van de rivier. Eindelijk tikten de gendarmen tege lijk aan do beide deuren van liet buis; maar tot bun groote verbazing stonden deze beide deuren los en zij kwamen zonder moeite binnen het buis waa leeg. Men maakte echter uit verschillende teekenen op, dat liet huis haastig alleen sclalen was en nog maar sinds enkele cogenblikken. De overblijfselen van het avondeten ston den nog op de tafel 'verspreid, een vlammende houtspaander lag n<>g in deu haard maai' de geheele familie, man, vrouw en kinderen, waren ver- d\\ enen. oor deu drommel riep Labou rot, die niet zijn lantaren iu de hand liet voorhuis docrliep, uit, dat is too- venarij. Niemand heeft hen vooruit kunnen waarschuwen en toch is het nest al leeg... ten minste als hier ner gens een geheime schuilplaats is Je weet van niets wij hebben de ze woning al zoo dikwijls van onder tot boven onderzocht.... Ik begrijp er niets van en vind er zelfs iets onrust barends in. De moeder noch de kinde ren zouden iets vau ons te vreezen hebben waarom zijn zij dan vertrok ken Laten wij toen eerst nog eens zoeken en ouzo luak tut het einde toe uitvoeren. Zij staken een kleine lamp aan, die op deu schoorsteenmantel stond, en nu begonnen zij met een nauwkeurig onderzoek. Dat was gauw ufgeloopei): het huis bestond maar uit twee ver trekken en do meubelen waren ook niet talrijk. Na verloop van eonigu mi nuten waren de vertegenwoordigers vun de openbare macht overtuigd dat. zij alleen in de Kraan waren. Ik begrijp er niets rueer van, zei •Marin met peinzen den blik.,de familie- Bouvet heeft voor zoover ik weet, geen ander toevluch tsoord en de zaak is mij duister.... Maar wij zullen dat latei- wel eens aan liet licht brengen voor t oogenblik is onze zending mislukt, wij moeten naar Fleury terugkeeren. tYat zoo gauw al, brigadier antwoordde Labourot waarom zou onze zending mislukt zijn De Buu- velS, jong en oud, zijn vertrokken, dat is waar maar daarmee is niet ge zegd, dat onze deugniet vannacht niet terug zul keeren. Hoe verklaart ge anders die ópen deuren, dat bran dende vuur e i dat nog niet gebruikt avondeten Blijkbaar wordt er iemand verwacht, zal er nog iemand komon... die iemand is onze man ik voel dat als "t ware... Ga naar Fleury terug, als ge dat wilt, brigadier, maal laat mij hier blijven. Ik ben er op ge steld vandaag met dien Leonard af te rekenen 1 Als jij blijft, zal ik ook blijven, hernam de brigadier goed, wij zul len wachten... misschien zal in dien tijd de j-egeu ook ophouden. Dat is best mogelijk maar wacht even... die Verlichting dient nergens toe en zou den vcgel maar doen vluch ten, terwijl wij hem juist hier wijlen hebben wij hebben voor onszelf altijd licht génoeg. Ilij blies de lamp uit en bracht, d- lantaren naar het aangrenzende ver ,t| i?k' .om.'h,6tn le kunneii'.viuden als zij hem noódig hadden toen gingen de l>eide militairen in hun mantels ge wikkeld bij het haardvuur zitten, waar een restje warmte hun doornat te kleeren begon te drogen. Kr verliepe: eenige oogenblikken. Marin en zijn metgezel zwegen, hetzij uit voorzichtigheid, of dat zij zich aan hun overpeinzingen overgaven, en zij bleven volkomen onbewegelijk zit ten. Plotseling boorde men buiten een soort van klotsei-alsof.iemand met veel moeite door plassen water heen- het huis naderde. De gendarmen wa ren geheel en al aandacht en stonden op. zonder samen een. woord t© wis selen. Heel spoedig ging de deur open, ©en schaduw werd in de deuropening zichtbaar, en klappertandend klonk cr een verschrikte slem Maar I miji lieer Marin, is het dan beusch waar, dat u in zoo'n af schuwelijken nacht hier is Labourot wierp zich met één sprong op hem, die dez - woorden uitsprak jen greep hein om liet, lichaam vast Ik heb lieiu vast, brigadier, hij op verheugden toon uit, breng het licht hier... I-Iet is-hein Nu word ik uw schoor zoor. Leonard, die zoo geheel onverwacht was verschonen, was eerst dóór dezen .plotseliiigen aanval verdoofd g©\\©est cm had zich zonder lekenstand laten 1 uien. Maar de stem van Labourot, it woord schoonzoon zoo voorbarig en ongetwijfeld met een kwaadaardige bedoeling genoemd, gu- ann den weerspannige at zijn energie terug. Hij maakte zich met een heftige krachtsinspanning los, greep op zijn beurt zijn aanvaller beet en wierp hem op den grond. Ah tien j dat, ongelukkige La bourot zei hij doedeiid. de duivel heeft je zeker var.nacht hierheen ge leid om je te straffen voor hetgeen je misdaan hebt.. Zoo wil jij do schoonzoon var; den brigadier zijn, Wil jjj d? echtgenoot van mijn dierbare Victoire worden? Nooit,-ver sta je 0 Nooit., uooit Tijdens dit gevecht, waaraan hij door de duisternis niet kon deelnemen, was Marin den lantaren in het aan grenzend© vertrek gaan halen en hij riep inet luider stem Leonard Bouvet, verweer je niet je maakt je zaak nog maar ern stiger! Ik uecm je gevangen ia naam van de wet, je moet je onder werpenHoud je goed, Labourot, ik kom bij jel (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5