iunars Oagblio
aangesloten geeft uft eene tweemoan-
delljksche lijst van mimen van per
sonen omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim 011
geschonden moed blijven en die als
waarscbuwingsmiddel uitstekende
diensten bewijst.
Waar eone vereeniging, die hare le
den al deze voordeelen en gemakken
aanbiedt, slechts f3.50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker 6en
zoer bescheiden eisch te noemen, te
meer daar al liet opgenoemde niet het
eenigo is wat de Haarlemsche Han.
delsvereoniging doet; steeds beeft zii
een open oog gehad voor alle zaken
dis hare leden in 't bijzonder en onw
gemeente in 't, algemeen betroffen et
altijd heeft zij daarvoor gesproken.
Het zou te ver voeren alles op te noe
men, waarvoor zij opkwam, alleen
dient nog vermeld, dat hel hare be
doeling is, in deze richting krachtig
voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie commission gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
mot het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeene Middenstandsbe-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe. handelaar of particulier
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
tot 6tand brengt verdient uwe sympa
thie en de contributie, f 3.50 per jaar,
kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker
zij is in ledental, des te meer kau
de Haarlemsche HandelsvereenigLng
doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
CCCLXL
De strijd om het presidentschap der
Republiek wordt hoe langer zoo meer
geserreerd en diensvolgens klaarder.
Besprak ik in een mijner vorige
brieven de kansen van Antonin Du-
bost, Paul Deschanel, Raymond Poin-
caré en .generaal Lyautey, thans zijn
er twee andere candidaten op den
voorgrond getreden, met name bet
oud-parlementslid Alexandre Ribot en
de heer Pa.ms, op het oogenblik mi
nister van Landbouw.
Hopnobele raspaarden, hop
schaart u in liet gelid voor den afrit.
Wie uwer zal het oerst den eindpaal
bereiken
Gelukkig voor u allen, dat Léon
Bourgeois, door talloozen aangezocht
om zich candidaat te stellen, bedankt
heeft voor de eer. Want hadde hij zich
candidaat gesteld', tien tegen één, dat
hij de zege zou .hebben behaald. Te
gen hem valt niet te strijden. Hij is
altijd een, zooa-ls iemand het heel tee-
kenaehUg heeft gezegd, „formidable
béte t concours" geweest. Geen onkel
politicus in Frankrijk geniet meer
dan hij den roep van wijsheid en eer
lijkheid. Er zijn politici, die intelli
genter Avoivlen geacht, maar Léon
Bourgeois wordt voor de wijste ge
houden. Hem omgeeft een legende a an
Oostersch© Avijsbeid. Hebt gij niot op
gemerkt, dat zoodra d© Fransche re
geering een .crisis onderging, men bij
den lieer Bourgeois om raad kwam,
en dat hij steeds geweigerd heeft, op
don voorgrond tc treden Zooiets
„pakt". Sapristi! iemand, die altijd
bereid is om goeden raad te geven in
's lands belang en niettemin van alle
„honneurs" afziet dat is iets onge
woons „par ie temps qui court". Een
man, die na don a'al van Aristide
Briand minister-president had kun
nen worden, daarvoor bedankte," en
zich daarna, op sterk aandringen van
zijn vriend Poincaré, wilde bc-Iasten
met liet zware, vervelende mandaat
van Arbeid zoo'n man is een een
ling. Voeg daarbij dat Léon Bourgeois
de kunst verstaat, met souvereinente
spreken zonder him te vragen naar
den staat van gezondheid van vrouw
en kinderen. Voorts is hij rijk... 'Tóch
had hij wel president der Republiek
willen worden, al schijnt het, dat de
ze parlementair, die tien van de elf
keer geweigerd l.foft minister-presi
dent te worden, golieel onverschillig
ia voor aardscho eerbewijzen. Want!
méhsChenkenners beweren, dat zijn
heimelijk devies is: alle3 of niets....
Waarom hij dan tóch geweigerd
heeft, zich candidaat te stellen voor de
vervanging van papa FalHères Om
dat zijn zoon, een magistraatspersoon
van eenige befeekeuis, hern van de
candidatuur heeft weten doen afzien.
De zoon van een president der Repu
bliek lean geen carrière maken, zon
der dat er stemmen opgaan, die spre
ken van protectie, favoritism© en ne
potisme. Bovendien was zoonlief bang,
dat de rijke, goedgeefsche papa te
veel geld zou verteren als eerste bur
ger van Frankrijk, waardoor te zijner
tijd de erfenis wel zou kunnen tegen
vallen. En zoo geschiedde het, dat
Léon Bourgeois, die „alles" is voor <le
zijnen, gehoor gaf aan den rand van
zijn zoon.
Misschien is dat wel te betreuren.
Misschien.... want reeds in den tijd,
dat naar een vervanger van Emi-
le Loubet werd omgekeken, getuigde
Robert Havard de la Montague van
Léon Bourgeois „Indien hij" het ge
zag ontvlucht, is het wijl hij er niet
van houdt zich uit te putten in strijd
zonder voordeel. Hij is bang voor ver
antwoordelijkheid."
Pams Heeft Pains kans Wie Is
Paras
De heer Pams is afgevaardigde en
senator sinds lange jaren, minister
van Landbouw sinds twee jaar.
Verder
Ja, verder is hij waard om tot, presi
dent der Derde Republiek van Frank
rijk gekozen te worden, al heeft hij
noch Amerika ontdekt, noch het bus
kruit uitgevorden. Want deze onze
candidaat bezit ruim 40 millioen
francs kapitaal en ontvangt bovendien
jaarlijks enkele millioentjes van den
verkoop van „Byrrh", een nogal sma
kelijk likeurtje, en van „Papier Job",
het bekende merk sigarettenpapier.
Die rijkdom legt natuurlijk veel ge
wicht in de schaal, vooral nademaal
de goedige, Aieezige heer Pams veel,
zéér veel debiteuren onder zijn parle
mentaire collega's telt Dat is een
„titre sérieux". Wordt hij president,
dan bestaat er kans, dat hij zijn de
biteuren de schulden kwijtscheldt. En
wellicht staat zijn brandkast opnieuw
voor hen open.
Dies verwonderde men er zich
geenszins over, dat de heer Pams vol
ijverige aanhangers heeft. Is hij ove
rigens niet geknipt voor president?
Nooit heeft men hem in kwesties, van
welken aard ook, gemengd.Nooit heeft
men hem om raad gevraagd- Hij ie
absoluut onbekwaam om raad te ver
strekken. Loubet moet eens van zijn Ia-
teren opvolger gezegd hebben: „Fal
liéres est un peu faible". Mij dunkt,
dat de huidige president op zijn beurt
zou kunnen uitroepen: „Pams est un
peu faible". Wel, dan heeft Pams on
getwijfeld heel \*eel kans
Hoe is Alexandre Ribot weer op de
proppen gekomen? Men dacht alge
meen, dat deze oude parlementsrot,
die altijd een eenzame is geweest, zich
reeds voorgoed in zijn ivoren torentje
had opgesloten. Hij was een hoogst
talentvol spreker is 't misschien
nog hij is algemeen geacht èn oin
zijn bekwaamheden èn om zijn eer
lijkheid; hij is lid van de Academie
FranchiseMein LiebcheD. was
willst du noch melir? Vooral, daar ge
altijd in de politiek gewanboft hebt!...
Beseft Bibot dan niet. dat hij met hel
gebeurlijk presidentschap eer verlie
zen dan winnen zou? Wat in het pre
sidentschap trekt dezen ouden, krani-
gen ex-strijder aan? Waar zou hij z>in
strijdlust moeten bergen en zijn wel
sprekendheid huizen? Wat men van
Gambetta heeft gezegd, kan men ook
van Ribot getuigen: een groot rede
naar is geboren om oppositie te voe
ren en zijn gaven komen het best in
de oppositie uit. En voor een presi
dent der Republiek zijn die opposi-
taire hoedanigheden niets dan hallast.
Wat zouden voorts de heeren minis
ters te vertellen hebben bij een pre
sident, die indertijd Gambetta heeft
aangedurfd. Jules Ferry deed vallen
en dikwijls Clémenceau bakzeil deed
halen? Hoe komt deze man. die licha
melijk op een herrezen don Quijote
lijkt op het zonderlinge idee om zich,
na jaren rustens,*kandldaal te stellen
voor een betrekking, die hem in een
minimum van tijd gruwelijk vervelen
zou? Is cr eerzucht in het spel? Maar
liet is van algemeene bekendheid, dat
li ij verre van eerzuchtig is. Meent hij
dus te handelen in hei belang van
Frankrijk? Maar dan is hij ook naar
den geest een don Quijote?
Een gewezen Belief kEopposition"
als president der Fransche Repu
bliek dat zou hc-usdh nnet gaan,
dot zou spaak loopen. Ongeveer twin
tig Jaar geleden schreef Paul Bosq.
„Naar de algemeene erkentenis is
Rtlbat de beste der afgevaardigden;
hij is ook die eenige, dlie nooit mi mis
eer schijnt te moeten worden." Wel
nu, wait zoekt deze mensch in toet
Elysée?
,.Le Journal" weet te vertellen, da.
Zondag laatstleden Raymond Poin-
coró een bezoek Iheefit gebracht aan
Alexandre Ribot, en dat beiden, na
een hoogst erasing ondertooud, tot
het bestuit kwamen, bun can'didaituur
i© handhaven.
Wie zal toet winnen? Een van deze
twee laatstgenoemden, tot dusver de
eenigen, die zich openlijk, candidaat
hebben g steld? Zij zijn me beiden te
kna.p en te veelbeteekenecd.
Oi de gepommadeerde „toomme dn
inon'de" Paul Deed i an©]?
Of de onbeteekeuende, moedige aril-
lioiMWiir Pams?
Of de veebtersbaas-in-uniiorm, ge
neraal Lyautey?
Of de zuinige nulliteit Antonin Du-
bost?
A propos, «indien toch perse dan
wel bij voorkeur een onbeduidend
man „oette vieJle bourgeoise de Ma
rianne" moet eourtoiseeren, waarom
denkt men er dan niet aan, Armand
FalHères te herkiezen?
Omdat Armand Falliéres allesbe
halve populair is in Frankrijk. Riep
hij niet achtereenvolgens den Moe
digen Clémenceau en den renegaat
Aristide Briand aan toet gezag? Ver
leende hij geen gaatCe aan den taffen
moordenaar Grabv, alleen omdat de
ze ellendeling ntol'ilair was en het
slaor-toffer slechts tot de burgerij be
hoorde? Weigerde hij geen g: a tie aan
Liabeuf, die onthoofd werd alleen
omdat hij zich a*ergrepen had aan po
litiedienaren?
Neen, de beer FalHères is, trots
zijn zoogenaamde „bonhomie",, niet
populair. Dies is hij voorgoed van de
lijst afgevoerd.
Wie zaïl het winnen?
Op het oogenbifuk schijnt Pams
den anderen een goed eind vóór te
zijn. „II me traita fainülioimaire-
ment", getuigde Heine eens, toen bij
over Rotllisahild sprak. Indien de
heer Pams zijm debiteuren weifkeüjk
„fami 11 kmn&irement'behandelt.
OTTO KNAAP.
M'. Vaa Slasigelen's
gedenkschriften.
(Naar het Engelsch vrij bewerkt
door R. P.).
V.
DE GROOTE VACANTIE.
Mijn vrouw zuchtte na de lezing
van het lieftallige briefje van onze
beminde zoons, Avaarmee ze bericht
ten dat zij binnenkort van kostschool
thuis zouden kornen, met groote va-
cantie. 't Epistel was van vele inkt
vlakken voorzien, die mijn vrouw
voor tranen hield, en er stond in dat
het Tom en Jan veel kostte om hun
geliefde leeraren te verlaten, maar
dat daartegenover het innig verlan
gen stond om hun ouders weer te
zien.
Toen ik mijn veelbelovende sprui-,
ten aan het station kwam afhalen,1
vond ik hen met een paar vriendjes
bezig om den ouden witkiel onder 'n
vracht bagage te begraven. Zij wa
ren er al in geslaagd den stations
chef in zijn kamer op ie sluiten, door
den deurknop aan een lantaarnhaak
vast te binden. En drie honden, toe-
behoorend aan verschillende eige
naars, die het heelc station al door
zocht hadden om hen te vinden, ble
ken achter een stootblolc te zijn vast
gebonden. Al mijn welsprekendheid
moest ik tegen die eigenaars aanwen
den, om te bewijzen dat jk geen
schuld had aan dit geval.
Natuurlijk zei m'n vrouw
hebben een paar vriendjes hen er toe
overgehaald. Ik weet zeker, dat
Tom en Jan zulke dingen nooit zou
den verzinnen! Ik wist het ook heel
zeker.
Den volgenden dag brachten de jon
gens een paar vriendjes mee, en werd
ik gepromoveerd tot verdediger van
een inderhaast gebouwde „benting"
in den hoek van den tuin. Zij traden
als aanvallers op en de strijd Avas
een succes van hun standpunt be
zien, namelijk. Maar mijn buurman
aan dien kant van den tuin berich
te me den volgenden morgen dat ik
vijftig pop schadevergoeding had te
betalen als vergoeding van de schade,
door feteenen en andere werptuigen
aan z'n bloemperken en heesters toe-
gebrach t.
Zelf kwam ik er ook niet te best af
De aanvallende partij had een bak
vol roet en kolengruis op het min-of
meer bouAvvailige dak van mijn ver
blijf gezet, en trachtte daarna dat dak
te doen bezwijken. Dit gelukte vrij
spoedig, en toen ik onder den rommel
uitkroop en me overwonnen ver
verklaarde, zag ik er uit als een ko
lendrager. Mijn vrouw schaterde van
*t lachen, heigeen ze steeds pleegt te
doen als ik op de een of andere wijze
échec lijd. Maar toen ik bezig was
"een zeer noodzakelijk bad te nemen
lachte ik ook. want een plan om re
vanche te nemen was bij me opge
komen.
Wat zou jullie zeggen begon
ik den volgenden morgen dadelijk
van een kleine jacht op vogelnestjes?
De eieren nemen we mee naar huis.
O ja, pa! riep Torn, en hij knip
oogde naar Jan. En mag Jimmy Ja
nussen dan ook komen? Hij Is die
leuke jongen die gisteren met ons
speelde.
Ik herinnerde me Jimmy, die na de
verovering van de benting had voor
gesteld om den gevangene zijn ooreD
af te snijden.
En Henkie Slobber ook, pa?
smeekte Jan, met 'n knipoogje naar
Tom.
Ik inviteerde ze allebei, en ging
met mijn vier slachloffers naar het
Snurkenburgsche boseh.
De boer, die daar woont en dien ik
goed kende, bezat den diksten stok die
er bestond, en hij had een specialcn
hekel aan kleine jongens. Als ik ge
melde stok in contact kon brengen
met de pantalons van mijn vier met
gezellen, zou ik ongetwijfeld liet
menschdom een dienst bewezen en de
jongelui eenig respect voor hun ou
ders ingeboezemd hebben.
Een mooien boom koos ik uit.
Hoor'es, jongens, zei ik, hier klim jul
lie nu in en ik ga nuur liet korenveld
daar. Zoodra ik fluit, begin jullie
maar naar nesten te zoeken!
Natuurlijk was m'n plan, om den
boer even op de hoogte te brengen
van het bezoek van ongenoode gasten
op z'n terrein, en hem inet z'n straf
tuig te laten werken. Maar 'k had
buiten de handigheid van mijn gezel
schap gerekend. Toen mijn melodieus
gefluit weerklonk klonk een woedend
geblaf als antwoord. De jongens had
den den hond van den boer in het ko
renveld losgelaten, en de volgende
vijf minuten besteedden wij die
hond on ik om uit te maken wie het
snelst vier malen het veld rond kon
rennen. Ik won, door m'n vijftig me
ter voorgift bij den aanvang, en de
hond hapte juist een stuk uit m'n
pantalon, toen ik in de heg dook. Hij
bleef in de buurt, en z'n kabaal deed
zijn meester verschijnen, die niet da
delijk die helft van mijn lichaam, die
uit de heg stak, als liet mijne herken
de, zoodat hij de tuchtiging er op toe
paste die ik den jongens had toege
dacht. Een en ander natuurlijk tot
hun uitbundige vreugde.
Do man maakte z'n excuus, toen hij
me aan m'n stem herkende. Toen 'k
mei mijn viertal weer op weg ging,
zon ik weer op wraak. En met m'n
vriendelijkste gezicht deed ik het voor
stel. om een appelboom to gaan ln-roo
ven. 'k Kende een heel mooien. Als de
jongens daaronder stonden zou ik
eens even aan den diksten .tak gaan
Iiahgen, en 't zouden sterke schedels
wezen, die niets voelden Aan de verza
meling appels, die er dan op neerda
len zou.
Verroer js niet, jongens, riep iK.
en greep een langen tak van dei?
boom. Maar hoe ik schudde, en nog
eens schudde geen appel viei. Iets
anders wél ik namelijk. De eigen aai
van den boomgaard had blijkbaar een
aanval op dezen boom voorzien, cn d«
lange tak, dien ik had uitgekozen was
aan een anderen boom beneden «au
vastgemaakt. Dat had 'k niet gezien.
Toen ik aan den tak hing raakte hij
los, sprong als een veer op, en ik tui
melde in een komkommer-bed. Toen
de jongens me overeind zetten, kwam
juist de eigenaar aanwandelen.
Ha 1 zei hij, z'n handen wrij
vend nou heb ik je dan toch einde
lijk. te paldien, mannetje!
Ja, dat hebt u, meneer, zeiden de
jongens. We vonden hem bezig met uw
appelen te plukken., en we klommen
juist over den muur om hem te pak
ken. toen hij uit den hoorn viel I
Mooi antwoordde de boom
gaard-bezitter. Als ik jullie vieren nog
eens een keer tegenkom, zul je ied-.i
een stuiver hebben. En jij appelen-
dief jou geef ik de gelegenheid om
vijfentwintig gulden schadevergoeding
te geven.... ai ders ga je mee naar de
politie
Om verder gezanik te voorkomen
betaalde ik maar, en we liepen verdei-.
Toen we bij. de beek kwamen, die 1 an3
liet bosch loopt, kreeg ik een schitte
rend nieuw ïdée. Een, dat niet misluk
ken kon Jongens, we zullen gaan
touwtrekken. Ieder aan een kant van
•Je beek. Jullie met z'n vieren aan don
overkant, en ik hier. De partij, die cl*
andere in hc-i water trekt, wint
Toen ze aan den anderen oever ston
den, moedigde ik ze nog even aan, ze
ker als ik was van de overwinning,
die dezen jongen -deugnieten de be
roemde lichaamskracht der Van Slun-
gelen's zou keren kennen.... Hou
vast, jongens 1 En als vader roept ..af
dan trekken jullie zoo hard als je
kunt I
Ze wachtten niet op mijn waarschu
wend sein. Juist toen ik mij schrap
wilde zetten om het heele viertal tege
lijk midden in de heek te deporteeren,
trokken zij hard. Ik stond net op let
randje, en rekende heelemaal niet c p
deze vuige list. M'n poging, om nog
houvast in de lucht te vinden, had
geen succes en ik dook in 't vier voel
diepe water. Toen 'k bóven kwam,
juichten zo alsof hun vader en gast
heer een Kanaalzwemmer was.
M'n geduld was nu ten einde, maar
helaas wachtten zij niet tot ik aan
wal was. Op dat moment hadden co al
een kilometer voorsprong.
Twee uur later dan zij kwam ik
thuis, en aangezien ik een vader was,
di© z'n kinderen wist te straffen waar
dat noodig was, nam ik mijn rotting
en liep naar hun slaapkamer.
Zij 'lagen toevallig juist in zoeten
sluimer, beiden met een onschuldigcn
glimlach op !t gezicht. Ik voelde m'n
vingers jeuken.
Ben jij daar, Van Slungelen t
riep m'n vrouw uit de kamer-era aast.
Jammer dat je zoo laat bent T speet
die lïe\-e jongens zoo, dat ze je niet
goeden nacht konden wenschen.
Ik zuchtte, lei m'n rotting weg. ofl
gaf het op.
BEDRS-OTERZICBT
van de Firma E. SASSEN on Co.,
Parklaan 14 B, Tetefr.o. 2051.
28 Dec. 1912—3 Jan. 1913.
De overgang van liet oude r.aar het
nieuwe jaar za! ongetwijfeld door
belanghel/jeiiaen bij den effectenhan
del niet met onverdeelde vreugde
herdacht zijn. daar 1912 zich heeft on
derscheiden door -groote koersdalin
gen van beleggingswaarden en her
haalde verrassingen op speculatief
gebied. Waren het aanv ankelijk groo
te beroeringen in de arbeiderswereld,
welke zich door stakingen in de ko
lenmijnen en aan verschillende ha
vens uitte, die hunne uitwerking op
TWEEDE BLAD
Zatariay 4 Januari 1913
Haarlemsche
Handelsvereeniging
Goedgekeurd hij Koninklijk besluit
vau 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij Koninkl. besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909, No. 52.
Bureau: Jansvveg 11, geopend allo
werkdagen van 9—5 uur.
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereeniging hier ter stede opge
richt met het doel do belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
van infoimatiën en het incasseoren
van dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni
ging ter invordering in handen steil
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden be
taald, tenvijl van alle vorderingen
door de vereeniging geïnd 3 pet pro
visie wordt geheven.
In Juli en Augustus 1912 zijn 68
vorderingen tot een bedrag van
f 4254.14 beiaald; 19 vorderingen wer
den afbetaald en 17 vorderingen uit
gesteld.
Bovendien hebben de leden het
recht op het hun gratis te verstrek
ken advies van do rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging de heeren
Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A.
H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die
desgewensebt ook in proceduren en
faillissementen gratis voor hun op
treden natuurlijk echter alleen voor
zaken betreffende den handel of het
bedrijf der leden.
Bij elke vordering de rechtsgeleer
den in handen gesteld moet 10 ct,
voor porto worden gevoegd, terwijl
van de bedragen der langs dezeu
weg ingevorderde posten 5 pCL moet
worden betaald. H.H. rechtsgeleer
den hebben het recht in geval van ge
rechtelijke vervolging bet door hun
noodig geoordeelde voorschot te A'ra-
geo aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonische inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk, dan wordt 25 ct. berekend,
terwijl voor information op buiten.de
stad wonende personen f O GO pl.m.
5 ct, portovergoeding moet worden
betaald.
Aan het kantoor Jansweg 11 zijn
coupons 10 ct. verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger
lijken stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adressen
van hier ter stede, op het bevolkings
register ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legüimatiekaarten, Avaarop zij
persoonlijk informatiëu kunnen "vra-
gen, in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
nderl. Infor. en Schuldinvordering
bureaux en Handelsvereenigtngen
aangesloten vereenigingen. Deze in
formation kosten 25 ct
Het is noodig er nog eens uitdruk
kelijk op te wijzen dat goed inlonnee
ren, vooral naar nieuwe cliënten eene
bepaalde noodzakelijkheid is gewor
den, waar zoovele geheel onbekende
personen zich in onze stad en aan
grenzende gemeenten komen vestigen.
Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 18
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
Haarlemmer Halletjes
ÊEN ZATERDAGAVOND-PRAATJE.
Op den Nieuwjaarsdag heeft een
nieuw] aarswenscher door de stad ge-
wandeld^die als kenmerk van echt
heid, om aan te toonen dat hij een
heusclie brandblnsscher was, zijn
band die om den arm gel ragen wordt,
mee naar binnen gaf, om dien
no n de familie te laten zien. Maar
evenmin als de heer Brinkman koning
is omdat Ti ij de Kroon heelt, evenmin
als iemand nog een paard behoeft te-
wezen, omdat hij een hoefijzer bezit,
evenmin is dis band op dezen dag
van misleiding en bedrog een over
tuigend bewijsstuk. En al was bij
dat wel, dan zou ik nog niet inzien,
waarom aan brandhlusschers een
Nieuwjaarsfooi moet worden vereerd:
ons pers 00 n 1 ij k bewijzen ze geen
diensten en wanneer huil bedoonvng
te laag is, moet de gemeente maar
wat beter betalen.
Het heele Niouwjaar-wensohen gaat
Aen beetje uit de mode. Er is ook iets
wonderlijks in, dat iemand tegen je
zegt„ik wensch u een plealerig
nieuwjaar" en in ruil daarvoor een
dubbeltje of een kwartje verwacht
dat blijkt duidelijk hieruit, dat hij,
wanneer dat geldstuk hem wordt ont
houden en alleen de wederkeerige
gel uk wensch aangeboden, plotseling
minder vriendelijk gestemd is. Zelfs
moet het wel zijn voorgekomen, dat
een Nieuwjaarwenscher, die iemand
eerst alle goeds had toegewenscht,
van denzelfden man zei, dat hij het
doodelijk benauwd mocht krijgen (de
juiste woorden waren ietwat andere),
zoodra hij vernomen had. dat het he-
(geerde muntstuk uitblijven zou-
Zoo is de afstand tusscheu vriend
en vijandschap niet grooter, dan één
dubbeltje 1
Gelukkig maar, dat de woede even
min beklijft, el6 de gelukwensoh diep
gir>S-
Nu zooals ik zei het nieuwjaarwen-
schen uit de mode raakt cn het wisse
lend getij dus noopt om de bakens te
a-erzetten, zou het oog op de verjaar
dagen gericht kunnen worden. Vooral
in den beginne zou dit een aardige
bron van inkomsten kunnen opleve
ren. Menigeen zou zich aangenaam
getroffen voelen, Avanneer 's morgens
een van de huisgenooten binnenkwam
met de tijding„daar is de slagers
knecht en hij feliciteert u met uw
verjaardag". Als het antwoord
daarop niet is „wel kijk, dat is at
tent, hier, geef hem eeai kwartje", dan
heb ik geen menschenkennis meer.
Wie (hiermee de proef eens nemen
wil, vindt al deze verjaardagen ge
makkelijk in de kiezerslijst.
Er zal evenwel een tijd komen, dat
ook deze vlieger niet meer opgaat
Dan kunnen de wenschers het met de
seizoenen probeeren. Er is iets poë
tisch in om op den 21sten Maart te
komen zeggen „me\rrouAV of de juf
frouw Avordt gefeliciteerd met het be
gin van de lente", of op 21 Juni: „het
compliment van don da© met het be
gin van den zomer". Dat ik hiermee
juist op liet goede hart der vrouw een
beroep wil laten doen, is duidelijk
de man is minder dichterlijk en zou
ai gauw zeggen „nou ja, van 't zelf
de, hoor". De begindata van herfst en
Avlnter kunnen geen dienst doen, om
dat het meerendeel van de menschen
diléi-mee niet gefeliciteerd wenscht te
Avorden.
Pakken ook de seizoenen niet meer,
dan is de historie or nog. Merkwaar
dige dagen uit de geschiedenis zijner
in overvloed en het heeft wel iets
wetenschappelijks, om te zeggen: „ik
feliciteer u met den gedenkdag van
den slag hij Nieuwpoort", of„van
harte geiuk geAvensoht met den her-
innerïrigsdag van de pragmatieke
sanctie" deze laatste felicitatie
a-ooraJ zal grooten indruk maken, om
dat geen tien van de honderd men
schen nog zullen weten, wat dal ook
weer te beteekenen had. Zooals be
kend is, maakt het onbekende den
meesten indruk.
Het is wel niet de juiste tijd om
over baden en zwemmen te spreken,
em ik zal het niemand kwalijk 11e
men, die bij de gedachte daaraan een
koude rilling langs den rug voelt
gaan, maai- het is mijn schuld niet
de rechtsgeleerde Cominis-
s i e heeft daar in den Raad een voor
stel over gedaan en wanneer ©en
geleerde Commissie daarvoor Juist
den wintertijd kiest, dan moet ons
dat recht zijn.
Te meer omdat hier weer aan een
schoon© redone©ring valt te smullen.
Er mag tot nu toe in de openbare
wateren niet worden gebaad of ge
zwommen, behalve in die, welke door
B. en W. daartoe zijn aangewezen.
Men beschouw© dit op «1© reis van
zijn denkvermogen als station numero
één.
Maar na 1906 hebben B. en W. niet
meer bekend laten maken, dat koste
loos gebruik mag gemaakt worden
van de inrichting aan de Iloutvaart,
station numero twee.
Dus zou men kunnen zeggen, dat
men, wegens het gemis aan een aan
wijzing Avaar het baden en zwenfnen
wel geoorloofd is, overal in de
openbare wateren mag baden en
zwemmen, station numero drie en
hoofdstation.
Wie nu mei zijn gedachten langs
deze gedachtenlijn is gespoord, meent
misschien, dat hij c«p een verkeerd
station uitkomt.
Laten we ons dan eens vooretellen,
waar we zonder rechtsgeleerdheid
eindigen.
Nergens mag gebaad of gezwommen
worden, behalve op de plaatsen, die
B. en W. aanwijzen.
B. en W. wijzen geen enkele plek
aan, dus.... mag er nergens worden
gebaad en gezwommen.
Toen ik nog een kind was, kreeg ik
van mijn vader een algemeen verbod
om te gaan schaatsen rijden, uitgezon
derd op de plaatsen, die hij me zou
aanwijzen, wanneer hij dat geschikt
vond. 't Kwam voor, dat hij dagen
lang (omdat het ijs te slecht of te
zwak was) niets zei, maar ik waagde
het niet, daaruit af te leiden, dat ik
nu ook overal mocht gaan rijdenin
tegendeel, ik leidde daaruit af, dat
het nog in 't geheel niet mocht.
Ik bespeur nu, dat die redeneering
niet. juridisch geweest is, waarvoor ik
beleefd verontschuldiging vraag, we
gens mijn toenmalige jeugd. Wan
neer ik zeg, dat ik nu, ouder gewor
den, voor de redeneering van de
rechtsgeleerde Commissi© nog niet
veel gevoel, dan is dat waarschijnlijk
onvergeeflijk. Het zij zoo, ik kan er
niets aan doen. De Commissie gaf wat
we een „bewijs uit het ongerijmde"
gewoon zijn te noemen, maar haar
conclusie leek mij ongerijmd.
Intusschen werd haar betoog niet
alleen voor de juridische aardigheid
opgezet, integendeel, het heeft ook
een practïsch slot. In den afgeloopen
zomer heeft het zwemmen nabij de
bebouwde koin rechtmatig© ergernis
verwekt, vandaar dat de Commissie
nu dit algemeen verbod voorstelt
Ik vraag verlof, een opmerking te
mogen maken en wel een, waar ik
ook een beetje trotsch op ben, omdat
ze, naar ik meen, een heel klein,
maar dan toch werkelijk juridisch
tintje heeft. Ik meen namelijk, dat
geen verordening moet worden ge
maakt (of vernieuwd), waarvan de
overtreding niet regelmatig kan Avor-
den bestraft.
Hoe staat het daarmee bij het ha-
den en zWemmen in verboden water
Hebben de jongens, die reden tot
ergernis gaven, dezen zomer gerekeud
op de juridisch© redeneering van de
rechtsgeleerde Commissie Hebben,
om verder te gaan, de agenten, die
proces-verbaal tegen de knapen op
maakten, daarvan afgezien om die
zelfde redeneering? Mij dunkt, geen
van beide categorieën hebben dit )ïö-
toogizien aankomen. De jongens baad
den omdat ze het zoo prettig vonden,
en de agenten a-erbaliseerden niet,
omdat ze de jongens niot bij hun jas
(het zij gezegd zonder woordspeling)
konden krijgen. Als de oevers van bet
Spaarne, mitsgaders vaarten en sloo-
ten, beschermd moeten worden tegen
ongeoorloofde baderij, don mag bet
politiekorps wel met duizend zomer-
agenlen uitgebreid worden. En dat
laten de financiën niet toe I
Menschen, die minder aan precies
geredigeerd© verordeningen, dan wel
aan de eischen der nuchtere practijb
denken, vragen daarom, of er niet
ergens een plek is, waar de jongens
kunnen zwemmen, zonder ergernis
te geven, desnoods bewaakt door een
paar agenten, die in tijd van gevaar
als redders kunnen optreden.
Met het nu ingediende voorstel
wordt wel de rechtsgeleerdheid gered.
maar de zwem- en baadlustige jeugd
niet geholpen. Toch dacht ik, dat dit
de hoofdzaak is.
Het zal wél een toeval wezen, dal
juist op den laatsten dag van het
oude jaar ter kennis van de ingezete
nen weid gebracht, dat het tocfiiier
No. 17 der personeele belasting aan
den ontvanger der directe belastin
gen ter hand gesteld is. Ware het
geen toeval, het zou ietw.it onvrien
delijk wezen, dat juist te doen op den
dag, die anders voor de meesten aan
de vreugde is gewijd, zooiels alsof
Wouter op mijn verjaardag zeggen
zou: „Kerel, ik. feliciteer je, maar
och, och, wat word1 je toch corpulent
in den laatsten tijdl"
„.Wordende", zoo lezen wij in deze
puiblicutde, met bewondering voor
bet fraaie Nederland sdh van <1© be
lasting-administratie, „wordende de
ingezetenen tevens beiumierd, dat do
belastingscbuMiigen verplicht zijn,
bun aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen".
Zou het niet veel eenvoudiger en
taalkundig juister zijn, om to laten
drukken:
„De belastingsdhuldiigen moeten
hun aanslag op de wijze die, bij de
wet bepaald is, voldoen 1"
Met zoo'n eenvoudig volzinnetje
ontsnappen Ave meteen aan dien
„voet", bepaald bij de wet en w a a r.
0 p v.-e betalen moeten 1
Als iemand mij vraagt., wat d;e
„voet" te beduiden heeft, dan kan ik
er niet anders op amtwoorden, dan
dat bij behoort bij den... ik vraag
excuus... bij den poot, waarop de
beiastingschuldiige speelt, zoodra hij
alweer voor belasting afdokken moov
FIDELIO.