iunars Oagblio aangesloten geeft uft eene tweemoan- delljksche lijst van mimen van per sonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men met hen in handelsbetrek king treedt, waarvan het geheim 011 geschonden moed blijven en die als waarscbuwingsmiddel uitstekende diensten bewijst. Waar eone vereeniging, die hare le den al deze voordeelen en gemakken aanbiedt, slechts f3.50 jaarlijksche contributie vraagt, is dit zeker 6en zoer bescheiden eisch te noemen, te meer daar al liet opgenoemde niet het eenigo is wat de Haarlemsche Han. delsvereoniging doet; steeds beeft zii een open oog gehad voor alle zaken dis hare leden in 't bijzonder en onw gemeente in 't, algemeen betroffen et altijd heeft zij daarvoor gesproken. Het zou te ver voeren alles op te noe men, waarvoor zij opkwam, alleen dient nog vermeld, dat hel hare be doeling is, in deze richting krachtig voort te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur drie commission gevormd en is daarvoor het bestuur uitgebreid. Van deze commissiën bemoeit eene zich mot het Informatie- en Incassowezen, eene met algemeene Middenstandsbe- langen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zamen genomen roepen wij allen toe. handelaar of particulier Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds tot 6tand brengt verdient uwe sympa thie en de contributie, f 3.50 per jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij is in ledental, des te meer kau de Haarlemsche HandelsvereenigLng doen. Sluit u bij haar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen be lang. HET BESTUUR. Parijsche Brieven CCCLXL De strijd om het presidentschap der Republiek wordt hoe langer zoo meer geserreerd en diensvolgens klaarder. Besprak ik in een mijner vorige brieven de kansen van Antonin Du- bost, Paul Deschanel, Raymond Poin- caré en .generaal Lyautey, thans zijn er twee andere candidaten op den voorgrond getreden, met name bet oud-parlementslid Alexandre Ribot en de heer Pa.ms, op het oogenblik mi nister van Landbouw. Hopnobele raspaarden, hop schaart u in liet gelid voor den afrit. Wie uwer zal het oerst den eindpaal bereiken Gelukkig voor u allen, dat Léon Bourgeois, door talloozen aangezocht om zich candidaat te stellen, bedankt heeft voor de eer. Want hadde hij zich candidaat gesteld', tien tegen één, dat hij de zege zou .hebben behaald. Te gen hem valt niet te strijden. Hij is altijd een, zooa-ls iemand het heel tee- kenaehUg heeft gezegd, „formidable béte t concours" geweest. Geen onkel politicus in Frankrijk geniet meer dan hij den roep van wijsheid en eer lijkheid. Er zijn politici, die intelli genter Avoivlen geacht, maar Léon Bourgeois wordt voor de wijste ge houden. Hem omgeeft een legende a an Oostersch© Avijsbeid. Hebt gij niot op gemerkt, dat zoodra d© Fransche re geering een .crisis onderging, men bij den lieer Bourgeois om raad kwam, en dat hij steeds geweigerd heeft, op don voorgrond tc treden Zooiets „pakt". Sapristi! iemand, die altijd bereid is om goeden raad te geven in 's lands belang en niettemin van alle „honneurs" afziet dat is iets onge woons „par ie temps qui court". Een man, die na don a'al van Aristide Briand minister-president had kun nen worden, daarvoor bedankte," en zich daarna, op sterk aandringen van zijn vriend Poincaré, wilde bc-Iasten met liet zware, vervelende mandaat van Arbeid zoo'n man is een een ling. Voeg daarbij dat Léon Bourgeois de kunst verstaat, met souvereinente spreken zonder him te vragen naar den staat van gezondheid van vrouw en kinderen. Voorts is hij rijk... 'Tóch had hij wel president der Republiek willen worden, al schijnt het, dat de ze parlementair, die tien van de elf keer geweigerd l.foft minister-presi dent te worden, golieel onverschillig ia voor aardscho eerbewijzen. Want! méhsChenkenners beweren, dat zijn heimelijk devies is: alle3 of niets.... Waarom hij dan tóch geweigerd heeft, zich candidaat te stellen voor de vervanging van papa FalHères Om dat zijn zoon, een magistraatspersoon van eenige befeekeuis, hern van de candidatuur heeft weten doen afzien. De zoon van een president der Repu bliek lean geen carrière maken, zon der dat er stemmen opgaan, die spre ken van protectie, favoritism© en ne potisme. Bovendien was zoonlief bang, dat de rijke, goedgeefsche papa te veel geld zou verteren als eerste bur ger van Frankrijk, waardoor te zijner tijd de erfenis wel zou kunnen tegen vallen. En zoo geschiedde het, dat Léon Bourgeois, die „alles" is voor <le zijnen, gehoor gaf aan den rand van zijn zoon. Misschien is dat wel te betreuren. Misschien.... want reeds in den tijd, dat naar een vervanger van Emi- le Loubet werd omgekeken, getuigde Robert Havard de la Montague van Léon Bourgeois „Indien hij" het ge zag ontvlucht, is het wijl hij er niet van houdt zich uit te putten in strijd zonder voordeel. Hij is bang voor ver antwoordelijkheid." Pams Heeft Pains kans Wie Is Paras De heer Pams is afgevaardigde en senator sinds lange jaren, minister van Landbouw sinds twee jaar. Verder Ja, verder is hij waard om tot, presi dent der Derde Republiek van Frank rijk gekozen te worden, al heeft hij noch Amerika ontdekt, noch het bus kruit uitgevorden. Want deze onze candidaat bezit ruim 40 millioen francs kapitaal en ontvangt bovendien jaarlijks enkele millioentjes van den verkoop van „Byrrh", een nogal sma kelijk likeurtje, en van „Papier Job", het bekende merk sigarettenpapier. Die rijkdom legt natuurlijk veel ge wicht in de schaal, vooral nademaal de goedige, Aieezige heer Pams veel, zéér veel debiteuren onder zijn parle mentaire collega's telt Dat is een „titre sérieux". Wordt hij president, dan bestaat er kans, dat hij zijn de biteuren de schulden kwijtscheldt. En wellicht staat zijn brandkast opnieuw voor hen open. Dies verwonderde men er zich geenszins over, dat de heer Pams vol ijverige aanhangers heeft. Is hij ove rigens niet geknipt voor president? Nooit heeft men hem in kwesties, van welken aard ook, gemengd.Nooit heeft men hem om raad gevraagd- Hij ie absoluut onbekwaam om raad te ver strekken. Loubet moet eens van zijn Ia- teren opvolger gezegd hebben: „Fal liéres est un peu faible". Mij dunkt, dat de huidige president op zijn beurt zou kunnen uitroepen: „Pams est un peu faible". Wel, dan heeft Pams on getwijfeld heel \*eel kans Hoe is Alexandre Ribot weer op de proppen gekomen? Men dacht alge meen, dat deze oude parlementsrot, die altijd een eenzame is geweest, zich reeds voorgoed in zijn ivoren torentje had opgesloten. Hij was een hoogst talentvol spreker is 't misschien nog hij is algemeen geacht èn oin zijn bekwaamheden èn om zijn eer lijkheid; hij is lid van de Academie FranchiseMein LiebcheD. was willst du noch melir? Vooral, daar ge altijd in de politiek gewanboft hebt!... Beseft Bibot dan niet. dat hij met hel gebeurlijk presidentschap eer verlie zen dan winnen zou? Wat in het pre sidentschap trekt dezen ouden, krani- gen ex-strijder aan? Waar zou hij z>in strijdlust moeten bergen en zijn wel sprekendheid huizen? Wat men van Gambetta heeft gezegd, kan men ook van Ribot getuigen: een groot rede naar is geboren om oppositie te voe ren en zijn gaven komen het best in de oppositie uit. En voor een presi dent der Republiek zijn die opposi- taire hoedanigheden niets dan hallast. Wat zouden voorts de heeren minis ters te vertellen hebben bij een pre sident, die indertijd Gambetta heeft aangedurfd. Jules Ferry deed vallen en dikwijls Clémenceau bakzeil deed halen? Hoe komt deze man. die licha melijk op een herrezen don Quijote lijkt op het zonderlinge idee om zich, na jaren rustens,*kandldaal te stellen voor een betrekking, die hem in een minimum van tijd gruwelijk vervelen zou? Is cr eerzucht in het spel? Maar liet is van algemeene bekendheid, dat li ij verre van eerzuchtig is. Meent hij dus te handelen in hei belang van Frankrijk? Maar dan is hij ook naar den geest een don Quijote? Een gewezen Belief kEopposition" als president der Fransche Repu bliek dat zou hc-usdh nnet gaan, dot zou spaak loopen. Ongeveer twin tig Jaar geleden schreef Paul Bosq. „Naar de algemeene erkentenis is Rtlbat de beste der afgevaardigden; hij is ook die eenige, dlie nooit mi mis eer schijnt te moeten worden." Wel nu, wait zoekt deze mensch in toet Elysée? ,.Le Journal" weet te vertellen, da. Zondag laatstleden Raymond Poin- coró een bezoek Iheefit gebracht aan Alexandre Ribot, en dat beiden, na een hoogst erasing ondertooud, tot het bestuit kwamen, bun can'didaituur i© handhaven. Wie zal toet winnen? Een van deze twee laatstgenoemden, tot dusver de eenigen, die zich openlijk, candidaat hebben g steld? Zij zijn me beiden te kna.p en te veelbeteekenecd. Oi de gepommadeerde „toomme dn inon'de" Paul Deed i an©]? Of de onbeteekeuende, moedige aril- lioiMWiir Pams? Of de veebtersbaas-in-uniiorm, ge neraal Lyautey? Of de zuinige nulliteit Antonin Du- bost? A propos, «indien toch perse dan wel bij voorkeur een onbeduidend man „oette vieJle bourgeoise de Ma rianne" moet eourtoiseeren, waarom denkt men er dan niet aan, Armand FalHères te herkiezen? Omdat Armand Falliéres allesbe halve populair is in Frankrijk. Riep hij niet achtereenvolgens den Moe digen Clémenceau en den renegaat Aristide Briand aan toet gezag? Ver leende hij geen gaatCe aan den taffen moordenaar Grabv, alleen omdat de ze ellendeling ntol'ilair was en het slaor-toffer slechts tot de burgerij be hoorde? Weigerde hij geen g: a tie aan Liabeuf, die onthoofd werd alleen omdat hij zich a*ergrepen had aan po litiedienaren? Neen, de beer FalHères is, trots zijn zoogenaamde „bonhomie",, niet populair. Dies is hij voorgoed van de lijst afgevoerd. Wie zaïl het winnen? Op het oogenbifuk schijnt Pams den anderen een goed eind vóór te zijn. „II me traita fainülioimaire- ment", getuigde Heine eens, toen bij over Rotllisahild sprak. Indien de heer Pams zijm debiteuren weifkeüjk „fami 11 kmn&irement'behandelt. OTTO KNAAP. M'. Vaa Slasigelen's gedenkschriften. (Naar het Engelsch vrij bewerkt door R. P.). V. DE GROOTE VACANTIE. Mijn vrouw zuchtte na de lezing van het lieftallige briefje van onze beminde zoons, Avaarmee ze bericht ten dat zij binnenkort van kostschool thuis zouden kornen, met groote va- cantie. 't Epistel was van vele inkt vlakken voorzien, die mijn vrouw voor tranen hield, en er stond in dat het Tom en Jan veel kostte om hun geliefde leeraren te verlaten, maar dat daartegenover het innig verlan gen stond om hun ouders weer te zien. Toen ik mijn veelbelovende sprui-, ten aan het station kwam afhalen,1 vond ik hen met een paar vriendjes bezig om den ouden witkiel onder 'n vracht bagage te begraven. Zij wa ren er al in geslaagd den stations chef in zijn kamer op ie sluiten, door den deurknop aan een lantaarnhaak vast te binden. En drie honden, toe- behoorend aan verschillende eige naars, die het heelc station al door zocht hadden om hen te vinden, ble ken achter een stootblolc te zijn vast gebonden. Al mijn welsprekendheid moest ik tegen die eigenaars aanwen den, om te bewijzen dat jk geen schuld had aan dit geval. Natuurlijk zei m'n vrouw hebben een paar vriendjes hen er toe overgehaald. Ik weet zeker, dat Tom en Jan zulke dingen nooit zou den verzinnen! Ik wist het ook heel zeker. Den volgenden dag brachten de jon gens een paar vriendjes mee, en werd ik gepromoveerd tot verdediger van een inderhaast gebouwde „benting" in den hoek van den tuin. Zij traden als aanvallers op en de strijd Avas een succes van hun standpunt be zien, namelijk. Maar mijn buurman aan dien kant van den tuin berich te me den volgenden morgen dat ik vijftig pop schadevergoeding had te betalen als vergoeding van de schade, door feteenen en andere werptuigen aan z'n bloemperken en heesters toe- gebrach t. Zelf kwam ik er ook niet te best af De aanvallende partij had een bak vol roet en kolengruis op het min-of meer bouAvvailige dak van mijn ver blijf gezet, en trachtte daarna dat dak te doen bezwijken. Dit gelukte vrij spoedig, en toen ik onder den rommel uitkroop en me overwonnen ver verklaarde, zag ik er uit als een ko lendrager. Mijn vrouw schaterde van *t lachen, heigeen ze steeds pleegt te doen als ik op de een of andere wijze échec lijd. Maar toen ik bezig was "een zeer noodzakelijk bad te nemen lachte ik ook. want een plan om re vanche te nemen was bij me opge komen. Wat zou jullie zeggen begon ik den volgenden morgen dadelijk van een kleine jacht op vogelnestjes? De eieren nemen we mee naar huis. O ja, pa! riep Torn, en hij knip oogde naar Jan. En mag Jimmy Ja nussen dan ook komen? Hij Is die leuke jongen die gisteren met ons speelde. Ik herinnerde me Jimmy, die na de verovering van de benting had voor gesteld om den gevangene zijn ooreD af te snijden. En Henkie Slobber ook, pa? smeekte Jan, met 'n knipoogje naar Tom. Ik inviteerde ze allebei, en ging met mijn vier slachloffers naar het Snurkenburgsche boseh. De boer, die daar woont en dien ik goed kende, bezat den diksten stok die er bestond, en hij had een specialcn hekel aan kleine jongens. Als ik ge melde stok in contact kon brengen met de pantalons van mijn vier met gezellen, zou ik ongetwijfeld liet menschdom een dienst bewezen en de jongelui eenig respect voor hun ou ders ingeboezemd hebben. Een mooien boom koos ik uit. Hoor'es, jongens, zei ik, hier klim jul lie nu in en ik ga nuur liet korenveld daar. Zoodra ik fluit, begin jullie maar naar nesten te zoeken! Natuurlijk was m'n plan, om den boer even op de hoogte te brengen van het bezoek van ongenoode gasten op z'n terrein, en hem inet z'n straf tuig te laten werken. Maar 'k had buiten de handigheid van mijn gezel schap gerekend. Toen mijn melodieus gefluit weerklonk klonk een woedend geblaf als antwoord. De jongens had den den hond van den boer in het ko renveld losgelaten, en de volgende vijf minuten besteedden wij die hond on ik om uit te maken wie het snelst vier malen het veld rond kon rennen. Ik won, door m'n vijftig me ter voorgift bij den aanvang, en de hond hapte juist een stuk uit m'n pantalon, toen ik in de heg dook. Hij bleef in de buurt, en z'n kabaal deed zijn meester verschijnen, die niet da delijk die helft van mijn lichaam, die uit de heg stak, als liet mijne herken de, zoodat hij de tuchtiging er op toe paste die ik den jongens had toege dacht. Een en ander natuurlijk tot hun uitbundige vreugde. Do man maakte z'n excuus, toen hij me aan m'n stem herkende. Toen 'k mei mijn viertal weer op weg ging, zon ik weer op wraak. En met m'n vriendelijkste gezicht deed ik het voor stel. om een appelboom to gaan ln-roo ven. 'k Kende een heel mooien. Als de jongens daaronder stonden zou ik eens even aan den diksten .tak gaan Iiahgen, en 't zouden sterke schedels wezen, die niets voelden Aan de verza meling appels, die er dan op neerda len zou. Verroer js niet, jongens, riep iK. en greep een langen tak van dei? boom. Maar hoe ik schudde, en nog eens schudde geen appel viei. Iets anders wél ik namelijk. De eigen aai van den boomgaard had blijkbaar een aanval op dezen boom voorzien, cn d« lange tak, dien ik had uitgekozen was aan een anderen boom beneden «au vastgemaakt. Dat had 'k niet gezien. Toen ik aan den tak hing raakte hij los, sprong als een veer op, en ik tui melde in een komkommer-bed. Toen de jongens me overeind zetten, kwam juist de eigenaar aanwandelen. Ha 1 zei hij, z'n handen wrij vend nou heb ik je dan toch einde lijk. te paldien, mannetje! Ja, dat hebt u, meneer, zeiden de jongens. We vonden hem bezig met uw appelen te plukken., en we klommen juist over den muur om hem te pak ken. toen hij uit den hoorn viel I Mooi antwoordde de boom gaard-bezitter. Als ik jullie vieren nog eens een keer tegenkom, zul je ied-.i een stuiver hebben. En jij appelen- dief jou geef ik de gelegenheid om vijfentwintig gulden schadevergoeding te geven.... ai ders ga je mee naar de politie Om verder gezanik te voorkomen betaalde ik maar, en we liepen verdei-. Toen we bij. de beek kwamen, die 1 an3 liet bosch loopt, kreeg ik een schitte rend nieuw ïdée. Een, dat niet misluk ken kon Jongens, we zullen gaan touwtrekken. Ieder aan een kant van •Je beek. Jullie met z'n vieren aan don overkant, en ik hier. De partij, die cl* andere in hc-i water trekt, wint Toen ze aan den anderen oever ston den, moedigde ik ze nog even aan, ze ker als ik was van de overwinning, die dezen jongen -deugnieten de be roemde lichaamskracht der Van Slun- gelen's zou keren kennen.... Hou vast, jongens 1 En als vader roept ..af dan trekken jullie zoo hard als je kunt I Ze wachtten niet op mijn waarschu wend sein. Juist toen ik mij schrap wilde zetten om het heele viertal tege lijk midden in de heek te deporteeren, trokken zij hard. Ik stond net op let randje, en rekende heelemaal niet c p deze vuige list. M'n poging, om nog houvast in de lucht te vinden, had geen succes en ik dook in 't vier voel diepe water. Toen 'k bóven kwam, juichten zo alsof hun vader en gast heer een Kanaalzwemmer was. M'n geduld was nu ten einde, maar helaas wachtten zij niet tot ik aan wal was. Op dat moment hadden co al een kilometer voorsprong. Twee uur later dan zij kwam ik thuis, en aangezien ik een vader was, di© z'n kinderen wist te straffen waar dat noodig was, nam ik mijn rotting en liep naar hun slaapkamer. Zij 'lagen toevallig juist in zoeten sluimer, beiden met een onschuldigcn glimlach op !t gezicht. Ik voelde m'n vingers jeuken. Ben jij daar, Van Slungelen t riep m'n vrouw uit de kamer-era aast. Jammer dat je zoo laat bent T speet die lïe\-e jongens zoo, dat ze je niet goeden nacht konden wenschen. Ik zuchtte, lei m'n rotting weg. ofl gaf het op. BEDRS-OTERZICBT van de Firma E. SASSEN on Co., Parklaan 14 B, Tetefr.o. 2051. 28 Dec. 1912—3 Jan. 1913. De overgang van liet oude r.aar het nieuwe jaar za! ongetwijfeld door belanghel/jeiiaen bij den effectenhan del niet met onverdeelde vreugde herdacht zijn. daar 1912 zich heeft on derscheiden door -groote koersdalin gen van beleggingswaarden en her haalde verrassingen op speculatief gebied. Waren het aanv ankelijk groo te beroeringen in de arbeiderswereld, welke zich door stakingen in de ko lenmijnen en aan verschillende ha vens uitte, die hunne uitwerking op TWEEDE BLAD Zatariay 4 Januari 1913 Haarlemsche Handelsvereeniging Goedgekeurd hij Koninklijk besluit vau 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij zigd bij Koninkl. besluit van 21 Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli 1909, No. 52. Bureau: Jansvveg 11, geopend allo werkdagen van 9—5 uur. Telephoon No. 403. Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem de Vereeniging hier ter stede opge richt met het doel do belangen der le den op allerlei gebied te behartigen, doch allereerst de belangen hunner handel of bedrijf te bevorderen en wel speciaal door het verstrekken van infoimatiën en het incasseoren van dubieuse vorderingen. Voor posten welke men de vereeni ging ter invordering in handen steil op buiten de stad woonachtige per sonen moet 10 ct. porto worden be taald, tenvijl van alle vorderingen door de vereeniging geïnd 3 pet pro visie wordt geheven. In Juli en Augustus 1912 zijn 68 vorderingen tot een bedrag van f 4254.14 beiaald; 19 vorderingen wer den afbetaald en 17 vorderingen uit gesteld. Bovendien hebben de leden het recht op het hun gratis te verstrek ken advies van do rechtsgeleerde ad viseurs der vereeniging de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die desgewensebt ook in proceduren en faillissementen gratis voor hun op treden natuurlijk echter alleen voor zaken betreffende den handel of het bedrijf der leden. Bij elke vordering de rechtsgeleer den in handen gesteld moet 10 ct, voor porto worden gevoegd, terwijl van de bedragen der langs dezeu weg ingevorderde posten 5 pCL moet worden betaald. H.H. rechtsgeleer den hebben het recht in geval van ge rechtelijke vervolging bet door hun noodig geoordeelde voorschot te A'ra- geo aan den inzender der vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telephonische inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk, dan wordt 25 ct. berekend, terwijl voor information op buiten.de stad wonende personen f O GO pl.m. 5 ct, portovergoeding moet worden betaald. Aan het kantoor Jansweg 11 zijn coupons 10 ct. verkrijgbaar, waarop men aan het bureau van den Burger lijken stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adressen van hier ter stede, op het bevolkings register ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legüimatiekaarten, Avaarop zij persoonlijk informatiëu kunnen "vra- gen, in andere plaatsen bij de daar gevestigde en bij den Ned. Bond van nderl. Infor. en Schuldinvordering bureaux en Handelsvereenigtngen aangesloten vereenigingen. Deze in formation kosten 25 ct Het is noodig er nog eens uitdruk kelijk op te wijzen dat goed inlonnee ren, vooral naar nieuwe cliënten eene bepaalde noodzakelijkheid is gewor den, waar zoovele geheel onbekende personen zich in onze stad en aan grenzende gemeenten komen vestigen. Onder alle koren is kaf. Bovengenoemde Bond, waarbij 18 vereenigingen in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn Haarlemmer Halletjes ÊEN ZATERDAGAVOND-PRAATJE. Op den Nieuwjaarsdag heeft een nieuw] aarswenscher door de stad ge- wandeld^die als kenmerk van echt heid, om aan te toonen dat hij een heusclie brandblnsscher was, zijn band die om den arm gel ragen wordt, mee naar binnen gaf, om dien no n de familie te laten zien. Maar evenmin als de heer Brinkman koning is omdat Ti ij de Kroon heelt, evenmin als iemand nog een paard behoeft te- wezen, omdat hij een hoefijzer bezit, evenmin is dis band op dezen dag van misleiding en bedrog een over tuigend bewijsstuk. En al was bij dat wel, dan zou ik nog niet inzien, waarom aan brandhlusschers een Nieuwjaarsfooi moet worden vereerd: ons pers 00 n 1 ij k bewijzen ze geen diensten en wanneer huil bedoonvng te laag is, moet de gemeente maar wat beter betalen. Het heele Niouwjaar-wensohen gaat Aen beetje uit de mode. Er is ook iets wonderlijks in, dat iemand tegen je zegt„ik wensch u een plealerig nieuwjaar" en in ruil daarvoor een dubbeltje of een kwartje verwacht dat blijkt duidelijk hieruit, dat hij, wanneer dat geldstuk hem wordt ont houden en alleen de wederkeerige gel uk wensch aangeboden, plotseling minder vriendelijk gestemd is. Zelfs moet het wel zijn voorgekomen, dat een Nieuwjaarwenscher, die iemand eerst alle goeds had toegewenscht, van denzelfden man zei, dat hij het doodelijk benauwd mocht krijgen (de juiste woorden waren ietwat andere), zoodra hij vernomen had. dat het he- (geerde muntstuk uitblijven zou- Zoo is de afstand tusscheu vriend en vijandschap niet grooter, dan één dubbeltje 1 Gelukkig maar, dat de woede even min beklijft, el6 de gelukwensoh diep gir>S- Nu zooals ik zei het nieuwjaarwen- schen uit de mode raakt cn het wisse lend getij dus noopt om de bakens te a-erzetten, zou het oog op de verjaar dagen gericht kunnen worden. Vooral in den beginne zou dit een aardige bron van inkomsten kunnen opleve ren. Menigeen zou zich aangenaam getroffen voelen, Avanneer 's morgens een van de huisgenooten binnenkwam met de tijding„daar is de slagers knecht en hij feliciteert u met uw verjaardag". Als het antwoord daarop niet is „wel kijk, dat is at tent, hier, geef hem eeai kwartje", dan heb ik geen menschenkennis meer. Wie (hiermee de proef eens nemen wil, vindt al deze verjaardagen ge makkelijk in de kiezerslijst. Er zal evenwel een tijd komen, dat ook deze vlieger niet meer opgaat Dan kunnen de wenschers het met de seizoenen probeeren. Er is iets poë tisch in om op den 21sten Maart te komen zeggen „me\rrouAV of de juf frouw Avordt gefeliciteerd met het be gin van de lente", of op 21 Juni: „het compliment van don da© met het be gin van den zomer". Dat ik hiermee juist op liet goede hart der vrouw een beroep wil laten doen, is duidelijk de man is minder dichterlijk en zou ai gauw zeggen „nou ja, van 't zelf de, hoor". De begindata van herfst en Avlnter kunnen geen dienst doen, om dat het meerendeel van de menschen diléi-mee niet gefeliciteerd wenscht te Avorden. Pakken ook de seizoenen niet meer, dan is de historie or nog. Merkwaar dige dagen uit de geschiedenis zijner in overvloed en het heeft wel iets wetenschappelijks, om te zeggen: „ik feliciteer u met den gedenkdag van den slag hij Nieuwpoort", of„van harte geiuk geAvensoht met den her- innerïrigsdag van de pragmatieke sanctie" deze laatste felicitatie a-ooraJ zal grooten indruk maken, om dat geen tien van de honderd men schen nog zullen weten, wat dal ook weer te beteekenen had. Zooals be kend is, maakt het onbekende den meesten indruk. Het is wel niet de juiste tijd om over baden en zwemmen te spreken, em ik zal het niemand kwalijk 11e men, die bij de gedachte daaraan een koude rilling langs den rug voelt gaan, maai- het is mijn schuld niet de rechtsgeleerde Cominis- s i e heeft daar in den Raad een voor stel over gedaan en wanneer ©en geleerde Commissie daarvoor Juist den wintertijd kiest, dan moet ons dat recht zijn. Te meer omdat hier weer aan een schoon© redone©ring valt te smullen. Er mag tot nu toe in de openbare wateren niet worden gebaad of ge zwommen, behalve in die, welke door B. en W. daartoe zijn aangewezen. Men beschouw© dit op «1© reis van zijn denkvermogen als station numero één. Maar na 1906 hebben B. en W. niet meer bekend laten maken, dat koste loos gebruik mag gemaakt worden van de inrichting aan de Iloutvaart, station numero twee. Dus zou men kunnen zeggen, dat men, wegens het gemis aan een aan wijzing Avaar het baden en zwenfnen wel geoorloofd is, overal in de openbare wateren mag baden en zwemmen, station numero drie en hoofdstation. Wie nu mei zijn gedachten langs deze gedachtenlijn is gespoord, meent misschien, dat hij c«p een verkeerd station uitkomt. Laten we ons dan eens vooretellen, waar we zonder rechtsgeleerdheid eindigen. Nergens mag gebaad of gezwommen worden, behalve op de plaatsen, die B. en W. aanwijzen. B. en W. wijzen geen enkele plek aan, dus.... mag er nergens worden gebaad en gezwommen. Toen ik nog een kind was, kreeg ik van mijn vader een algemeen verbod om te gaan schaatsen rijden, uitgezon derd op de plaatsen, die hij me zou aanwijzen, wanneer hij dat geschikt vond. 't Kwam voor, dat hij dagen lang (omdat het ijs te slecht of te zwak was) niets zei, maar ik waagde het niet, daaruit af te leiden, dat ik nu ook overal mocht gaan rijdenin tegendeel, ik leidde daaruit af, dat het nog in 't geheel niet mocht. Ik bespeur nu, dat die redeneering niet. juridisch geweest is, waarvoor ik beleefd verontschuldiging vraag, we gens mijn toenmalige jeugd. Wan neer ik zeg, dat ik nu, ouder gewor den, voor de redeneering van de rechtsgeleerde Commissi© nog niet veel gevoel, dan is dat waarschijnlijk onvergeeflijk. Het zij zoo, ik kan er niets aan doen. De Commissie gaf wat we een „bewijs uit het ongerijmde" gewoon zijn te noemen, maar haar conclusie leek mij ongerijmd. Intusschen werd haar betoog niet alleen voor de juridische aardigheid opgezet, integendeel, het heeft ook een practïsch slot. In den afgeloopen zomer heeft het zwemmen nabij de bebouwde koin rechtmatig© ergernis verwekt, vandaar dat de Commissie nu dit algemeen verbod voorstelt Ik vraag verlof, een opmerking te mogen maken en wel een, waar ik ook een beetje trotsch op ben, omdat ze, naar ik meen, een heel klein, maar dan toch werkelijk juridisch tintje heeft. Ik meen namelijk, dat geen verordening moet worden ge maakt (of vernieuwd), waarvan de overtreding niet regelmatig kan Avor- den bestraft. Hoe staat het daarmee bij het ha- den en zWemmen in verboden water Hebben de jongens, die reden tot ergernis gaven, dezen zomer gerekeud op de juridisch© redeneering van de rechtsgeleerde Commissie Hebben, om verder te gaan, de agenten, die proces-verbaal tegen de knapen op maakten, daarvan afgezien om die zelfde redeneering? Mij dunkt, geen van beide categorieën hebben dit )ïö- toogizien aankomen. De jongens baad den omdat ze het zoo prettig vonden, en de agenten a-erbaliseerden niet, omdat ze de jongens niot bij hun jas (het zij gezegd zonder woordspeling) konden krijgen. Als de oevers van bet Spaarne, mitsgaders vaarten en sloo- ten, beschermd moeten worden tegen ongeoorloofde baderij, don mag bet politiekorps wel met duizend zomer- agenlen uitgebreid worden. En dat laten de financiën niet toe I Menschen, die minder aan precies geredigeerd© verordeningen, dan wel aan de eischen der nuchtere practijb denken, vragen daarom, of er niet ergens een plek is, waar de jongens kunnen zwemmen, zonder ergernis te geven, desnoods bewaakt door een paar agenten, die in tijd van gevaar als redders kunnen optreden. Met het nu ingediende voorstel wordt wel de rechtsgeleerdheid gered. maar de zwem- en baadlustige jeugd niet geholpen. Toch dacht ik, dat dit de hoofdzaak is. Het zal wél een toeval wezen, dal juist op den laatsten dag van het oude jaar ter kennis van de ingezete nen weid gebracht, dat het tocfiiier No. 17 der personeele belasting aan den ontvanger der directe belastin gen ter hand gesteld is. Ware het geen toeval, het zou ietw.it onvrien delijk wezen, dat juist te doen op den dag, die anders voor de meesten aan de vreugde is gewijd, zooiels alsof Wouter op mijn verjaardag zeggen zou: „Kerel, ik. feliciteer je, maar och, och, wat word1 je toch corpulent in den laatsten tijdl" „.Wordende", zoo lezen wij in deze puiblicutde, met bewondering voor bet fraaie Nederland sdh van <1© be lasting-administratie, „wordende de ingezetenen tevens beiumierd, dat do belastingscbuMiigen verplicht zijn, bun aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoen". Zou het niet veel eenvoudiger en taalkundig juister zijn, om to laten drukken: „De belastingsdhuldiigen moeten hun aanslag op de wijze die, bij de wet bepaald is, voldoen 1" Met zoo'n eenvoudig volzinnetje ontsnappen Ave meteen aan dien „voet", bepaald bij de wet en w a a r. 0 p v.-e betalen moeten 1 Als iemand mij vraagt., wat d;e „voet" te beduiden heeft, dan kan ik er niet anders op amtwoorden, dan dat bij behoort bij den... ik vraag excuus... bij den poot, waarop de beiastingschuldiige speelt, zoodra hij alweer voor belasting afdokken moov FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5