Busion Duiui
TWEEDE BLAD
Zatordag 25 Janaarl 1913
Haarlemsche
Handelsvereeniging
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij Konlnkl. besluit van 21
Mei 1897 No, 58 en van 13 Juli
1909, No. 52.
Bureau: Jansvveg 11, geopend alle
werkdagen van 9—5 uur..
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereenigiüg hier ter stede opge
richt met het doel do belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
van information en bet incasseeren
yan dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni-
ging ter invordering in handen stelt
op buiten do stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden be
taald, terwijl van alle vorderingen
door de vereeniging geïnd 3 pet. pro
visie wordt geheven.
In Juli en Augustus 1912 zijn 6S
vorderiugeu tol een bedrag van
f 4254.14 betaald; 19 vorderingen wer
den afbetaald en 17 vorderingen uit
gesteld.
Bovendien bubben de leden het
recht op het hun gratis te verstrek
ken advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereemgïng de heeren
Mrs. Th de Haan Uugenholtz en A.
H. J. Mereiis, Spuarne 94 alhier, die
desgewenscht ook In procéduren en
faillissementen gratis voor hun op
treden Datuurlijk echter alleen voor
zaken betreffende den handel of het
bedrijf der leden.
Bij elke vordering de rechtsgeleer
den in handen gesteld moet 10 ct.
voor porto worden gevoegd, terwijl
van de bedragen der langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt. moet
wordeu betaald. H.H. rechtsgeleer
den hebben het recht Ln geval van ge
rechtelijke vervolging het door hun
noodig geoordeelde voorschot le vra
gen aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonieche inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 cl. berekend,
terwijl voor information op buiten de
sLod wonende personen f 0.G0 pl.m.
5 ct, portovergoeding moet worden
betaald.
Aan het kantoor Jnnsweg 11 zijn
coupons h 10 ct. verkrijgbaar, waarop
men aan liet bureau van den Burger
lijken stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adressen
van hier ter stede op het bevolkings
register ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitimatiekaarten, waarop zij
persoonlijk informatiën kunnen vra
gen, in andere plaatsen bij de daar
Bevestigde c-n bij den Ned. Bond van
uderl Infer, en Schuldinvordering-
bureaux en Handelsvereenigingen
aangesloten vereenigingen. Deze in
formatiën kosten 25 ct.
Het is noodig er nog eens uitdruk
kelijk op te wijzen dat goed informee-
ren, vooral naar nieuwe cliënten eene
bepaalde noodzakelijkheid is gewor
den. waav zoovele geheel onbekende
personen zich in o:ize slad en aan
grenzende gemeenteu komen vestigen.
Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemde Bond. waarbij 18
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft xiit eene tweeniaan-
delïjksche lijst, van namen van per
sonen omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen in handclsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on
geschonden moet blijven en die als
w aa rschuwin gsmiddel uitstekend e
diensten bewijst.
Waar eone vereeniging, die hare le
den al deze voordeelen en gemakken
aanbiedt, slechts f3.50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker eer>
zeer bescheiden eisch te noemen, to
meer daar al het opgenoemde niet hel
eenige is wat de Haarlemsche Han-
delsverèeniging doet; steeds heeft zij
een open oog gehad voor alle zaken,
die hare leden tn ft bijzonder en onze
gemeente in ft algemeen betroffen en
altijd heeft zij daarvoor gesproken.
Het zou te ver voeren alles op te noe
men, waarvoor zij opkwam, alleen
dient nog vermeld, dat het hare be
doeling is, in deze richting krachtig
voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie commissiën gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit bene zich
met het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeene Middenstandsbe-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
tot stand brengt verdient uwe sympa
thie en de contributie, 3.50 per jaar,
kan geen bezwaar zijn. Hoe stereer
zij is in ledental, des le meer kun
dc- Haarlemsche Handelsvereeniging
doen.
Sluit u bij baar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
CCCLX1V.
Nauwelijks was Raymond Poincaré
gekozen tot president der Fransche
Republiek, of dc comte de Mun achtte
het noodig, in het dagblad „L'Echo de
Paris" een rede tot hem te houden,
waaruit ik het volgende overneem
„Op de plaats waar gij zijt, mijn
heer de President, zijt gij niet meer de
man van een partij. Gij zijt zelfs niet
meer. zooals men gewoon is te zeggen,
de scheidsrechter der partijen. Gij zijt
veel meer, en iets van hoogere orde.
Gij zijt liet hoofd van den Franschen
Staat, de vertegenwoordiger van deze
groote en antieke natie, die, onder ver
scheidene namen, in de wereld een
plaats heeft ingenomen, van waar zij
niet, eenmaal, in den afgrond, kan
worden gestort zonder dat gansch
Europa in heel zijn wezen door ge
schokt zou worden. Het is aan haar
alleen, dat gij voortaan zult moeten
denken. Wanneer gij de hoofden van
keizerrijken zult ontvangen, wanneer,
over de grenzen, gij de koningen en
de volkeren zult bezoeken, is het niet
ccri partij, die u ten geleide zal strek
ken, het is Frankrijk. Wanneer, bij 't
geluid van het volkslied, gaaude voor
het front dei' in het gelid geschaarde
troepen, gjj de vaandels en de degens
omlaag zult zien gaan, is het niet een
politicus, dien ze salueeren, doch den
vertegenwoordiger van Frankrijk."
Bravo ouwe graaf, dat klinkt als
een kiok 1 Wij proeven uit uw stijl hot
lid van de Académie Franjaise. Groo-
le en antieke natie, over de grenzen,
vaandels en degens dut alles klinkt
prachtig, 'Maar wat ouderwetseh. Moet
dc Fransche natie nu nog elk oogen-
blik gereedstaan om naar de w apens
te grijpen, dan wel to doen alsóf
Zoudt u uw gedachten niet liever la
ten gaan over hel welzijn van het
Fransciie volk Zoudt u niet meenen,
dat volkswelvaart de eerste zorg is
van den president der Fransche Repu
bliek, ware het ook alleen daarom,
dat een republiek uit den aard dei-
zaak democratisch is Luister eens,
wat Jean Jaurès verwacht
„Wij hebben geen revanche te ne
men. Wij wachten, zonder vijand
schap, maar met volstrekte onafhan
kelijkheid. de daden van den heer
Poincaré af. Ons voornemen is de Re
publiek vereler te brengen op den weg
der maatschappelijke gerechtigheid.
„Het is aan het ernstig getroffen ra
dicalisme om te zeggen, of het wil
voortgaan niet zich in het verderf te
storlon door machteloos gemok, dan
wol of het redden wil wat het nog aan
democratie en toekomstige krachten
heeft Inhouden, door zich met ons te
verbinden tot een nieuwe politiek, tot
een edelmoedige en duurzame politiek
van wereldvrede en maatschappelljken
vooruitgang."
Dat klinkt minder krijgshaftig en
grandioos, doch de „bons bourgeois"
hebben er meer nan.
Ook Arthus Meyer van „Le Gau-
lois", die zich de gelijke waant van
alle mogelijke notabelen en desnoods
monarchen op aarde, omdat hij een
vrouw van ouden Franschen adel
heeft getrouwd en zooveel maal mil-
lionnair is ook Mcyertje sprak een
woordje mee. Beschermend nam hij
den nieuwbenoemden president bij de-
hand en sprak hem minzaam toe:
„Dnar zijn we nu eindelijk verlost
van die verschrikkelijke nachtmerrie,
die zoo langen tijd het land veront
rust heeft.
„Dc heer Poincaré hebbe vertrou
wen in het land, en hij behoeft geen
rekening te houden met de woedende
aanvallen, die reeds door zijn vij
anden worden voorbereid."
Met zoo'n bescherming kan Ray-i
mond Poincaré het stellen. En Arthur
Meyer blijve gezond en hebbe voort
aan geen nachtmerries meer.
Wat de buitenlandsche pers betreft
moge die zich in het algemeen met
groole sympathie over deze benoe
ming hebben uitgelaten, de Duitsche
maakte er een uitzondering op: ze
heeft ter zake een soort van „Gleïch-
gültigkeit" betoond. Het socialistische
blad „Vorwarts" kon niet nalaten, zijn
beschouwingen ten deze met wal iro
nie te doorspekken:
„Wat de buitenlandsche politiek
aangaat, dc keuze Lusschen den heer
Panis en den heer Poincaré is niet
van zeer groot belang.
„Frankrijk is tegenwoordig een na
tie van renteniers, en, in weerwil van
zijn, overigens uit de mode geraakt,
revanche-stokpaardje, weinig gedispo
neerd lot oorJogsconflicten. Deze po
litiek zal in Frankrijk worden voort
gezet, welke man oulc aan het bewind
zij, en de heer Poincaré heeft reeds
de gelegenheid gehad die politiek te
volgen, soms met meer lawaai dan
nootlig was."
Mais tant mïeux, mon cher „Vor
warts"! Gij, als socialistisch orgaan,
zoudt toch niet liever zien, dat er een
man aan het hoofd van Frankrijk
kwam te staan, die wè] krijgshaftige
revanche-ideeën had
Enfinlaten wij, gelijk Jaurès
heeft gezegd, eerst kalm de daden
van den nieuwen president afwach
ten. De toekomst zal ons leeren, ol
déze „honnète liomme" te zijner tijd
niet. als vroeger Casimïr-Périer, zal
hehben le klagen over „de machte
loosheid, waartoe ik veroordeeld bc-n.
Weliswaar komt het velen voor, dal
Raymond Poincaré een krachtiger
persoonlijkheid is dan genoemde voor
ganger, doch daartegenover staat, dat
hel aantal politieke arrivisten en
parlementaire kuipers beduidend
grooter ies geworden
Intusschcu valt het niet te ontken
nen, dat de verkiezing van den heer
Poincaré in den smaak is gevallen
van het groote publiek. Een bewijs
daarvan levert onder meer het feit,
dat hot meerendeel der chansonniers
lieden, die anders al heel gauw
klaar staan om „les hommes du jour"
onbarmhartig door te halen den
nieuwen president met lof bezingt.
Georges Baltlia, die de verschillende
candidaien voor het presidentschap
vergelijkt met renpaarden, die elkan
der den Grand Prix betwisten, ein
digt zijn lied met het volgende re
frein
Gais et contents
Les parieurs triomphants
Ne s'cn vont pas seul'ment
Toucher jeur braise.
En rangs serrés,
lis acclam'nl Poincaré,
Gagiiant l'Grand-Prix d' la Ré-
Publiqu' francaise!
Dat ls wel geen hooge poëzie, doch
bet laat zich lekker zingen op de wijs
van „En revenant de la revue", de
„chanson en vogue" uit den tijd van
den „brav' générnï" Boulanger, zali
ge nagedachtenis.
P bekende Fursy dost in zijn liedje
uitkomen, dat Poincaré gelukkig geen
president is, waarmede het politiek
•acailie een loopje kan hemen.
Car la Républiqu', Républiqu1 Repu-
bliqu',
C'est c-a qu'est clilc,
C'est fa qu'esl clnc,
Vient de se payer vin p'tit gars,
Donl on n'se fichera pas I
Raymond Poincaré kan er meê te
vreden zijn. Gunstig besproken te
worden in chansons dat is, al
thans in Frankrijk, een bewijs van
echte popuiarileit. SapristiMont-
martre is anders zoo moeilijk te be
vredigen Gaat men bijvoorbeeld na,
hoe indertijd Sadi-Carnot, Felix Fau-
re en Fullières door de liedjeszangers
gehavend zijn geworden....
A propos.... hoe papa Fallières hel
maakt
Naar omstandigheden wel.
Dat hij maatregelen treft om na 18
Februari, den dag, waarop liij daad
werkelijk zal aftreden, zuiniger te le
ven, spreekt 'wei lmast vanzelf. Op
staatskosten of van je eigen centen
leven het verschil is groot. Doch
het schijnt, dat men hem niet zelden
belasterd heeft, niet liet minst wat zijn
zuinigheid betreft. Neen, neen, hij is
niet zoo „regardant", zoo „op den
penning" als velen plegen te bewe
ren.
i Liet hij op 1 Januari van dit eigen-
I ste jaar niel eenigo tientallen fra ncs
onder het personeel van „la Prósiden-
ce" verdeelen
j Kwam hij daarna niet tot de ont-
dekking, dat sinds een jaar of dertig
het leven duurder was geworden
Deze overweging liet hem geen rust,
in weêrwil van zijn aanstaande
1 troonsafdaling. En oen dezer dagen
I verhoogde hij het salaris van eiken
zijner geëmployeerden mot 15, zegge
lijftien, francs per maand.
Dat is wat men in Frankrijk een
„beau geste" pleegt te noemen. Do ge
ëmployeerden zijn er papa Fallières
dan ook heel dankbaar voor.
Nu is liet wel waar, dat hij, op
den heengang van het Elysée, die sa
larissen niet meer zal hebben te be
talen, en dal Raymond Poincaré de
gevolgen der edelmoedigheid zijns
voorgangers zal moeten dragen, doch
wTè daarop acht slaat, is een knies-
Ik heb het altijd wel gedacht, wei
eens gezegd ook. dat Armund Falliè
res, met zijn weldoorvoed uiterlijk,
een „pince-sans fire", oen stille grap
penmaker is.
OTTO KNAAP.
Van de Residentie en haar
bewoners.
CXCII.
Wat in andere gemeenten vroeger
reeds geschied is, is hier eindelijk ook
gebeurd. De raad heeft zich afkeurend
uitgesproken over de wijze, waarop
de Nedèrlandsche Bond van Onderwij
zers propaganda meende te mooten
maken in het orgaan van de llaagsche
af deeling. Een geheele mid dog is arm
het debat heengegaan on het eind
bracht een met 31—9 stemmen aange
nomen motie van afkeuring. De zin
snede, die aanleiding lot hel debat was,
kwam voor in het voorlaatste num
mer van het orgaan, waarin onder de
off icieele mededeel in een de onderwij
zers opgewekt werden tot strijd tegen
hun natuurlijke vijanden, de hoofden.
Nu kan men over het instituut der
hoofden denken zooals men wil,
zelfs van overtuigd zijn, dat onder de
hoofden veel ongewcnschte elementen
voorkomen, men kan den strijd van de
onderwijzers voor de hoofdeloozo
school de meest rechtvaardige
wereld achten, zoolang de wet nog de
hoofden kent, hebben de onderwijzers
zich aan hen te onderwerpen. De wet
houder zette zeer terecht, door aanha
lingen uit verschillende organen, uit
een, dat de strijd legen het stelsel ge
voerd wordt, door de personen omlaag
te halen. En het beleedigen van onder
hem dienende ambtenaren door diens
ondergeschikten, kan hij niet dulden.
Niet zonder nieuwsgierigheid wordt
afgewacht, wal <le Bondsafdeeliug zal
doen. Zijn de leden verstandig, dan
matigen ze den toon in het blad, want
gaan ze er mee door, dan zullen ze al
leen bereiken, dat naar buiten de over
tuiging veld wint, dat wie zoo blijk
geeft van gelnek aan goede manieren,
toc-zichl noodig heeft bij het geven van
onderwijs aan kinderen.
Er gaan echter geruchten, dal de
onderwijzers de terechtwijzing niet
ter harte zullen nemen en als bezol
digd redacteur wülen aanstellen een
onderwijzer, die een zekere vermaard
heid heeft in het uitschelden van de
hoofden. Het zal wel bijster paedago-
gisch zijnl
Binnen korten tijd zal de gemeen
teraad zich moeten uitspreken over de
ielefoonquaestie en het is niet le voor
zien, hoe de eindbeslissing vallen zal.
De toelichting, eigenlijk toelichtingen,
die bij hel voorstel lot het invoeren
van een automatisch systeem gege
ven zijn, spreken elkaar op een ma
nier tegen, die vermakelijk zou zijn
indien het een minder ernstige zaak
betrof. Thans is er met de niel-des-
kundige raadsleden geen ontkomen
aan en dat maakt dal voorspellen ui
terst lastig. Hel vooruitzicht is pret
tig: te moeten oordeelen over een In
gewikkeld technisch vraagstuk zonder
eenige leiddraad, want de economi
sche uiteenzetting door B. en W. ge
geven, ruist allen logischen gedach-
tengang en is daardoor moeilijk als
grondslag voor een beslissing te aan
vaarden.
Dit dringt weer eens de noodzake
lijkheid naar den voorgrond van ver
andering van de gemeentewet in
dien zin, dat het mogelijk wordt de
bedrijven te laten beheeren door een
directeur, bijgestaan door een aantal
commissarissen, door den raad, maar
ook builen zijn midden te benoemen.
Het geval dat hier voorkomt is wel
teekenend voor den dwazen toestand,
waartoe de vigeerende wet aanlei
ding is. Over een vraagstuk dat voor
de gemeente van groot beteng is. niet
alleen uit politiek maar ook uit finan
cieel oogpunt, moet geoordeeld wor
den door ec-n college, dat niet alleen
van de geheele zaak niets afweet,
manr dat zelfs niet in staal is, zich
voldoende op de hoogte te stellen. En
dan heet het nog, dat de raad de be
langen van de gemeente moet behar
tigen. Grooter ironie is niet denkbaar.
In het centrum van de stad is de
Gravenstraat op haar nieuwe breed
te gebracht. De Bonneierie, die er
ging bouwen, ruilde met de gemeente
een stukje grond op hei. Buitenhof
tegen een aantal vierkante meters,
noodig voor verbreeding van de Gra
venstraat. Het gebouw is titans uit
wendig gereed en trekt heel wat kij
kers. Als modern modepaleis is aan
hel uiterlijk nogal zorg besteed, maar
mooi kan ik hel. niet vinden. Vrij
staand op een modern plein zon het
misschien wel goed doen, maar daar
aan Groenmarkt en Buitenhof drukt
liet de andere gebouwen dood en de
architectuur past absoluut niet bij
die van het Buitenhof. Nu weet ik
wel, dat over 50 jaar niemand daar
meer aanstoot aan zal nemen, het
tegenwoordig geslacht is er echter
ook nog. Mooi vind ik het gebouw
niet, maar ik ben geen architect.
Mijn beswaar er tegen is een plomp
heid, die niet weggenomen wordt
door een groot aantal ramen en so
ber gehouden 'beeldhouwwerk. De
meeningen over het al of niet schoooe
loopen sterk uiteen, maai' bij domes
valt het gebouw nogal in den smaak
en daar iieeren er niets te koopon
zulten hebben, voor zichzelven wel te
verstaan, zal de vox populi hel wel
waarschijnlijk voor een kunstwerk
verklaren. Bij welk oordeel ik me als
niet-deskundig, moet neerleggen.
SINTRAM.
BEÜRS-OYERZIGET
van de Firma E. SASSEN CO.
Parklaan 14 B. Telef. no. 2061.
18-24 Jan. 1913.
De vorderingen welke, in den aan
vang der week, de besprekingen Jn
het Turksche kabinet hadden en
waarschijnlijk het sluiten van den
vrede tot gevolg zonden gehad heb
ben, bracht aanvankelijk de interna
tionale beurzen in een optimistische
stemming. Men was de meaning toe
gedaan dat nu spoedig een groote
hinderpaal voor de verdere ontwikke
ling van den handel zou zijn wegge-
nomen en dc gelden, welke in ver
schillende deelcn der wereld nog
steeds worden teruggehouden, thans
spoedig weder naar de geldcenira zou
den terugvloeien, waardoor de zoo
noodige ontspanning in de geldmarkt
zou kunnen intreden. In afwachting
van deze betere lijden waren dan ook
verschillende Staatsfondsen en ntet
liet minst speculatieve waarden aan
de onderscheidene beurzen zeer ge
zocht, waardoor een aanmerkelijke
koersverbetoring kon intreden. De
door de Jong-Turken uitgevoerde
staatsgreep heeft echter de hoop dal
thans de oorzaak, welke reeds maan
denlang een loodzwaren druk op os
beurzen uitoefende, zou zijn wegge
nomen, weder voor oubopaalden tijd
den bodem ingeslagen. Bij de binuen-
landsche onlusten in Turkije en du
vrees voor nieuwe complicaties bij
ecu voortzetting van den oorlog valt
het dan ooit niet te verwonderen dat
de beurzen een verre van opgewekte
stemming aan den dag legden. Deze
onverwachte tegenslag zal dan ook
door verschillende staten en groote
maatschappijen welke slechts op het
gunstige tijdstip wachten om voor de
groote geldbehoeften, welke steeds drin
gender worden, 'n beroep op de geld
markt le doen. met leedwezen worden
aangezien en het is voor de verdere
ontwikkeling van handel en industrie
die in verschillende landen Veel gele
den heeft, zeer te hopen dat de groo
te mogendheden er in zullen slagen
spoedig de rust te doen wederkeeren.
In de Unie was men aanvankelijk
ook wel geneigd, op grond der betere
politieke berichten uit Europa in de
gunstige s poor we go niv an gste ueen
optimistischer stemming aan den dag
te leggen. Hiervan konden voorname
lijk koperwaarden profiieeren, welke
op een prijsverhooging van 1 1/2 pond
van het gele metaal te Londen, be
langrijk in koers kónden verbeteren.
De hardnekkig volgehouden vervol gin
gen der groote trusts en.de onzeker
heid over de te wachten taViefverlaging
deden spoedig allen ondernemings
lust verdwijnen, zoodat de omzetten
tot een minimum werden terugge
bracht. Weliswaar blijven de spoor-
wegontvangsten gunstig, de staalhan-
dol opgewekt c-n de handel in ft aiee-
nicen bevredigend, doch door de tél-
';ens van regeeringswege ingestelde
ervolgin gen wordt de aandacht van
deze gunstige factoren afgeleid en d«
vrees levendig gehouden, dat bij het
optreden van den nieuwen president
zeer radicale maatregelen zullen wor
den voorgesteld, waardoor verschillen
de groote corporaties met een bevel lot
ontbinding worderi bedreigd. Onder
deze omstandigheden is dan ook een
verslapping in den handel, waarvan
hier en daar reeds teekenen vallen te
bespeuren, een zeer natuurlijk ver
schijnsel. Nirt alleen, dat de onzeker
heid, welke de tarieiverlaging op hel
prijsniveau van verschillende artike
len zal hebben, de handelaars tot groo
te voorzichtigheid in hunne aankoopen
aanspoort, ook de actie der regeering
maakt, dat de beleggers, zoolang de
vervolging duurt, huiverig worden
hun geld in de bedreigde ondernemin
gen te steken, waardoor aan deze
laatste de ncodige middelen tot ver
dere ontwikkeling" worden onthouden.
Vergel-eken bij dc vorige week zijn
do koersveriagiiigon der industrieele
waarden niet zeer belangrijk, doch
neemt men de tusschentijds ingetre
den rijzing in aanmerking, dan zijn
de verliezen nog beduidend. Op de
reeds vermelde rijzing in den koper-
prijs waren Amalgamated aanvanke
lijk 21/2 pCt. honger, doch later
moesten zij, op de reeds vermelde
ongunstige wonding in de politieke
situatie, dit avans weder geheel prijs
geven, zoodat de koers per saldo geen
verandering onderging. Ook Comm.
Steels ondergingen een gelijk lot. Dc
koers kon tijdelijk van 63 3/8 tot Co
stijgen, doch liep later weder tot
63 1,16 terug. De vermindering in de
bestellingen droeg hiertoe ongetwij
feld ook hel noodigo bij. Am. Can.
Comp. maakten op de algemeene
stemming in deze afdeeling een uit
zondering en konden een viertal pro
centen verbeteren.
Voor spoorwogaandeelen was de
animo eveneens gering. Na een voor
bijgaande rijzing zakten de koersen
der meeste fondsen weder tot onder
hel niveau <ler vorige week in. Union
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
„Fideiio", zei mijn neef Hupstra,
„je schrijft, geloof ik, af en toe van
•die stukkies in de krant
„Ja juist, stukkies", zei ik, een
klein beetje bolecdigd.
„Van die dingetjes dan", ging Ilup-
stra voort, met een kalmte alsof deze
benaming de mooiste was, die ik ver
langen kon, „en daar moet je nu maar
eens in zetten, wat mij gebeurd is".
„Zoo, moet ik!"
„Ja en dat wil je wel graag want
menschen die in de krant schrijven,
zijn altijd om een onderwerp vorle-
gen".
„Hupstra," zei ik, „je bent een uil.
Maar daar ik eerder kans zie, de Al
pen uit Zwitserland naar Noorwegen
over te kruien, dan de vreemde ideeën
van jou en een ander over de krant
te veranderen moet je maar beginnen
met je verhaar*
„Je weet dan, dat mijn vrouw met
kracht en geweld verhuizen wou..."
Dat wist ik alvast niet, want het is
eigenaardig dat wanneer menschcn
gaan verliuizen, de een altijd de
schuld op den ander gooit. Mevrouw
Hupstra had zoo dikwijls gezeid:
„mijn man praat altijd over verhui
zen, maar ik blijf liever iu ons oude
huis wonen..." En nu zei llupstra pre
cies hetzelfde, maar juist omgekeerd.
Maar ik trok een strak gezicht en
zei: „juist".
„Hoe gaat liet dan", ging Hupstra
herder, „als zoo'n plan eenmaal bij
een vrouw opkomt, deugt er niets
meer: het huis is tochtig en hel uit
zicht vertelend en de buurt ongezel
lig; enfin, we zei en de huur tegen Mei
op en gingen aan ft zoeken naar een
ander".
„Het tortelduivenpaar zocht naar
een beter nest", citeerde ik uit mijn
lie vel in gsd ichter.
„Maar ach, helaas, o wee, het ging
niet al te best", rijmde Hupstra.
„Bovendien is de eene tortel wat
kaal van veeren" (hierbij streek hij
over zijn bomaanden schedel) en de
andere tortel klaagt over rheumatïek.
Maar val me niet telkens in de rede,
anders komt het verhaal niet aan
e© neind. Ik zeg jè, Fideiio, we weten
allemaal, dat er oen groot verschil
is tusschen schijn en werkelijkheid,
maar nergens is dat zoo reusachtig
als bij huizen, Heb je geen huis noo
dig en loop je eens door de slad te
wandelen, dan denk je dat er huizen
te kust en te keur te krijgen zijn. Dat
is de schijn. Maan wanneer je er op
uitgaat om een er van te huren, dan
is er niet één dot je past. Ziedaar de
werkelijkheid".
„Och kom", zei ik.
„Op mijn woord, In <le eerste
plaats wil mijn vrouw niet overal wo
nen, ze heeft sterk haar voorkeur..."
Ik herinnerde me, dat mevrouw
Hupstra pleegt te zeggen: „mijn man
is zoo lastig en kan maar nooit be
sluiten".
„Dan is er nog een ander bezwaar,
je kunt bijna nergens terecht, dan op
Dinsdag en Donderdag. Dat zijn zoo
wat de algemeene huizen-kijkdagen.
Sommige menschen maken het nog
erger, die laten alleen op één middag
in de week kijken toe. En dan nog
maar een paai1 uur. En eindelijk moet
je nog vooraf belet laten vragen. Ik
zeg je, Fideiio, liet is een gunst der
gunsten, als je bij sommige menschen
wordt toegelaten".
„Dat zal zijn reden wel hebben",
bracht ik in't midden. „Er moeten in
Haarlem menschen zijn, die alleen
maar voor de aardigheid huizen gaan
kijken en er niet over denken, om ze
te huren".
„Die kun je dadelijk van de echte
huizenzoekers onderscheiden".
„lloe dan?"
„Omdat ze v rooi ijk kijken. Dat doet
een ware huizenzoeker nooit, die
heeft iels sombers, iets neerslachtigs,
in zijn ooge-n, zoo iets van: „o jemine,
daar moet ik alweer vragen hoeveel
huur en hoeveel kamers en of de bu
ren aangenaam zijn en of er ook hon
den in de buurt zijn, die 's nachts
blaffen en of... je weet niet man, wat
er al niet te vragen is. Mijn vrouw
had zeventien vragen op een lijstje.
Zou een mensch daar niet triestig
van worden? Ik zeg je als ik een huis
moest laten kijken en er meldde zich
iemand aan met een vroolijk gezicht,
dan zou ik zeggen: mijnheer of me
vrouw, neem nie niet kwalijk maar u
kijkt mo te vroolijk, u kijkt maar hui
zen voor de grap, ik laat u niet toe".
„Dat zouden ze niet aardig vinden".
„Maar denk jij dan, dat een huis
bezoeken aardig is? 't Is geen bezoek,
maar een bezoeking. De bewoners kij
ken je aan, of je hun persoonlijke
vijand bent jicdereen heeft wel eens
oen paar oude meubeltjes en heeft
liever, dat een ander die niet ziet; dan
gaat de dienstbode mee en intussehen
moet mevrouw naar de bel. De kasten
laat je maar dicht: als je die van
binnen zien wilt, maak je de vrouw
des huizes tot doodsviiandin en toch
is ft van belong, of er flinke berging
is of niet zou ik denken. En weet je,
wat er nog bijkomt? Sommige huizen
zijn zoo'n beetje op avontuur ge
bouwd."
Dat had ik wel eens meer opge
merkt. Er zijn zoo van die woningen,
waar de lieer Toeval architect schijnt
te zijn geweest, de lieer Bouwmaar-
opski aannemer, de heer Stapelraaar
metselaar en de heer Klopsnel tim
merman. „Ik heb een huis gezien, Fi
deiio," ging Hupstra voort, „dat de
bouwheer eerst heeft willen stichten
voor reuzen; daarom maakte hij er
vier hooge, groote ka mere intoen
dacht hij zeker, dat er maar weinig
reuzen in de wereld zijn en maakte
er vier kleine kamertjes voor dwergen
bij. Maar zoolang er geen gemengde
familie van reuzen en dwergen naar
een huis van dezen huurprijs zoekt,
zal die eigenaar zijn perceel niet ge
makkelijk verhuren. Zoo is er meer..
De eene bouwer stellig een dikkort,
maakt een groote, ruime vestibule en
houdt daardoor alleen voor een las
tige, steile trap ruimte over, de an
dere bouwer, waarschijnlijk oen ma
gere, maakt den ingang zoo klein, dat
er niet eens een parapluiebak staan
kan. Soms zoekt een huis zijn kracht
in de suite beneden c-n hooft hokjes
van slaapkamers boven, dat is ge
bouwd door iemand met een groot
gezin; een anderen keer zit al de
fraaiigheid in de verdieping en zijn
de benedenkamers klein; die bouw
heer dacht aan een klein gezin. En
dan de moeilijkheid, die je hebt met
de kosmografie!"
„Kosmografie!" herhaalde Jk en
staarde hem aan, want nu dacht ik
tot heusch, dat liet huizen zoeken
Hupstra in zijn hoofd geslagen was.
„Ja, ik bedoel oost en west en noord
en zuid en wel zon 's morgens en geen
zon 's middags en een beetje zou
's avonds. Tot nu ioe hebben we zuid-
noord gewoond, maar dat nooit meer",
zei mijn vrouw. De verf blakerde van
den voorgevel af en in het tuintje
wou niemendal groeien.
ft Nieuwe huls moest dus oost-west
staan, hoewel ik ft ook niet gezellig
vind, dal midden in den zomer de
eerste zonnestralen 's nachts om drie
uur je slapenden neus beschijnen. En
ik spaar je de philosophïe over noor
denwind zoo en zuidenwind zus en
westenwind met regens en weet ik
wat al meer. Het huis van de toe
komst, zeg ik je, zal om een spil ge
bouwd worden, dan kan het met
Wind en zon meedraaien".
„Als je dan maar geen verschil van
meaning met je vrouw krijgt, welken
kant het uit gedraaid moet worden",
zei ik.
„Geen flauwe aardigheden asjeblief
bewaar die maar voor je stukkies.
Toen we -twee Dinsdagen en drie
Donderdagen op 't oorlogspad waren
geweest, konden we niet meer. Onder
al die huizen was er niet één voor
ons gebouwd, Be-halve een, maar
toen we daarnaar vroegen, schrikte
de vrouw van den eigenaar daar zoo
ran, dat ze er zelf wou gaan vronen."
Ik verkneep mijn lachen en betuig
de mijn oprechte deelneming in dit
zeidame onheil.
„We waren het huizen afdraven zat.
we hadden ook hartgrondig genoeg
van den woninggids met zijn eeuwig:
„twee k. ens. tuin, keuken, kelder,
boven drie k., zolder met ec-n k. en
dbk." Altijd maar weer spelden we
die opgaven uit, tot Ik ten slotte zei*
„hou op, ik kan ft niet meer verdra
gen". En hadden we niet een aan
kondiging gevonden waarbij de kel
der op de eerste verdieping was, dan
zou ik vast en zeker krankzinnig zijn
geworden van al die k. ens. met nog
een k., keld. keuk...."
„Nou, nou", zei ik sussend: het
menschelijk verstand, hoe klein ook,
kan nog wel een stootje verdragen".
„Toen gebeurde het merkwaardige
op eens", ging Hupstra voort. „In ft
Dagblad vond mijn vrouw een adver
tentie huis le huur. aangename stand,
precies zooveel kamers als we noodig
hadden, huurprijs naar onzen zin,
met Mei te betrekken, alles in orde.
Brieven onder no. 39383 aan 't bureau
Ik schreef om nader® inlichtingen.
Den volgenden avond wordt er ge
beld: onze huisheer om mij te spre
ken. Met een soort van angstig voor
gevoel laat ik liem binnen en nauwe
lijks zit hij op een stoel, of het hooge
wooi'd komt er uit...."
„Het hooge woord?"
„We hadden naar ons eigen huis
gevraagd, Fideiio en hij wou liet óns
wel weer verhuren, de booswicht,
maar voor vijftig gulden meer...."-
„En
„We hebben liet maar gedaan: om
onze houding te redden -bedongen we
nieuw behang in de spreekkamer,
dat hem zes gulden kost. Schrijf dat
tot leering en waarschuwing van an
deren nou eens in je siukkie 1"
FIDELIO.