Busion Duiui TWEEDE BLAD Zatordag 25 Janaarl 1913 Haarlemsche Handelsvereeniging Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij zigd bij Konlnkl. besluit van 21 Mei 1897 No, 58 en van 13 Juli 1909, No. 52. Bureau: Jansvveg 11, geopend alle werkdagen van 9—5 uur.. Telephoon No. 403. Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem de Vereenigiüg hier ter stede opge richt met het doel do belangen der le den op allerlei gebied te behartigen, doch allereerst de belangen hunner handel of bedrijf te bevorderen en wel speciaal door het verstrekken van information en bet incasseeren yan dubieuse vorderingen. Voor posten welke men de vereeni- ging ter invordering in handen stelt op buiten do stad woonachtige per sonen moet 10 ct. porto worden be taald, terwijl van alle vorderingen door de vereeniging geïnd 3 pet. pro visie wordt geheven. In Juli en Augustus 1912 zijn 6S vorderiugeu tol een bedrag van f 4254.14 betaald; 19 vorderingen wer den afbetaald en 17 vorderingen uit gesteld. Bovendien bubben de leden het recht op het hun gratis te verstrek ken advies van de rechtsgeleerde ad viseurs der vereemgïng de heeren Mrs. Th de Haan Uugenholtz en A. H. J. Mereiis, Spuarne 94 alhier, die desgewenscht ook In procéduren en faillissementen gratis voor hun op treden Datuurlijk echter alleen voor zaken betreffende den handel of het bedrijf der leden. Bij elke vordering de rechtsgeleer den in handen gesteld moet 10 ct. voor porto worden gevoegd, terwijl van de bedragen der langs dezen weg ingevorderde posten 5 pCt. moet wordeu betaald. H.H. rechtsgeleer den hebben het recht Ln geval van ge rechtelijke vervolging het door hun noodig geoordeelde voorschot le vra gen aan den inzender der vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telephonieche inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 cl. berekend, terwijl voor information op buiten de sLod wonende personen f 0.G0 pl.m. 5 ct, portovergoeding moet worden betaald. Aan het kantoor Jnnsweg 11 zijn coupons h 10 ct. verkrijgbaar, waarop men aan liet bureau van den Burger lijken stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adressen van hier ter stede op het bevolkings register ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitimatiekaarten, waarop zij persoonlijk informatiën kunnen vra gen, in andere plaatsen bij de daar Bevestigde c-n bij den Ned. Bond van uderl Infer, en Schuldinvordering- bureaux en Handelsvereenigingen aangesloten vereenigingen. Deze in formatiën kosten 25 ct. Het is noodig er nog eens uitdruk kelijk op te wijzen dat goed informee- ren, vooral naar nieuwe cliënten eene bepaalde noodzakelijkheid is gewor den. waav zoovele geheel onbekende personen zich in o:ize slad en aan grenzende gemeenteu komen vestigen. Onder alle koren is kaf. Bovengenoemde Bond. waarbij 18 vereenigingen in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn aangesloten geeft xiit eene tweeniaan- delïjksche lijst, van namen van per sonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men met hen in handclsbetrek king treedt, waarvan het geheim on geschonden moet blijven en die als w aa rschuwin gsmiddel uitstekend e diensten bewijst. Waar eone vereeniging, die hare le den al deze voordeelen en gemakken aanbiedt, slechts f3.50 jaarlijksche contributie vraagt, is dit zeker eer> zeer bescheiden eisch te noemen, to meer daar al het opgenoemde niet hel eenige is wat de Haarlemsche Han- delsverèeniging doet; steeds heeft zij een open oog gehad voor alle zaken, die hare leden tn ft bijzonder en onze gemeente in ft algemeen betroffen en altijd heeft zij daarvoor gesproken. Het zou te ver voeren alles op te noe men, waarvoor zij opkwam, alleen dient nog vermeld, dat het hare be doeling is, in deze richting krachtig voort te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur drie commissiën gevormd en is daarvoor het bestuur uitgebreid. Van deze commissiën bemoeit bene zich met het Informatie- en Incassowezen, eene met algemeene Middenstandsbe- langen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zamen genomen roepen wij allen toe, handelaar of particulier Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds tot stand brengt verdient uwe sympa thie en de contributie, 3.50 per jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe stereer zij is in ledental, des le meer kun dc- Haarlemsche Handelsvereeniging doen. Sluit u bij baar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen be lang. HET BESTUUR. Parijsche Brieven CCCLX1V. Nauwelijks was Raymond Poincaré gekozen tot president der Fransche Republiek, of dc comte de Mun achtte het noodig, in het dagblad „L'Echo de Paris" een rede tot hem te houden, waaruit ik het volgende overneem „Op de plaats waar gij zijt, mijn heer de President, zijt gij niet meer de man van een partij. Gij zijt zelfs niet meer. zooals men gewoon is te zeggen, de scheidsrechter der partijen. Gij zijt veel meer, en iets van hoogere orde. Gij zijt liet hoofd van den Franschen Staat, de vertegenwoordiger van deze groote en antieke natie, die, onder ver scheidene namen, in de wereld een plaats heeft ingenomen, van waar zij niet, eenmaal, in den afgrond, kan worden gestort zonder dat gansch Europa in heel zijn wezen door ge schokt zou worden. Het is aan haar alleen, dat gij voortaan zult moeten denken. Wanneer gij de hoofden van keizerrijken zult ontvangen, wanneer, over de grenzen, gij de koningen en de volkeren zult bezoeken, is het niet ccri partij, die u ten geleide zal strek ken, het is Frankrijk. Wanneer, bij 't geluid van het volkslied, gaaude voor het front dei' in het gelid geschaarde troepen, gjj de vaandels en de degens omlaag zult zien gaan, is het niet een politicus, dien ze salueeren, doch den vertegenwoordiger van Frankrijk." Bravo ouwe graaf, dat klinkt als een kiok 1 Wij proeven uit uw stijl hot lid van de Académie Franjaise. Groo- le en antieke natie, over de grenzen, vaandels en degens dut alles klinkt prachtig, 'Maar wat ouderwetseh. Moet dc Fransche natie nu nog elk oogen- blik gereedstaan om naar de w apens te grijpen, dan wel to doen alsóf Zoudt u uw gedachten niet liever la ten gaan over hel welzijn van het Fransciie volk Zoudt u niet meenen, dat volkswelvaart de eerste zorg is van den president der Fransche Repu bliek, ware het ook alleen daarom, dat een republiek uit den aard dei- zaak democratisch is Luister eens, wat Jean Jaurès verwacht „Wij hebben geen revanche te ne men. Wij wachten, zonder vijand schap, maar met volstrekte onafhan kelijkheid. de daden van den heer Poincaré af. Ons voornemen is de Re publiek vereler te brengen op den weg der maatschappelijke gerechtigheid. „Het is aan het ernstig getroffen ra dicalisme om te zeggen, of het wil voortgaan niet zich in het verderf te storlon door machteloos gemok, dan wol of het redden wil wat het nog aan democratie en toekomstige krachten heeft Inhouden, door zich met ons te verbinden tot een nieuwe politiek, tot een edelmoedige en duurzame politiek van wereldvrede en maatschappelljken vooruitgang." Dat klinkt minder krijgshaftig en grandioos, doch de „bons bourgeois" hebben er meer nan. Ook Arthus Meyer van „Le Gau- lois", die zich de gelijke waant van alle mogelijke notabelen en desnoods monarchen op aarde, omdat hij een vrouw van ouden Franschen adel heeft getrouwd en zooveel maal mil- lionnair is ook Mcyertje sprak een woordje mee. Beschermend nam hij den nieuwbenoemden president bij de- hand en sprak hem minzaam toe: „Dnar zijn we nu eindelijk verlost van die verschrikkelijke nachtmerrie, die zoo langen tijd het land veront rust heeft. „Dc heer Poincaré hebbe vertrou wen in het land, en hij behoeft geen rekening te houden met de woedende aanvallen, die reeds door zijn vij anden worden voorbereid." Met zoo'n bescherming kan Ray-i mond Poincaré het stellen. En Arthur Meyer blijve gezond en hebbe voort aan geen nachtmerries meer. Wat de buitenlandsche pers betreft moge die zich in het algemeen met groole sympathie over deze benoe ming hebben uitgelaten, de Duitsche maakte er een uitzondering op: ze heeft ter zake een soort van „Gleïch- gültigkeit" betoond. Het socialistische blad „Vorwarts" kon niet nalaten, zijn beschouwingen ten deze met wal iro nie te doorspekken: „Wat de buitenlandsche politiek aangaat, dc keuze Lusschen den heer Panis en den heer Poincaré is niet van zeer groot belang. „Frankrijk is tegenwoordig een na tie van renteniers, en, in weerwil van zijn, overigens uit de mode geraakt, revanche-stokpaardje, weinig gedispo neerd lot oorJogsconflicten. Deze po litiek zal in Frankrijk worden voort gezet, welke man oulc aan het bewind zij, en de heer Poincaré heeft reeds de gelegenheid gehad die politiek te volgen, soms met meer lawaai dan nootlig was." Mais tant mïeux, mon cher „Vor warts"! Gij, als socialistisch orgaan, zoudt toch niet liever zien, dat er een man aan het hoofd van Frankrijk kwam te staan, die wè] krijgshaftige revanche-ideeën had Enfinlaten wij, gelijk Jaurès heeft gezegd, eerst kalm de daden van den nieuwen president afwach ten. De toekomst zal ons leeren, ol déze „honnète liomme" te zijner tijd niet. als vroeger Casimïr-Périer, zal hehben le klagen over „de machte loosheid, waartoe ik veroordeeld bc-n. Weliswaar komt het velen voor, dal Raymond Poincaré een krachtiger persoonlijkheid is dan genoemde voor ganger, doch daartegenover staat, dat hel aantal politieke arrivisten en parlementaire kuipers beduidend grooter ies geworden Intusschcu valt het niet te ontken nen, dat de verkiezing van den heer Poincaré in den smaak is gevallen van het groote publiek. Een bewijs daarvan levert onder meer het feit, dat hot meerendeel der chansonniers lieden, die anders al heel gauw klaar staan om „les hommes du jour" onbarmhartig door te halen den nieuwen president met lof bezingt. Georges Baltlia, die de verschillende candidaien voor het presidentschap vergelijkt met renpaarden, die elkan der den Grand Prix betwisten, ein digt zijn lied met het volgende re frein Gais et contents Les parieurs triomphants Ne s'cn vont pas seul'ment Toucher jeur braise. En rangs serrés, lis acclam'nl Poincaré, Gagiiant l'Grand-Prix d' la Ré- Publiqu' francaise! Dat ls wel geen hooge poëzie, doch bet laat zich lekker zingen op de wijs van „En revenant de la revue", de „chanson en vogue" uit den tijd van den „brav' générnï" Boulanger, zali ge nagedachtenis. P bekende Fursy dost in zijn liedje uitkomen, dat Poincaré gelukkig geen president is, waarmede het politiek •acailie een loopje kan hemen. Car la Républiqu', Républiqu1 Repu- bliqu', C'est c-a qu'est clilc, C'est fa qu'esl clnc, Vient de se payer vin p'tit gars, Donl on n'se fichera pas I Raymond Poincaré kan er meê te vreden zijn. Gunstig besproken te worden in chansons dat is, al thans in Frankrijk, een bewijs van echte popuiarileit. SapristiMont- martre is anders zoo moeilijk te be vredigen Gaat men bijvoorbeeld na, hoe indertijd Sadi-Carnot, Felix Fau- re en Fullières door de liedjeszangers gehavend zijn geworden.... A propos.... hoe papa Fallières hel maakt Naar omstandigheden wel. Dat hij maatregelen treft om na 18 Februari, den dag, waarop liij daad werkelijk zal aftreden, zuiniger te le ven, spreekt 'wei lmast vanzelf. Op staatskosten of van je eigen centen leven het verschil is groot. Doch het schijnt, dat men hem niet zelden belasterd heeft, niet liet minst wat zijn zuinigheid betreft. Neen, neen, hij is niet zoo „regardant", zoo „op den penning" als velen plegen te bewe ren. i Liet hij op 1 Januari van dit eigen- I ste jaar niel eenigo tientallen fra ncs onder het personeel van „la Prósiden- ce" verdeelen j Kwam hij daarna niet tot de ont- dekking, dat sinds een jaar of dertig het leven duurder was geworden Deze overweging liet hem geen rust, in weêrwil van zijn aanstaande 1 troonsafdaling. En oen dezer dagen I verhoogde hij het salaris van eiken zijner geëmployeerden mot 15, zegge lijftien, francs per maand. Dat is wat men in Frankrijk een „beau geste" pleegt te noemen. Do ge ëmployeerden zijn er papa Fallières dan ook heel dankbaar voor. Nu is liet wel waar, dat hij, op den heengang van het Elysée, die sa larissen niet meer zal hebben te be talen, en dal Raymond Poincaré de gevolgen der edelmoedigheid zijns voorgangers zal moeten dragen, doch wTè daarop acht slaat, is een knies- Ik heb het altijd wel gedacht, wei eens gezegd ook. dat Armund Falliè res, met zijn weldoorvoed uiterlijk, een „pince-sans fire", oen stille grap penmaker is. OTTO KNAAP. Van de Residentie en haar bewoners. CXCII. Wat in andere gemeenten vroeger reeds geschied is, is hier eindelijk ook gebeurd. De raad heeft zich afkeurend uitgesproken over de wijze, waarop de Nedèrlandsche Bond van Onderwij zers propaganda meende te mooten maken in het orgaan van de llaagsche af deeling. Een geheele mid dog is arm het debat heengegaan on het eind bracht een met 31—9 stemmen aange nomen motie van afkeuring. De zin snede, die aanleiding lot hel debat was, kwam voor in het voorlaatste num mer van het orgaan, waarin onder de off icieele mededeel in een de onderwij zers opgewekt werden tot strijd tegen hun natuurlijke vijanden, de hoofden. Nu kan men over het instituut der hoofden denken zooals men wil, zelfs van overtuigd zijn, dat onder de hoofden veel ongewcnschte elementen voorkomen, men kan den strijd van de onderwijzers voor de hoofdeloozo school de meest rechtvaardige wereld achten, zoolang de wet nog de hoofden kent, hebben de onderwijzers zich aan hen te onderwerpen. De wet houder zette zeer terecht, door aanha lingen uit verschillende organen, uit een, dat de strijd legen het stelsel ge voerd wordt, door de personen omlaag te halen. En het beleedigen van onder hem dienende ambtenaren door diens ondergeschikten, kan hij niet dulden. Niet zonder nieuwsgierigheid wordt afgewacht, wal <le Bondsafdeeliug zal doen. Zijn de leden verstandig, dan matigen ze den toon in het blad, want gaan ze er mee door, dan zullen ze al leen bereiken, dat naar buiten de over tuiging veld wint, dat wie zoo blijk geeft van gelnek aan goede manieren, toc-zichl noodig heeft bij het geven van onderwijs aan kinderen. Er gaan echter geruchten, dal de onderwijzers de terechtwijzing niet ter harte zullen nemen en als bezol digd redacteur wülen aanstellen een onderwijzer, die een zekere vermaard heid heeft in het uitschelden van de hoofden. Het zal wel bijster paedago- gisch zijnl Binnen korten tijd zal de gemeen teraad zich moeten uitspreken over de ielefoonquaestie en het is niet le voor zien, hoe de eindbeslissing vallen zal. De toelichting, eigenlijk toelichtingen, die bij hel voorstel lot het invoeren van een automatisch systeem gege ven zijn, spreken elkaar op een ma nier tegen, die vermakelijk zou zijn indien het een minder ernstige zaak betrof. Thans is er met de niel-des- kundige raadsleden geen ontkomen aan en dat maakt dal voorspellen ui terst lastig. Hel vooruitzicht is pret tig: te moeten oordeelen over een In gewikkeld technisch vraagstuk zonder eenige leiddraad, want de economi sche uiteenzetting door B. en W. ge geven, ruist allen logischen gedach- tengang en is daardoor moeilijk als grondslag voor een beslissing te aan vaarden. Dit dringt weer eens de noodzake lijkheid naar den voorgrond van ver andering van de gemeentewet in dien zin, dat het mogelijk wordt de bedrijven te laten beheeren door een directeur, bijgestaan door een aantal commissarissen, door den raad, maar ook builen zijn midden te benoemen. Het geval dat hier voorkomt is wel teekenend voor den dwazen toestand, waartoe de vigeerende wet aanlei ding is. Over een vraagstuk dat voor de gemeente van groot beteng is. niet alleen uit politiek maar ook uit finan cieel oogpunt, moet geoordeeld wor den door ec-n college, dat niet alleen van de geheele zaak niets afweet, manr dat zelfs niet in staal is, zich voldoende op de hoogte te stellen. En dan heet het nog, dat de raad de be langen van de gemeente moet behar tigen. Grooter ironie is niet denkbaar. In het centrum van de stad is de Gravenstraat op haar nieuwe breed te gebracht. De Bonneierie, die er ging bouwen, ruilde met de gemeente een stukje grond op hei. Buitenhof tegen een aantal vierkante meters, noodig voor verbreeding van de Gra venstraat. Het gebouw is titans uit wendig gereed en trekt heel wat kij kers. Als modern modepaleis is aan hel uiterlijk nogal zorg besteed, maar mooi kan ik hel. niet vinden. Vrij staand op een modern plein zon het misschien wel goed doen, maar daar aan Groenmarkt en Buitenhof drukt liet de andere gebouwen dood en de architectuur past absoluut niet bij die van het Buitenhof. Nu weet ik wel, dat over 50 jaar niemand daar meer aanstoot aan zal nemen, het tegenwoordig geslacht is er echter ook nog. Mooi vind ik het gebouw niet, maar ik ben geen architect. Mijn beswaar er tegen is een plomp heid, die niet weggenomen wordt door een groot aantal ramen en so ber gehouden 'beeldhouwwerk. De meeningen over het al of niet schoooe loopen sterk uiteen, maai' bij domes valt het gebouw nogal in den smaak en daar iieeren er niets te koopon zulten hebben, voor zichzelven wel te verstaan, zal de vox populi hel wel waarschijnlijk voor een kunstwerk verklaren. Bij welk oordeel ik me als niet-deskundig, moet neerleggen. SINTRAM. BEÜRS-OYERZIGET van de Firma E. SASSEN CO. Parklaan 14 B. Telef. no. 2061. 18-24 Jan. 1913. De vorderingen welke, in den aan vang der week, de besprekingen Jn het Turksche kabinet hadden en waarschijnlijk het sluiten van den vrede tot gevolg zonden gehad heb ben, bracht aanvankelijk de interna tionale beurzen in een optimistische stemming. Men was de meaning toe gedaan dat nu spoedig een groote hinderpaal voor de verdere ontwikke ling van den handel zou zijn wegge- nomen en dc gelden, welke in ver schillende deelcn der wereld nog steeds worden teruggehouden, thans spoedig weder naar de geldcenira zou den terugvloeien, waardoor de zoo noodige ontspanning in de geldmarkt zou kunnen intreden. In afwachting van deze betere lijden waren dan ook verschillende Staatsfondsen en ntet liet minst speculatieve waarden aan de onderscheidene beurzen zeer ge zocht, waardoor een aanmerkelijke koersverbetoring kon intreden. De door de Jong-Turken uitgevoerde staatsgreep heeft echter de hoop dal thans de oorzaak, welke reeds maan denlang een loodzwaren druk op os beurzen uitoefende, zou zijn wegge nomen, weder voor oubopaalden tijd den bodem ingeslagen. Bij de binuen- landsche onlusten in Turkije en du vrees voor nieuwe complicaties bij ecu voortzetting van den oorlog valt het dan ooit niet te verwonderen dat de beurzen een verre van opgewekte stemming aan den dag legden. Deze onverwachte tegenslag zal dan ook door verschillende staten en groote maatschappijen welke slechts op het gunstige tijdstip wachten om voor de groote geldbehoeften, welke steeds drin gender worden, 'n beroep op de geld markt le doen. met leedwezen worden aangezien en het is voor de verdere ontwikkeling van handel en industrie die in verschillende landen Veel gele den heeft, zeer te hopen dat de groo te mogendheden er in zullen slagen spoedig de rust te doen wederkeeren. In de Unie was men aanvankelijk ook wel geneigd, op grond der betere politieke berichten uit Europa in de gunstige s poor we go niv an gste ueen optimistischer stemming aan den dag te leggen. Hiervan konden voorname lijk koperwaarden profiieeren, welke op een prijsverhooging van 1 1/2 pond van het gele metaal te Londen, be langrijk in koers kónden verbeteren. De hardnekkig volgehouden vervol gin gen der groote trusts en.de onzeker heid over de te wachten taViefverlaging deden spoedig allen ondernemings lust verdwijnen, zoodat de omzetten tot een minimum werden terugge bracht. Weliswaar blijven de spoor- wegontvangsten gunstig, de staalhan- dol opgewekt c-n de handel in ft aiee- nicen bevredigend, doch door de tél- ';ens van regeeringswege ingestelde ervolgin gen wordt de aandacht van deze gunstige factoren afgeleid en d« vrees levendig gehouden, dat bij het optreden van den nieuwen president zeer radicale maatregelen zullen wor den voorgesteld, waardoor verschillen de groote corporaties met een bevel lot ontbinding worderi bedreigd. Onder deze omstandigheden is dan ook een verslapping in den handel, waarvan hier en daar reeds teekenen vallen te bespeuren, een zeer natuurlijk ver schijnsel. Nirt alleen, dat de onzeker heid, welke de tarieiverlaging op hel prijsniveau van verschillende artike len zal hebben, de handelaars tot groo te voorzichtigheid in hunne aankoopen aanspoort, ook de actie der regeering maakt, dat de beleggers, zoolang de vervolging duurt, huiverig worden hun geld in de bedreigde ondernemin gen te steken, waardoor aan deze laatste de ncodige middelen tot ver dere ontwikkeling" worden onthouden. Vergel-eken bij dc vorige week zijn do koersveriagiiigon der industrieele waarden niet zeer belangrijk, doch neemt men de tusschentijds ingetre den rijzing in aanmerking, dan zijn de verliezen nog beduidend. Op de reeds vermelde rijzing in den koper- prijs waren Amalgamated aanvanke lijk 21/2 pCt. honger, doch later moesten zij, op de reeds vermelde ongunstige wonding in de politieke situatie, dit avans weder geheel prijs geven, zoodat de koers per saldo geen verandering onderging. Ook Comm. Steels ondergingen een gelijk lot. Dc koers kon tijdelijk van 63 3/8 tot Co stijgen, doch liep later weder tot 63 1,16 terug. De vermindering in de bestellingen droeg hiertoe ongetwij feld ook hel noodigo bij. Am. Can. Comp. maakten op de algemeene stemming in deze afdeeling een uit zondering en konden een viertal pro centen verbeteren. Voor spoorwogaandeelen was de animo eveneens gering. Na een voor bijgaande rijzing zakten de koersen der meeste fondsen weder tot onder hel niveau <ler vorige week in. Union Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. „Fideiio", zei mijn neef Hupstra, „je schrijft, geloof ik, af en toe van •die stukkies in de krant „Ja juist, stukkies", zei ik, een klein beetje bolecdigd. „Van die dingetjes dan", ging Ilup- stra voort, met een kalmte alsof deze benaming de mooiste was, die ik ver langen kon, „en daar moet je nu maar eens in zetten, wat mij gebeurd is". „Zoo, moet ik!" „Ja en dat wil je wel graag want menschen die in de krant schrijven, zijn altijd om een onderwerp vorle- gen". „Hupstra," zei ik, „je bent een uil. Maar daar ik eerder kans zie, de Al pen uit Zwitserland naar Noorwegen over te kruien, dan de vreemde ideeën van jou en een ander over de krant te veranderen moet je maar beginnen met je verhaar* „Je weet dan, dat mijn vrouw met kracht en geweld verhuizen wou..." Dat wist ik alvast niet, want het is eigenaardig dat wanneer menschcn gaan verliuizen, de een altijd de schuld op den ander gooit. Mevrouw Hupstra had zoo dikwijls gezeid: „mijn man praat altijd over verhui zen, maar ik blijf liever iu ons oude huis wonen..." En nu zei llupstra pre cies hetzelfde, maar juist omgekeerd. Maar ik trok een strak gezicht en zei: „juist". „Hoe gaat liet dan", ging Hupstra herder, „als zoo'n plan eenmaal bij een vrouw opkomt, deugt er niets meer: het huis is tochtig en hel uit zicht vertelend en de buurt ongezel lig; enfin, we zei en de huur tegen Mei op en gingen aan ft zoeken naar een ander". „Het tortelduivenpaar zocht naar een beter nest", citeerde ik uit mijn lie vel in gsd ichter. „Maar ach, helaas, o wee, het ging niet al te best", rijmde Hupstra. „Bovendien is de eene tortel wat kaal van veeren" (hierbij streek hij over zijn bomaanden schedel) en de andere tortel klaagt over rheumatïek. Maar val me niet telkens in de rede, anders komt het verhaal niet aan e© neind. Ik zeg jè, Fideiio, we weten allemaal, dat er oen groot verschil is tusschen schijn en werkelijkheid, maar nergens is dat zoo reusachtig als bij huizen, Heb je geen huis noo dig en loop je eens door de slad te wandelen, dan denk je dat er huizen te kust en te keur te krijgen zijn. Dat is de schijn. Maan wanneer je er op uitgaat om een er van te huren, dan is er niet één dot je past. Ziedaar de werkelijkheid". „Och kom", zei ik. „Op mijn woord, In <le eerste plaats wil mijn vrouw niet overal wo nen, ze heeft sterk haar voorkeur..." Ik herinnerde me, dat mevrouw Hupstra pleegt te zeggen: „mijn man is zoo lastig en kan maar nooit be sluiten". „Dan is er nog een ander bezwaar, je kunt bijna nergens terecht, dan op Dinsdag en Donderdag. Dat zijn zoo wat de algemeene huizen-kijkdagen. Sommige menschen maken het nog erger, die laten alleen op één middag in de week kijken toe. En dan nog maar een paai1 uur. En eindelijk moet je nog vooraf belet laten vragen. Ik zeg je, Fideiio, liet is een gunst der gunsten, als je bij sommige menschen wordt toegelaten". „Dat zal zijn reden wel hebben", bracht ik in't midden. „Er moeten in Haarlem menschen zijn, die alleen maar voor de aardigheid huizen gaan kijken en er niet over denken, om ze te huren". „Die kun je dadelijk van de echte huizenzoekers onderscheiden". „lloe dan?" „Omdat ze v rooi ijk kijken. Dat doet een ware huizenzoeker nooit, die heeft iels sombers, iets neerslachtigs, in zijn ooge-n, zoo iets van: „o jemine, daar moet ik alweer vragen hoeveel huur en hoeveel kamers en of de bu ren aangenaam zijn en of er ook hon den in de buurt zijn, die 's nachts blaffen en of... je weet niet man, wat er al niet te vragen is. Mijn vrouw had zeventien vragen op een lijstje. Zou een mensch daar niet triestig van worden? Ik zeg je als ik een huis moest laten kijken en er meldde zich iemand aan met een vroolijk gezicht, dan zou ik zeggen: mijnheer of me vrouw, neem nie niet kwalijk maar u kijkt mo te vroolijk, u kijkt maar hui zen voor de grap, ik laat u niet toe". „Dat zouden ze niet aardig vinden". „Maar denk jij dan, dat een huis bezoeken aardig is? 't Is geen bezoek, maar een bezoeking. De bewoners kij ken je aan, of je hun persoonlijke vijand bent jicdereen heeft wel eens oen paar oude meubeltjes en heeft liever, dat een ander die niet ziet; dan gaat de dienstbode mee en intussehen moet mevrouw naar de bel. De kasten laat je maar dicht: als je die van binnen zien wilt, maak je de vrouw des huizes tot doodsviiandin en toch is ft van belong, of er flinke berging is of niet zou ik denken. En weet je, wat er nog bijkomt? Sommige huizen zijn zoo'n beetje op avontuur ge bouwd." Dat had ik wel eens meer opge merkt. Er zijn zoo van die woningen, waar de lieer Toeval architect schijnt te zijn geweest, de lieer Bouwmaar- opski aannemer, de heer Stapelraaar metselaar en de heer Klopsnel tim merman. „Ik heb een huis gezien, Fi deiio," ging Hupstra voort, „dat de bouwheer eerst heeft willen stichten voor reuzen; daarom maakte hij er vier hooge, groote ka mere intoen dacht hij zeker, dat er maar weinig reuzen in de wereld zijn en maakte er vier kleine kamertjes voor dwergen bij. Maar zoolang er geen gemengde familie van reuzen en dwergen naar een huis van dezen huurprijs zoekt, zal die eigenaar zijn perceel niet ge makkelijk verhuren. Zoo is er meer.. De eene bouwer stellig een dikkort, maakt een groote, ruime vestibule en houdt daardoor alleen voor een las tige, steile trap ruimte over, de an dere bouwer, waarschijnlijk oen ma gere, maakt den ingang zoo klein, dat er niet eens een parapluiebak staan kan. Soms zoekt een huis zijn kracht in de suite beneden c-n hooft hokjes van slaapkamers boven, dat is ge bouwd door iemand met een groot gezin; een anderen keer zit al de fraaiigheid in de verdieping en zijn de benedenkamers klein; die bouw heer dacht aan een klein gezin. En dan de moeilijkheid, die je hebt met de kosmografie!" „Kosmografie!" herhaalde Jk en staarde hem aan, want nu dacht ik tot heusch, dat liet huizen zoeken Hupstra in zijn hoofd geslagen was. „Ja, ik bedoel oost en west en noord en zuid en wel zon 's morgens en geen zon 's middags en een beetje zou 's avonds. Tot nu ioe hebben we zuid- noord gewoond, maar dat nooit meer", zei mijn vrouw. De verf blakerde van den voorgevel af en in het tuintje wou niemendal groeien. ft Nieuwe huls moest dus oost-west staan, hoewel ik ft ook niet gezellig vind, dal midden in den zomer de eerste zonnestralen 's nachts om drie uur je slapenden neus beschijnen. En ik spaar je de philosophïe over noor denwind zoo en zuidenwind zus en westenwind met regens en weet ik wat al meer. Het huis van de toe komst, zeg ik je, zal om een spil ge bouwd worden, dan kan het met Wind en zon meedraaien". „Als je dan maar geen verschil van meaning met je vrouw krijgt, welken kant het uit gedraaid moet worden", zei ik. „Geen flauwe aardigheden asjeblief bewaar die maar voor je stukkies. Toen we -twee Dinsdagen en drie Donderdagen op 't oorlogspad waren geweest, konden we niet meer. Onder al die huizen was er niet één voor ons gebouwd, Be-halve een, maar toen we daarnaar vroegen, schrikte de vrouw van den eigenaar daar zoo ran, dat ze er zelf wou gaan vronen." Ik verkneep mijn lachen en betuig de mijn oprechte deelneming in dit zeidame onheil. „We waren het huizen afdraven zat. we hadden ook hartgrondig genoeg van den woninggids met zijn eeuwig: „twee k. ens. tuin, keuken, kelder, boven drie k., zolder met ec-n k. en dbk." Altijd maar weer spelden we die opgaven uit, tot Ik ten slotte zei* „hou op, ik kan ft niet meer verdra gen". En hadden we niet een aan kondiging gevonden waarbij de kel der op de eerste verdieping was, dan zou ik vast en zeker krankzinnig zijn geworden van al die k. ens. met nog een k., keld. keuk...." „Nou, nou", zei ik sussend: het menschelijk verstand, hoe klein ook, kan nog wel een stootje verdragen". „Toen gebeurde het merkwaardige op eens", ging Hupstra voort. „In ft Dagblad vond mijn vrouw een adver tentie huis le huur. aangename stand, precies zooveel kamers als we noodig hadden, huurprijs naar onzen zin, met Mei te betrekken, alles in orde. Brieven onder no. 39383 aan 't bureau Ik schreef om nader® inlichtingen. Den volgenden avond wordt er ge beld: onze huisheer om mij te spre ken. Met een soort van angstig voor gevoel laat ik liem binnen en nauwe lijks zit hij op een stoel, of het hooge wooi'd komt er uit...." „Het hooge woord?" „We hadden naar ons eigen huis gevraagd, Fideiio en hij wou liet óns wel weer verhuren, de booswicht, maar voor vijftig gulden meer...."- „En „We hebben liet maar gedaan: om onze houding te redden -bedongen we nieuw behang in de spreekkamer, dat hem zes gulden kost. Schrijf dat tot leering en waarschuwing van an deren nou eens in je siukkie 1" FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5