Hmrleïs Biuus
DERDE BLAD
Zaterdag 1 Feftrnarl 1913
f^agfldSenst naar Ned.
Oost Indië.
Do verzending van brieven enz.
heeft deze week plaats als volgt:
Over Marseille, Dinsdag 4 Febru
ari. (Laatste busliohiing 6 u. 15 min.
'e avonds).
Tenzij op verlangen der afzenders
wordt met deze gelegenheid geen cor
respondentie verzonden voor Atjeh
en Onderhoorigheden, Sumatra's Oost
kost, Palembang, Riouw, Bangka,
Billiton en Borneo.
Over Napels Woensdag 5 Februari.
(Laatste buslichting 12 u. 15 m. na
middag).
Over Brindisi. Vrijdag 7 Februari.
(Laatste busliohting 12 u. 30 m. na
middag).
Met deze gelegenheid wordt alleen
verzonden correspondentie voor At
jeh en Onderhoorigheden en Suma
tra's Oostkust.
Over Marseille Zaterdag 8 Febru
ari. (.Laatste buslidhting 6 uur 40
min. 's morgens).
Sumatra's Westkust en Benkoelen
alleen op verlangen der afzenders,
overigens correspondentie voor geheel
N.-O.-Indië.
Over Rotterdam, met de zoogen.
Zeepost, Zaterdag 8 Februari.
(Laatste buslichting 2.35 's mor-
gens).
Het port van met deze gelegenheid
verzonden brieven bedraagt 5 cent
per 20 gram, dat der brief kaarten
2 1'2 cent per stuk, en dat van druk
werk één cent per 50 gram.
Om nog met deze mail te kunnen
worden verzonden moeten postpak
ketten Vrijdag vóór 9 u. 30 m. des
avonds ten postkantore bezorgd zijn.
(Atjeh, Sumatra's Oostkust, enz.
wordt met deze gelegenheid niet ver
zonden).
Wij doen uitdrukkelijk opmerken,
dat bedoeld wordt tie buslichting aan
't Hoofdpostkantoor in de Zijlstraat.
i
2.35 m. 7.50 m.
3.25 m. 8.40 m. 6.20 in.
4.35 in. G.30 ra.
6.40 m. 11.— m, 8— rn.
9.— m. 1.50 a. 12,30 a.
10.40 m. 2.45 a,
11:35 ni. 12.40 a. 1.40 a.
- 12.20 a. 4.45 a.
2.30 a. 7.— a.
3.35 a. 6.— a.
4.a. 5.10 a.
4.40 a. 8.— a. 7.10 a.
6.— a. 7.40 a.
6.45 a. 11.a.
7.45 a. 9.50 a.
8.35 a. 12.40 m.
Bisiteniarjfen Overzicht
De Balkan-vulkaan.
Hob 't met de Vrsöes „onderlianae-
llngen in Lon48n ging."
De vredesonderhandelingen zijn af
gebroken, de wapenstilstand is opge
zegd.
Dit is het resultaat van de onder
handelingen, die ruim twee maanden
geleden begonnen zijn.
In November werd de wapenstil-
stand gesloten en werd besloten vre
desonderhandelingen aan te knoopen,
die te Londen zouden worden gehou
den. Het duurde ruim veertien dagen,
voordat de gedelegeerden waren aan
gewezen, en tc Londen aankwamen,
zoodat de bijeenkomsten van de on
derhandelaars eerst op 16 December
onder leiding van den Engelschen mi
nister Sir Edward Grey, konden wor
den geopend.
Reeds voor de eerste samenkomst
werd bekend, dat de Turken wel wil
den onderhandelen met Bulgarije,
Servië en Montenegro maar niet
met. Griekenland, wijl dit zich niet
bij den wapenstilstand had aangeslo
ten.
Sir Edward Grey, bood een fijne
lunch aan. De Turken konden het niet
over hun hart krijgen de.eendracht en
gezelligheid aan tafel te storen, door
hun eiscli dat de Grieken moesten
heengaan,
En dus bleven de Griek Venizelos en
zijn medegedelegeerden.
In de tweede bijeenkomst stelden de
Turken evenwel den eisch, dat de Grle
ken moesten weggaan; maar zij vvil-
deu ook met Venizelos onderhandelen
zoo Adrianopel mocht worden geap
proviandeerd.
Die poging, om de militaire positie
van de 'lurken te verbeteren, misluk
te door den eenstemmigen tegenstand
van alle gedelegeerden.
Na eenig heen-en-weer gepraat
trokken de Turken hun bezwaren te
gen de aanwezigheid der Grieken te
rug.
Dat was dc eerste week.
Op 23 December konden nu einde
lijk de onderhandelingen beginnen.
Dat wil zeggen de Kerstdagen vielen
er tusschen, met veel diners en sou
pers, zoodat er niet veel meer kon
worden gedaan, dan het ter sprake
brengen van de eischen, die op echt-
oosterschen trant, als in den bazaar,
alle perken te buiten gingen over
en weer.
De Balkanbond eischte: afstand van
alle veroverde gebieden en een grens,
die van Rodosto aan de zee van Mar
mora loopen zal naar Malatra aan de
Zwarte Zee, zoodat daarbinnen Adria-
nopel en een groot deel van Thraciè
zouden vallen. Voorts afstand van
Kreta en alle eilanden in dc Aegeïsche
Zee.
De Turken waren bereid: Macedo
nië en Albanië autonomie te geven,
onder Turksche opperhoogheid, en
Saloniki tot een vrijhaven te maken.
Do beslissing over Kreta wilde Turkije
aan de mogendheden overlaten. Adria
iiopel en de eilanden in de Aegeïsche
Zee moesten evenwel beslist Turksch
blijven.
Dat was vraag en aanbod.
De besprekingen werden hierna ver
daagd; de Turksche gedelegeerden
poogden inmiddels tevergeefs de mo
gendheden tot interventie to ie we
gen.
Dat was de tweede week.
In Januari kwamen de gedelegeer
den weer eens bij elkaar. En het oude
spelletje begon weer. Do Turken ver
klaarden geen voldoende instructies
te hebben en zoo volgde de eene vruch
telooze bijeenkomst op de andere.
Totdat eindelijk de Porte met voor
stellen voor den dag kwam:
Het gebied' westelijk van Adriaiio
pel zal worden afgestaan. Albanië zal
autonomie verkrijgen. De mogendhe
den zullen de grenzen van dit gebied
bepalen. Over Adriaiiopel zal de Por
ie onderhandelingen aanknoopen
niet Bulgarije.
Het aanbod van afstand van geheel
Macedonië en Epirus werd door de
Balkanstaten aanvaard.
Maar over de rest kon geen een
stemmigheid worden verkregen.
En de Balkanvertegenwoordigers
stelden het zoogenaamde ultimatum,
dat geen ultimaiuni was, wijl liet bij
verwerping niet het afbreken der on
derhandelingen zou tengevolge heb
ben. In dat ultimatum werd ook de
afstand van Adrianopel, Kreta en de
eilanden in de Aegeische Zee ge-
eischt.
Op 6 Januari verklaarden de Tur
ken dieu eisch niet te kunnen aan
vaarden.
En daarop deelde de Serviër die de
conferentie leidde mede, dat de be
sprekingen geschorst waren
Verwonderd vroeg de Turksche ge
delegeerde, wat daarmede bedoeld
werd.
„Geschorst Is geschorst", zei Je Ser
viër en sloot de bijeenkomst.
Die schorsing was het slot. De bij
eenkomsten zijn niet weer hervat.
De rhededeeling der Balkanstaten,
dat do onderhandelingen zijn afge
broken, maakt nu een einde aan de
zen toestand, die viscli nog vleesch
was, waarin dc onderhandelingen
niet waren geëindigd en ook niet
werden voortgezet.
Trouwens, hij deze onderhandelin
gen is van onderhandelen, bespreken,
zoeken naar een mogelijke overeen
stemming, geen sprake geweest. Het
was een komedie!
De Turksche vr edesgede
legeerde n te Londen,
Er wordt uil Konstantïnopel ge
seind: „De Turksche ministerraad
heeft besloten don gedelegeerden te
Londen te .gelasten in geen geval
naar Konstaiftinopel terug te koeren,
voordat ook dc gedelegeerden van de
Balkanstaten vertrokken zijn."
Verzekerd wordt, dat do publicatie
van den tekst van het antwoord der
Porto geen wijziging heeft gebracht
in de opvattingen van dc gealli
eerde staten.
De Bulgaar Danef heeft aan minis
ter Grey medegedeeld, dat dc gealli
eerden besloten hadden, de onderhan
delingen niet te hervatten, voordat
Adrianopel zich zal hebben overgege
ven.
De „Times" hecht blijkbaar niet veel
waarde aan de opvatting der gedele
geerden te Londen en spreekt de mee
ning uit, dat de nota van Turkije ten
slotte toch wel als grondslag voor ver
dere onderhandelingen zal dienen.
„Al hebben de gedelegeerden feite
lijk reeds afscheid genomen," zegt het
blad, ,zuu het toch een teleurstelling
zijn, wanneer zij hun vertrek niet
nog eenigen tijd uitstelden."
En verder: „Volgens onze meening
zijn er geen andere beletsels meer
voor het sluiten van vrede dan eenige
quaesties over het formeële bezit van
een deel van Adrianopel en de eilan
den in de Aegeïsche Zee èn te dezen
opzichte worden in het antwoord van
Turkijè belangrijke concessies ge
daan.
Wij gelooven niet, dat het zoo moei
lijk zal zijn overeenstemming tot
stand te brengen tusschen Roemenie
en Bulgarije en evenmin, dat de toe
komst van Skoetarï de mogendheden
lang in verlegenheid zal laten.
En bovendien zouden de oorlogvoe
rende partijen zich de ernstige onte
vredenheid van de beschaafde wereld
óp den hals halen, wanneer zij in
OostrEuropa opnieuw een oorlog
mochten beginnen lerwille van niets
anders dan quaesties vau ijdelheïd
en eigenliefde."
D c s t r ij d wordt hervat.
Do Bulgaarsche generaal Sawof, de
chef van den gereralen staf van het
leger voor Tsjataldja, heeft den Turk-
schen grootvizier Mahinocd-Schefket
't volgende telegram gezonden:
„DEMOTIKA, 30 Januari.
,,Ik deel uwe Excellentie mede, dat
de onderhandelingen te Londen zijn
afgebroken. Ik heb de eer, in overeen
stemming van art. 4 van het protocol
van wapenstilstand u te melden, dat
do vijandelijkheden zullen worden her
vat vier dagen na deze kennisgeving,,
den Maandag a.s. om 7 uur des
avonds!
Do opperbevelhebber van het Bul
gaarsche leger SAWOF".
Mahmoed Schefkel antwoordde, dat
hij van de mededeciing kennis zal
Servië heeft tegelijk met Bulgarije'
den wapenstilstand opgezegd, daar-
beide staten ter zake van de hervatting
der vijandelijkheden in dezelfde om
standigheden verkeeren.
Turkije bereidt zich voor
op den st r ij <L
De Turksche minister van rinnen-
landsclie zaken heeft aan de provincia
le autoriteiten mcdedeeling gedaan
van de opzegging van deu wapenstil
stand door de Bulgaren. De minister
verklaart daarbij, dut de regeeriug re
kening houdend met de omstandighe
den en de rationale gevoelens het noo-
dige zal doen. De minister spreekt de
hoop uit. dat de bevolking zich de
noodzakelijke offers zal willen getroos
ten en noodigt de autoriteiten uit de
oi de te handhaven en de verspreiding
tegen te gaan van valsohe geruchten,
die de gemoedereu kunnen verontrus
ten en opzetten.
Opperbevelhebber van li et
Turksche leger.
Izzet pasja, chef van den generalen
staf, is benoemd tot opperbevelhebber
van het leger.
Izzet pasja is naar Tsjataldja ver
trokken.
Onlusten in Turk ij e.
De correspondent van de ,,Voss.
Ztg." te Kor.stantinopel spreekt hot
gerucht tégen, dat aan de Tsjataidja-
linie een gevecht plaats gehad zou heb
ben tusschen de aanhangers van Na-
zim pasja en Enver bey, dus Oud- en
Jong-Turken. Er is geen enkele ge
wonde te Kon star tinopel aagnekomen.
Daarentegen schijnen do geruchten
van. onlusten te Smyrna, Bayroét.en
Bassora juist te zijn. Deze onlusten
gingen uit van tegenstanders van liet
tegenwoordige kabinet, die den dood
van Nazim pasja wilden wreken.
Omtrent de onlusten te Bassora
deelt men aan het „Berl. Tagebl." uit
Konstanza mede, dat de bewoners van
Bassera zich onafhankelijk verklaard
hebben en dat het verkeer van Kon-
stantinopel met Bassora gestremd is.
Te Smyrna heeft het bericht van de
verandering in de regeering grootc
verontwaardiging gewekt.
De Turksche leening.
Omtrent de leeningsaangelegen-
heid deelt de correspondent van de
;,Voss. Ztg." mede, dat de Por te bijna
dagelijks berichten verspreidt, dat
een leening bij de Duitsche Bank ge
sloten is. De regeering weet echter,
dat er een overeenkomst gesloten is
tusschen de Duitsche Bank en een
Fransche groep over de Turksche lee
ning en dat de Duitsche Bank geen
afzonderlijke overeenkomst met de
Porte kan aangaan. Dal Frankrijk
geneigd is op dit oogenblik "Turkije
geld le leenen is meer dan onwaar-1
schijnlijk. Het geldgebrek en de wei
nige kans om geld le krijgen zijn van
zeer grooteu invloed op de besluiten
der regeeriug. -
De sleutels van Adrianopel
zij n i n.... Berl ij il
-De'sleutels van Adrianopel, van de
veelbestreden stad, zijn niet in die
vesting, noch in Konstantinopel,
maar in het Tuighuis te Berlijn. j
Dit is zoo gekomen:
In 1829 veroverden de Russen Adria-
nopel, zooals zij liet later in 1878 nog j
eens deden.
De generaal, die de Russen bij die
gelegenheid aanvoerde, was de veld
maarschalk graaf Diebitsch-Sabal-
kanski, een Pruis van geboorte, die in
"het Pruisische Kadcttenkorps tot of-;
ficier was opgeleid.
Do nauwe vriendschappelijke be-(
trekkingen, tusschen Tsaar Nicolaasj
I en den Pruisischen koning Friedrich
Wilhelm III bestaande, brachten den
Tsaar ertoe, als een bewijs'vun dank
baarheid, wijl een geboren Pruis den
Russï'sChen Tsaar zulk een grooten
dienst bad bewezen en Adrianopel
vóór de Russen had veroverd, de sleu
tels dier stad als herinnering aan Ivo-,
ning Friedrich Wilhelm aan te bie
den.
En-, zoo kwamen de sleutels van
Adrianopel in het Tuighuis te Berlijn.
Dit 4o Fransche Kamer.
Bij- de behandeling der interpellatie
over de vveer-iudiensLstelling vanko
lonel Du Paty de Clam, verklaarde
Mil.leraud, dat zijn voorganger een
belofte had gedaan, die hij liud moe-
ter. gestand doen. „Niemand", zei de
hij, „zou in mijn piaats anders heb
ben gehandeld". Hij wees de beschul
diging, dat hij ten gunste of ten na
deel© van Poincaré zou zijn opgetre
den, van de hand en hij herinnerde
daarbij aan de rol, die hij in de Drey-
fus-zaak had gespeeld.
„Ik ben afgetreden als minister van
oorlog en heb aan hetgeen ik gezegd
heb niets toe te voegen", zoo eindig
de hij.
De oud-minister van oorlog Messi-
my sprak er zijn leedwezen over uit.
dat Milleraud niet met hem over de
quaestié had gesproken, alvorens een
besluit te nemen. Hij verklaarde voor
niets anders aansprakelijk ie zijn dan
voor een brief, waarin hij aan Du
Paty mededeelde, dat hij hc-m, zoo
lang de vrede duurde, niet in zijn
rang zou herstellen, daar hij meende,
dat zulks in vredestijd niet mogelijk
was. „De positie', zoo vervolgde li ij,
„waarin de huidige regeering hein
heeft geplaatst, is juist dezelfde, als
die ik hem had beloofd."
Messhny sprak verder de meening
uit, dut op de gunstige beschikking
van den Raad voor administratie!'
geschillen van liet ministerie van oor
log sommige besluiten van Millerand
niet zonder invloed zouden zijn geble-
„Toen ik weigerde om Du Paty in
vredestijd weer in dienst te stellen,
wist ik, dat ik niet alleen handelde
volgens de inspraak van mijn gewe
ten, maar ook in dien geest van de re-
publikeinsehe partij", zoo eindigdo
hij.
Nadat Paihlet.é den minister van
oorlog Etienne had gevraagd, welke
maatregelen hij van plan was te ne
men ter geruststelling van de republi-
keinsche partij, oefende Jaurès scher
pe kritiek op Du Paty, die ook thans
zijn aanvallen nog niet heeft gestaakt.
Hij noemde het gebeurde een beleedi-
ging voor het Fransche leger en ver
zocht de Kanier alle verantwoordelijk
heid af te wijzen.
Etienne verklaarde, dat hij de da
den van zijn voorgangers niet te Le-
oordeelen had en hij gaf zijn afkeu
ring te kennen over het feit, dat een
hoofdofficier, wien zulk een buitenge
wone gunst is te beurt gevallen, nog
steeds voortgaat de chefs van het le
ger tc beleedigon. Zulk een feit mag
niet ongestraft blijven. De 'minister
verklaard© derhalve, dat hij dadelijk
maatregelen zal nemen, om Du Paty
wegens zijn optreden te straffen.
„Niemand in deze Kamer", ver
klaarde hij, „zou immers aan dezen
officier een opdracht durven geven".
Een eenvoudige motie van orde,
door de regeeriug niet aanvaard,
werd verworpen rnet 466 tegen GI
stemmen, terwijl een motie, waarbij
de verklaringen van de regeering wer
den goedgekeurd, aangenomen werd
met 533 stemmen tegen 3.
Allerlei.
De Lagerhuisverkiezing
i u Derry.
De uilslag van de verkiezing voor
een lid van het Lagerhuis is deze, dat
de Nationalisten den zetel op de Unio
nisten hebben veroverd. Dc meerder
heid van de vertegenwoordiging van
Ulster, dat tot dusver 17 Unionisten
en 16 Nationalisten naar het Lager
huis afvaardigde, is dus verplaatst.
Deze uitslag leidde tot ernstige on
geregeldheden, Troepen van beide
partijen trokken zingende door de
stralen. Herhaaldelijk ontstonden er
botsingen met de politie, die met
steenon werd gebombardeerd. Drie
honderd bereden politieagenten char
geerden ten slotte en dreven de betoo-
gers uiteen. De troepen zijn in de ka
zernes geconsigneerd.
De Franschen in
Marokko.
In den nacht werd een detachement
tirailleurs en meharisten (kameelruï-
ters) op enkele K.M. afstand van de
Lelionesrat-put aangevallen door een
talrijke afdeêling', voornamelijk be
staande uit afvalligen van de stam
men Regueibat en Oulaeddelines.
Het detachement bood heldhaftïgen
tegenstand, leed echter zware verlie
zen,
Onze Lachhoefc
BEHELPEN DER WIJZE.
In een klein stadje was den avond
voor de groote markt in de nbij gele
gene stad de eenige herberg, die tot
logement diende, geheel en al bezet.
Een commis-voyageur, die daar den
nacht moest overblijven, trad de ge
lagkamer binnen en vroeg logies.
Men was verplicht hem af te wijzen;
daar hij echter doodmoe was en niet
verder wilde gaan, bleef hij dralen
en vestigde ten laatste liet oog op een
oud biljart, waaraan niet veel te be
derven viel en dat in eone kleine ach.
terkamer stond. „Laat me hierop
dan maar slapen, leg er een kussen
op en een doek over, dan zal -het wel
gaanl
Zijn verlangen werd bevredigd, en
tarnelijik slecht bracht hij" den nacht
door, ofschoon recht verheugd, ten,
minste onder dak te zijn geweest.
Den volgenden morgen moest ij f 3.30
alleen voor logies betalen, omdat hij
van 's avonds tien tot 's morgens ne
gen uur het biljart had gebruikt, te
gen dertig cents per uur volgens het
bekende tarief.
Hij durfde onder 'het ontbijt het
biljart nauwelijks meer aanzien!
Binnenland
TWEEDE KAMER.
De plannen van den Minister van
Binncnlandsche Zaken met de orga
nisatie van de inspectie voor de licha
melijke opvoeding werden gisteren
middag, bij de voortgezette behande
ling der begrooting door den heer
•Ter Laan verdedigd. In tegenstelling
met den heer Yerhey achtte die spre
ker een regeling met één inspecteur
verkeerd; zulk. een universeel, voor
die taak praktisch en theoretisch ont
wikkeld man was z. i. niet te vinden.
Drie inspecteurs, die tevens curato
rium zouden zijn voor de leerscholen
voor gyiunastiek-ondorwijzers, zouden
een minder eenzijdige regeling bevor
deren, die het gansche land kon ten
goede komen. En de heer Ter Laan
vond dat met het oog op de v erkorting
van militairen dienst, die van de
lichamelijke voorgeeefendheid het ge
volg zou zijn, zeer geraden.
De Minister sloot zich daarbij dank
baar aan en liet desbetreffend artikel
der begrooting van Biunenlandsche
Zaken werd goedgekeurd.
Omtrent het lager onderwijs gaven
nog enkele sprekers eenige wenken
do heer Roodhuyzen beval voor het
onderwijs aan zwakzinnigen de hulp
aan ook van sommige daarvoor l-ij
uitstek geschikte acte-onderw ijzers,
niet alleen hoofdenen de heer Ter
wilde de zorg voor het onder
wijs aan schipperskinderen geheel tot
Rijkszorg maken en derhalve ook
aarborgen hebben, dat het van
Christelijke zijde op te richten inter
naat te Vreeswijk duurzaam zou blij
ven bestaan, des noodig door overne
ming door het Rijk.
De Minister zou dit een en ander
overwegen, maar merkte op, dat in
ternaat en school gescheiden zijn. Te
gen een door den heer Ter Laan be
pleit wettelijk examen voor bewaar-
school-onderwijs had de Minister be
zwaar; dit moest vun particulieren
uitgaan, maar desgewenscht rnet
steun der Regeeriug en met het stel
len van zekeren norm. Meer echter
niet.
En hiermee was de Kamer door het
onderwijsdebat heen. Gelukkig, het
had lang genoeg geduurd.
I Over (Je afdeeling Kunst en Weten-
schap had eenige discussie plaats. De
lieer Van Asch van Wijck bepleitte
een uniforme, wettelijke voorziening
tegen het ontsieren, van stads- en
I landschap-schoon door reclames, op
de wijze als de verordeningen der pro
vinciën Noord-Holland en Zeeland.
Daarentegen ontraadde' de heer Van
de Veld e wet'el ijke regeling, ook en
Minister Heemskerk sloot zich daarbij
aan om de autonomie der gemeen
ten en do eerbiediging van den eigen
dom. Men moest in deze de ervaring
nog afwachten en in ieder geval do
gemeentebesturen er over hoóren,
Ook de Minister was voor omzich
tigheid iu dezehij zou onderzoek
doon in het buitenland en Gedepu
teerde Staten raadplegen.
Hoofdzaak bij dit debat was de rede
van den lieer De Stuers, die over on
voldoende zox'g voor de monumenten
klaagde en verlangde, dat zoowel ge
meentelijke als kerkelijke en particu
liere monumenten naar wettelijke re
gelen zouden worden bewaakt voor
verval, op kosten van de.eigenaren en
desnoodig van of met hulp vau
hel Rijk; hij beval een wettelijke re
geling aan naar het oordeel der com
missie van particulieren, die deze
quaèstie had onderzocht. Z. i. zou dat
tut besparing, niet tot groote kosten
voor het Itijk leiden, wat de Minis
ter echter bleef betwisten de gemeen
ten en anderen zouden steeds voor
geven niet in staat te zijn de kosten fe
dragen en dan stond het Rijk er voor.
Evenwel, eenige regeling, maar be
perkt, wilde de Minister nog wel in
j overweging nemen.
De heer De Stoers had ook meer
rechlstreeksclie aansporing der Reg.
gewenscht tegenover gemeente- en
kerkbesturen om te waken tegen de
met -benzine werkende loodgieters,
wier roekeloosheid herhaaldelijk in
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
De korle winter van de laatste da
gen heeft natuurlijk aanleiding gege
ven lot verschillende beoordeeling. Ik
zal probeeren daaruit in den vorm van
aphorismen of kernspreuken een
bloemlezing te maken.
De winter is zalig, beweert het
jonge meisje, dat op schaatsenrijden
hoopt.
De winter is een gruwel, meent de
oude van dagen, die het niet meer
warm krijgen kan.
De winter is een economische nood
zakelijkheid, verklaart de kachelsmid.
De winter is do achteruitgang, die
ons den vooruitgang die lento heet,
naar. waarde doet schatten.
Aldus do wijsgeer.
De winter is het hoogtepunt van de
tegenwoordige mode, verzekert de
bontwerker.
De winter is do ..tijd van het jaar,
waarin de vacanties hot schaarst zijn,
zucht de scholier en de leeraar
stemt daar, maar stilzwijgend, mee in.
De winter maakt, dat de menschen
van mij verwachten, dat ik tooveren
kan, klaagt de directeur van de ge
meente-reiniging.
Do winter is onze vijand, consta
teert het bureau van de waterleiding,
dat geen ooren genoeg heeft om de
klachten van 't publiek aan te hoo-
ren.
De winter zou, indien hij niet al
bestond, kunnen worden ingesteld om
onze winsten te maken, philosophee-
ren de directeuren van onze lichtfa
brieken.
Zoo loopen de meeningen over den
winter uiteen. Maar de arme zegt: de
winter is mooi op een prent, maar in
de werkelijkheid een kwelling.
Elk seizoen brengt, dat is een
waarheid als een koe, zijn eigenaar
digheden mee en zoo is de zomer,
(evenals de lente, wanneer ze wat
zacht is) het jaargetijde, waarin de
mensch lust krijgt om zich te ver
plaatsen. Ik wil wel erkennen, dat ik
ieder jaar diezelfde gewaarwording
onderga. Als 't een mooie Junidag is,
de zon helder schijnt en de vogels
zingen, dan is het zetten van cijfers
in een boek, of het schrijven van
brieven over koffie of rijst of tarwe,
of wel het geven van lessen over al
gebra of meetkunde, daarmee in be
paalden strijd. „I-Ia," dacht ik, „nu
eens naar het Gooi gaan, Nijmegen
of Arnhem en daar dan den heclen
dag wandelen wat een genot zou
dat wezen!"
Maar door de sleur, die je naar je
werk jaagt, is daar nooit van geko
men. Je deed je plicht en tien minu
ten later waren al die schoone plan
nen vau een heelen dag wandelen uit
je hoofd verdwenen .Gélukkig maar,
want dat dichterlijke wandelen valt
voor stadsmenschen niet mee. Zoo'n
uurtje gaat nog. Daarna verlangt de
stedeling, gewoon dat tramwielcn de
afstanden voor hem afleggen, naar
een zitje. Dan komt het tweede uur,
al in ietwat langzamer tempo, met
verlengde rust; na het derde is hij uit
geput en kijkt naar het beminde
trammetje uit. Ik zal niet zeggen, dat
het landschap daar minder mooi
wordt, maar het poëtische van de
wandeling gaat dan toch verloren.
Maar wie krijgt het nu in zijn
hoofd, om in den winter de wereld te
gaan zien of het moest die van 't
zuiden van Frankrijk wezen 1
De natuur heeft ons nu niets te
zeggen. Boomen staan daar als som
bere staken, waterpartijen ,die an
ders het landschap zoo prachtig ver
sieren, liggen groezelig en doodsch
en vooral het zonlicht, dat heerlijke
licht, warmte en kleur tegelijk, ont
breektNeen de winter is de stille
vennoot van den huiselijken haard,
omdat liij in diens belang werkt.
Aan den haard blijft nu ook de se
cretaris van Bloemendaal, die aan
vankelijk plan had, met beden
b u 1 s t e r, zooals ouderwetsche lie
den have en goed noemen, in deze
winterdagen te verhuizen naai- Den
Haag. Hij heeft daarvan op 't laatste
.oogenblik afgezien, blijft secretaris
van Bloemendaal en genoot de voldoe
ning, dat de burgemeester speciaal
om zijn reeds gegeven eervol ontslag
te riiet te doen, een raadsvergadering
uitschreef. Dat is ook een vorm voor
een compliment. De heer Van der
Flier behoort bij Bloemendaal, waar
hij al zoolang wérkt en het moet toch
pleizierïger wezen, de administratie-
te voeren voor een gezelschap perso
nen, dat wel eens een beetje krieuwt
over waterleiding, m. u. 1. o. school
en dergelijke, maar in den grond ge
moedelijk en zachtaardig is, dan de
zaken te beheeren, al is dat dan ook
in den Haag, van boeven en deugnie
ten. De politie ziet altijd den treurig-
sten kant vau onze samenleving: wat
een verschil zou dat zijn voor iemand,
die komt uit een dal van bloemen en
daarmee krachtens zijn naam dan
ook rechtstreeks verwant isl-
Van de politie naar den politiehond
is maar één stap: weliswaar doet de
laatste zijn slappen met vier en de
eerste met tweebeenen. Uit die
veelvuldigheid van onderdanen mag
wel afgeleid worden, dat de eigenaar
daarvan sneller, maar niet dat hij ln
de juiste richting loopt van dengenen,
dien hij achtervolgen moet. Ter be
schaming van het heele hondenras is
namelijk dezer dagen een politiehond
met groole beslistheid den kant van
de stoomtram naar Leiden uitgegaan,
terwijl naderhand bleek, dat de ge
zochte precies den tegenovergestelden
kant, dien van het spoorwegstation,
uitgewandeld was.
De vereeniging van politiehonden
moet dit dier al hebben geroyeerd als
gewoon lid, omdat hij „in zijn loop
baan blijkbaar niet altijd den'juisten
weg heeft ingeslagen."
Ik wil wel bekennen, dat dit geval
mij zekere voldoening gegeven heeft.
De politiehond werd te knap,"groei
de om zoo te zeggen boven zijn mees
ter uit. Niet alleen was hij, evenals
zijn baas, met toorn vervuld tegen
ièdèr die de orde in de maatschappij
dreigde te verstoren, niet alleen be
werkte hij arrestaties van lieden, die
veel of eenig, of soms per ongeluk ln
't geheel geen kwaad gedaan hadden,
maar ook was hem langzamerhand de
qualiteit toegekend om den misdadi
ger te ruiken en daartegen kon de
politieman in 't geheel niet meer op.
Die ruikt precies even veel en even
weinig als wij ruiken, wat weinig is.
Vroeger hadden de menschen blijk
baar fijner neus. Of sprak niet dc
Wildeman in het sprookje, toen Klein
Duimpje en zijn broertjes in dc ka
mer verborgen waren: .uk ruik men
schen vleesch!" Welnu, wij stompzin-
nige en blijkbaar ook stompneu-
zige bewoners van de 20ste eeuw rui
ken niet eens, wanneer een inbreker,
al was "t een kerel van zes voet, on
der ons bed verscholen Is!
Nu is het hiermee, zooals met veel
andere dingen: ruiken is geen kunst,
maar goed ruiken! Eu gebleken is,
dat als de politie dat niet kon, me
nige politiehond daartoe ook niet in
staat is.
Heeft dc vereeniging. Kunst z ij
ons Doel verkeerd geroken? Ik heb
altijd hooren voorspellen, dat dc
maand Mei het oogenblik zou zijn,
waarop het nieuwe Museurn geopend
Worden zal. Die Meimaand van 1913
zal wel buitengewoon belangrijk wor
den.
Mei maakt' ons met een nieuw Mu
seum blij,
In Mei begint de nieuwe electrisclie
(tramrijderij,
In Mei leggen alle vogels een ei>
Maar dat laatste, ik weet het, dat
(hoort er zoo bij.
En nu komt Kunst zij ons Doel vra
gen om een zaal in het riicuwe mu
seum voor een tentoonstelling in Fe
bruari! Vermoedelijk zal de vereeni
ging nul op het request krijgen, want
de maand Februari is minder geschikt
voor een expositie in de open lucht
of, in het beste geval, tusschen mu
ren, die nog niet heelemaal droog
zijn. Andere artikelen kunnen beter
tegen de open lucht, bijvoorbeeld de
fontein in den Hout, die Woensdag
voor de drie en twintigste maal (die 't
niet gelooft moet 't maarnatellen),
in den Raad ter sprake gekomen is.
En nu voorloopig voor 't laatst, want
d3ar er blijkbaar géén enkel nieuw
argument meer over te pas kan ge
bracht worden, is de stichting van een
nieuwe fontein overgelaten aan B. en
W. en dc Vereeniging tot Verfraaiing.
Een van de Raadsleden legde daarbij
dc vleiende verklaring af, dat nu het
bedrag zoo gering was, hij de zaak
overliet aan de genoemde Colleges.
Volgt daaruit, d3t wanneer er meer
gehl voor gevraagd was, hij. er zelf
over had willen beslissen?
Hét doet me denken aan een huise
lijke overlegging tusschen man en
vrouw van dezen aard.
Vrouw. Man, ik wou vandaag
schelvisch eten? Heb je er trek in?
Man. Neen hoor, dank je wel, dat
wordt me veel te duur. Goeie schel
visch kost schatten.
Vrouw. Ja, maar ik weet een
Hinken schelvisch te koop voor tien
stuivers.
M a n. O, ga dan je gang maar.
Maar denk er wel om: ik wil er niets
mee te maken hebben, jij zorgt er
voor, jij bent er aansprakelijk voor.
En terwijl hij heengaat: mompelt
hij in zichzelf: „mij zal het benieu
wen wat voor schelvisch dat wezen
zal, enfin, ik bemoei me er niet mee."
Zoo is dan de fontein in haar nieuw
ste en, laat ons hopen, voorloopig
laatste phase gekomen. Met belang
stelling zal nu heel Haarlem de eerst
volgende maanden staren naar de
klassieke plek bij de mzuiektent
bij wijze van spreken namelijk, want
we hebben ook wel wat anders te
doen.
FIDELIO.