Hmrleïs Biuus DERDE BLAD Zaterdag 1 Feftrnarl 1913 f^agfldSenst naar Ned. Oost Indië. Do verzending van brieven enz. heeft deze week plaats als volgt: Over Marseille, Dinsdag 4 Febru ari. (Laatste busliohiing 6 u. 15 min. 'e avonds). Tenzij op verlangen der afzenders wordt met deze gelegenheid geen cor respondentie verzonden voor Atjeh en Onderhoorigheden, Sumatra's Oost kost, Palembang, Riouw, Bangka, Billiton en Borneo. Over Napels Woensdag 5 Februari. (Laatste buslichting 12 u. 15 m. na middag). Over Brindisi. Vrijdag 7 Februari. (Laatste busliohting 12 u. 30 m. na middag). Met deze gelegenheid wordt alleen verzonden correspondentie voor At jeh en Onderhoorigheden en Suma tra's Oostkust. Over Marseille Zaterdag 8 Febru ari. (.Laatste buslidhting 6 uur 40 min. 's morgens). Sumatra's Westkust en Benkoelen alleen op verlangen der afzenders, overigens correspondentie voor geheel N.-O.-Indië. Over Rotterdam, met de zoogen. Zeepost, Zaterdag 8 Februari. (Laatste buslichting 2.35 's mor- gens). Het port van met deze gelegenheid verzonden brieven bedraagt 5 cent per 20 gram, dat der brief kaarten 2 1'2 cent per stuk, en dat van druk werk één cent per 50 gram. Om nog met deze mail te kunnen worden verzonden moeten postpak ketten Vrijdag vóór 9 u. 30 m. des avonds ten postkantore bezorgd zijn. (Atjeh, Sumatra's Oostkust, enz. wordt met deze gelegenheid niet ver zonden). Wij doen uitdrukkelijk opmerken, dat bedoeld wordt tie buslichting aan 't Hoofdpostkantoor in de Zijlstraat. i 2.35 m. 7.50 m. 3.25 m. 8.40 m. 6.20 in. 4.35 in. G.30 ra. 6.40 m. 11.— m, 8— rn. 9.— m. 1.50 a. 12,30 a. 10.40 m. 2.45 a, 11:35 ni. 12.40 a. 1.40 a. - 12.20 a. 4.45 a. 2.30 a. 7.— a. 3.35 a. 6.— a. 4.a. 5.10 a. 4.40 a. 8.— a. 7.10 a. 6.— a. 7.40 a. 6.45 a. 11.a. 7.45 a. 9.50 a. 8.35 a. 12.40 m. Bisiteniarjfen Overzicht De Balkan-vulkaan. Hob 't met de Vrsöes „onderlianae- llngen in Lon48n ging." De vredesonderhandelingen zijn af gebroken, de wapenstilstand is opge zegd. Dit is het resultaat van de onder handelingen, die ruim twee maanden geleden begonnen zijn. In November werd de wapenstil- stand gesloten en werd besloten vre desonderhandelingen aan te knoopen, die te Londen zouden worden gehou den. Het duurde ruim veertien dagen, voordat de gedelegeerden waren aan gewezen, en tc Londen aankwamen, zoodat de bijeenkomsten van de on derhandelaars eerst op 16 December onder leiding van den Engelschen mi nister Sir Edward Grey, konden wor den geopend. Reeds voor de eerste samenkomst werd bekend, dat de Turken wel wil den onderhandelen met Bulgarije, Servië en Montenegro maar niet met. Griekenland, wijl dit zich niet bij den wapenstilstand had aangeslo ten. Sir Edward Grey, bood een fijne lunch aan. De Turken konden het niet over hun hart krijgen de.eendracht en gezelligheid aan tafel te storen, door hun eiscli dat de Grieken moesten heengaan, En dus bleven de Griek Venizelos en zijn medegedelegeerden. In de tweede bijeenkomst stelden de Turken evenwel den eisch, dat de Grle ken moesten weggaan; maar zij vvil- deu ook met Venizelos onderhandelen zoo Adrianopel mocht worden geap proviandeerd. Die poging, om de militaire positie van de 'lurken te verbeteren, misluk te door den eenstemmigen tegenstand van alle gedelegeerden. Na eenig heen-en-weer gepraat trokken de Turken hun bezwaren te gen de aanwezigheid der Grieken te rug. Dat was dc eerste week. Op 23 December konden nu einde lijk de onderhandelingen beginnen. Dat wil zeggen de Kerstdagen vielen er tusschen, met veel diners en sou pers, zoodat er niet veel meer kon worden gedaan, dan het ter sprake brengen van de eischen, die op echt- oosterschen trant, als in den bazaar, alle perken te buiten gingen over en weer. De Balkanbond eischte: afstand van alle veroverde gebieden en een grens, die van Rodosto aan de zee van Mar mora loopen zal naar Malatra aan de Zwarte Zee, zoodat daarbinnen Adria- nopel en een groot deel van Thraciè zouden vallen. Voorts afstand van Kreta en alle eilanden in dc Aegeïsche Zee. De Turken waren bereid: Macedo nië en Albanië autonomie te geven, onder Turksche opperhoogheid, en Saloniki tot een vrijhaven te maken. Do beslissing over Kreta wilde Turkije aan de mogendheden overlaten. Adria iiopel en de eilanden in de Aegeïsche Zee moesten evenwel beslist Turksch blijven. Dat was vraag en aanbod. De besprekingen werden hierna ver daagd; de Turksche gedelegeerden poogden inmiddels tevergeefs de mo gendheden tot interventie to ie we gen. Dat was de tweede week. In Januari kwamen de gedelegeer den weer eens bij elkaar. En het oude spelletje begon weer. Do Turken ver klaarden geen voldoende instructies te hebben en zoo volgde de eene vruch telooze bijeenkomst op de andere. Totdat eindelijk de Porte met voor stellen voor den dag kwam: Het gebied' westelijk van Adriaiio pel zal worden afgestaan. Albanië zal autonomie verkrijgen. De mogendhe den zullen de grenzen van dit gebied bepalen. Over Adriaiiopel zal de Por ie onderhandelingen aanknoopen niet Bulgarije. Het aanbod van afstand van geheel Macedonië en Epirus werd door de Balkanstaten aanvaard. Maar over de rest kon geen een stemmigheid worden verkregen. En de Balkanvertegenwoordigers stelden het zoogenaamde ultimatum, dat geen ultimaiuni was, wijl liet bij verwerping niet het afbreken der on derhandelingen zou tengevolge heb ben. In dat ultimatum werd ook de afstand van Adrianopel, Kreta en de eilanden in de Aegeische Zee ge- eischt. Op 6 Januari verklaarden de Tur ken dieu eisch niet te kunnen aan vaarden. En daarop deelde de Serviër die de conferentie leidde mede, dat de be sprekingen geschorst waren Verwonderd vroeg de Turksche ge delegeerde, wat daarmede bedoeld werd. „Geschorst Is geschorst", zei Je Ser viër en sloot de bijeenkomst. Die schorsing was het slot. De bij eenkomsten zijn niet weer hervat. De rhededeeling der Balkanstaten, dat do onderhandelingen zijn afge broken, maakt nu een einde aan de zen toestand, die viscli nog vleesch was, waarin dc onderhandelingen niet waren geëindigd en ook niet werden voortgezet. Trouwens, hij deze onderhandelin gen is van onderhandelen, bespreken, zoeken naar een mogelijke overeen stemming, geen sprake geweest. Het was een komedie! De Turksche vr edesgede legeerde n te Londen, Er wordt uil Konstantïnopel ge seind: „De Turksche ministerraad heeft besloten don gedelegeerden te Londen te .gelasten in geen geval naar Konstaiftinopel terug te koeren, voordat ook dc gedelegeerden van de Balkanstaten vertrokken zijn." Verzekerd wordt, dat do publicatie van den tekst van het antwoord der Porto geen wijziging heeft gebracht in de opvattingen van dc gealli eerde staten. De Bulgaar Danef heeft aan minis ter Grey medegedeeld, dat dc gealli eerden besloten hadden, de onderhan delingen niet te hervatten, voordat Adrianopel zich zal hebben overgege ven. De „Times" hecht blijkbaar niet veel waarde aan de opvatting der gedele geerden te Londen en spreekt de mee ning uit, dat de nota van Turkije ten slotte toch wel als grondslag voor ver dere onderhandelingen zal dienen. „Al hebben de gedelegeerden feite lijk reeds afscheid genomen," zegt het blad, ,zuu het toch een teleurstelling zijn, wanneer zij hun vertrek niet nog eenigen tijd uitstelden." En verder: „Volgens onze meening zijn er geen andere beletsels meer voor het sluiten van vrede dan eenige quaesties over het formeële bezit van een deel van Adrianopel en de eilan den in de Aegeïsche Zee èn te dezen opzichte worden in het antwoord van Turkijè belangrijke concessies ge daan. Wij gelooven niet, dat het zoo moei lijk zal zijn overeenstemming tot stand te brengen tusschen Roemenie en Bulgarije en evenmin, dat de toe komst van Skoetarï de mogendheden lang in verlegenheid zal laten. En bovendien zouden de oorlogvoe rende partijen zich de ernstige onte vredenheid van de beschaafde wereld óp den hals halen, wanneer zij in OostrEuropa opnieuw een oorlog mochten beginnen lerwille van niets anders dan quaesties vau ijdelheïd en eigenliefde." D c s t r ij d wordt hervat. Do Bulgaarsche generaal Sawof, de chef van den gereralen staf van het leger voor Tsjataldja, heeft den Turk- schen grootvizier Mahinocd-Schefket 't volgende telegram gezonden: „DEMOTIKA, 30 Januari. ,,Ik deel uwe Excellentie mede, dat de onderhandelingen te Londen zijn afgebroken. Ik heb de eer, in overeen stemming van art. 4 van het protocol van wapenstilstand u te melden, dat do vijandelijkheden zullen worden her vat vier dagen na deze kennisgeving,, den Maandag a.s. om 7 uur des avonds! Do opperbevelhebber van het Bul gaarsche leger SAWOF". Mahmoed Schefkel antwoordde, dat hij van de mededeciing kennis zal Servië heeft tegelijk met Bulgarije' den wapenstilstand opgezegd, daar- beide staten ter zake van de hervatting der vijandelijkheden in dezelfde om standigheden verkeeren. Turkije bereidt zich voor op den st r ij <L De Turksche minister van rinnen- landsclie zaken heeft aan de provincia le autoriteiten mcdedeeling gedaan van de opzegging van deu wapenstil stand door de Bulgaren. De minister verklaart daarbij, dut de regeeriug re kening houdend met de omstandighe den en de rationale gevoelens het noo- dige zal doen. De minister spreekt de hoop uit. dat de bevolking zich de noodzakelijke offers zal willen getroos ten en noodigt de autoriteiten uit de oi de te handhaven en de verspreiding tegen te gaan van valsohe geruchten, die de gemoedereu kunnen verontrus ten en opzetten. Opperbevelhebber van li et Turksche leger. Izzet pasja, chef van den generalen staf, is benoemd tot opperbevelhebber van het leger. Izzet pasja is naar Tsjataldja ver trokken. Onlusten in Turk ij e. De correspondent van de ,,Voss. Ztg." te Kor.stantinopel spreekt hot gerucht tégen, dat aan de Tsjataidja- linie een gevecht plaats gehad zou heb ben tusschen de aanhangers van Na- zim pasja en Enver bey, dus Oud- en Jong-Turken. Er is geen enkele ge wonde te Kon star tinopel aagnekomen. Daarentegen schijnen do geruchten van. onlusten te Smyrna, Bayroét.en Bassora juist te zijn. Deze onlusten gingen uit van tegenstanders van liet tegenwoordige kabinet, die den dood van Nazim pasja wilden wreken. Omtrent de onlusten te Bassora deelt men aan het „Berl. Tagebl." uit Konstanza mede, dat de bewoners van Bassera zich onafhankelijk verklaard hebben en dat het verkeer van Kon- stantinopel met Bassora gestremd is. Te Smyrna heeft het bericht van de verandering in de regeering grootc verontwaardiging gewekt. De Turksche leening. Omtrent de leeningsaangelegen- heid deelt de correspondent van de ;,Voss. Ztg." mede, dat de Por te bijna dagelijks berichten verspreidt, dat een leening bij de Duitsche Bank ge sloten is. De regeering weet echter, dat er een overeenkomst gesloten is tusschen de Duitsche Bank en een Fransche groep over de Turksche lee ning en dat de Duitsche Bank geen afzonderlijke overeenkomst met de Porte kan aangaan. Dal Frankrijk geneigd is op dit oogenblik "Turkije geld le leenen is meer dan onwaar-1 schijnlijk. Het geldgebrek en de wei nige kans om geld le krijgen zijn van zeer grooteu invloed op de besluiten der regeeriug. - De sleutels van Adrianopel zij n i n.... Berl ij il -De'sleutels van Adrianopel, van de veelbestreden stad, zijn niet in die vesting, noch in Konstantinopel, maar in het Tuighuis te Berlijn. j Dit is zoo gekomen: In 1829 veroverden de Russen Adria- nopel, zooals zij liet later in 1878 nog j eens deden. De generaal, die de Russen bij die gelegenheid aanvoerde, was de veld maarschalk graaf Diebitsch-Sabal- kanski, een Pruis van geboorte, die in "het Pruisische Kadcttenkorps tot of-; ficier was opgeleid. Do nauwe vriendschappelijke be-( trekkingen, tusschen Tsaar Nicolaasj I en den Pruisischen koning Friedrich Wilhelm III bestaande, brachten den Tsaar ertoe, als een bewijs'vun dank baarheid, wijl een geboren Pruis den Russï'sChen Tsaar zulk een grooten dienst bad bewezen en Adrianopel vóór de Russen had veroverd, de sleu tels dier stad als herinnering aan Ivo-, ning Friedrich Wilhelm aan te bie den. En-, zoo kwamen de sleutels van Adrianopel in het Tuighuis te Berlijn. Dit 4o Fransche Kamer. Bij- de behandeling der interpellatie over de vveer-iudiensLstelling vanko lonel Du Paty de Clam, verklaarde Mil.leraud, dat zijn voorganger een belofte had gedaan, die hij liud moe- ter. gestand doen. „Niemand", zei de hij, „zou in mijn piaats anders heb ben gehandeld". Hij wees de beschul diging, dat hij ten gunste of ten na deel© van Poincaré zou zijn opgetre den, van de hand en hij herinnerde daarbij aan de rol, die hij in de Drey- fus-zaak had gespeeld. „Ik ben afgetreden als minister van oorlog en heb aan hetgeen ik gezegd heb niets toe te voegen", zoo eindig de hij. De oud-minister van oorlog Messi- my sprak er zijn leedwezen over uit. dat Milleraud niet met hem over de quaestié had gesproken, alvorens een besluit te nemen. Hij verklaarde voor niets anders aansprakelijk ie zijn dan voor een brief, waarin hij aan Du Paty mededeelde, dat hij hc-m, zoo lang de vrede duurde, niet in zijn rang zou herstellen, daar hij meende, dat zulks in vredestijd niet mogelijk was. „De positie', zoo vervolgde li ij, „waarin de huidige regeering hein heeft geplaatst, is juist dezelfde, als die ik hem had beloofd." Messhny sprak verder de meening uit, dut op de gunstige beschikking van den Raad voor administratie!' geschillen van liet ministerie van oor log sommige besluiten van Millerand niet zonder invloed zouden zijn geble- „Toen ik weigerde om Du Paty in vredestijd weer in dienst te stellen, wist ik, dat ik niet alleen handelde volgens de inspraak van mijn gewe ten, maar ook in dien geest van de re- publikeinsehe partij", zoo eindigdo hij. Nadat Paihlet.é den minister van oorlog Etienne had gevraagd, welke maatregelen hij van plan was te ne men ter geruststelling van de republi- keinsche partij, oefende Jaurès scher pe kritiek op Du Paty, die ook thans zijn aanvallen nog niet heeft gestaakt. Hij noemde het gebeurde een beleedi- ging voor het Fransche leger en ver zocht de Kanier alle verantwoordelijk heid af te wijzen. Etienne verklaarde, dat hij de da den van zijn voorgangers niet te Le- oordeelen had en hij gaf zijn afkeu ring te kennen over het feit, dat een hoofdofficier, wien zulk een buitenge wone gunst is te beurt gevallen, nog steeds voortgaat de chefs van het le ger tc beleedigon. Zulk een feit mag niet ongestraft blijven. De 'minister verklaard© derhalve, dat hij dadelijk maatregelen zal nemen, om Du Paty wegens zijn optreden te straffen. „Niemand in deze Kamer", ver klaarde hij, „zou immers aan dezen officier een opdracht durven geven". Een eenvoudige motie van orde, door de regeeriug niet aanvaard, werd verworpen rnet 466 tegen GI stemmen, terwijl een motie, waarbij de verklaringen van de regeering wer den goedgekeurd, aangenomen werd met 533 stemmen tegen 3. Allerlei. De Lagerhuisverkiezing i u Derry. De uilslag van de verkiezing voor een lid van het Lagerhuis is deze, dat de Nationalisten den zetel op de Unio nisten hebben veroverd. Dc meerder heid van de vertegenwoordiging van Ulster, dat tot dusver 17 Unionisten en 16 Nationalisten naar het Lager huis afvaardigde, is dus verplaatst. Deze uitslag leidde tot ernstige on geregeldheden, Troepen van beide partijen trokken zingende door de stralen. Herhaaldelijk ontstonden er botsingen met de politie, die met steenon werd gebombardeerd. Drie honderd bereden politieagenten char geerden ten slotte en dreven de betoo- gers uiteen. De troepen zijn in de ka zernes geconsigneerd. De Franschen in Marokko. In den nacht werd een detachement tirailleurs en meharisten (kameelruï- ters) op enkele K.M. afstand van de Lelionesrat-put aangevallen door een talrijke afdeêling', voornamelijk be staande uit afvalligen van de stam men Regueibat en Oulaeddelines. Het detachement bood heldhaftïgen tegenstand, leed echter zware verlie zen, Onze Lachhoefc BEHELPEN DER WIJZE. In een klein stadje was den avond voor de groote markt in de nbij gele gene stad de eenige herberg, die tot logement diende, geheel en al bezet. Een commis-voyageur, die daar den nacht moest overblijven, trad de ge lagkamer binnen en vroeg logies. Men was verplicht hem af te wijzen; daar hij echter doodmoe was en niet verder wilde gaan, bleef hij dralen en vestigde ten laatste liet oog op een oud biljart, waaraan niet veel te be derven viel en dat in eone kleine ach. terkamer stond. „Laat me hierop dan maar slapen, leg er een kussen op en een doek over, dan zal -het wel gaanl Zijn verlangen werd bevredigd, en tarnelijik slecht bracht hij" den nacht door, ofschoon recht verheugd, ten, minste onder dak te zijn geweest. Den volgenden morgen moest ij f 3.30 alleen voor logies betalen, omdat hij van 's avonds tien tot 's morgens ne gen uur het biljart had gebruikt, te gen dertig cents per uur volgens het bekende tarief. Hij durfde onder 'het ontbijt het biljart nauwelijks meer aanzien! Binnenland TWEEDE KAMER. De plannen van den Minister van Binncnlandsche Zaken met de orga nisatie van de inspectie voor de licha melijke opvoeding werden gisteren middag, bij de voortgezette behande ling der begrooting door den heer •Ter Laan verdedigd. In tegenstelling met den heer Yerhey achtte die spre ker een regeling met één inspecteur verkeerd; zulk. een universeel, voor die taak praktisch en theoretisch ont wikkeld man was z. i. niet te vinden. Drie inspecteurs, die tevens curato rium zouden zijn voor de leerscholen voor gyiunastiek-ondorwijzers, zouden een minder eenzijdige regeling bevor deren, die het gansche land kon ten goede komen. En de heer Ter Laan vond dat met het oog op de v erkorting van militairen dienst, die van de lichamelijke voorgeeefendheid het ge volg zou zijn, zeer geraden. De Minister sloot zich daarbij dank baar aan en liet desbetreffend artikel der begrooting van Biunenlandsche Zaken werd goedgekeurd. Omtrent het lager onderwijs gaven nog enkele sprekers eenige wenken do heer Roodhuyzen beval voor het onderwijs aan zwakzinnigen de hulp aan ook van sommige daarvoor l-ij uitstek geschikte acte-onderw ijzers, niet alleen hoofdenen de heer Ter wilde de zorg voor het onder wijs aan schipperskinderen geheel tot Rijkszorg maken en derhalve ook aarborgen hebben, dat het van Christelijke zijde op te richten inter naat te Vreeswijk duurzaam zou blij ven bestaan, des noodig door overne ming door het Rijk. De Minister zou dit een en ander overwegen, maar merkte op, dat in ternaat en school gescheiden zijn. Te gen een door den heer Ter Laan be pleit wettelijk examen voor bewaar- school-onderwijs had de Minister be zwaar; dit moest vun particulieren uitgaan, maar desgewenscht rnet steun der Regeeriug en met het stel len van zekeren norm. Meer echter niet. En hiermee was de Kamer door het onderwijsdebat heen. Gelukkig, het had lang genoeg geduurd. I Over (Je afdeeling Kunst en Weten- schap had eenige discussie plaats. De lieer Van Asch van Wijck bepleitte een uniforme, wettelijke voorziening tegen het ontsieren, van stads- en I landschap-schoon door reclames, op de wijze als de verordeningen der pro vinciën Noord-Holland en Zeeland. Daarentegen ontraadde' de heer Van de Veld e wet'el ijke regeling, ook en Minister Heemskerk sloot zich daarbij aan om de autonomie der gemeen ten en do eerbiediging van den eigen dom. Men moest in deze de ervaring nog afwachten en in ieder geval do gemeentebesturen er over hoóren, Ook de Minister was voor omzich tigheid iu dezehij zou onderzoek doon in het buitenland en Gedepu teerde Staten raadplegen. Hoofdzaak bij dit debat was de rede van den lieer De Stuers, die over on voldoende zox'g voor de monumenten klaagde en verlangde, dat zoowel ge meentelijke als kerkelijke en particu liere monumenten naar wettelijke re gelen zouden worden bewaakt voor verval, op kosten van de.eigenaren en desnoodig van of met hulp vau hel Rijk; hij beval een wettelijke re geling aan naar het oordeel der com missie van particulieren, die deze quaèstie had onderzocht. Z. i. zou dat tut besparing, niet tot groote kosten voor het Itijk leiden, wat de Minis ter echter bleef betwisten de gemeen ten en anderen zouden steeds voor geven niet in staat te zijn de kosten fe dragen en dan stond het Rijk er voor. Evenwel, eenige regeling, maar be perkt, wilde de Minister nog wel in j overweging nemen. De heer De Stoers had ook meer rechlstreeksclie aansporing der Reg. gewenscht tegenover gemeente- en kerkbesturen om te waken tegen de met -benzine werkende loodgieters, wier roekeloosheid herhaaldelijk in Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. De korle winter van de laatste da gen heeft natuurlijk aanleiding gege ven lot verschillende beoordeeling. Ik zal probeeren daaruit in den vorm van aphorismen of kernspreuken een bloemlezing te maken. De winter is zalig, beweert het jonge meisje, dat op schaatsenrijden hoopt. De winter is een gruwel, meent de oude van dagen, die het niet meer warm krijgen kan. De winter is een economische nood zakelijkheid, verklaart de kachelsmid. De winter is do achteruitgang, die ons den vooruitgang die lento heet, naar. waarde doet schatten. Aldus do wijsgeer. De winter is het hoogtepunt van de tegenwoordige mode, verzekert de bontwerker. De winter is do ..tijd van het jaar, waarin de vacanties hot schaarst zijn, zucht de scholier en de leeraar stemt daar, maar stilzwijgend, mee in. De winter maakt, dat de menschen van mij verwachten, dat ik tooveren kan, klaagt de directeur van de ge meente-reiniging. Do winter is onze vijand, consta teert het bureau van de waterleiding, dat geen ooren genoeg heeft om de klachten van 't publiek aan te hoo- ren. De winter zou, indien hij niet al bestond, kunnen worden ingesteld om onze winsten te maken, philosophee- ren de directeuren van onze lichtfa brieken. Zoo loopen de meeningen over den winter uiteen. Maar de arme zegt: de winter is mooi op een prent, maar in de werkelijkheid een kwelling. Elk seizoen brengt, dat is een waarheid als een koe, zijn eigenaar digheden mee en zoo is de zomer, (evenals de lente, wanneer ze wat zacht is) het jaargetijde, waarin de mensch lust krijgt om zich te ver plaatsen. Ik wil wel erkennen, dat ik ieder jaar diezelfde gewaarwording onderga. Als 't een mooie Junidag is, de zon helder schijnt en de vogels zingen, dan is het zetten van cijfers in een boek, of het schrijven van brieven over koffie of rijst of tarwe, of wel het geven van lessen over al gebra of meetkunde, daarmee in be paalden strijd. „I-Ia," dacht ik, „nu eens naar het Gooi gaan, Nijmegen of Arnhem en daar dan den heclen dag wandelen wat een genot zou dat wezen!" Maar door de sleur, die je naar je werk jaagt, is daar nooit van geko men. Je deed je plicht en tien minu ten later waren al die schoone plan nen vau een heelen dag wandelen uit je hoofd verdwenen .Gélukkig maar, want dat dichterlijke wandelen valt voor stadsmenschen niet mee. Zoo'n uurtje gaat nog. Daarna verlangt de stedeling, gewoon dat tramwielcn de afstanden voor hem afleggen, naar een zitje. Dan komt het tweede uur, al in ietwat langzamer tempo, met verlengde rust; na het derde is hij uit geput en kijkt naar het beminde trammetje uit. Ik zal niet zeggen, dat het landschap daar minder mooi wordt, maar het poëtische van de wandeling gaat dan toch verloren. Maar wie krijgt het nu in zijn hoofd, om in den winter de wereld te gaan zien of het moest die van 't zuiden van Frankrijk wezen 1 De natuur heeft ons nu niets te zeggen. Boomen staan daar als som bere staken, waterpartijen ,die an ders het landschap zoo prachtig ver sieren, liggen groezelig en doodsch en vooral het zonlicht, dat heerlijke licht, warmte en kleur tegelijk, ont breektNeen de winter is de stille vennoot van den huiselijken haard, omdat liij in diens belang werkt. Aan den haard blijft nu ook de se cretaris van Bloemendaal, die aan vankelijk plan had, met beden b u 1 s t e r, zooals ouderwetsche lie den have en goed noemen, in deze winterdagen te verhuizen naai- Den Haag. Hij heeft daarvan op 't laatste .oogenblik afgezien, blijft secretaris van Bloemendaal en genoot de voldoe ning, dat de burgemeester speciaal om zijn reeds gegeven eervol ontslag te riiet te doen, een raadsvergadering uitschreef. Dat is ook een vorm voor een compliment. De heer Van der Flier behoort bij Bloemendaal, waar hij al zoolang wérkt en het moet toch pleizierïger wezen, de administratie- te voeren voor een gezelschap perso nen, dat wel eens een beetje krieuwt over waterleiding, m. u. 1. o. school en dergelijke, maar in den grond ge moedelijk en zachtaardig is, dan de zaken te beheeren, al is dat dan ook in den Haag, van boeven en deugnie ten. De politie ziet altijd den treurig- sten kant vau onze samenleving: wat een verschil zou dat zijn voor iemand, die komt uit een dal van bloemen en daarmee krachtens zijn naam dan ook rechtstreeks verwant isl- Van de politie naar den politiehond is maar één stap: weliswaar doet de laatste zijn slappen met vier en de eerste met tweebeenen. Uit die veelvuldigheid van onderdanen mag wel afgeleid worden, dat de eigenaar daarvan sneller, maar niet dat hij ln de juiste richting loopt van dengenen, dien hij achtervolgen moet. Ter be schaming van het heele hondenras is namelijk dezer dagen een politiehond met groole beslistheid den kant van de stoomtram naar Leiden uitgegaan, terwijl naderhand bleek, dat de ge zochte precies den tegenovergestelden kant, dien van het spoorwegstation, uitgewandeld was. De vereeniging van politiehonden moet dit dier al hebben geroyeerd als gewoon lid, omdat hij „in zijn loop baan blijkbaar niet altijd den'juisten weg heeft ingeslagen." Ik wil wel bekennen, dat dit geval mij zekere voldoening gegeven heeft. De politiehond werd te knap,"groei de om zoo te zeggen boven zijn mees ter uit. Niet alleen was hij, evenals zijn baas, met toorn vervuld tegen ièdèr die de orde in de maatschappij dreigde te verstoren, niet alleen be werkte hij arrestaties van lieden, die veel of eenig, of soms per ongeluk ln 't geheel geen kwaad gedaan hadden, maar ook was hem langzamerhand de qualiteit toegekend om den misdadi ger te ruiken en daartegen kon de politieman in 't geheel niet meer op. Die ruikt precies even veel en even weinig als wij ruiken, wat weinig is. Vroeger hadden de menschen blijk baar fijner neus. Of sprak niet dc Wildeman in het sprookje, toen Klein Duimpje en zijn broertjes in dc ka mer verborgen waren: .uk ruik men schen vleesch!" Welnu, wij stompzin- nige en blijkbaar ook stompneu- zige bewoners van de 20ste eeuw rui ken niet eens, wanneer een inbreker, al was "t een kerel van zes voet, on der ons bed verscholen Is! Nu is het hiermee, zooals met veel andere dingen: ruiken is geen kunst, maar goed ruiken! Eu gebleken is, dat als de politie dat niet kon, me nige politiehond daartoe ook niet in staat is. Heeft dc vereeniging. Kunst z ij ons Doel verkeerd geroken? Ik heb altijd hooren voorspellen, dat dc maand Mei het oogenblik zou zijn, waarop het nieuwe Museurn geopend Worden zal. Die Meimaand van 1913 zal wel buitengewoon belangrijk wor den. Mei maakt' ons met een nieuw Mu seum blij, In Mei begint de nieuwe electrisclie (tramrijderij, In Mei leggen alle vogels een ei> Maar dat laatste, ik weet het, dat (hoort er zoo bij. En nu komt Kunst zij ons Doel vra gen om een zaal in het riicuwe mu seum voor een tentoonstelling in Fe bruari! Vermoedelijk zal de vereeni ging nul op het request krijgen, want de maand Februari is minder geschikt voor een expositie in de open lucht of, in het beste geval, tusschen mu ren, die nog niet heelemaal droog zijn. Andere artikelen kunnen beter tegen de open lucht, bijvoorbeeld de fontein in den Hout, die Woensdag voor de drie en twintigste maal (die 't niet gelooft moet 't maarnatellen), in den Raad ter sprake gekomen is. En nu voorloopig voor 't laatst, want d3ar er blijkbaar géén enkel nieuw argument meer over te pas kan ge bracht worden, is de stichting van een nieuwe fontein overgelaten aan B. en W. en dc Vereeniging tot Verfraaiing. Een van de Raadsleden legde daarbij dc vleiende verklaring af, dat nu het bedrag zoo gering was, hij de zaak overliet aan de genoemde Colleges. Volgt daaruit, d3t wanneer er meer gehl voor gevraagd was, hij. er zelf over had willen beslissen? Hét doet me denken aan een huise lijke overlegging tusschen man en vrouw van dezen aard. Vrouw. Man, ik wou vandaag schelvisch eten? Heb je er trek in? Man. Neen hoor, dank je wel, dat wordt me veel te duur. Goeie schel visch kost schatten. Vrouw. Ja, maar ik weet een Hinken schelvisch te koop voor tien stuivers. M a n. O, ga dan je gang maar. Maar denk er wel om: ik wil er niets mee te maken hebben, jij zorgt er voor, jij bent er aansprakelijk voor. En terwijl hij heengaat: mompelt hij in zichzelf: „mij zal het benieu wen wat voor schelvisch dat wezen zal, enfin, ik bemoei me er niet mee." Zoo is dan de fontein in haar nieuw ste en, laat ons hopen, voorloopig laatste phase gekomen. Met belang stelling zal nu heel Haarlem de eerst volgende maanden staren naar de klassieke plek bij de mzuiektent bij wijze van spreken namelijk, want we hebben ook wel wat anders te doen. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 9