CE M1SÏEEM1! TWEEDE BLAD Maandag 3 Febrnarl 1913 Buitenlarjciscih Overzicht Oe Balkan-vulkaan. Hedenavond 7 uur is de ■wapenstil stand officieel geëindigd. Dan k a n de strij'l dus weer beginnen, maar het is nog mogelijk, dat het niet zoo ver komt, althans voorlooxng nog niet. De mogendheden hebben nu het ant woord van Turkije ontvangen, dat bij na in alles aan de eischen der Bai- kan-stateu toegeeft. Nu is liet voigens den redelijk-den kenden mensch onzinnig, om opnieuw den oorlog te beginnen, ook onzinnig voor Bulgarije, want Europa zal toch nooit dulden, dat de Turken geflicel uit Europa verdreven worden. Konslanti- nopel krijgen de Bulgaren toch nooit 'L' urli ij e wil -S/5 van Adriano- pel geven. Üit Konstantinopel wordt geseind „Als de groote mogendheden den Inhoud der Turksche antwoord-nota onvoldoende verklaren, dan zal, naar! men in Turksche regeeringskringen aanneemt, de Porie nog een stap ver der gaan zij zal dan ook liet op den 1 noordelijken oever van de Maritza ge legen deel van Adrianopel afstaan en zich met het kleinste (oostelijk van de Toendsja gelegen! deel tevreden stel len dan krijgt Bulgarije 4,5 Adriano pel, Turkije 1/5". Inderdaad, de Turken geven wel veel tce. De ge delegeerde n der V redesc onferentie zijn bijna allen uit Londen vertrok ken. De Griek Yenizclos zei voor zijn vertrek in een interview „Neen, niet vaarwel, maar tot weor- iensIk ben er van overtuigd, dat wij over eenige weken weer te Lon den zullen zijn voor liet sluiten van den vrede, maar eerst moeten de Turken hun nederlaag hebben erkend en de vreuespreliminatren op het slag veld hebben geteekend." Van elk land bij het Bulkan-conflict betrokken, is evenwel nog één gedele geerde te Londen gebleven. Er kan dus nog onderhandeld wor den. D ©ambassadeur s- conferentie. De ambassadeurs hebben, na de vergadering van Zaterdag, hun re geeringen telegrapliisch ingelicht over de meening der vergadering omtrent het antwoord va.n Turkije, dat, vol gens de algemeene opvatting, even tueel een grondslag zou kunnen vor men voor vredesonderhandelingen. De ambassadeurs wezen in hun telegrammen op de wen schel ij k'hcid, om ook aan Bulgarije kennis te ge ven van deze opvatting. Naar men meent zijn de officieel© kringen te London van dezelfde meo- ning en is men daar van oordeel, dat het bezoeic, Zaterdag door den Bul gaar Danef op het ministerie van bui- tenlandsche zaken gebracht, met tiet antwoord der Porie in verband staat Naar het schijnt, zulten de mogend-, heden dus neg trachten de hervatting der vijandelijkheden te beletten, of schoon het aan erhstigen twijfel on derhevig is, of die poging succes zal hebben. Uit Sofia komt thans de rnededee- iing, dat het waarschijnlijk wordt go- acht, dat hedenavond de vijandelijk heden nog niet geopend worden. Do lezers zullen nog ju afwachting blij ven, wat Europa kan doen. Rusland voor hot be li oud van den vrede. De ..Temps" ontving (naar we in de Maandag Ct." dezen) het volgende te legram uit Petersburg Rusland deed aan Bulgarije opmer ken, dat het antwoord van Turkije een goede basis voor onderhandelin gen is en gaf den vriendschappelijken raad, de hervatting der vijandelijkhe den te vermijdeu en nieuwe bospre- -kingen met Turkije te beginnen. Do Bulgaarsche regeering meent evenwel dat de pogingen dor groote mogend heden geen resultaat kunnen hebben, dv bondgenooten zijn van oordeel, «lat hun te Londen uiteengezette cl solum eon minimum vormen. Men meent, dat de operaties der Bulgaren zich slechts tot een bombardement van Adriano pel zullen bepeikon. Duitschland on Engeland. Op het te Londen ter eere van den verjaardag des Keizers gehouden feest wees de ambassadeur Lichnowsky op het streven van den Duitschen Keizer om de vriendschappelijke betrekkin gen met het machtige, verwante volk van Engeland te bevorderen. Vooral In de laatste maanden, zoo zei hij, had de Keizer het als zijn plicht beschouwd, in overeenstem ming met de met Duitschland verbon den en bevriende Britsche regeering te arbeiden tot behoud van den vrede in Europa. Ook in do toekomst zullen de groote mogendheden trachten eventueel© quaosties tot een gunstige oplossing te brengen. Er bestaat dus gegronde hoop, dat de ambassadeurs-conferen tie zich ook vorder voor zijn taaie be rekend zal betoonen en dat zij zal lei den tot het gewensciite doel, namelijk het behoud van den vrede in Europa. Men tracht de betrokken staten tot gematigdheid over te halen, leheindo verder bloedvergieten te vermijden. Hoe B a 1 kan-a tor i t erten over den toëstand denken. In eeii interview met een vertegen woordiger van de „Temps" verklaar de Venizelos zoo meldt de „Cou rant" dal de Balkan-gedelegeerden en ook hij, de gemeenschappelijke overtuiging hebben, dat een hervat ting van de vijandelijkheden tiet eenige middel biedt om het sluiten van den vrede te verhaasten. Do Bal- kan-bondigenooten hebben niets meer van do groot© mogendheden te ver wachten, daar deze door hun nota alles verrichtten wat zij voor do ge allieerden konden doen. Venizelos voegde hieraan toe, dat men er een einde aan moest maken, daar de bondgenooten niet langer konden wachten, aangezien hun financiën dat niet toestaan. De oorlog zal dus opnieuw beginnen. Maar Venizelos ;s overtuigd, dat hij niet lang zal du- Novakovitch, de gedelegeerde van Servie (eveneens door de „Temps" ge in terviewd), verklaarde, dat de wa penstilstand werd opgezegd, om aan de onverzoenlijken te Konstantinopel een duidelijker overzicht te verschaf fen van den militairen toestand, dien zij niet meer schijnen te kennen, liet is onmogelijk, nu reeds een oordeel uit te spreken over de nieuwe phase, die de oorlcg intreedt, maar de Bul garen kunnen onvoorwaardelijk op de hulp der Serviërs rekenen. „Wij zullen" zeide hij „aan de Bulga ren gold en manschappen verst rokken. Er zijn 45.000 Serviërs voor Adriano pel, wij hebben de munitie gemaakt, die de Bulgaren noodig hebben. De Bulkanbond is nog even hecht als np den eersten dag van zijn beslaan. Do overeenstemming tusschen Belgrado en Sofia is volkomen." Uit T u r k ij e. Turkije bereidt zich met veel haast voor op hervatting van den strijd. Een telegram deelde reeds mede, dat Vrijdagmiddag ie Konstantinopel vanwege het Jong-Turksche Comité oen vergadering is gehouden, ter vor ming van oen commissie voor do nationale verdediging. De vergadering, waaraan 800 per sonen deelnamen, o. a. alle senato ren en waardigliéidsbekleeders, tot de Jong-Turksche partij behoorende werd gepresideerd: door maarschalk F cc ad. Een der sprekers was de Mo- liommodaansch©- journalist Aghajef, een Rus van geboorte. Deze zeide o.a. „Wjj hebben Euyopa voor ons en ach ter .ons méér, dan 400 njittioen Moslim, die oils 'willen helpen." Do vergadering benoemde een uit voerend comité en commissies voor de werving van vrijwilligers, voor do verpleging van gewonden, voor het houden van geldinzamelingen en tot vorming van sub-ccniités in do pro vincie. Er werd een motie aangenomen, waarin werd verklaard, dat de 'oin- neulaiidsche oneenigheden, de eenige steun der vijanden, voor eeuwig ba- graven zijn, en dat van nu af de natie als één persoon den vijand tegemoet zal treden. De motie eindigt aldus „Allen zullen hun eigendom, leven en geest ten dienste van het vader land stellen. Daardoor zullen de vloek waardige bedoelingen van den vijand verijdeld worden. Leve de vader landsliefde, love de vrijheid I" Typhus onder de Turksche gev angenen in Servic. Uit Belgrado wordt aan de „Tel." gemeld, dat onder de Turksche ge vangenen te Negotin een gevaarlijke typlius-epidemie is .uitgebroken. Van de 1410 gevangenen werden er 342 ziek binnen 10 dagen stierven er 140. De geneesheer, die de zieken behan delde, is zelf aan typhus overleden, evenals verschillende ziekenverple gers. De Grieken en Turken in Epirus. Er is zoo wordt uit Athene ge seind niets nieuws betreffende de operaties in Epirus. Het schijnt, dat sedert eenige dagen alleen de artille rie het gevecht onderhoudt bij Bizani. De infanterie, die vermoeid is van de laatste onstuimige aanvallen, houdt rust en maakt zich gereed voor nieu we aanvallen. Aan Turksche zijde hielden niet Typograïenstalcinff. TE AMSTERDAM. Do Amsterdamsche D rukke rs ver een i ging zond Zaterdag aan de ge combineerde besturen der Typogra- fenvereenigjngen het volgende schrij ven: „Nadat wij u Vrijdag bericht hr.d- den, dat onze algemeene vergadering aan uw verzoek om elenige loonen nog weder te verhoogen, had voldaan, maar levens uitdrukkelijk hadden me degedeeld, dat o.a. uwe eischen be treffende het weder in dienstbetrek king nemen van alle stakers verwor pen waren, hebt u ons inlichtingen gevraagd, hoeveel werklieden onge veer bij de beëindiging der staking niet dadelijk wc-der door hun voorma lige patroons tot den arbeid zouden worden toegelaten. Omdat uw schrij ven en het door u mondeling verlang de ons niet geheel duidelijk waren, is. Vrijdagavond door onze alglemeene vergadering besloten, u in conferen tie af te vragen, of, indien het getal 't welk u kennen wiklet, u zou worden genoemd, daarna bij u nietanders meer dan de omvang der door u zoo genaamde „rancune" een punt van ge schil zou uitmaken. Wij wenschten beslist van u te weten of u al dan niet plan heeft nog weder met nieuwe voor stellen voor den dag te komen. „Die conferentie heeft plaais gehad, en, toen u buiten ons bijzijn verga derd had, hebt u ons medegedeeld, dat u aan de door ons verworpen eischen, betreffende de „rancune" blijft vasthouden. Tengevolge hiervan is het u reeds Vrijdag kenbaar ge maakte besluit onzer vergadering in volle werking getreden, zoodat wij zijn teruggekeerd tot het standpunt, waarop beide partijen stonden, toen door u de werkstakingen werden ge proclameerd. Nog is onze vereeniging Bereid, onze voorstellen van 23 Decem ber te handhaven, onzerzijds u uit eigen beweging aangeboden, maar zij heeft aile later van ons verkregen concessies teruggenomen. „Intusschen willen wij er u aan herinneren, dat door onze gedelegeer den ter corJereniie gezegd is, dat, mochten enkele patroons weigeren, al hun voormalige werklieden weder aan te stellen heizij wegtens ingetreden 'slapte in het werk, hetzij om hun per soon. hun arbeid of liun gedragingen, al dan niet in verband met de staking toch andera patroons aan die werk lieden geen plaats zullen weigeren. Hierbij kan thans worden -gevoegd, dat door ai onze leden, ook door de boven bedoelde patroons, in den eer sten tijd geer. werklieden van buiten Amsterdam zullen werden aangesteld zoolang goede werkkrachten, hier ter stede gevestigd, zich zullen aanmel den. Alleen wil men niet gebonden zijn, om alle eigen vroegere werklie den, aan wie men de contracten heeft opg.hzegd, in de eigen werkplaatsen terug te brengen". Naar aanleiding van den brief van de Amsterdamsche Drukkersvereeni- ging werd Zaterdag door 't stakersco mité nadere toelichting gevraagd, voovnatnelijk tén aanzien van het in trekken van de gedane concessies. Het bestuur van de patroonsvereeniging deelde mede, dat inderdaad op dit oogenblik alle toezeggingen waren in getrokken, en men was teruggekeerd lot de voorstellen van 23 December. Wenschto men op de basis van de laatst gedane concessies een oplossing van het conflict te zoeken, dan moest daarvoor weder de machtiging ge vraagd worden van de ledenvergade ring der Amsterdamsche Drukkers- vereen iging. Alvorens echter deze machtiging te vragen, wenschte het bestuur van de A. D. V. de bepaalde toezegging, dat niet verder zou wor den gesproken over de door de pa troons noodig geaclite maatregelen, betreffende het niet in dienst nemen van enkele stakers. Het aantal zou dan na deze toezegging worden op gegeven. Na deze mededeeling verlieten de heeren Diamant en Hahn de confe rentie, die gehouden werd ten kanto re van de firma Gehr. Binger. Ge noemde heeren (voorzitter en secreta ris van het stakerscomïtéj begaven zich weder naar d'Geelvinck. en deel den daar in een bijeenkomst van de gecombineerde besturen hei resultaat der bespreking mede. Namens de gecombineerde bestu ren der werklieden-organisaties werd het volgende schrijven verzonden: Aan de Amsterdamsche Drukkers- vereen iging: Mijne Heeren, Wij berichten u de goede ontvangst van uw schrijven van Zaterdag. Met het daarin vervatte ten opzichte van liet uitsluiten van enkele werklieden, kunnen we, na de mondelinge toe lichting daarop gegeven, accoord gaan, wanneer inderdaad hun aan tal niet grooter zal zijn, dan door ons redelijkerwijze kan worden vermoed. Een juiste opgaaf uwerzijds van dit aantal werd ons toegezegd en ver wachten we dan ook uit uw antwoord te mogen vernemen. Onze Laclihoek WIJSBEGEERTE. Een spotter vroeg eens aart een grooten wijsgeer: Gij die alles weet, zeg mij eens hoeveel pond rook men erlangt, wan neer men honderd pond hout ver brandt'? Weeg de uscli die overblijft; antwoordde de wijsgeer wat aan het gewicht der 100 pond '.hout ont breekt, is roökl Mocht dit het door ons veronder stelde niet te boven gaan, dan zijn we genegen de staking te doen beëindi gen, mits de Joonvoorstellen (zijnde voor 6/10 der zetters 26 cent per uur, enz., voor drukkers 27 (jent per uur en voor machinezetlers bij dagwerk 30 ct. per uur), zooals door u op Vrijdag 31 Jan. werden gedaan, door u worden gehandhaafd. De overeenkomst, die aldus zal tot stand komen, zal voorloopig gelden tot 1 Jan. 1914. Heden, Maandag zullen de strijden de partijen het dus alleen nog eens moeten worden over het aantal der stakers, dat door vermindering van werkzaamheden niet weder in dienst kan worden genomen. De algemeene verwachting is, dat op dit punt overeenstemming zal worden verkregen, zoodat dan beslo ten wordt de staking op te heffen en Dinsdag overal het werk le hervatten. HET ROODE KRUIS. Volgens door het hoofdcomité van het Ntylerlandsche Roode Kruis uit Saloniki ontvangen telegrammen, be staat alle kans, dat de ambulance in haar geheel naar Treceza zal worden verplaatst. UIT DE STAATSCOURANT. Bij kon. besluit is benoemd tot rid der in de orde van Oranje-Nassau W. A. Dwars, lid der firma Ji. Pander en Zonen, mcubelfabrikante, te 's-Gra- venhage. Is do heer dr. A. Lam, directeur van den keuringsdienst van voedingsmid delen le Rotterdam, benoemd tot ver tegenwoordiger der Nederlandsche re- geering bij de internationale saccha rin e-conferen tie, welke in het jaar 1913 te Parijs zal worden gehoudc-n. Is do met verlof in Europa aanwe zige kapitein der art. van het Ic-ger in Ncd.-Indië C. P. Martherus, op ver zoek, ter zake van een lichaamsge brek, niet ontstaan in en door den militairen dienst, ontslagen met toe kenning van pensioen. Is II. G. van Kempen benoemd tot burgemeester der gemeente Wisse- kerke. Is aan mr. A. Brandt, op verzoek, met ing. van 1 April eervol ontslag verleend als burgemeester der ge meente Rheden, met dankbetuiging voor de langdurige, door liem in die betrekking bewezen diensten. Is. met ingang van 16 Maart, be noemd tot dir. van het post- en tele graafkantoor te Ilillegom, L. M. Baa- le, thans in gelijke betrekking tc Kat wijk aan Zee. Is met ing. van 16 April, aan deu dirfecteur van het postkantoor te Am sterdam, jlir. A. ff. J. Bowler, op zijn verzoek, als zoodanig eervol ontslag verleend, mei* dankbetuiging voor de vele en goede diensten door hem aan den lande bewezen. Bij res. van den Minister van Kolo niën zijn J. A. II. van Leeuwen en W. van der Worff gesteld ter beschikking van den G.-G. van Ned.-Indië, om te worden aangesteld tot administratief ambtenaar, respectievelijk voor Java en Madoera en de Buitenbezittingen; II. II. Verdam, ten einde te worden benoemd tot adspirant-ingenieur bij den post-, telegraaf- en telephoon- dienst daar te lande; N. Beets en Th. A. Uljée, om te worden aangesteld tot adm. ambtenaar voor Java en Ma doera en II. J. W. Gerritzen en J. B. Krol. ten einde te worden benoemd resp. tot instrumentmaker le en 2de kl. bij den post-, telegraaf- en tele- phoondienst daar te lande. G. J. C. A. POP. Naar „Het Vaderland" verneemt is de heler Pop. directeur-generaal der Posterijen en Telegrafie door bet In disch Gouvernement anneezocht in Indië het beheer van het Post-, Tele graaf- en Telefoci-wezen op zich te nemen. De heer Pop is .naar het blad ver nam, voornemei s dit aanbod te aan vaarden. EEN GROOTE BRUILOFT. Te Winterswijk is ia een feestge bouw een bruiloft gehouden, waar aan niet minder dan 500 gezinnen deelnamen, zoodat ongeveer 1509 brui loftsgasten aanzaten, zoo meldt de Tel. Zie vervolg Binnenland op de 3e pag. van dit blad. Feuilleton 50) In dien lusscilcntijd had do bedien de zich van zijn opdracht gekweten en stelde het geld aan Margarctha ter hand. Bertha's geduld was wel op do proef gesteld, doch daar Margaretlia haar gezegd had, zorg te zuilen dragen, dal ze 't geld kreeg, wachtte ze haar te rugkomst met kalmte af. Zoodra Margarctha 't beloofde ont vangen had, snelde ze naar Bertha en reikte het met bevende hand aan haar over; dezo dankte haar met weinige, doch gevoelvolle woorden en na een-hartelijk afscheid, verliet Ber tha met wankelende schreden <i ning van den juwelier en begaf zich per rijtuig naar de vreedzame woning van madame Colbran. TIENDE HOOFDSTUK. Madame Pompeja zat oogcnschijn- fijk op haar gemak in een kamer vari 't hotel naar buiten te turen, toen ze eensklaps den brievenbesteller be merkte, die regelrecht naar 't hold Jews m. Ze luisterde dus aan de trap met ingehouden adem voor wien de brief, welke door den bode in 't hotel werd afgegeven, bestemd was. Metzier had zich reeds geruimen tijd bewogen tusschen den corridor en de vestibule, dan eens vriendelijk zicli verwaardigende met een kelluer een praatje te maken, dan eens in 'n nonchalante houding een manilla rookonde en een of ander- 'tijdschrift in de hand nemende, toen zijn oog ein delijk .den bode met de zoo hij hoopte gewichtige tijding ontdekte. Hij nam dus persoonlijk den brief in ont- vangst, las hem en verborg dien zorgvuldig in den binnenzak van zijn jas, dien hij met krampachtige vin- gors toeknoopte. Al deze handelingen waren door madame Pompeja met argusoogen gadegeslagen en nu was haar zorg verder alle gangen van haar ontrou wen minnaar te bespieden; dit kostte haar bijna geen moeite, want toeval ligerwijze kou ze door een reet in de deur van haar kamer alles waarne men wat Metzier verrichtte. Deze pakte met de grootste zorgvuldigheid eenige noodwendige zaken in een klein reistaschje, hetwelk hij over den schouder liing, narn een groote enveloppe, borg daar eenige papieren in en lakte deze op venschillonde plaatsen toe, terwijl hij 't pakket in een binnenzak van zijn vest stak. Zoo geheel uitgerust voor de reis, alleen de uitvallen van het garnizoen' op, maar wordt ook liet artillerievuur zwakker. Comitadji's gearresteerd^ Op bevel van de Bulgaarsche regeo- ring zijn bij Saloniki meer dan 200 Bulgaarsche comitadji's, die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan; plundering en moorden in het district Serres, in hechtenis genomen. Tot do gearresteerden behoort ook het bendchoofd Doembalakof, dien de Bulgaarsche autoriteiten tot prefect van I.anganza hadden, benoemd. Hem worden zeer ernstige wandaden ten laste gelegd. Amsterdamsche Kout LXI. Dc zesdaagscho. De gast-: i huizen. We krijgen nu in Amsterdam een zesdaagscho. Een zesdaagscho wielerwedstrijd in het Paleis voor Volksvlijt; een sport evenement dat in die dagen duizen den naar de hoofdstad zal trekken. Men heeft, denk ik, tal van beschrij vingen gelezen en legio foto's gezien, van zulke sport en velen zullen de ge legenheid gretig aannemen om er nu getuige van te kunnen zijn. 't Spreekt vanzelf, dat tegen dit be drijf zich reeds stemmen hebben ver heven. Men liecft gezegd, dat het af- beulerij is, hoogst nadeelig voor de- gezondheid, anti-sportief, dcmorali- seerend. Waartoe dient de liefhebberij? is er gevraagd. Wat is het nul? Boven dien is het geen sport in den eigen lijken zin van liet woord. En even natuurlijk als het is, dat deze bedenkingen zijn opgekomen, even natuurlijk is het. dat ze ook on middellijk bestredc-n zijn. Vooral het nadeel voor de gezond heid werd bestreden. Een Fransch arts moet deelnemers aan een zesdaagse lie hebben onder zocht en geconstateerd hebben, dat geen enkele afwijking ook zelfs van de hart-werking viel op le merken. Een bekend wielrenner ik moet er bijvoegen een stevig heer heeft mij gezegd, dat het meerijden in een zesdaagscho veel erger lijkt dan het is. Men heeft zijn behoorlijke rusttij den en de inspanning gedurende de uren dat er getrapt wordt, is, zei hij, volstrekt niet onevenredig groot ten opzichte van de rustpoozen. Waar is de waarheid hier? Waar schijnlijk ligt die. zooals altijd, in het midden. Ik herinner me van wed strijden als die, waarvan wij eerlang genieten zuilen, verschrikkelijke loo- neelen te hebben gelezen. Volgens die beschrijvingen waren de deelnemers ten slotte half dood en er werd he vig den spot gedreven met het pu bliek, dat uren aan uren, tot diep in den nacht, ja den geheelen nacht, door bleef staren naar de peddelende sportsmen. Ik geloof, dal het bij een wedstrijd als dezo in hoofdzaak op de rege ling aankomt én we zullen't dunkt me, van eigen aanschouwing moeten hebben eer we een definitief oordeel kunnen uitspreken en de waarde van zesdaagscho wielerwedstrijden -voor de sport, bepalen. Nu zal men allicht in ons kalme, bezadigde land vrij grooto waarbor gen hebben, dat de regeling goed zal zijn en de belangen van deelnemers en publick beide zullen worden be hartigd. In afwachting daarvan, verheug ik ine er in elk geval over, dat er weer eens iets le beleven zal zijn in onze goede veste en een attractie voor dui zenden vreemdelingen. We spreken elkaar later nog wel eens over de vraag of wedstrijden als hier bedoeld, aanmoediging verdienen of dal ze voorgoed uit. het sportleven behooren te worden verbannen. Van de sport, naar de gasthuizen... Mijn sportvrienden mogen het me vergeven, 't is niet kwaad bedoeld. 11; wil eeu woordje zeggen o\er het gasthuis-debat in de raadszitting van j.l. Woensdag. Het raadslid Dr. Abrahams liecft al herhaaldelijk, ook in den gemeen teraad, gewezen op liet gebrek aan ruimte in de gasthuizen en op de noodzakelijkheid van den bouw eener kinderkiiuick. De wethouder Jitta beloofde met zijn minzaamsleii glimlach alles en nog wat, maardeed niets. Totdat hij nu, door dagbladartike len werd opgeschrikt. In het „Han delsblad" schreef Dr. de Hartogh een, als hoofdartikel geplaatst stuk, waar in hij klaagde over het gebrek aan ruimte in de gasthuizen en in „De Telegraaf" kwam een fel artikel tegen den wethouder. Het raadslid Moyjcs nu, ook een medicus, interpelleerde in de raadszit ting van Woensdag over de zaak. Hij vroeg den weihouder, wanneer met den bouw der kliniek zal worden be gonnen en of spoedig den Raad voor stellen zouden bereiken ter uitbreiding der ziekenhuizen. met een jas over z'n arm, verliet hij zijne kamer en 't hotel. Madame Pompeja had dit alles nauwelijks waargenomen of ze kleed de zich in ongelooflijk korten tijd in wandelcostuum en achtervolgde den heer Motzier op weg naar 't station. Haar eerste gang, nadat ze 't statioii bereikt had, was naar 't telegraafbu reau, alwaar zo een telegram ver zond 'vaifdert navolgenden inhoud: „lieden, is hij juist afgereisd naar Parijs". Zonder door Motzier te worden op gemerkt, nam ze een plaatsbiljet en zorgde niet in denzeiiden waggon met hem te komen. Zoo reisden ze te zamen naar de groote wereldstad, waar ze elkaar on der mindere aangename omstandig heden weliicht zouden terugzien. Eindelijk stoomde de trein piepend cn snuivend 't station binnende 'portieren werden geopend en beiden bevonden zich op 't perron. Metzier haastte -zich 't eerste rijtuig 't beste te bemachtigen, stapte er in en in vollen galop reed het naar de Rüe Joubert. Pompeja gpoedde zich insgelijks naar den uitgang, doch midden in het gedrang der menschenmassa voelde ze zich eensklaps door een hand te gengehouden en toen ze eenïgszïns gramstorig op zijde keek, ontmoette ze een ouden kennis, den heer La Grange. 't Was na deze vragen, 3at wethou der Jitta de enormiteit verkocht, dat :iij nu eindelijk door de dagbladartikelen was opgeschrikt en dat hem altijd ge zegd is, dat er plaats was in de gast huizen voor spoedeischende gevallen. Ach arme, niets gezien, niets ge hoord. Wat nogal vreemd klinkt, als men nagaat, dat in November 1911 wethou der Jitta verklaard had, dat er voor uitbreiding van do ruimte in de gast huizen zoo spoedig mogelijk stappen zouden worde gedaan. Iu Januari 1912 werd tot uitbreiding van de kinderkliniek met 70 bedden besloten, maar geen sterveling heeft er tot nog toe iets van gehoord. Op 2 April daarna deed Dr. Abra hams liet voorstel tot den bouw van een gasthuis voor besmettel ij ko ziek ten. Daaraan wordt nog steeds „ge werkt". Dat plan is nog „in studie". De wethouder zal dus bezwaarlijk kunnen volhouden dat zijn onnoozcl- heid de schuld is van 't schandaal, dat wij in Amsterdam met gebrek aan ruimte in do gasthuizen zitten. Maar, als men, zooals do wethouder, triomfantelijk beweert, dat op een ge geven oogenblik zeven zeggen ze ven bedden vrij zijn in do gasthui zen bij een bevolking van GüO.OOO zie len, ja, dan is 't begrijpelijk dat men de toekomst niet ernstig inziet. Maar wat moeten we beginnen, als er b.v. eens een ramp van eenigen omvang plaats heeft in Amsterdam? Het is nog niet zoo heel lang gele den Dr. Abrahams heeft het in den Raad medegedeeld dat een jongetje niet kon worden opgenomen, en einde lijk na moeite plaats kreeg, nadat een ander kind, dat noodzakelijk nog in het ziekenhuis 'behoorde te worden verpleegd, moest worden weggezon den. De heer Scheltema was zoo harte loos dit niet erg te vinden ik hoop niet, dat het uw eigen kinderen ooit zoo ver gaan zal zei Dr. Abrahams verontwaardigd en de wethouder vond dit zeker ook niet heel erg, want hij heeft immers indertijd liet voorstel in de vereeniging van directeuren van gasthuizen gedaan om ongeneeslijke zieken maar die dan toch zeker liun behoorlijke verpleging liehceven naar huis te sturen, terwille van frfe minder ongeneeslijk zijn? - Hoe men 't ook keert of draait, het is en blijft een treurige geschiedenis. Enfin, we hebben nu de toezegging, dat de aanbesteding voor de kinder- kLiniek op 15 April zal geschieden, en we zullen afwachten. Na alles, wat nu gebeurd is, zal c'e wethouder toch zeker niet achterwego blijven, althans deze belofte in le los sen. En dan moet zoo spoedig mogelijk de uitbreiding van de gasthuisruimte vol gen. Een van de Amsterdamsche dagbla den weet het feit, dat dit belang zoo •langen tijd verwaarloosd is en op de lange baan geschoven aan de om standigheid, dat er gebrek aan samen werking zou zijn tusschen liet armbe stuur en de medische faculteit der ge meente-universiteit.' Prof. I-lector Treub is hier tegen opgekomen. Maar,:, wil ik vragen, Zou 't niet mo gelijk zijn dut er indëtdaad gebrek'nan samenwerking is, doch niet van de colleges zelf. maar op het stadhuis? ik zeg niet. dat het zoo is, maar 't zou kunnen zijn. Tntussbhen, als 't waar is, wal de professor zegt, dan is er zooveel te meer reden te kunnen verwaehten dat wethouder Jitta eindelijk en ten lan gen leste do hand aan den ploeg zal slaan. Ein om het van hem te eischen. Zooals het thans is, nl. dat we bij elke ramp of epidemie van eenige bc- teekenis absoluut zonder voldoende gasthuis-ruimte zijn is liet meer dan treurig. AMSTERDAMMER. Binnenland DE KONINGIN is Zaterdag uit Koningstem weer naar Nederland teruggekeerd. PRINS HENDRIK. De Prins, thans een drietal weken te Oberursel in den Taunus verblij vende voor eene kuur tegen zijn neu- ralgien, vindt zeer veel baat bij deze kuur. De Prins begint zich veel beier te gevoelen. MR. C. C. GEERTSEMA. Het was Zaterdag twintig jaar ge leden dat mr. C. C. Geertsema het ambt van commissaris der Koningin in de provincie Groningen aanvaard de. Hoewel mr. Geertsema alle open bare huldebetoon had afgewezen, is hij toch van velerlei zijden gelukge- wenscht en werden hem vele bloem stukken aangeboden. De burgemeesters van de gemeenten in de provincie Groningen boden den heer Geertsema een maaltijd aan. Stil, dame, fluisterde hij zacht, stil, verraad u niet. Die bekende van vroeger, die barn steenkoopman kwam haar nu geheel anders voor; doch door ongeduld en ontroering kon ze op dit oogenblik geen woord uiten. Eindelijk nadat zo een w.eing buiten het gedrang waren, vroeg .La Grange op zeer zachten .toom Wat weet ge van hem? Hedenmorgen gewerd hem het zoo vurig verbeide bericht, antwoord de Poinpeja, waarna hij onmiddellijk het noodige bijeenpakte en zich naar 't station begaf, hetgeen door mij ins gelijks geschiedde, zoodat we hier lo gelijk zijn aangekomen. Intusschen trachtte ze zich van haar lastigen ge leider te ontslaan en niet geweld liuar arm weer vrij te krijgen. Vv'e hebben hem gezien, sprak de heer La Grange kalm, haar arm altijd nog vasthoudende Een mijner ondergescliikten is hem reeds op 't spoor en vervolgt .hem. Een uwer ondergescliikten is hem op 't spoor? vroeg Pompeja, den lieer La Grange eenigszins wantrouwend aanziende. Maar, zeg mij, meneer, zijt u dan niet do barustccnkoopman van dien naam? Neen, daine, ik behoor tot de po- iitie-beambten en heb mij destijds, ten einde eenige onpartijdige inlichtingen voor die zaak in te winnen, aan u voorgesteld als koooman La Grange. Er zal u echter niets kwaads geschie den; 'k verzoek u alleen beleefd, tot zoolang in deze restauratie te ver toeven, tot de zaak van Metzier eenigszins in 't reine is. Mag ik dus 't genoegen hebben u aan de zorgen van dezen jonkman toe te vertrouwen, Opdat da tijd u niet te lang valle. Wat, koopman, ik b'edoel de, poli tic-beambte, La Grange vermeet zich dwang op mij, een. onschuldige uit te oefenen? riep - madame Pompeja ia woede uit. St, fluisterde La Grange, st, lieve dame, juist omdat go .onschuldig zijt, zul u niets kwaads geschieden, maar uwe tegenwoordigheid zou een hin der kunnen zijn tot 't ontdekken van een groot misdadiger. Een siddering ging'door Pompeja's leden; eensklaps vroeg ze op uitda- genden toon: Bedoelt ge Metzier? Dat weet ik niet, dame, antwoord de La Grange en voordat Pompeja meer Isoii vragen, was deze onder de menschenmassa verdwenen, zoodat ze voor dc overmacht moest zwichten en zich aan dezen jonkman als „Men tor" moest toevertrouwen. Met een zekere élegance. een Pa- rijsch j'onkman aangeboren, presen teerde hij de dame zijn arm en na haar naar de restauratie geleid te hebben, bood hij haar eenige verver- schirigen aan. De Creole was geheel verschrikt en tevens woedend, doch wat moest ze doen, 't was 't beste zich in de om standigheden le schikken. De jonkman, die haar begeleidde, raadde haar vooral aan kalm te zijn, omdat zijn ambt hem anders zou noodzaken haar onder ander toezicht te stellen. Hij gedroeg zich tegenover Pompeja zeer beleefd, terwijl haar stemming oneindig beter werd, na 't gebruik van een verkoelend glas wijn en een gebraden hoen. La Grange zat in dien tusschentijd niet stil, maar reed in een coupé niet een collega naar de Rue Joubert. Het rijtuig posteerde zich aan den ingang der straat; de beide heeren stapten uit en plaatsten zich voor een annou- cenbureau, den schijn aannemende, alsof ze met de grootste attentie alle annonces lazen, terwijl ze intusschen rechts en links hunne oogen lieten gaan. Apropos, hebt ge dien heer reeds zien binnengaan, vroeg La Grange aan een ander, die als bij toeval daar voorbijkwam en zich toen bij hem voegde. Neen, nog niet, luidde 't ant woord. Ik hoor, dat men de deur opent, zeide La Grange, altijd nog rustig de advertentiën bestudeerende. Een lang. mager persoon treedt 't huis in. zei de laatst aangekomene zacht tot den heer La Grange. Nu wordt liet tijd, zeide deze. la-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5