Htittirs Dagblad BEAU BROCADE TWEEDE BLAD Dinsdag 11 Maart 1913 OM ONS HEEN No. 1677 Bioscopia. i. Nu de bioscoop in enkele Jaren om zoo le zeggen de wereld veroverd heeft, spreekt het van zelf, dal zij haar eigen orgaan heeft gekregen. Vóór mij ligt No. 6 van „De Kinematograaf" met bijblad „De Film", waarin na tuurlijk allerlei wat de bioscoop be treft besproken wordt. En dat wel dikwijls op verstandige manier. Zulke vakbladen hebben liet dikwijls alleen' over wat aan hun bedrijf tot direct voordeel kan strekken en zien andere belangen daardoor totaal voorbij. Niet alzoo dit orgaan, dat bijvoorbeeld in een Brief uit Brussel aanmerkingen maakt op het feit, dat in België geen veiligheidsmaatregelen voor de bios coop-bezoekers genomen worden en de verantwoordelijkheid laadt op de schouders van de ondernemers, die gedoogen „dat achterin de zaal hon derden menschen een staanplaats hebben, terwijl gewoonlijk de zijgan gen nog volgepropt zijn met toeschou wers." De schildering is juist: ik ken die muizenvallen. Als daar eens iets ge beurt, zal de ramp gróót zijn. Uit de critiek blijkt, dat de brief schrijver een breeden kijk heeft, En. zijri Haagsche collega doet niet voor hem onder: die klaagt er over, dat de journalisten in de residentie, welke elke week de bioscopen rondgaan, zulke gelijkvormige berichten daar over geven. Enthousiast zijn die beschrijvingen altoos en stereoliep komt aan 't einde een opwekking, om dal nu eens te gaan zien. De briefschrijver veronder stelt twee mogelijkheden: dat de lof ernstig gemeend is, maar dan be treurt hij het gemis aan variatie, of dat men de bioscoop niet ernstig op neemt en vriendelijke woordjes tegen den kleinen jongen wil hij niet: wel „critiek op het vertoonde, beredeneer de, opbouwende, waar noodig afbre kende critiek". De bioscoop wil dus voor vol wor den aangezien. Goed. Ze verlangt cri tiek. Ook best. Als zij dan maar niet doet als de man, die tot zijn vriend zei: „vertel me nu eens ronduit, wat mijn gebreken zijn", en naderhand zijn ergste vijand werd. Dat kwain, omdat hij niet in staat was, zijn eigen gebreken in te'zien. Vorige week heb ik vier avonden ach ter elkaar in de bioscoop gezeten, na tuurlijk telkens in een andere, en daarvan eenjge indrukken meegeno men, die ik hier weergeven wil. Daar het hier om de bioscoop in 't alge meen te doen is en niet om de eene of andere onderneming in het bijzon der te loven of te laken, blijven hunne namen hier achterwege. Herkent zich er een in het gebeden spiegelbeeld, des te beter of des te erger Met den Ilaagschen briefschrijver bovengenoemd, ben ik het eens. dat de tijd voorbij is, waarin men de bioscoop niet ernstig opvatten kon en mocht. Maar waarschijnlijk om een andere reden, dan hij. De bioscoop is langza merhand een zoo groota plaats gaan innemen in onze samenleving, dat ernstige menschen, ook die van over dreven censuur geen voorstanders zijn, zich afvragen of er iets gedaan moet worden en, zoo ja, wat om er voor te zorgen, dal door hun invloed orde en veiligheid in de maatschappij niet verstoord worden. Ik zeg niet, dat dit noodig is, alleen maar dat de vraag wordt opgeworpen en, als alle ernstige vragen, overweging en be antwoording verdient. Merkwaardig is het, op hoeveel ma nleren de bioscoop aanraking zoekt' met het publiek. Vooreerst door de ge wone reclame in de advertentieru briek van de courantendan door bonte plakkaten aan deuren en ra- pien van de lokalen zelf. Vroeger heb ik daar wel met bewondering naar staan kijken. Niet zoozeer om de on derwerpen, als wel om de uitvoering. Meermalen was een hoofd, een lucht, een zee, zoo kranig met enkele lijnen geteekend, dat hier blijkbaar een kun stenaar aan 't werk geweest was. Het lijkt wel dat dit nu minder voor komt. De bonte, helle, felle kleuren zijn er nog wel, maar het ontwerp en de teekening zijn er, volgens mijn oog, niet op vooruit gegaan en als dal juist is, vind ik hel jammer, omdat in deze platen een opvoedend karakter had kunnen liggen een leerschool van wat kunst is. De derde aantrekkingskracht is do portier. Soms in letterlijken zin, om dat hij eenvoudige buitenlieden, on der het, aanbieden van zijn program ma, wel eens bij den arm vat en met zachlcn drang in de richting van het „bureau" tracht Ie leiden. Hij is enthousiast, misschien uit roeping, ze ker uit beroep en wanneer hij, u zijn gekleurd papiertje in de hand -topt, kan hij met zoo'n verrukt gezicht zeggen „er zijn twee groote pracht films vandaag", dat het schijnt, of hij u benijdt, oindat gij die heerlijkheid mee zult beleven. Ilij, arme, blijft op het troltoir. Ik vermoed, dat hij ook op moet Ireden, wanneer er eens een lastige bezoeker te verwijderen valt. Maar dat komt in Haarlem zelden of nooit voor. De indruk bij het binnenkomen in een bioscoop-theater is verschillend, al naar ge op tijd zijt of te laat. In 't eerste geval-wordt ge door de aanwe zigen opgenomen met al de opgesta pelde nieuwsgierigheid van een tijd lang wachten. Dc Ilaarlemsche bios coop-lokalen zijn zonder uitzonde ring veilig, maar meestal hoogst een voudig. Wat heeft de bezoeker aan schilderijen of draperieën aan wan den, die hij meestentijds toch niet zien kan. Het centrum van aandacht is toch het scherm, de rest komt "er min der op aan. Komt ge in het duister binnen, wanneer de voorstelling al aan de gang is, dan krijgt ge in 't geheel geen indruk, uitgezonderd van het roode lichtpuntje van den electrischen lan taarn des controleurs. Verder ;s de belangrijkste persoonlijkheid op één na, met inbegrip zelfs van alle toe schouwers van den eersten rang. de pianist. Wat hij bedrijft zijn werken der duisternis, maar hij kwijt zich daarvan naar behooren. Een bioscoop zonder piano zou zijn als een erw tensoep zonder kluifje. Tracht te verplaatsen in hel voorbijtrekken van de films onder doodelijkc stilte, afge broken alleen door de stem van den explicateur het is u niet mogelijk. Hij hoort er bij, de brave pianist, als Castor bij Pollux, als Paul bij Vir- ginie, als Ferwerda en Tieman. Er zijn van die onsplitsbare begrippen in dc wereld: pianist en bioscoop zijn er een staaltje van. De rol van den pianist is een veel zijdige. 1-Iij moet niet alleen een rate lenden marsch kunnen spelen, voor dat de vertooning begint, of de pauze aanvullen of een gedwongen opont houd (door een of andc-r gebrek in de cabine) ongemerkt doen voorbijgaan, zijner is ook de laak om de vertoo- ning als T ware te onderstrepen, den indruk op het publiek te versterken en te verdiepen. Wanneer de juffrouw geschaakt of de paardendief op de vlucht gegaan is, dan moet de pianist door een vlotten marsch of een leven- dïgen galop den hoorders bijbrengen, dat de vervolging met snelheid ge schiedt. Het zichtbare rennen op het doek wordt door de hoorbare klanken versterkt. En weet de gevaarlijke boef, zich in den zadel omdraaiende, door een schot uit zijn karabijn een van de vervolgers le treffen, dan ver- hoogen de sombere tonen der piano den weemoed van liet tafereel. De pianist moet niet maar een ge wone trommelaar zijn, hij behoort te kunnen fantaseeren, omdat hij in 't donker speelt, dus zonder muziek. In een van de Ilaarlemsche bioscopen kreeg hij een rood lichtje tot zijn be schikking en kon dus zijn muzickpa- pier behouden. Maar voor hemzelf lijkt mij dal niet goed, omdat hij niet op zijn eigen muzikaliteit leert ver trouwen en de toeschouwer wordt er door afgeleid; die heeft onder het verlichte scherm altijd dat roode clec- trische lichtje in 't oog. Ja, de pianist is in de bioscoop dn belangrijkste persoon, op één na. Gver dien eonen in een volgend nummer, J. C. P. Buitenlandsch Overzicht De Ba8kan=vu!lkaara. De vrede laat zich nog wachten De optimistische, berichten over den naderenden vrede hebben plaats ge maakt voor een meer neerslachtig© stemming. En voor een deel zijn die gegrond on de onrustbarende belich ten nit Konstantinopel. Volgens de „Times" vreest men, dat. het Jong-Turksche comité, zoodra de vrede lol stand is gekomen, don groot vizier Mahmced Schefket, als zonde bok in de woestijn zal jagen en pogen zal een zuiver Jong-Turksch kabinet te vormen. Maar volgens de „Daily Chronicle" zal hol zoover niet eens komen. Ma- hmocd Schefket. is zeer onder den in druk van den weinigen steun, die zijn streven in Turkije vond. daarom wil hij zoo spoedig mogelijk aftreden, en zijn ambt overdragen aan Hilmi-pas ja, den yroegeren gouverneur van Ma cedonië, die thans gezant in Weenen is, en die een zuiver Jong-Turksche regeering zou vormen. Willen de Jong-Turken dan nóg eens probeeren de oorlogskansen te doen koeren? Ze zijn wel hardleerscli! Bovendien blijven de officieren aan dringen op wraak voor Nazim-pasja (die bij de jongste revolutie vermoord is) en heeft een der corpscomman- danten voor Tsjataldja, nu al drie maal, officieel den grootvizier ge vraagd: wanneer de moordenaars van Nnzim-pasja ter verantwoording zul len worden geroepen? waarop Mali- moed Schefket driemaal geantwoord heeft.: na het herstel van den vrede. Maar daarmede zijn de aanhangers dei- liga niet tevreden. En zoo duurt de strijd onder de Turken voort. Het Turkschre volk staat evenwol volkomen buiten dien ouderlingen strijd en den strijd naar buiten. Het verlangt slechts naar vrede, naar herstel van de rust, naar het (ta len van den prijs der levensmiddelen, naar hervatting der handsbetrekkin- gen. Maar de mogelijkheid daarop is niet groot, als de Porte, onder den invloed dor Jong-Turksche bedreigingen, aar zelt de voorwaarden te aanvaarden, door de mogendheden gesteld. En nog minder groot wordt die mo gelijkheid, als de Balkanstaten in het besef van liur. positie andere, hoogere eisclien stellen dan in Ja nuari. De mogendheden boden bemidde ling aan op verzoolt van do Porte, op den grondslag van de goede raadge vingen van Jonuari. De Balkanstaten zijn evenwel metde toen gestel- doeischennietmeer tevre den. Zij hebben nieuwe v o o r w a a r d n geformu leerd. Bulgarije wil een haven aan de Zee van Marmora, Griekenland wil Janina behouden, en Montenegro eischl het bezit van Skoctari, dat de mogendheden aan Albanië willen toe wijzen. Zoo blijft de vrede steeds uitl Vaa de oorlogsvelden. u in Adrianopel. Verschillende Weensche bladen ont vingen de volgende mededeeling: De versterkingen oiu Adrianopel werden Zondag den geheeïen dag hevig be schoten door de Bulgaren. Na een moorddadig gevecht namen de Bulgaren het fori Heitan Tarla, waar zij 8ÜÜ Turksehe soldaten en v ijf officieren gevangen namen. De Tur ken poogden te vergeefs .het fort to hernemen. T u r ken en Mont e negr ij- n e n.; Een Turkscli bataljon te Berditza, dat een uitval wilde doen, opende Zondag een welonderhpuden artille rie- en geweervuur op de Montene- grijnsche voorposten in de richting van Drignole en Sirga. Een Montenegrjjnseh detachement kwam den voorposten te hulp en er ontstond dientengevolge een hevig ge vecht. Na vier uur sloegen-de Turken op de vlucht met achterlating van 50 gewonden en 25 dooden. De Montenegrijnen, Van welke (vol gens de berichten uit Cettinje althansl slechts enkelen gekwetst werden, na men 25 Turken gevangen en maakten 23 Mauser-geweren buit. De geallieerden onder elkander. Er moet tusschen Serviërs en Bul garen te P.ezina en Koprulu een zeer gespannen verhouding bestaan. Do Bulgaren hebben Grieksche boe ren in de" buurt van Negria mishan deld en gedood. Grieksche troepen kwamen tusschenbeide. namen twee kanonnen en maakten 72 man krijgs gevangen, die naar Saloniki werden gebracht. Een boot, waarop inderhaast ge schut en troepen werden ingescheept, is naar die streek vertrokken. Dg Engelscha troonrede. Bij de opening van het parlement hield de Koning Maandagmiddag een troonrede, waarin hij, sprekende over de buitenlandsche zaken, zei De betrekkingen tot de vreemde mo gendheden blijven bij voortduring vriendschappel ijk. „Tk betreur hel zeer, dat ten gevol ge van het mislukken der pogingen om tot overeenstemming te ""komen, de oorlog in den Balkan nog steeds voort duurt. Mogelijk zullen de ontwikkeling van den strijd en de lasten die er uit zullen voortkomen, niet zonder belang zijn voor de groote mogendheden die thans onzijdig zijn en indertijd deel namen aan het Congres van Berlijn. Al die mogendheden wenschen ern stig, dat de ooxlog zich niet zal uit breiden en hopen dien zoo spoedig mogelijk geëindigd te zien. Mijne regeering zoo vervolgde de Koning hec-ft voornamelijk door de gezanten te Londen een intieme sa menwerking onderhouden met de an dere mogendheden in de pogingen, waaraan allen deelnamen, om den vrede 1e handhaven en samen te wer ken tot het doen. totstandkomen eener overeenkomst op alle punten, waar over 'tusschen. hen verschillen van meaning zouden kunnen ontstaan. Die pogingen hebben grootendecls tot. een succes geleid. Een overeen stemming is tot stand gekomen, in beginsel, over zaken van het grootste belang en hoewel over enkele punten de besprekingen nog worden voortge zet hoop ik, dat de beraadslagingen tusschen hen, maar ook een weldadl- geu invloed zullen oefenen op het be ëindigen van den krijg. Mijne regeering zal blijven samen werken met de andere mogendheden in liet levendig verlangen den vrede in Eui-ona te verzekeren". Tot dc wetsontwerpen die in <le troonrede worden aangekondigd, bc- ixooren de maai regelen waarover 't Lager- en 't Hoogerhuïs het in de jongste zitting niet eens konden wor den. Wegens de krachtige werkzaamhe den van de laatste jaren zal de wet gevende arbeid nu wat worden be perkt. Aangekondigd worden wetsontwer pen tot aanvulling van de Iers el ie landwet een wetsontwerp tot ver dere beperking van den kinderarbeid, tot voorkoming van het uitbrengen van meer dan één stem bij verkiezin gen, en tot ontwikkeling van liet na tionale stelsel van opvoeding. Bij do behandeling van liet adres van antwoord m 't Lagerhuis de bui ten), andsche zaken besprekend, zei eerste minister Asquith, dat de be sprekingen der ambassadeurs geleid hebben lot overeenstemming op twee voorname punten, nL de quaestie van de kusten van de Adriatische Zee en van liet autonome Albanië. De mogendheden hebben zich een parig verklaard voor een autonoom Albanië onder garantie van Europa. Er zijn daarbij nog slechts weinig quaesties te regelen. Asquith vervolgde: „Wat den oor log betreft, wachten wij nog slechts op de mededeeling, of de geallieerden, evenals Turkije, bereid zijn de bemid deling der mogendheden te aanvaar den. De diplomatieke greepeering der mogendheden is ongewijzigd geble ven; onze betrekkingen met Rusland en Frankrijk zijn niet minder harte lijk of intiem dan zij vroeger waren. Wij hebben deze vriendschapsban den steeds getracht te versterken en zullen ze blijven versterken. Terwijl de betrekkingen tusschen de leden van elke groep onveranderd zijn go- bleven, zijn de betrekkingen tusschen de groepen onderling in hartelijkheid toegenomen. De mogendheden, die minder di rect belang hebben bij wijzigingen in den Balkan, hebben ernstig medege werkt om overeenstemming tusschen alle tot stand te brengen en dit mag als een gelukkig, tot dusverre nog niet voorgekomen, feit in de jongste diplomatieke geschiedenis beschouwd worden. Duitschland en w ij Feuilleton DE VERMETELE. Uit het Engelsch van Baronesse Orczy door C. D. 24) Een oogenblik aarzelde zij nog, niet omdat zij bang was, maar omdat er iets zoets lag in dit oogenblik van uitstel. Toen gaf zij hem hoar hand. Wel!... wat beeft die, zeid© hij, even als een verschrikt vogeltje. Zie hoe wit zij er uit ziet in mijn ru we bi-uine hand. Zijf gij niet bang? Bang?... O, neen!... maar... maar liet is laat... Lit bid u laat mij ver- jtrekken... Ik mag niet wachten.... want er hangt zoovee! af van mijne reis... Ik bid u, laat mij gaan. Neen, nequ! ga niet weg, smeek te hij, dat koele handje omklemmend,- ga niet, nu juist niet,... Zie. hoe heer lijk schijnt de maan over gindsclic heuvels en de vochtig© lucht die uw haar doet glinsteren als met duizend diamanten, terwijl ik, arm-i dwaas, uw koele blanke hand in de mijne houdend, hier sta, starend op een vi sioen dat mij dingen toefluistert, die nooit, nooit kunnen bestaan... Neen, neen ga nu juist niet... laat de heide nog eens in duisternis verzinken... laat mij nog één oogenblik in mijn droom voortleven... het zal alles maar al te gauw voorbij zijn. Hij had zoo zacht gesproken dat zij het nauwelijks had kunnen liooren maar zij veelde zijn koortsachtig gloeiende"hand de hare drukken en teen hij ophield te spreken, hoorde zij 'n zucht, als 'n snik, van wanhopig be rouw, die haar hort smartte, met een nieuwe pijn, grooter, heiliger dan me delijden. Een groot© opwinding scheen zich van hem meestér te-maken. Er was dolheid in zijn bloed. 'Hij zou haar willen aangrijpen, op zijn paard zot ten en met haar wegrennen over de heide, ver ver weg over brem en bra men, over d© verwijderd© bergen, ver der, verder naar de bergen van de maan, naar d© vallei der schaduwen, Daar begon een krekel te piepen in het gras aan haar voeten en plotse ling hoorde zij op korten afstand het lieflijk© geluid van een herdersfluit een oud danswijsje spelen. Luister! fluisterde zij. liet geluid kwam al nader en nader en zij vond het heerlijk te hooien de flauwe echo, liet passende accom pagnement harer droomerige stem ming. Wat een lief wijsje, fluisterde zij terwijl zij instinctmatig met haar voelen de maat begon te trappen.... Ik herinner het mij heel goed. Hoe dikwijls heb ik daarop gedanst onder den Meiboom. Wilt gij met mij eens dansen? Maar, mijnheer, gij schertst toch Maar zijn opwinding had nu het kookpunt bereikt. De vogelvrij ver klaarde kon ten minste ziin wil doen gelden op deze heide waar hij alleen koning was. IIij kon haar niet op den rug van zijn paard meevoeren, maar hij kon haar wat langer bij zich doen blijven, met haar dansen, hier in het maanlicht, haar hand in de zijne. Tk was nooit érnstiger dan mi, verzekerde hij, met zijn blijden, ge lukkigen Inch, een dans met u hier in het maanlicht 1 Waarlijk een dans te midden mijner droomen Maar mijnheer, pleitte zij, het is al zoo laat en wat ik in Londen doen moet, is zoo spoedeïschcnd. Nu, een tien minuten voor dezen dans. doet op uw reis niets af en ik beloof u bij uw lieve oogen dat ge daarna ongehinderd kunt vertrekken. Maar zoo ik weiger? Zoo gij weigert, zelde hij, voor haar voeten neerknielend, zui ik u daarom smeeken En zoo ik dan nog weiger Dan zal ik de boonien ontworte len, uw rijtuig vernielen, de heide op breken en uw nianueu vermoorden. Ik weet niet wat ik niet zou doen, als gij weigert. Neen neen, mijnheer, ik bid u. riep zij door zijn heftigheid ontsteld, verward, buiten zichzelf door zijn wil den uitval en de machtige betoove- riiig der lichtende maan. Hoe kan ik dan weigeren?.. Ik ben in uw machten moet doen wat ge mij vraagt Zoo gij dan werkelijk eei. dans begeert. Zij liet zich door hem een klein eind van don slechten rijweg leiden, daar, waar een tapijt van mos omringd door brem en braamstruiken een balzaal vormde voor goden en godinnen. Bij het eind van dit vierkant kwam juist Jock Miggs de schaapherder in het gezicht. Op een kleinen afstand links aan den weg was een kleine houten loods en daarbij een hok dat de her ders gebruikten als ec-n schuilplaats lil ruwe nachten, als hun schapen op de heide waren. Dat hok was voor net oogenblik leeg en Jock Miggs was blijkbaar op weg daarheen om enkele uren te sla pen en had voor gezelligheid op zijn fluit gespeeld. Hier nu een dansje sprak Beau Brocade, met de xnaan en dc sterren om óns le verlichten, een schaapher der om er bij te speleu en de geesten die op de hei ronddwalen tol gezel schap- Heidaar, vriend schaapherder riep hij Miggs toe. De waardige Miggs kreeg de twee Engeland heb ben met groo te eensgezindheid samen gewerkt (Toejuichingen). Deze samenwerking heeft niet al leen de diplomatiek© onderhandelin gen aangenamer gemaakt, maar heeft naar wij vertrouwen, geleid tot we- derzijdsch blijvend vertrouwen tus schen de beide groot© volken. (Toe juichingen). Hugh Cecil zei, dat Engeland, vol gens een vrij algemeen voor waar ge bonden gerucht, do verplichting op zich heeft genomen een verplich ting, die evenwel niet in een verdrag is vastgelegd om ©en leger uit te zenden, dat in Europa eventueel zcu optreden. Asquith viel hem in dc rede met de verklaring: „11c meen maar dadelijk te moeten zeggen, dat dit onjuist is. Het verdere debat werd daarop ver daagd. De opening van liet parlement had plaats met het gewone ceremonieel tegen d© gewoonte echter trad de ko ning het Hoog&rhnis binnen met de kroon op het hoofd. De koningin droeg een blouse, schit terend van diamanten en een kleine diamanten kroon. Het was regenachtig weer. Vijf suffragettes, die, toen de ko ninklijke stoet zich naar het parle mentsgebouw begaf, poogden den ko ning een verzoekschrift Ier hand te stellen, zijn gearresteerd. Rel Dultscbe legcrontwerp. Omtrent den inhoud van het nieu we legerontwerp deelt de ,,Berl. Lo- kal-Anzeiger" het volgende mede ..Het leger zal in het galmei ver- meerdei-d worden met OS.000 man jaarlijks. Binnen twee iaa.r zal het ook nifvehreid ziin met 4000 officieren. 15.000 onderofficieren. Uit deze manschappen zal eerst voor IS regimenten, die. thans twee bataljons 'éllen. o?n derde worden £re- vnrmd en' hovend 'en worden de com- nasnieën al er-urn en versterkt en die van d© gron«korpsen op hoogere vaste sWlct© cebracht. Er worden zes nieuwe cavaterte- reeim enten ircvraacl. voornamelijk voord© gren.slcnriise.il bestemd. Vrmr de véld-arlillerie zün ren swear 30.000 paarden bestemd, zoodot in hot vervolg iedere batterij, ook reeds bij de oefeningen, kan uitrukken met ze-s stukken en ©enige munitie-wagens. Daar de nieuw© militaire maatrege len vooral genomen moeion worden ter bescherming van de oostgrens, moeten dé'vestingen ook van voldoen de zwaar geschut voorzien worden. Er zijn plannen opgemaakt voor de vorming van een linif dozijn nieuwe bataljons vesting-artillerie, waaraan ook zelfstandige milrailleuse-afdeelin- aen zullen worden toegevoegd. Ook zal een groot aantal compagnieën zoeklich'werne'^s worden gevormd. De thans bestaand© vijf 'elegraaf- bntaljons zullen Mina verdubbeld en de genie met een half dozi-n nieuwe compagnieën vermeerderd worden. Ook wordt het aantal militaire oplei- d in gsinri chti n sen uit gebreid Ten eind© tijdig de noodig© offï- eiersplaatsen te kunnen bezetten, zal do opleiding der vaandrigs en kadet- ten bespoedigd wordenook zullen ©en aardal hoogere officiersplaatsen voor de reserve-formaties noodig zijn. Authentieke informaties betreffende het door den „Borl. Lokal-Anzeiger" medegedeelde, zijn te Berlijn niet te krijgen. Allerlei. I-Iet militaire v 1 i e g w e z en in Italië. De speciale commissie, aan welke door den minister van oorlog was op gedragen een organisatie van liet vliegwezen voor ie bereiden, heeft zich, volgens de „Tribuna", verklaard voor de oprichting van een autonoom vliegerscorps, waarin echter militai ren van alle wapens opgenomen zul len kunnen worden. D© commissie, heeft verder aangedrongen op een centraal instituut voor de luchtvaart. Volgens de „Tribuna" zal elk leger corps een escadrille aeroplanes krij gen met 7 toestellen, 4 officieren-avia- feurs, vier officieren-waarnemers. 25 manschappen en het noodig© mate rieel. Binnenland BOND VOOR MINDER MARINE PERSONEEL. De Bond voor Minder Marine-perso neel hiekl Zondag zijn vijfde alge- meeiie vergadering t© Heldor. Dit jaar "is 'i ledental van 2664 lot 3000 gestegen. 't Hoofdbestuur stelde een motie voor waauin do vergadering ver klaart: Spreekt, hei vertrouwen uit, dat d© grondwettelijke vrijheden der schepe lingen betreffende 't vcreenigingsrecht zullen blijven erkend, aan den Bond voor Minder Marine-Personeel met figuren in het oog, die daar midden in die open plek geen twintig pas van hem afstonden. Wat is dat riep hij verschrikt uit. Roof geweld moord Neen vriend enkel een vreugde feest, riep Beau Brocade vroolijk uit. Wij willen hier op de heide dansen, en wenschen dat gij voor ons op dc fluit speelt. Hé wal? hakkelde de herder op zijn gewone manier, dansen op dit uur van den nacht Ja En moet ik spolen voor een paar gekken Goed gezegd, eerzame schaapher der Laat ons allen van nacht gek zijn Maar gij zult voor ons spelen, en hier I hier is iets om je fluit in werking te brengc-n. Ilij wierp Miggs een zware beurs voor de voeten, en deze nog wat brommend van gekken op de heide, bukte zich langzaam om die op ie rapen. Guinjes mompelde hij, ze in zijn hand wegend, guinjes, 200 waar ik leef. Guinjes 0111 een danswijsje te spelen. Zeker, mijnheer, gij zijt gek, zeer zeker 1 Wil je nu spelen, schaapherder riep Beau Brocade ongeduldig uit. Jock Miggs schudde gedecideerd zijn hoofd. Nu waarom gij zoo dwaas wilt zijn, kan me niets schelen. Gij het* Onze Lachhoek NIET TE VERWONDEREN. Hij. Ik sprak in 't Fra-nsch hem aan, en loch verstond hij me niet Zij. Dat wil 'k graag gelooven 'i is een geboren Franschman! VERZUCHTING VAN EEN FLES- SC1I ENTREKKER. Men zeg! altijd: „de wereld wil be drogen zijn." En als je het maar even probeert, wordt je op d© vingers ge tikt! name, geen belemmeringen zuilen worden in den weg gelegd en reeds vroeger verwerven rechten en privi legiën, speciaal betreffend© het passa gieren, mot zullen worden ontnomen; dringt ©r bij hernieuwing bij de lo den vrm Bond op aan. zich in alle op zichten als militairen voorbeeldig en plichtsbetVa'chtend t© gedragen, maar daarnaast hun organisatie te verster ken. li aar invloed te vergroot© n en haar actie voor lotsverbetering zooj krachtig mogelijk te bevorderen." De motie werd bij acclamatie aan genomen. Ook werd aangenomen een mof ie oiri de leden uit Ned.-lndië, die ge royeerd zijn naar aanleiding van de niet-ont houding van feesten en wed strijden als protest tegen de passa giersregeling, weer aan te nemen. t Aftredend bestuur werd herko zen. ENKA. Het Partijbestuur der S. D. A. P. be sloot mej. A. van der Vlies (Enka) Schiedam aan te stelien om geduren de de maanden Api'ii. Mei en Juni als spreekster op te treden, zoo meldt liet Volk. TREURIG ONGELUK. D© barbier M. te Brak© heeft, naar de „Avondpost" meldt, zijn zesjarig nichtje hij ongeluk doodgeschoten. Ilij meende, dat zijn revolver niet geladen was ©n richtte het wapen op hef, kind. De haan ging over, ©en schot knalde en deindelijk getroffen stortte het are me kind lieer. M. is gearresteerd. STAKING GEéINDIGD. Men meldt uit Ticl aan d© „Tel." De staking aan de sigarenfabriek Alvana is geëindigd, doordat de werk lieden hebben afgezien van hun eischen. De patroon heeft echter ver klaard, wegens gebrek aan werk, niet allo stakers dadelijk in zijn dienst ie kunnen nemen. VERKIEZING TWEEDE KAMER. In het district Winschoten heeft da combinatie van vrijzinnige en vrijz.- dem. liiosvereenigjngen vergaderd, om een candïdaat te stellen. Alleen de naam van het aftredend lid, den heer dr. D. Bos werd genoemd. MONUMENT TE VELP. •Als herinnering aan het feestjaar 1913 wil de commissie te Velp een "mo nument stichten, waarvan het ont werp door den beeldhouwer Falise is gemaakt. Het monument, dat zal voorstellen „een jongeling, stijgende uit de wol ken, een bazuin en vredespalm met zich voerende", wordt in brons uitge voerd op een voetstuk van graniet met het opschrift „Neerland's Eeuw feest herdacht 18131913", PEST OP JAVA. De Ilbld. correspondent te Batavia seint: 1-Iet „Bat. Nieuwsblad" meldt dat dokter Lumkeman Zondag naar het land Kin pa Noenggal in het Buiten- zorgsche vertrok en daar tv.ee ver dachte gevallen, waarschijnlijk van pest, constateerde. De eerst© ziektegevallen hebben zich den lten Februari voorgedaan, doch werden eerst Zondag gerapporteerd. Preparaten werden Maandag door den geneesheer voor het onderzoek naar Batavia gezonden. (Het particuliere land Klana Noeng gal of Kalapa Noengal, vormt het westelijk deel van het district Tjiba- roesa, en heeft op een opnervjak van circa 11.000 hectaren eer.e bevolking van omstreeks 13,000 zielen. Hei land huis ligt op ongeveer 27 kilometer af stand ten N. O. van Buitenzorg). De Ilbld.-correspondent te Batavia" seint nog nader „In het Buitenzorgsche zijn zes In landers aan de verdachte ziekte over leden. Van de overige aangetasten zijn echter vijf hersteld, zoodat net hoogstwaarschijnlijk geep pest geldt. Het bacteriologisch onderzoek heeft tot nog toe geen resultaat opgeleverd." EEN GOEDE VANGST. Als een bijzonderheid kan de „Tel." melden, dat op de rivier „Do Mex we- de" bij Ilardinxvekl in 2 dagen lijd 225 zalmen gevangen zijn. Verscheide ne waren gebeten door zeehonden. De totale waaide bedroeg 2600 gulden. betaald voor de muziek en ge zult die hebben. Maar, het zijn toch wondere tijden. Hij zette zich neder co een hoopje met gras Gegroeide aarde en begon datzelfde, oudcrwelsche danswijsje te spelen. Zeker, dat waren een paar gekken, maar nu dis heer voor dat buitenge wone vermaak betaald had lag't niet op den weg van een armen schaap herder te weigeren eenige lieve guin jes te verdienen. Beau Brocade boog voor zijn damft met al dc hoofscfie bevalligheid van een stadsjonker. Mevrouw, uw onderdanige en zeer gehoorzame dienaar 1 Patience begon als droomeud de maat le trappen. Het was aiies zoo vreemd, zoo buiten alle werkelijkheid, 't Was zeker een droom en zij zou aanstonds wel ontwaken. Zij wendde en draaide naar dc maat der muziek, terwijl haar hoofd door opwinding over dit alles verward was; 't was haar alsof van uit het gras rondom haar allerlei kabouteroogjes haar verbaasd aanstaarden. Al de hya cint jes schenen geluid te geven en de fluit van den schaapherder klonk als het geluid van tooverklokjes. Door da openingen in het zwarte masker zag zij een paar oogen, die haar in verrukking aanzagen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5