Htittirs Dagblad
BEAU BROCADE
TWEEDE BLAD
Dinsdag 11 Maart 1913
OM ONS HEEN
No. 1677
Bioscopia.
i.
Nu de bioscoop in enkele Jaren om
zoo le zeggen de wereld veroverd
heeft, spreekt het van zelf, dal zij haar
eigen orgaan heeft gekregen. Vóór mij
ligt No. 6 van „De Kinematograaf"
met bijblad „De Film", waarin na
tuurlijk allerlei wat de bioscoop be
treft besproken wordt. En dat wel
dikwijls op verstandige manier. Zulke
vakbladen hebben liet dikwijls alleen'
over wat aan hun bedrijf tot direct
voordeel kan strekken en zien andere
belangen daardoor totaal voorbij. Niet
alzoo dit orgaan, dat bijvoorbeeld in
een Brief uit Brussel aanmerkingen
maakt op het feit, dat in België geen
veiligheidsmaatregelen voor de bios
coop-bezoekers genomen worden en de
verantwoordelijkheid laadt op de
schouders van de ondernemers, die
gedoogen „dat achterin de zaal hon
derden menschen een staanplaats
hebben, terwijl gewoonlijk de zijgan
gen nog volgepropt zijn met toeschou
wers."
De schildering is juist: ik ken die
muizenvallen. Als daar eens iets ge
beurt, zal de ramp gróót zijn.
Uit de critiek blijkt, dat de brief
schrijver een breeden kijk heeft, En.
zijri Haagsche collega doet niet voor
hem onder: die klaagt er over, dat de
journalisten in de residentie, welke
elke week de bioscopen rondgaan,
zulke gelijkvormige berichten daar
over geven.
Enthousiast zijn die beschrijvingen
altoos en stereoliep komt aan 't einde
een opwekking, om dal nu eens te
gaan zien. De briefschrijver veronder
stelt twee mogelijkheden: dat de lof
ernstig gemeend is, maar dan be
treurt hij het gemis aan variatie, of
dat men de bioscoop niet ernstig op
neemt en vriendelijke woordjes tegen
den kleinen jongen wil hij niet: wel
„critiek op het vertoonde, beredeneer
de, opbouwende, waar noodig afbre
kende critiek".
De bioscoop wil dus voor vol wor
den aangezien. Goed. Ze verlangt cri
tiek. Ook best. Als zij dan maar niet
doet als de man, die tot zijn vriend
zei: „vertel me nu eens ronduit, wat
mijn gebreken zijn", en naderhand
zijn ergste vijand werd. Dat kwain,
omdat hij niet in staat was, zijn eigen
gebreken in te'zien.
Vorige week heb ik vier avonden ach
ter elkaar in de bioscoop gezeten, na
tuurlijk telkens in een andere, en
daarvan eenjge indrukken meegeno
men, die ik hier weergeven wil. Daar
het hier om de bioscoop in 't alge
meen te doen is en niet om de eene
of andere onderneming in het bijzon
der te loven of te laken, blijven hunne
namen hier achterwege. Herkent zich
er een in het gebeden spiegelbeeld,
des te beter of des te erger
Met den Ilaagschen briefschrijver
bovengenoemd, ben ik het eens. dat
de tijd voorbij is, waarin men de
bioscoop niet ernstig opvatten kon en
mocht.
Maar waarschijnlijk om een andere
reden, dan hij. De bioscoop is langza
merhand een zoo groota plaats gaan
innemen in onze samenleving, dat
ernstige menschen, ook die van over
dreven censuur geen voorstanders
zijn, zich afvragen of er iets gedaan
moet worden en, zoo ja, wat om er
voor te zorgen, dal door hun invloed
orde en veiligheid in de maatschappij
niet verstoord worden. Ik zeg niet, dat
dit noodig is, alleen maar dat de
vraag wordt opgeworpen en, als alle
ernstige vragen, overweging en be
antwoording verdient.
Merkwaardig is het, op hoeveel ma
nleren de bioscoop aanraking zoekt'
met het publiek. Vooreerst door de ge
wone reclame in de advertentieru
briek van de courantendan door
bonte plakkaten aan deuren en ra-
pien van de lokalen zelf. Vroeger heb
ik daar wel met bewondering naar
staan kijken. Niet zoozeer om de on
derwerpen, als wel om de uitvoering.
Meermalen was een hoofd, een lucht,
een zee, zoo kranig met enkele lijnen
geteekend, dat hier blijkbaar een kun
stenaar aan 't werk geweest was. Het
lijkt wel dat dit nu minder voor
komt. De bonte, helle, felle kleuren
zijn er nog wel, maar het ontwerp en
de teekening zijn er, volgens mijn
oog, niet op vooruit gegaan en als dal
juist is, vind ik hel jammer, omdat in
deze platen een opvoedend karakter
had kunnen liggen een leerschool
van wat kunst is.
De derde aantrekkingskracht is do
portier. Soms in letterlijken zin, om
dat hij eenvoudige buitenlieden, on
der het, aanbieden van zijn program
ma, wel eens bij den arm vat en
met zachlcn drang in de richting van
het „bureau" tracht Ie leiden. Hij is
enthousiast, misschien uit roeping, ze
ker uit beroep en wanneer hij, u zijn
gekleurd papiertje in de hand -topt,
kan hij met zoo'n verrukt gezicht
zeggen „er zijn twee groote pracht
films vandaag", dat het schijnt, of hij
u benijdt, oindat gij die heerlijkheid
mee zult beleven. Ilij, arme, blijft op
het troltoir.
Ik vermoed, dat hij ook op moet
Ireden, wanneer er eens een lastige
bezoeker te verwijderen valt. Maar
dat komt in Haarlem zelden of nooit
voor.
De indruk bij het binnenkomen in
een bioscoop-theater is verschillend,
al naar ge op tijd zijt of te laat. In 't
eerste geval-wordt ge door de aanwe
zigen opgenomen met al de opgesta
pelde nieuwsgierigheid van een tijd
lang wachten. Dc Ilaarlemsche bios
coop-lokalen zijn zonder uitzonde
ring veilig, maar meestal hoogst een
voudig. Wat heeft de bezoeker aan
schilderijen of draperieën aan wan
den, die hij meestentijds toch niet zien
kan. Het centrum van aandacht is
toch het scherm, de rest komt "er min
der op aan.
Komt ge in het duister binnen,
wanneer de voorstelling al aan de
gang is, dan krijgt ge in 't geheel geen
indruk, uitgezonderd van het roode
lichtpuntje van den electrischen lan
taarn des controleurs. Verder ;s de
belangrijkste persoonlijkheid op één
na, met inbegrip zelfs van alle toe
schouwers van den eersten rang. de
pianist. Wat hij bedrijft zijn werken
der duisternis, maar hij kwijt zich
daarvan naar behooren. Een bioscoop
zonder piano zou zijn als een erw
tensoep zonder kluifje. Tracht te
verplaatsen in hel voorbijtrekken van
de films onder doodelijkc stilte, afge
broken alleen door de stem van den
explicateur het is u niet mogelijk.
Hij hoort er bij, de brave pianist, als
Castor bij Pollux, als Paul bij Vir-
ginie, als Ferwerda en Tieman. Er
zijn van die onsplitsbare begrippen in
dc wereld: pianist en bioscoop zijn
er een staaltje van.
De rol van den pianist is een veel
zijdige. 1-Iij moet niet alleen een rate
lenden marsch kunnen spelen, voor
dat de vertooning begint, of de pauze
aanvullen of een gedwongen opont
houd (door een of andc-r gebrek in de
cabine) ongemerkt doen voorbijgaan,
zijner is ook de laak om de vertoo-
ning als T ware te onderstrepen, den
indruk op het publiek te versterken
en te verdiepen. Wanneer de juffrouw
geschaakt of de paardendief op de
vlucht gegaan is, dan moet de pianist
door een vlotten marsch of een leven-
dïgen galop den hoorders bijbrengen,
dat de vervolging met snelheid ge
schiedt. Het zichtbare rennen op het
doek wordt door de hoorbare klanken
versterkt. En weet de gevaarlijke
boef, zich in den zadel omdraaiende,
door een schot uit zijn karabijn een
van de vervolgers le treffen, dan ver-
hoogen de sombere tonen der piano
den weemoed van liet tafereel.
De pianist moet niet maar een ge
wone trommelaar zijn, hij behoort te
kunnen fantaseeren, omdat hij in 't
donker speelt, dus zonder muziek. In
een van de Ilaarlemsche bioscopen
kreeg hij een rood lichtje tot zijn be
schikking en kon dus zijn muzickpa-
pier behouden. Maar voor hemzelf
lijkt mij dal niet goed, omdat hij niet
op zijn eigen muzikaliteit leert ver
trouwen en de toeschouwer wordt er
door afgeleid; die heeft onder het
verlichte scherm altijd dat roode clec-
trische lichtje in 't oog.
Ja, de pianist is in de bioscoop dn
belangrijkste persoon, op één na. Gver
dien eonen in een volgend nummer,
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
De Ba8kan=vu!lkaara.
De vrede laat zich nog wachten
De optimistische, berichten over den
naderenden vrede hebben plaats ge
maakt voor een meer neerslachtig©
stemming. En voor een deel zijn die
gegrond on de onrustbarende belich
ten nit Konstantinopel.
Volgens de „Times" vreest men, dat.
het Jong-Turksche comité, zoodra de
vrede lol stand is gekomen, don groot
vizier Mahmced Schefket, als zonde
bok in de woestijn zal jagen en pogen
zal een zuiver Jong-Turksch kabinet
te vormen.
Maar volgens de „Daily Chronicle"
zal hol zoover niet eens komen. Ma-
hmocd Schefket. is zeer onder den in
druk van den weinigen steun, die zijn
streven in Turkije vond. daarom wil
hij zoo spoedig mogelijk aftreden, en
zijn ambt overdragen aan Hilmi-pas
ja, den yroegeren gouverneur van Ma
cedonië, die thans gezant in Weenen
is, en die een zuiver Jong-Turksche
regeering zou vormen.
Willen de Jong-Turken dan nóg
eens probeeren de oorlogskansen te
doen koeren? Ze zijn wel hardleerscli!
Bovendien blijven de officieren aan
dringen op wraak voor Nazim-pasja
(die bij de jongste revolutie vermoord
is) en heeft een der corpscomman-
danten voor Tsjataldja, nu al drie
maal, officieel den grootvizier ge
vraagd: wanneer de moordenaars van
Nnzim-pasja ter verantwoording zul
len worden geroepen? waarop Mali-
moed Schefket driemaal geantwoord
heeft.: na het herstel van den vrede.
Maar daarmede zijn de aanhangers
dei- liga niet tevreden.
En zoo duurt de strijd onder de
Turken voort.
Het Turkschre volk staat evenwol
volkomen buiten dien ouderlingen
strijd en den strijd naar buiten.
Het verlangt slechts naar vrede,
naar herstel van de rust, naar het (ta
len van den prijs der levensmiddelen,
naar hervatting der handsbetrekkin-
gen.
Maar de mogelijkheid daarop is niet
groot, als de Porte, onder den invloed
dor Jong-Turksche bedreigingen, aar
zelt de voorwaarden te aanvaarden,
door de mogendheden gesteld.
En nog minder groot wordt die mo
gelijkheid, als de Balkanstaten in
het besef van liur. positie andere,
hoogere eisclien stellen dan in Ja
nuari.
De mogendheden boden bemidde
ling aan op verzoolt van do Porte, op
den grondslag van de goede raadge
vingen van Jonuari.
De Balkanstaten zijn
evenwel metde toen gestel-
doeischennietmeer tevre
den. Zij hebben nieuwe
v o o r w a a r d n geformu
leerd. Bulgarije wil een haven aan
de Zee van Marmora, Griekenland wil
Janina behouden, en Montenegro
eischl het bezit van Skoctari, dat de
mogendheden aan Albanië willen toe
wijzen.
Zoo blijft de vrede steeds uitl
Vaa de oorlogsvelden.
u in Adrianopel.
Verschillende Weensche bladen ont
vingen de volgende mededeeling: De
versterkingen oiu Adrianopel werden
Zondag den geheeïen dag hevig be
schoten door de Bulgaren.
Na een moorddadig gevecht namen
de Bulgaren het fori Heitan Tarla,
waar zij 8ÜÜ Turksehe soldaten en v ijf
officieren gevangen namen. De Tur
ken poogden te vergeefs .het fort to
hernemen.
T u r ken en Mont e negr ij-
n e n.;
Een Turkscli bataljon te Berditza,
dat een uitval wilde doen, opende
Zondag een welonderhpuden artille
rie- en geweervuur op de Montene-
grijnsche voorposten in de richting
van Drignole en Sirga.
Een Montenegrjjnseh detachement
kwam den voorposten te hulp en er
ontstond dientengevolge een hevig ge
vecht. Na vier uur sloegen-de Turken
op de vlucht met achterlating van 50
gewonden en 25 dooden.
De Montenegrijnen, Van welke (vol
gens de berichten uit Cettinje althansl
slechts enkelen gekwetst werden, na
men 25 Turken gevangen en maakten
23 Mauser-geweren buit.
De geallieerden onder
elkander.
Er moet tusschen Serviërs en Bul
garen te P.ezina en Koprulu een zeer
gespannen verhouding bestaan.
Do Bulgaren hebben Grieksche boe
ren in de" buurt van Negria mishan
deld en gedood. Grieksche troepen
kwamen tusschenbeide. namen twee
kanonnen en maakten 72 man krijgs
gevangen, die naar Saloniki werden
gebracht.
Een boot, waarop inderhaast ge
schut en troepen werden ingescheept,
is naar die streek vertrokken.
Dg Engelscha troonrede.
Bij de opening van het parlement
hield de Koning Maandagmiddag een
troonrede, waarin hij, sprekende over
de buitenlandsche zaken, zei
De betrekkingen tot de vreemde mo
gendheden blijven bij voortduring
vriendschappel ijk.
„Tk betreur hel zeer, dat ten gevol
ge van het mislukken der pogingen
om tot overeenstemming te ""komen, de
oorlog in den Balkan nog steeds voort
duurt.
Mogelijk zullen de ontwikkeling
van den strijd en de lasten die er uit
zullen voortkomen, niet zonder belang
zijn voor de groote mogendheden die
thans onzijdig zijn en indertijd deel
namen aan het Congres van Berlijn.
Al die mogendheden wenschen ern
stig, dat de ooxlog zich niet zal uit
breiden en hopen dien zoo spoedig
mogelijk geëindigd te zien.
Mijne regeering zoo vervolgde de
Koning hec-ft voornamelijk door de
gezanten te Londen een intieme sa
menwerking onderhouden met de an
dere mogendheden in de pogingen,
waaraan allen deelnamen, om den
vrede 1e handhaven en samen te wer
ken tot het doen. totstandkomen eener
overeenkomst op alle punten, waar
over 'tusschen. hen verschillen van
meaning zouden kunnen ontstaan.
Die pogingen hebben grootendecls
tot. een succes geleid. Een overeen
stemming is tot stand gekomen, in
beginsel, over zaken van het grootste
belang en hoewel over enkele punten
de besprekingen nog worden voortge
zet hoop ik, dat de beraadslagingen
tusschen hen, maar ook een weldadl-
geu invloed zullen oefenen op het be
ëindigen van den krijg.
Mijne regeering zal blijven samen
werken met de andere mogendheden
in liet levendig verlangen den vrede
in Eui-ona te verzekeren".
Tot dc wetsontwerpen die in <le
troonrede worden aangekondigd, bc-
ixooren de maai regelen waarover 't
Lager- en 't Hoogerhuïs het in de
jongste zitting niet eens konden wor
den.
Wegens de krachtige werkzaamhe
den van de laatste jaren zal de wet
gevende arbeid nu wat worden be
perkt.
Aangekondigd worden wetsontwer
pen tot aanvulling van de Iers el ie
landwet een wetsontwerp tot ver
dere beperking van den kinderarbeid,
tot voorkoming van het uitbrengen
van meer dan één stem bij verkiezin
gen, en tot ontwikkeling van liet na
tionale stelsel van opvoeding.
Bij do behandeling van liet adres
van antwoord m 't Lagerhuis de bui
ten), andsche zaken besprekend, zei
eerste minister Asquith, dat de be
sprekingen der ambassadeurs geleid
hebben lot overeenstemming op twee
voorname punten, nL de quaestie van
de kusten van de Adriatische Zee
en van liet autonome Albanië.
De mogendheden hebben zich een
parig verklaard voor een autonoom
Albanië onder garantie van Europa.
Er zijn daarbij nog slechts weinig
quaesties te regelen.
Asquith vervolgde: „Wat den oor
log betreft, wachten wij nog slechts
op de mededeeling, of de geallieerden,
evenals Turkije, bereid zijn de bemid
deling der mogendheden te aanvaar
den.
De diplomatieke greepeering der
mogendheden is ongewijzigd geble
ven; onze betrekkingen met Rusland
en Frankrijk zijn niet minder harte
lijk of intiem dan zij vroeger waren.
Wij hebben deze vriendschapsban
den steeds getracht te versterken en
zullen ze blijven versterken. Terwijl
de betrekkingen tusschen de leden
van elke groep onveranderd zijn go-
bleven, zijn de betrekkingen tusschen
de groepen onderling in hartelijkheid
toegenomen.
De mogendheden, die minder di
rect belang hebben bij wijzigingen in
den Balkan, hebben ernstig medege
werkt om overeenstemming tusschen
alle tot stand te brengen en dit mag
als een gelukkig, tot dusverre nog
niet voorgekomen, feit in de jongste
diplomatieke geschiedenis beschouwd
worden. Duitschland en w ij
Feuilleton
DE VERMETELE.
Uit het Engelsch van Baronesse Orczy
door C. D.
24)
Een oogenblik aarzelde zij nog, niet
omdat zij bang was, maar omdat er
iets zoets lag in dit oogenblik van
uitstel.
Toen gaf zij hem hoar hand.
Wel!... wat beeft die, zeid© hij,
even als een verschrikt vogeltje.
Zie hoe wit zij er uit ziet in mijn ru
we bi-uine hand. Zijf gij niet bang?
Bang?... O, neen!... maar... maar
liet is laat... Lit bid u laat mij ver-
jtrekken... Ik mag niet wachten....
want er hangt zoovee! af van mijne
reis... Ik bid u, laat mij gaan.
Neen, nequ! ga niet weg, smeek
te hij, dat koele handje omklemmend,-
ga niet, nu juist niet,... Zie. hoe heer
lijk schijnt de maan over gindsclic
heuvels en de vochtig© lucht die uw
haar doet glinsteren als met duizend
diamanten, terwijl ik, arm-i dwaas,
uw koele blanke hand in de mijne
houdend, hier sta, starend op een vi
sioen dat mij dingen toefluistert, die
nooit, nooit kunnen bestaan... Neen,
neen ga nu juist niet... laat de heide
nog eens in duisternis verzinken...
laat mij nog één oogenblik in mijn
droom voortleven... het zal alles maar
al te gauw voorbij zijn.
Hij had zoo zacht gesproken dat zij
het nauwelijks had kunnen liooren
maar zij veelde zijn koortsachtig
gloeiende"hand de hare drukken en
teen hij ophield te spreken, hoorde zij
'n zucht, als 'n snik, van wanhopig be
rouw, die haar hort smartte, met een
nieuwe pijn, grooter, heiliger dan me
delijden.
Een groot© opwinding scheen zich
van hem meestér te-maken. Er was
dolheid in zijn bloed. 'Hij zou haar
willen aangrijpen, op zijn paard zot
ten en met haar wegrennen over de
heide, ver ver weg over brem en bra
men, over d© verwijderd© bergen, ver
der, verder naar de bergen van de
maan, naar d© vallei der schaduwen,
Daar begon een krekel te piepen in
het gras aan haar voeten en plotse
ling hoorde zij op korten afstand het
lieflijk© geluid van een herdersfluit
een oud danswijsje spelen.
Luister! fluisterde zij.
liet geluid kwam al nader en nader
en zij vond het heerlijk te hooien de
flauwe echo, liet passende accom
pagnement harer droomerige stem
ming.
Wat een lief wijsje, fluisterde zij
terwijl zij instinctmatig met haar
voelen de maat begon te trappen....
Ik herinner het mij heel goed. Hoe
dikwijls heb ik daarop gedanst onder
den Meiboom.
Wilt gij met mij eens dansen?
Maar, mijnheer, gij schertst
toch
Maar zijn opwinding had nu het
kookpunt bereikt. De vogelvrij ver
klaarde kon ten minste ziin wil doen
gelden op deze heide waar hij alleen
koning was. IIij kon haar niet op den
rug van zijn paard meevoeren, maar
hij kon haar wat langer bij zich doen
blijven, met haar dansen, hier in het
maanlicht, haar hand in de zijne.
Tk was nooit érnstiger dan mi,
verzekerde hij, met zijn blijden, ge
lukkigen Inch, een dans met u hier in
het maanlicht 1 Waarlijk een dans te
midden mijner droomen
Maar mijnheer, pleitte zij, het is
al zoo laat en wat ik in Londen doen
moet, is zoo spoedeïschcnd.
Nu, een tien minuten voor dezen
dans. doet op uw reis niets af en ik
beloof u bij uw lieve oogen dat ge
daarna ongehinderd kunt vertrekken.
Maar zoo ik weiger?
Zoo gij weigert, zelde hij, voor
haar voeten neerknielend, zui ik u
daarom smeeken
En zoo ik dan nog weiger
Dan zal ik de boonien ontworte
len, uw rijtuig vernielen, de heide op
breken en uw nianueu vermoorden.
Ik weet niet wat ik niet zou doen,
als gij weigert.
Neen neen, mijnheer, ik bid u.
riep zij door zijn heftigheid ontsteld,
verward, buiten zichzelf door zijn wil
den uitval en de machtige betoove-
riiig der lichtende maan. Hoe kan
ik dan weigeren?.. Ik ben in uw
machten moet doen wat ge mij
vraagt Zoo gij dan werkelijk eei.
dans begeert.
Zij liet zich door hem een klein eind
van don slechten rijweg leiden, daar,
waar een tapijt van mos omringd door
brem en braamstruiken een balzaal
vormde voor goden en godinnen. Bij
het eind van dit vierkant kwam juist
Jock Miggs de schaapherder in het
gezicht. Op een kleinen afstand links
aan den weg was een kleine houten
loods en daarbij een hok dat de her
ders gebruikten als ec-n schuilplaats
lil ruwe nachten, als hun schapen op
de heide waren.
Dat hok was voor net oogenblik
leeg en Jock Miggs was blijkbaar op
weg daarheen om enkele uren te sla
pen en had voor gezelligheid op zijn
fluit gespeeld.
Hier nu een dansje sprak Beau
Brocade, met de xnaan en dc sterren
om óns le verlichten, een schaapher
der om er bij te speleu en de geesten
die op de hei ronddwalen tol gezel
schap- Heidaar, vriend schaapherder
riep hij Miggs toe.
De waardige Miggs kreeg de twee
Engeland heb ben met groo
te eensgezindheid samen
gewerkt (Toejuichingen).
Deze samenwerking heeft niet al
leen de diplomatiek© onderhandelin
gen aangenamer gemaakt, maar heeft
naar wij vertrouwen, geleid tot we-
derzijdsch blijvend vertrouwen tus
schen de beide groot© volken. (Toe
juichingen).
Hugh Cecil zei, dat Engeland, vol
gens een vrij algemeen voor waar ge
bonden gerucht, do verplichting op
zich heeft genomen een verplich
ting, die evenwel niet in een verdrag
is vastgelegd om ©en leger uit te
zenden, dat in Europa eventueel zcu
optreden.
Asquith viel hem in dc rede met de
verklaring: „11c meen maar dadelijk
te moeten zeggen, dat dit onjuist is.
Het verdere debat werd daarop ver
daagd.
De opening van liet parlement had
plaats met het gewone ceremonieel
tegen d© gewoonte echter trad de ko
ning het Hoog&rhnis binnen met de
kroon op het hoofd.
De koningin droeg een blouse, schit
terend van diamanten en een kleine
diamanten kroon.
Het was regenachtig weer.
Vijf suffragettes, die, toen de ko
ninklijke stoet zich naar het parle
mentsgebouw begaf, poogden den ko
ning een verzoekschrift Ier hand te
stellen, zijn gearresteerd.
Rel Dultscbe legcrontwerp.
Omtrent den inhoud van het nieu
we legerontwerp deelt de ,,Berl. Lo-
kal-Anzeiger" het volgende mede
..Het leger zal in het galmei ver-
meerdei-d worden met OS.000 man
jaarlijks. Binnen twee iaa.r zal het ook
nifvehreid ziin met 4000 officieren.
15.000 onderofficieren.
Uit deze manschappen zal eerst
voor IS regimenten, die. thans twee
bataljons 'éllen. o?n derde worden £re-
vnrmd en' hovend 'en worden de com-
nasnieën al er-urn en versterkt en die
van d© gron«korpsen op hoogere vaste
sWlct© cebracht.
Er worden zes nieuwe cavaterte-
reeim enten ircvraacl. voornamelijk
voord© gren.slcnriise.il bestemd.
Vrmr de véld-arlillerie zün ren swear
30.000 paarden bestemd, zoodot in hot
vervolg iedere batterij, ook reeds bij
de oefeningen, kan uitrukken met ze-s
stukken en ©enige munitie-wagens.
Daar de nieuw© militaire maatrege
len vooral genomen moeion worden
ter bescherming van de oostgrens,
moeten dé'vestingen ook van voldoen
de zwaar geschut voorzien worden.
Er zijn plannen opgemaakt voor de
vorming van een linif dozijn nieuwe
bataljons vesting-artillerie, waaraan
ook zelfstandige milrailleuse-afdeelin-
aen zullen worden toegevoegd. Ook
zal een groot aantal compagnieën
zoeklich'werne'^s worden gevormd.
De thans bestaand© vijf 'elegraaf-
bntaljons zullen Mina verdubbeld en
de genie met een half dozi-n nieuwe
compagnieën vermeerderd worden.
Ook wordt het aantal militaire oplei-
d in gsinri chti n sen uit gebreid
Ten eind© tijdig de noodig© offï-
eiersplaatsen te kunnen bezetten, zal
do opleiding der vaandrigs en kadet-
ten bespoedigd wordenook zullen
©en aardal hoogere officiersplaatsen
voor de reserve-formaties noodig zijn.
Authentieke informaties betreffende
het door den „Borl. Lokal-Anzeiger"
medegedeelde, zijn te Berlijn niet te
krijgen.
Allerlei.
I-Iet militaire v 1 i e g w e z en
in Italië.
De speciale commissie, aan welke
door den minister van oorlog was op
gedragen een organisatie van liet
vliegwezen voor ie bereiden, heeft
zich, volgens de „Tribuna", verklaard
voor de oprichting van een autonoom
vliegerscorps, waarin echter militai
ren van alle wapens opgenomen zul
len kunnen worden. D© commissie,
heeft verder aangedrongen op een
centraal instituut voor de luchtvaart.
Volgens de „Tribuna" zal elk leger
corps een escadrille aeroplanes krij
gen met 7 toestellen, 4 officieren-avia-
feurs, vier officieren-waarnemers. 25
manschappen en het noodig© mate
rieel.
Binnenland
BOND VOOR MINDER MARINE
PERSONEEL.
De Bond voor Minder Marine-perso
neel hiekl Zondag zijn vijfde alge-
meeiie vergadering t© Heldor.
Dit jaar "is 'i ledental van 2664 lot
3000 gestegen.
't Hoofdbestuur stelde een motie
voor waauin do vergadering ver
klaart:
Spreekt, hei vertrouwen uit, dat d©
grondwettelijke vrijheden der schepe
lingen betreffende 't vcreenigingsrecht
zullen blijven erkend, aan den Bond
voor Minder Marine-Personeel met
figuren in het oog, die daar midden
in die open plek geen twintig pas
van hem afstonden.
Wat is dat riep hij verschrikt
uit. Roof geweld moord
Neen vriend enkel een vreugde
feest, riep Beau Brocade vroolijk uit.
Wij willen hier op de heide dansen, en
wenschen dat gij voor ons op dc fluit
speelt.
Hé wal? hakkelde de herder op
zijn gewone manier, dansen op dit
uur van den nacht
Ja
En moet ik spolen voor een paar
gekken
Goed gezegd, eerzame schaapher
der Laat ons allen van nacht gek
zijn Maar gij zult voor ons spelen,
en hier I hier is iets om je fluit in
werking te brengc-n.
Ilij wierp Miggs een zware beurs
voor de voeten, en deze nog wat
brommend van gekken op de heide,
bukte zich langzaam om die op ie
rapen.
Guinjes mompelde hij, ze in zijn
hand wegend, guinjes, 200 waar ik
leef. Guinjes 0111 een danswijsje te
spelen. Zeker, mijnheer, gij zijt gek,
zeer zeker 1
Wil je nu spelen, schaapherder
riep Beau Brocade ongeduldig uit.
Jock Miggs schudde gedecideerd
zijn hoofd.
Nu waarom gij zoo dwaas wilt
zijn, kan me niets schelen. Gij het*
Onze Lachhoek
NIET TE VERWONDEREN.
Hij. Ik sprak in 't Fra-nsch hem
aan, en loch verstond hij me niet
Zij. Dat wil 'k graag gelooven
'i is een geboren Franschman!
VERZUCHTING VAN EEN FLES-
SC1I ENTREKKER.
Men zeg! altijd: „de wereld wil be
drogen zijn." En als je het maar even
probeert, wordt je op d© vingers ge
tikt!
name, geen belemmeringen zuilen
worden in den weg gelegd en reeds
vroeger verwerven rechten en privi
legiën, speciaal betreffend© het passa
gieren, mot zullen worden ontnomen;
dringt ©r bij hernieuwing bij de lo
den vrm Bond op aan. zich in alle op
zichten als militairen voorbeeldig en
plichtsbetVa'chtend t© gedragen, maar
daarnaast hun organisatie te verster
ken. li aar invloed te vergroot© n en
haar actie voor lotsverbetering zooj
krachtig mogelijk te bevorderen."
De motie werd bij acclamatie aan
genomen.
Ook werd aangenomen een mof ie
oiri de leden uit Ned.-lndië, die ge
royeerd zijn naar aanleiding van de
niet-ont houding van feesten en wed
strijden als protest tegen de passa
giersregeling, weer aan te nemen.
t Aftredend bestuur werd herko
zen.
ENKA.
Het Partijbestuur der S. D. A. P. be
sloot mej. A. van der Vlies (Enka)
Schiedam aan te stelien om geduren
de de maanden Api'ii. Mei en Juni als
spreekster op te treden, zoo meldt liet
Volk.
TREURIG ONGELUK.
D© barbier M. te Brak© heeft, naar
de „Avondpost" meldt, zijn zesjarig
nichtje hij ongeluk doodgeschoten. Ilij
meende, dat zijn revolver niet geladen
was ©n richtte het wapen op hef, kind.
De haan ging over, ©en schot knalde
en deindelijk getroffen stortte het are
me kind lieer. M. is gearresteerd.
STAKING GEéINDIGD.
Men meldt uit Ticl aan d© „Tel."
De staking aan de sigarenfabriek
Alvana is geëindigd, doordat de werk
lieden hebben afgezien van hun
eischen. De patroon heeft echter ver
klaard, wegens gebrek aan werk, niet
allo stakers dadelijk in zijn dienst ie
kunnen nemen.
VERKIEZING TWEEDE KAMER.
In het district Winschoten heeft da
combinatie van vrijzinnige en vrijz.-
dem. liiosvereenigjngen vergaderd,
om een candïdaat te stellen. Alleen
de naam van het aftredend lid, den
heer dr. D. Bos werd genoemd.
MONUMENT TE VELP.
•Als herinnering aan het feestjaar
1913 wil de commissie te Velp een "mo
nument stichten, waarvan het ont
werp door den beeldhouwer Falise is
gemaakt.
Het monument, dat zal voorstellen
„een jongeling, stijgende uit de wol
ken, een bazuin en vredespalm met
zich voerende", wordt in brons uitge
voerd op een voetstuk van graniet
met het opschrift „Neerland's Eeuw
feest herdacht 18131913",
PEST OP JAVA.
De Ilbld. correspondent te Batavia
seint:
1-Iet „Bat. Nieuwsblad" meldt dat
dokter Lumkeman Zondag naar het
land Kin pa Noenggal in het Buiten-
zorgsche vertrok en daar tv.ee ver
dachte gevallen, waarschijnlijk van
pest, constateerde.
De eerst© ziektegevallen hebben zich
den lten Februari voorgedaan, doch
werden eerst Zondag gerapporteerd.
Preparaten werden Maandag door
den geneesheer voor het onderzoek
naar Batavia gezonden.
(Het particuliere land Klana Noeng
gal of Kalapa Noengal, vormt het
westelijk deel van het district Tjiba-
roesa, en heeft op een opnervjak van
circa 11.000 hectaren eer.e bevolking
van omstreeks 13,000 zielen. Hei land
huis ligt op ongeveer 27 kilometer af
stand ten N. O. van Buitenzorg).
De Ilbld.-correspondent te Batavia"
seint nog nader
„In het Buitenzorgsche zijn zes In
landers aan de verdachte ziekte over
leden. Van de overige aangetasten
zijn echter vijf hersteld, zoodat net
hoogstwaarschijnlijk geep pest geldt.
Het bacteriologisch onderzoek heeft
tot nog toe geen resultaat opgeleverd."
EEN GOEDE VANGST.
Als een bijzonderheid kan de „Tel."
melden, dat op de rivier „Do Mex we-
de" bij Ilardinxvekl in 2 dagen lijd
225 zalmen gevangen zijn. Verscheide
ne waren gebeten door zeehonden. De
totale waaide bedroeg 2600 gulden.
betaald voor de muziek en ge zult die
hebben. Maar, het zijn toch wondere
tijden.
Hij zette zich neder co een hoopje
met gras Gegroeide aarde en begon
datzelfde, oudcrwelsche danswijsje te
spelen.
Zeker, dat waren een paar gekken,
maar nu dis heer voor dat buitenge
wone vermaak betaald had lag't niet
op den weg van een armen schaap
herder te weigeren eenige lieve guin
jes te verdienen.
Beau Brocade boog voor zijn damft
met al dc hoofscfie bevalligheid van
een stadsjonker.
Mevrouw, uw onderdanige en
zeer gehoorzame dienaar 1
Patience begon als droomeud de
maat le trappen. Het was aiies zoo
vreemd, zoo buiten alle werkelijkheid,
't Was zeker een droom en zij zou
aanstonds wel ontwaken. Zij wendde
en draaide naar dc maat der muziek,
terwijl haar hoofd door opwinding
over dit alles verward was; 't was
haar alsof van uit het gras rondom
haar allerlei kabouteroogjes haar
verbaasd aanstaarden. Al de hya
cint jes schenen geluid te geven en
de fluit van den schaapherder klonk
als het geluid van tooverklokjes. Door
da openingen in het zwarte masker
zag zij een paar oogen, die haar in
verrukking aanzagen.
(Wordt vervolgd).