LEM'S Hill VIERDE BLAD Zaterdag 22 Haart 1913 OM ONS HEEN No. 1684 Jhr. Br. C. C. S. Sandberg. li. „Terwijl ik daar wacht", zoo vei telt de lieer Sandberg verder, „komt Rowlandson naar mij toe en vraagt, met veel verontschuldigingen, of ik als tolk zou willen dienen en Botha's brief voorlezen; waarom zou ik niet! Ik ga dus met hem mee en sta tegen over den grooten veldmaarschalk, dat is te zeggen tegenover wat er van hem te zien was tusschen een groote slaap- aiuts en den deken, dien hij bijna tot zijn kin had opgetrokken. In Botha's brief werd gevraagd, dat de non-com battanten Pretoria zouden mogen ver laten en dat lord Roberts hem een onderhoud zou toestaan, op door hem nader te bepalen tijd cn plaats. Maar Roberts wou over 't eerste punt niet hooren: de Boeren hadden dut ook niet toegestaan bij de steden, die zij belegerd hadden, hij verkoos het dus ook niet te doen. En bij het minste of geringste teeken van verzet zou hij al zijn kanonnen op Pretoria richten. „Wat er te Mafekïng en Kimberley gebeurd is, weet ik niet", zei :k, „maar te Ladysmith ben ik geweest en daar hebben de non-comlmttanten vrijen aftocht gehad". Maar Roberts wou er niet van we ten, 't bleef zooals hij gezegd had. 's Morgens te negen uur zou hij Botha op een aangewezen plaats ontmoeten. Onze boodschap was afgelonpen en we vertiokken alweer mei een En- gelsch officier bij ons, om Botlia's ant woord te halen. Te drie uur komen we terug. „Laat alles opzadelen", zegt Botha, „we zullen verderop stelling nemen", want in Pretoria kon geen stelling worden ingenomen. Aan Roberts schreef hij, dat hij protesteerde en geen onderhoud meer wenschtc. „Generaal", zeg ik, „ik kom wel achterna, maar ik ben doodop en wou wat gaan slapen". „Pas on Sandberg", waarschuwt hij, „dat hul jou nle Opvang hie". „Wees maar niet hang, mij vangen ze niet". En zoo ga ik, gekleed en wel, slapen, een van mijn vrienden zou me roepen, als de Engelschen er aan kwamen. 's Morgens om zes uur maakt hij me wakker. „Kerel", zeg ik, „laat me nog een paar uur slapen, ik kan niet". En te acht vim' sta ik op en stuur hem uit, om mijn paard en zadel en toom te halen en bij de familie Jorissen te brengen, 't Duurt een uur, dan komt hij terug en vertelt, dat 't paard cn de rest weg zijn, alles gestolen. De En gelschen waren al bezig, de huizen te doorzoeken naar wapeii3 en andere oorlogscontrnbandcn.... Goed, ik probeer een paard te lee- nen, bij mijn vrienden van voor den oorlog, tijdens den oorlog en geduren de mijn militair gouverneurschap: toen had ik er een hoeleboel. Maar niemand had een paard voor me. Met een vriend ben ik toen in een restaurant gaan zitten, boven de Na tionale Bank. De Engelsche soldaten stonden in carré op het kerkplein, de muziek met de pijpers in 't midden, klaar om de Engelsche vlag te hij- schen, als Roberts binnenkwam. Ik kon er niet naar kijken, ging op een canapé achterin de zaal liggen, en kwam toch telkens weer naar 't raam terug. Eindelijk komt er bericht: „je hebt van Eeghen vroeger een paard ge leend, hij heeft er een voor jou". Ik ga naar huis, haal mijn dikke jas, mijn Mauserpistool en mijn veldkij ker (hier liggen ze nog) en rij stap- oets door Pretoria. Overal waren er Engelsche patrouilles, maar ze lieten gaan. De Engelsche convooien kwamen de stad ol in, ik moest er doorheen rijden en terwijl ik een muildier op zij duw, zie ik een Engelsch officier met een opschrijf boekje in de liaud, en die mij aan- oept: „Halloa!" Ik antwoord niet, maar rij door, al tijd stapvoets. .llalloa". roept hij \yeer. Schreeuw maar op", denk ik, maar krom meteen mijn rug een beetje, om dat ik wel dacht, dat hij schieten zou. Maar er komt niets en ik kom heel huids bij een vriend in de buitenwijk, waar ik een stevige lunch gebruikte en mijn paard op voer zette. Teen ik wegreed zag ik de voorgeschoven pos ten van het Engelsche leger al. Einde lijk kwam ik Lehouden bij mijn oude commando te Drie Fabrieken, waar ik met gejuich ontvangen werd, om dat ze al dachten, dat de Engelsch- man me gevangen genomen had. Toen ben ik met een geheime zen ding naar Europa gezonden, met brie ven voor Leijds en instructies. De En gelschen namen kort daarop Lorenzo Marques, zoodat ik niet-meer in Zuïd- Afrika komen kon. Met mijn hoogere bui'gerschool-Franschje hield ik le zingen in Frankrijk: drie en tachtig steden heb ik bezocht. Op zekeren dag werd ik bij Delcassé geroepen, die minister van buiten- landsche zaken was. „Of ik niet eens ergens auders zou gaan voordrachten houden", vroeg hij. Neen, daar had ik geen zin in. Niet onduidelijk gaf hij te verstaan, dat er wel iets aan zou kunnen zitten: een lintje, denk ik, of zoo iets. Maar ik bedankte er dacht er niet over. Naderhand heb ik gehoord, waarom hij me zoo graag weg wou hebben. Frankrijk had in die dagen willen toonen, dat hel in de quaestie van den Boerenoorlog heele- rnaal aan de zijde van Engeland stond. -Koning Edward zou zelf een bezoek brengen te Parijs! Maar dan moest eerst die lastige kerel met zijn pro-Boer lezingen uit Frankrijk weg. Toen dat niet lukte is er van 't be zoek niet gekomen. En de beer Sandberg lachte harte lijk om den Engelschen koning, die om hem op zijn eiland gebleven was. Eindelijk, in Ilavre kreeg ik een te legram, dat dé vrede gesloten was, juist toen ik een ambulance voor Zuid- Afrika klaar bad. Toen was 't uit, ik stond op straat. Do hooge commissaris, Milner, wou me niet meer in Zuid-Afrika toelaten, ik moest wat anders zien te beginnen. Een vriend raadde me aan, met hem geologie te studeeren te Parijs. „Ach. kom", zei ik „wat zou ik, op mijn zes en de-riigste jaar, nog weer gaan studeeren!" Maar hij haalde me er toe over en zoo studeerde ik te Parijs, dag en nacht, en mijn vrouw overhoorde me, zooals gebeurde, toen ik een kind was. Omdat ik eindexamen H. B. S. had en in Leiden gestudeerd had, stolde de regeering niij vrij van het baccalauréat en zoo ben ik, drie en een hall jaar later, gepromoveerd. Milner was toen weg, opgevolgd door Selbank, die een brave kerel was en zooveel achting genoot in Zuid- Afrika, als een Engelschman in die dagen maar kon verwachter.. Twee en een half jaar heb ik daar practiik als geoloog gehad, ben naai- Europa ge komen voor een petroleumsyndicaat, maar daar was geen geld voor te krij gen. Toen ben ik naar ïndië vertrok ken, als ambtenaar in tijde! ijken dienst van het mijnwezen. j regeering wil daar nu staats exploitatie toepassen op een gebied, zoo groot als van Kiel naar Triest. Dat is verkeerd, dut kan nog minstens honderd jaar. wachten. l)e menschen moeten al dadelijk een hoogen canon betalen, dat is onjuist laat de men schen uitkomen, geef him alles en laat. hun eerst betalen als liet goed' jaat. Maar dc bureaucratie in lndiii drijft door en hier in Nederland twls-i ten de meuscliert over politiek en zien de groote practische belangen van liet land niet. Naar Indte moeten de jon- Jjii, de Engelschman komt al lang zaam binnengeslopen en als wij er zelf niet heengaan en de overliand hou den, verliezen w e lndië vast en zeker. Dat is de taak van de regeering, die et reclame maken voor Indiè cn zorgen, dat er menschen komen, zoo goed als Brazilië en Canada dat doen. Het inteilectueele peil rijst in Indiö, er wordt niet meer gebitterd zooals vroeger, maai wat leeren we over on zen Oost? Bedroevend is het en daar om heb ik onlangs in een rede die ik hield, gesproken over de serie platen van de firma Kleijrtenberg, dat is goed, daar leeren de jongens wat van!" Wo heblien nog over veel andore dingen gepraat, maai- niet alles past voor de krant, wat een journalist hoort. En daarom: genoeg voor dezen keer. Jhr. Sandberg heeft zich hier ge vestigd als adviseur in geologische aangelegenheden, maar hij stelt niet alleen belang in wat er onder den grond gebeurt. Een warmhartig man is hij, enthousiast, een jonge kerel in weerwil van zijn acht en veertig jaar en een patriot. Zulke frissche figuren kunnen we in Nederland gebruiken. J. C. P. Buitenlandseih Overzicht De BaSkan-vuIkaart. De bemiddeling. Uit Belgrado wordt geseind De vertegenwoordigers der groolo mogendheden hebben achtereenvol gens een bezoek gebracht aan den j minister-president en hem' oen gelijk luidende nota overhandigd, waarin dank wordt gebracht aan de verbon den staten, dat zij de goede diensten van Europa hebben aanvaard en waarin verder wordt medegedeeld, dat de groote mogendheden tiet antwmord der verbonden staten op liet aanbod tot bemiddeling zullen onderzoeken. Men verwacht, dat de tegenvoorstel len der mogendheden heden (Zater dag) aan de geallieerden ter hand zullen worden gesteld. Naar men ge looft, zullen daarin, behalve over óe Skoetari-quaestie, geeu érnstig© be zwaren worden opgeworpen. Uit Sofia wordt bericht: Men is hier van meening, dat de adviezen der mo gendheden door Bulgarije vermoede lijk gunstig zullen worden ontvangen, maar dat de gealliëerden, wat de fi- nanciöele quaeslies betreft, bij hun eischen zullen volharden. Directe vredesonder handelingen? Men verzekert te San Remo, dat. de gevolmachtigden van de Balkanstalen en van Turkije in de volgende week hier zullen bijeenkomen om over de vredesvoorwaarden te onderhandelen. Van 4e oorlogsvelden. In de Tsjataldj a-linie. De Turken hebben via Konst.mli- nopel in hun berichten gejuicht over triomfen, in de Tsjataldja-liuio behaald. Reeds dadelijk twijfelden w© aan de juistheid dezer berichten, j Nu komt al «te tegen spraak. Uit. Sofia wordt geseind Woensdag rukt© in de Tsjataldj.i- lïnie een Turksehe divisie, met. artil lerie. op tegen den Bulgaarsehen lin kervleugel. Dc Turken werden met groot© verliezen teruggeslagen. Een ander© Turksehe divisie marcheerde op tegen liet centrum tot op 400 pas van d© Bulgaarschc verschansingen, maar werd op de vlucht geslagen. Z ij liet 500 dood© n cn gewon den op 't slagveld achter. In den loop van den avond deden zes Turksclio bataljons een aanval op den uitersten linkervleugel der Bul garen. Ook deze werden door het vuur van do Bulgaarsche infanterie en ar tillerie genoodzaakt terug te trekken. Tengevolge van de zware nederlaag op hot linke-rfront hebben de Turken aan die zijde geen aanval iueor be proefd. Donderdag was het rustig in de Tsjataldja-lLnie. De Turken en Bulgaren beweren dus elk, gewonnen te hebben. Zou de waarheid wellicht in 't midden lig gen De Turksehe vloot. Volgens particuliere mededeelingen uit Konstantinopel heeft do Turksehe vloot met haar geschut den Turkschcn vleugel, waarvan een gedeelte door een sterkere Bulgaarsche legermacht bij Kadeboui werd aangevallen, ge steund. De Bulgaren werden teruggeslagen. Tot zoover het Turksehe bericht. We verwachten als altijd! weer een Bulgaarsche tegenspraak. 'I Beleg van Skoetari. Volgens een telegram uit Weenen aan de ..Eclair" is weer een verschrik kelijk bombardement op Skoetari be gonnen. De uitwerking daarvan moet vrcesolijk zijn geweest. Een algeinee- ne aanval op de stad is ten spoedigste t© wachten. Men weet, dat de Montenegrinnen bij het belee thans door Serviërs ge holpen worden. De Montenegrinnem willen blijkbaar vóór den vrede of de Enropeesche tus- schenkomst de vesting veroveren. Do Griokenbehalen weer een o v erwinning. D© pers t© Athene bericht, dat de Grieltsch© troepen tegelijkertijd met Tepcteni het gotieele westelijke gebied van Epirus hebben bezet. De Turken hi-bbon zich overgegeven. De veldtocht in Eprius wordt nu als geëindigd beschouwd. Oostenrijk-Hongarije en Montenegro. Een Hongaarsch correspondentie bureau verklaart (op grond van be trouwbare inlichtingen) liet volgende te kunnen mededeelen omtrent het gebeurde met het stoomschip „Sko- lira" van de Hongaarscli-Kroalische Stoomvaartmaatschappij. De aanhou ding van dit schip is, zooals men weet, een der redenen van do op liet oogonblik bestaande gespannen ver houding tusschen Poslenrijk-Iionga- rijc en Montenegro. De „Skodra" was te San Giovanni di Medua aangekomen en wilde juist beginnen met lossen, toen do haven- kapitein en de plaatselijke comman dant bij het schip kwamen en van den kapitein eischten, dat hij met zijn schip voor dc. liaven zou komen, óm de lading van de zeven Griekse he sehëperi, die met Servische soldaten en rminite voor cavalerie eu artillerie uit Suloniki waren aangekomen, naar dé .haven, te brengen. De Hongaren weigerden. Do Montenegrijueu begonnen daar op te dreigen, maar konden aan hun dreigementen geen gevolg geven door 'do aankomst, van 'I, Turk«e.lio oorlogsschip „Ilamidió", dio do haven begon te beschieten en vier Grieksclie transportschepen in. den grond boor de en drie andere zwaar beschadigde. De „Skodra" lag op een gunstige plaats en bleef dientengevolge ge spaard.* Toen de „Ilamidió" uit bet gezicht verdwenen was, kwam de havenk'api- tein opnieuw cn eischte thans van den Hongaarschen kapitein, dat deze mei de bemanning van zijn schip cle in het water gevallen Servische sol daten zou redden. De aangespro kene wees op het gevaarlijke van dien arbeid en weigerde aan den hem ge stolden eisch te voldoen. De plaatse lijke commandant kwam nogmaals opdagen en bedreigde den scheepska pitein, dat hij dezen en de geheele be manning zou laten dooden, wanneer aan liet bevei geen gevolg gegeven werd. Onmiddellijk daarna verscheen een MontcnegrijnscJi gendarm, die mei een revolver in de vuist den stoker en den machinist dwong met volle kracht op te stoomen. De commandant van de „Skodra" verzocht den havenka- pitein daarop nogmaals naar Fiume ta mogen vertrekken. Dit werd hein toegestaan, hij moest evenwel eerst een' in het Servisch gestelde verkla ring onderteekenen, dat hem te San Giovanni geenerlei onrecht was we dervaren. Dit stuk was echter nauwelijks ge- teekend, of de plaatselijke comman dant verscheen weder, nam den kapi tein de geschreven vergunning om weg te varen af en weigerde die te rug te geven. Toen begon de Hongaar genoeg te krijgen van al dal gezeur, hij ging terug naar het schip, en stoomde met volle kracht weg. Zooals wij reeds meldden, eisclit Oostenrijk-IIongurije behalve vol doening voor de aanhouding van de „Skodra", ook, dat een streng onder zoek wordt ingesteld in zake den moord op den Franciscaner p3ter An gelos Palic. Oostenrijk-Hongarije heeft ook nog andere eischen aan Montenegro ge steld. Nu wordt uit Weenen geseind: „De bladen declen eenstemmig mede, dat het antwoord van de Moutenegrijn- sche regeering op het vertoog van Oostenriik-Hongarije onbevredi- g e nd wordt geacht. Zij wijzen er in het bijzonder op, dat Montenegro niet heeft willen toe staan. dat de burgerbevolking de stad Skoetari vrijelijk zou verlaten, maar alleen beloofd heeft in het vervolg niet meer op de stad te zullen schie ten en het geschutvuur slechts te zul len richten op de vestingen. Dc bladen voegen daaraan toe, dat Oostenrijk-Hongarije waarschijnlijk thans de lang uitgestelde nota (of ultimatum?) aan Montenegro zal richten. Men weet dat er geruchten in om loop zijn dat Oostenriik-Hongarije aan 't mobiliseeren is. Officieel is dat wel ontkend, maar toch niet afdoende. De Paasch,verloven voor de marine zijn althans ingetrokken. De vloot is aan de Albaneesche kust aan 't „oefenen". Deze oefening is wel heel toevallig Over A1 b a n i G. De „Tribuna" bericht, dat de mo gendheden besloten hebben tot een gemeenschappelijk optreden te Cet- linjc en te Belgrado cn dat zij daar nogmaals zullen verklaren, dat de grensregeling van Albanië als een voldongen feit moet worden be schouwd, daar alle mogendheden het eens zijn met de houding van Oosten rijk-Hongarije. Voor genoemd rijk be staat dus geen reden meer voor een afzonderlijk optreden. Allerlei. Het nieuw© Fransche ministerie. Het ministerie is aks volgt samen gesteld President van den minister raad en minister van onderwijs Bar- thou, justitie Ra,tier financiën Du- mont buitenlandsche zaken :Pichon; binnenlandsche zaken Klotz: oorlog Etiennemarine Bauduin land bouw Clémenlelkoloniën Jean Mo rel openbare werken Thierry han del, post en telegrafie: Masse arbeid: Chéron. Het onderslaalsser.retariaat voor posterijen en telegrafie wordt opge heven. Onderstaatssecretarissen Binnen- iaudsch© zaken Paul Morel: finan ciën Bourly schoon© kunsten: Leon Merai'd koopvaardij Monsïe. Nog wordt gemeld, dat Vmaiii do. portefeuille van justitie van d© hand gewezen heeft. praten en dat wel bij onderwerpen waar niet de minste stof voor een rede in zit. Hoe dat gaan moet bij een onderwerp, dat alle Hagenaars i. c. de publieke tribune buitenmate interesseert Ik vrees dat de raad wel een paar dagen aan de kwestie zal wijden. Waarom ook niet? hier Sn Den Haag beeft niemand immers haast. Het is nu eenmaal een feit, dat van tijd tot tijd, nu laat ik zeggen, eigen aardigheden bekend worden uit bu reaux van gemeente of het Rijk, en telkens blijkt dan, «Jat het daar toe gaat op een wijze die voor c-en ge woon sterveling onbegrijpelijk is. Eon voorbeeld daarvan wil ik aanhalen. In ©en van de depa nemen ten was een commies die niets anders deed dan toet aftellen van staten, die een ander samengesteld had. Hei waren allemaal getallen van deze cijfers en dag in dag uit zat de commies nuiat' te tellen. Dit hoogstbelangrij e werk was hem opgedragen toen hij als schrijver aat> het departement kwam. Hij had «het door ijver en pl.chtsTs- trachting tot commies gebracht; zijn taak bleef evenwel dezelfde. Do man verdiende een dikke f 2000. En dan zijn er nog mensctien die in ernst volhouden dat er aan de ministeries nooit doelloos geld wordt uitgegeven. Laat ik tot de eer van den com mies ©r bijvoegen, dat hij ©enige ja ren ge'eden ander werk kreeg. Hij werd van zijn optelsommetjes afge naaid en mocht Ingekomen stukken boeken. Met trots vertelde de hals toen aan ieder, dat hij nieuwe, hoogstbelamg- rijke bez'gv.cden gekregen had! SINTRAM* Binnenland Van de Residentie en haar hewonars. CXCVI1L Dc el,ill© week ligt nu al bijna achter onsde ondernemers van publiek© vermakelijkheden klagen geducht over den gedwongen stilstand van hun zak cd). Vooral in dezen vacantietijd, nu veel personen, die bij het onder wijs annex ziju, vrij hebben, zouden voile zulen ie wachten zijn. Er is ech ter niets aan te doen. Uilvoeringen mogen niet plaats hebben en daar mee is alles afgeloopcn. Verschillende bioscoop-exploitanten laten in dezen tijd de Passiespolen ver toonen met orgelmuziek en soms een zangkoortje. De politie schijnt daarmee accoord te gaan. In de nobel© residentie gebeuren vreemd© dingen. Denk ik nu slechts alleen aan de schouwburg-misère, die misschien op 31 Maart een einde zal nemen. Dan komt het vraagstuk in den Raad; of liet er ook zoo spoedig uit raken zal, betwijfel ik ten zeerste. De heeren toonen telkens meer lust in EEN AANSLAG. In de onmiddellijke nabijheid van Nijmegen heeft een aanslag plaats ge had op de auto van den lieer L. uit Nijmegen. Deze was 's avonds, naai de N ij m. Cri. mededeelt, omstreeks kwart over negenen met zijn auto, waarin behalve hij ze!f 2es dames en heeren gezeten waren, van den Pias molen in de richting Nijmegen ver trokken, toen hij tusschen den Plas- rnolen en Mook plotseling een boem dwars over dei weg zag liggen. Do voortreffelijke lantaarns, waarvan do auto voorzien is, hadden den lieer L. in staat gesteld dit dreigende gevaar op vrij groeten afstand te zien en door de remmen krachtig aan te zetten ge lukte het hem enkele centimeters vóél den boomstam op zij tc trekken. Te gelijkertijd kwam een met een groo te revolver gewapend individu uit de struiken, terwijl hij od een 50 meters afstand een paar mannen kwamen toeloopen. D© met de revolver gewapend© deed echter niets dan brutaal toezien en in enkel© oogenblikken kon de auto weer doorrijden. In Mook werd do eldwachter gewaarschuwd en terwijl de dames hier zoo lang achterbleven, gingen de lieeren met den veldwachter tenig om een nader onderzoek in to stellen. Ook do maréchaussé© is ge waarschuwd. liet is niet onwaar schijnlijk. dat deze auto-aanslag door dezelfde indivuen is bedreven als dio te Kaldenkirchen. De heer L. zal zich dan ook naar laatstgenoemde plaats ibegievcn, opdat dj© daar aangehoui den autobandiet, met hein geconfron teerd kan worden. DE LANOWEER-QUAESTIE. Naar de Fakkel verneemt., zal ©P over éenige dagen een brochure liet licht zien van de hand van den gep. luitenant-generaal W. G. F. Snijders, over de bekende landweerzaak. DOOR EEN PAARD GETRAPT. De arbeider K., van den heer F. to Apeldoorn, was bezig met 2 paaiden een akker land om te ploegen op een half uur afstands van het dorp. Bij het wenden aan het eind van den ak ker trapte een der paaiden over da reep. K. wilde het dier den poot er weer over heen brengen, doch out- vïng daarbij zulk een geweldigen slag tegen het voorhoofd, dat hij bewuste loos bleef liggen. Geneeskundige hulp werd ingeroepen, die overbrenging van den zwaar gewond© naar het zie kenhuis noodzakelijk achtte, zoo meldt de Tel. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAG A VONDPR A ATJE. "t Spijl nic- dat je vader absent i3, zei onze neef Wouter, 'k Hel) namelijk een ïdée'tje, dat ik weTes met hem be praten wou. Is hij morgenavond thuis? Morgenavond? 'k Denk het niel! zei ik, denkend aan den storm die zonder eemgen twijfel zou opsteken als mijn geachte voorzaat, Fidelio Sr., merkte dat ik onzen geliefden neef den weg gewezen had om z'n ideetjes aan den man te brengen. Zoo denk je van niet? kwam neef Wouter wantrouwend. Maar meteen lichtte 'n blik van satanische vreugde in zijn oogen, toen hij er bij voegde: Dan zul ik het jou maar 'es vertellen! U neemt me niet kwalijk merk te 'k bescheiden op maar ik heb het druk. Druk? Dat zegt je vader ook al tijd. Maar zóó druk zal jullie 't wel nooit hebben, dat je niet eens een ver standig woordje van je neef zoudt kunnen aanhooren! Er was niets aan te doen. Ik luis terde. Je moet dan weten begon Wou ter dat ik me tegenwoordig inte resseer voor de raadsverslagen van de gemeenten uit den omtrek. Ik doe dat niet zoozeer omdat alle onderwerpen, die in Schoten en Heemstede en Vel sen en Zand voort en Bln©»nendaal en de rest aan de orde komen, me belang inboezemen, maar om de wijze van werken van die gemeeteraden. Snap ja dat? Ik snapte het. Je begrijpt, dat het mij Sibe risch koud laat wie er tot lid van een stembureau wordt benoemd, of me neer X afwijking krijgt van art. zoo veel van dc bouwverordening, of dat er 's avonds verlichting moet komen hij oen opgebroken straat achterin Schoten.... Ik merkte bescheiden op, dat er nog wel andere dingen besproken werden. Jawel, andere dingen! Belang rijke dingen, hè? Zooals de Schoten- sche bouwverordening, bijvoorbeeld Kijk 'es, daar wou ik j© nou juist over hebben. Iu vier zittingen heeft de Raad nu al gepraat over die verorde ning. En liet resultaat? 'n Goeie der tig artikelen van de honderd-en-elf zijn behandeld. Waar moet dat heen? Duurt zoo iets een jaar? Als ze dat ding eindelijk en ten laatst© kiaar krijgen, dan is-ie net precies ver ouderd, en moeten ze dadelijk weer een nieuwe gaan maken! U overdrijft wel 'n beetje... Jawel, dat zegt je vader ook al tijd. Ik overdrijf nooit! Staat dit ge val dan op zichzelf? Heeft de Raad van Velsen ook niet eens een heelc reeks van zittingen volgepraat over een werkliedenreglement, dat geloof ik maar vijftig artikelen bezat'? Bn hoe lang doet diezelfde Raad wel niet over de begrooting? Nee Jan, jij spartelt nou tegen, net als je vader doet wanneer ik met een idéé kom waarvan 't 'em spijt dat hij er zelf niet op is gekomen... maar ik hlijf erbij! Waarbij? Dat zal ik j© 's vertellen. In die laatste raadsvergadering in Schoten moet dc burgemeester, toen 't pu bliek lastig werd, stilte hebben ver zocht met de mededeel iug, dat anders de lieele gemeente wel icon gaan mee praten. Dat heeft mij op m'n idéé ge bracht. We moeten de oude volksver gadering in eere herstellen maar dan op min of meer constitulioneeleu grondslag. Wat bedoelt u nou? stamelde ik. paf. Wat ik zeg! snauwde neef. 't Is heelemaal niet moeilijk om daar een modus op te vinden. Er zou een voudig dit bepaald moeten worden: Als een gemeenteraad over eenlg onderwerp, dat hem ter behandeling is aangeboden, in totaal tien uur kos- tolijken tijd heeft verpraat, en hij is er nog niet mee klaar, dan wordt de behandeling geschorst, en de burge meester roept alle gemeentenaren bij bekkenslag op voor een grooto volks vergadering, te houden op den zóó en zeeveelsten van die en di© maand, op die en di© plaats. Een weiland zal wel het best geschikt wezen, en die zijn er in Schoten en in Velsen bijv. genoeg. Do holle eik, die in oude tij den hij stamvergaderingen-een onmis baar attribuut schijnt te ziin geweest. kan gevoegelijk achterwege blijven. We leven in een modernen tijd! Maai-.... Wacht nou 'es even. De burgemeester leidt de vergade ring natuurlijk. Hij hoeft niet op een schild gelieven 1e worden, maar een hoogen katheder en een scheepsroeper zal hij noodig hebben. Inmiddels heeft do deurwaarder van de gemeente bij t landhek de contróle waargenomen en alieen aan belastingbetalers tee- gaiig verleend. De burgemeester vraagt om stilte, en begint met er aan t© herinneren dat de Raad in tien uur er niet in ge slaagd is (ondanks zijn pogen om het vroed college tot snel werken te be wegen) om zich door dit of dat voor stel heen te worstelen. Ziet hier (zal hij roe|>en) deze elf (of dertien, of vijftien, of hoeveel er anders zijn) mannen, die door het meerendeel van u, belastingbetalende burgers dezer gemeente, zijn uitver koren om haar belangen te beharti gen. Ziet hen hier, de schaamteblos op de wangen! Tien uren, tien koste lijke uren van den officiëelen gemeen telijken tijd zijn hun niet voldoende geweest om te beslissen over een voor stel, aan welks voorbereiding B. en W. hun beste krachten hadden wijd... Ik vraag u, hebben zij gefaald? Jal brult dan de menigte. Maar als 't nu eens „nee" is? Zoo'n vraag zou je niet doen, als je eenlg benul hadt van de psycholo gie van de massa. De Uiassa, Jan, handelt op zoo'n moment altijd spon taan. Die praat geen tien uur over een voorstel! Die wil wel naar huis! Maar als ze spontaan handelt, kon de massa tocli net zoo goed „nee" zeggen? Daar weel jii niets van, dat merk ik alweer. Net je vader, die wil me ook altijd tegenspreken. Maar je brengt mé van mijn cha- iier af. De burgemeester, dan, roept verder: Ik vraag u. burgers van deze ge meente. neemt gij liet voorstel dat uw vertegenwoordigers niet verpraten konden, aan? En dan antwoorden ze „ja" of „nee". Nee...'? hoe kan dat"? L" zei zoo even dat do inassa altijd spontaan „ja" zegt! Dat lic-b ik niet gezegd. Je ver draait m'n woorden. Dit is bovendien een heel ander geval. Nu dan, zeggen de burgers „nee", dan is het heek- voorstel van de baan. En is 't „ja", dan is het zonder meer aangenomen, eu gaat naar Gedepu teerde Staten, ter bekrachtiging. Die antwoorden dan later: „We -zenden u hierbij terug het besluit uwer ge meen tenaj-en, genomen den zooveol- sten, enz." Je ziet, dé vormen-kwesiie levert heusch niet te veel zwarigheden op. Maar ik ben nog niet klaar met m'n vergadering. Er rest nog één punt. De raadsleden, die ieder in totaal meer dan anderhalf uur over het voorstel- iii-casu gepraat hebben, moeten wor den gestraft, -om hen cie grapjes voor goed af te leeren. Een voorstel wordt gedaan, en de vergadering zegt weer „ja" of nee', 't Is beel eenvoudig. De burgemeester stelt de burgerij maar voor. om ben ©en maand lang liet zwijgen op te leggen (in letterlijken zin, weel je, door z© niet in den Raad t woord ie geven) of hij stelt voor, zo te beboeten. Dat 's een mooi© nieuw© bron van inkomsten, voor arme go- meenten.... J© riet, mijn voorstel is nog zoo gek met. 't Zou misschien al leen nog een kleine nadere uitwerking behoeven....- De kwestie is maar, dat je de psy chologie van d© massa snapt.... Wat is hier aim 't handje vroeg Fidelïo Sr., die juist binnen kwam. Niets zei ik een idé© van neef Wouter 1 Wouter grijnsde. Je hoort het, Fidelïo. Niets, een Ldeevan neef Wouter 1 Ja, di© ap preciaties van je zoon heeft hij niet van 'n vreemde! Ik groet je. Als je dat nietsbedui- dende idéé van mij weer belachelijk maakt, door het op 'n ironische ma nier in de krant voor te stelten, dan zul je meer van me hooren Neef Wouter zette z'n hoed op. en vertrok* JAN FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 13