LEM'S Hill
VIERDE BLAD
Zaterdag 22 Haart 1913
OM ONS HEEN
No. 1684
Jhr. Br. C. C. S. Sandberg.
li.
„Terwijl ik daar wacht", zoo vei
telt de lieer Sandberg verder, „komt
Rowlandson naar mij toe en vraagt,
met veel verontschuldigingen, of ik
als tolk zou willen dienen en Botha's
brief voorlezen; waarom zou ik niet!
Ik ga dus met hem mee en sta tegen
over den grooten veldmaarschalk, dat
is te zeggen tegenover wat er van hem
te zien was tusschen een groote slaap-
aiuts en den deken, dien hij bijna tot
zijn kin had opgetrokken. In Botha's
brief werd gevraagd, dat de non-com
battanten Pretoria zouden mogen ver
laten en dat lord Roberts hem een
onderhoud zou toestaan, op door hem
nader te bepalen tijd cn plaats.
Maar Roberts wou over 't eerste
punt niet hooren: de Boeren hadden
dut ook niet toegestaan bij de steden,
die zij belegerd hadden, hij verkoos
het dus ook niet te doen. En bij het
minste of geringste teeken van verzet
zou hij al zijn kanonnen op Pretoria
richten.
„Wat er te Mafekïng en Kimberley
gebeurd is, weet ik niet", zei :k,
„maar te Ladysmith ben ik geweest
en daar hebben de non-comlmttanten
vrijen aftocht gehad".
Maar Roberts wou er niet van we
ten, 't bleef zooals hij gezegd had.
's Morgens te negen uur zou hij Botha
op een aangewezen plaats ontmoeten.
Onze boodschap was afgelonpen en
we vertiokken alweer mei een En-
gelsch officier bij ons, om Botlia's ant
woord te halen.
Te drie uur komen we terug.
„Laat alles opzadelen", zegt Botha,
„we zullen verderop stelling nemen",
want in Pretoria kon geen stelling
worden ingenomen. Aan Roberts
schreef hij, dat hij protesteerde en
geen onderhoud meer wenschtc.
„Generaal", zeg ik, „ik kom wel
achterna, maar ik ben doodop en wou
wat gaan slapen".
„Pas on Sandberg", waarschuwt
hij, „dat hul jou nle Opvang hie".
„Wees maar niet hang, mij vangen
ze niet". En zoo ga ik, gekleed en wel,
slapen, een van mijn vrienden zou me
roepen, als de Engelschen er aan
kwamen.
's Morgens om zes uur maakt hij
me wakker. „Kerel", zeg ik, „laat me
nog een paar uur slapen, ik kan niet".
En te acht vim' sta ik op en stuur hem
uit, om mijn paard en zadel en toom
te halen en bij de familie Jorissen te
brengen, 't Duurt een uur, dan komt
hij terug en vertelt, dat 't paard cn de
rest weg zijn, alles gestolen. De En
gelschen waren al bezig, de huizen te
doorzoeken naar wapeii3 en andere
oorlogscontrnbandcn....
Goed, ik probeer een paard te lee-
nen, bij mijn vrienden van voor den
oorlog, tijdens den oorlog en geduren
de mijn militair gouverneurschap:
toen had ik er een hoeleboel. Maar
niemand had een paard voor me.
Met een vriend ben ik toen in een
restaurant gaan zitten, boven de Na
tionale Bank. De Engelsche soldaten
stonden in carré op het kerkplein, de
muziek met de pijpers in 't midden,
klaar om de Engelsche vlag te hij-
schen, als Roberts binnenkwam. Ik
kon er niet naar kijken, ging op een
canapé achterin de zaal liggen, en
kwam toch telkens weer naar 't raam
terug.
Eindelijk komt er bericht: „je hebt
van Eeghen vroeger een paard ge
leend, hij heeft er een voor jou". Ik
ga naar huis, haal mijn dikke jas,
mijn Mauserpistool en mijn veldkij
ker (hier liggen ze nog) en rij stap-
oets door Pretoria. Overal waren er
Engelsche patrouilles, maar ze lieten
gaan. De Engelsche convooien
kwamen de stad ol in, ik moest er
doorheen rijden en terwijl ik
een muildier op zij duw, zie ik een
Engelsch officier met een opschrijf
boekje in de liaud, en die mij aan-
oept: „Halloa!"
Ik antwoord niet, maar rij door, al
tijd stapvoets.
.llalloa". roept hij \yeer.
Schreeuw maar op", denk ik, maar
krom meteen mijn rug een beetje, om
dat ik wel dacht, dat hij schieten zou.
Maar er komt niets en ik kom heel
huids bij een vriend in de buitenwijk,
waar ik een stevige lunch gebruikte
en mijn paard op voer zette. Teen ik
wegreed zag ik de voorgeschoven pos
ten van het Engelsche leger al. Einde
lijk kwam ik Lehouden bij mijn oude
commando te Drie Fabrieken, waar
ik met gejuich ontvangen werd, om
dat ze al dachten, dat de Engelsch-
man me gevangen genomen had.
Toen ben ik met een geheime zen
ding naar Europa gezonden, met brie
ven voor Leijds en instructies. De En
gelschen namen kort daarop Lorenzo
Marques, zoodat ik niet-meer in Zuïd-
Afrika komen kon. Met mijn hoogere
bui'gerschool-Franschje hield ik le
zingen in Frankrijk: drie en tachtig
steden heb ik bezocht.
Op zekeren dag werd ik bij Delcassé
geroepen, die minister van buiten-
landsche zaken was. „Of ik niet eens
ergens auders zou gaan voordrachten
houden", vroeg hij. Neen, daar had
ik geen zin in. Niet onduidelijk gaf hij
te verstaan, dat er wel iets aan zou
kunnen zitten: een lintje, denk ik, of
zoo iets. Maar ik bedankte er
dacht er niet over. Naderhand heb ik
gehoord, waarom hij me zoo graag
weg wou hebben. Frankrijk had in
die dagen willen toonen, dat hel in de
quaestie van den Boerenoorlog heele-
rnaal aan de zijde van Engeland
stond. -Koning Edward zou zelf een
bezoek brengen te Parijs! Maar dan
moest eerst die lastige kerel met zijn
pro-Boer lezingen uit Frankrijk weg.
Toen dat niet lukte is er van 't be
zoek niet gekomen.
En de beer Sandberg lachte harte
lijk om den Engelschen koning, die
om hem op zijn eiland gebleven was.
Eindelijk, in Ilavre kreeg ik een te
legram, dat dé vrede gesloten was,
juist toen ik een ambulance voor Zuid-
Afrika klaar bad.
Toen was 't uit, ik stond op straat.
Do hooge commissaris, Milner, wou
me niet meer in Zuid-Afrika toelaten,
ik moest wat anders zien te beginnen.
Een vriend raadde me aan, met hem
geologie te studeeren te Parijs. „Ach.
kom", zei ik „wat zou ik, op mijn
zes en de-riigste jaar, nog weer gaan
studeeren!" Maar hij haalde me er toe
over en zoo studeerde ik te Parijs, dag
en nacht, en mijn vrouw overhoorde
me, zooals gebeurde, toen ik een kind
was. Omdat ik eindexamen H. B. S.
had en in Leiden gestudeerd had,
stolde de regeering niij vrij van het
baccalauréat en zoo ben ik, drie en
een hall jaar later, gepromoveerd.
Milner was toen weg, opgevolgd
door Selbank, die een brave kerel was
en zooveel achting genoot in Zuid-
Afrika, als een Engelschman in die
dagen maar kon verwachter.. Twee en
een half jaar heb ik daar practiik als
geoloog gehad, ben naai- Europa ge
komen voor een petroleumsyndicaat,
maar daar was geen geld voor te krij
gen. Toen ben ik naar ïndië vertrok
ken, als ambtenaar in tijde! ijken
dienst van het mijnwezen.
j regeering wil daar nu staats
exploitatie toepassen op een gebied,
zoo groot als van Kiel naar Triest.
Dat is verkeerd, dut kan nog minstens
honderd jaar. wachten. l)e menschen
moeten al dadelijk een hoogen canon
betalen, dat is onjuist laat de men
schen uitkomen, geef him alles en
laat. hun eerst betalen als liet goed'
jaat. Maar dc bureaucratie in lndiii
drijft door en hier in Nederland twls-i
ten de meuscliert over politiek en zien
de groote practische belangen van liet
land niet. Naar Indte moeten de jon-
Jjii, de Engelschman komt al lang
zaam binnengeslopen en als wij er zelf
niet heengaan en de overliand hou
den, verliezen w e lndië vast en zeker.
Dat is de taak van de regeering, die
et reclame maken voor Indiè cn
zorgen, dat er menschen komen, zoo
goed als Brazilië en Canada dat doen.
Het inteilectueele peil rijst in Indiö,
er wordt niet meer gebitterd zooals
vroeger, maai wat leeren we over on
zen Oost? Bedroevend is het en daar
om heb ik onlangs in een rede die ik
hield, gesproken over de serie platen
van de firma Kleijrtenberg, dat is
goed, daar leeren de jongens wat
van!"
Wo heblien nog over veel andore
dingen gepraat, maai- niet alles past
voor de krant, wat een journalist
hoort. En daarom: genoeg voor dezen
keer.
Jhr. Sandberg heeft zich hier ge
vestigd als adviseur in geologische
aangelegenheden, maar hij stelt niet
alleen belang in wat er onder den
grond gebeurt. Een warmhartig man
is hij, enthousiast, een jonge kerel
in weerwil van zijn acht en veertig
jaar en een patriot.
Zulke frissche figuren kunnen we
in Nederland gebruiken.
J. C. P.
Buitenlandseih Overzicht
De BaSkan-vuIkaart.
De bemiddeling.
Uit Belgrado wordt geseind
De vertegenwoordigers der groolo
mogendheden hebben achtereenvol
gens een bezoek gebracht aan den j
minister-president en hem' oen gelijk
luidende nota overhandigd, waarin
dank wordt gebracht aan de verbon
den staten, dat zij de goede diensten
van Europa hebben aanvaard en
waarin verder wordt medegedeeld, dat
de groote mogendheden tiet antwmord
der verbonden staten op liet aanbod
tot bemiddeling zullen onderzoeken.
Men verwacht, dat de tegenvoorstel
len der mogendheden heden (Zater
dag) aan de geallieerden ter hand
zullen worden gesteld. Naar men ge
looft, zullen daarin, behalve over óe
Skoetari-quaestie, geeu érnstig© be
zwaren worden opgeworpen.
Uit Sofia wordt bericht: Men is hier
van meening, dat de adviezen der mo
gendheden door Bulgarije vermoede
lijk gunstig zullen worden ontvangen,
maar dat de gealliëerden, wat de fi-
nanciöele quaeslies betreft, bij hun
eischen zullen volharden.
Directe vredesonder
handelingen?
Men verzekert te San Remo, dat. de
gevolmachtigden van de Balkanstalen
en van Turkije in de volgende week
hier zullen bijeenkomen om over de
vredesvoorwaarden te onderhandelen.
Van 4e oorlogsvelden.
In de Tsjataldj a-linie.
De Turken hebben via Konst.mli-
nopel in hun berichten gejuicht
over triomfen, in de Tsjataldja-liuio
behaald.
Reeds dadelijk twijfelden w© aan de
juistheid dezer berichten,
j Nu komt al «te tegen spraak.
Uit. Sofia wordt geseind
Woensdag rukt© in de Tsjataldj.i-
lïnie een Turksehe divisie, met. artil
lerie. op tegen den Bulgaarsehen lin
kervleugel. Dc Turken werden met
groot© verliezen teruggeslagen. Een
ander© Turksehe divisie marcheerde
op tegen liet centrum tot op 400 pas
van d© Bulgaarschc verschansingen,
maar werd op de vlucht geslagen. Z ij
liet 500 dood© n cn gewon
den op 't slagveld achter.
In den loop van den avond deden
zes Turksclio bataljons een aanval op
den uitersten linkervleugel der Bul
garen. Ook deze werden door het vuur
van do Bulgaarsche infanterie en ar
tillerie genoodzaakt terug te trekken.
Tengevolge van de zware nederlaag
op hot linke-rfront hebben de Turken
aan die zijde geen aanval iueor be
proefd.
Donderdag was het rustig in de
Tsjataldja-lLnie.
De Turken en Bulgaren beweren
dus elk, gewonnen te hebben. Zou de
waarheid wellicht in 't midden lig
gen
De Turksehe vloot.
Volgens particuliere mededeelingen
uit Konstantinopel heeft do Turksehe
vloot met haar geschut den Turkschcn
vleugel, waarvan een gedeelte door
een sterkere Bulgaarsche legermacht
bij Kadeboui werd aangevallen, ge
steund.
De Bulgaren werden teruggeslagen.
Tot zoover het Turksehe bericht.
We verwachten als altijd! weer
een Bulgaarsche tegenspraak.
'I Beleg van Skoetari.
Volgens een telegram uit Weenen
aan de ..Eclair" is weer een verschrik
kelijk bombardement op Skoetari be
gonnen. De uitwerking daarvan moet
vrcesolijk zijn geweest. Een algeinee-
ne aanval op de stad is ten spoedigste
t© wachten.
Men weet, dat de Montenegrinnen
bij het belee thans door Serviërs ge
holpen worden.
De Montenegrinnem willen blijkbaar
vóór den vrede of de Enropeesche tus-
schenkomst de vesting veroveren.
Do Griokenbehalen weer
een o v erwinning.
D© pers t© Athene bericht, dat de
Grieltsch© troepen tegelijkertijd met
Tepcteni het gotieele westelijke gebied
van Epirus hebben bezet. De Turken
hi-bbon zich overgegeven.
De veldtocht in Eprius wordt nu als
geëindigd beschouwd.
Oostenrijk-Hongarije en
Montenegro.
Een Hongaarsch correspondentie
bureau verklaart (op grond van be
trouwbare inlichtingen) liet volgende
te kunnen mededeelen omtrent het
gebeurde met het stoomschip „Sko-
lira" van de Hongaarscli-Kroalische
Stoomvaartmaatschappij. De aanhou
ding van dit schip is, zooals men
weet, een der redenen van do op liet
oogonblik bestaande gespannen ver
houding tusschen Poslenrijk-Iionga-
rijc en Montenegro.
De „Skodra" was te San Giovanni
di Medua aangekomen en wilde juist
beginnen met lossen, toen do haven-
kapitein en de plaatselijke comman
dant bij het schip kwamen en van
den kapitein eischten, dat hij met zijn
schip voor dc. liaven zou komen, óm
de lading van de zeven Griekse he
sehëperi, die met Servische soldaten
en rminite voor cavalerie eu artillerie
uit Suloniki waren aangekomen, naar
dé .haven, te brengen.
De Hongaren weigerden.
Do Montenegrijueu begonnen daar
op te dreigen, maar konden aan hun
dreigementen geen gevolg geven
door 'do aankomst, van 'I, Turk«e.lio
oorlogsschip „Ilamidió", dio do haven
begon te beschieten en vier Grieksclie
transportschepen in. den grond boor
de en drie andere zwaar beschadigde.
De „Skodra" lag op een gunstige
plaats en bleef dientengevolge ge
spaard.*
Toen de „Ilamidió" uit bet gezicht
verdwenen was, kwam de havenk'api-
tein opnieuw cn eischte thans van
den Hongaarschen kapitein, dat deze
mei de bemanning van zijn schip cle
in het water gevallen Servische sol
daten zou redden. De aangespro
kene wees op het gevaarlijke van dien
arbeid en weigerde aan den hem ge
stolden eisch te voldoen. De plaatse
lijke commandant kwam nogmaals
opdagen en bedreigde den scheepska
pitein, dat hij dezen en de geheele be
manning zou laten dooden, wanneer
aan liet bevei geen gevolg gegeven
werd.
Onmiddellijk daarna verscheen een
MontcnegrijnscJi gendarm, die mei
een revolver in de vuist den stoker en
den machinist dwong met volle kracht
op te stoomen. De commandant van
de „Skodra" verzocht den havenka-
pitein daarop nogmaals naar Fiume
ta mogen vertrekken. Dit werd hein
toegestaan, hij moest evenwel eerst
een' in het Servisch gestelde verkla
ring onderteekenen, dat hem te San
Giovanni geenerlei onrecht was we
dervaren.
Dit stuk was echter nauwelijks ge-
teekend, of de plaatselijke comman
dant verscheen weder, nam den kapi
tein de geschreven vergunning om
weg te varen af en weigerde die te
rug te geven. Toen begon de Hongaar
genoeg te krijgen van al dal gezeur,
hij ging terug naar het schip, en
stoomde met volle kracht weg.
Zooals wij reeds meldden, eisclit
Oostenrijk-IIongurije behalve vol
doening voor de aanhouding van de
„Skodra", ook, dat een streng onder
zoek wordt ingesteld in zake den
moord op den Franciscaner p3ter An
gelos Palic.
Oostenrijk-Hongarije heeft ook nog
andere eischen aan Montenegro ge
steld.
Nu wordt uit Weenen geseind: „De
bladen declen eenstemmig mede, dat
het antwoord van de Moutenegrijn-
sche regeering op het vertoog van
Oostenriik-Hongarije onbevredi-
g e nd wordt geacht.
Zij wijzen er in het bijzonder op,
dat Montenegro niet heeft willen toe
staan. dat de burgerbevolking de stad
Skoetari vrijelijk zou verlaten, maar
alleen beloofd heeft in het vervolg
niet meer op de stad te zullen schie
ten en het geschutvuur slechts te zul
len richten op de vestingen.
Dc bladen voegen daaraan toe, dat
Oostenrijk-Hongarije waarschijnlijk
thans de lang uitgestelde nota (of
ultimatum?) aan Montenegro zal
richten.
Men weet dat er geruchten in om
loop zijn dat Oostenriik-Hongarije
aan 't mobiliseeren is. Officieel is dat
wel ontkend, maar toch niet afdoende.
De Paasch,verloven voor de marine
zijn althans ingetrokken.
De vloot is aan de Albaneesche kust
aan 't „oefenen". Deze oefening is
wel heel toevallig
Over A1 b a n i G.
De „Tribuna" bericht, dat de mo
gendheden besloten hebben tot een
gemeenschappelijk optreden te Cet-
linjc en te Belgrado cn dat zij daar
nogmaals zullen verklaren, dat de
grensregeling van Albanië als een
voldongen feit moet worden be
schouwd, daar alle mogendheden het
eens zijn met de houding van Oosten
rijk-Hongarije. Voor genoemd rijk be
staat dus geen reden meer voor een
afzonderlijk optreden.
Allerlei.
Het nieuw© Fransche
ministerie.
Het ministerie is aks volgt samen
gesteld President van den minister
raad en minister van onderwijs Bar-
thou, justitie Ra,tier financiën Du-
mont buitenlandsche zaken :Pichon;
binnenlandsche zaken Klotz: oorlog
Etiennemarine Bauduin land
bouw Clémenlelkoloniën Jean Mo
rel openbare werken Thierry han
del, post en telegrafie: Masse arbeid:
Chéron.
Het onderslaalsser.retariaat voor
posterijen en telegrafie wordt opge
heven.
Onderstaatssecretarissen Binnen-
iaudsch© zaken Paul Morel: finan
ciën Bourly schoon© kunsten: Leon
Merai'd koopvaardij Monsïe.
Nog wordt gemeld, dat Vmaiii do.
portefeuille van justitie van d© hand
gewezen heeft.
praten en dat wel bij onderwerpen
waar niet de minste stof voor een
rede in zit. Hoe dat gaan moet bij een
onderwerp, dat alle Hagenaars
i. c. de publieke tribune buitenmate
interesseert Ik vrees dat de raad wel
een paar dagen aan de kwestie zal
wijden. Waarom ook niet? hier Sn
Den Haag beeft niemand immers
haast.
Het is nu eenmaal een feit, dat van
tijd tot tijd, nu laat ik zeggen, eigen
aardigheden bekend worden uit bu
reaux van gemeente of het Rijk, en
telkens blijkt dan, «Jat het daar toe
gaat op een wijze die voor c-en ge
woon sterveling onbegrijpelijk is. Eon
voorbeeld daarvan wil ik aanhalen.
In ©en van de depa nemen ten was
een commies die niets anders deed
dan toet aftellen van staten, die een
ander samengesteld had. Hei waren
allemaal getallen van deze cijfers en
dag in dag uit zat de commies nuiat'
te tellen. Dit hoogstbelangrij e werk
was hem opgedragen toen hij als
schrijver aat> het departement kwam.
Hij had «het door ijver en pl.chtsTs-
trachting tot commies gebracht; zijn
taak bleef evenwel dezelfde. Do man
verdiende een dikke f 2000. En dan
zijn er nog mensctien die in ernst
volhouden dat er aan de ministeries
nooit doelloos geld wordt uitgegeven.
Laat ik tot de eer van den com
mies ©r bijvoegen, dat hij ©enige ja
ren ge'eden ander werk kreeg. Hij
werd van zijn optelsommetjes afge
naaid en mocht Ingekomen stukken
boeken.
Met trots vertelde de hals toen aan
ieder, dat hij nieuwe, hoogstbelamg-
rijke bez'gv.cden gekregen had!
SINTRAM*
Binnenland
Van de Residentie en haar
hewonars.
CXCVI1L
Dc el,ill© week ligt nu al bijna achter
onsde ondernemers van publiek©
vermakelijkheden klagen geducht
over den gedwongen stilstand van hun
zak cd). Vooral in dezen vacantietijd,
nu veel personen, die bij het onder
wijs annex ziju, vrij hebben, zouden
voile zulen ie wachten zijn. Er is ech
ter niets aan te doen. Uilvoeringen
mogen niet plaats hebben en daar
mee is alles afgeloopcn. Verschillende
bioscoop-exploitanten laten in dezen
tijd de Passiespolen ver toonen met
orgelmuziek en soms een zangkoortje.
De politie schijnt daarmee accoord te
gaan.
In de nobel© residentie gebeuren
vreemd© dingen. Denk ik nu slechts
alleen aan de schouwburg-misère, die
misschien op 31 Maart een einde zal
nemen.
Dan komt het vraagstuk in den
Raad; of liet er ook zoo spoedig uit
raken zal, betwijfel ik ten zeerste. De
heeren toonen telkens meer lust in
EEN AANSLAG.
In de onmiddellijke nabijheid van
Nijmegen heeft een aanslag plaats ge
had op de auto van den lieer L. uit
Nijmegen. Deze was 's avonds, naai
de N ij m. Cri. mededeelt, omstreeks
kwart over negenen met zijn auto,
waarin behalve hij ze!f 2es dames en
heeren gezeten waren, van den Pias
molen in de richting Nijmegen ver
trokken, toen hij tusschen den Plas-
rnolen en Mook plotseling een boem
dwars over dei weg zag liggen. Do
voortreffelijke lantaarns, waarvan do
auto voorzien is, hadden den lieer L.
in staat gesteld dit dreigende gevaar
op vrij groeten afstand te zien en door
de remmen krachtig aan te zetten ge
lukte het hem enkele centimeters vóél
den boomstam op zij tc trekken. Te
gelijkertijd kwam een met een groo
te revolver gewapend individu uit de
struiken, terwijl hij od een 50 meters
afstand een paar mannen kwamen
toeloopen.
D© met de revolver gewapend©
deed echter niets dan brutaal toezien
en in enkel© oogenblikken kon de auto
weer doorrijden. In Mook werd do
eldwachter gewaarschuwd en terwijl
de dames hier zoo lang achterbleven,
gingen de lieeren met den veldwachter
tenig om een nader onderzoek in to
stellen. Ook do maréchaussé© is ge
waarschuwd. liet is niet onwaar
schijnlijk. dat deze auto-aanslag door
dezelfde indivuen is bedreven als dio
te Kaldenkirchen. De heer L. zal zich
dan ook naar laatstgenoemde plaats
ibegievcn, opdat dj© daar aangehoui
den autobandiet, met hein geconfron
teerd kan worden.
DE LANOWEER-QUAESTIE.
Naar de Fakkel verneemt., zal ©P
over éenige dagen een brochure liet
licht zien van de hand van den gep.
luitenant-generaal W. G. F. Snijders,
over de bekende landweerzaak.
DOOR EEN PAARD GETRAPT.
De arbeider K., van den heer F. to
Apeldoorn, was bezig met 2 paaiden
een akker land om te ploegen op een
half uur afstands van het dorp. Bij
het wenden aan het eind van den ak
ker trapte een der paaiden over da
reep. K. wilde het dier den poot er
weer over heen brengen, doch out-
vïng daarbij zulk een geweldigen slag
tegen het voorhoofd, dat hij bewuste
loos bleef liggen. Geneeskundige hulp
werd ingeroepen, die overbrenging
van den zwaar gewond© naar het zie
kenhuis noodzakelijk achtte, zoo meldt
de Tel.
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAG A VONDPR A ATJE.
"t Spijl nic- dat je vader absent i3,
zei onze neef Wouter, 'k Hel) namelijk
een ïdée'tje, dat ik weTes met hem be
praten wou. Is hij morgenavond
thuis?
Morgenavond? 'k Denk het niel!
zei ik, denkend aan den storm die
zonder eemgen twijfel zou opsteken
als mijn geachte voorzaat, Fidelio Sr.,
merkte dat ik onzen geliefden neef den
weg gewezen had om z'n ideetjes aan
den man te brengen.
Zoo denk je van niet? kwam
neef Wouter wantrouwend. Maar
meteen lichtte 'n blik van satanische
vreugde in zijn oogen, toen hij er bij
voegde: Dan zul ik het jou maar 'es
vertellen!
U neemt me niet kwalijk merk
te 'k bescheiden op maar ik heb het
druk.
Druk? Dat zegt je vader ook al
tijd. Maar zóó druk zal jullie 't wel
nooit hebben, dat je niet eens een ver
standig woordje van je neef zoudt
kunnen aanhooren!
Er was niets aan te doen. Ik luis
terde.
Je moet dan weten begon Wou
ter dat ik me tegenwoordig inte
resseer voor de raadsverslagen van de
gemeenten uit den omtrek. Ik doe dat
niet zoozeer omdat alle onderwerpen,
die in Schoten en Heemstede en Vel
sen en Zand voort en Bln©»nendaal en
de rest aan de orde komen, me belang
inboezemen, maar om de wijze van
werken van die gemeeteraden. Snap
ja dat?
Ik snapte het.
Je begrijpt, dat het mij Sibe
risch koud laat wie er tot lid van een
stembureau wordt benoemd, of me
neer X afwijking krijgt van art. zoo
veel van dc bouwverordening, of dat
er 's avonds verlichting moet komen
hij oen opgebroken straat achterin
Schoten....
Ik merkte bescheiden op, dat er nog
wel andere dingen besproken werden.
Jawel, andere dingen! Belang
rijke dingen, hè? Zooals de Schoten-
sche bouwverordening, bijvoorbeeld
Kijk 'es, daar wou ik j© nou juist
over hebben. Iu vier zittingen heeft de
Raad nu al gepraat over die verorde
ning. En liet resultaat? 'n Goeie der
tig artikelen van de honderd-en-elf zijn
behandeld. Waar moet dat heen?
Duurt zoo iets een jaar? Als ze dat
ding eindelijk en ten laatst© kiaar
krijgen, dan is-ie net precies ver
ouderd, en moeten ze dadelijk weer
een nieuwe gaan maken!
U overdrijft wel 'n beetje...
Jawel, dat zegt je vader ook al
tijd. Ik overdrijf nooit! Staat dit ge
val dan op zichzelf? Heeft de Raad
van Velsen ook niet eens een heelc
reeks van zittingen volgepraat over
een werkliedenreglement, dat geloof
ik maar vijftig artikelen bezat'? Bn
hoe lang doet diezelfde Raad wel niet
over de begrooting?
Nee Jan, jij spartelt nou tegen,
net als je vader doet wanneer ik met
een idéé kom waarvan 't 'em spijt dat
hij er zelf niet op is gekomen... maar
ik hlijf erbij!
Waarbij?
Dat zal ik j© 's vertellen. In die
laatste raadsvergadering in Schoten
moet dc burgemeester, toen 't pu
bliek lastig werd, stilte hebben ver
zocht met de mededeel iug, dat anders
de lieele gemeente wel icon gaan mee
praten. Dat heeft mij op m'n idéé ge
bracht. We moeten de oude volksver
gadering in eere herstellen maar
dan op min of meer constitulioneeleu
grondslag.
Wat bedoelt u nou? stamelde
ik. paf.
Wat ik zeg! snauwde neef.
't Is heelemaal niet moeilijk om daar
een modus op te vinden. Er zou een
voudig dit bepaald moeten worden:
Als een gemeenteraad over eenlg
onderwerp, dat hem ter behandeling
is aangeboden, in totaal tien uur kos-
tolijken tijd heeft verpraat, en hij is
er nog niet mee klaar, dan wordt de
behandeling geschorst, en de burge
meester roept alle gemeentenaren bij
bekkenslag op voor een grooto volks
vergadering, te houden op den zóó en
zeeveelsten van die en di© maand, op
die en di© plaats. Een weiland zal
wel het best geschikt wezen, en die
zijn er in Schoten en in Velsen bijv.
genoeg. Do holle eik, die in oude tij
den hij stamvergaderingen-een onmis
baar attribuut schijnt te ziin geweest.
kan gevoegelijk achterwege blijven.
We leven in een modernen tijd!
Maai-....
Wacht nou 'es even.
De burgemeester leidt de vergade
ring natuurlijk. Hij hoeft niet op een
schild gelieven 1e worden, maar een
hoogen katheder en een scheepsroeper
zal hij noodig hebben. Inmiddels heeft
do deurwaarder van de gemeente bij
t landhek de contróle waargenomen
en alieen aan belastingbetalers tee-
gaiig verleend.
De burgemeester vraagt om stilte,
en begint met er aan t© herinneren
dat de Raad in tien uur er niet in ge
slaagd is (ondanks zijn pogen om het
vroed college tot snel werken te be
wegen) om zich door dit of dat voor
stel heen te worstelen.
Ziet hier (zal hij roe|>en) deze elf
(of dertien, of vijftien, of hoeveel er
anders zijn) mannen, die door het
meerendeel van u, belastingbetalende
burgers dezer gemeente, zijn uitver
koren om haar belangen te beharti
gen. Ziet hen hier, de schaamteblos
op de wangen! Tien uren, tien koste
lijke uren van den officiëelen gemeen
telijken tijd zijn hun niet voldoende
geweest om te beslissen over een voor
stel, aan welks voorbereiding B. en
W. hun beste krachten hadden
wijd... Ik vraag u, hebben zij gefaald?
Jal brult dan de menigte.
Maar als 't nu eens „nee" is?
Zoo'n vraag zou je niet doen, als
je eenlg benul hadt van de psycholo
gie van de massa. De Uiassa, Jan,
handelt op zoo'n moment altijd spon
taan. Die praat geen tien uur over een
voorstel! Die wil wel naar huis!
Maar als ze spontaan handelt,
kon de massa tocli net zoo goed „nee"
zeggen?
Daar weel jii niets van, dat
merk ik alweer. Net je vader, die wil
me ook altijd tegenspreken.
Maar je brengt mé van mijn cha-
iier af.
De burgemeester, dan, roept verder:
Ik vraag u. burgers van deze ge
meente. neemt gij liet voorstel dat uw
vertegenwoordigers niet verpraten
konden, aan?
En dan antwoorden ze „ja" of „nee".
Nee...'? hoe kan dat"? L" zei zoo
even dat do inassa altijd spontaan
„ja" zegt!
Dat lic-b ik niet gezegd. Je ver
draait m'n woorden. Dit is bovendien
een heel ander geval.
Nu dan, zeggen de burgers „nee",
dan is het heek- voorstel van de baan.
En is 't „ja", dan is het zonder meer
aangenomen, eu gaat naar Gedepu
teerde Staten, ter bekrachtiging. Die
antwoorden dan later: „We -zenden
u hierbij terug het besluit uwer ge
meen tenaj-en, genomen den zooveol-
sten, enz."
Je ziet, dé vormen-kwesiie levert
heusch niet te veel zwarigheden op.
Maar ik ben nog niet klaar met m'n
vergadering. Er rest nog één punt. De
raadsleden, die ieder in totaal meer
dan anderhalf uur over het voorstel-
iii-casu gepraat hebben, moeten wor
den gestraft, -om hen cie grapjes voor
goed af te leeren. Een voorstel wordt
gedaan, en de vergadering zegt weer
„ja" of nee', 't Is beel eenvoudig. De
burgemeester stelt de burgerij maar
voor. om ben ©en maand lang liet
zwijgen op te leggen (in letterlijken
zin, weel je, door z© niet in den Raad
t woord ie geven) of hij stelt voor, zo
te beboeten. Dat 's een mooi© nieuw©
bron van inkomsten, voor arme go-
meenten.... J© riet, mijn voorstel is
nog zoo gek met. 't Zou misschien al
leen nog een kleine nadere uitwerking
behoeven....-
De kwestie is maar, dat je de psy
chologie van d© massa snapt....
Wat is hier aim 't handje
vroeg Fidelïo Sr., die juist binnen
kwam.
Niets zei ik een idé© van
neef Wouter 1
Wouter grijnsde.
Je hoort het, Fidelïo. Niets, een
Ldeevan neef Wouter 1 Ja, di© ap
preciaties van je zoon heeft hij niet
van 'n vreemde!
Ik groet je. Als je dat nietsbedui-
dende idéé van mij weer belachelijk
maakt, door het op 'n ironische ma
nier in de krant voor te stelten, dan
zul je meer van me hooren
Neef Wouter zette z'n hoed op. en
vertrok*
JAN FIDELIO.