HiMLEÏS IlKUi GÖUBEN VISIOENEN. TWEEDE CLAD Maandag 21 April 1913 Buitenlandscli Overzicht Ie aigeniesne werkstaking in Galgie. Langzaam maai- zeker breidt de stakingsbeweging zich uit en hoe lan ger de staking duurt, ho© meer ze zich laat, gevoelen in de uitwerking. Teekenend is wat de Antwerpschc correspondent van't Hblcl. schrijft, ïil.: „Men begint nu in te zien, dal, de staking gesteund is op een onwrikba re overtuiging en op een stevigen wil, én dat degenen die haar in 't leven riepen niet zullen rusten vooraleer dat doel te hebben bereikt". 'Vrij zeker kan nu aangenomen wor den, dat er ongeveer 400.000 stakers ïijn. In de provincie Henegouwen aJlecn zijn er 172.017, maar daar liggen ook de groote mijnen en vel© fabrieken. Van de 640(10 arbeiders in Brussel staken er 15,870, dat is sinds Vrijdag al weer een vermeerdering van 560. I n d e A n t w e r p s c h e h a v n. To Antwerpen wordt in de haven nog wel gewerkt, maar d© staking breidt zich wel uit. Men beweert, dat de „Bad-ania 45", dio naar Botterdam wees gezonden oni daar gelost te woi-den, naar Antwer pen nlöest teri.gkeeren omdat d Hollandse he bootwerkers zouden hebben geweigerd schepen van Antwerpen komende, te lossen. De „Werker" schat het aantal sta kers te Antwerpen op 21000. -Nader wordt m-g uit deze havenstad geseind: „De dokwerkers fa Rotterdam heb ben wederom twee lich terse hepen, ko mende van Antwerpen teruggezon den. Zij hebben ook een so l id ante its- jcomïté opgelicht, dat alle goederen, uit Antwerpen herkomstig, terug zal zenden. De ,,Drottning Sofia", die op wég was naar Antwerpen, heeft last ont vangen zich naa: Rotterdam te bege ven. De staking heeft zich thans ook uit- gobreid tot de sigarenmakers en de werklieden in de kleine industrie". Ongeregeldheden. In de laatst© dagen zijn enkele on- gerege Idheclen vo o rgekomen Vrijdagnacht is een schildwacht, die bij een mijn te Ressaix te Chaile- roi dé wacht hield, door twee lieden aangevallen en op den grond gewor pen. De soldaat kon zich staande hou den, totdat bij de nadering van een anderen schildwacht de aanvallers de vlucht namens Een der aanvallers kreeg een bajo netsteek. IJit Leuven wordt geseind: „Op do arbeiders in de werkplaat sen van Nicaise werd door onbeken den geschoten. Later is gebleken,, dat de schoten' niet gelost zijn door stakers, maar door vijanden van den fabriekseige naar, die zich op dezen wilden wre ken". Uit Luik: In de tunnel van Ifalin- sart is ©en verdacht werktuig gevon den." Uit Bergen: „Vrijdag werd te Bai- sieux een geweerschot gelost op een tram, die arbeiders naar een fabriek aan de grens bracht". •Steun voor de stakers. Het Parijseh© socialistische blad „Humanité" bevat een oproep van de socialistische partij om steun voor de Belgische arbeiders en opent een in schrijving, waarop de redactie zelf inteekende voor 1000 fres. Het referendum. De „Nieuwe Gazet" deelt den volle- digen tekst van het voorstel Lorand mede: Het stelt voor de kiezers te raadple gen over de noodzakelijkheid de grond wet te herzien, en het algemeen s'lcra- recht in te voeren: Artikel 1. De burgers, ingeschreven op de kiezerslijsten voor de kiezing van de Jeden der Kamers van Volks vertegenwoordigers, zuilen geroepen worden, om hun meening uit te druk ken over de volgende vraag: „Zijt gij van meerling, dar er reden bestaat, om de grondwet te herzien, om de gelijkheid van stemrecht in te voeren?" Art. 2. De kiezers zullen antwoorden met ja of neen, en met een wit punt zwart te maken, dat op eiken kiesbrief F e u 8 5 et si Ui t het E ii gel s c li van DAVID CHRISTIE MURRAY. -- Ja, jongen, houd het maar zoo lang als je wilt. Kom binnen, juffrouw Bache. Het zal mijn vrouw plaizior doen, u te zien. Een deur achter in den winkel kwam in een kaal vertrek uit, dat er niet uitzag alsof hot dagelijks be woond werd.. De stoelen waren met. wasdoek overtrokken en er was' een kille lucht in de kamer. Achter dit doodse Ire vertrek was de keuken, waar alles lioht en warmte was. Daar zaten de jonge mannelijke Armstrongs aan e>en groote tafel, elk rnet zijn handen in het haar en een boek onder den neus. De jonge vrou welijke. Armstrongs zaten bij den lmard, waar een klein maar helder vuur vlamde. In het Kolendistrict wordt het ge- lieele jaar door gestookt. Allen ston den op, om de nieuw-aangekomenen te begroeten, en op het geluid van stemmen kwam juffrouw Armstrong te voorschijn uit een provisiekamer- staan zal onder «leze woorden, ja of neen. Art. 3. Een koninklijk besluit zal 'de kiezers bijeenroepen. De stemmen zul len opgenomen en opgeteld worden volgens de- bepalingen vaii het kies- wetboek. De art. 4 en 5 behelzen bepalingen over de praktische inrichting dezer raadpleging. Alles zou gebeuren als bij een ge wone lciezing. Art. 6. De regeering zal den uitslag- deaer raadpleging aan den koning, de Kamer en den senaat mededeelen. Zij zal geen andere waarde hebben dan deze van -een petitie aan de wetgeven de macht, (Getc-ekend)G. Lorand, Fléchet, Gocx, Buisset,, Braun, Delvaux. De politieke toestand. De Brusselsche correspondent der N. R. Ct. seint: „Uit talrijke gesprekken die ik met Kamerleden heb gehad, blijft mij de indruk hij dat rechts eene meerder heid zal worden, gevonden om de ïno- t,ie-Masson (om een commissie te be noemen tot bestudeering dei- kieswef- quaosties) aan to nemen. Vele katholieken vinden dat minis ter de Broqueville Woensdag in zijne verklaringen te ver is gegaan. Nu ech ter Masson zijne motie steunt op den tekst der Animales Par lonten tai res, die de premier niet Jcan harroepen, be staat voor- dezen geen middel zich nog terug to trekken. Dinsdag zou aldus de crisis kunnen worden opgelost en de staking ge schorst. al zal er zeker tegenstand hij sommige socialistische' Kamerleden ontstaan. Het voorstel van een volksreferen dum zou hierdoor vervallen. Nooit overigens zou dit voorstel in de Ka mer eene meerderheid hebben gevon den. Op zich zelf sympathiek, was het t© idealistisch. De staking, die deze eerste weck be- •wenderenswaardig kalm is geweest, zal dit verder ook blijven. De verwach ting waarin wij tot aanstaanden Dins dag leven is er een waarborg voor. Alles wijst trouwens op eene ontspan ning, waarvan men hoopt .dat zij de voorbode der eindoplossing zal zijn. Zaterdag is een kabinetsraad ge houden om te beraadslagen bver den politieleen toestand". O© Balkagi=vu8kaa>7. Kaap üea yrede. Blijkens de laatste belachten is in de houding van koning Nikita een wijziging merkbaar, en verwacht men dat zijn besluit tot afstand van Skce- tari niet lang meer op zich zal laten wachten. Zateaxlag is in Cettinje een groote raad gehouden, waaraan ook de ko- niiklijke familie deelnam, can over de Skoetari-quacstie te beraadslagen. De Servische troepen rond Skoetari zijn al aan 't aftrekken. De houding van koning Nikita even- ivel zoo schrijft de „Frankf. Ztg." kan den 'vrede niet meer terughou den. Deze is in aantocht, en in alle diplomatieke kringen acht men het feitelijke einde der vijandigheden reeds '•gekomen-,eu meent men dat de. formeel© vrede ook niet lang meer i p zich zal laten' wachten. De Bulgaren, Grieken en Serviërs nemen do voor stellen der mogendheden aan; zij zijn overtuigd, dat speculeeren óp d-e on- eenigheid der mogendheden ni-et meer baat. Uit Sofia werd aan den „Berl. Lo- kal Anz." geseind: „Na Bulgarije, Servië en Grieken land heeft thans ook Montenegro on voorwaardelijk zijn instemming be tuigd met de laatste voorstellen van •de mogendheden. Een identieke tekst van het genicei schappelijk antwoord kon tot nu niet opgemaakt worden, -daar nog geen overeenstemming ver kregen was omtrent de oorlogsschat ting. Het antwoord van de Balkunbond- genooten is ongeveer als volgt uitge vallen: „Niettegenstaande tusschen de* eischen van de Balkanbondgenooteu; en de. jongste voorstellen der mogend- heden, vooral in de quaestïe van <ie' oorlogsschatting, nog verschil bestaat,, nemen de verbonden Balkanstaten de voorstellen der mogend heden toch aan als grondslag voor de vredesonder- -handelingen met Turkije. Zij behou den zich echter het recht voor zoowel "op de quaestïe van do oorlogsschatting als die van de grenzen van Albanië, de toekomst van de Aegeïsche eilanden en de nauwkeurige vaststelling van de Thracische grens terug te komen. Als de-Ze vrede nu maar niet de aanleiding tot nieuwen strijd wordt, want zooals men weet spant 't tus schen Servjë en Bulgarije heel gevaar lijk. Bulgarije en Servië. Uit Belgrado werd aan den „Berl. Lok al Anz." geseind: „Daar de minis- tje, dat in een hoek van de leeuken -gebouwd was, en gaf baar bezoekers hartelijk de hand. In het helderder licht vertoonde het geJaal van het kind, hoe ouwelijk ook, eene eigen aardigo schoonheid. Zijn groote bruine OQge.il hadden een schrandere, zachtmoedige uitdruk king een vriendelijke trek speelde o,m zijn mond, en zijn dik bruin haar krulde langs een breed en hoog voor hoofd. Armstrong streelde zijn bruine krullen, en de drie meisjes knielden om hem heen en kusten hem. Zqodra hij'kon ontsnapte hij aan hare 'lief- koozingen en liepnaar een knaap .met een groote neus toe, die aan de tafel' zat. Wat lees je, David Och, zeide David, op den sle- pendien toon aan de bewoners van het district eigen, van een jongen, die weggeloopen is, net als Job Round. De oudste jongejuffrouw Armstrong smolt in tranen, en de bestraffende hand der moeder dreigde hem een klap om de ooren te geven, dien de jeugdige zondaar echter behendig ont week. Ga op den winkel passen, David, zei de zijn vader. David verwijderde zich, met een wenkenden vinger naar het kind uit gestrekt, dat hem volgde. Wil jo een vertelseltje hooren, Clem ter-president om geen complicaties te veroorzaken, in do openbare zitting van het parlement niet wilde antwoor den "op do interpellatie dar afgevaar digden van de oppositie over den buitenlandsche toestand en de Bnl- gaarsehe grensquaestie, verzocht hij den leider van de oppositie op het mi nisterie op te komen, waar hij hern de gewenschte ophelderingen gaf. Alle oppositior.ti,aeele partijen blij ven intusschen volharden hij den eisch, dat geen duimbreed van het door he t Servische legerveroverdegebied aan de Bulgaren afgestaan zal w orde n. In het verdrag is over de toekomst van Thracië niets bepaald en daarin kon natuurlijk ook gc-en rekening ge houden worden met de belangrijke 'diensten, die Servië aan Bulgarije zou bewijzen. Het verdrag moet dus, vol gens hen, onvoorwaardelijk herzien worden. Wanneer de regeering dit niet kan of wil bevorderen, dan moet haar de raad maar worden gegeven om af te treden en plaats maken voor een krachtiger regeering. Daar zij echter niet wil aftreden, zal zij zelf de revisie van het verdrag ter hand moeten nemen. Do algemeen© stemming in het land is van dien aard, dat er geen ministe rie te vinden zal zijri, dat l>e- re-id is de wer.schen van Bulgarije in te willigen, daar de inwilliging van eiken nieuwen eisch de Serviërs zou be ro o ven van een deel hunner verove ringen. Albanië.- De Albaneczen hebben besloten een deputatie haar Londen te zenden, ten einde daar propaganda te maken voor hot denkbeeld om een Turkschen prins op den troon van Albanië te plaat sen. Van ile oorlogsvelden. De oorlogsmaatregelen worden eren- wel nog niet ge-lieel ges-taakt De Tur ken brengen b.v. nog geschut, uit Duitschland aangevoerd, naar de li nies bij Tsjataldja. Allsrlel. 't Incidént te Nancy. De officialise „Norddeutsche Ailge- meine Ztg." schrijft naar aanleiding van de maatregelen, door de Fran- sche regeering getroffen in zake het incident te Nancy, dat erkend moet worden, dat de Fransche regeering onverwijld en nog voordat zij in ken nis gesteld was met de verklaring dei- betrokken Duitschei-s, heeft ingegre pen on de ambtenaren voor hunne te kortkomingen heeft gestraft. "„De politieke zijde van de zaak schijnt ons daarmede", zegt het blad, „op bevredigende wijze afgedaan te zijn, natuurlijk wanneer nu nog aan de eisehen, die de benadeelden zullen stellen, wordt voldaan". PARIJS, 19 April (Reuter); De Duit- sche ambassadeur heeft aan minister Pichon de Duitsdhe lezing omtrent het te Nancy gebeurde medegedeeld. Binnenland TWEEDE KAMER. Kuslvcrdediging-ontwcrp. De heer Eland stelt als amende ment voor, in artikel 1 van het ont werp het eerste, punt. aldus te lezen „lo. het verbeteren van werken aan de Wester-Sclieldc" voorts om in art. 5 de woorden „twaalf millioen gul den" te vervangen door „zeven mil lioen gulden". Daar dit amendement geen toelichting bevat doch art. 1 van het ontwerp onder lo. vermeldt „liet maken van een fort bij Vlissingen", terwijl bovendien de door den heer Eland voorgestelde vermindering met 15.000.000 ongeveer overeenkomt met het door de Regeering in het ontwerp uitgetrokkon bedrag voor het maken van genoemd fort, valt uit hel voor stel van den heer Eland af te leiden dat het diens bedoeling is niet over te gaan tot den bouw van dit fort en te volstaan met eenvoudige verbete ring der werken aan de Wëster-Schel- ds. VAN RAADHUIS TOT PALEIS. Men meldt ons uit Amsterdam: Ónder dezen titel zal in liet laatst van de week het reeds sedert gerui- men tijd verwachte boek verschijnen, waarin Prof. Dr. H. Brugmans, ve lerlei historische documenten, op rle quaestie betrekkelijk, heeft' bijeenge bracht. De staking in de typografi sche vakken heeft de verschijning doen vertragen. Het boek wordt, uitge geven door het genootschap „Arn- stelodamum" waarvan Prof. Brug mans voorzitter is. Het werk beslaat 20 vel druks. Het bevat eenige toepas selijke illustraties en een paar platte gronden ter verduidelijking van de inwendige verdeeling op verschil'ende Ja. Vertel mij van den Möjrnïk Tuck en den Zwarten Ridder. Neen, dat is al oude kost. Ken je het verhaal van den Kaffel van Gab- dad Neen, zei de Clera, terwijl hij dicht bij hem ging zitten, vertel mij daarvan. Nu begon David een van de beken de avonturen van cl-en grooten Ha- r-oun Alrascliid te vertéllen, en al spoedig viel Clem hem in de rede. Dat ken ik. Zij staken al cl© lich ten In het groote paviljoen aan, waai de mooie Perzische dame woonde. Daar heeft Job mij van verteld. Maar hij noemde het den Kalif van Bagdad, O, de naam doet er niet toe, zeide David. Als ik een verhaal lees, let ik nooit op de namen. Ik zon niet graag willen, dat ik Job's naam niet goed wist, nu hij weg is, zeide Clem, op emstigen toon. Wat heeft die er mee te maken vroeg David. Dat daclvt ik -maar zoo, ant woordde Clem, te ombepaald dan dat David er iets van begreep. Zou Job weerom -komen Dat weet ik niet, zei David. Onze Grace barst altijd in tranen uit als er over hem gesproken wordt, Misschien hield zij veel van hem, sprak Clean, twijfelachtig. Je bent een rare, Clem, merkte David aan, terwijl hij peinzendt zijn tijdstippen. Aan liet- slot Is een uitvoe rig register geplaatst. De decomenten, bijna 200 'in getal, die met liet jaar 1907 een aanvang nemen, zijn naar tijdsorde gerang schikt. Prof.- dr. IT. Brugmans heeft aan 't Hbld. iets over den inhoud van het wer.lc' verteld: Aan zijne mededeelingen is het vol gende ontleend: Prof. Brugmans haalt stukken aan, waaruit blijkt dat in Fe-br. 1808 het stadhuis door den Burgemeester van Amsterdam zonder èenige poging tot verzet of zelfs van protest, zonder raadjileging met de vroedschap of ook maar niet de Wethoudcren, ter be schikking werd gesteld van den Ko ning. In de eerste dagen van Februari 1808 was men tegelijk met de ontrui ming van het-stadhuis met de in richting van het gebouw als paleis begonnen. De' verandering wekte in alle kringen der Amste.rdam.sche be volking hevige ontstemming. Joh. "Valekenaer schreef toen al: Het stadhuis bezit alle nadeelen en geen enkel voordcel van een niet tot pal-eis bestemd gebouw; het is een uitnemend dienstgebouw, maar voor vorstelijke woning volkomen onge schikt. Lodewijk Napoleon zette evenwel zijn wil door. Na te hebben vermeld hoe nog in het begin van 1810 de Koning zich «iet de voltooiing van de inrichting van het Paleis bezig hield, bespreekt prof. Brugmans de vraag: Krachtens welk recht deed de Ko ning al deze dingen, m. a. w. welke rechten bezat hij of kende hij zich toe op het Paleis? Een akte van overdracht is nim mer gepasseerd. Het eenige, door beide -partijen on der tee,'-.en de stuk, waarin van overdracht sprake is, is de „staat van schilderstukken, meu belen, kasten, enz., welke bij evacuee rt ng van het stadhuis op hetzelve ge bleven zijn," van 5 Maart "1308, na mens den Koning get,eekend d-oo.r den intendant Smissaart en namens de stad door de commissarissen van het stadhuis Pacts van Troostwijk, en Serrurier. Van een eigendomsover dracht is hier echter nergens sprake; het is eenvoudig een inventaris van meubelen, toen op het Paleis achter gelaten en in beheer overgenomen door den Intendant. Met deze overga ve van het overblijvende mobilair ein digde voor commissarissen van het stadhuis het beheer van dit gebouw; den oen Maart 1808 gaat het. in beheer over aan den Intendant. Een bepaalde acte is daarvan niet opgemaakt; maar dat commissarissen het wel al dus beschouwden, blijkt uit hun me- dedeeling aan den Burgemeester drie dagen later;'zij nemen dan hun ont- slag, vermits deze hunne commissie door de op den 5eridezer gedane over gave van ,het tot een .Koninklijk Pa leis bestemde oude stadhuis thans geëindigd was." Den 9en April 1808 heeft dan de plechtige overdracht plaats. De Bur gemeester is in zijn rede, gelijk bij deze gelegenheid voegde, zeer onder danig. Maar hij zegt toch zeer weinig, waaraan de Koning eigendomsrech ten op het gebouw zou kunnen orit- leenen. Zeker, de burgemeester biedt het stadhuis aan den Koning aan en verzoekt hem het door een wettelijke acte aan te nemen en het voor altijd te' verklaren tot Koninklijk Paleis. Maar de Burgemeester verzoekt den Koning tegelijk aan het gebouw d e best mogelijke bestemming tc geven, die van de residentie des Konings; meer dan gebruiksrechten behoeft dat. niet in te houden. W-at de Burgetinearter inl/ussübaii mag hebben bed-oeld, de Koning heeft in zijn antwoord meer gegeven dan een. bloote reflex op de woorden van den eersten magistraat der hoofd stad. In zijn antwoord nam de Koning het aanbod.van het stadsbestuur gaarne aan; maar hij stelde.zich zelf eenige voorwaarden. Vooreerst zou den alle onkosten van de verhuizing vaii 'den zetel van het stadsbestuur komen ten laste van den Staat. Maar bovendien gaf hij te kennen, dat hij liet Paleis slechts voorloopig betrok, ui. tut tiju en wijle, dut op Staats kosten een nieuw paleis te Amster dam zou zijn gebouwd ter vervanging van dat van Den Haag, dat aan bet grooten neus wreef. Je bent geen jongen, maar net een oud mannetje. Vertel mij van den Monnik Tuck en den Zwarten Ridder, hernam Clem. Tiet begin w-eet ik er van, maar je hebt het nooit uitvea-Leld. David begon waar de monnik zingt en de ridder op de deur donderde. Hij bracht de taal van Sir Walter in den Cast!© Barfieldschen tongval over, maar de vertolking was levendig en juist. Zij werden er beiden een half uur mee bezi-g gehouden, en intus schen spraken de „groote menschen" in de keuken over koetjes en kalfjes, en vermeden den naam van Job te no cone n. De jongens waren reeds zoo ver met het verhaal gevorderd, dat de Zwarte Ridder bijna geen avonturen meer .had, toen voor de eerste maal de schorre schel rinkelde, en Ezechiël Round binnenkwam. Geef mij een fleschjo schrijfiiik! van een schilling, zei Ezechiël. Vader riep de -knaap door de open deur achter in den winkel, en Armstrong, in het lezen van 't nieuws van den vort gen dag gestoord, kwam bedaard aanloopen, met zijn bril op zijn voorhoofd geschoven. Hij zag niet dadelijk da.t het Ezechiël was, maar stond achter de toonbank en schoof afgetrokken het een en ander heen en weer, in afwachting van te hooren wat de klant verlangde. domein bestuur was teruggegeven; daarna zou hij het Paleis aan de stad teruggeven; het zou dan weer stadhuis kunnen worden. Of de bel-ofte om' het Paleis aan de stad terug te geven, geheel ern stig was bedoeld, moge in hef, midden blijven; echter zij is gedaan en we mogen haar dus historisch aanvaar den. Maar Ln dat geval blijkt ten dui delijkste, dat den Koning geen ande re dan gebruiksrechten op het ge bouw zijn aangeboden, althans dat geen andere door hem zijn aanvaard en aangenomen; van den eigendom van een object, dat men belooft bin nen een zekeren tijd aan den wetti gen eigenaar terug te géven, kan toch bezwaarlijk sprake zijn. Deze opvatting, dat Lodewijk Na poleon niet andere wenschte dan een tijdelijk gebruik, zij het dan ook voor eenige jaren, wordt nog bevestigd door een ander-stuk: een rapport van den Minister van Binnenlan-dsche Zaken aan den Koning van 11 Novem ber 1808 over de vraag of Amsterdam ook recht had op een schadevergoe ding gedurende den tijd, dat zij haar stadhuis zou moeten missen. Vervolgens doet prof. Brugmans uitkomen hoe het Paleis onder Ko ning Lodewijk geadministreerd en be handeld is als een Kroondomein, hoe wel het volkomen zeker is, dat het wettig daartoe nimmer behoorde; hoe al!© rechten, die de Koning op het ge bouw kon doen gelden, uit den aard der zaak zijn overgegaan op den nieu wen souverein, keizer Napoleon, Mocht men willen aannemen, dat on der den Koning het paleis Kroondo mein was, dan zijn de Keizerlijke de creten niet anders dan een bevesti ging van den Kestaandentoestand, gelijk trouwens uit den- geheelen op zet blij kt. Was het Paleis geen Kroon domein, dan hebben de decreten van Napoleon het daartoe ook niet ge maakt om dezelfde reden, dat, de Kei zer niets anders wilde doen dan den bestaanden toestand bestendigen. Wat Napoleon zelf van de zaak dacht, is niet moeilijk té gissen. Hij beschouwde het Paleis eenvoudig als Kroondomein en wenschte het als zoodanig te behouden; daarvoor dien den zijn decreten. Daarom ook gaat het niet aan, deze decreten te be schouwen als wetten, die den rechts toestand van het Paleis hebben ver anderd. Hierna beschrijft prof. Brugmans de nieuwe verhoudingen, die de No- vcmberopstand van 1813 brac! t. Zoo dra overal de oude vlaggen weer waaiden en de nieuwe regee- rtng in naam van den Prins van Oranje dóór Amsterdam was erkend, kwam onmiddellijk de-wensch bij het Amsterdamsclie volk op om nu ook het Paleis als van ouds weer a!s stadhuis te herwinnen. Reeds den- zelfden 24 November IS 13, toen de. Oranjevlag voor het eerst van dén to ren woei, schrijft Jofian Valekenaer aan L. C. Luzac, dat het Paleis weer stadhuis geworden is. Onmiddellijk en terecht heeft men het herstel der nationale onafhanke lijkheid in verbond gezien met het herkrijgen van het oude stadhuis, De nieuwe Souverein, die den 30en No vember dénvoet op NedeiTandsobeii bodem zette, zou ook dit aan Amster dam aangedane onrecht weer herstel len. Bonaparte had ontnomen; Oranje zou teruggeven. Zoo wenschten liet de toongevende mannen in. Amsterdam. Deze overtuiging heeft men aan don Prins iken-baar gemaakt. Willem I heeft zich naar dezen goe den raad gedragen. Willem I heeft op het oude stadhuis van Absterdam de souvereiniteit over Nederland aan vaard en tevens als eerste daad van souvereiniteit dat gebouw zelf als raadihuis aan-Amsterdam teruggeven. Deze teruggave is geschied bij de 1 ontvangst va.n den Prins aan de Tweehonderd Roe buiten de Haarlem- I merpoort- door het provisioneel be stuur der stad. De officieele notulen van het Provisioneel Bestuur van Amsterdam van 3 December 1813 zeg gen liet zoo duidelijk mogelijk. Drieërlei staat dus vast: vooreerst, dat Willem I den 2cn December '1813 het Paleis aan de stad heeft terug- ge-geven; vervolgens, dat hij liet ge bouw teruggaf a'.s stadhuis, dus niet om het voor het vervolg als paleis te blijven gebruiken; eindelijk, dat hij Geef mij een fleschjo schrijfinkf. vau een shilling, zeide Ezechiël we der. Armstrong zag hem twijfelachtig aan, en toen hij er zeker van was wi-en hij voor had, begon hij op de planken te zoeken. Zend die kinderen naar binnen, zeide Ezecliië! een oogenblik later, en Armstrong gaf liun een t-eeken om heen te gaan. Welnu, wat is uw verlangen? vroeg hij. Iieb je ook iets van mijn zoon Joh gehoord vroeg Ezechiël, op heeschen toon. Geen woord, antwoordde de boekve-rkooper. Ezechiël speelde on rustig met de cachetten aan zijn hor logeketting en liet losse geld in zijn zak. Je leert wijsheid als ieder onzer liet Armstrong er op vol gen. 't Kon wezen dat je wat van hem gehoord hadt, dacht ik, zeide Eze chiël, eii ik hen hier gekomen, om u, eens eu voor al, te zeggen dat, als het zoo was, jo hem kunt zeggen dat hij van mij niets te verwachten heeft. Jé verlangt wat van den jongen te hoóren riep Armstrong. Neen, antwoordde Ezechiël. Als hij u schrijft, kun Je hem zeggen dat ik met hem heb afgedaan voor goed afgedaan. Mail, zeide de Schot, ik heb Onze Lachhoek EEN ZOET GEHEIM. Ach, Emilc, het is zoo schoon, in stille verloofd te zijn, zonder dat iemand er iets van weetAl mijn vriendinnen benijden me daarom I EEN PRACTISCH MEISJE. JongmenschAch, bewaar niet langer het stilzwijgen laat mij iets van uw lippen hooren, dat de hoop m mijn ziel kan levendig houden. Laat mij niet versmachten 1 Het meisje ziet hem teeder aan en vraagt dan Hoeveel salaris heb je en wat is later mijn pensioen? liet teruggaf onvoorwaardelijk. Al leen beeft ihïj den wensch geuit, dat eenige vertrekken voor hem zouden worden in gereedheid gebracht wan neer hij in het vervolg Amsterdam zou willen bezoeken, welke toezegging natuurlijk "gaarne werd gegeven. Dat rleze voorstelling de juiste is, blijkt uit tal van andere getuigenis sen bovendien. Even ontwijfelbaar is het, dat het provisioneel bestuur dit aanbod heeft aangenomen en dus op dien dag weer in het bezit van het oude stadhuis i3 getreden. De vraag, die wel eens is geopperd, of Willem I destijds tot een daad van souvereiniteit bevoegd wo3, behoeft nauwelijks önderzock. Van het oogen blik af, dat Amsterdam het in naam van den Prins van Oranje opgetre den Algemeen Bestuur erkende, dus van 2i November af, gold voor de stad dat nieuwe bewind als landsre- geering. Op Nieuwjaarsdag 1814 verklaarde de Prins zich geneigd een deel van het jaar te Amsterdam door te bren gen, een passend verblijf aldaar te zoeken, maar intusschen voorloopig zijn intrek in het stadhuis te hemen. Duidelijk is geformuleerd wat Am sterdam heeft afgestaan: het voor loopig gebruik vau het door den Prins aan de stad teruggegeven stad huis, tot lijd en wijle in de behoefte' aan een vorstelijk verblijf in Amster dam door den Staat op andere en he tere wijze was voorzien. Ook is dui delijk verband gelegd tusschen het periodieke bezoek van den Souverei- nen Vorst Ie Amsterdam en den voor- ioopigen afstand van liet gebruik van het oude.stadhuis. Dit is intusschen geheel iets an ders dan hetgeen den 2en December wds gebéurd en gedaan. Toen had het den Prins behaagd „het Paleis we derom aan de stad. en burgerij als stuahuis te cedeeren, hoezeer echter te kennen gevende voor het vervolg bij een eventueel verblijf binnen deze vyêl eenige' appartementen in hetzel ve te willen occupeercu." Het Provi sioneel Bestuur had dat aanbod aan genomen, maar tot de uitvoeripg kwam het niet. Maar daarmede was de teruggave van het gebouw niet on gedaan gemaakt. Zonder terug te komen op de door hem gedane cessie van het gebouw aan de stad, bepaalde d© Souverein© Vorst, in Febr. 1814, „dat het groot© raadhuis van Amsterdam" (terecht noemt Willem I hét door hem zelf aan de stad als stadhuis teruggegeven ge bouw het groote raadhuis te Amster dam) „vooreerst nog zal blijven op den tegen woo rdigen voet en behoorlijk ingcrigt ter huisvesting van mij en van de mijnen, zoo dikwijls de om standigheden veroorloven zullen, dat ik rhij in uw midden ophoudt." De stedelijke regeering, akt© ne mende van d© teruggave van het ge-- bouw aan de stad op den 2en De cember 1813, heeft dus den Prins den 2Sen Januari 1814 niets anders gege ven dan ihet 'voorloopig gebruik. MUIZENPLAAG. Te Ruinerivold (Dr.) heerschö een geweldige muizenplaag. - In grooten getale komen ze in de rogrgevelden voor. De akkers hebben daardoor veel te lijdenzoo zelfs, dat te duchten staat, dat het geheele gewas zal ver nietigd worden. Ook in de groenlan den wordt door de Imagers groote schade aangericht. (Zie vervolg Binnenland, pag. 3, 2e blad). met u te deen. Jo kunt misschien wel wat van hem hooren, maar ik vrees dat je hem nooit weer zult ontmoeten. J© hebt den jongen tot wanhoop go dreven. Hij verwijderd© zich een 'oogenblik, .om deur dicht t© doen, en terugkomende, leunde hij over d© toonbank, en sprak op plechüg-fluis- 'terenden toon Hij wordt geadver teerd. Er is een prijs van vijftig guin- jes op zijn hoofd gesteld. Man, man barstte hij eensklaps los, het is hard voor je, maar je hebt het ver diend. Hij zal jé nooit schrijven om je hulp te vragen, daartoe kon ik hem ié goed. Je zult je vleesch en bloed nooit weerzien, Ezechiël Round, ja hebt het met eig©n hand aan Moloch geofferd. Wat heeft hij gedaanvroeg Ezechiël in ontzetting. ITij heeft d-eiizelfden dag, toen hij je verlaten heeft, dienst genomen on der den naam van John Smith, fluisterde Armstrong dat was den vijftienden dezer maand. Op den twee- en-twintigsten heeft hij zich aan een officier- vergrepen en is gedeserteerd, en nu is er een prijs van vijftig guin- jes'op ziin hoofd gesteld. Ezechiël viel op een stapel druk papier neder. Welk een schande, zeide hij. - over een fatsoenlijke familie gebracht! Als hij mij ooit schrijft, en dat doet hij misschien wel, hernam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5