lunEirs tana
GOUDEN VISIOENEN.
koning, lijdt een bestaan mlsseMen
nog somberder dan Pierpont Morgan
deed. Evenals deze voor een bétei-cn
ileus had Rockefeller alles willen ge
ven voor een betere maag, daar hij
zijn geheele leven lijdt aan een maag
aandoening. die hem dwingt een
uiterst matig leven, zonder emotie, tc
leiden. Helaas, hoe stoutmoedig do
moderne chirurgie ook is, zij ziet nog
geen kans magen en neuzen, die de
eigenaars niet meer voldoen, door an
dere te vervangen.
Langen tijd was Rockefeller de slaaf
van zijn millïarden. Het raderwerk
van den arbeid in zaken had hem een
maal gegrepen en daaruit loskomen
kon hij niet. Eerst in zijn G7stc jaar
kon hij voor den eersten keer een
plezierreisje doen en in 1899 verklaar
de hij op een avond in zijn club, dat
hij een salaris van 5 millioen 's ja ars
wou geven aan den mail, die in staat
was hem te vervangen, voor hem te
denken en te handelen. Maar hij
ejschie zooveel dingen, kennis, activi
teit, verschillende eigenschappen, dat
n:emand dien merkwaardigen plaats
vervanger kon vinden, hoewel hij een
commissieloon van twee en een halve
ton gouds aanbood aan wie hem dien
bezorgen zou.
Eerst toen hij alles had opgeofferd,
om dit fabelachtig fortuin te verkrij
gen, begreep Rockefeller, dat er nog
andere vreugde in deze wereld is. dan
het opstapelen van mïllioenen. Toen
hij eens een toespraak hield tot de
jongobeden van de Baptïstenkerk in
de vijfde Avenue te New-York, zoide
hij: „Wat noemt men slagen? Gcid
verdienen Maar is dat wel een suc
ces? De armste man is hij, die alleen
geld heeft. Wanneer ik nu nog kiezen
kon, zou ik niets willen bezitten of
weinig en een doel in het leven heb
ben
Een doel Maar welk andere, schoo
ner en nobeler doel zouden deze mil-
liardairs, die er alleen maar aan ge
dacht hebben zich te verrijken, kun
nen hebben, dan om zich daarna arm
te maken ten hate van hen, die geld
behoeven? Ongelukkig zijn ze, naar
het schijnt, minder geschikt om dat
doel na te jagen dan dat der verrij
king.
Toch gelv'elen de meesten niet van
hunne opeengestapelde rijkdommen
en hun koortsachtig leven maakt hen
weerloos voor do kwellingen der
zenuwo verspa lining.
„Jay Gould," zoo zegt een van zijn
levensbeschrijvers,leidde een uiterst
smartelijk leven en misschien is dat
de verklaring voor de dorheid van
hart, waarvan hij zooveel bewijzen
gaf. Deze man, die de machtigste» on
derworpen had, slaagde er niet in zijn
zenuwlijden te overwinnen. Veertig
jaar lang bezorgde "dé 'vreeselijke
kwaal hem het leven van een verwor
pene. Slaap kende hij niet. Soms steeg
hij. na do prachtige feesten, waarmee
hij twee werelden verbaasde, met
moeite do monumentaio trap op, die
naar zijn kamers leidde, klagend:
„wat ben ik moe, wat ben ik moe."
Dat waren ook de laatste woorden,
die hij op zijn sterfbed zei
Eenige jaren geleden is in Amerika
een boek geschreven door Dr. Mul-
doon, specialist voor zenuwzieken,
die daarin verklaarde, dat het Aiue-
rikaansche volk op weg is naar ont
aarding, juist door de geldkoorts die
daar woedt en waarvan neurasthenie
het eerste gevolg is.
„De meeste millionaire," zoo schreef
hij, komen mijn hulp inroepen. Zij
zijn allen vermoeid en uitgeput dooi
den voortdurenden strijd, dien zij
moeten leveren om een steeds stijgen
den rijkdom te winnen. Én liet ergste
is, dat hun onschuldige kinderen de
gevolgen van dezo betreurenswaar
dige vaderlijke dwaasheid onder
gaan."
Daarbij komt de tirannie van de
vragers, die de milliardairs verplicht
zijn te dragen.
In het vorige jaar was mevrouw
Harriman, de weduwe van den spoor
wegkoning, die 150 millioen gulden
van hem geërfd had, gedwongen de
hulp van de autoriteiten te New York
in ie roepen, om haar te beschermen
tegen de vervolging, waaraan zij bloot
stond van verzoekers en vragers. Niet
minder dan G000 brieven bad zij ont
vangen en het gevraagde bedrag be
liep ongeveer het dubbele van haar
gansclie fortuin.
Een zelfde klacht slaakte Helen
Gould, de dochter van Jay Gould, die
opsomde wat men haar al zoo kwam
vragen en berekende, dat zij 250
millioen 'sjaars noodig zou hebben
om aan alle wenschen te voldoen.
Mevrouw Russell Sage wilde haar
groot fortuin tot philantropische doel
einden gebruiken haar man was
zulk een slaaf van geldzucht geweest,
dat zijn gierigheid spreekwoordelijk
geworden was en hij zich vergenoeg
de met een maal zoo sober, dat de
minste zijner ondergeschikten het be
ter had. Maar zijn vrouw vond in
edelmoedigheid evenmin geluk als hij
jn schraapzucht. Geheele weken
moest zij gevangen blijven op baar
villa te Long Island omdat duizendo
vragers, tegen wier listen bediend- n,
politieagenten noch honden iets ver
mochten, haar huis belegerden en
wachtten, dat zij uitgaan zou. En ou
der al die verzoekers warm maar wei
nig echte armen.
Dan zijn er ook nog de bandieten.
De menschen die te rijk zijn, vreezon
voortdurend voor zich en hun gezin.
Om de bedreigingen van de geheim
zinnige associatie van de gZwarta
Iland" moest Rockefeller zijn prachtig
huis te New York en zijn villa vüii
Pocantico Hills door een legertje par-
culiere detectives laten bewaken.
Russell Sage was zoo bevreesd, dat
zijn lijk na zijn dood nog voor chan
tage zou kunnen dienen, (lal hij aller
lei maatregelen nemen liet. o.a. deze
dat de kist, waarin zijn overschot ru- l
door een electrïsche geleiding verbon
den is met de opzichterswoning van
de begraafplaats, zoodat er alarm
gemaakt wórdt, als bandieten het lijk
zouden willen opgraven.
Maar zelfs wanneer zij ontsnappen
aan bedreigingen en lastige vragers,
hebben de overrijken nog geen plezier
van hun geld. „Het gewicht van mijn
rijkdom verplettert en vermoordt
mij," schreef Vanderbill nader aan
een van zijn vrienden, „ik pluk er
niets goeds en geen enkel genoegen
van
J. C. P.
Buitenlandse!! Overzicht
la algemeens werkstaking In
België.
Hot socialistisch Congres
kwam Donderdag in het Volkshuis te
Brussel bijeen. Er namen ongeveer
duizend gedelegeerden aan de bijeen
komst deel.
Met eon meerde r ho i d van
3/4 der ste rn m. en werd b e s 1 o-
t c n om de staking op te hef
fen en o n m id d o 11 ij k h c t.
werk te hervatten.
Aan de N. R. 'Ct.' wordt gseind:
Alle belangstelling was gericht op
het besluit van het socialistisch con
gres,
Anseele, die namens liet Comité hot
woord voerde, zette uiteen dat du so
cialistische partij voldoende succes
behaalde om nu tot ontwapening tc
kunnen overgaan. De arbeidersklasse
moet, zeide hij, haar eenheid en
tucht tooncn door den arbeid te her
vatten.
in den loop der discussie hield de
heer Vandervelde een la.nge rede,
waarin hij de beteckenis van d-e in de
Kamer aangenomen motie uiteenzette
en verzekerde, dat de grondwetsher
ziening in aantocht is.
Een afgevaardigde van de mijnwer
kers protesteerde tegen de vage be
woordingen van de in de Kamer aan
genomen mot:e, maar verklaarde-, dat
zijn kameraden niettemin den arbeid
zullen hervatten als de meerderheid
van het congres daartoe besluit.
Verscheidene anderen pleitten ef
voor ef tegen hervatting van den ar
beid. De discussie duurde 5 uur.
Buiten het volksgebouw wachtte een
groole menigte op de beslissing, die
dadelijk door de afgevaardigden in
aile richtingen werd wèggeseind.
Volgens de Patriot© is het besluit
om de staking te doen eindigen aan
genomen met 900 tegen 3U0 stemmen.
Aangekondigd wordt dut de commis
sie, belast met het besludeeren van
het kiesrechlvraagstuk, de volgende
week reeds zai worden benoemd en cl
leden zal tellen, te kiezen uit parle
mentaire en wetenschappelijke krin
gen en uit sociologen.
Onmiddellijk is bier en daar al 't
Work hervat. De burgemeester van'
Antwerpen heeft een proclamatie uit-;
gevaardigd, waarir hij met vreugde1
liet eind der staking begroet en de be
volking dank brengt voor haar rosti-
go houding. Hij dankt verder de bur
gerwacht, het leger, do voldwachf, en
dc gemeente-poli tie voor hun bemoei in
gen. de burgerwacht is al naar huis
gezonden.
"t Is evenwel waarschijnlijk, dat niet
alle stakers 't werk hervatten zullen.
In de vergaderingen van enkele syn
dicaten te Mons is met grooie meer
heid van stemme» besloten te blijven
staken.
Ec.n-t hedenmiddag zal men een
overzicht kunnen krijgen, hoe gi .-
't aantal overgebleven stakers nog is.
Ongeregeldheden.
Woensdagavond is een bictilesch,
in welks kurk ©en lent was geplaatst,
ontploft tegen hel huis van een krui
denier ie CJhenee bij Luik. De ruiten
van het huis en hei raamkruis wer
den verbrijzeld. De daders bleven on
bekend.
Do beide infanterie-soldaten, die
Maandag bij Eorchèves deserteerden
en een jager te voet doodschoten, 2ijn
bij Doornik gearresteerd.
De Balkan-vulkaan.
't Is een moeilijk geval.
Uit alles blijkt, dat Montenegro
niet ooedschiiis afstand wii doen van
Skoetari.
Een redovan koning Nikïtaj
In oen toespraak verklaarde de ko
ning van Mor:t'.-negro „dat Skoetari
vau nu aan Menteregrijnsch is. Zoo
Europa er aan dunkt, het aan Monte
negro te ontrukken, moet het die ope
ratie zelf maar komen vervullen".
liet geestdriftig gestemd; Montenc-
grijnsche volk. juichte de rede van zij
koning luide toe.
Interview m e t c en Montc-
n c g v ij n s c h o u d-im luister-
president.
De Matin" publiceert (naar we in
do Tel. lezen) een onderhoud met
Miouchkovitoh, oud-voorzatter van den
Mouten©grijnse!ion ministerraad, eer
ste gedelegeerde van Montenegro bij
do Loiidensclio vredesconferentie der
verbonden Balkan staten en Turkije,
en vertegenwoordiger van zijn land
op do dezer dagen te Parijs te houden
fin»ncieele Balkanconferentio.
Na een overzicht te hebben gegeven
vau de gebeurtenissen sinds het be
gin der belegering van Skoeluri, be
sloot Miouchkovitoh;
.Wat wil Europa nu van ons? Wij
hebben Skoetari genomen. Nu gaat
het gerucht, dat Oostenrijk ons de-
stad weer wil ontnemen. Als Europa
dit toelaat, dan zal Oostenrijk onze
geheele mannelijke- bevolking moeten
uitroeien. Want wij willen de stad
niet aaii Oostenrijk afstaan.
lien paar dagen geleden, voordat
wij lof de laatste bloedige gov échten
Ixïslokm hadden, hebben wij nog aan
de mogendheden gevraagd om een ter-
ritoriciie vergoeding 'toe te staan in
ruil voor het opbreken van liet J-emg
van Skoetari. Wat wij toen verlang
den was een kleine grenswijziging.
Ons verzoete werd afgewezen door de
ge/.anloliconferei.tie te Londen.. Neen,
wij zullen Skoetari met aan Ooslen-
rijk afstaan. De koning, al is zijn w.l
nog zoo goed, verkeert in de onmoge
lijkheid om tce te geven aan den eisen
dér mogendheden. Het. léger en 'geheeli
dc MÓntenogrijnsch© bevolking zou
zich daartegen verzetten... Laat. de
openlioie mooning van geheel Europa
oordcelen tussche» de houding van
liet kleine, arme Montenegro en die'
van de zes groot© mogendheden. Men
heeft ons aanvankelijk laten gelooven,
dat, als wii er in slaagden Skoetari in
te .nemen, "wij de stad zouden kunnen
behouden. Wij hebben oen heklhafu-
gon strijd geveerd, die ons ontzetten-
do offers heeft gekost. Van heei de
mannelijke bevolking van Montene
gro is een derde deel, van 14 tot C'-ó
jaar oud, dood of gewond, En nu ver
langt men van ons. dat wij Skoetari
zouden ontruimen. Onmogelijk! ij
doen nogmaals een beroep op de open
bare meening, die oordeelen zal lus-
solien ons en hen, die dezen onrecht
vaardige» eiscli stellen".
Montenegro en de mogend
heden.
Uit Woenen ordt aan de ..Berliner
Zeitung am MitUg" geseind: .,1» een
telegram, dat graaf Beichtold aar. de
mogenduedeu rectale, woidi ver.angd
dat de mogendheden aan koning Ni-
kita een ultimatum zullen sielien,
Skoetari binnen 48 uur te ontruimen.
Doen dc mogendheden dit niet, dan
zai 0OSteurijk-Hqngarije, met goedvin
den van zijn bondgenooten, zijn poli
tiek zelf behartigen.
Aan ,,'t Berliner Tagcblalt" wordt
uit Weenen geseind:
,,Op de bevolking der Dv-rau-monar-
'cliie heeft de val van Skoetari een
pijnlijken indruk geniuaki, en overal
wordt do politiek van graaf Berehtoid
om haar zwakte op de meest scherpe
'wijze veroordeeld. In alle kringen,'
zelfs onder de arbeiders, kaai men het
woord hooien: ..Wanneer Oosiemrijk
beslister opgetreden ware, dan zou
bet nooit zoo ver gekomen zijn. Waar
om Jiebben wij gemobiliseerd, wan
neer wij ons zoo laten blarneeren door
koning Nikita?" Tn legerkringen
heerscht groote verbittering, en men
hoort van officieren uitlatingen, z»o
scherp, dat men die vroeger niet voor
mogelijk zou hebben gehouden.
Ter plaatse, goed ingelicht bver de
stemming in het ministerie va» bui
ten land sche zaken, wordt verzekerd,
dat graaf Berchtoid thans zeer ener
giek «il zijn. Op de vraag: „Zal Ocs-,
tenrijk ooi: d:t shkKen?'' wordt geant
woord: .'.Tot geen enkelen prijs. Wan
neer ook Europa zich bankroet ver
klaren wil. da» zullen wij thans liïer-
aan niet meedoen".
Of graaf Berchtold lar.g bij deze
krachtige houding zal blijven, moei
afgewacht worden. Hij is in deze cri
sis reeds zoo dikwijls op hei laatste
oogenblik van houding veranderd, dat
menschen, die hem kennen, betwijfe
len, of hij in dit voor Oostenrijk zoo
beschamend o ogenblik eindelijk der.
moed zal hebben, een krachtige poli
tiek te voeren".
Maar is Europa eensgez.ind inzake
de Monleuegrijnsche quaesiie?
Er wofldi verzekerd, dal Duitssh-
land en Italië 't eer.s zijn nu t Oosien-
rijk-Hongarije. maar dan Rusland,
Engeland en Frankrijk?
De houding van Rusland.
Ook te Athene is feest gevierd ter
eere van de inneming van Skoetari.
De Russische gezant hield een rede
en zei o.a.:
„Zelden is een strijd ondernomen,
die rueer in overeenstemming Is met
het heilige doel. dóór Rusland achter
volgd; Itusland's actie bepaalt zich.
niet tot de nieuwe grens van het Sla-!
vïsme, maar bedceit de zegepraal der
beschaving. Rusland wensclit dat de
bondgenoóien de voile vruchten va-ai
hun overwinning zullen plukken".
Zulke redevoeringen zijn niet zonder
gevaar "in deze omstandigheden.
Allsrisl.
De internationale vrede.
Uit Washington wordt geseind:
Minister Bryan heeft zijn plan tot
bevordering van den wereldvrede he
den voorgelegd aan iiet corps diploma-!
tique. Bijna alle ambassadeurs en ge
zanten waren aanwezig op het bu
reau van den minister.
Bryan verklaarde, dat zijn, plan is
liet sluiten van overeenkomsten met
eiken staat, waarin zou worden vast
gesteld, dat alle nuaesti.es aan een cai-j
derzoek zullen worden ondurworpc-n.
Deze overeenkomsten zouden dan in
do plaats treden van alle thans be
slaande' arbitrage-verdragen, die
thans enkele qua es ties van arbitrage
uitsluiten en torens zou worden be
paald dat geen geschil, dat aanlei
ding tot een oorlog kan geven, zon
der onderzoek zul worden gesloten.
Binnenland
Db Coalitie.
DE A-'.-R. DEPÜTATEN-
VERGADEllING.
In do dop u laten vergade ring te;
Utrecht hield Dr. A. Kuyper een rede, j
tot titel hebbende „De Meiboom iu
de kap", waaraan wij liet volgende
ontkenen
Spreker ving zijn rede aan met te
herinneren aan -een oud gebruik, dat
destijds bestond om boven op een in
aanbouw zijnd huis een jonge Mei
boom to binden als een profetie, dat
het afgewerkte huis er zeker zou ko-
men. Zooals de lieden uit den ouden
tijd, i-s ook het volk der ant.i-revolu-
tionuairen aan het bouwen. Eerst zijn
vve uitgeleid uit het diensthuis, daar
na hebben we gedoold in de woestijn.
maar eindelijk hebben we toch liet
eigen erve onder den voet gekregen en
zijn we aan het bouwen gegaan. Niet
van een paleis, maar van hei huis der
opvoeding voor onze gedoopte kinde
ren. Een tempel der eere: de glorie
der vrije school. En na langen strijd
is onze wensch toch vervuld gewor
den thuns IS het ontwerp er. om. bei
onderwijs-artikel in de Grondwet ie
herzien. j
In een wetsontwerp vinden we ein
delijk terug wat de bede onzer begeer-
te en de wenscli onzer hope gold De:
vrije school regel in de Grondwet en
de Staatsschool intredende waar do
vrije school, ontbrak. Eindelijk dan
toch Groan's ziels-innige bede, de
smeeking van ai 'slleeren volk, der
vervulling tegengaande. Wanneer, de
Koningin dit ontwerp tot wet verbeven i
zal hebben, dan zal na een druk van
nogmaals tachtig Spaansche jaren een
tweede monument van burgervrijheid
in ons land gesticht zijn.
Juist om dat grondwetsvoorstel
maakt men van links zich op, om let
terlijk met vei'liet en woede op ons aan
te vallen. Geen zetel haalt ge thans
binnen of ge moei er man voor man
Gr.ze Lachhoek
AAN DE KLRTSTAFEL.
Janssen. Zeg. je kent die aardig»
heid van Frederik den Groote en die»
wisse! wachter?
Pietersen. Nee jij?
Janssen. Jk ook niet. Er waren
toen nog geen wisse.'wachters.
EEN NIMROD.
Wat mij betreft, ik houd va» een
gevaarlijke jacht. Niets armzaliger,
dan zoo'n onbeduidende haas 't licht
uit te blazen; men heeft daarbij niet
de minste ©motie!
Zeg dat niet. Vergun mij. u eena
uit te noodigen op een jachtpuriij bij
mij laatst nog schoot ik twee booren
aan, doodde een van mijn beste jacht
honden en bijna had ik mjju schoon
vader geraak!,
VLEIENDE OPINIE.
ITeer (opstuivend na een ongepast
gezegdej. Wees maar blij «Ut je
geen gedaelitcidezci zijt anders u
je nu zeer bfeleedfgd je gevoelen.
voor vochten. Een „gij of ik or on
der" zal van de overzijde de strijdleus
werden.
Men kan het aan de overzijde maar
nici zeilen, dat men zich de regeer
macht ontgaan zagen het uiterste dor
inspanning zal men niet te groot een
offer achten, om die verloren macht
ons weer te ontrukken.
Vind© de strijd u dan ditmaal vooral
in kloekheid onverdroten, maar blijft
tegc-lijk in al uwe districten van as at
naar overmoed ook maar zsveemeii
zou, gespeend. Wie niet met ons is.
moet tegen ons zijn, want de overtui
ging. waar wij voor opkomen, duldt
geen verwatering. Onze tegenstanders
kunnen niet anders do'on, zo inoefen
tegenover ons staan.
Tntusschen beheei'sclit de vraag 5
„AI dan niet in coalitie" ditmaal meer
dan ooit geheel de positie op hul slag
veld. Jk Ik-weer allerminst, dat we
zonder hei accoord van den Driebond
niet niet eere slag konden leveren. Do
herinnering aan 1901 bewijst liet te
gendeel. Zag men van dc Grondwets-
revisie in zake onderwijs voorshands
al, dan kon liet waagstuk van 1901 ook
nu weer ondernomen worden, en ik
zie niet in, waarom liet niet nogmaals
siagen zou. Maar nu de Meiboom in
de kap staat, kimnen en mogen we
nic-t zoo spreken.
Nu ware die taal dcc zclfgenoeg*
zaamheid roekeloos. Bij grondwets
herziening gaat het er om, of ge drie
maal achtereen bij de stembus saam
ia Bond blijft staan en kan één stem,
die aan hul twee-dorde ontbreekt, u
roods hij de tweede stembus héél den
slag doen verliezen. Art. 195 is hier
on\erhiddelijk. Nu is dit wel pijnlijk,
maar zoo heeft onze God ons hot poli
tieke lot nu eenmaal beschoren. Zoo
goed als de beste versta ik veler heim-
- v.ee, om dan toch eindelijk weer eens
een stembus te krijgen zonder band
van. accoord. Coalitie brengt altoos
benauwing, en die benauwing werkt
-voor de onderscheiden districten soms
zoo stuitend ongelijk. Sliodreclit,
sinds mehschenhéugenls aldoor voor
een der onzen gekomen, elders in
Zwolle of Apeldoorn allo actie voor
eon éigen candidaut voorshands on
herroepelijk afgesneden. Voctal zou
de gekozene in de Kamer zelfs niet
vraagt naar wat ons zeer doet, vergt
het altoos weer voor zulk een cundi-
<kuit optrekken soms meer van het
burgerhart, dat hot in kan willigen.
Gij weet wat storen er nu reeds in
Bodegraven opstak. Met roerenden
ernst wordt door velen weer gehun
kerd naar een geheel vrije verkiezing,
1 Goer, quaes tie vroeg of laat komt
het daar weer toe. Maar juist om aan
dat punt van den weg ooit weer toe to
kranen, is thans ons voegen, schikken
en plooien het wachtwoord van poli
tieke wijsheid.
Eerst, moet, om hel verder te bren
gen, Adrianopel ingenomen, eu óns
Adrïanopcl, dat ons den weg verspert,
is en blijft art. 199. Daarom is met
zoo laai© volhouding do weer inoen-
strengeling van de drie geallieerd©
firma's dan ook nagestreefd. De drie
groepen van aandeelhouders beslissen
er hedên over. 't Liep in lïde en Om
men niet goed cn liet is nog niet wat
het zijn moet. liet lichaam der Chris
tel ijk-lHstorischèn zit nog le onvast
ineen. Er is nog te veel mozaïek en t©
weinig ineengegroeid leven. Maar de
uu verkregen uitkomst is dan toch,
dat tusschen de leidende collega's liet
zoekgeraakt vertrouwen is terugge
keerd, zóó zelfs, dat men samen weer
éun bedoelen koos en dat bij een der
den amok raad te schaffen zal zijn.
ili mag en kan dan ook goen ander
advies geren, dan om èn het politiek,
èn het electoraal accoord, voor wat
onze pari ii aangaat, straks vast te
logger.. Ge hoort nu wel den spotlach,
waarmede men links er zich in ver
maakt hoeft, dat ons politiek ac-
TWEEDE BLAD
Vrijdag 25 April 1913
OM ONS HEEN
No. 1702
Araie Milliardairs.
Ernest Lnut schrijft ïn het Petit
Journal een artikel onder het op
schrift: „het ongeluk om milliardair
to zijn", dat ik, gebruik makende van
do met dezen vlotten journalist ge
troffen overeenkomst, gaarne, in
hoofdzaak, hier vertaal.
„Te Rome is een man gestorven, die
tot de rijkste menschen der wereld
gerekend mocht worden, misschien
was hij zelfs de rijkste wel. Sommi
gen schatten zijn fortuin op 3500 mil
lioen gulden. Wist hij zelf wei, hoe
groot het was?
En die man is van honger gestor
ven Een verschrikkelijke maagziekte
verhinderde de voeding. Welk een
onderwerp voor een prediker: een
milliardair die omkomt van gebrek.
Heeft John Pierpont Morgan dan al
thans een gelukkig leven gehad Zelfs
dat niet.. Zijn biograaf, Kart Hovcy,
verhaalt dat hij op 32-jarigen leeftijd,
toen reeds bezitter vap eenige mïllioe
nen dollars, een jong meisje, lijdende
aan een slccpende ziekte, die niet af
laat, innig liefhad. Aanvankelijk wees
zij hem af, maar te Parijs wist hij haar
jawoord tc verkrijgen, belovende dat
hij zich zou vestigen onverschillig
waar, mits daar maar kans was op
haar herstel.
Na zijn huwelijk gaf hij de zaken
geheel op en wijdde zich aan de zieke,
maar in weerwil van de zorgen, waar
mee hij haar omringde, leefde zij nog
slechts enkele maanden. Na haar
dood keerde Pierpont Morgan naar
Amerika terug en wierp zich met
koortsachtigen ijver op de zaken; om
te vergeten wilde hij zooveel geld
verdienen als maar mogelijk was. En
dat gelukte. De kostbaarste grillen
kon hij zich veroorlovenhij bezat
do mooiste schilderijen, do fraaiste
boeken, de kostbaarste kunstvoorwer
pen, hij gaf belangrijke sommen uit
voor philantropische stichtingen
zelfs smaakte hij jn een moeilijk
oogenblik het genoegen, dat hij het
crediet van zijn land staande wist te
houden.
Maar was hij gelukkig?
Alles wijst cr op van niet.; behalve
de groote droefheid uit zijn jeugd, bad
Pierpont Morgan nog een andere re-
don, om hel leven niet rooskleurig in
te zien-, dezelfde reden, die den armen
Cyrano do Bergerac zoo neerslachtig
maakte. Evenals do held van Rostand
had de natuur aan Pierpont Morgan
een enorm en neus geschonken en nog
Wél een die, erger dan de neus van
Cyranêi roodpaars was en 'geheel be
zet met puisten en wratten. Deze man,
die het toonbeeld van matigheid was,
droeg dus midden in 't gezicht den
schijn mee van dc jammerlijkste on
matigheid.
1-Iet aanhangsel maakte do wan
hoop van zijn bezitter uit. Ten on
rechte zeker, want niemand is aan
sprakelijk voor de kleine lichamelijke
onvolkomenheden, die hij meegekre
gen heeft, cn die neus belette Pierpont
Morgan niet een groot philantroop en
een uitstekend kunstliefhebber tc zijn,;
maar het leven van-den ongelukkigen
milliardair werd er toch door bedor-;
ven eu menigmaal heeft hij ver
klaard, dat hij gaarne tien millioen'
zou geven aan wie hem een neus
verschafte, gelijk aan die van andere
menschen.
Niets beter kan de waarheid aan-
toöii'eh van het gezegde, dat geld al
leen niet gelukkig maakt, dan een
overzicht van het leven van eenige
dier milliardairs, die in werkelijkheid
behooren tot de rampzaligsten onder
de menschen.
John D. Rockefeller, de petroleum
Feuilleton
Uitliet Engelse li
van
DAVID CIIPISTIE MURRAY.
12)
Gij zijt John Smith, hernam Bo-
naventure. zich voor hem plaatsende,
en lachende terwijl hij dit zeide. Gij
zijt zes voet één duim lang; de maat
van uwe borst is één en veertig duim,
wat voor een jonkman van twee-en-
twintig jaar een mooie breedte is;
uw oogen zijn grijs en groot, en uw
haar is blond. De oogen, de lengte,
het haar, dat is allemaal niets, jonge
vriend, en de naam is nog minder dan
niets, maar het leehjkste van 'iet ge
val is dat gij gevolgd wordt door ccn
heest, luisterende naar den naam
Pincher. Knijp dien hond hoe eer hoe
liever zijn strot dicht. Job zeide niets,
maar bood Pincher een stuk worst
aan, die het als een pil inslokte en
meer verwachtte. Monsieur Bonaven-
ture boog zich mei hall gesloten oogen
naar Job toe. nield glimlachend den
eenen voorvinger tegen zijn neus, en
wenkte niet het hoofd als om te ken
nen tc geven dat hij iets zou zeggen,
dat bijzondere aandacht vereïschtc. Ik
ben op !t oogenblik niet rijk. Monsieur
John Smith, en ik zou van ochtend
vijftig guinjes maar voor 't aannorien
gehad hebben. Ik had niets anders
noodig om mij den draad te geven dan
dit, zijn voorvinger van zijn neus ne
mende, en er mede naar den hond
wijzendedat is zoo goed alsof gij u
openlijk bekend maakt.
Vijftig guinjes? zeide Job be
daard. Waarom hebt gij die niet ver
diend'?
Dat zal ik u zeggen, antwoordde
de ander, zijn reusachtige gestalte
fier opheffende en zijn handen een
oogenblik uitstrekkende, alsof hij ze
zwaar langs zijn zijden liet zakken.
Ik ben Hercule Bonaventure.
Job leunde met beide ellebogen op
de tafel, en staarde op den gewitien
muur, terwijl zijn borstelige kin op
zijne handen rustte. Twee of drie
harde kruimels, het overblijfsel van
hét avondeten van den vorigeu dag,
lagen onder het laken en prikten hem
door zijn ellebogen, die door de mou
wen staken. Hij lichtte het laken op,
veegde de kruimels van de tafel af,
hervatte zijn peinzende houding, en
bleef nog eenige oogenblikkcn op
don muur staren. Ilct eenige wat hem
duidelijk voor den geest stond, was
dat hij beloofd had dc-n hond getrouw
te zijn, eu hoe gevaarlijk aat gezel
schap ook was, hij mocht zijn woord
niet breken. In dat besluit was ech
ter nog meer dan het hechten aan
zijn woord. Vroeger had liij nooit ver-
moed welk een norsche hardnekkig-1
heid er in zijn aard iag, eu nu al dc j
machten van wet en gezag het cr op
toegelegd schenen te hebben om hein
van het eenige levend wezen, dat aan
heul verknocht was en hem in zijne
vernedering volgde, te scheiden, was
't alsof elke zenuw in hem gespannen
was om zich daartegen te verzetten.
Zooals hij daar op den gewitte» muur
staarde, zag hij in zijn verbeelding du
hoofdstraat van Castle Barfield cn
hooide hij de slem van zijn vader ach
ter hem vloeken en tieren. Hij zag
weder vensters, die opengeschoven,
deuren, die geoiiend werden, nieuws
gierige buren, die haar hem keken, cn
den trouwen Pincher, die hem in de
straat naliep i .'Vil© kracht van gevoel,
die in hem was, al zijn wrok legen
de wereld, al zijn onverzettelijkheid
van karakter, voreènigdê zich nu tot
slechts één besluit. Zijn tegenwoor
dige schuilplaats was hachelijk ge
noeg, en hij kon er niet zeker van
zijn of zijn gastheer nem niet zou ver
raden of reeds verraden had. Hij was
zonder geld en zonder middelen tot
zelfverdediging, of om lo vluchten.
Terwijl hij pc-ïusde, stak zijn borste
lige onderkaak al meer cn meer voor
uit en trokken zijn wenkbrauwen zich
al dichter en dichter samen.
Die jonkman kan gevaarlijk wor
den voor ieder, die de hand aan hem
slaaL dacht Monsicr Bonaventure
eu na nog een paar malen de kamer
I op en neder gestapt te hebben, zciue.
j hijLuister naar mij. Ik heb u
gisterenavond gezegd dat ik de dien
sten noodig heb van een nan, die
moed en ijver heeft voor dc taak, wel
ke ik hem zal opdragen. Ik zou een
dwaas zijn als ik een onwillige aan
liet werk zette, dat ik te doen heb. Ik
heb vele belasteraars gehad, en men
Heeft mij vele scheldnamen gegeven,
maar niemand heeft mij joït voor een
dwaas gehoucle» dan alleen giste
renavond, liet hij er lachend op vol
gen. In honderd kringen is het een
sprcokwoord geworden „üoo slim als
Bonaveutura". Zijn toehoorder maak
te een ongeduldige beweging. Welnu,
ik zal duidelijk mot u spreken. 3k
moc-t een man hebben, die tot wan
hoop is gedreven, een man. die zelf
moed en kracht bezit, en die, als de
tijd daartoe gekomen is, -onvoorwaar
delijk gehoorzaamt, Zijt gij zulk een
man?
Ik ben genoeg tot wanhoop ge
dreven, dacht Job. Wat zou bij vau
mij willen?
Wie aarzelt verliest mijn vertrou
wen. riep Bonaventure, op ziju hoog-
uioudigston toon. Zijt gij zulk een
man als ik noodig heb
Zeg mij ronduit, antwoordde Job,
wat voor soort van werk gij van mij
verlangt, en dan zal ik cr dadelijk
,ja" of „neen" op zeggen. Maar vooraf
zeg ik u dat ge mij een raad hebt ge
geven, waarvoor ik u geen dank weet.
en clien ik ook niet zal opvolgen. Van
mijn hond scheiden doe ik niet. Dat
wei weten.
Eli bien. hernam Monsieur, ter
wijl hij zijn schouders ophaalde. Den
hond kunt gij behouden, maar ik zeg
u niet ronduit wat ik van u verlang
voordal de tijd gekomen is, of voordat
ik u beter ken. Gij zijt wel wat te
kieskeurig, jonkman, voor iemand, die
zoo bijzonder weinig keus heeft. Als
gij deze deur uitgaat, duurt het geen
vijf minuten of gij valt Jen soldaten
in handen, en als u het vleescli van
den rug gegeeseid is, zult ge wel pleï-
zier hebben van uwe getrouwheid aan
uw hond. Op dit oogenblik sprak hij
zoo verachtelijk, dat al de puntige af
gemetenheid uit zijn toon geweken
was. en toen hij uitgesproken had,
haalde hij zijn schouders tot aan zijn
ooren op, en ook het optrekken van
zijn neus getuigde van onuitspreke
lijke verachting.
Ik heb niet veel keus. dat is
waar, zeide Job. Maar ik wil mij niet
blindelings verkoopen. en niet van
mijn houd scheiden.
Gij kent den man niet. met wien
gij te doen hebi. riep Monsieur, zich
trotseh op da borst kloppende. Ik
ben Hercule Bonaventure.
Ja, zeide de onverstoorbare jon
geling, dat hebt ge mij reeds gezegd.
Dat is misschien in honderd kringen
een naam, die een toovermacht heeft,
maar ik heb hem nooit gehoord vóór
gisterenavond. Maar zeg mij dan
toch wat gij wilt Gij wilt ecu man
hebben, die tot wanhoop gedreven is
Welnu, die man hen ik. Gij wilt een
man hebben, die sterk en niet al tu
bang is? Welnu, die man beu ik
ook. Ik stel u maar twee voorwaar
den van mijn hond wil ik niet
scheiden, en ik wil mij ook niet blin
delings verkoopen. Zeg mij zoo wei
nig als gij wilt, maar zeg mij ten min
ste. iets van het werk, dat gij van mij
verlangt. Ik kan wel reeds verinou
den dat het geen werk voor een dame
is.
Monsieur Bonaventure stond zijn
gast glimlachend, maar op eene boos
aardige wijze, aan tc zien.
Ik zai u zeggen waarvoor ik u
noodig heb, wanneer ik u noodig heb.
en niet eer. Het werk, dat ik te doen
heb, moet duizenden mijlen ver van
Engeland gedaan worden, en zonder
hulp van de gendarmerie, als ik ertoe
kom om het te doen. Dc mannen, die'
mij helpen, zullen rijkelijk beloond
worden en groot gevaar uitstaan.
Als ik hulp heb, moet het zijn van
mannen, die wanhopig, sterk en moe
dig zijn. Die drie dingen weet ik van
u, al ken ik u nog maar één dag.
Wilt ge mij niets meer zeggen t
vroeg Job.
Niels meer, was het antwoord.
(Wordt vervolgd).