lunEirs tana GOUDEN VISIOENEN. koning, lijdt een bestaan mlsseMen nog somberder dan Pierpont Morgan deed. Evenals deze voor een bétei-cn ileus had Rockefeller alles willen ge ven voor een betere maag, daar hij zijn geheele leven lijdt aan een maag aandoening. die hem dwingt een uiterst matig leven, zonder emotie, tc leiden. Helaas, hoe stoutmoedig do moderne chirurgie ook is, zij ziet nog geen kans magen en neuzen, die de eigenaars niet meer voldoen, door an dere te vervangen. Langen tijd was Rockefeller de slaaf van zijn millïarden. Het raderwerk van den arbeid in zaken had hem een maal gegrepen en daaruit loskomen kon hij niet. Eerst in zijn G7stc jaar kon hij voor den eersten keer een plezierreisje doen en in 1899 verklaar de hij op een avond in zijn club, dat hij een salaris van 5 millioen 's ja ars wou geven aan den mail, die in staat was hem te vervangen, voor hem te denken en te handelen. Maar hij ejschie zooveel dingen, kennis, activi teit, verschillende eigenschappen, dat n:emand dien merkwaardigen plaats vervanger kon vinden, hoewel hij een commissieloon van twee en een halve ton gouds aanbood aan wie hem dien bezorgen zou. Eerst toen hij alles had opgeofferd, om dit fabelachtig fortuin te verkrij gen, begreep Rockefeller, dat er nog andere vreugde in deze wereld is. dan het opstapelen van mïllioenen. Toen hij eens een toespraak hield tot de jongobeden van de Baptïstenkerk in de vijfde Avenue te New-York, zoide hij: „Wat noemt men slagen? Gcid verdienen Maar is dat wel een suc ces? De armste man is hij, die alleen geld heeft. Wanneer ik nu nog kiezen kon, zou ik niets willen bezitten of weinig en een doel in het leven heb ben Een doel Maar welk andere, schoo ner en nobeler doel zouden deze mil- liardairs, die er alleen maar aan ge dacht hebben zich te verrijken, kun nen hebben, dan om zich daarna arm te maken ten hate van hen, die geld behoeven? Ongelukkig zijn ze, naar het schijnt, minder geschikt om dat doel na te jagen dan dat der verrij king. Toch gelv'elen de meesten niet van hunne opeengestapelde rijkdommen en hun koortsachtig leven maakt hen weerloos voor do kwellingen der zenuwo verspa lining. „Jay Gould," zoo zegt een van zijn levensbeschrijvers,leidde een uiterst smartelijk leven en misschien is dat de verklaring voor de dorheid van hart, waarvan hij zooveel bewijzen gaf. Deze man, die de machtigste» on derworpen had, slaagde er niet in zijn zenuwlijden te overwinnen. Veertig jaar lang bezorgde "dé 'vreeselijke kwaal hem het leven van een verwor pene. Slaap kende hij niet. Soms steeg hij. na do prachtige feesten, waarmee hij twee werelden verbaasde, met moeite do monumentaio trap op, die naar zijn kamers leidde, klagend: „wat ben ik moe, wat ben ik moe." Dat waren ook de laatste woorden, die hij op zijn sterfbed zei Eenige jaren geleden is in Amerika een boek geschreven door Dr. Mul- doon, specialist voor zenuwzieken, die daarin verklaarde, dat het Aiue- rikaansche volk op weg is naar ont aarding, juist door de geldkoorts die daar woedt en waarvan neurasthenie het eerste gevolg is. „De meeste millionaire," zoo schreef hij, komen mijn hulp inroepen. Zij zijn allen vermoeid en uitgeput dooi den voortdurenden strijd, dien zij moeten leveren om een steeds stijgen den rijkdom te winnen. Én liet ergste is, dat hun onschuldige kinderen de gevolgen van dezo betreurenswaar dige vaderlijke dwaasheid onder gaan." Daarbij komt de tirannie van de vragers, die de milliardairs verplicht zijn te dragen. In het vorige jaar was mevrouw Harriman, de weduwe van den spoor wegkoning, die 150 millioen gulden van hem geërfd had, gedwongen de hulp van de autoriteiten te New York in ie roepen, om haar te beschermen tegen de vervolging, waaraan zij bloot stond van verzoekers en vragers. Niet minder dan G000 brieven bad zij ont vangen en het gevraagde bedrag be liep ongeveer het dubbele van haar gansclie fortuin. Een zelfde klacht slaakte Helen Gould, de dochter van Jay Gould, die opsomde wat men haar al zoo kwam vragen en berekende, dat zij 250 millioen 'sjaars noodig zou hebben om aan alle wenschen te voldoen. Mevrouw Russell Sage wilde haar groot fortuin tot philantropische doel einden gebruiken haar man was zulk een slaaf van geldzucht geweest, dat zijn gierigheid spreekwoordelijk geworden was en hij zich vergenoeg de met een maal zoo sober, dat de minste zijner ondergeschikten het be ter had. Maar zijn vrouw vond in edelmoedigheid evenmin geluk als hij jn schraapzucht. Geheele weken moest zij gevangen blijven op baar villa te Long Island omdat duizendo vragers, tegen wier listen bediend- n, politieagenten noch honden iets ver mochten, haar huis belegerden en wachtten, dat zij uitgaan zou. En ou der al die verzoekers warm maar wei nig echte armen. Dan zijn er ook nog de bandieten. De menschen die te rijk zijn, vreezon voortdurend voor zich en hun gezin. Om de bedreigingen van de geheim zinnige associatie van de gZwarta Iland" moest Rockefeller zijn prachtig huis te New York en zijn villa vüii Pocantico Hills door een legertje par- culiere detectives laten bewaken. Russell Sage was zoo bevreesd, dat zijn lijk na zijn dood nog voor chan tage zou kunnen dienen, (lal hij aller lei maatregelen nemen liet. o.a. deze dat de kist, waarin zijn overschot ru- l door een electrïsche geleiding verbon den is met de opzichterswoning van de begraafplaats, zoodat er alarm gemaakt wórdt, als bandieten het lijk zouden willen opgraven. Maar zelfs wanneer zij ontsnappen aan bedreigingen en lastige vragers, hebben de overrijken nog geen plezier van hun geld. „Het gewicht van mijn rijkdom verplettert en vermoordt mij," schreef Vanderbill nader aan een van zijn vrienden, „ik pluk er niets goeds en geen enkel genoegen van J. C. P. Buitenlandse!! Overzicht la algemeens werkstaking In België. Hot socialistisch Congres kwam Donderdag in het Volkshuis te Brussel bijeen. Er namen ongeveer duizend gedelegeerden aan de bijeen komst deel. Met eon meerde r ho i d van 3/4 der ste rn m. en werd b e s 1 o- t c n om de staking op te hef fen en o n m id d o 11 ij k h c t. werk te hervatten. Aan de N. R. 'Ct.' wordt gseind: Alle belangstelling was gericht op het besluit van het socialistisch con gres, Anseele, die namens liet Comité hot woord voerde, zette uiteen dat du so cialistische partij voldoende succes behaalde om nu tot ontwapening tc kunnen overgaan. De arbeidersklasse moet, zeide hij, haar eenheid en tucht tooncn door den arbeid te her vatten. in den loop der discussie hield de heer Vandervelde een la.nge rede, waarin hij de beteckenis van d-e in de Kamer aangenomen motie uiteenzette en verzekerde, dat de grondwetsher ziening in aantocht is. Een afgevaardigde van de mijnwer kers protesteerde tegen de vage be woordingen van de in de Kamer aan genomen mot:e, maar verklaarde-, dat zijn kameraden niettemin den arbeid zullen hervatten als de meerderheid van het congres daartoe besluit. Verscheidene anderen pleitten ef voor ef tegen hervatting van den ar beid. De discussie duurde 5 uur. Buiten het volksgebouw wachtte een groole menigte op de beslissing, die dadelijk door de afgevaardigden in aile richtingen werd wèggeseind. Volgens de Patriot© is het besluit om de staking te doen eindigen aan genomen met 900 tegen 3U0 stemmen. Aangekondigd wordt dut de commis sie, belast met het besludeeren van het kiesrechlvraagstuk, de volgende week reeds zai worden benoemd en cl leden zal tellen, te kiezen uit parle mentaire en wetenschappelijke krin gen en uit sociologen. Onmiddellijk is bier en daar al 't Work hervat. De burgemeester van' Antwerpen heeft een proclamatie uit-; gevaardigd, waarir hij met vreugde1 liet eind der staking begroet en de be volking dank brengt voor haar rosti- go houding. Hij dankt verder de bur gerwacht, het leger, do voldwachf, en dc gemeente-poli tie voor hun bemoei in gen. de burgerwacht is al naar huis gezonden. "t Is evenwel waarschijnlijk, dat niet alle stakers 't werk hervatten zullen. In de vergaderingen van enkele syn dicaten te Mons is met grooie meer heid van stemme» besloten te blijven staken. Ec.n-t hedenmiddag zal men een overzicht kunnen krijgen, hoe gi .- 't aantal overgebleven stakers nog is. Ongeregeldheden. Woensdagavond is een bictilesch, in welks kurk ©en lent was geplaatst, ontploft tegen hel huis van een krui denier ie CJhenee bij Luik. De ruiten van het huis en hei raamkruis wer den verbrijzeld. De daders bleven on bekend. Do beide infanterie-soldaten, die Maandag bij Eorchèves deserteerden en een jager te voet doodschoten, 2ijn bij Doornik gearresteerd. De Balkan-vulkaan. 't Is een moeilijk geval. Uit alles blijkt, dat Montenegro niet ooedschiiis afstand wii doen van Skoetari. Een redovan koning Nikïtaj In oen toespraak verklaarde de ko ning van Mor:t'.-negro „dat Skoetari vau nu aan Menteregrijnsch is. Zoo Europa er aan dunkt, het aan Monte negro te ontrukken, moet het die ope ratie zelf maar komen vervullen". liet geestdriftig gestemd; Montenc- grijnsche volk. juichte de rede van zij koning luide toe. Interview m e t c en Montc- n c g v ij n s c h o u d-im luister- president. De Matin" publiceert (naar we in do Tel. lezen) een onderhoud met Miouchkovitoh, oud-voorzatter van den Mouten©grijnse!ion ministerraad, eer ste gedelegeerde van Montenegro bij do Loiidensclio vredesconferentie der verbonden Balkan staten en Turkije, en vertegenwoordiger van zijn land op do dezer dagen te Parijs te houden fin»ncieele Balkanconferentio. Na een overzicht te hebben gegeven vau de gebeurtenissen sinds het be gin der belegering van Skoeluri, be sloot Miouchkovitoh; .Wat wil Europa nu van ons? Wij hebben Skoetari genomen. Nu gaat het gerucht, dat Oostenrijk ons de- stad weer wil ontnemen. Als Europa dit toelaat, dan zal Oostenrijk onze geheele mannelijke- bevolking moeten uitroeien. Want wij willen de stad niet aaii Oostenrijk afstaan. lien paar dagen geleden, voordat wij lof de laatste bloedige gov échten Ixïslokm hadden, hebben wij nog aan de mogendheden gevraagd om een ter- ritoriciie vergoeding 'toe te staan in ruil voor het opbreken van liet J-emg van Skoetari. Wat wij toen verlang den was een kleine grenswijziging. Ons verzoete werd afgewezen door de ge/.anloliconferei.tie te Londen.. Neen, wij zullen Skoetari met aan Ooslen- rijk afstaan. De koning, al is zijn w.l nog zoo goed, verkeert in de onmoge lijkheid om tce te geven aan den eisen dér mogendheden. Het. léger en 'geheeli dc MÓntenogrijnsch© bevolking zou zich daartegen verzetten... Laat. de openlioie mooning van geheel Europa oordcelen tussche» de houding van liet kleine, arme Montenegro en die' van de zes groot© mogendheden. Men heeft ons aanvankelijk laten gelooven, dat, als wii er in slaagden Skoetari in te .nemen, "wij de stad zouden kunnen behouden. Wij hebben oen heklhafu- gon strijd geveerd, die ons ontzetten- do offers heeft gekost. Van heei de mannelijke bevolking van Montene gro is een derde deel, van 14 tot C'-ó jaar oud, dood of gewond, En nu ver langt men van ons. dat wij Skoetari zouden ontruimen. Onmogelijk! ij doen nogmaals een beroep op de open bare meening, die oordeelen zal lus- solien ons en hen, die dezen onrecht vaardige» eiscli stellen". Montenegro en de mogend heden. Uit Woenen ordt aan de ..Berliner Zeitung am MitUg" geseind: .,1» een telegram, dat graaf Beichtold aar. de mogenduedeu rectale, woidi ver.angd dat de mogendheden aan koning Ni- kita een ultimatum zullen sielien, Skoetari binnen 48 uur te ontruimen. Doen dc mogendheden dit niet, dan zai 0OSteurijk-Hqngarije, met goedvin den van zijn bondgenooten, zijn poli tiek zelf behartigen. Aan ,,'t Berliner Tagcblalt" wordt uit Weenen geseind: ,,Op de bevolking der Dv-rau-monar- 'cliie heeft de val van Skoetari een pijnlijken indruk geniuaki, en overal wordt do politiek van graaf Berehtoid om haar zwakte op de meest scherpe 'wijze veroordeeld. In alle kringen,' zelfs onder de arbeiders, kaai men het woord hooien: ..Wanneer Oosiemrijk beslister opgetreden ware, dan zou bet nooit zoo ver gekomen zijn. Waar om Jiebben wij gemobiliseerd, wan neer wij ons zoo laten blarneeren door koning Nikita?" Tn legerkringen heerscht groote verbittering, en men hoort van officieren uitlatingen, z»o scherp, dat men die vroeger niet voor mogelijk zou hebben gehouden. Ter plaatse, goed ingelicht bver de stemming in het ministerie va» bui ten land sche zaken, wordt verzekerd, dat graaf Berchtoid thans zeer ener giek «il zijn. Op de vraag: „Zal Ocs-, tenrijk ooi: d:t shkKen?'' wordt geant woord: .'.Tot geen enkelen prijs. Wan neer ook Europa zich bankroet ver klaren wil. da» zullen wij thans liïer- aan niet meedoen". Of graaf Berchtold lar.g bij deze krachtige houding zal blijven, moei afgewacht worden. Hij is in deze cri sis reeds zoo dikwijls op hei laatste oogenblik van houding veranderd, dat menschen, die hem kennen, betwijfe len, of hij in dit voor Oostenrijk zoo beschamend o ogenblik eindelijk der. moed zal hebben, een krachtige poli tiek te voeren". Maar is Europa eensgez.ind inzake de Monleuegrijnsche quaesiie? Er wofldi verzekerd, dal Duitssh- land en Italië 't eer.s zijn nu t Oosien- rijk-Hongarije. maar dan Rusland, Engeland en Frankrijk? De houding van Rusland. Ook te Athene is feest gevierd ter eere van de inneming van Skoetari. De Russische gezant hield een rede en zei o.a.: „Zelden is een strijd ondernomen, die rueer in overeenstemming Is met het heilige doel. dóór Rusland achter volgd; Itusland's actie bepaalt zich. niet tot de nieuwe grens van het Sla-! vïsme, maar bedceit de zegepraal der beschaving. Rusland wensclit dat de bondgenoóien de voile vruchten va-ai hun overwinning zullen plukken". Zulke redevoeringen zijn niet zonder gevaar "in deze omstandigheden. Allsrisl. De internationale vrede. Uit Washington wordt geseind: Minister Bryan heeft zijn plan tot bevordering van den wereldvrede he den voorgelegd aan iiet corps diploma-! tique. Bijna alle ambassadeurs en ge zanten waren aanwezig op het bu reau van den minister. Bryan verklaarde, dat zijn, plan is liet sluiten van overeenkomsten met eiken staat, waarin zou worden vast gesteld, dat alle nuaesti.es aan een cai-j derzoek zullen worden ondurworpc-n. Deze overeenkomsten zouden dan in do plaats treden van alle thans be slaande' arbitrage-verdragen, die thans enkele qua es ties van arbitrage uitsluiten en torens zou worden be paald dat geen geschil, dat aanlei ding tot een oorlog kan geven, zon der onderzoek zul worden gesloten. Binnenland Db Coalitie. DE A-'.-R. DEPÜTATEN- VERGADEllING. In do dop u laten vergade ring te; Utrecht hield Dr. A. Kuyper een rede, j tot titel hebbende „De Meiboom iu de kap", waaraan wij liet volgende ontkenen Spreker ving zijn rede aan met te herinneren aan -een oud gebruik, dat destijds bestond om boven op een in aanbouw zijnd huis een jonge Mei boom to binden als een profetie, dat het afgewerkte huis er zeker zou ko- men. Zooals de lieden uit den ouden tijd, i-s ook het volk der ant.i-revolu- tionuairen aan het bouwen. Eerst zijn vve uitgeleid uit het diensthuis, daar na hebben we gedoold in de woestijn. maar eindelijk hebben we toch liet eigen erve onder den voet gekregen en zijn we aan het bouwen gegaan. Niet van een paleis, maar van hei huis der opvoeding voor onze gedoopte kinde ren. Een tempel der eere: de glorie der vrije school. En na langen strijd is onze wensch toch vervuld gewor den thuns IS het ontwerp er. om. bei onderwijs-artikel in de Grondwet ie herzien. j In een wetsontwerp vinden we ein delijk terug wat de bede onzer begeer- te en de wenscli onzer hope gold De: vrije school regel in de Grondwet en de Staatsschool intredende waar do vrije school, ontbrak. Eindelijk dan toch Groan's ziels-innige bede, de smeeking van ai 'slleeren volk, der vervulling tegengaande. Wanneer, de Koningin dit ontwerp tot wet verbeven i zal hebben, dan zal na een druk van nogmaals tachtig Spaansche jaren een tweede monument van burgervrijheid in ons land gesticht zijn. Juist om dat grondwetsvoorstel maakt men van links zich op, om let terlijk met vei'liet en woede op ons aan te vallen. Geen zetel haalt ge thans binnen of ge moei er man voor man Gr.ze Lachhoek AAN DE KLRTSTAFEL. Janssen. Zeg. je kent die aardig» heid van Frederik den Groote en die» wisse! wachter? Pietersen. Nee jij? Janssen. Jk ook niet. Er waren toen nog geen wisse.'wachters. EEN NIMROD. Wat mij betreft, ik houd va» een gevaarlijke jacht. Niets armzaliger, dan zoo'n onbeduidende haas 't licht uit te blazen; men heeft daarbij niet de minste ©motie! Zeg dat niet. Vergun mij. u eena uit te noodigen op een jachtpuriij bij mij laatst nog schoot ik twee booren aan, doodde een van mijn beste jacht honden en bijna had ik mjju schoon vader geraak!, VLEIENDE OPINIE. ITeer (opstuivend na een ongepast gezegdej. Wees maar blij «Ut je geen gedaelitcidezci zijt anders u je nu zeer bfeleedfgd je gevoelen. voor vochten. Een „gij of ik or on der" zal van de overzijde de strijdleus werden. Men kan het aan de overzijde maar nici zeilen, dat men zich de regeer macht ontgaan zagen het uiterste dor inspanning zal men niet te groot een offer achten, om die verloren macht ons weer te ontrukken. Vind© de strijd u dan ditmaal vooral in kloekheid onverdroten, maar blijft tegc-lijk in al uwe districten van as at naar overmoed ook maar zsveemeii zou, gespeend. Wie niet met ons is. moet tegen ons zijn, want de overtui ging. waar wij voor opkomen, duldt geen verwatering. Onze tegenstanders kunnen niet anders do'on, zo inoefen tegenover ons staan. Tntusschen beheei'sclit de vraag 5 „AI dan niet in coalitie" ditmaal meer dan ooit geheel de positie op hul slag veld. Jk Ik-weer allerminst, dat we zonder hei accoord van den Driebond niet niet eere slag konden leveren. Do herinnering aan 1901 bewijst liet te gendeel. Zag men van dc Grondwets- revisie in zake onderwijs voorshands al, dan kon liet waagstuk van 1901 ook nu weer ondernomen worden, en ik zie niet in, waarom liet niet nogmaals siagen zou. Maar nu de Meiboom in de kap staat, kimnen en mogen we nic-t zoo spreken. Nu ware die taal dcc zclfgenoeg* zaamheid roekeloos. Bij grondwets herziening gaat het er om, of ge drie maal achtereen bij de stembus saam ia Bond blijft staan en kan één stem, die aan hul twee-dorde ontbreekt, u roods hij de tweede stembus héél den slag doen verliezen. Art. 195 is hier on\erhiddelijk. Nu is dit wel pijnlijk, maar zoo heeft onze God ons hot poli tieke lot nu eenmaal beschoren. Zoo goed als de beste versta ik veler heim- - v.ee, om dan toch eindelijk weer eens een stembus te krijgen zonder band van. accoord. Coalitie brengt altoos benauwing, en die benauwing werkt -voor de onderscheiden districten soms zoo stuitend ongelijk. Sliodreclit, sinds mehschenhéugenls aldoor voor een der onzen gekomen, elders in Zwolle of Apeldoorn allo actie voor eon éigen candidaut voorshands on herroepelijk afgesneden. Voctal zou de gekozene in de Kamer zelfs niet vraagt naar wat ons zeer doet, vergt het altoos weer voor zulk een cundi- <kuit optrekken soms meer van het burgerhart, dat hot in kan willigen. Gij weet wat storen er nu reeds in Bodegraven opstak. Met roerenden ernst wordt door velen weer gehun kerd naar een geheel vrije verkiezing, 1 Goer, quaes tie vroeg of laat komt het daar weer toe. Maar juist om aan dat punt van den weg ooit weer toe to kranen, is thans ons voegen, schikken en plooien het wachtwoord van poli tieke wijsheid. Eerst, moet, om hel verder te bren gen, Adrianopel ingenomen, eu óns Adrïanopcl, dat ons den weg verspert, is en blijft art. 199. Daarom is met zoo laai© volhouding do weer inoen- strengeling van de drie geallieerd© firma's dan ook nagestreefd. De drie groepen van aandeelhouders beslissen er hedên over. 't Liep in lïde en Om men niet goed cn liet is nog niet wat het zijn moet. liet lichaam der Chris tel ijk-lHstorischèn zit nog le onvast ineen. Er is nog te veel mozaïek en t© weinig ineengegroeid leven. Maar de uu verkregen uitkomst is dan toch, dat tusschen de leidende collega's liet zoekgeraakt vertrouwen is terugge keerd, zóó zelfs, dat men samen weer éun bedoelen koos en dat bij een der den amok raad te schaffen zal zijn. ili mag en kan dan ook goen ander advies geren, dan om èn het politiek, èn het electoraal accoord, voor wat onze pari ii aangaat, straks vast te logger.. Ge hoort nu wel den spotlach, waarmede men links er zich in ver maakt hoeft, dat ons politiek ac- TWEEDE BLAD Vrijdag 25 April 1913 OM ONS HEEN No. 1702 Araie Milliardairs. Ernest Lnut schrijft ïn het Petit Journal een artikel onder het op schrift: „het ongeluk om milliardair to zijn", dat ik, gebruik makende van do met dezen vlotten journalist ge troffen overeenkomst, gaarne, in hoofdzaak, hier vertaal. „Te Rome is een man gestorven, die tot de rijkste menschen der wereld gerekend mocht worden, misschien was hij zelfs de rijkste wel. Sommi gen schatten zijn fortuin op 3500 mil lioen gulden. Wist hij zelf wei, hoe groot het was? En die man is van honger gestor ven Een verschrikkelijke maagziekte verhinderde de voeding. Welk een onderwerp voor een prediker: een milliardair die omkomt van gebrek. Heeft John Pierpont Morgan dan al thans een gelukkig leven gehad Zelfs dat niet.. Zijn biograaf, Kart Hovcy, verhaalt dat hij op 32-jarigen leeftijd, toen reeds bezitter vap eenige mïllioe nen dollars, een jong meisje, lijdende aan een slccpende ziekte, die niet af laat, innig liefhad. Aanvankelijk wees zij hem af, maar te Parijs wist hij haar jawoord tc verkrijgen, belovende dat hij zich zou vestigen onverschillig waar, mits daar maar kans was op haar herstel. Na zijn huwelijk gaf hij de zaken geheel op en wijdde zich aan de zieke, maar in weerwil van de zorgen, waar mee hij haar omringde, leefde zij nog slechts enkele maanden. Na haar dood keerde Pierpont Morgan naar Amerika terug en wierp zich met koortsachtigen ijver op de zaken; om te vergeten wilde hij zooveel geld verdienen als maar mogelijk was. En dat gelukte. De kostbaarste grillen kon hij zich veroorlovenhij bezat do mooiste schilderijen, do fraaiste boeken, de kostbaarste kunstvoorwer pen, hij gaf belangrijke sommen uit voor philantropische stichtingen zelfs smaakte hij jn een moeilijk oogenblik het genoegen, dat hij het crediet van zijn land staande wist te houden. Maar was hij gelukkig? Alles wijst cr op van niet.; behalve de groote droefheid uit zijn jeugd, bad Pierpont Morgan nog een andere re- don, om hel leven niet rooskleurig in te zien-, dezelfde reden, die den armen Cyrano do Bergerac zoo neerslachtig maakte. Evenals do held van Rostand had de natuur aan Pierpont Morgan een enorm en neus geschonken en nog Wél een die, erger dan de neus van Cyranêi roodpaars was en 'geheel be zet met puisten en wratten. Deze man, die het toonbeeld van matigheid was, droeg dus midden in 't gezicht den schijn mee van dc jammerlijkste on matigheid. 1-Iet aanhangsel maakte do wan hoop van zijn bezitter uit. Ten on rechte zeker, want niemand is aan sprakelijk voor de kleine lichamelijke onvolkomenheden, die hij meegekre gen heeft, cn die neus belette Pierpont Morgan niet een groot philantroop en een uitstekend kunstliefhebber tc zijn,; maar het leven van-den ongelukkigen milliardair werd er toch door bedor-; ven eu menigmaal heeft hij ver klaard, dat hij gaarne tien millioen' zou geven aan wie hem een neus verschafte, gelijk aan die van andere menschen. Niets beter kan de waarheid aan- toöii'eh van het gezegde, dat geld al leen niet gelukkig maakt, dan een overzicht van het leven van eenige dier milliardairs, die in werkelijkheid behooren tot de rampzaligsten onder de menschen. John D. Rockefeller, de petroleum Feuilleton Uitliet Engelse li van DAVID CIIPISTIE MURRAY. 12) Gij zijt John Smith, hernam Bo- naventure. zich voor hem plaatsende, en lachende terwijl hij dit zeide. Gij zijt zes voet één duim lang; de maat van uwe borst is één en veertig duim, wat voor een jonkman van twee-en- twintig jaar een mooie breedte is; uw oogen zijn grijs en groot, en uw haar is blond. De oogen, de lengte, het haar, dat is allemaal niets, jonge vriend, en de naam is nog minder dan niets, maar het leehjkste van 'iet ge val is dat gij gevolgd wordt door ccn heest, luisterende naar den naam Pincher. Knijp dien hond hoe eer hoe liever zijn strot dicht. Job zeide niets, maar bood Pincher een stuk worst aan, die het als een pil inslokte en meer verwachtte. Monsieur Bonaven- ture boog zich mei hall gesloten oogen naar Job toe. nield glimlachend den eenen voorvinger tegen zijn neus, en wenkte niet het hoofd als om te ken nen tc geven dat hij iets zou zeggen, dat bijzondere aandacht vereïschtc. Ik ben op !t oogenblik niet rijk. Monsieur John Smith, en ik zou van ochtend vijftig guinjes maar voor 't aannorien gehad hebben. Ik had niets anders noodig om mij den draad te geven dan dit, zijn voorvinger van zijn neus ne mende, en er mede naar den hond wijzendedat is zoo goed alsof gij u openlijk bekend maakt. Vijftig guinjes? zeide Job be daard. Waarom hebt gij die niet ver diend'? Dat zal ik u zeggen, antwoordde de ander, zijn reusachtige gestalte fier opheffende en zijn handen een oogenblik uitstrekkende, alsof hij ze zwaar langs zijn zijden liet zakken. Ik ben Hercule Bonaventure. Job leunde met beide ellebogen op de tafel, en staarde op den gewitien muur, terwijl zijn borstelige kin op zijne handen rustte. Twee of drie harde kruimels, het overblijfsel van hét avondeten van den vorigeu dag, lagen onder het laken en prikten hem door zijn ellebogen, die door de mou wen staken. Hij lichtte het laken op, veegde de kruimels van de tafel af, hervatte zijn peinzende houding, en bleef nog eenige oogenblikkcn op don muur staren. Ilct eenige wat hem duidelijk voor den geest stond, was dat hij beloofd had dc-n hond getrouw te zijn, eu hoe gevaarlijk aat gezel schap ook was, hij mocht zijn woord niet breken. In dat besluit was ech ter nog meer dan het hechten aan zijn woord. Vroeger had liij nooit ver- moed welk een norsche hardnekkig-1 heid er in zijn aard iag, eu nu al dc j machten van wet en gezag het cr op toegelegd schenen te hebben om hein van het eenige levend wezen, dat aan heul verknocht was en hem in zijne vernedering volgde, te scheiden, was 't alsof elke zenuw in hem gespannen was om zich daartegen te verzetten. Zooals hij daar op den gewitte» muur staarde, zag hij in zijn verbeelding du hoofdstraat van Castle Barfield cn hooide hij de slem van zijn vader ach ter hem vloeken en tieren. Hij zag weder vensters, die opengeschoven, deuren, die geoiiend werden, nieuws gierige buren, die haar hem keken, cn den trouwen Pincher, die hem in de straat naliep i .'Vil© kracht van gevoel, die in hem was, al zijn wrok legen de wereld, al zijn onverzettelijkheid van karakter, voreènigdê zich nu tot slechts één besluit. Zijn tegenwoor dige schuilplaats was hachelijk ge noeg, en hij kon er niet zeker van zijn of zijn gastheer nem niet zou ver raden of reeds verraden had. Hij was zonder geld en zonder middelen tot zelfverdediging, of om lo vluchten. Terwijl hij pc-ïusde, stak zijn borste lige onderkaak al meer cn meer voor uit en trokken zijn wenkbrauwen zich al dichter en dichter samen. Die jonkman kan gevaarlijk wor den voor ieder, die de hand aan hem slaaL dacht Monsicr Bonaventure eu na nog een paar malen de kamer I op en neder gestapt te hebben, zciue. j hijLuister naar mij. Ik heb u gisterenavond gezegd dat ik de dien sten noodig heb van een nan, die moed en ijver heeft voor dc taak, wel ke ik hem zal opdragen. Ik zou een dwaas zijn als ik een onwillige aan liet werk zette, dat ik te doen heb. Ik heb vele belasteraars gehad, en men Heeft mij vele scheldnamen gegeven, maar niemand heeft mij joït voor een dwaas gehoucle» dan alleen giste renavond, liet hij er lachend op vol gen. In honderd kringen is het een sprcokwoord geworden „üoo slim als Bonaveutura". Zijn toehoorder maak te een ongeduldige beweging. Welnu, ik zal duidelijk mot u spreken. 3k moc-t een man hebben, die tot wan hoop is gedreven, een man. die zelf moed en kracht bezit, en die, als de tijd daartoe gekomen is, -onvoorwaar delijk gehoorzaamt, Zijt gij zulk een man? Ik ben genoeg tot wanhoop ge dreven, dacht Job. Wat zou bij vau mij willen? Wie aarzelt verliest mijn vertrou wen. riep Bonaventure, op ziju hoog- uioudigston toon. Zijt gij zulk een man als ik noodig heb Zeg mij ronduit, antwoordde Job, wat voor soort van werk gij van mij verlangt, en dan zal ik cr dadelijk ,ja" of „neen" op zeggen. Maar vooraf zeg ik u dat ge mij een raad hebt ge geven, waarvoor ik u geen dank weet. en clien ik ook niet zal opvolgen. Van mijn hond scheiden doe ik niet. Dat wei weten. Eli bien. hernam Monsieur, ter wijl hij zijn schouders ophaalde. Den hond kunt gij behouden, maar ik zeg u niet ronduit wat ik van u verlang voordal de tijd gekomen is, of voordat ik u beter ken. Gij zijt wel wat te kieskeurig, jonkman, voor iemand, die zoo bijzonder weinig keus heeft. Als gij deze deur uitgaat, duurt het geen vijf minuten of gij valt Jen soldaten in handen, en als u het vleescli van den rug gegeeseid is, zult ge wel pleï- zier hebben van uwe getrouwheid aan uw hond. Op dit oogenblik sprak hij zoo verachtelijk, dat al de puntige af gemetenheid uit zijn toon geweken was. en toen hij uitgesproken had, haalde hij zijn schouders tot aan zijn ooren op, en ook het optrekken van zijn neus getuigde van onuitspreke lijke verachting. Ik heb niet veel keus. dat is waar, zeide Job. Maar ik wil mij niet blindelings verkoopen. en niet van mijn houd scheiden. Gij kent den man niet. met wien gij te doen hebi. riep Monsieur, zich trotseh op da borst kloppende. Ik ben Hercule Bonaventure. Ja, zeide de onverstoorbare jon geling, dat hebt ge mij reeds gezegd. Dat is misschien in honderd kringen een naam, die een toovermacht heeft, maar ik heb hem nooit gehoord vóór gisterenavond. Maar zeg mij dan toch wat gij wilt Gij wilt ecu man hebben, die tot wanhoop gedreven is Welnu, die man hen ik. Gij wilt een man hebben, die sterk en niet al tu bang is? Welnu, die man beu ik ook. Ik stel u maar twee voorwaar den van mijn hond wil ik niet scheiden, en ik wil mij ook niet blin delings verkoopen. Zeg mij zoo wei nig als gij wilt, maar zeg mij ten min ste. iets van het werk, dat gij van mij verlangt. Ik kan wel reeds verinou den dat het geen werk voor een dame is. Monsieur Bonaventure stond zijn gast glimlachend, maar op eene boos aardige wijze, aan tc zien. Ik zai u zeggen waarvoor ik u noodig heb, wanneer ik u noodig heb. en niet eer. Het werk, dat ik te doen heb, moet duizenden mijlen ver van Engeland gedaan worden, en zonder hulp van de gendarmerie, als ik ertoe kom om het te doen. Dc mannen, die' mij helpen, zullen rijkelijk beloond worden en groot gevaar uitstaan. Als ik hulp heb, moet het zijn van mannen, die wanhopig, sterk en moe dig zijn. Die drie dingen weet ik van u, al ken ik u nog maar één dag. Wilt ge mij niets meer zeggen t vroeg Job. Niels meer, was het antwoord. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5