lira's Dra GOUDEN VISIOENEN. dat iedereen iederen anderen dorps-) genoot kent. Daarvoor zijn wij te dicht bij de stad en wie zal er om treuren, dat hij 'niet van allen in de buurt bezoeken ontvangen en hun die terugbrengen moet? Een paar kennis sen die hem sympathiek voorkomen en daarmee uit. Ilier komt het echte dorpsleven, zooals 't in den Gekler- schcn achterhoek of op de Utrechtsche plaatsjes beslaat, nooit in. Anders zouden de meesten het er waarschijn lijk niet kunnen volhouden, omdat die dorpelingen op de grens van een stad tocli in denken en wensclien met één been in die stad zijn blijven staan en aan het stadsleven behoefte hebben. En terwijl ik dit schrijf, zingt het', vooglenkoor, links en rechts en over-' al, zijn hoogste lied, snort een brutale, bij dé khmer in; 'draait, even rond en' vaart," al gonzend weer heen, de volle zon tegemoet. Zacht ïuischen. de iepen in den voorjaarswind, die voorzich tig do teëre violen schudt In den tuin. Aan de stamrozen, pas van het vvin- terdek ontdaan, gloeien de knoppen, vol heerlijke beloften. En in den at mosfeer hangt een zachte geur van „bloem en plant, van wie weet waar: gekomen, misschien wel van de groep meidoorn, sering en gouden regen, die in gïndschen tuin bloeit in schit terende kleurenpracht. Zoo is het In.ïten in den zomer. ■Straks komen de stormen en regen vlagen, de sreeuwbuièn' en scheme oostenwinden, evengoed als in de stad, misschien zelfs wel milder en ruimer dan daar, waar immers ieder i huis het naaste huis beschut. Maar dat kan den huilenman niet beangsti gen, die het zich evengoed als in de stad, gezellig maakt-insschen de mu ren en die al weer de komende lente speurt, wanneer het voor den stads- mensch nog volop winter is. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht T.' e driejarige dienst; ij d in F r ankr ij k. In den Dinsdag gehouden minister raad werd den minister van Oorlog opgedragen de Kamer te verzoeken, onmiddellijk het ontwerp op den drie jai igen diensttijd in behandeling "e nemen, zoodra het verslag zal zijn verschenen. De minister van Oorlog bracht rapport uit van de zending van generaal Pau, den leger-inspecteur, naar de oostelijke garnizoenen, om een onderzoek in te stellen naar de incidenten te Tóul en Belfort. Hij stelde voor ooi, .zoodra- de- feiten tot klaarheid zijn gebracht, de noodige maatregelen te nemen. Uit - - 1 Belfort komen weer berichten omtrent sa-- ni:ö n sp ann ingen. lu de chambrces van het 35ste regi men I. hadden geheime. samenkomsten plaats. Enkele onruststokers hadden met kameraden van andere regimen ten plannen gemaakt voor een beloo ging in de stad, maar de zaak kwam te spoedig aan het licht. Zoo .ontston den er relletjes, d'e echter, dank zij de krachtige houding der officieren, geen uitbreiding verkregen. Een ser geant-majoor werd mishandeld, doch hij deed door anderen een-der ergste belhamels achter slot en grendel brengen. Toen hieven twee- tot drie honderd soldaten de „Internationale" ,en andere revoLutioniiaire liederen aan. Op dat oogenblïk kwamen de reservisten van het 242ste regiment,, die wegens plaatsgebrek onderge bracht zijn op de chambrées van het 35ste regiment, terug van een effe ning. Dank zij hun houding gingou de betoogers uiteen. Den geheelen n.icht werd in de stad gepatrouilleerd, doch er deed zich verder geen inci dent voor. De regimentscommandant nam de noodige maatregelen om een herha ling te voorkomen. Aan het jaarlijksehe feestmaal van do radicale en radicaal-socialistische partij, dat Zondag te Parijs gehouden js, heeft de oud-premier Caillaux een redevoering gehouden tegen den driejarigen diensttijd. Hij gaf toe, dat de gewijzigde in ternationale toestand dwingt tot giooter krachtsinspanning op militair gebied, maar dit moet geschieden in de richting van een nationaal (volks) leger en niet in die van een beroeps-: leger. Onidat oen nabuur, die daartoe de menschen beschikbaar heeft, nu streeft naar een sterk beroepsleger, zeide Cailhuix, is dat toch geen reden voor ons. hem te volgen op een weg. d e onvermijdelijk tot onze Inferiori teit moet leiden, daar de ander nu meriek ons de baas is. De héér Gaillaux wilde liet genees middel zoeken in een strikte toepas sing van de wet van 1905, verbetering der reserves, doelbewuste organisatie van rlc voorbereiding der jeugd voor de militaire africhting, verbetering en uitbreiding der permanente wer ken aan de oostgrens, posit ie-verbete ring 'der officieren en verjonging en training van het kadef. Do oud-premier betreurde het, dot van dit alles niets was voorgesteld en dat men zijn heil had gezocht in een verlenging van den diensttijd. Hij wees er op, dat dit jaar langer dienen voor de bevolking beteekent een aan zienlijke vermeerdering der belasting en -vermindering van productiviteit, Wij, aldus verklaarde Caillaux ten slotte, wij kunnen het regceiings- oiuwcrp niet aannemen. Wij geven alleen toe, dat eenige vermeerdering van diensttijd noodig is om tegemoet te komen aan het gebrek aan samen hang tusschen de lichtingen en om de africhting der bereden wapens te ver zekeren. De radicale pers beijvert zich le doen uitkomen, dat het standpunt van Caillaux niet zoo heel veel ver schilt van dat van Barthou, immers ook de eerste acht verlenging van diensttijd noodig, zij liet dan ook niet mei. een vol jaar. zoodat een compro mis (usschen beide stelsels alleszins mogelijk schijnt. De „Lanterueis van oordeel, dat een schikking op den grondslag van de wet van 1905. wat den duur van den dienst betreft, zeer goed mogelijk is. In hoofdzaak echter moet de na druk gelegd worden op een verander de opleiding van den aanstaan den soldaat (dus vóór hij in de ka zerne komlj en diens verplichtingen na liet verlaten der kazerne. De vraag is, of de regeering ook in die richting voor een schikking te vinden is. De „Lanterue" meent van wei, en gelooft ook, dat de republikeinse he partij daarmede zul kunnen instem men.. OMTRENT DEN BALKAN. De ambassadeurs conferentie. De ambassadeurs zijn gistermiddag weer bijeen gekomen in het ministerie van billlenlandsche zaken. De conferentie duurde drie uur en werd daarna verdaagd tot Maandag. Iia bespreking kwamen de oordeel vellingen van de verschillende regeo- ringen over de bepalingen van het Oostenrijksch-ltaliaansclie concept met betrekking tot de administratie van-Albanië. Niet een daarvan heeft .een beslissend karakter. De bijeenkomst kenmerkte zich door besliste eenstemmigheid ten opzichte van de noodzakelijkheid voor de ge allieerden, om onmiddellijk de vredes- p_ii minrtiren te teeltenen. De,conferentie legde er den nadruk óp; dat wanneer de Balkanstaten dat, 'dofiiii' zij; vrede, sluiten met iEwkïjer, •zender flat dit invloed heeft op, hun recht, cum met de mogendheden té sproken over de cjuaesties, door hen aan'.'de beslissing der mogendheden toevertrouwd. Deze zullen ieder afzonderlijk In de Balkan-hoofdsteden deze zienswijze onder de aandacht -brengen. De Oosten rij ksclie mi nister-presi dent diende de voorloopigc hegrooting voor het 2de kwartaal van 1913 in, en verklaarde bij de toelichting daar van, dat de houding van Oosten- ij k in de Balkan-quaestie beheerscht wordt door het beginsel, de ontwikke ling en onafhankelijkheid der Balkan- sinten te bevorderen. Uit de toepassing van dit beginsel vloeit 'voort, dat eveneens gehandeld is in betrekking tot het Albaneesclie element. Oostenrijk heeft zicii ten doel gestéld, een autonoom Albanië te scheppen en de-u status quo aan de Adriatische Zee te handhaven. De minister gaf vervolgens een his torisch overzicht van de gebeurtenis sen sinds den aauvang van den oor log. en voegde daaraan toe, dat de monarchie ui volkomen overeenstem ming heeft gehandeld met Italië, dat bereid was met haar samen te wer ken \oor de constitueering van een onafhankelijk Albanië. De minister zeide, dat men binnen betrekkelijk korten lijd het sluiten van den vrede tusschen Turkije endc Ba Ik.-instaten mug verwachten. Hij herinnerde voorts aan de maat regelen betreffende het afdanken van de reservisten. De lichtingen in de militaire concentratie aan de zuider grens zullen naar huis worden gezon den, naarmate de toestand in den Balkan verbetert. DeV re desonder- ha n delingen. De eerste gedelegeerden van de Bal kanstaten zijn om vier uur gisteren middag samengekomen in Claridges- hotel, waar de Grieksche gedelegeer den hun intrek hebben genomen, om te spreken over hun houding in zake het teekenen van de vredes-preljmi- nairen. De bijeenkomst duurde twee uur en werd bijgewoond door alle gedele geerden. Er was een drukke, heel vriendschappelijke gedachtemvisse- ling" over het voor en tégen van het teekenen der vredes-preliminairen in hun tegenwoordigen vorm. Eindelijk is men het eens geworden over het concept van wijzigingsvoorstellen, dat aan de mogendheden officieus zal worden aangeboden, waarschijnlijk reeds morgen. Over .'.ij de stemming te Sofia verneemt de"„PoUL Korr.", dat deze in officieele kringen wegens de ver traging bij de vredes-preliminairen zeer slecht is geworden. Men rekent er op, dat de Lon dense lie ambassa deurs-conferentie stappen zal doen, opdat de prélimiiiairen zullen wor den geteekend. In geval de houding der bondgenooten opnieuw vertraging zju brengen, zal de Bulgaarsche re geering elke verantwoordelijkheid af wijzen voor de gevolgen, die hieruit kunnen voortvloeien. De Suffragettes. Er weid in Hydepark een v rouwen- kiesreciitiiieetlng gehouden, waarbij het publiek de bezadigde spreeksters hoffelijk aanhoorde, maar nauwelijks wilden militante dames ook een woordje in het midden brengen, of daar was 't lieve leventje gaande. Bereden en onbereden politie, bij twintigtallen, moesten er bij te pas komen, o-n de „militanten tegen de woede van het publiek in bescherming te nemen. Een barer maakte een be nauwd oogenblïk door, toen zij zich enkel door één politie-agent begeleid door een woedende menigte zag om ringd. Bijtijds daagde nog bereden politie op omhaal' te-ontzetten, waar op zij zich in ..-ei» auto uit Je voeten kon maken. Mejuffrouw Christabel Pankhurst deelde aan den correspondent van de „St. James Gazette' mede, dat zij niet voornemens was. Parijs te verla ten. Dai is te begrijpen, ze zit duur wel zoo veilig. De toestand in China. Aan de „Daily Telegraph"' wordt uit Peking geseind, dat nu niét langer kan worden ontkend, dat de Noord- Chinéosche troepen velschillende be wegingen uitvoeren, die ten doel hebben, alle strategische punten aan den Boven-Yangise te bezetten tot Kïoekjung, benedenstrooms van Woetsjang. Deze beweging is gericht tegen de ten zuiden van den xangtse gelegen provinciën Hoehan en Kiangsi, centra van ontevredenheid over den huldi gen loop van zaken en feitelijk in op stand tegen het centraal gezag. Reeds móet de toetöè (gouverneur), van Kiangsi troepen gezonden hébben naar de grens van het aangrenzende Hoepoli," waar, gelijk gemeld werd, Yoean Sji Kai op de troepen onder den vice-president Li Yoean iïoeng kan rekenen. De benedenloop van den Yangtse, namelijk van Kioekjang af. is niet in deze bewoging begrepen, maar men meldt, dat. generaal Tsjang Ilsoen, die nog steeds langs don spoorweg van Tientsin naar Poekou staal, den last ontving, om zich gereed te houden voor den opniarsch, wélke dun tegen Nanking zou zijn gericht. Tevens wist de Pekingsehe pers mede te doelen dat alle in de omgeving der Chinoo- sche hoofdstad geconcentreerde troe pen werden gewaarschuwd, dat hun ne diensten elk oogenblik kunnen wor den gevorderd. Intusschen wordt te Peking de par lementaire strijd voorigez'.en eik- poging in liet werk gesteld, om de verwezenlijking van het program der koeö-mi n-iang te beletten. Hoe sterk de machthebbeadeu te Peking zich gevoelen, kan echter worden afgeleid uit de veie inhechtenisnemingen e.i daaropvolgende terechtstellingen, die in den loop der v orige week hebben plaats gehad. Zoo werd, nu juist een week geleden, een bekend Kanton- neesch generaal. Tsjeng Yoe Sjoe, oen 21-jarige, die zich tijdens de revo lutie grooten naam had gemaakt, ont hoofd, hetgeen in de Cbineesche we reld groot opzien heeft gebaard. Alles samenvattend kan men zeg gen, zoo seint deze berichtgever, is de toestand in China nu zoo. als hij nog niet geweest is, zoodal mei: zich op verdere verrassingen kan voorberei den. Onze Lachlioelt NIET ERG! A. Kom, fietsen gevaarlijk? Ik rijd nu al drie jaar en heb nog maat* één accident gehad, en dit vond ik nie: erg. U. Wat heb je dan gebroken? A. Sléchts een been. IJ. Slechts een been! Me dunkt, dat is genoeg voor "n gewoon mensch. A. Ja, maar 't was het been van den man, die mij leerde fietsen. NAAR VERKIEZING. Hospita: Wil u koffie, thee of clic colade, meneer Snuiver? Commensaal: Net zooals u 't noc-mei wil, juffrouwl Binnenland HOFBERICHTEN. •Maandagnamiddag' heeft H. M. de Koningin met eenige dames en heereh. van Haar gevolg een glooien tocht per auto gemaakt. Om drie uur van het.'Loo vertrok ken, reed H. M. over Ixtenen en Die ren en stalk bij Doesburg den IJssel over. Van hier weid met een omweg over Keppel naar Zutphen gereden. II. M. keerde over Voorst naar het Loo terug en kwam daar te zes our TEGENSPRAKEN. Titans wordt gemeld, dal het be richt volgens hetwelk H. M. de Ko ningin op Vrijdag 9 Mei jl. aan het lluis ten Bosch een bezoek heeft ge bracht, in verband waarmede wordt gebracht een aanstaand verblijf der Koningin in dit Paleis, op een vergis sing berust. II. if. Heeft dien dag het Huis ten Bosch niet bezocht. HET KAMERLID MR. F. JANSSEN. Door de benoeming van mr Aug. Savelberg, te Maastricht, tot lid van den Hoogen Raad der Nederlanden is er een vacature gekomen als rechter in de arrondissements-recht- bank le Maastricht. Naar men uit parlementaire krin gen aan „De Tijd" schrijft, moet voor de aanvulling dezer vacature zeer ernstig in aanmerking kamen mr. Frans Janissen, advocaat-procureur le Maastricht, plaatsvervangend rechter, lid der Tweede Kamer. Bij een evontueele benoeming tot rech ter in de air. rechtbank te Maas tricht, zou mr. Janssen, naar hel blad van gezaghebbende zijde meent te kunnen medédêêlen, het Kamerlid maatschap niet langer ambiëeren. Reeds nu worden namen van- per sonen genoemd, die een oog slaan op den eventueel vacant komenden ze tel. HET DOODVONNIS VAN NAATJE. Zooals men weel. komt op liet pro gramma van de feestcommissie Plan 1913 ook voor het plaatsen van een blijvend monument op den Dam, ter vervanging van het.beeld, bekend Onder dén po'pulaïren naam van „Naatje". 't Voorstel werd reeds in een ver gadering van de Raadhuïs-Dain-coiii- missie ter .sprake gebracht, en daar bleek, dat de heeren zicli uitmuntend niet Naatje's verdwijning konden vereenigen. I-let moet in de bedoeling liggen den Dam een masten-versieiïi.g le geven, zooals men die op het Sl. Mar- cusplein le Venetië aantreft. De plannen dienaangaande zijn echter nog niet in bijzonderheden vastgesteld. (Tel.) KON 1NKL1J RE' 11OLLANDSCHE LLOYD. Gister werd te Glasgow met goed gevolg te water gelaten het dubbei- schroefstoomschip Gelria, voor den Koninklijken Hollandschen Lloyd, in aanbouw op de werf van de firnia Alex. Stephen en Sons. Ltd.. aldaar. Hei -stoomschip is 560 voet lang. 55 voet G duim breed en 39 voet hol, heeft een bruto inhoud van 14.200 tonnen en een waterverplaatsing van 20.700 tonnen. Het wordt ingericht voor het vervoer van 280 eerste kl. en 220 middel kl. passagiers, terwijl in dé verbeterde derde klasse plaats is voor 135 en in de gewone 3e klasse oor 000 passagiers. Hel schip zal bovendien ruimte bieden voor het vervoer van eene aanmerkelijke hoeveelheid la ding. Het vaartuig wordt voorzien van de modernste veiligheids -en zekerheids- inrichtingen op 'het gebied van passa giersvervoer; Marcui.i's drnadlooze te legrafie, Stone Lloyd's systeem voor automatische gelijktijdige sluiting van de commandobrug of dei water- TWEEDE BLAD Wosnsday 21 Mei 1913 OM ONS HEEN No. 1714 B uiten. Wie do. stad verlaat om in de on middellijke nabijheid buiten te gaan wonen, hoort onmiddellijk, min of meer verholen, de veronderstelling uiten,' dat hij de belasting ontloopt. Er ligt in dat verwijt altijd iets grie vends, motets van: „je laat je aan deel ini de algemeen© kosten door on deren dragen", maar in de werkelijk heid is liet verwijt bijna nooit ver diend. Zeker een enkele is er wel, die, meer uit gekwetste majesteit dun uit karigheid de stad uitgaat wanneer de belasting-administratie hem duchtig in de beurs tast, maar zoodanig ge voel van wraakzucht is toch aan ver reweg de mèesten vreemd en wanneer zij zicli dus metterwoon om Haarlem vestigen, is dat om heel andere mo tieven: verlangen naar de natuur, naar rust n i afloop van den arbeid, het gevoel der noodzakelijkheid om geregelde beweging ie nemen. Bovendien bespeurt wie ter wille van do goedkoopte naar een aangren zend dorp verhuist, al gauw. dat hij hierm inisgerèkend heeft. Heemstede, dat in de gunstigste conditie verkeert, omdat het onmiddellijk aan de stad grenst en in 't geheel "geen jilaalselij- ke inkomsten bels sting kent. Heemste de vergt van haar steedsche bewoners meestal hooger woninghuur, dan zij in de stad zouden hebben te betalen. De huishecren, om het deftig le zeg gen, verdisconteereu de afwezigheid van belasting gedeeltelijk al in den huurprijs en dat zal wel zoo blijven, zoolang er nog kwartieren zijn, waar de liefhebbers aan de huiseigenaars komen vragen, of zij asjeblief nog een huis /pen hebben. Goede verstaan ders als huizenverhuurders hebben aan dit halve woord al meer dan ge noog, om de prijzen wat stijf le hou den. Ook is er de forensenbelasting. Als de vertrokkene maar eenig ambt of beroep of bedrijf in I-Iaarlem uitoefent, weet de fiscus hein voor een derde gedeelte van de belasting, die hij an ders in de stad betalen zou wel te vinden. ..Wie'. buiten de gemakken van 't stadsleven wil behouden, moet daar duchtig voor betelen. Het telefoon abonnement is' i'n Heemstede bijna tweemaal zoo hoog als in Haarlem en vooi' de verplaatsing komt ér in het eerste jaar nog' f 25.bij. Hel I-Ieem- n'.aedsclie gas is niet duurder, dan het 1-Iaarlemsche, maar hoe het met duinwater staat is niet gemakkelijk uit te maken. De verordening op de levering van duinwater is lang niet ■zoo helder als het product zelf, zoodat wie een contructforniulier teekent, het gevoel heeft, dat hij zicli inscheept op onliekende wateren. Nu leert de erva ring, dut een prijsopgaaf die wat.duis ter is, op een hooge rekening uitloopt. En eindelijk is er de post vervoer middelen. Zulke dappere voornemens kan iemand niet hebben om den af stand te voet te gaan, of hij bezwijkt als hij haast heeft of bij slecht weer, voor de verzoeking van hel vervoer middel. Dit onderdeel is niet het on beduidendste \an de nieuwe uitga ven, die hei buitenwonen meebrengt en daarom kan de forens, wanneer hem het ontvluchten van de stedelij ke lasten verweten wordt, veilig ant woorden: „kom tot ons en ondervind het zelf en je zult van besparingen niet meer spreken." Eer van het tegendeel: een van mijn kennissen vertelde meermalen, dat zijn wonen in den Aerdenhout om ti le: lei redenen veel duurder was ge weest, dan in Haarlem. _Feuiliet©n Uit het Engelse li va ij DAVID CHRISTIE MURRAY. 31) Dat was het niet, hernam Job vriendelijk. - Dat was het niet. Hij zag den bultenaar weder aan en schudde eenige malen droevig liet hoofd. Is dat liet? zeide hij binnens monds. Dat had ik niet vermoed. Nooit! Arme jongen! Nooit! Nu bewaarden beiden eene gerui me poos het stilzwijgen, dat slechts werd afgebroken door het murmelen van de beek en het schel geschreeuw der heeii en weer vliegende zwalu wen. Wij krijgen straks regen, zeide Job eindelijk, op onverschilligen toon. Daar uit het zuidwesten komt on der den wind eene hui opzetten. We moesten niaur naar huis gaan, Clem. Ik zal naar den Aardbeien-tuin door- loopen. Een weinig regen meer of minder komt er voor mij niet op aan. Om Whittaker te gaan spreken? vroeg Clem, opstaande. Menigeen staat in Haarlem voor de moeilijke keus: in de stad een huis te huren, dat hein niet recht bevalt of naar buiten te gaan. Nu maakt voor de meesten een aangename woning toch een goed deei van het levensge luk uit en daar er in Haarlem zoo goed als niet meer bijgebouwd wordt, is de keus van huizen kléin. Ziedaar, waarom verschillende menschen bui ten gaan wonen, terwijl zij toch om allerlei redenen liever in de stad ge bleven zouden zijn. Maar 'dal het buitenleven eigenaar dige genoegens meebrengt is zéker. Vooreerst is daar de wijder ruimte. Terwijl in de stad het naar horizon verlangend oog altijd weer voor steen klompen terug moet deinzen gaat hot buiten aan groen en licht en glans te gast. En er hangen in de stad vaak luchtjes: van' het bedrijf van over buurman of. .achterbuurman, desnoods alleen dé eijgehaardige lucht van het in de lucht verdeelde fijna stof. Bui ten bleef' de atmosfeer zuiverder. Al rijzen ook daar de bordjes: „bouwter rein te koop" hier en daar omhoog, de openingen tusschen de huizen ble ven er greoter en de friss Olie wind kan er vrij doorheen waaien en ver jagen wat van stoomtram rook even hangen bleef. Niet voor de beweging alleen immers komt de stedeling op den'zonier-Zöndag naar binten, maar vooral ook om de zuiverheid van de lucht, waaraan hij voelt, dat zijn lon gen behoefte hébben. 's Morgens begint het vooglenkoor zijn gezanten!ijken zang, in vrïj yyUi- me en zor.der dirigent. Merel, vink en lijster en hoe die gevederde vrien den meer mogen lieeten, houden dan hun zangconcours, maar zonder prij zen, zooals de menschen die altijd willen hebben, eenvoudig om de kunst alleen. Hoe dat tjilpt en zingt en fluit en rolt en schatert, soms in nadrukkelijken voorjaarsroep, den hcelen dag door, tot de avond komt en de een na den ander den kop tus schen de veeren steekt en zit te droo- men op een tok. Dan, als het koor zwijgt, treedt de solist op. De nachtegaal. Uit het boschje waar hij zich eenmaal ves tigde. laat hij een korter, rolslag hoo ien, als een praeludium, om te waarschuwen: „nu begin ik". En dan gaat het concert aanvangen. Heel il- leên zingt hij zijn lied de stille haluur in, onmetelijke zaal zooals geen zan ger ooit tot zijn- beschikking had. En 't kwinkeleert en fluit en roept en schalt, Ueii lieelén avond door, met. een korte rustpoos alleen wanneer ©én voorbijkomend voertuig hem overstemt, dan zwijgt de vogel even, maar begint, goedgehumeurd, onmid dellijk weer zijn concert van hoog op jubelende tonen. Wanneer zijn keel van vermoeidheid -ophoudt, wie zal het zeggen! Nog als de laatste toe hoorder, vóórdat hij naar bed gaat, even zijn raam openschuift, groet de nachtegaal met een meesterlijken triller de stilte van den nacht. En dwars tegen den zoeten klank van den leelijken, grauwen vogel in, snauwt in de verte de prachtpauw zijn leelijk keelgeluid. Hier heeft Natuur stem en uiterlijk schoon met sroote rechtvaardigheid x erdeeld! Er zijn buiten van die kleine gemoe delijkheden, waar de mensch plezier in heeft: hii wandelt zoo eens zijn huis uit. het tuintje door, de straat op, zonder er zich over te hekommeren of hij wel behoorlijk hoed of pet heeft opgezet, 's Avonds, als het licht brandt en het hekje gaat, zeggen de familieleden tot elkaar: „do post". En wanneer uit de verte een doffe don der aandreunt, zwelt en in hoogste krachtsuiting voorbij het huis bol dert, zegt er een, met een blik op de pendule: „de laatste tram" Dat is een sein om naar bed te gaan, want den volgenden morgen staat de familie tijdig op. Het luilakken in 'i warme bed gaat hier zoo gemakkelijk niet. Ik zal niet zeggen, dat op de dor pen in onzen omtrek, de onvervalsch- te dorpsgeest nog rondwaart, die wil Ja, om Whittaker te spreken, ant woordde Job, insgelijks opstaande, en toen bukkende om het boek van Clem op te rapen. Wat zult ge hem zeggen? vroeg Clem, terwijl zij te zaaien langs do beek liepen. Ik zal uw raad volgen, zeide Job. 11c zal hern een proeftijd van een jaar stellen om zich goed te gedragen. Voordat zij aan de brug bij de pacht hoeve kwamen niet meer dan eene plank met eené leuning vielen er een paar regendruppels en was de lucht met sitel drijvende wolken be dekt. Zoudt. ge niet liever wachten tot dat de bui. over is? vroeg Clem naar boven ziende. Plioe! zeide Job, ik ben niet van zout of suiker. Ik zal niet van eene regenbui smelten. 'Goeden 'middag, mijn jongen. Hij zag met een zoo droevig en en teederen glimlach op het opwaarts gericht gelaat van. Clem neder, dat zelfs deze, hoewel aan zijné zachtere zijd© gewoon, er verbaasd over was. Goeden middag. Job, zeide Clem, terwijl hij beproefde zijn gilmlach te beantwoorden. Het zal wel beter af- loopen dan gij denkt. Job gaf hem de hand, en liep met zijn gewonen vasten tred heen. De re gen viel plassend neder, maar hij liep door, alsof het even aangenaam we der was als twee uren vroeger, zon der zelfs het hoofd te buigen, maar liet geiaat opheffende ais om de drup pels van de onweersbui op te vangen. Voordat zijne wandeling van een half uur ten einde was, kwam de dolende namiddagzon weder te voorschijn. Hij stiet het hek open, en tusschen de druipende, net gesnoeide heggen door loopende, kwam hij aan het tuintje, waar Whittaker, die aan eene open deur stond, hem met ©enigszins in 't oog loopende gedienstigheid tegemoet kwam. Wel, mijnheer Round, riep deze. ge zijt doornat! Er brandt vuur in de keuken. Laat mij uwe jas er voor hangen. Misschien, met een. zenuw achtig vriendclijken glimlach, zult gij u in inijn wijdste overjas kunnen wringen. Ik moet u spreken, zeide Job. Kom buiten, op den weg. Daar zijn wij evengoed onder vier oogen ais overal elders. William liep het huis in, greep zijn hoed, en kwam terug, met eene gehoorzame vlugheid, die Job, onre- redelijk kregelig maakte. Hij streed tegen die aandoening, maar hij was weinig gewoon op die wijze tegen zich zei ven te strijden, en werd inwendig des lo wreveliger, omdat hij zijne wre veligheid zocht te bedwingen. Ge zult u zeker ons gesprek van gisteren wel herinneren? vroeg hij, toen zij op den weg waren. Volkomen, mijnheer, zeide Whit taker, met een zeker vuur, alsof het iets was waarvoor hij dankbaar moest Ik heb met mijne dochter gespro ken, lïernam Job. op strengen toon, en tot mijn leedwezen iieb ik bespeurd dat zij in zooverre geneigd is gunstig over u le denken. Mijnheer Round, riep William uit, ik hoop dat ge mij een enkel woord zult laten spreken. Ik weet we. dal ik wat los ben geweest, maar, ik geef u mijn woord van eer, dat is nu voorbij. Ik zal niets onbeproefd laten om uw goeden dunk te verdienen. Ik lüoopj mijnheer, dat ik mijne vroegere dwalingen heb ingezien. Ik wou dat mj zijne dwalingen van het tegenwoordige inzag, zeide de ander bij zich zeiven, en niet naast mij liep met een gezicht als een houd, die bang is ransel te krijgen. Hij be dwong de opwelling cm dit overluid te zeggen en liep langzaam voort. De tijd zal mijne dochter misschien van hare ingenomenheid met u gene zen, hernam hij, na eenige oogen- blikken het stilzwijgen bewaard te hebben. Dat hoop ik, want ik heb een slechten dunk van u, en daar heb ik mijn redenen voor.'Dut weet zij evengoed als ik, Ik vrees dat dit waar is, mijn- lieer. antwoordde de jonkman zeer nederig. Welnu, ging Job voort, mijne dochter is nog maar een kind, 'en ;k zal niet gedoogen dat zii u eene be lofte doet, die een band is voor haar volgend leven. Ik verzeker u, mijnheer,, zeide William, dat ik de laatste zou zjju om dit te vragen. Als gij er toe kunt komen- uvve- ongelukkigé tong in toom te houden zult gij u zeiven een dienst doen, her nam de andere rustig. lk denk vol strekt niet aan u of uwe wenschen. Mijn dochter moet zelve haar echtge noot kiezen. Deze aankondiging ver goedde Whittaker ruimschoots hol eerste gezegde. Maar ik zal zorgen dat zij met open o-.gen kiest, als ik dat gedaan, kan krijgen. Ik hoop, mijnheer, sprak de min naar, dat gij haur zult vergunnen naar mijn tegenwoordig en toekom stig gedrag over mij te oordeelen. Er zijn weinig mannen, die zouden wil len dat hunne vrouw al hun verleden wist. Denkt ge, mijnheer Whittaker, vroeg Job, hern een verachte!ijken blik toewerpende, dat een vader een onschuldig meisje uw verleden zou vertellen? De toon, waarop die vraag gedaan werd, beviel Whittaker natuurlijk evenmin als de vraag ici- ve, en toch wax er iets vertroostends ia. In 'i vervolg zou zijn wandel, ten minste, behoorlijk zijn. De stem van zijn metgezel stoorde den loop zijner gedachten. Versta mij wei. ik geef u een jaar proeftijd om u goed te ge dragen. Als ik in dien tijd hoor dut gij eene enkele maal weer tot uwe oudé gewoonten vervallen zijt, zai ik mijn kind buiten uw bereik stellen; want ik wit liever haar hart 'breken op mijne wijze dan dat gij het op de uwe doet. Ik kan u niet anders dan dank baar zijn, mijnheer, voor uwe in schikkelijkheid. zeide William, ec-n weinig te zoetsappig naar Jobs smaak, hoewel li ij op de woorden geen aa.a- mei'king kon maken. En ik hoop, mijnheer, dal hei u geen slechten dunk van mij zal geven als ik zeg dat eerst sedert ik uwe dochter leerde kennen mijne oude leefwijze 'mij be gon tegen te sitaan. Ik klaag niet over hot jaar uitstel, mijnheer Round, om- dal. ik u m dien tijd hoop te bewijzen, dal ik werkelijk veranderd ben. Goed, zeide Job. Ge hebt mij begrepen, en er vall verder niet over te spreken. Tot dusverre hadden zij langzaam naast elkander voorlgeloo- jien, met Castle Barheid achter zich. maar nu keerde Job zicli om, ten ein de naar huis le gaan. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5