lams Dusui
GOÜDEN VISIOENEN.
TWEEDE BLAD
Bonderdag 26 Jbbï 1913
Brieven ovor Amerika.
IV.
Ik had. nu de landverhuizers in-:
geënt waren, met veel te doen aan
boord. Er waren een aantal zeezie-1
ken, maar voor die kwaal is nog geen
middel gevonden en dus bepaalde ik
mij er toe mijn zeezieke passagiers
wat onschuldigs te geven. Want iets
uit dc apotheek moesten ze hebben,
's Morgens was ik gewoonlijk al vroeg
op. Ge weet dat, waar het schip met
<le zon meevaart, elke dag niet 24 uur,
maar langer duurt. Gewoonlijk
scheelt het of zoo'n snelvarend schip
drie kwartier, soms vijf en vijftig
minuten afhankelijk van de vaart, die
het heeft. Maar ik, die gewoon was
steeds op vasten tijd op te staan, ont
waakte eiken dag dus feitelijk een
klein uur vroeger. Was ik de eerste
dagen om 7 uur op dan zag ik tot
mijn schrik dat de klok bij de trap
naar de salon op even over zessen
stond, en zoo kwam het dat ik den
laatste» dag vóór wij New-York bin
nen kwamen, om 2 uur mijn oogen
al open deed. En van slapen was
geen sprake. Ging ik thuis gewoon
lijk om elf uur naar bed en voelden
wij om half twaalf al dat het laat
was, in den beginne bespeurde ik
omgekeerd om 10 uur al dat mijn
oogen begonnen te trekken en had ik
niet opgepast dan was ik op T laatst
om 6 uur 's avonds al heerlijk onder
de wol gegaan. Dan stond mijn hor
loge, dat ik steeds zoo trouw op lïol-
landschen tijd liet staan, 11 uur, om
strijk en zet als ik wakker werd op 7
uur Hollandsche» tijd staan. Ik bleef
dan nog even liggen, maar 't ging
niet. Die kooien zijn niet erg breed,
men ligt er niet zoo gemakkelijk in.
en zoo"kwam het dat ik gewoonlijk
na een kwartiertje maar opstond.
Ik ging dan naar de brug, waar ik
gewoonlijk den eersten officier, die
de nachtwacht had, met twee an
deren aantrof, Dan hoorde ik wat er
dien nacht gebeurd was, welk schip
wij gezien hadden en welk schip wij
vermoedelijk zouden zien. Bet waren
prachtige sterrennachten en hij had
er pleizier in de bekendste sterren te
wijzen, uit te leggen hoe hij aan hun
stand berekende, waar hij was.
Ik hoopte gedurende die nachten op
een heerlijken zonsopgang, maai- ik
werd daarin teleurgesteld. Want wat
ook ïuedègevallen is op die reis, het
weer was aller aller slechtst. Regeu,
wind en nog eens wind. fel bewogen
zee en vee! betrokken lucht, dat had
den wij genud \an 't oogen).lik dat
we in hel kanaal waren, dat hadden
wij nog den dag voor we New-York
bereikten.
Als ik zoo op de brug al het belang
rijke gehoord had, ging ik gewoon
lijk naar den Marconist. Na het ver
gaan van den 'litanie zijn er steeds
2 Marconisten afwisselend in dienst
zoodat het niet meel- voorkomen kan,
dat cr één opgeroepen wordt en het
niet hoon .omdat hij rust. Belangrij
ke tijdingen waren er vaak, een soort
„ochtendblad", was daar te vinden.
De kwesties tusschen Griekenland en
Bulgarije volgden-wij met aandacht,
terwijl de uitslag van de matches, van
de wedstrijden in Engeland .-ns r.u
minder belang inboezemde.
Zoo'n ochtendblad kost de Maat
schappij een aanlig sommetje voor
een blaadje niet gruoter als een eenig-
zins uitgebreid bulletin, betaalt de
Maatschappij tachtig tot honderd vijf
tig gulden, aan de Marconie-telegraaf-
compagnie.
Want go moet weten, dat de Mar
conisten in dienst zijn van genoemd
compagnie en de Maatschappij waar
van 't schip is over elk draadloos be
richt dal dc kapitein ontvangt, de
compagnie betalen moet. Er waren
eenige jaren geleden meerdere com
pagnieën en hunne Marconisten had
den opdracht alléén telegrammen
over te nemen die afgezonden waren
door hun compagnie behalve in lijden
van groot gevaar. Aan dien wantoe
stand is i'u gelukkig een einde ge
maakt.
Maar als met dat alles een goed uur
verloopen was mocht ik blij zijn. Ik
keerde dan naar liiijn hut terug en
had gelukkig lieel wat te werken.
Al maanden lang lagen op mijn
schrijftafel te wachten vellen papier
voor correctie en aanvulling voer de
vertaling en nieuwe uitgaaf van een
boek van mij en ik was er tot mijn
schande, in ul dien tijd niet toegeko
men.
Maar hier aan boord, geen ver
moeid thuis komen, geen verzoek om
Feuilleton
Uit het Engelsch
van
DAVID CHP1STIE M'LRRAY.
61)
Ja, was weder het antwoord,
dat heb ik gedaan. Hij dacht dat Co
ninghame misschien gehoord had
wat hij omtrent Job gezegd had, en
dat hij hem daarvan rekenschap wil
de vragen Als een wachter tegen
een onbedacht antwoord, haalde hij
dus een klompje tabak uit zijn zak
te voorschijn, beet'er een stuk af en
begon er op te kauwen. Dit is, even
als het rooken, zeer dienstig om de
tong in bedwang te houden.
Hebt gij dien Round lang ge
kend? vroeg Coninghame. De werk
man dacht ecne poos na, en vond
geene reden om dc- waarheid niet te
zeggen.
Zijn leien lang, antwoordde hij.
Ge hebt hem gekend, vroeg
Coninghame weder, voordat liij zes-
eii-lwintig- jaar geleden weggeloo-
pen is? Dc oude dacht even na, en
zag ook nu weer geene reden om de
waarheid niet te zeggen.
laat nog ergens naar toe te komen,
geen tolephoo» die telkens ons stoor
de, hier aan boord slechts... de ver
veling, het niet weten, hoe de tijd om
gebracht moot worden.
Want al gingen wij meer dan ander
half maal zoo snel als het schip van
verleden jaar, de dagen kropen er
even langzaam op om en gewoonlijk
had ik om 7 uur als ik naar mijn pa
tiënten ging zien al een heel stuk
werk achter den rug.
Dan ging ik de verschillende deelen
van 't schip waarin mijn patiënten
lagen na, om straks om 8 uur mijn
collega verslag uit te brengen van
hun toestand, die dit dan opschreef
voor het dugolijksch rapport van den
kapitein. Om 8 uur hadden wij dan
spreekuur in de apotheek en maakte
ik de noodige medicijnen klaar.
Wij hadden één ernstig geval aan
boord en het. liet zich aanzien dat do
kiiaap New-York niet zou halen. Wel
is waar worden de landverhuizers ta
melijk streng gekeurd als ze aan
boord komen, doch deze keuring geldt
meer de oogeri en oogleden, het rein
zijn van 't hoofd, als wel het lichame
lijk welzijn.
Trouwens de knaap kon zich een
tijdje goed gehouden hebben en zoo
doorgcloopen en niet opgevallen zijn,
want al die verreisde, vervallen Rus
sen en Polen zien even bleek na zoo'n
lange spoorreis en slecht logies.
Maar al den eersten dag aan boord
vertoonde zich bij hem verschijnselen
van ernstig lijden. Hij werd in T Hos
pitaal opgenomen en... daar heb ik
zielsmedelijden met hem gehad.
Verbeeld u. alléén in het hospitaal,
met niemand anders bij u dan af en
toe de doktersknecht, die eens komt
vragen of je iets noodig hebt, of lie
ver komt wijzen, want de taal die de
knaap sprak verstond niemand van
dc bemanning.
Dit kon zoo niet, en ik was wat blij
dat ik gedaan kreeg dat een vriend
van hem het hospitaal mede kon be
wonen, die, wanneer de persoon iets
noodig had er om kon gaan vragen.
Hij' behoefde niet te wachten tot op 't
belletje dat hij dicht bij zijn bed had.
de dokterssteward, die soms aan het
andere eind van het schip was. einde
lijk kwam".
In onze oogen laat de behandeling
van die vierde klas passagiers veel
te wenschen over, maar ze schijnen
geen andere behandeling gewoon te
zijn en om ze niet uit hun gewone
doen te halen, denkt iedereen zeker,
dat ze afgesnauwd moeten worden.
Maar 't ging me niet af en ik geloof
inderdaad dat ik er niet dit mee be
reikt had als ik ze ook afgegrauwd
had. Maar dan liever zóó, dacht ik,
en toen op een morgen om 10 uur
de zieke jongen daar in het hospitaal
voorgoed de oogen sloot,voelde ik
me gelukkig, dut ik tenminste in het
laatste leven van dien verschoppeling
getracht had nog wat toewijding te
brengen.
Om 10 uur gestorven! Den-volgen
den ochtend begrafenis. Maar eerst
zou er iets anders, iets, zoo zelden ge-
beurends geschieden, dat dc kapitein
zeide het slechts ééumaal beleefd te
hebben.
Het reuzenschip zou zijia vaart ver
minderen en een half uur stil iiggen
op den Atlantische Oceaan! Maar ik
loop de gebeurtenissen vooruit.
Héb afsterven van onzen kleinen, land
verhuizer bracht geeu verandering in
eenige gewdonte; op 't schip.'Als altijd
schalde, om 11 uur de trompet om
ons te waarschuwen voor de „Inspec
tie".
De kapiilein verscheen met den eer
sten officier, den eersten ingenieur,
den hoofdstewaird vóór bij de brug, om
daarna met den dokter het geheele
schip rond te gaan.
Het schip was te groot om gansch
den tocht in eens te doen en dus ging
geregeld de eerste ofiïcier met den
tweeden ingenieur, tweeden steward
en eersten dokter de eene helft van 't
schip rond, terwijl de kapitein met
den ander en den tweeden geneesheer,
die ik was, het ander deel nam.
Ik. behoefde mij er niet over te ver
bazen, dat ik als „tweede" met den ka
pitein mee moest, want ik begreep al
gauw dat die inspectie zonder kapi
tein al heel gauw afgeloopen was, ter
wijl de onze meer dun één uur duwde,
en mijn collega, die het liever gemak
kelijk had, had mij bij den kapitein
ingedeeld.
En nauwkeurig dat die ïnspectio
was! Soms moest een bed in de derde
of vierde klas geheel afgehaald wor
den om te zien of alles goed in orde
was, dam weer werd onder een Iknlb
met eon zaklantaarn gekeken. Kort
om geen 'huismoeder kon beter het
werk van de dienstbode na zien dam
de kapitein dit van de stewards deed.
Ramen werden geopend, weer an
dere gesloten, al maar gelang van den
wind en wat ook aan boord met den
Ja, toen kende ik hem ook.
Weet ge bij geval den juisteu
daiurn waarop hij is weggeloopen?
Is het Verleden Juni vijf-en-twintig
jaar geweest?
De oude man begon bij zichzelven
te overleggen. Job Round was een
oud vriend en een weldoener van
hem. Generaal Coninghame was een
vijand van Job Round, en had er
waarschijnlijk niet veel goeds mee
voor dal hij zoo belangstellend naar
hem vroeg.
Ik zou het hem kunnen vragen,
antwoordde hij, dan weet ik het da
delijk niet zekerheid
Dat behoeft niet, hernam Co
ninghame, dio bespeurde dat de
oude pareerde. Hij was zoo vurig
verlangend, dat hij besloot maar da
delijk met de deur in huis te vallen.
Ge herinnert u zeker wel den hond,
dien hij heeft meegenomen dien
bul hond Pincher.
Pincher, dacht Bowling, zoo heet
te de hond, waarover John Smith
placht te spreken, de hond, die door
den officier vergiftigd was. John
Smith was een deserteur. Bonaven-
ture had de eene of andere macht
over iedereen, en dat was de macht
die hij over John Smith nu Job
Round Esq. bad. Was dit de offi
cier, die den hond vergiftigd had,
en was hij. Bowling, mi op het punt
eene ontdekking te doen?
Den hond? zeide de oude man.
1 Franschen slag gedaan moge worden,
de inspectie geschiedt met de meesto
zorg.
Zoo kwam ik in de vertrekken waar
de „firemen", de stokers sliepen,
waar een gloei end-hoete temperatuur
lieersch'te. De monsehen lagen schier
geheel ontkleed op hun bed, terwijl
alles open stond om maar tocht te ver
oorzaken.
Het was er zwart van steenkolcm-
gruis en stof, van schoonhouden was
geen sprake en ik begreep nu beter
i den korten werktijd met de lange tus-
schenpoozen, die van hen geëischt en
hun geschonken wordt.
De verblijfplaats van de stewards
is betor, maar toch zóó beknopt,
dat dc ruimte die iedereen heeft zéér
beperkt is. Ze liggen op bedden naast
en boven elkaar; aan elke zijde 4, zoo-
dat 16 metischon slapen in een ruim
te, niet veel greater stellig dan een
kleine slaapkamer van een dienstbo
de in onze huizen het vaak is. Geen
kastje is er. alleen aan het voeteinde
yan het bed is een getralied hokje
met een hangslot er op, waarin de
steward zijn kostbaarheden sluit zijn
gage en het verbazend hoog be
drag aan fooien, dat hij soms krijgt
van do passagiers.
G. A, OOTMAR.
Buitenlandsch Overzicht
Be BaSkanvulkaan.
Hoewel de jongste berichten van
wat meer geruststellenden aard zijn,
heerscht in Sofia een nerveuse span
ning, van zulk een kracht als gedu
rende de geheele crisis van het laatste
jaar niet is opgemerkt. Iedereen
vraagt zich af, of het
Oorlogofvrede
zal zijn, en nog meer, wanneer de be
slissing zal vallen, maar niemand,
zelfs geen minister, kan op die vraag
een beslist antwoord geven. Want de
sleutel van den toestand ligt niet te
Sofia," maar te Belgrado en te Peters-
burg. De quaestïe wordt beheerseht
door den wensch van Rusland om de
conferentie te houden: in Bulgarije
evenwel is men tegen die conferentie,
wijl men die voor een gevaar acht.
Toch heeft Bulgarije toegestemd in de
samen komst, wanneer Servië verze
kert, dat het zich aan een uitspraak
op grond van het bondsverdrag van
1912 zal onderwerpen.
Het Servische antwoord daarop is
toestemmend, wanneer Servië slechts
niet gedwongen wordt uitspraken te
aanvaarden, waardoor levensbelan
gen van hel land worden gekwMst.
Dit nu is zeer rekbaar, zoodat dit ant
woord van Servië nog niet voldoet
aan den eisch: on voorwaarde' ijke on
derwerping aan de uitspraak van den
scheidsrechter.
De Russische regeering antwoord
de op de jongste mededeelihg van het
Bulgaarsche kabinet en deelde mede,
dat het haar levendige wensch is de
oplossing van het Servisch-Bulgaar-
sclie geschil te bespoedigen, en dat zi)
daarom de arbitrale uitspraak in den
kortst mogelijken tijd zal geven.
Maar hoe het ook gaan zal, dit is
zéker: dat
de Balkan bond.
toch reddeloos verloren is, wat er ook
gebeurt, Bulgarije hecht minder aan
dit verbond daui aan Macedonië, waar
voor het den oorlog begonnen heeft.
Gaat de Bulgaarsche regeering er toe
over. Danef naar Petersburg te zen
den, dan zal dit alleen gebeuren, wan
neer het de zekerheid heeft, dat de
gebieden, die Servie thans bezet heeft
en waarop Bulgarije aanspraak
maakt, na de uitspraak van den
scheidsrechter ook worden terugge
geven.
Een treffen.
Reeds nu zijn op enkele punten bot
singen ontstaan tusschen de Servische
en Bulgaarsche troepen aan de Var-
dar, waarbij 10 Serviërs gedood ver
deal en een Bulgaar gewond werd.
De Servische bladen geven extra-
edities uit met de opschriften „de oor
log'ie begonnen!"
Te Zeitowö en te Batkowitz hebben
Bulgaren aanvollen gedaan op de
Serviërs. Servische artillerie moet te
Zeltowo meegesproken hebben, zoodat
vele menscheii in dit treffen gewond
zijn.
Zulke incidenten leveren groot ge
vaar op voor 't behoud van den vrede.
De Servische minister-
crisis.
Volgens mededeel ing uit gezagheb
bende bron zal de Servische minister-1
crisis niet worden opgelost voor dat,
de Skoepsjöllu, die morgen bijeen
komt, zich zal hebben uitgesproken,
betreffende do hangende quaesties.
De Monlenegrijnsche mini ster-pre
sident is hier aangekomen.
tot antwoord op Coningliaine's
vraag. Ik heb hem nooit met een
hond gezien.
Gij kunt zeker wel zwijgen?
hernam de generaal, om zich heen
ziende en zijne hand in zijn zak sto
kende. Daar hebt ge eene halve
kroon. Kom spoedig voor mij te we
ten hoe de hond heette, dien Job
Round heeft meegenomen toen hij
uit Castle Barfield wegliep, en dan
krijgt ge een sovereign van mij.
Gij zijt geen vriend van mijn
heer Round, zcidc de oude, nadat hij
het geldstuk had opgestoken. Mag ik
vragen waarom gij dat weten wilt?
Wat komt dat er op aan? her
nam Coninghame. Hoe kan het mijn
heer Round kwaad doen of. ik den
naam van zijn hond te weten kom?
Dat kan ik niet beoordeeien, zei
de de oude man.
Coninghame haaide zijne beurs
uit, en telde vijf sovereigns in de
palm van zijne hand.
Houd uw mond, zeide hij, ter
wijl hij ze hom één voor één voor
hield, en zie wat ge te weten kunt
komen. Dat kunt gij gemakkelijk
doen. Er zijn menschen genoeg, die
zich waarschijnlijk den hond wel zul
len herinneren, ais gij er over
spreekt. Kom bij mij als ge kunt be
wijzen dat de liond Pincher heette,
en vijf pond wachten u.
't ls niet onmogelijk dat als de
oude man iets van Pincher geweien
Allerlei
üit de Fransche Kamer.
De Kamer nam een wetsvoorstel
aan tot verbetering en uitbreiding
van do haven van Rouaan, waarvan
de kosten op 95 mil li-oen geraamd zijn.
Daarna werd de discussie over het
wetsontwerp op den driejarigen dienst
tijd hei-vat.
President Poincaré te
L o n d e d.
Op de lunch in Guildhall ter eero
van Poincaré bracht de lord-mayor
een dronk uit op den Franschen presi
dent, waarin h:j zeide. dat zijn bezoek
zal medewerken om de vriendschaps
banden tusschen de twee naties nau
wer toe ie halen en den vurige»
wensch uitte, dat beide hare pogingen
tot bevordering van vrede en vriend
schap in eendrachtige samenwerking
met de andere groote naties van de
wereld zouden voortzetten.
In zijn antwoord bracht Poincaré
do bezoeken van zijn voorgangers in
herinnering, schetste hij de geschie
denis der entente en zeide hij verder,
dat heden de vriendschap der twee
naties, zoo mogelijk, nog sterker en
hechter was geworden. Er kan thans I
niets meer gebeuren op het gebied der
internationale politiek, zonder dat de
beide regeeringen daarover van in
zichten wisselden. Er heeft een voort
durende samenwerking tusschen haar
bestaan, die echter geen samenwer
king met een andere mogendheid uiU
sloot, maar integendeel heeft bijgedra
gen tot den vrede in Europa en een
broederlijk vertrouwen tusschen
Groot-Britlannië en rFankrijk heeft
tot stand gebracht.
Poincaré gaf op de Fransche am
bassade een feestmaal ter eere van
den koning. Deze zat ter rechterzijde
van den president, de kroonprins ter
linkerzijde. Mede zaten aan: minister
Pichon, de Fransche, Russische,
Spaansche. Duitsche en Amerikaan-
sche ambassadeurs, de ministers As-
quith". Haldane, Grey, Seely en Chur
chill, veldmaarschalk Sir John French
en nog een aantal anderen.
Uit den Duitschen rijks-
d a g.
Bij de behandeling van de overeen
komst tot unificatie van 't wisselrecht
(die in eerste en tweede lezing werd
goedgekeurd! zijn van de regeenngs-
tafel en door verschillende afgevaar
digden warme woorden van hulde ge
sproken tegenover de Nederlandsche
regeering en onzen Staatsraad Mr.
Asser voor de bemoeiingen inzake de
wisselrecht-conferentie te 's-Graven-
hagè gehouden.
Uit China.
De toestand in China blijft moeilijk
te beoordeeien, zeet de correspondent'
vun de „Daily Telegr." te Peking. De
spanning tusschen het noorden en
zuiden neemt niet af. In het noorden,
waar men den ondergang van de mo
narchie nog steeds betreurt, wan
trouwt men liet zuiden, waar de re-
publikéinsche aanhang het sterkst is-
Emstig is vooral de fiuancieele toe
stand. Joean Ski kaï geeft maar uit en
hij schijnt niet te begrijpen dat als
het rijke centrale en zuidelijke Cl ina
niet bereid zijn bij te springen het
lanjl ten slotte bankroet mort gaan.
Öezer dagen deed de minister van
financiën in het parlement mededee-
ling van het verontrustende feit, dat
gedurende het laatste halfjaar de in
komsten der centrale regeering 51 Mi
hoen- dollars hadden bedragen, ter
wijl de uitgaven 1G8 millioeu bedroe
gen.
Deze meded-c-eling lokte een storm
van protesten uit. „Is er, zoo riep een
der afgevaardigden, in Peking dan
niemand die iets weet? Wij hebben
een jaarlijksche bcgrooting verlangd,
en we krijgen nu dc meJedc-l ng van
een rekening over een reeds afgel jo
pen halfjaar. Wij weigeren die te
aanvaarden".
Binnenland
TWEEDE KAMER.
ONDERWIJSWETTEN.
Bij de Tweede Kamer zijn thans
ingekomen wetsontwerpen
I. tot regeling van het voorberei
dend hooger onderwijs
II. tot wijziging en aanvulling
van de Hoogér-Onderwijswet
III. tot regeling van het middel
baar onderwijs;
IV. tot wijziging èn aanvulling van
de Wét tot regeling van het lager
onderwijs.
In zij.i uitvoerige toelichting herin
nert de Minister van Binnenlandsclie
Zaken, dat hij vaii zijn groote waar
deering. voor den arbeid der Staats
commissie van 1903 tot reorganisatie
van het onderwijs reeds herhaaldelijk
getuigenis heeft kunnen afleggen.
Dooi' de wijze, waarop de mannen
die deze Commissie vormden, en de
velen die hen hebben bijgestaan, de
van hen verwachte reuzentaak vol
tooiden, hebben zij verklaart de
•Minister het Nederlandsche volk
bad, zulk een groote omkoopprijs
hem in verzoeking gebracht zou heb
ben: maar zeker is het, dai hij een
grooler omkoopprijs weerstaan zou
hebben, ais hij geweten had hoeveel
er van het antwoord op die eenvou
dige en schijnbaar onschuldige
vraag had afgehangen.
Misschien zal ik dat geld ver
dienen, oude heer, zeide luj overluid,
maar inwendig liet hij er op volgen:
Mogelijk krijg ik evenveel van mijn
heer llound. Als het u de moeite
waard is het tot zijn nadeel te we
ten, zal het hem wel de moeite waard
zijn dat gij het niet weet.
Goed, hernam Coninghame.
Houd uw mond. Ontdek wat ik
wensch te weten te komen, en die
vijf pond zijn u.
Ik zal het onthouden, zeide de
oude man. Coninghame vergenoegde
zich met tot antwoord te knikken,
maar liet hem liet goud nog eens
zien eer hij het weder in zijne beurs
stak. Toen, met de beurs nog in zijne
band, zag hij den ouden werkman
na terwijl deze zich verwijderde.
Als ik het kon bewijzen, zeide
Coninghame overluid, zou ik er dui
zend pond voor over hebben. Dit zeg
gende liep hij langzaam heen, zon
der Bowling te zien, die in de groot
ste verbazing in zijne droge sloot
achter, de heg zat.
birurwe trekken kende hij dc le
vensgeschiedenis van Job. Hij wist
niet weinig aan zich verplicht. Hij
acht het dan ook geenszins onver
klaarbaar. dat, toen het resultaat van
dien aroom publiek werd, stemmen
zijn opgegaan, die de overneming en
bloc vun de ingediende voorstellen
iloor de Regeering en de onverwijlde
indiening bij' de Rtaten-Goneraal be
pleitten.
Een moer bezadigde kennisneming
van hel rapport toonde echter aan.
dat een dergelijke handelwijze als he
slist onmogelijk moest worden verwor
pen. De Min'ster zet lie* waarom daar
van uiteen, om te komrn t<>t de con
clusie. dat het standpunt gekozen is.
dat reeds in de vergadering van ie
Tweede Kamer word aangegeven. Ter
wijl eenerzïjös. naar zijne meaning,
onmogelijk alle voorstellen tegelijker
tijd ter tafel kunnen gebracht worden,
dient anderzijds gewaakt, dat niet het
onderling verband tusschen de ver
schillende takken van onderwijs door
partieele reorganisatie wordt, verbro
ken en dus juist het groote doel,
waarvoor de ïneenschakelings-com-
rnissie werd ingesteld, zou worden-
verwoest.
Hetgeen als het meest urgente moc-t
worden aangemerkt, kan op den voor
grond worden geschoven, mits in-het
geen daarmede systematisch en prac
tise!» samenhangt tegelijkertijd worde
voorzien. Ouder dat licht beschouwd,
verdienen ailereerst de aandacht de
plannen der Commissie, welke be
oogen het tijdstip der beroepskeuze te
verdagen terwijl daarmee ook ver
hand houdt de positie van het meer
uitgebreid lager onderwijs, waarvan
trouwens de regeling spoedeïschend
<s.
liet eerste onderwerp omvat het
voorbereidend hooger onderwijs,
waarin dan zal zijn begrepen Fet. on
derricht,. dat tegenwoordig aan1 hoo-
gere burgerscholen met 5-jarigon cur
sus wordt "gegeven, terwijl het'tweede
de vraag aan de orde stelt, in hoe
verre het m. u- 1. o. gelijke ontwikke
ling zal vermogen bij te brengen als
de driejarige hoogere burgerschool.
In de derde plaats zal, om de concur
rentie tusschen deze school en het
m. u 1. o. op zuiverder voet dan tot
dusver mogelijk (e maken, eene reor
ganisatie van deze driejarige hoogere
burgerschool nier mogen uitblijven,
terwijl dan tevens liet middelbaar
voor meisjes sen wettelijke regeling
zat kunnen verkrijgen. Ten slotte zal.
komt een regeling van het voorberei
dend hooger onderwijs tot stand, In
den geest als de Staatscommissie zich
docht, een andere regeling van de be
voegd Inden, welke de hooger-onder-
wijswet h<*v at. niet achterwege kun
nen blijven.
Aldus besluit de Minister
wordt een afgerond geheel verkregen
zonder dat al te veel uiteenloopende
onderwerpen terzelfder tijd aan de
orde komen. De Minister wenscht zich
dan ook tot hiertoe te beperken. Mid
delerwijl worden andere regelingen
voorbereid, van welke met name r.e
wettelijke voorziening in zake het vak
onderwijs vermoedelijk spoedig zal
kunnen volgen.
In bijzonderheden vérder de plan
nen uitwerkend, deelt de Minister
mede,.dat eenstemmig het oordeel van
alle deskundigen is. dat. indien mo
gelijk, het oogenblik waarop de keuze
tusschen -gymnasium en hoogere bur
gerschool moet geschieden, is uit. Je
stellen, totdat de. aanleg van. den leer
ling niet meer zekerheid zal zijn ge
bleken.
De Staatscommissie heeft, naar de
Minister herinnert, zich eveneens van
deze noodzakelijkheid doordrongen
getoond, en daarom voorgesteld- het
gymnasium en do hoogere burger
school met 5-jarigen cursus inéén te
smelten tot een inrichting, aan welke
zij den naam van lyceum gegeven
wenscht te zien. Een zesjarige cursus
zal den leergang van het lyceum vor
men, van welken het onderwijs ih de
eerste twee jaren de zoogenaamde
onderbouw, voor alle leerlingen gelijk
zal zijn, terwijl de vierjarige boven
bouw in drie afdeelinsen zich splitst.
Afdeeling A legt den vollen druk op
het onderwijs in oude talen en is be
stemd voor a.s. theologen, literatoren
en, desgewenscht, juristen Afdeeling
B geeft wèl Latijn, maar geen
Grieksob, en wijdt, meer dan afdee
ling A, de aandacht aan exacte we:
tenschappenafdeeling C eindelijk is
bestemd voor toekomstige ingenieurs
en dergelijke zuiver technische beroe
pen, zoodat dan ook daar de- wis- en
natuurkundige weienschappen op den
voorgrond treden.
Na uiteengezet te hebben, .dat pok
de Minister in hoofdzaak met de
meerderheid der Staatscommissie één-
lijn trekt, betoogt'hij dat hij échter in
één heia.ngrijk opzicht verder zou
wenschen' te gaan dan de commissie.
Het wil hem voorkomen, dat hare
voorstellen een onoverkomelijkeu
scheidsmuur oprichten tusschen hen,
die op 12- a 13-jarigeii leeftijd voor het
hooger 'onderwijs worden bestemd, en
hen. die aanvankelijk een andere
richting uitgingen. Vandaar dat dooi
den Minister in liet wetsontwerp tot
l regeling van hef. voorbereidend hoo-
dat Job' dienst genomen had en ge
deserteerd was. Ilij kende de geschie
denis van den hond. en het overige
was gemakkelijk te raden, zóó ge
makkelijk, dat iemand, die zijne zin
nen hij elkaar had, het wel raden
moest. Dit was zeker de officier,
dien de razende John Smith in te
genwoordigheid van den krijgsraad
bijna vcrwótgd had én ten aanschou-
we van zijne manschappen een slag
had gegeven.dat hij tegen den grond
viel. Als dat zoo was, had Bowling
reeds maanden lang wraak kunnen
nemen zonder dat hij het vermoed
had Hij, die zelf zes-en-twintig jaar
geleden van een oorlogsschip gede
serteerd was, kon maar al te goed
begrijpen, hoe bevreesd Job voor ont
dekking was. Als het werkelijk 'zoo
was (Bowling was dc man niet om
luchtkasteelen te bouwen), .dan was
er voor hem meer in het vooruitzicht
dan enkel wraak. Die begraven
schat, waarnaar zijne ziel hunkerde,
zou dan toch in zijne handen kun
nen komen. Job's waarechuwingen
hadden hem bevreesd gemaakt en
zijn mond gesnoerd, maar hij zou
hem niet meer behoeven te vreezen
als generaal Coninghame werkelijk
zulk een man was als hij dacht.
Hij at zijn middagmaal langzaam
en peinzend," en zijne gedachten ga
ven er voor hem iets bijzonder sma
kelijks aan. Te. één uur ging hij naar
zijn puin terug, en toen hij daarmee
Igor onderwijs de weg is ope n c estoid
om den overgang van ander dan voor-
bereidend hooger onderwijs tot da
derde klasse van het lyceum gemak
kelijk tc maken. Natuurlijk dat. dar»
zij, die hej onderricht in één o dor af-
deelingen. A of It wenschen ie vólgen,
zullen nice-ten blijk geven van vol
doende kén nis der Luiijnscke tnal. Zij
echter, die afdeeling C wenschen te
bezoeken, zullen, zonder dal zij die
taal hebben beoefond, kunnen toege
laten worden.
Ten aanzien van hel voor 'lór
Commissie, om le verbieden dat aan
de schóól voor uitgebreid lager onder
wijs meer dan twee moderne talen
worden onderwezen, meent Minis
ter de Commissie niet te moeten vol
gen. Het- M. U. L. O. is. niettegen
staande hei tot vóór eenigo jaren geen
bijzonleren steun uit de Staatskas
genoot, ja. zelfs eigenlijk door de wet
niet was erkend, tot hoogor trap van
ontwikkeling gekomen wél een be
wijs. dat .aan dat onderwijs behoefte
wordt gevoeld. De subcommissie voor
het lager onderwijs, die de hoofd
commissie van pruc-advies diende,
ging dan ook zoover, dat zij eenstem
mig' het denkbeeld aanbeval, om de
tegenwoordige driejarig© H. R. S. op
te heffen en te vervangen door de
meer uitgebreid lagere school. De Mi
nister begrijpt, dat de Commissie
voor zóó radicalen maatregel terug
deinsde, maar hoven het tegenoverge
stelde uiterste, verkiest de minister
den middenweg, om beiden inrichtin
gen gelegenheid te schenken in vrij
heid gelijkelijk tot verderen bloei
komen. Vooral voor gemeenten, ;n
welke wèl voor de m. u. 1. o.-school,
maar met voor eene hoogere burger
school plaats is, zou een kwalijk te
rechtvaardigen tegenslag zijn. indien
do volledige, meer uitgebreid lagere
school verboden werd door den wet
gever.
Anderzijds moet dan echter tevens
de tegenwoordige H. R. S. met 3-javi-
gen cursus gereorganiseerd worden
tot de door de staatscommissie ge-
wenschte middelbare school, opdat da
tot nog toe blijkens de en-ar in g aan
liet onderwijs dezer school verbonden
bezwaren zooveel doenlijk zullen wor
den weggenomen.
Uit het voorafgaande volgt dat thans
een viertal wetsontwerpen wordt in
gediend. Vooreerst liet wetsontwerp
tot regeling van het voorbereidend
hooger onderwijs, dal, behoudens
eenige verschillen, alleen ten aanzien
van de (hierboven reeds omschreven)
vergemakkelijking van den overgang
van ander dan voorbereidend hooger
onderwijs tot de 3de klasse van het
lyceum afwijkt van het wetsontwerp
der Staatscommissie. Daarin zijn te
vens vervat de in verband met de sa
mensmelting van de 5-jarige II. B. S.
en het gymnasium tot lyceum noodig©
wijzigingen van de hooger-ondenvïjsr
wel.
In de tweede plaats het daarmee ten
nauwste samenhangende woisont-
werp tot wijziging v..n ile hcoger-
onder'.vijsvvet, beoogende de wettelijk©
eischen van bevoegdheid in overeen
stemming te brengen met den in het
eerste wetsontwerp gedachten toe
stand. Dit is woordelijk ontleend aan
het rapport. Een afzonderlijk wetsont
werp is noodig, omdat regeling van
de universitaire examens niet ais een--:
onderdeel van de wet op het voorbe
reidend hooger onderwijs kan behan
deld worden.
In de derde plaats een wetsontwerp,
strekkende-om de bestaande middel
baar-onderwijswet. te vervangen door
eene aan de tegenwoordige behoeften
beter beantwoordende regeling. Ook
dat ontwerp is in hoofdzaak van do
Staatscommissie overgenomen.
Eindelijk het wetsontwerp tot wij
ziging van de wet op hel lager onder
wijs, dat aan het meer uitgebreid la
ger onderwijs de positie beoogt te ver
zekeren. welke hieraan (volgens de
hiervoren aangevoerde beschouwin
gen) toekomt. Uil den aard der zaak
is tegelijkertijd in dal ontwerp om
schreven de omvang van wat thans
uitgebreid lager onderwijs pleeg*, te
worden genoemd en van het gewoon
lager onderwijs.
HET FEEST DER BEVRIJDING.
Het Hbld. meldt:
Het Suriname-Coinitó 1863—19.13
heeft een oproep gedaan aan „het
Protestantsche Volk van Nederland"
om te herdenken dat het den eersten
Juli van dit jaar 50 jaar geleden zal
zijn, dat de slaven in Suriname weid
den vrijgemaakt.
Het Qpnutê tracht het Protestant
sche deel van ons volk zoo veel moge
lijk op te wekken tot belangstelling en
tevens om aan de zending in Surina
me een feesigeschenk aan te bieden
namens het Nederlandsche volk, dat
daardoor dankbaarheid kan uitspre
ken voor den zegen dat aan 45.000
negerslaven vrijheid werd gegeven nu
een halve eeiuvv geleden.
Dit feit zal ook worden herdacht op
den Ion Juli door de Evangelisch©
had afgedaan, ging hij, zooals hem
was opgedragen, de heg snoeien. En
daar ontmoetten Whittaker, die tot
wanhoop was gedreven, en Bowling,
die naar wraak en den begraven
schat drosile, elkander, alsof een
slecnte geest hen bij elkaar had ge^
bracht óm kwaad uit le richten.
HOOFDSTUK UL
Er. is immers niemand aan de
andere zijde van dc heg? vroeg
Whittaker, geheimzinnig fluiste
rend, terwijl hij naar Bowling toe
sloop.
Neen, niemand, was bet plompe
antwoord.
Ik moet je spreken. Ik heb Je
wat te zeggen, dat wel de moeite
waard is om te hooren.
Je hebt me niets te zeggen,
sprak Bowling, waar ik in 'i aller
minst lust heb naar tc luisteren, dat
verzeker ik je. Ik heb genoeg van je.
Waarom kom je me lastig vallen?
Zeg eens, hernam Whittaker,
een etevlgen tak in de heg grijpende,
en zich opwaarts zwaaiende totdat
hij naast den zeeman stond, wil ju
een portie van dat geld hebben?
Van wat voor geld? vroeg Bov.>
ling, met een vloek.
(Wordt vervolgd).