BUBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD CF !0 CEBÏ PES WEEK. ADKMCTRATiE GROOTE HOUTSTRAAT SS DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6 31» JjMgeeg. ZATERDAG 12 JULI 1913 No 9220 ZATERDAGAVOM HAARLEM'S BAÖLAO KOST fl.20 PES? 8 E8AANDEN iN HAARLEM'S DAGBLAD ZUfê ADVERTENTlEN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT I"Zi K:. ..siiieven PALING. Hot leven van planten en dieren is foor den mensch nog vaak een groot raadsel, en op geen enkel terrein is het onderzoek dankbaarder, dan op dat der levende natuur. Neem even dc moeite; een enkele plant in uw tuin een paar dagen achtereen aan dachtig te bekijken, doe het op ver schillende uren en noteer dan uw eenvoudige waarnemingen omtrent bladstand, openen en sluiten der bloe men, stand der meeldraden en rich ting der plantendeelen, met betrek king tol 't licht, en ge ontdekt bijna zeker iets, wat ge nog niet hebt gele zen, ge merkt vaak iets op, wat alle anderen voor u is ontgaan. Dat Is de natuurstudie in haar gezonden vorm, dat is de manier, om planten en dieren in uw omgeving lot uw kennissen te maken, dal geeft het ware natuurgenot. Bekijk eens de verschillende rich tingen van meeldraden en stempels van liet nu bloeiend wilgenroosje, ga het openen der Theunisbloemen 111 de duinen na of tracht te weten tc komen, hoe de verselftlknde vruch ten hun zaden verspreiden. Ge hebt dan werk voor weken, zelfs voor maanden. Maar niet alle geheimen worden maar zoo gemakkelijk ontsluierd. Ga in de tegenwoordige studieboe ken eens even na, wat uien bijv. van den levensloop der palingen wist, enkele jaren geieden. Dan ziet ge, dat ile iubelaciilige voortplanlings- geschiedenis dezer dieren eeuwen king een geheim bleef, dan merkt ge, dat, wal de een beweert, door den ander wordt tegengesproken. Hebt ge zelf ooit palïmgkuit ge zien? Het kan zijn, maar dan toch al leen onder de sterke vergrootings- lens. En toch planten deze dieren zich even goed voort door middel van eieren, als de andere visschen. Lang kunnen de palingen 't in on ze binnenwateren, in onze meren en sluolen uithouden. Als kleine slan gen kronkelen ze over den bodem, en voortdurend zijn ze op roof uit. Aan hun langzame bewegingen zou men niet zeggen, dat de palingen, met snoeken en baars, de meest vraat zuchtige geschubde waterbewoners zijn, maar ge hoeft ze slechts een tijd in het aquarium te hebben, om daarvan ten volle overtuigd te zijn. Uren achtereen kunnen ze in den zandigen bodem verscholen liggen, met niet anders dan het venijnig scherpe kopje er boven uit. Argeloos kruipt het kleine salamandertje tus- echen de waterplanten door, met re gelmatige bewegingen schuift het wormpje over de zandkorrels, maar beide, salamander en worm, zijn vaak in hetzelfde oogenblik verdwe nen in de verraderlijke bekjes der palingen, die daar schijnbaar zoo vredig lagen te happen. Als de sche mer komt. schuifelen ze uit hun mijngangen te voorschijn. De lange staart maakt roeibewegingen, dc vlammende oogjes loeren rond en al het kleine gedoe, dat op hun weg komt, wordt gegrepen, vastgehou den met de scherpe haaktanden cri onverbiddellïïk naar binnen gewerkt. Maar als de alen vijf h zes jaar j achtereen dit rustige rooverbestaan hebben geleefd, als geen reiger of ooievaar een einde aan hun leven heeft gemaakt, komt er plotseling een schok in de gelederen dezer wa terslangen. Dan voelen ze een alles beheer- zchenden drang naar het volle leven, dan moeten ze gezamenlijk optrek ken naar de zee, waarin ze ook wer den geboren. De wijfjes, die op dien trek worden gevangen, hebben dan nog geen rij pe eitjes bij zich, zoodat het ons niet behoeft te verwonderen, dat we met het hloote oog geen palingkuit te zien krijgen, De kleinere mannetjes schijnen de wijfjes op le wachten en gezamenlijk trekken ze als een groot leger naar hel gebied van den Golfstroom. Daar, op groote diepten, heeft het water nog een goede temperatuur. Hier worden de later drijvende eieren gelegd, hier is misschien het gebied, waar de volwassen dieren hun laalste levensdagen doorbren gen. Want dat is nog een groot raad sel Wuar blijven de volwassen pa lingen, die we nooit uit de zee de ri vieren weer op zien zwemmen? „De wijfjes sterven," zegt Schmeil heel pertinent, maar dc heer Dors man vertelt in zijn mooi, nieuw werk, „Langs strand en dijken", dat hiervan nog zoo goed als niets met lekerheid bekend is, En nu de jonge alen, die uit de. eitjes kropen. Wat hebben die de ge- i leerde wereld lang bij den neus ge had, Nooit kon men de diertjes kiel- I ner te zien krijgen, dan als de slop- naaldachtige wezentjes, die bij dui zenden onze rivieren opzweinmen, I die door sluizen noch dijken worden tegengehouden, maar zoo groot ko- men ze niet uit het eitje. Men kende echter een doorschIJ lend vischje, met den vorm van een wilgenblad en den kop van een aal. Dat diertje bracht men nooit in ver- band met do palinghistorie. Het kreeg een heel geleerden naam, die niets met Anquilla vulgaris, den def- ligcn naam van de paling, had te maken. In groote menigte worden deze glasvischjes in de Straat van Messi na gevangen, wat ook een groote merkwaardigheid is, daar men, vol gens de beschrijving van Dorsman, het ..paaigebied" zooals dit bii de vischkundigcn heet, veronderstelt te liggen ten Noorden van Spanje. Deze pnlinglarven nu groeien langzaam uit lot de kleine aaltjes, die we zooeven noemden. Zoo groot is tiet aantal, dat in het voorjaar de Europeesche rivieren opzwemt. dat men in Frankrijk een bepaald gerecht heeft, alleen uit deze v.sehjes samengesteld. Wie in Mei of Juni een roeitochtje door het Spaame maakt, kan vaak ook honderden dezer diertjes zien, zittend legen sluismuren of deuren of snel roeiend door het groene nat. Dat zijn de enkelen die we le zien krijgen, van het millioeneii groote leger, dat,, Irols alle hinderpalen, luch de binnenwateren weet te berei ken. H. PEUSENS. Mej'. J. K., le S. Het is nu de goe de lijd, 0111 rozen te stekken. Neem een takje, dat bloeit, of gebloeid heeft. Laat alleen het bovenste blaad je zitten en snijd de onderste weg. Niet aftrekken. Maak een iange, schuine snede. Er vormt zich daar dan een weefsel dat water opneemt en waaruit zich ook de wortels ont wikkelen. Bloemen of knoppen wor den weggesneden. De stek wordt iri een bakje gezet, gevuld met blad- aarde waardoor rivierzand is ge mengd. Ook kunt u de stek in een donker gekleurd flesclije zetten. Als de worteltjes dan groot genoeg zijn, kunt u het plantje in een pot zetten met goede aarde. Na een paar jaar hebt u dan het resultaat van uw kweekproef, in den vornt van mooie rozen. H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen WAT MEN ALZOO IN DE MODE BADPLAATSEN ZAL ZIEN DRAGEN In vele gezinnen zijn de plannen voor de zomervacantie reeds ge maakt, want jaar in jaar uit neemt ook ten onzent de gewoonte toe, om zich eenige weken uit het dageliik- sclie sleurleven terug le trekken. Het spreekt vanzelf, dat die uitstapjes zéér verschillend zijn en afhanke lijk van rang, stand en financieele draagkracht. Eenvoudige burgergezinnen, die een geheel jaar zuinig en ingetogen leven, om gedurende de vacantie zich eenige ontspanning te gunnen, gaan naar eenvoudige badpaatsen, waar geen kurhaus met concerten en dergelijke, hen dwingt tot toilet ma ken; ze nemen hun intrek in eenvou dige pensions, of wél, huren eenige kamers en koken hun eigen potje; ze hebben dus met toilet-luxe niets te maken. Geheel anders is het met families, die in provinciesteden of op het plat te land wonen. Zij verlangen naar eenige afwisseling in het eenvoudige landleven en trekken bij voorkeur naar mode-badplaalsen om eens een kijkje te nemen in het mohdaine ge doe zoo vol aantrekkelijkheid, door de internationale luxe, die daar wordt ten loon gespreid; doch waar aan men onwillekeurig in meerdere of mindere mate moet deelnemen. Z-elden zag ik in de mode minder uniformiteit, als in die van 1913, want elk modern toilet is als het wa re eene créatie, doordat hel om goed te slagen geheel en al op het figuur der draagster gemaakt moet worden en daardoor iets sterk individueels verkrijgt. De draperieën, de losse banen, de gesplitste voorbanen, de ceintuurs, de écharpen en de fichu's, alles is voor elk toilet verschillend. Geen wonder dus, dat alleen eerste klas modistes in staat zijn, iets waarlijk moois te leveren, en dat hier van geen confectie sprake kan zijn. Ook de tailles der moderne toilet ten zijn geheel afwijkend van het geen we tot nu tue zagen dragen, doeit vraagt uien mij weik garnituur, welke mouw is dau nu mode? Dan zou ik het antwoord schuldig moeten blijven, ont de eenvoudige reden, dat er geen sprake is van een enkeling, maar alle modellen gedragen wor den, als daar zijn: de kimonomouw, de ingezette ntouw, de nauwe lange mouw, die van onderen met pliséé of kant op de hand neervalt, de iet wat wijde mouw, die van onderen geboulloiuieerd is en met kant afge werkt. de nauwe korte mouw, korto- om, alle mogelijke modellen worden gebracht en gedragen. Toch is er één type in de mode, dat op bijna alle tailles wordt toe gepast, hetzij het een luxueus avond toilet of een gewone blouse geldt, en dat is het „en coeur", of laat me lie ver zeggen de vrij diepe V-vonuige 'halsuitsnijding, die veelal met staan de tule plisséés wordt afgewerkt; of WH» een breecle plissée, die men over den mantel of jacquet draagt Zij, die om minder mooie vormen te bedekken van deze halsuitsnijdin gen niet gediend willen zijn, vullen die uitsnijding aan met gekruiste tule. De écharpen of ceintuurs zïin me de zéér verschillend: daar heeft men voor slanke, onberispelijke tailles de breecle écharpen, die strak om de heupen getrokken worden en van vo ren geknoopt in afhangende einden neervalt. De knoop wordt vaak niet een gesp versierd; deze ceintuurs, die feitelijk van dc Spaansche schoo- nen afkomstig zijn, noemt men ook wel: la Carmen cita". Dan ziet men de breede ceintuurs, die van achte ren tri een breede, platte strik ge knoopt worden met lange, afnangen- de einden, zooals de Japansche vrou wen ze op hare kimono's dragen en eindelijk de zeer ruime ceintuur van slappe zijde, die de taille totaal mas keert en die op den sterk gedrapeed- den rok gedragen wordt. Dit laatste model is met veel ruimte op den buik gearrangeerd'en alzoo in lijn rechte tegenspraak met het „droit dcvitnl", De nieuwe wintermodes zullen ons waarschijnijk leeren of men hier niet een voorbijgaande mode gril te doen heeft, dan wel of het „droit devant" inderdaad tot het ver leden zal gaan behooren. Zeer nieuw zijn op hel oogenblik de gebrocheerde en de gebloemde stoffen; die bonte bloempjes op effen grond verloonen; en waarvan zoowel fokken als jaquetlen gemaakt wor den, docli zelden als complét. Is de rok van gebloemde stof, dan ziet men de taille van kant met tule en effen zijde of fluweel. Ziet men een ge bloemd jaquet, dan is het gewoon lijk op een elfen zijden rok. Een al lerliefste fantasie is een wandeltoi let, waarvan de rok uit wit en blau we ruitjeszijde bestaal met een ja quet van effen blauwe zijde of sa tijn; want liet satijn is nog steeds de mode van den dag. MARIE VAN AMSTEL. De Roman vao een oude juffrouw. (Naar het Engelseh). Penthorn Road was een van die j straten, die langzamerhand in eon toestand van vervallen en oude groot heid zijn gekomen na een tijdperk van weelde en overvloed. De huizen waren groot en som ber met een soort van grijs stuc in den voorgevel, geheel op de manier, die onze voorouders zuo begeerlijk vonden. Eens waren het kostbare huizen geweest, door menschen van groot vermogen en van hoogen stand bewoond, maar nu was het huis met den spitsen voorgevel midden in de straat het eenige huis dat in tegen - spruak was met het vervallen voor komen der andere gebouwen. Daar hingen altijd onberispelijke, naar het scheen pas gewassohen gordijnen, en de stoep naar dc voordeur zag er al tijd even onberispelijk uit. De ntenschen vroegen zich af, waar om Miss Margaret Weston, die daar met haar dienstboden woonde, bleef in een buurt die zoo snel in aard ach teruitging. Eenige brutale kennissen vroegen haar zelfs waarom zij daar in dat huis bleef, in plaats van liet te verhuren en zelf een huis te zoeken op een stand meer met haar persoon lijkheid overeenkomende. Aan deze menschen had Miss Weston vriende lijk ten antwoord gegeven, dat zij nu al het grootste deel van haar leven in hetzelfde huis had gewoond en dat zij niet meer wenschto te veranderen. Miss Weston was altijd vriendelijk tegenover iedereen, want vriendelijk heid behoorde als het ware bij haar gehcele wezen. De buren noemden haar een oude jongejuffrouw, maar zelfs al gebruik ten zij dat woord, look wisten zij, dat men haar eigenlijk zoo niet kon be titelen. Zij had niets van dat scherpe in zich, dat gewoonlijk tot de meest in liet oog springende eigenschappen van een oude jongejuffrouw behoort. Long geleden als weesje van zeven jaar ongeveer, had haar oom haar als kind aangenomen en in de Pen thorn Road gebracht. Maar nu waren baar oom en zijn vrouw allebei dood, en Miss Weston was met de dienst boden in het oude huis achtergeble ven. Het was een meelijwekkende roman, die van Miss Weston. Het was de ou de geschiedenis van den man die niet genoeg gedurfd had, de man die zich verkeerde voorstellingen had ge maakt en die uit haar leven was ge gaan om haar alleen achter te laten. Soms, als zij met teederen zorg een pakje brieven uit haar schrijfbureau riant, was er een speciale brief bij, dien zij niet meer kon overlezen, want hij was te heilig, wegens de her inneringen, die er aan verbonden wa ren. Maar altijd herinnerde zij zich dan den avond, waarop deze brief "haar overhandigd werd. Zij had alleen maar de oogen te sluiten om zich dat tooneel weer geheel voor den geest te halen. Zij zag zichzelf nog heel Jong op een herfstavond voor den haard zit ten. Zij deed haar best iets te begrij pen. Waarom was haar neef, Harry Dutton, naar de koloniën gegaan, zonder haar vaarwel té zeggen? Hij was heel plotseling vertrokken, of schoon hij vooruit gezegd had, dat 'hij zou gaan. En toch had hij heelemaal geen afscheid van haar genomen. En terwijl zij haar best deed zijn houding te begrijpen, kwam 't zoon tje van een buurman met beschaamd gelaat de kamer binnen. Och, Miss Weston, viel hij uit, het spijt mij zoo, maar ik vergat het hee lemaal. Wat heb Je vergeten? vroeg zij verbaasd. Och, dien brief. Mr. Dutton gaf j hem mij om hem aan u te geven. Hij was er beslist op gesteld, dat u hem nog denzelfden avond zou krijgen. Ik herinnerde het mij zooeven pas. j Wanneer gaf hij hem je? fluis- terde zij. Verleden Donderdag. En hot spijt mij zoo, dat ik Verleden Donderdag, zei ze In ziob zelf, toen de kleine jongen op gelucht de kamer uitging. Dat was twee dagen, voordat hij uitzeilde! Zij maakte den brief open en las den inhoud. Lieve Margaret, zoo luidde hij, zooals jeweet, ga V overmorgen naar Zuid-Amerika. Voordat Ik heenga, wil ik je eerst nog iets vragen, maar ik vrees, dat het te veel gevergd zal zijn. Je moet al geraden hebben dat ik je liefheb. Ik weet, dat het van mijn kant wel wat al le vrijmoedig is naar je hand te dingen, want je bent de aangenomen dochter van een rijk ntan, ik ben niets dan de onbeduiden de zoon van een armen broeder. Maar mijn plan is om in Zuid-Amerika geld te maken. Daarna wil ik thuis komen en met je trouwen! Ziezoo, nu is het er uit! Wil je met mij trouwen? Ik zou zoo graag willen, dat je op mij wilde wachten. Ik vrees wel, dat ik te veel vraag, maar ik zal blijven hopen. Als je op dit briefje antwoordt, zal Ik komen eri je vaarwel zeggen, maar als je niet antwoordt, za! ik begrijpen, wat dat 'beteekent. Geheel de uwe, HARRY. Dat was dus de verklaring. Zij ging naar haar oom en het hem den brief zien. Hij stuurde Harry telegrammen en brieven, maar onderweg verander de deze zijn plannen, zoodat de brie ven op hem lagen te wachten en hem nooit bereikten. En hij schreef heele maal niet naar huis, hij verdween als het ware uit ieders leven. Een tijd lang dongen er eenige pre tendenten naar de hand van Miss Weston, maar omdat zij heelemaal geen aanmoediging mochten onder vinden. gingen zij hun heil ergens an ders zoeken. Vriendinnen trouwden, aileriei goe de kennissen gingen ergens anders wonen. Margaret groeide van meisje tot vrouw op, van volwassen vrouw tot oude vrijster. En nog altijd wachtte zij op Dut ton in het buis, waarin zij hem het laatst ontmoet had en hij haar mis schien weer zou willen zoeken. II. Soms stelde zij zich voor, hoe hij zou terugkeeren. Zij zag hem met al len glans in een auto voor het huis stilhouden. Zij zag hem te voet, terwijl hij bezig was van den overkant van de straat af hot huis onderzoekend te bekijken. Altijd stelde zij zich hem In ruime omstandigheden voor, terwijl hij zijn bruid kwam zoeken, die door een ongelukkig toeval van hem ver wijderd was gebleven. En toen geheel onverwachts kwam zij hem op straat tegen, en bij zag er beklagenswaardig slordig uit, vuil en -met neergetrapte schoenen, terwijl zijn gelaat de teekenen droeg van gebrek en roekeloosheid. Harry! zei ze zenuwachtig. Har ry! Een vonkje van herkenning schoot in zijn oogen, maar hij schudde het hoofd. Je bent nu toch weer thuis! riep zij uit. ik ik beb op je gewacht. Ik verwachtte Je. Op mij gewacht? Verwachtte je mij? mompelde hij verbaasd. Voortdurend sinds je bent heen gegaan, ze; ze eenvoudig. Ik wachtte op je in het oude huis. Er had een vergissing plaats ik heb je brief niet gekregen, voordat het te laat was. En toen konden wij niets vau je tc weten komen. Maar ik wachtte. U u vergist zioh, zei hij lang zaam. Ik ken u niet! Na die woorden wankelde hij weg. Miss Weston liep hem een paar passen achterna, maar toen werd zij door een duizeling aangegrepen. En toen zij weer goed. zien kon, was Dutton ver dwenen. Maar zelfs nu ging haar eenvoudig geloof in de liefde nog niet verloren. Eens zal hij weer bij mij terug komen, zei ze tot zichzelf, terwijl zij langzaam naar huis wandelde. Hij weet dat ik op hem wacht. Hij schaamt zich over zichzelf, omdat hij nrm is. Alsof dat er iets toe deed! Miss Weston verkeerde werkelijk weer in eeit opgeruimde stemming, toen zij in baar huis in <}e Penthorn ltoad terugkwam. En nu werd lede ren morgen het denkbeeld sterker in haar, dat dien dag haar minnaar van lang geleden zou kunnen komen om haar op te zoeken in het huis, waar hij haar den laatsten keer verlaten had. Maar de dagen gingen voorbij, en afschoon zij vaak genoeg uit haar venster keek, nooit zag zij daar bui ten een enkel teeken van hem. Eu zoo gingen er een, drie ja zes maanden voorbij. III. Een heer om u te spreken, Juf frouw! Een heer om mij te spreken, Ja- net? vroeg Miss Weston verbaasd. Hoe vreemd! Een bezoeker was inderdaad een zeldzaamheid in den huize WestoD. Miss Weston stond van haar stoel op. Zij trachtte zichzelf wijs te ma ken, dat het onmogelijk Dutton kon zijn, die haar na zooveel jaar in hel huis in de Penthor.n Road kwam op zoeken. Ofschoon zij er iederen mor gen op gehoopt had, toch scheen bet haar plotseling toe, dat het geluk al te groot zou zijn. Zij ging langzaam naar beneden, terwijl zij zich stevig aan de leuning vastgreep, en zichzelf moed in sprak om teleurstelling te kunnen dragen. Maar het was Dutton die in de ka mer beneden op haar wachtte. Dutton vegl beter gekleed da» toen zij hem het laatst gezien bad en die nu veel zelfbewuster houding had. Harryl riep zij uit, terwijl zij beide handen naar hem uitstak. Zoo ben je dus toch teruggekomen? Ik wist het wel ik wist het well Ik moest terugkomen, zei hij langzaam. Ik had zoo n innige be- hoelie je nog één keer te zien voordat ik naar .Amerika ging. Weer .naar Amerika? zei ze hem op zwakken toon na. Waarom zou ik in Engeland blij ven,? vroeg biij. Er is niets, wat mij hier houdt. In Amerika kan. ik beter vooruit komen. Toen ik daar den eersten keer geweest ben heb ik niet verstandig gedaan, maar dat was om dat ik niets had om voor te werken. Ik had jou verloren en Hij wachtte eten. Je dacht dat je mij verloren hadt, bracht Miss Weston hier zachtjes te gen in. Ik ik zwalkte daar maar zoo'n beetje rond, ging hij voort. Een rol lende steen was ik. Toen kwam de gril in tnij op weer naar Engeland terug to gaan. Ik het dient nergens voor dat te verbloemen was op den ver keerden weg. Ik had mijn belang stelling in alle dingen verloren er ger nog, ik was de belangstelling voor mij zelf kwijt. En toen kwam ik je op zekeren dag op straat tegen. Weet je het nog? De man dien jij je als Harry Dutton herinnerde was toen dood, zei hij, en in zijn plaats sprak je tot een radeloozen deugniet. Ik voelde mij diep beschaamd toen je de oogen op mij gevestigd hieldt. Ik merkte, dat je nog in mij geloofde, lang nadat ik hc-t vertrouwen en ge loof in mijzelf verloren had. En en ik besloot weer te trachten een deugd zaam leven te lijden. En nu? Bijna een jaar lang voortdu rend sinds dien dag heb ik gestre den. Ik geloof, dat ik nu weer sterk genoeg ben. Ik doe mijn uiterste best de man te zijn die jij meende dat ik was, en Ik geloof geslaagd te zijn. En nu ben Je eindelijk terugge komen? Ja, Ik verlangde er zoo naar Je weer te zien. niet zooals ik dien dag was waarop ik je ontmoette, maar zooals ik nu ben. Ik wou zoo graag een beetje van je respect terugwin nen. En en ga je nu weer naar Amerika? Heel spoedig. Ik heb geen ban den die mij binden, geen vrouw ot familie. Maar ik ben er toch! zei Miss Weston met ongewone vrijmoedig 'held. Heb jo mij dan vergeten? Jou? zei hij vol verhazing. Je bedoek toch niet, dat... Ik heh jaren lang gewacht tot je terug zou komen, antwoordde zij flink. Wij werden door een ongeluk kig toeval gescheiden, maar ik was trouw aan de herinnering aan jou, want ik wist dat je ééns terugkomen zoudt! En ik, zei hij, ben trouw tegen over je geweest in woord en daad, omdat al nujn liefde jou toebehoorde. Andere vrouwen hij maakte een af wijzend gebaar. In mijn gedachten was jij altijd de eenige vrouw. Dat wist ik, zei ze eenvoudig, en nu vertelde zij hem.hoe een ongeluk- kig toeval ben al die jaren gescheh den had gehouden. Och, kon het verleden weer terug keeren, zet hij. Was ik maar wat jon ger! Maar nu kan ik je niet vragen met mij te willen trouwen. Ik word oud en ben arm. En jij je bent rijk, geloof ik, en je bent heeleuiaul niet tegenover mij veranderd. Vriendelijk glimlachend knikte zij hem toe. Maar ik heb je iets le vertellen, zei ze. Oom George liet mij al zijn geld na, maar het huis was voor jou. Negen jaar geleden stierf hij, en wij informeerden overal naar je. Wij ad verteerden in de couranten, maar nooit kregen wij er eenig antwoord op. Negen jaar geleden? antwoord de hij, Toon was ik hier in het land. Ik bleef drie jaar hier en daarom heeft men mij niet kunnen opspo ren. Nu hebben wij natuurlijk negen jaar huur bespaard, vertelde zij hem. Ik heb het voor je bewaard in de vaste overtuiging, dat je zoudt terug komen. Dus nu merk je, dat je niet zoo arm bent als je zelf wel dacht. En ook niet zoo rijk als ik zoo graag zou willen zijn, zuchtte hij. Ik zou graag rijk genoeg zijn om... Hij zweeg. Nu om wat? vroeg Miss Weston angstig. Je denkt toch, hoop ik, niet, dat rijkdom tegen geluk opweegt. Ik heli mijn trots nog niet verlo ren, zei hij onverzettelijk. En nu heb jij je huis gekregen, zei ze. En nu ga ik er dadelijk u:t. Jij moet in je eigen huis gaan wo nen. Neen, neen, antwoordde hij ver schrikt. Ik zal gaan, zei ze beslist, en voegde er handig bij, ofschoon h?t mij na al die jaren het hart zal breken het te moeten verlaten. Laat ik dan in het vervolg je huisheer zijn. Het huis is veel to groot voor mij. Ik blijf hier geen dag langer als huurster, zei ze. En toch zal het mij het hart breken a?s ik ga. Begrijp je dan niet wat ik wat ik probeer je duidelijk te maken. Neen, zei hij perplex, ik kan het niet begrijpen. En toch maar neen, ik beu te arm en scLaam mij te veel om je te vragen met mij te willen trou wen. Onzin! antwoordde Miss Weston op scherper loon dan men ooit van haar gehoord had. Of je breek mij liet hart door mij te dwingen het oude huis te verlaten, ol anders laat je mij hier blijven als je vrouw. Wat zal bet zijn'? Haar ongewoon heftig optreden werd haar zelf te macr.tig en wanke lend deed zij een paar passen naar hem toe. Harry, na al die jaren sta melde zij. Mijn lieveling; fluisterde tiij, hei- eten, hij en zij, vergaten, dat de jeugd voor hen voorbij was gegaan. De Detective. Ik ben juwelier en pas in den regel op mijn tellen, zoo verhaalde de eige naar eener groote zaak tc Londen. Na een bezoek te hebben gebracht aan een mijner agenten in Ierland, keerde ik van Dublin nuar Engeland terug. Ik had een paar groote diamanten bij mij die opnieuw gezet moesten worden, en nog eenige byouterioëu van mindere waarde; deze juweelen waren mot zorg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 15