Buiinrs Dagblad
Feuilleton
TWEEDE BLAD
Dinsdag 13 Juli 1913
OM ONS HEEN
No. 1736
Het Ambtenarenreglement.
Toen ik in een vorig nummer mel
ding maakte van de wijzigingen, die
de Vereeniging van ambtenaren in
dienst der gemeente Haarlem in
het ontwerp-rcglemcnt aangebracht
wenscht te hebben, wees ik er tevens
op, hoe merkwaardig het is, dat een
vereeniging die in April 1912 verzocht
niet over te gaan tot vaststelling van
eeu dergelijk reglement, geen zestien
maanden later komt met zoodanige
wijzigingen, dat men feitelijk van een
nieuw ontwerp spreken mag.
rk weet wel wat de verklaring daar
van zijn moet, dat namelijk de ver
eeniging geen reglement verlangt
doch indien het er dan toch Icomcn
Ml, wenscht dat het zooveel mogelijk
in haar geest zal zijn ingericht. Die
verklaring past beter op een aantal
amendementen van geringe beteeke-
nis, maar nu de vereeniging feitelijk
den geheelen grondslag aantast van
het stelsel der Commissie volgt daar
uit, dat de vereeniging wel degelijk
een reglement wil. De oplossing van
het geheim der twee tegenstrijdige
besluiten zal dan ook wel liggen in
een toevallige meerderheid in de eene
en in de andere vergadering. Er
heerscht in deze vereeniging een be
langrijk verschil van inzicht, hetgeen
bijvoorbeeld hieruit volgt, dat onlangs
eer, voorstel tot aansluiting bij een
Bor.d werd verworpen met een slechts
kleine meerderheid, 26 tegen 16. Het
zal mij daarom niet verwonderen,
warneer bijvoorbeeld over een jaar
met een soortgelijke stemmenverhou
ding wel tot aansluiting bij een Bond
besloten wordt. De conclusie, die uit
een en ander te trekken is, ligt voor
do hand ook de gemeente-ambtena
ren doen aan de vakbeweging mee en
de meer patriarchale verhouding, die
den hoofdambtenaren aanleiding gaf
het denkbeeld van een ambtenaren
reglement totaal te verwerpen, bezat
in April 1912 do instemming der
eenigïng van ambtenaren wel, maar
heeft die nu niet meer.
Niets is gemakkelijker dan deze be
schouwing met bewijzen te staven.
Het meest frappante vind ik in arti
kel 20. Terwijl naar het oordeel van
de Raadscommissie geen vergoeding
moei worden toegekend voor over
werk, stelt de vereeniging van ambte
naren kalmweg voor, dat daarvoor
een buitengewone vergoeding, naar
verhouding van het genoten salaris,
zal betaald worden.
De tegenstanders van een ambtena
renreglement zagen het verschil tus
schên een arbeider en een ambtenaar
o.a. hierin, dat de eerste zijn werk
kracht bij van te voren bepaalde uren-
berekening afstaat, terwijl van den
ambtenaar stilzwijgend verondersteld
wordt, dat hij zijn tijd geheel en vol
komen voor de gemeente beschikbaar
stelt. Dat de vereeniging van ambte
naren dit verschil omver haalt, deert
haar niet iu het minstin de toelich
ting lezen wij, dat evengoed als voor
werklieden, voor ambtenaren beloo
ningen behooren te worden toegekend
wegens arbeid, buiten de gewone uren
verricht. En ongetwijfeld is daar,
staat men eenmaal op dit standpunt,
ook niets tegen te zeggen. Maar 't is
heel iets anders dan wat de Commis
sie wil.
In de tweede plaat9 de werktijd.
Als voorgesteld wordt tien uren, kan
een voorstel voor acht uur geen amen
dement worden genoemd; liet is fei
telijk een gansch ander voorstel. Dit
valt te meer in het oog, waar de amb-
tei aarsvereeniging zich niet onder
werpt aan de bepaling, door de Com
missie voorgesteld, dat zonder ver
gunning van B. en W. de ambtenaren
geen nevenbetrekking vervullen mó
gen, geen bezoldigde werkzaamheden
voor derden verrichten en geen han
del of nering uitoefenen.
Aan dit verbod wordt door het re-
<iuest der vereeniging duchtig ge
plukt zij is er wel voor, maar in be
perkten zin, namelijk alleen wanneer
door zoo'n bijbaantje do belangen
van den dienst geschaad worden of
indien daartusschen en de ambte
naarsbetrekking een te nauw verband
bestaat. Die benadeeling van den
dienst en dat te nauwe verband zul
len door B. en W. moeten worden
aangetoond: dit zal 't College moei
lijk vallen, ook wanneer het meent,
dat inderdaad een zekere bijbetrek
king behoort te.worden losgelaten of
niet aanvaard.
De Commissie stelt nog een andere
bepaling voor, namelijk dat ook de
huisgenooten zonder vergunning van
B. en W. geen handel of nering uit
oefenen mogen. De ambtenaarsveree-
nigïng laat d?ze heelc bepaling weg.
Toch is de bepaling natuurlijk niet
zonder doel in 't ontwerp opgenomen;
men heeft willen voorkomen dat de
ambtenaar na zijn dagtaak ook nog
zon gaan zwoegen aan een huiselijk
handeltje en dus den volgenden och
tend minder frisch te werk komen
zou; misschien heeft men tevens fi
nancieel risico "willen voorkomen,
met de daaraan verbonden mogelijk
heid van insoliditeit in betalingen en,
wellicht, verlies van de zoo hoog noo-
dige integriteit.
Inderdaad, wat de vereeniging van
ambtenaren wenscht gaat wel langs
andere lijnen.
Wie dat nog niet gelooft moet maar
eens art. 7 nalezen, waarin verzocht
wordt, dat elke nieuwe instructie of
wijziging van het reglement vóór de
vaststelling aan do als rechtspersoon
erkende ambtenaarsvereeniging zal
worden gezonden, die daarover bin
nen een maand bezwaren inzenden
kan of art. 15 waarin voorgesteld
werdt, dat ingeval van ziekte of ont
stentenis van een ambtenaar aan hen.
die zijne werkzaamheden gedurende
dien tijd hebben verricht een gelde
lijke belooning kan worden toege
kend, terwijl het ontwerp gewaagt
van meer dan dertig dagen en van een
hooger bezoldigde betrekking; of
artt. 25 en 26, waarin de dwaze bepa
ling wordt voorgesteld, dat de ge
meente een opzeggingstermijn van
drie maanden en de ambtenaar een
van één maand zal hebben in acht te
nemen een denkbeeld, dat bovendien
voor den ambtenaar verre van vleiend
is, omdat het veronderstelt, dat hij
op zeer korten termijn best kan wor
den vervangen. En eindelijk moet wie
dat niet gelooft eens acht geven op de
verschillende artikelen, waarin de
ambtenaren door het voltallig Colle
ge van B. en W. wenschen te worden
gehoord, inpiaats van door een der
leden. Deze wensch staat haast ge
lijk met een stadhuis-revolutie, want
niemand weet beter dan de vereeni
ging van ambtenaren, dat het voltal
lig dagelijksch bestuur bijna voor
niemand te spreken isnagenoeg al
tijd ontvangt de Voorzitter of een
van de wethouders,
Men ging eenigszins van een andere
gedachte uit in 1903, toen de Commis
sie voor de pensioenen, o.a. de positie
der ambtenaren besprekende, daar-
an zcidc
Waar zij (de gemeente) te haren
bate beslag legt op de volle werk
kracht van hem, die in haar
dienst is, heeft zij in ruil daar
voor hem voordeeien aan te bie
den, waarvan de gezamenlijke
waarde grooter moet zijn, dan de
waarde van hetgeen de betrokken
persoon, woekerende met de hem
geschonken talenten, waarschijn
lijk in de vrije maatschappij bij
gelijke inspanning zou hebben
kunnen verkrijgen.
De voordeeien die de gemeente
aan hare dienaren kan aanbie
den, zijn van zeer verschillende
én voor elke betrekking afzonder
lijk te waardccrcn aard.
Eer, aanzien, invloed, zekerheid
van een blijvende positie, uit
zicht op geregelde opklimming,
vaste wedde, waarborging van de
toekomst van den dienaar en zorg
voor de toekomst van diens we
duwe en weezen.
Al die factoren vormen de con-
trnpraestatie der gemeente voor
do door hare dienaren bewezen
diensten.
Hoc beter de conlrapraestatie is
verzekerd, des te gewilder zal de
dienst der gemeente zijn, des te
grooter zal het aantal geschikte
sollicitanten zijn, dat zich bij een
vacature aanmeldt.
Die factoren oefenen ook onder
ling invloed op elkaar uit.
Waar de geestelijke arbeid, dio
gevraagd wordt en de verantwoor
delijkheid, die de ambtenaar te
dragen heeft, dezelfde blijven,
doch eer, aanzien en invloed be
snoeid of ondermijnd worden,
daar zullen de andere voordcelen
vergroot moeten worden wil dc
gemeente even goed gediend blij
ven.
Dit is wel volkomen het aartsvader
lijke inzicht. Toen het aldus uitge
sproken werd, is van geen ambtenaar
ook maar één woord van weerlegging
vernomen integendeel, de ambtena
ren gevoelden zich er door gevleid.
Men begrijpe het goed, ik vind vol-
6lrekt niet noodig, dat iemand terug
schrikt voor de nieuwe lijn, die dc
Vereeniging van ambtenaren thans
getrokken wil zien. Onze maatschap
pij wijzigt zich in haar vormen zon
der ophouden en wat wij thans voor
de gewoonste zaak ter wereld hou
den, leek vroeger revolutionair in den
hoogsten graad. Dc ambtenaren zui
len ook onder een nieuwe bedeeling
blijven wat zij vroeger warenbest,
middelmatig of minder.
Maar de voornaamste reden waar
om ik dit artikel schreef is om aan te
toonen, dat de gemeenteraad nu niet
meer zeggen kan„de ambtenaren
willen zelf geen reglement", daar go-
bleken is, dat ze het wel degelijk wil
len. Een reglement komt er dus ze
ker, al ziet het er waarschijnlijk wel
wat anders uit, dan de adresseerende
vereeniging wenscht.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Do
Balkanvuikaan in
werking.
Allen tegen Bulgarije.
De Serviër, do Griek, de Montene-
grijn, de Roemeen en nu ook weer do
Turk, zij allen strijden tegen den Bul-
Wel mag Bulgarije zeggen, dat allo
ongelukken het gelijktijdig overvallen.
En het roept om hulp, om bemidde
ling, uit vrees straks nog minder te
zullen overhouden, dan hot voor den
oorlog bezat. Het vraagt om het einde
van den strijd, dien het zelf liceft op
geroepen.
Maar de Serviërs en Grieken, die
thans trotsch geworden zijn en gezien
hebben, dat do Bulgaren niet onover
winnelijk zijn, stellen harde vredes
voorwaarden.
Het lot dat de Bulgaren voor eenigo
maanden der Turken bereidden, on
dergaan zij nu zelf. Zij zullen zioh
moeten vergenoegen een andere, een
mindere rol iu den Balkan te spelen,
niet de leidende, de voornaamste,
maar die van gelijke tusschên gelij
ken
Wat Griekenland en Servië op de
Russische bemiddelingsvoorstellen ge
antwoord hebben, is niet duidelijk.
Maar het is begrijpelijk, dat zij niet
zonder meer op vredesvoorwaarden
zullen ingaan, dat zij om teleurstellin
gen to voorkomen, vooraf do verkla-
ninjr wenschen, dat Bulgarije afziet
van de handhaving van het bondsver
drag van 1912 en bereid is concessies
te doen, door afstand van het bestre
den gebied in Macedonië mm Servic,
van Saloniki en het achterland dier
stad aan Griekenland.
Eerst wanneer deze verklaring door
Bulgarije wordt afgelegd, zal het de
vijanden er toe kunnen brengen, over
de vredesvoorwaarden te spreken. Die
Uit hot Engelse h
van
DAVID CHFISTIE MURRAY.
77)
Terwijl Clem voor zijn open ven
ster zat, en droomerig en droefgeestig
uitzag over de woestenij van daken
tot wan* de groote koepel in een lichte
purperkleur tegen de grauwachtig-
gele avondlucht afstak, woei die koel
ie hem nu en clan landelijke geuren
legen, die van groene hoornen, en
gras, en velden, en tuinbloemen ge
tuigden. Hij verzonk in mijmeringen,
en zijn geest dwaalde terug naar het
oude Staffordshire. Hij hoorde niet
meer liet gegons van het Londensche
slruatgedruisoh, maar de kraaien
krasten op den toren en de klokken
luidden zooals zij Zondagsavonds na
de kerk plachten te doen. en rust cn
kalmte lagen over de heuvels boven
de Jakobsladder en over het geboete
landschap, dat van de hoogste kruin
zichtbaar was. Job leefde nog. Sara
was io den vollen bloei van jeugd en
geluk, en Clem zelf was teruggekeerd
tot de dagen van vrede en o vei vloed
en tevredenheid van hart. Voor het
oogenblik liep er zelfs niets onder van
dat gevoel van het tegenwoordige, dat
aan zulk wakend droomen meestal
iets weemoedigs geeft. Hij was het te
genwoordige zoo totaal vergelen, dat
hij zich het verleden volkomen kon
herinneren, en zich dit volkomen her
inneren. is het opnieuw beleven.
Een kloppen aan de deur riep hem
terug tot de werkelijkheid van de
armoedige kamer waar hij zal. Bow
ling's hoofd cn schouders kwamen om
den hoek van de deur te voorschijn,
en Bowling raakte met zijn voorvin
ger eerbiedig de lok op zijn voorhoofd
aan.
Gehoorzame dienaar, jongeheer,
zeide hij, do kamer binnensluipen
de. Als gij bij geval een liefhebber
van rooken zijl, kapiteiu, heb ik hier
een handvol lekkere sigaren, die ik
aan het dok gekregen heb, maar ik
heb er niet veel aan, omdat ik meer
van een pijp of een pruim tabak
houd de rook van een sigaar is voor
zoo'n man als ik ben te zacht, en het
vuur is mij te heet.
Bowling s baard was geheel en al
grijs geworden, en zijn hoofd, behalve
die lok op zijn voorhoofd en een dun
ne haarfranje boven do ooren en den
nek, glimmend kaaL Deze veranderin
gen maakten, dat de koffiekleur van
zijn vel, door kracht van tegenstelling,
donkerder dan ooit scheen.
Terwijl hij sprak, kwam hij op de
teenen de kamer binnen, en hield
Clem een handvol donkerbruine siga
ren voor.
Ik dank u wel, antwoordde
Clem. 't Is zeer vriendelijk van u,
ze mij aan te bieden, maar ik rook
niet. Gij kent mij toch zeker nog wel
Wel zeker, zeide Bowling.
Ach 1 zuchtte hij en zag om zioh
heen. Wat heeft hij mij niet dik
wijls een shilling voor een boodschap
gegeven
Dio zucht en die blik getuigden, dat
hij het onderscheid tusschên voor
heen en thans erkende.
Woont gij in Londen vroeg
Clem.
Ja, jongeheer, antwoordde
Bowling, weder de lok op zijn voor-
boord aanrakende. Ik werk aan het
dok hier dichtbij, en daar schijn ik
het nogal naar den zin ie maken,
want ilt hen tct ploegbaas bevorderd.
Dal doet mij genoegen, zeiue
Clem. Hebt ?e reeds lang bier in
huis gewoond
Neen. kapitein, was het ant
woord. Dat kan ik juist niet zeg
gen. Eigenlijk hen ik hier gisteren pas
gekomen, 't Is gemakkelijk, zoo in de
buurt van mijn werk.
Zijt ge hier al dien tijd geweest
sedert gij Castle Rarfield verlaten
hebt vroeg Clem.
Niet dat bet hem eigenlijk veel kon
voorwaarden zullen, naar luid der be
richten, harder, zwaarder zijn dan de
voor eenigo maanden geformuleerde
eischen. Hot zal dus geen gemakke
lijke taak zijn, voor wie dan ook, om
de regeling der quaesties in den Bal
kan ter hand te nemen, en tot een
vrede te komen; maar wijl het voort
zetten van den strijd een onmogelijk
heid is, en niet alleen Bulgarije, maar
ook de andere oorlogvoerenden, be
halve wellicht Roemenië, ernstig naar
vrede verlangen, zal een modus vi-
vemdi moeten worden gevonden, waar
door de moeilijke quaestie binnen kor
ten tijd wordt opgelost.
Want zoo moeilijk zal de quaestie
wel niet zijn, of er is een oplossing
denkbaar, dio wel niet allen bevredigt,
maar die toch aan den strijd van
thans een einde maakt.
Naar den vrede?
De officieuse „Bulgaria" verklaart,
dut Bulgarije bereid is actief mede te
werken tot de pogingen om tot het
slüilen van den vrede te geraken.
Goedingelichte kringen verklaren,
dat twee groote mogendheden de Bul-
gaarseho regeering den raad gaven
met spoed de streek tussclien Tsja-
taldj'a en do lijn Enos-Midia te ontrui
men, en zich tc-rciliant Ie loonen in
de regeling van de hangende quaes
ties met Turkije.
De regeering beval Matcliovitsj de
voorloopige grensregeling, door Tur
kije voorgesteld, aan te nemen.
U it B u 1 g a r ij e.
De zitting der Kamer is gesloten.
De ministers en de leiders der op
positie zijp naar het palcis geroepen
om deel te nemen aan een kroonraad.
Van do oorlogsvelden
is heden zeer weinig nieuws. Er
wordt blijkbaar niet gevochten.
De opmarscli van do
R oemeenen.
De Roemeensche troepen hebben
Dobritsj en Baltsjik bezet. De Bulga
ren boden nog steeds geen tegenstand.
Dob rand vanSerres.
Uit Sofia wordt geseind:
Een detachement Bulgaren, dat op
verkenning was uitgezonden ju de
omstreken van Serres, stiet op een
duizendtal Antartes, die zich na een
gevecht hadden teruggetrokken. Toen
de Bulgaren dicht bij de stad waren
gekomen, schoten de Grieken uit de
huizen waarin zij zich verborgen had
den gehouden. Daar de Bulgaren een
rondtrekkende beweging om de stad
waren begonnen, konden de Antartes
alvorens zich terug te trekken, de de
pots van levensmiddelen en munitie
der Bulgaren in brand steken.
Ondanks de pogingen der Bulgaren
stond spoedig de geheele stad in lichte
laaie. De Antartes vermoordden meer
dan 200 Bulgaren.
Uit Grieksche bron wordt daaren
tegen gemeld, dat de Bulgaren Serres
in brand gestoken hebben en dat ze
bovendien do stad plunderden, zelfs
't Ifaliaanscho consulaat.
Wie heeft gelijk?
DE CHOLERA IN SERVIë.
Volgens een telegram uit Belgrado
aan de Tel., breidt de cholera zich on
der de Servische ircepen voortdurend
uit. Naar het oorlogsterrein zijn groo
to hoeveel heden geneesmiddelen ge
zonden, terwijl ook velo artsen daar
heen vertrokken zijn. Te Belgrado
zelf is de ziekte tot één ziekenhuis be
perkt; in de geheele stad zijn echter
voorzorgsmaatregelen getroffen. Daar
alle hospitalen overvol zijn, en de
Serviërs de handen vol hebben met de
verpleging van hun eigen gewonden,
heeft men voorgesteld, alle Bulgaar-
sche gewonden naar Zaribrod ie
transporteeren.
Allorlel
VROUWENKIESRECHT IN ENGE
LAND,
De algomeeiie raad van de vereeni-
gingen voor vrouwenkiesrecht in En
geland heeft den eersten minister, As-
ijuith, verzocht eene deputatie van
dien raad te willen ontvangen en aan
deze uiteen te willen zetten, wat hij
voornemens is te doen, om zijne den
17en November 1911 aan ecne deputa
tie gedane helofte na te komen.
Namens den eersten minister werd
door diens secretaris geantwoord, dat
de heer Asquith niets had toe te voe
gen aan hetgeen hij tot twee malen
toe in het Lagerhuis over dit onder
werp. had verklaard en dus niet in
staat was dc deputatie te ontvangen.
Hierop werd door genoemden alge-
meenen rand te kennen gegeven, dat
de verklaringen van den heer As-
quith in het Lagerhuis niet als een
rechlstreeksch antwoord konden wor
den opgevat
Morgen zal dit ook wel ter sprake
worden gebracht op de monster-mee-
schelen, maar de inan schoen het
goed te meenen, en hij wilde niet al to
koel jegens hem zijn.
Ja, zeide Bowling. Al dien
tijd ben ik hier, dat wil zeggen in
Londen, geweest. Het gaat ine vrij
goed, kapitein, maar soms trekt mijn
hart toch nog wel naar Castle Bar-
field. Ik had, om zoo te zeggen, plezier
in den landbouw gekregen, en het
spijl mij dat ik het er naar gemaakt
heb om weggestuurd te worden. Mag
ik zoo vrij wezen te vragen hoe het
met den ouden heer gaat
Mijn vader vroeg Clem, en
Bowling knikte. Mijn vader is een
Jaar geleden gestorven.
Hij zag er zoo gezond en sterk
uit. riep Bowling, bijna op een
droevigen toon, alsof hij wel hon
derd jaar had kunnen worden. En die
andere heer, met wien gij veel placht
om te gaan die heer, wien ik wei
eens een brief voor u bezorgde, waar
mee ik dan een shilling verdiende
Hij hield zijn hoofd op zijde, deed zijn
mond open cn krabde zijn kin, alsof
hij half peinzend zich hein zocht te
herinneren. Job Round, Esq., was
de naam van dien heer, als ik mij niet
vergis. Hij was een man als een boom
en nogal kortaf en driftig.
Mijnheer Round is ook dood,
antwoordde Clem, die de indringerig
heid van Bowling wel wat lastig be
gon te vinden, en echter in de zacht
heid van zijn hart geen middel wist
ting, die dan in Hyde-Parit zal wor
den gehouden.
Uit verschillende deden van Enge
land zijn in het laatst der vorige
maand groepjes kiesrecht-James op
marsch gegaan naar Londen, onder
weg propaganda makende voor hare
eischen. Naar verluidt hebben zich btj
die groepjes reeds velen aangesloten,
zoodat nu langs verschillende hoofd
wegen lange indrukwekkende colon
nes zich op weg naar de Engelsche
hoofdstad bevinden, waar zij morgen
worden verwacht. Zondag zijn reeds
velen uit Londen die verschillende
colonnes ter verwelkoming tegemoet
gegaan.
Amsterdamsche Kont
LXXXI.
Een napraatje over de ver
kiezingen. De nieuwe
Raad en de politie.
Vreemdelingen.
Haarlem's Dagblad" bedrijft geen
politiek en zoo heb ik mij dus naar
st igl ijlt onthouden beschouwingen te
wijden aan do algemeeno verkiezin
gen.
De uit6lag der gemeenteraadsver
kiezingen Maandag j I. geeft mij nu
echter tot eenigo opmerkingen aanlei
ding. Die ik niet in de pen bc-hoeft te
houden, waar immers het bestuur
eener gemeente met de politiek niets
te maken heeft
Was het maar zoo, maar we weten
allen beter. Trouwens, 'het beheer van
onze groote moderne gemeente
plaatst de gemeentebestuur telkens
voor vraagstukken waarbij de politiek
om het hoekje komt. Ik wijs slechts
op het verschil In deze bv. tusschên
kwesties van haven-beheer, stadsuit
breiding en tien andere kwesties dio
't onderwijs raken.
Vraagstukken over schoolvoeiling
en -kleeding, beheer der openbare
scholen en zooveel meer.
Meer en meer komen dus de ge
meenteraadsverkiezingen te staan in
het teelten der politiek, en wij zijn er
ook ditmaal niet aan ontkomen.
De uitslag is u reeds bekend. In T
kort gezegd komt dio 'hierop neer,
dat de sociaal-democraten vermoede
lijk met 16 in plaats van met 12 man
terugkomen, een stijging van den
rooden vloed, die in de hoofdstad al
mets bijzonders meer heeft. We zijn
daaraan gewend. In district IX zijn
ditmaal voer het eerst de sociaal-de
mocraten er bij eerste stemming ge
komen, evenals In II cn dat ze in III
er bij eerste Btemmlng komen zouden,
sprak van zelf. Drie vaste districten
dus, hetgeen 15 vaste zetels beteekeril.
De aftredende ,,Vooruilgang"-libe-
ralen, de heeren Delprat en Worst
haalden het bij eerste stemming in I,
de liberale heer v. Gigch dito in IV,
in V komen een Roomsch-katholiek
aftredend lid, de heer Sutorins en de
liberale heer v. Tienen in herstem
ming met de sociaal-democraten, VI
is zeer getrouw vrij-liberaal gebleven,
VII zal een verlies worden voor
rechts, daar zal met behulp van de
sociaal-democraten de vrijzinnig-de
mocraat het winnen van het aftr. Gh.r.
Hist, lid Schoch, waartegenover in
VHI de vrijz.-democratèn den socialis-
tischen candidaat zulten helpen tegen
over den katholieken candidaat. In
dit district viel de vrijzinnig demo
craat uit. r
Het is. om deze merkwaardig© re
sultaten te begrijpen, wel aardig eens
na te gaan hetgeen vooraf geschied
is. en daarover wil ik u een en ander
vertellen.
Twee jaar geleden de concentra
tie was er nog niet is er een over
eenkomst gesloten tusschên dc vrij
liberalen, de „Vooruilgang'-libera-
len en de vrijzinnig-democraten,
waarbij bepaald werd, dat overleg zou
worden gepleegd bij de verkiezingen
voor gemeenteraad ,en Provinciale
Staten.
Nu hebben, reeils lang vóór deze
gemeenteraadsverkiezingen, de vrij
zinnig-democraten doen weten, dat zo
de overeenkomst opzegden en dus niet
van plan waren overleg te plegen.
Onder de „Vooruitgang"-hberalen
heerschte grocte verdeeldheid, voor
namelijk door dc ontstemming, te
weeggebracht door het feit dat libe
rale raadsleden den anti-revolution-
nairen wethouder Mr. De Vries op
het kussen brachten. Men was fel ge
kant met name tegen de heeren Del-
prat, Worst en wethouder Josephus
Jitta, doch de oppositie heeft het on
derspit moeten delven, want eerstge
noemde heeren zijn reeds bij eersle
stemming gekozen en de heer Jitta.
die met den sociaaldemocraat Klcere-
koper in herstemming komt, heeft
goede kans.
te lvedenken (of nauwelijks wenschte
to bedenken) om hem dit te laten blij
ken.
Wat riep de ander, op een
luiden toon van verbazing, Clem zag
naar hem op, en zijn toon veranderde
in een soort van gefluister bij zich-
zelven, Dood Die krachtige man
dood Als ik vragen mag. jongeheer,
waar is hij aan gestorven
llii is vergiftigd.zeide Clem.
ontroerd opstaande Ge moet over
die dingen niet niet mij spreken. Ga
nu maar liever heen.
Vergiftigd riep Bowline".
Geen dosis vergift kan sterk genoeg
zijn om hem te vergiftigen. Ik bedoel
zoo zag hij er uit. Wie heeft hem
vergiftigd
Ik kan werkelijk daarover niet
met u spreken, antwoordde Clem,
zenuwachtig met zijn dunne handen
tegen hem wjiivende.
liet zonderling vormccde» van
Armstrong kwam bij hem op, en hoe
wel hij dat eerst onzinnig had gevon
den en geen reden had om het nu
moer gegrond le vinden, hinderde het
hem toch.
Vergiftigdherhaalde Bow
ling. Wie heeft hem vergiftigd?
Waarom V Heeft hij het zelf gedaan
Neen, zeide Clem,, Lij is ver
giftigd door dien Whittaker.
O riep Bowling, een stap te
rugdeinzende en Clem aanstarende.
Whittaker De jongo Whittaker
Onze Lachhoek
Dc watcrvlicgcr Levasscur overtreft
alle vogels; zóó uit het IJ gekomen,
kan hij al vliegen.
(Hbld.)
JAGERLATIJN.
Onderwijzer: Jij, Emileals je
vader gisteren 4 en vanmorgen 3 ha
zen geschoten heeft hoeveel heeft
hij er dan ln 't geheel geschoten
Zoontje van den houtvester
Veertien hazen, vier fazanten en een
reebok.
VROUWELIJKE TANDARTSEN.
Al mijn patiënten verklaren!
door m ij een kies te worden getrok
ken, is hun een welbehagen.
Dat is niets. Laatst heeft een
heer, terwijl ik hem een kies uitstak,
me "n liefdesverklaring gedaan.
Voeg nu bij deze omstandigheden
het niet meedoen der vrijzinnig-demo
craten. de verdeeldheid bij .Vooruit
gang", het feit dat de rechtscho par
tijen telkens een vïschje uitwierpen
om hun candidaten gekozen te krijgen
met behulp der vrij-liberalcn, dan ziet
men welk ecu verwarring er bij deze
verkiezingen geheerscht heeft.
De verwarring werd nog vergroot
door het feit, dat de vrijzinnig-demo
craten hun lijn niet consequent door
trokken. Zij toch stelden in I slechts
één candidaat tegenover de fel bestre
den heeren Delprat en Worst, en
voorts alken één in IV, VII en VHI.
zelfs in VI tegenover den conservatie
ven Jhr. Roëll niet.
Bij de verwarring kwam nog de fut
loosheid, er was geen animo, er werd,
behalve door de sociaal-democraten,
niet gewerkt. De slotsom moest dus
zijn, dat laatstgenoemden er zij bij
sponnen en ontzaglijk vooruit gin
gen.
En nu stellen we ons de klassieke
vraag ,,Wat nu?" Hoe ook dc uitslag
der herstemmingen moge zijn. zeker
is^in elk geval een raadsfractie van
15 sociaal democraten en 5 vrijzinnig-
demoeraten. te zatnen dus 2U zetels,
misschien 21. Bij deze samenstelling
kan het niet anders, of de sociaal
democraten moeten een wethouders-
zetel aanvaarden, hetgeen z© ook on
getwijfeld zullen doen. liet is zoo goed
als zeker dat de soCiaal-democratischo
heer VVibuut woi. li ouder van de hoofd
stad worden zal.
De zeer naar links opgeschoven en
zeer democratische a s. Raad kan ons
wel eens plotseling voor een oplossing
brengen van wat men zou kunnen
noemen het politie-conflicl. Ik heb er
al meermalen op gewezen dat er tus
schên den burgemeester en den Raad
af en toe strubbelingen zijn over za
ken der politie en het politiecorps be
treffende.
In mijn vorigen brief besprak ik de
interpellatie-Wibaut over het gebeur
de op den herstemmingsavond van 25
Juni, waarhij dc waarnemend burge
meester wethouder Serrurier een zeer
bevredigend antwoord gaf en ver
klaarde dat hij den hoofdcommissaris
als zijn meening kenbaar zou maken,
dat een dergelijk ontactisch opt red m
van de politie voortaan uit moest zijn.
Sinds du-n is door de bladen gepu
bliceerd een dienstorder van den com-
missaris aan het politiepersoneel,
waarin een merkwaardig tegenstrij
digheid voorkomt met de verklaring
van wethouder Serrurier.
In die dienstorder toch geeft do
hoofdcommissaris toe, dat bezadigd en
tactvol optreden noodig is en hij
maant hiertoe het politiecorps aan.
Maar toch zegt hij tevens, dat de
politiemannen in het geval waarom
het ging wél gerechtigd waren van c'e
wapens gebruik te maken.
Ra, ra wat is dat?
Toen waarnemend burgemeester
Serrurier in den Raad zijn verklaring
aflegde was deze dienstorder hern be
kend. Hij sprak zijn afkeuring uit over
het gebruik maken der waj>ens en was
dus in lijnrechte tegenspraak met den
hoofdcommissaris.
Dit een en ander moet natuurlijk op
gehelderd worden en het zal de taak
zijn van den burgemeester, wanneer
hij weer zijn function.heeft aanvaard,
om hier het nocdige licht te ontsteken.
Dit zal. naar alle waarschijnlijk
heid niet geschieden vóór do zittingen
van den nieuw-somehgestolden Raad,
een college In tusschên dat in dit op
zicht, niet gemakkelijk zal zijn.
Zal de burgemeester zijn hoofdcom
missaris laten schieten?
Dat lijkt niet zeer aannemelijk.
Mnnrwat dan?
Verdedigt hij hem „door dik en
dun" dan kriigt hij met den in meer
derheid democratischen Raad te doen
en voor de hand ligt dan een motie
van afkeuring met al de gevolgen
daarvan.
Toekomstmuziek .zegt men. Maar
dit perspectief is toch verre van fan
tastisch. En de mogelijkheid groot
dat wc een herhaling krijgen van het
indertijd met burgemeester Vening
Ja, zeide Clem. Ga nu heen
als een goede vent. Ik kan over die
dingen niet met u spreken. Zij zij
hinderen mij. Ga heen. Hij legde
een hand op den arm van den zeeman
en drong hem de kamer uit te gaan.
Kom oii een anderen tijd terug. Ik
kan over tlie dingen niet spreken. Ga
heen.
Bowling liet zich. hem nog als ver
bijsterd aanstarende, de kamer uit
duwen. maar verwijderde zich lang
zaam stap voor stap. en staarde nog
altijd met wiid geopende oogen. waar
in een uitdrukking van ontzetting
lag. toen Clem de deur tusschên hen
beiden dicht deed. Het duurde een
poos eer de zenuwachtige ontroering,
die hem er toe gedreven had Bowling
de kamer uit te duwen, in zooverre
geweken was dat hij kon beginnen
zich zei ven af Le vragen waarom hij
zoo geschokt was. Het was nu reeds
een oude geschiedenis, waarover te
zijnen aanhooren honderden malen
gesproken was. Dienzelfdcn namiddag
had hij er nog over gesproken, doch
niet oude vrienden, die zijn droefheid
ker.den en er in deelden, maar niet
met een vreemde, die alleen uit
nieuwsgierigheid een ruwe hand op
zijn wond legde,
(Wordt vervolgd).;