m m m U m Mi f.k m. m o m M hoca weer op oen zijtafeltje en 'Ar menia's han't 'begon oen beetje sneller tö kloppen dan gewoonlijk. Ik heb iels tot u alleen te zeggen, Miss Lidstone, als u eenige minuten voor mij over heeft, zei hij zenuwach tig. O, zeker, Mr. Vanstone, ant woordde Armenia. Dus zou hot or toch eindelijk toe komen, zoo'n beste vent en die schijn bare onverschilligheid voor haar was dus ten slotte niets dan schijn ge weest! Laat haar Tante Lilian haar nu maar komen lastig vallen als zij iurftl Ja, zei Mr. Peter Vanstone. Ik li ad wel graag gewild, dat uw tante het u verteld had, maar zij zei, dat ze liever had, dat ik het zelf deed: Armenia lachte bijna. Och, die tante Lilian! Zij moest werkelijk haar flest doen Peter meer zelfvertrouwen in to gieten als hij eenmaal de hare was. Ja, zei ze aanmoedigend. De zaak is, zei Mr. Vanstone, blijkbaar zijn best doende om de taak die voor hem lag naai- bertiooren volbrengen, dat ik een aanbod heb ge kregen voor een betrekking te Rad- bury een betrekking als hoofdon derwijzer! Werkelijk! Dan feliciteer ik u, Pe Mr. Vanstone. En Armenia gaf een niet onwaar schijnlijke imitatie van een blos te zien. Als hoofdonderwijzer! Snel re kende zij uit lioe daardoor hun finaiv cieele positie zou worden. Ja, maar dan moet ik een ge trouwd man zijn, ging Mr. Vanstone wanhopig voort. 0, antwoordde Miss Armenia Lidstone, met haar oogen op het kar pet gevestigd. Dat is moeilijk, niet waar? Mr. Vanstone liet een eigenaardig keelgeluid hooren, blijkbaar als lach bedoeld. Dat is liet, zei hij. Het eenige middel is te gaan trouwen. Hij stiet die woorden ademloos uit. Armenia stond daar zwijgend. Zij was zoover gegaan als meisjesachtige zedigheid maar ©enigszins toestond. Mr. Vanstone schraapte zijn keel. Miss Armenia, zei hij, dat ben ik nu ook van plan te doen. Armenia sloeg üiaar oogen naar hem op. Dan moet ik u dubbel gelukwen- schen, zei ze met een stem bevend van aandoening en onzekerheid. Het gelaat van Mr. Vanstone klaar de öp en in een opwelling kwam hij naderbij en greep haar hand Dat is heel vriendelijk van u. Een teit is dat ik alleen üw toestemming noodig heb en alle hinderpalen ver dwijnen. 1-Iet was een eigenaardige, rond borstige manier om deze zaak te be handelen, dacht Armenia, maar zij besloot dat zij nu genoeg vrouwelijke terughoudendheid bad getoond, zotte als voorbereiding tot een omar- •ming van Mr. Vanstone haar lorgnet wat vaster op den neus. Miss Armenia, ik wilde u alleen maar zeggen, dat ik mij vandaag .de toestemming uwer tante verzekerd beb. Zoo, mompede Armenia, ietwat ongeduldig. Waarom kwam hij toob telkens op tante Lilian terug? Alsof haar oordeel er iets toe deed! Haar toestemming, ja zeker! En zij heeft beloofd mijn vrouw te zullen worden. Armenia scheen plotseling in steen te zijn veranderd. Zij zat kaarsrecht, en hief haar hoofd op, dat al coquet in de riohting van den schouder van Mr. Peter Vaustone was gezonken. Wat! riep zij uit, en zij her kende ternauwernood haar eigon stem. De arme Mr. Vanstone liet haar hand vallen also>f het een rood gloei end stuk ijzer was, en deinsde achter uil voor de vonken, die door het lorg net schoten. Ja-a, hakkelde liij. Ik ik dacht dot u het wel had begrepen. Natuur lijk wist ik wel, dat er een klein ver schil in leeftijd tussehen ons be staat, zeven of acht jaar, maar och, Lilian Armenia keek hem met sohrik aan Lilian, ging Mr. Van stone voort, meer moed verzamelend naarmate hij voortging, is wat tem perament betreft jonger dan ik ben. Feitelijk, komt zij mij soms als een meisje voor. Vanavond bijv. heeft u zekor opgemerkt, lioe haar oogen... Armenia maakte een gebiedend ge baar. Hoe lang is dit alles al gaande? vroeg zij op strengen toon. Mr. Peter Vanstone lachte onnoo- zol, en Armenia voelde grooten aan drang hem een klap in liet gezicht te geven. Ik geloof dat wij elkander van den beginne of begrepen hebben, zei fcij- Maar pas vanmiddag hebben wij ons officieel verloofd, even voor dat u thuis kwam. En waarom waarom is mij daar niets van gezegd? Ja, natuurlijk, antwoordde Mr. Vanstone, moet het u vreemd toe schijnen. En ik had ook liever gehad dat het u lang geleden al verteld was. U is zelf geen kind Armenia fronste de wenkbrauwen maar om u de waarheid te zeggen, Miss Armenia, en onder vier oogen gezegd, geloof ik dat uw tante bang was, dat u het niet goed zou opnemen. Óch, een hu welijk en al dergelijke dingen schij nen zoover buiten uw lijn te liggen. Armenia was nu weer volkomen kalm ofschoon een beetje bleek. En nu moet ik werkelijk Hieen- zei Mr. Vanstone kort af. Natuurlijk zal u nog wel wat met Lilian willen praten; en natuurlijk zullen wij u graag als ons bruidsmeisje zien. Armenia keerde zich snel om. Gooden nacht, zei ze met strak ke, onnatuurlijke stem, hetgeen Mr. Vanstone niet recht aan ontroering toeschreef. Goeden nacht. Miss Armenia, zal nu spoedig mijn nicht zijn. En goedig grinnekend ging Mr. Vanstone heen. 0 Miss Armenia Lidstone stond daar met gebalde vuisten. Zoo'n dwaas. Zoo'n zwakhoofdi ge dwaas; riop zij uit en stampte woe dend met haar voet op den grond. Toen hoorde zij plotseling de piano boven haar hoofd en hoed en mantel grijpend, holde Armenia het huis uit. De hand van Paganini. (Eene Italiaansche geschiedenis.) Zij zal hem beminnen, zij moet hem beminnen, en anders zal ik het haar leeren En hij sloeg met zijn vuist op de antieke eikenhouten tafel Hei was de rijke bakker Buonaven- to in het stadje San Felice, die zoo sprak, schrik en ontsteltenis ver spreidde voornamelijk zijn dochter Francesca was het, die zijn toorn had opgewekt, en zij was ontzei naar haar kamertje gevloden en schreef aan hem, aan „hem", den man dien zij aanbad, den donkeroogigen Romeo Luigi, lceraar dien zij" reeds bewon derde toen zij nog school ging en ab soluut geen begrip van geographic had; want haar vader was niet slim uitgevallen en de appel valt meestal niet ver van den stam Thans was dit alles vergeven vergeten en al ware zij in staat ge weest, te verklaren dat de Nijl in di Oostzee 6troomt en de. Ilimalaja aan de Kaap de Goede Hoop zich verheft, zoo bleef de bekoorlijke Francesca toch het voorwerp zijner aanbidding en het doelwit, zijner wenschen On gelukkig was hij van dit doel even ver verwijderd als van die geweldige bergketen want een man versperde hem den weg. Eerst had het zich zoo schoon laten aanzien de moeder had de jongelieden in hare bescherming genomen, de vader had er aanvanke lijk niets tegen gehad Men had reeds van „verloving" gesproken, toen op eens „een felle bliksemschicht mothe- vigen donderslag" hen deed opschrik ken zoo had Francesca geschreven in haaf dagbuek. De voormalige bakker Buonavento was namelijk niet alleen burger der goede stad San Felice, grondeigenaar, echtgenoot en vader; hij was ook kunst-enthousiast, zooals hij zich noemde; melomaan, zooals zijn mede burgers dit nader toelichtten. Ja, de viool, die had 't hem, den vu- rigen Italiaan, aangedaan die was zijn vriend, zijn geluk. Wanneer hij kon viool spelen was hij gelukkig wanneer hij hoorde spelen, zalig. Zekeren dag nu, ongeveer acht da gen voordal in den huize Buonavento liet woord „verloving" bijna was uit gesproken, had zich een muziekmees ter in het stadje neergelaten, die een kunstenaar op het klavier en een vir tuoos op de viool was. Hij zeide liet ten minste aan leder die het hooren wou, en hij zeide het steeds op eon toon, welke geen tegenspraak gedoog de. En waarom zouden de brave bur gers van San Felice hem hebben te gengesproken Zij hadden er toch geen verstand van en hij, die er wel verstand van had.de eerzame voorma lige bakker, beaamde het en had vriendschap met hem gesloten. Feli- lius Pagnï, zoo heette de kunstenaar, kwam veelvuldig bij hern en musi ceerde met zijn gastheer en wist hem spoedig in te palmen, tot ergernis van Francesca, die hem niet kori uit staan en tot schrik van Romeo, die een medeminnaar in hem duchtte. De schoone Fclitius bemoeide trouwens, meer dan hém lief was, zich met zijn Francesca; daarbij nam zijn invloed op den muziekvriend onrustbarend toe en werd bijkans onbeperkt, toen Pagni zich liet ontvallen dat hij .ei genlijk Paganini heette en alleen uit bescheidenheid den naam Pagnl aan genomen had, daar hij zich niet durf de verstouten, zich tc meten met zijn wereldberoemdeii grootvader. Hel woord was eenmaal uitgespro ken. Buonavento, wiens afgod Paga nini was, zag vol bewondering n den bescheiden nazaat van den groo- ten vioolspeler, die half trotsch, half verlegen voor zich uit staarde. Dan hebt ge zeker wel recht veel souvenirs van uw vermaarden groot- 'ader? waagde Buonavento na een wijle te vragen. Felitius blikte verstrooid op. O neen I liet hij zich ontvallen. Bezit gij niets? vroeg de ex-bak- ker teleurgesteld. O tóch! haastte Pagni zich, te verzekeren slechts één I Slechts één En wal? Zijn viool? Een lauwerkrans zijn handschoe nen vroeg de kunst-enthousiast ademloos. Neen, antwoordde de kunstenaar Neen I Maar wat dan Zïj'ne zijne hand 1 Zijne hand? Buonavento waagde van hoogachting nauw adem te ha len. Ach, wanneer ik dat eens mochle aanschouwen I mompelde hij met ver draaide oogen. Dat zal bezwaarlijk gaan, sprak de kunstenaar hoogst ernstig en plechtig. Deze hand mag slechts ge toond worden, wanneer een zoon der familie zich veriooft en daar ik de laatste nakomeling vau Paganini hen en waarschijnlijk nimmer huwen zal omdat ik haar, die ik bemin niet verwerven kan hier wierp hij een onuilsprekelijken blik op Fran cesca zoo zal die hand wel nimmer meer door het daglicht worden be schenen. Sedert dien dag was er geen wensch, dien Buonavento den kleinzoon van zijn heros niet zoude hebben vervuld; met uitzondering van een enkelen Francesca's hand. Wel is waar was de oude veel te gek op den muzikant, dan dat hij hem niet met vreugde als schoonzoon zou omarmd hebbenmaar moeder eu dochter boden zoo hardnekkig tegen stand, dat hij den strijd opgaf. Pagni nam gelukkig de zaak niet treurig ophij kwam als te voren in Buonavento's huis en zette zijne be moeiingen om Francesca met zooveel zekerheid voort, dat ieder moest in zien, hoe hij op een volslagen zege praal hoopte. En hij zou zich niet bedriegen althans meer en meer liet het zich aanzien, dat hij als over winnaar uit dezen strijd komen zou. Die zegepraal zou hem verschaffen de hand van Paganini I Sedert do vioolspelende bakker na melijk van deze hand gehoord had, dacht hij dag en nacht erover na, op welke wijze het mogelijk zoude zijn, dien schat in zijn bezit te krijgen. Hij had al vruchteloos een aanzienlijke som geboden. Pagni liet hem loven en bicden; alle aanbiedingen werden afgewezen met het woordjeOnmogelijk I Die hand mocht niet verkocht wor den. Zij moet in de familie blijven Dit werkte. Drie dagen zat Büona- vento te suffen den vierden dag was zijn besluit genomen. I-Iij ging naar Paganini's nazaat. Hand tegen hand voegde hij hem toe, ik geef je de hand van Fran cesca en gij geeft mij die van Paga nini l Een schaduw van verlegenheid kwam over het gelaat van den musi cus, doch sne! herwon hij zijn zelfver trouwen. Goed aangenomen l sprak hij Donderdag kan do hand hier zijn den volgenden dag zal zij u plechtig worden uitgereikt en wordt de verlo ving publiek gemaakt. Uw hand er op I Buonavento gaf hem die. Hij spoed de overgelukkig zich naar huis en Pagni schreef onverwijld een briefje van den volgenden inhoud „Mijn vriend. Het gaat zooals ik vermoedde en het blijft dus bij onze afspraak. Zend het bewuste mij ten spoedigsteop dat het vóór aanstaanden Donderdag in mijn bezit is I" Het adres luidde: „Leo Brater- schack, directeur van het natuurhis torisch museum te Padua." De Donderdag brak aan en wel de dag, dat Buonavento zoo opspeelde en Francesca een toevluchtsoord zocht in haar kamertje en schreef aan hem, dien zij aanbad „Kom toch Sla heden mij bijje nabijheid zal mij kracht geven om het uiterste to wagen. Ik kan niet meer schrijven. Eeuwig de uwe. Je diep rampzalige Francesca." Met deze regelen besloot zij haar schrijven en de dienstbode, die het weg bracht, moest op antwoord wach ten. Ik kom, was het lakonieke ant woord. Des avonds was er feest ten huize van Buonavento. liet merkwaardige van dit feest was voorzeker, dat op eau met zwart omhangen tafeltje tus sehen twee dikke waskaarsen het handskelel van 1 .nini werd ten toongesteld. Eenige dames uit het gezelschap vonden dit smakeloos, anderen zelfs griezelig; doch dit was overdreven. Hel was niet zoo; 't was alles met zorg geprepareerd en net afgewerkt. Er hadden muzikale voordrachten plaats en er werd een goed glas wijn gedronken en er ontstond een alge- meene spanning, toen ten onverwacht ste, duidelijk verneembaar, het woord „verloving" werd uitgesproken. Ook de gastheer hoorde dit en glimlachte; doch hij zeide niets. Hij begaf zich naar het tafeltje, waarop de kostbare 6chat lag; de hand van den wereld- beroemden kunstenaar. Vandaar wilde hij de verloving van zijn doch ter met den kleinzoon van den koning van alle vioolvirtuozen bekend ma ken. Met eerbied beschouwde hij nog eenmaal het kostbaar gedenkstuk, het sneeuwwitte, giadgepolijsle gebeen te; de vingers waren welhaast twee maal zoo lang als die van een gewo ne menschenhand met die lange vingers luid hij de onnavolgbare gre pen op zijn instrument kunnen doen 1 Pagni had niet nagelaten, den swer- gelukkigen schoonvader in spe hier op te wijzen. Koninklijk troonde die hand op het fluweelen kleed. Naast haar stond een kleine heer met eenigszins verwarde haren en 'n das, die scheef zateen professor der zoölogie, door Romeo meegebracht. Met levendige belangstelling be schouwde hij de tentoongestelde hand; de leeraar, Francesca's stille verloofde, hield voorbedachtelijk zich wat op den achtergrond. Verheugd, oen bewonderaar van zijn schat te vinden, drukte Buona vento hem de hand en sprak: Zeg, professor, dat is eeri zeld zaamheid. niet waar? De oude heer knikte. Ja, zeide hij, het moet een zeld zaam exemplaar geweest zijn. Exemplaar De heer des huizes deed een stap achteruit, alsof een rep tiel hem gebeten had. Maar professor, hoe kan men van zulk ceil man zóó spreken I - Man U bedoelt zeker mannetje? Hoewel ik geloof veeleer dat 't van een wijfje afkomstig is. Mannetje? Wijfje? stamelde de ontzette bakker in ruste, en een hei lige toorn beving hem. Professor, riep hij uit, trotsch zich oprichtende, wat vermeet ge u? Gij slaat voor de hand van den vioolkoning Paganini? Wat? riep de professor lachend uit, dat zou de hand van Paganini zijn Je bent niet wijs, mijn waarde dat is buiten kijf de voet van een gorilla Als door den bliksem getroffen stond de arme man daar, na die ver nietigende uitspraak. Ilij zocht naar woorden, om den blijkbaar ijverzuch- tïgen geleerde te vernietigen. Nu viel zijn ook op Pagni, die de woor den van den man van weten schap ook gehoord had en zijn niet schuld bela den gelaat onthulde hem opeens het schandelijk bedrog. Met een kreet van woede vloog de verontwaardigde dilettant naar den misdadigeii musicus toedeze had reeds de vlucht genomen en was met snelheid de trap afgegaan. Doch hoe snelle vleugels de vrees moge verlce- non, de toorn evenzeer en zoo kon de kleinzoon van Paganini zich niet retireeren of hij maakte nog even kennis met den voet van den hakker, zoodat hij in een groolen plas op straat terecht kwam. Hij liet zich niet meor zien. Snuivend van woede begaf Buona vento zich terug naar het gezelschap, dat zich met het tragisch voorval niet weinig vermaakte. Hij was zoo doni niet, of hij zag in, dat er iets geschieden moest, wilde hij niet verder het voorwerp van spot. en hoon zijn. Dames en hoeren 1 riep hij dus luide; u allen weet, dat dezen avond de verloving van'mijn dochter zal worden bekend gemaakt. Ik heb de eer, u dan het engagement van mijn dochter Francesca met den heer Ro meo Luigi, leeraar aan de Hoogere Meisjesschool, te verkonden. Er heerschte diepe stilte. Toen volgde cr een luid gejubel want men mocht de jongelui gaarne •en wenschte hun van harte geluk. Er kwam champagne en tot laat in den avond bleef men feestelijk bijeen. Na afloop zei Buonavento tegen zijn vrouw .- Ik heb me er nog al aardig uit gered, zeg? Maar den volgenden dag ontving hij een schrijven, dat hem minder aan genaam aandeed: „Mijnheer 1 Ik kon met den bosten wil, in ruil voor de hand uwer dochter, u niets anders aanbieden als den voet van een gorilla. U was daar toch ook te vreden mee gewoest, als die malle professor mij de grap niet bedorven had. Nu goed dan het heeft niet mo gen zijn I Scheiden wij en denk aan mij zonder haat of nijd, zooals ik denk aan u. Den gorillavoet laat ik u als een aandenken. Behoud hem in uw fami lie uw kleinkinderen kunnen hem dan vereeren nis een hand van u want dat die voet evengoed van uw lichaam kan geweest zijn, zal later niemand, zelfs niet een professor der zoölogie, bestrijden. ONTSTAAN EN GENEZING VAN BERI-BERI. In do Berliner Medizinische Gesell- schaft heeft, naar aan de N. R. Ct. gemeld wordt. Woensdagavond dr. Moszkowski, die zich naam heeft ge maakt door zijn reizen door Nieuw- Guinea, een lezing gehouden over een proef, die hij genomen heeft met be trekking tot de oorzaak van bori-beri. Om te bewijzen, dat deze ziekte dooi de voeding ontstaat, had Moszkowski zich 138 dageD lang in het physiologi- sche instituut van prof! Zuntz bijna uitsluitend met gepolijste rijst gevoed. De gepolijste rijst verwekte bij Mosz kowski na eenigen ijd een toestand, dien men als beri-beri kon beschou wen en die ook door den beri-beri-ken- ner Schiiffner, die de ziekte op Suma tra bestudeerd heeft, als zoodanig her kend werd. Hij werd zwaar ziek en i.a korten tijd vertoonde zich ve-schïjnse- len van prikkeling van het zenuwstel sel, die typisch zijn voor beri-beri. Spoedig daarna deed zich een huiduit slag voor, pijnlijkheid van zekere spiergroepen, zware ingewandssfoor- nissen en eindelijk ook de typische harts-stooriiissen. Wie echter nog aan de diagnose beri-beri meende te moe ten twijfelen, werd volkomen over tuigd door een proef, die Moszkowski aan het ernd van zijn proeftijd nam. Men had duiven en kippen eveneens met gepolijste rijst gevoed en zoo de typische beri-verschijnselen verwekt en men heeft daarna vastgesteld, dal de eenige redding von de ceViiip1v.ro reeds ten docde gedoemde dieren be stond in inspuiting met 'n afkooksel, dat uit het zilvervl lesje van de rijst bereid was. Dit extract liet Moszkowski zich aan het einde van zijp proeftijd inspuiten met liet gevolg, dat hij binnen korten tijd volkomen herstelde. Moszkowski zei in zijn rede, dat hij, evenals anderen voor hem, lot de slot som gekomen was, dat de gepolijste rijst een giftsto" bevat, die men nog niet kent en die do ziekte veroorzaakt. In ieder geval speelt echtor ook ge brek aan phosphorus in de voeding een gewichtige rol bij het ontstaan van beri-beri, die, naar de meenin^ van den spreker, 'n zekere verwant schap met scheurbuik en Engelsche ziekte vertoont. DE LIJFEIGENE. Hel was in de dagen, toon de lijf eigenschap in Rusland nog bestond, maar ten einde spoedde; tegenover vele treurige histories la oom Tom, stond wel eens een enkele meer ge moedelijke anecdote, zooals de vol gende, welke hislorisch is. De bankier Selutschin, een man die ele millioenen rijk was, had aan graaf Tscheremetief, wiens lijfeigene hij was, 200.000 roebel3 voor zijn vrij heid geboden, zonder haar te kunnen •erwerven. Genoemde edelman liet hem, als te voren, 25 papieren roebels jaarlijks betalen, daar hij liet niet voornaam vond, den millonnuir hoo- ger te belasten dan al zijn andere lijfeigenen doch hardnekkig bleef hij weigeren dezen „slaaf" de vrijheid te schenken, Maar Selutschin verloor niet den moed, denkende„De aanhouder wint 1" En zekeren dag kwam hij naar Petersburg, om zijn heer een geschenk te brengen. Graaf Tscheremetief dejeuneerde met eenige vrienden en. gaf zijn hof meester een standje, omdat deze niet voor oesters gezorgd had. Toen hij den millioenen rijken slaaf ontwaar de, riep hij uit: Ziet daar, Selutschin 1 Die komt al weer om zijn vrijheid te vragen. Ge hadt ongelijk, mij 200.000 roebels te bieden, die ik niet noodig heb, mijn waardebezorg me op slaanden voet oesters en ik geef je de vrijheid. Selutschin buigt diep, gaat terug naar de voorkamer en laat, onder lui den bijval van alle aanwezigen, een vaatje in de eetzaal rollen een vaatje met oesters, toevallig juist voor zijn gebieder meegebracht 1 De edelman hield zijn woord en schreef de bevriidingsacte zelf op het deksel van het vaatje, dat de onver wachte lekkernij bevatte. Tevens veranderde hij van toon en manieren tegenover den voormaligen slaaf en sprak En nu, li e e r Selutschin, wil my de eer bewijzen, met mij te dejeunee- ren. DOOR 'T EXAMEN. Zij is, vertelt de „Pr. Gr. Ct.". <An gezonde arbeidersweduwe, niet een paar flinke armen aan het lijf. Ze woont te Pekela, heeft een huisje met wat land en kreeg bovendion voor 'n maand nog 'n kleine erfenis. Daarbij goed gevormd en niet oud oen weeuwije dus met huwelijksknnsen I 'l Duurde dan ook niet lang, of d'r kwamen reeds Candida ten opzetten en verleden week zelfs een makelaar I Met warmte ging die z'n candidaal aanbevelen: een oppassende arbei der, weduwnaar, ook zonder kinderen en ook met wat geld. Dal kwam het weeuwtje niet zoo slecht voor, maar ze was wat hang geworden voor 'n huwelijk. Haar man toch was 'n lui aard geweest, een, die een broertje dood had aan werken. En of nu de makelaar ook al beweerde, dat zijn klant de vlijtigste kerel der wereld was, ze was toch wel wal hang. Vrou wen zijn echter listig en na kort be raad had ze d'r wat op gevonden. Wait je wat laot 'n week op perbair komen den ken 'k d'r dver oordailen. Dat kwam den makelaar niet zoo verkeerd voor en ook K., den candi- daat, niet. En reeds den volgenden morgen trok hij vol moed er op af, ge wapend met schop, zicht en zeis, en vol ijver toog hij met- liet weeuwtje aan den arbeid werk je niet zoo krijg jc niet. En reeds vier dagen la ter was al het werk op hel land der weduwe verricht, zag alles er zoo uit, dat niemand het kon verbeteren. En K. is geslaagd I 'k Zai nou wel, dat's doe wel waarken wilt I W'ie wacht'n gain week vair daog'n is volounde. Wie trauwen I" GEPANTSERDE VLIEGTUIGEN. Reeds eenigen tijd worden in Duitscb land en Frankrijk prooien genomen mot gepantserde vliegtuigen. Ia Frankrijk is men tot de overtuiging gekomen, dat de militaire aeroplanes moeten beschermd worden, nadat te Toulon schietoefeningen zijn gehou- den op vliegtuigen en na de onderv in ding van den eersten Balkanoorlog. Gebleken is, dat tot 1200 M. hoogte olke avion kwetsbaar is, terwijl, wil do waarnemer mei afdoende gegevens terugkomen, gevlogen moet worden oji oen hoogte van zes lot achthonderd M. Thans heeft lie! Fran sche legerbe stuur besloten, aldus meldt de „Ma- tin", dat alle vliegtuigen met oorloga bestemming gepantserd zullen wor den. De onbeschermde aeroplanes zul len uitsluitend dienen tot oefenings- materiaal. De ondervinding, welke op gedaan zal worden met de nieuwe avions, zal strikt geheim worden ge houden. De Fransche luchtvloot zal worden samengesteld uit; ie. Gej>anjtserde éón-persoons voor verkenning ten behoeve van artillerio, cavalerie'op korten afstand, mot snel heid van 120 K.M. per uur. ?e. Gepantserde tweepersoons voor opheldering ten dienste van den gene- relen staf: «nelheid 100 K.M. 3o>- Gepantserde tweepersoons, die bewapend zijn met mitrailleurs en •'utomatische geweren, voor de bestrij ding van vijandelij'ke vliegtuigen en luchtschepen, met een snelheid van 120 K.M. te. Vliegtuigen voor meerdere per sonen, bestemd voor hef vervullen van bijzondere opdrachten. Snelheid 100 Kilometer. ROMANPHRASE. De gravin zette zich aan haar schrijftafel. en handenwringend schreef zij den geliefden man af. DAMRÜBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriekbetreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meyer, Kruisstraat34. Telephoon 1543. Probleem No. 482, van MéANDRE, (Le Damier). Zwart u is .ff: SU m jg| g SI - v ifj j SJ i til SI Wit 46 47 43 5U Zwart 10 schijven op 2, 4, 5, 6, 8, 14, 18, 22, 38 en 45. Wit 10 schijven op 11, 24, 34, 35, 37, 40, 41, 46, 48 en 50. Probleem No. 483 vau MéANDRE, (Le Damier). Zwart fel y? - gi §S 1 SÉ PP u S o w 11 i Zwart 15 schijven op 6, 7, 8, 9, 13, 14, 15, 16, 18, 20, 22, 23,. 24, 28 en 29. Wit 13 schijven op 21. 25, 20, 27, 31, 37, 38, 39, 40, 42, 47, 48 en 50. Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aan boven genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 5 Augustus a.s. Oplossing van probleem No. 478, van den auteur: Wit 41-37, 10—23, 28—23, 37—32 (zwart 26 14 (le beste) 5 25! 2e Oplossing: Wit 28—22, 22—18, 10— I (zwart 46 14) 5 251 Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren R. Bouw, J. Jacobson Azn., W. J. A Mat'la, P. Mollenia, M. Rasen Sr., J. W. Tieskeus, T. C. N Van het eindspel no. 479 ontvingen wij slechts een enkele ontleding die good was de andere waren alle zoodanig, dat zwart In slaat was de remise te forceeren. Wij willen daar om nog een week tijd geven om ons de goede ontleding te doen toekomen on hopen, dat vele liefhebbers zich daartoe nog eens zullen zetten, hot is nuttig en zeer leerzaam. Ook de oplossing van de thans ge geven problemen hopen we van vele liefhebbers te ontvangen, vooral pro bleem iNo. 483 is zeer interessant. Men ziet duidelijk waar wit moet dambalen, doch de weg om er te ko- niein is niet zoo gemakkelijk te vin den. Wij zijn nieuwsgierig wie ons de goede oplossing zal doen toekomen. DAMCURSUS. In de volgende rubriek zullen wij een nieuwe opening in behandeling nemen. SLM ULTAA1NSéANCE. De Heer ten Brink, Kampioen van Haarlem en Omstreken zal voor de leden van de „Damclub Haarlem" en de Ilaarlemsche Damclub op a.s. Maandagavond te 8 ure, een simul- taan-séance geven in de groole zaal van gebouw „De Nijverheid", Jansstr 85, alhier. De leden die hieraan willen deel nemen worden beleefd verzocht, zoo mogelijk, bord en schijven mede te brengen en op tijd aanwezig te zijn. De Haarlemsc'he Damclub houdt haar bijeenkomsten iederen Maan dagavond van 8 tot 12 uur in het go- bouw De Nijverheid, Jansstraat 85, alhier. Liefhebbers van (het damspel zijn daar welkom. Voor het lidmaatschap kan men zich bij het bestuur aanmelden. Jongelieden van 16 lot 18 jaar kun nen als aspirant-leden worden toege laten. Inlichtingen worden gaarne ver strekt door den secretaris, den heer J. Meijer, Kruisstraat 34, Telephoon 1543.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 14