m
m
m
U
m
Mi
f.k
m.
m
o
m
M
hoca weer op oen zijtafeltje en 'Ar
menia's han't 'begon oen beetje sneller
tö kloppen dan gewoonlijk.
Ik heb iels tot u alleen te zeggen,
Miss Lidstone, als u eenige minuten
voor mij over heeft, zei hij zenuwach
tig.
O, zeker, Mr. Vanstone, ant
woordde Armenia.
Dus zou hot or toch eindelijk toe
komen, zoo'n beste vent en die schijn
bare onverschilligheid voor haar was
dus ten slotte niets dan schijn ge
weest! Laat haar Tante Lilian haar
nu maar komen lastig vallen als zij
iurftl
Ja, zei Mr. Peter Vanstone. Ik
li ad wel graag gewild, dat uw tante
het u verteld had, maar zij zei, dat ze
liever had, dat ik het zelf deed:
Armenia lachte bijna. Och, die
tante Lilian! Zij moest werkelijk haar
flest doen Peter meer zelfvertrouwen
in to gieten als hij eenmaal de hare
was.
Ja, zei ze aanmoedigend.
De zaak is, zei Mr. Vanstone,
blijkbaar zijn best doende om de taak
die voor hem lag naai- bertiooren
volbrengen, dat ik een aanbod heb ge
kregen voor een betrekking te Rad-
bury een betrekking als hoofdon
derwijzer!
Werkelijk! Dan feliciteer ik u,
Pe Mr. Vanstone.
En Armenia gaf een niet onwaar
schijnlijke imitatie van een blos te
zien. Als hoofdonderwijzer! Snel re
kende zij uit lioe daardoor hun finaiv
cieele positie zou worden.
Ja, maar dan moet ik een ge
trouwd man zijn, ging Mr. Vanstone
wanhopig voort.
0, antwoordde Miss Armenia
Lidstone, met haar oogen op het kar
pet gevestigd. Dat is moeilijk, niet
waar?
Mr. Vanstone liet een eigenaardig
keelgeluid hooren, blijkbaar als lach
bedoeld.
Dat is liet, zei hij. Het eenige
middel is te gaan trouwen. Hij stiet
die woorden ademloos uit.
Armenia stond daar zwijgend. Zij
was zoover gegaan als meisjesachtige
zedigheid maar ©enigszins toestond.
Mr. Vanstone schraapte zijn keel.
Miss Armenia, zei hij, dat ben ik
nu ook van plan te doen.
Armenia sloeg üiaar oogen naar
hem op.
Dan moet ik u dubbel gelukwen-
schen, zei ze met een stem bevend
van aandoening en onzekerheid.
Het gelaat van Mr. Vanstone klaar
de öp en in een opwelling kwam hij
naderbij en greep haar hand
Dat is heel vriendelijk van u. Een
teit is dat ik alleen üw toestemming
noodig heb en alle hinderpalen ver
dwijnen.
1-Iet was een eigenaardige, rond
borstige manier om deze zaak te be
handelen, dacht Armenia, maar zij
besloot dat zij nu genoeg vrouwelijke
terughoudendheid bad getoond,
zotte als voorbereiding tot een omar-
•ming van Mr. Vanstone haar lorgnet
wat vaster op den neus.
Miss Armenia, ik wilde u alleen
maar zeggen, dat ik mij vandaag
.de toestemming uwer tante verzekerd
beb.
Zoo, mompede Armenia, ietwat
ongeduldig. Waarom kwam hij toob
telkens op tante Lilian terug? Alsof
haar oordeel er iets toe deed! Haar
toestemming, ja zeker!
En zij heeft beloofd mijn vrouw
te zullen worden.
Armenia scheen plotseling in steen
te zijn veranderd. Zij zat kaarsrecht,
en hief haar hoofd op, dat al coquet
in de riohting van den schouder van
Mr. Peter Vaustone was gezonken.
Wat! riep zij uit, en zij her
kende ternauwernood haar eigon
stem.
De arme Mr. Vanstone liet haar
hand vallen also>f het een rood gloei
end stuk ijzer was, en deinsde achter
uil voor de vonken, die door het lorg
net schoten.
Ja-a, hakkelde liij. Ik ik dacht
dot u het wel had begrepen. Natuur
lijk wist ik wel, dat er een klein ver
schil in leeftijd tussehen ons be
staat, zeven of acht jaar, maar och,
Lilian Armenia keek hem met
sohrik aan Lilian, ging Mr. Van
stone voort, meer moed verzamelend
naarmate hij voortging, is wat tem
perament betreft jonger dan ik ben.
Feitelijk, komt zij mij soms als een
meisje voor. Vanavond bijv. heeft u
zekor opgemerkt, lioe haar oogen...
Armenia maakte een gebiedend ge
baar.
Hoe lang is dit alles al gaande?
vroeg zij op strengen toon.
Mr. Peter Vanstone lachte onnoo-
zol, en Armenia voelde grooten aan
drang hem een klap in liet gezicht te
geven.
Ik geloof dat wij elkander van
den beginne of begrepen hebben, zei
fcij-
Maar pas vanmiddag hebben wij
ons officieel verloofd, even voor dat u
thuis kwam.
En waarom waarom is mij
daar niets van gezegd?
Ja, natuurlijk, antwoordde Mr.
Vanstone, moet het u vreemd toe
schijnen. En ik had ook liever gehad
dat het u lang geleden al verteld was.
U is zelf geen kind Armenia fronste
de wenkbrauwen maar om u de
waarheid te zeggen, Miss Armenia,
en onder vier oogen gezegd, geloof ik
dat uw tante bang was, dat u het
niet goed zou opnemen. Óch, een hu
welijk en al dergelijke dingen schij
nen zoover buiten uw lijn te liggen.
Armenia was nu weer volkomen
kalm ofschoon een beetje bleek.
En nu moet ik werkelijk Hieen-
zei Mr. Vanstone kort af. Natuurlijk
zal u nog wel wat met Lilian willen
praten; en natuurlijk zullen wij u
graag als ons bruidsmeisje zien.
Armenia keerde zich snel om.
Gooden nacht, zei ze met strak
ke, onnatuurlijke stem, hetgeen Mr.
Vanstone niet recht aan ontroering
toeschreef.
Goeden nacht. Miss Armenia,
zal nu spoedig mijn nicht zijn. En
goedig grinnekend ging Mr. Vanstone
heen. 0
Miss Armenia Lidstone stond daar
met gebalde vuisten.
Zoo'n dwaas. Zoo'n zwakhoofdi
ge dwaas; riop zij uit en stampte woe
dend met haar voet op den grond.
Toen hoorde zij plotseling de piano
boven haar hoofd en hoed en mantel
grijpend, holde Armenia het huis uit.
De hand van Paganini.
(Eene Italiaansche geschiedenis.)
Zij zal hem beminnen, zij moet
hem beminnen, en anders zal ik het
haar leeren En hij sloeg met zijn
vuist op de antieke eikenhouten tafel
Hei was de rijke bakker Buonaven-
to in het stadje San Felice, die zoo
sprak, schrik en ontsteltenis ver
spreidde voornamelijk zijn dochter
Francesca was het, die zijn toorn had
opgewekt, en zij was ontzei naar haar
kamertje gevloden en schreef aan
hem, aan „hem", den man dien zij
aanbad, den donkeroogigen Romeo
Luigi, lceraar dien zij" reeds bewon
derde toen zij nog school ging en ab
soluut geen begrip van geographic
had; want haar vader was niet slim
uitgevallen en de appel valt meestal
niet ver van den stam
Thans was dit alles vergeven
vergeten en al ware zij in staat ge
weest, te verklaren dat de Nijl in di
Oostzee 6troomt en de. Ilimalaja aan
de Kaap de Goede Hoop zich verheft,
zoo bleef de bekoorlijke Francesca
toch het voorwerp zijner aanbidding
en het doelwit, zijner wenschen On
gelukkig was hij van dit doel even ver
verwijderd als van die geweldige
bergketen want een man versperde
hem den weg. Eerst had het zich zoo
schoon laten aanzien de moeder had
de jongelieden in hare bescherming
genomen, de vader had er aanvanke
lijk niets tegen gehad Men had reeds
van „verloving" gesproken, toen op
eens „een felle bliksemschicht mothe-
vigen donderslag" hen deed opschrik
ken zoo had Francesca geschreven in
haaf dagbuek.
De voormalige bakker Buonavento
was namelijk niet alleen burger der
goede stad San Felice, grondeigenaar,
echtgenoot en vader; hij was ook
kunst-enthousiast, zooals hij zich
noemde; melomaan, zooals zijn mede
burgers dit nader toelichtten.
Ja, de viool, die had 't hem, den vu-
rigen Italiaan, aangedaan die was
zijn vriend, zijn geluk. Wanneer hij
kon viool spelen was hij gelukkig
wanneer hij hoorde spelen, zalig.
Zekeren dag nu, ongeveer acht da
gen voordal in den huize Buonavento
liet woord „verloving" bijna was uit
gesproken, had zich een muziekmees
ter in het stadje neergelaten, die een
kunstenaar op het klavier en een vir
tuoos op de viool was. Hij zeide liet
ten minste aan leder die het hooren
wou, en hij zeide het steeds op eon
toon, welke geen tegenspraak gedoog
de. En waarom zouden de brave bur
gers van San Felice hem hebben te
gengesproken Zij hadden er toch
geen verstand van en hij, die er wel
verstand van had.de eerzame voorma
lige bakker, beaamde het en had
vriendschap met hem gesloten. Feli-
lius Pagnï, zoo heette de kunstenaar,
kwam veelvuldig bij hern en musi
ceerde met zijn gastheer en wist hem
spoedig in te palmen, tot ergernis
van Francesca, die hem niet kori uit
staan en tot schrik van Romeo, die
een medeminnaar in hem duchtte. De
schoone Fclitius bemoeide trouwens,
meer dan hém lief was, zich met zijn
Francesca; daarbij nam zijn invloed
op den muziekvriend onrustbarend
toe en werd bijkans onbeperkt, toen
Pagni zich liet ontvallen dat hij .ei
genlijk Paganini heette en alleen uit
bescheidenheid den naam Pagnl aan
genomen had, daar hij zich niet durf
de verstouten, zich tc meten met
zijn wereldberoemdeii grootvader.
Hel woord was eenmaal uitgespro
ken. Buonavento, wiens afgod Paga
nini was, zag vol bewondering n
den bescheiden nazaat van den groo-
ten vioolspeler, die half trotsch, half
verlegen voor zich uit staarde.
Dan hebt ge zeker wel recht veel
souvenirs van uw vermaarden groot-
'ader? waagde Buonavento na een
wijle te vragen.
Felitius blikte verstrooid op.
O neen I liet hij zich ontvallen.
Bezit gij niets? vroeg de ex-bak-
ker teleurgesteld.
O tóch! haastte Pagni zich, te
verzekeren slechts één I
Slechts één En wal? Zijn viool?
Een lauwerkrans zijn handschoe
nen vroeg de kunst-enthousiast
ademloos.
Neen, antwoordde de kunstenaar
Neen I Maar wat dan
Zïj'ne zijne hand 1
Zijne hand? Buonavento waagde
van hoogachting nauw adem te ha
len. Ach, wanneer ik dat eens mochle
aanschouwen I mompelde hij met ver
draaide oogen.
Dat zal bezwaarlijk gaan, sprak
de kunstenaar hoogst ernstig en
plechtig. Deze hand mag slechts ge
toond worden, wanneer een zoon der
familie zich veriooft en daar ik de
laatste nakomeling vau Paganini
hen en waarschijnlijk nimmer huwen
zal omdat ik haar, die ik bemin
niet verwerven kan hier wierp hij
een onuilsprekelijken blik op Fran
cesca zoo zal die hand wel nimmer
meer door het daglicht worden be
schenen.
Sedert dien dag was er geen wensch,
dien Buonavento den kleinzoon van
zijn heros niet zoude hebben vervuld;
met uitzondering van een enkelen
Francesca's hand.
Wel is waar was de oude veel te
gek op den muzikant, dan dat hij hem
niet met vreugde als schoonzoon zou
omarmd hebbenmaar moeder eu
dochter boden zoo hardnekkig tegen
stand, dat hij den strijd opgaf.
Pagni nam gelukkig de zaak niet
treurig ophij kwam als te voren in
Buonavento's huis en zette zijne be
moeiingen om Francesca met zooveel
zekerheid voort, dat ieder moest in
zien, hoe hij op een volslagen zege
praal hoopte. En hij zou zich niet
bedriegen althans meer en meer liet
het zich aanzien, dat hij als over
winnaar uit dezen strijd komen zou.
Die zegepraal zou hem verschaffen
de hand van Paganini I
Sedert do vioolspelende bakker na
melijk van deze hand gehoord had,
dacht hij dag en nacht erover na, op
welke wijze het mogelijk zoude zijn,
dien schat in zijn bezit te krijgen. Hij
had al vruchteloos een aanzienlijke
som geboden.
Pagni liet hem loven en bicden;
alle aanbiedingen werden afgewezen
met het woordjeOnmogelijk I
Die hand mocht niet verkocht wor
den. Zij moet in de familie blijven
Dit werkte. Drie dagen zat Büona-
vento te suffen den vierden dag was
zijn besluit genomen. I-Iij ging naar
Paganini's nazaat.
Hand tegen hand voegde hij
hem toe, ik geef je de hand van Fran
cesca en gij geeft mij die van Paga
nini l
Een schaduw van verlegenheid
kwam over het gelaat van den musi
cus, doch sne! herwon hij zijn zelfver
trouwen.
Goed aangenomen l sprak hij
Donderdag kan do hand hier zijn
den volgenden dag zal zij u plechtig
worden uitgereikt en wordt de verlo
ving publiek gemaakt. Uw hand er
op I
Buonavento gaf hem die. Hij spoed
de overgelukkig zich naar huis en
Pagni schreef onverwijld een briefje
van den volgenden inhoud
„Mijn vriend.
Het gaat zooals ik vermoedde en
het blijft dus bij onze afspraak. Zend
het bewuste mij ten spoedigsteop
dat het vóór aanstaanden Donderdag
in mijn bezit is I"
Het adres luidde: „Leo Brater-
schack, directeur van het natuurhis
torisch museum te Padua."
De Donderdag brak aan en wel de
dag, dat Buonavento zoo opspeelde en
Francesca een toevluchtsoord zocht
in haar kamertje en schreef aan hem,
dien zij aanbad
„Kom toch Sla heden mij bijje
nabijheid zal mij kracht geven om het
uiterste to wagen. Ik kan niet meer
schrijven. Eeuwig de uwe.
Je diep rampzalige Francesca."
Met deze regelen besloot zij haar
schrijven en de dienstbode, die het
weg bracht, moest op antwoord wach
ten.
Ik kom, was het lakonieke ant
woord.
Des avonds was er feest ten huize
van Buonavento. liet merkwaardige
van dit feest was voorzeker, dat op
eau met zwart omhangen tafeltje tus
sehen twee dikke waskaarsen het
handskelel van 1 .nini werd ten
toongesteld.
Eenige dames uit het gezelschap
vonden dit smakeloos, anderen zelfs
griezelig; doch dit was overdreven.
Hel was niet zoo; 't was alles met
zorg geprepareerd en net afgewerkt.
Er hadden muzikale voordrachten
plaats en er werd een goed glas wijn
gedronken en er ontstond een alge-
meene spanning, toen ten onverwacht
ste, duidelijk verneembaar, het woord
„verloving" werd uitgesproken. Ook
de gastheer hoorde dit en glimlachte;
doch hij zeide niets. Hij begaf zich
naar het tafeltje, waarop de kostbare
6chat lag; de hand van den wereld-
beroemden kunstenaar. Vandaar
wilde hij de verloving van zijn doch
ter met den kleinzoon van den koning
van alle vioolvirtuozen bekend ma
ken.
Met eerbied beschouwde hij nog
eenmaal het kostbaar gedenkstuk, het
sneeuwwitte, giadgepolijsle gebeen
te; de vingers waren welhaast twee
maal zoo lang als die van een gewo
ne menschenhand met die lange
vingers luid hij de onnavolgbare gre
pen op zijn instrument kunnen doen 1
Pagni had niet nagelaten, den swer-
gelukkigen schoonvader in spe hier
op te wijzen. Koninklijk troonde die
hand op het fluweelen kleed.
Naast haar stond een kleine heer
met eenigszins verwarde haren en 'n
das, die scheef zateen professor der
zoölogie, door Romeo meegebracht.
Met levendige belangstelling be
schouwde hij de tentoongestelde
hand; de leeraar, Francesca's stille
verloofde, hield voorbedachtelijk zich
wat op den achtergrond.
Verheugd, oen bewonderaar van
zijn schat te vinden, drukte Buona
vento hem de hand en sprak:
Zeg, professor, dat is eeri zeld
zaamheid. niet waar?
De oude heer knikte.
Ja, zeide hij, het moet een zeld
zaam exemplaar geweest zijn.
Exemplaar De heer des huizes
deed een stap achteruit, alsof een rep
tiel hem gebeten had.
Maar professor, hoe kan men van
zulk ceil man zóó spreken I
- Man U bedoelt zeker mannetje?
Hoewel ik geloof veeleer dat 't van
een wijfje afkomstig is.
Mannetje? Wijfje? stamelde de
ontzette bakker in ruste, en een hei
lige toorn beving hem. Professor,
riep hij uit, trotsch zich oprichtende,
wat vermeet ge u? Gij slaat voor de
hand van den vioolkoning Paganini?
Wat? riep de professor lachend
uit, dat zou de hand van Paganini
zijn Je bent niet wijs, mijn waarde
dat is buiten kijf de voet van een
gorilla
Als door den bliksem getroffen
stond de arme man daar, na die ver
nietigende uitspraak. Ilij zocht naar
woorden, om den blijkbaar ijverzuch-
tïgen geleerde te vernietigen. Nu
viel zijn ook op Pagni, die de woor
den van den man van weten schap ook
gehoord had en zijn niet schuld bela
den gelaat onthulde hem opeens het
schandelijk bedrog.
Met een kreet van woede vloog de
verontwaardigde dilettant naar den
misdadigeii musicus toedeze had
reeds de vlucht genomen en was met
snelheid de trap afgegaan. Doch hoe
snelle vleugels de vrees moge verlce-
non, de toorn evenzeer en zoo kon
de kleinzoon van Paganini zich niet
retireeren of hij maakte nog even
kennis met den voet van den hakker,
zoodat hij in een groolen plas op
straat terecht kwam. Hij liet zich niet
meor zien.
Snuivend van woede begaf Buona
vento zich terug naar het gezelschap,
dat zich met het tragisch voorval niet
weinig vermaakte.
Hij was zoo doni niet, of hij zag in,
dat er iets geschieden moest, wilde hij
niet verder het voorwerp van spot. en
hoon zijn.
Dames en hoeren 1 riep hij dus
luide; u allen weet, dat dezen avond
de verloving van'mijn dochter zal
worden bekend gemaakt. Ik heb de
eer, u dan het engagement van mijn
dochter Francesca met den heer Ro
meo Luigi, leeraar aan de Hoogere
Meisjesschool, te verkonden.
Er heerschte diepe stilte.
Toen volgde cr een luid gejubel
want men mocht de jongelui gaarne
•en wenschte hun van harte geluk.
Er kwam champagne en tot laat in
den avond bleef men feestelijk bijeen.
Na afloop zei Buonavento tegen zijn
vrouw .-
Ik heb me er nog al aardig uit
gered, zeg?
Maar den volgenden dag ontving hij
een schrijven, dat hem minder aan
genaam aandeed:
„Mijnheer 1
Ik kon met den bosten wil, in ruil
voor de hand uwer dochter, u niets
anders aanbieden als den voet van
een gorilla. U was daar toch ook te
vreden mee gewoest, als die malle
professor mij de grap niet bedorven
had. Nu goed dan het heeft niet mo
gen zijn I Scheiden wij en denk aan
mij zonder haat of nijd, zooals ik
denk aan u.
Den gorillavoet laat ik u als een
aandenken. Behoud hem in uw fami
lie uw kleinkinderen kunnen hem
dan vereeren nis een hand van u
want dat die voet evengoed van uw
lichaam kan geweest zijn, zal later
niemand, zelfs niet een professor der
zoölogie, bestrijden.
ONTSTAAN EN GENEZING VAN
BERI-BERI.
In do Berliner Medizinische Gesell-
schaft heeft, naar aan de N. R. Ct.
gemeld wordt. Woensdagavond dr.
Moszkowski, die zich naam heeft ge
maakt door zijn reizen door Nieuw-
Guinea, een lezing gehouden over een
proef, die hij genomen heeft met be
trekking tot de oorzaak van bori-beri.
Om te bewijzen, dat deze ziekte dooi
de voeding ontstaat, had Moszkowski
zich 138 dageD lang in het physiologi-
sche instituut van prof! Zuntz bijna
uitsluitend met gepolijste rijst gevoed.
De gepolijste rijst verwekte bij Mosz
kowski na eenigen ijd een toestand,
dien men als beri-beri kon beschou
wen en die ook door den beri-beri-ken-
ner Schiiffner, die de ziekte op Suma
tra bestudeerd heeft, als zoodanig her
kend werd. Hij werd zwaar ziek en i.a
korten tijd vertoonde zich ve-schïjnse-
len van prikkeling van het zenuwstel
sel, die typisch zijn voor beri-beri.
Spoedig daarna deed zich een huiduit
slag voor, pijnlijkheid van zekere
spiergroepen, zware ingewandssfoor-
nissen en eindelijk ook de typische
harts-stooriiissen. Wie echter nog aan
de diagnose beri-beri meende te moe
ten twijfelen, werd volkomen over
tuigd door een proef, die Moszkowski
aan het ernd van zijn proeftijd nam.
Men had duiven en kippen eveneens
met gepolijste rijst gevoed en zoo de
typische beri-verschijnselen verwekt
en men heeft daarna vastgesteld, dal
de eenige redding von de ceViiip1v.ro
reeds ten docde gedoemde dieren be
stond in inspuiting met 'n afkooksel,
dat uit het zilvervl lesje van de rijst
bereid was.
Dit extract liet Moszkowski zich aan
het einde van zijp proeftijd inspuiten
met liet gevolg, dat hij binnen korten
tijd volkomen herstelde.
Moszkowski zei in zijn rede, dat hij,
evenals anderen voor hem, lot de slot
som gekomen was, dat de gepolijste
rijst een giftsto" bevat, die men nog
niet kent en die do ziekte veroorzaakt.
In ieder geval speelt echtor ook ge
brek aan phosphorus in de voeding
een gewichtige rol bij het ontstaan
van beri-beri, die, naar de meenin^
van den spreker, 'n zekere verwant
schap met scheurbuik en Engelsche
ziekte vertoont.
DE LIJFEIGENE.
Hel was in de dagen, toon de lijf
eigenschap in Rusland nog bestond,
maar ten einde spoedde; tegenover
vele treurige histories la oom Tom,
stond wel eens een enkele meer ge
moedelijke anecdote, zooals de vol
gende, welke hislorisch is.
De bankier Selutschin, een man die
ele millioenen rijk was, had aan
graaf Tscheremetief, wiens lijfeigene
hij was, 200.000 roebel3 voor zijn vrij
heid geboden, zonder haar te kunnen
•erwerven. Genoemde edelman liet
hem, als te voren, 25 papieren roebels
jaarlijks betalen, daar hij liet niet
voornaam vond, den millonnuir hoo-
ger te belasten dan al zijn andere
lijfeigenen doch hardnekkig bleef hij
weigeren dezen „slaaf" de vrijheid te
schenken,
Maar Selutschin verloor niet den
moed, denkende„De aanhouder
wint 1" En zekeren dag kwam hij
naar Petersburg, om zijn heer een
geschenk te brengen.
Graaf Tscheremetief dejeuneerde
met eenige vrienden en. gaf zijn hof
meester een standje, omdat deze niet
voor oesters gezorgd had. Toen hij
den millioenen rijken slaaf ontwaar
de, riep hij uit:
Ziet daar, Selutschin 1 Die komt
al weer om zijn vrijheid te vragen. Ge
hadt ongelijk, mij 200.000 roebels te
bieden, die ik niet noodig heb, mijn
waardebezorg me op slaanden voet
oesters en ik geef je de vrijheid.
Selutschin buigt diep, gaat terug
naar de voorkamer en laat, onder lui
den bijval van alle aanwezigen, een
vaatje in de eetzaal rollen een
vaatje met oesters, toevallig juist voor
zijn gebieder meegebracht 1
De edelman hield zijn woord en
schreef de bevriidingsacte zelf op het
deksel van het vaatje, dat de onver
wachte lekkernij bevatte.
Tevens veranderde hij van toon en
manieren tegenover den voormaligen
slaaf en sprak
En nu, li e e r Selutschin, wil my
de eer bewijzen, met mij te dejeunee-
ren.
DOOR 'T EXAMEN.
Zij is, vertelt de „Pr. Gr. Ct.". <An
gezonde arbeidersweduwe, niet een
paar flinke armen aan het lijf. Ze
woont te Pekela, heeft een huisje met
wat land en kreeg bovendion voor 'n
maand nog 'n kleine erfenis. Daarbij
goed gevormd en niet oud oen
weeuwije dus met huwelijksknnsen I
'l Duurde dan ook niet lang, of d'r
kwamen reeds Candida ten opzetten
en verleden week zelfs een makelaar I
Met warmte ging die z'n candidaal
aanbevelen: een oppassende arbei
der, weduwnaar, ook zonder kinderen
en ook met wat geld. Dal kwam het
weeuwtje niet zoo slecht voor, maar
ze was wat hang geworden voor 'n
huwelijk. Haar man toch was 'n lui
aard geweest, een, die een broertje
dood had aan werken. En of nu de
makelaar ook al beweerde, dat zijn
klant de vlijtigste kerel der wereld
was, ze was toch wel wal hang. Vrou
wen zijn echter listig en na kort be
raad had ze d'r wat op gevonden.
Wait je wat laot 'n week op
perbair komen den ken 'k d'r dver
oordailen.
Dat kwam den makelaar niet zoo
verkeerd voor en ook K., den candi-
daat, niet. En reeds den volgenden
morgen trok hij vol moed er op af, ge
wapend met schop, zicht en zeis, en
vol ijver toog hij met- liet weeuwtje
aan den arbeid werk je niet zoo
krijg jc niet. En reeds vier dagen la
ter was al het werk op hel land der
weduwe verricht, zag alles er zoo uit,
dat niemand het kon verbeteren.
En K. is geslaagd I 'k Zai nou wel,
dat's doe wel waarken wilt I W'ie
wacht'n gain week vair daog'n is
volounde. Wie trauwen I"
GEPANTSERDE VLIEGTUIGEN.
Reeds eenigen tijd worden in Duitscb
land en Frankrijk prooien genomen
mot gepantserde vliegtuigen. Ia
Frankrijk is men tot de overtuiging
gekomen, dat de militaire aeroplanes
moeten beschermd worden, nadat te
Toulon schietoefeningen zijn gehou-
den op vliegtuigen en na de onderv in
ding van den eersten Balkanoorlog.
Gebleken is, dat tot 1200 M. hoogte
olke avion kwetsbaar is, terwijl, wil
do waarnemer mei afdoende gegevens
terugkomen, gevlogen moet worden oji
oen hoogte van zes lot achthonderd M.
Thans heeft lie! Fran sche legerbe
stuur besloten, aldus meldt de „Ma-
tin", dat alle vliegtuigen met oorloga
bestemming gepantserd zullen wor
den. De onbeschermde aeroplanes zul
len uitsluitend dienen tot oefenings-
materiaal. De ondervinding, welke op
gedaan zal worden met de nieuwe
avions, zal strikt geheim worden ge
houden.
De Fransche luchtvloot zal worden
samengesteld uit;
ie. Gej>anjtserde éón-persoons voor
verkenning ten behoeve van artillerio,
cavalerie'op korten afstand, mot snel
heid van 120 K.M. per uur.
?e. Gepantserde tweepersoons voor
opheldering ten dienste van den gene-
relen staf: «nelheid 100 K.M.
3o>- Gepantserde tweepersoons, die
bewapend zijn met mitrailleurs en
•'utomatische geweren, voor de bestrij
ding van vijandelij'ke vliegtuigen en
luchtschepen, met een snelheid van
120 K.M.
te. Vliegtuigen voor meerdere per
sonen, bestemd voor hef vervullen van
bijzondere opdrachten. Snelheid 100
Kilometer.
ROMANPHRASE.
De gravin zette zich aan haar
schrijftafel. en handenwringend
schreef zij den geliefden man af.
DAMRÜBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriekbetreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat34. Telephoon 1543.
Probleem No. 482, van MéANDRE,
(Le Damier).
Zwart
u
is
.ff:
SU
m
jg|
g
SI
-
v
ifj
j
SJ
i
til
SI
Wit
46
47
43
5U
Zwart 10 schijven op 2, 4, 5, 6, 8, 14, 18, 22, 38 en 45.
Wit 10 schijven op 11, 24, 34, 35, 37, 40, 41, 46, 48 en 50.
Probleem No. 483 vau MéANDRE,
(Le Damier).
Zwart
fel
y?
-
gi
§S
1
SÉ
PP
u
S
o
w
11
i
Zwart 15 schijven op 6, 7, 8, 9, 13, 14, 15, 16, 18, 20, 22, 23,. 24, 28 en 29.
Wit 13 schijven op 21. 25, 20, 27, 31, 37, 38, 39, 40, 42, 47, 48 en 50.
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 5
Augustus a.s.
Oplossing van probleem No. 478, van
den auteur: Wit 41-37, 10—23, 28—23,
37—32 (zwart 26 14 (le beste) 5 25!
2e Oplossing: Wit 28—22, 22—18, 10—
I (zwart 46 14) 5 251
Goede oplossingen ontvingen wij
van de heeren R. Bouw, J. Jacobson
Azn., W. J. A Mat'la, P. Mollenia, M.
Rasen Sr., J. W. Tieskeus, T. C. N
Van het eindspel no. 479 ontvingen
wij slechts een enkele ontleding die
good was de andere waren alle
zoodanig, dat zwart In slaat was de
remise te forceeren. Wij willen daar
om nog een week tijd geven om ons
de goede ontleding te doen toekomen
on hopen, dat vele liefhebbers zich
daartoe nog eens zullen zetten, hot is
nuttig en zeer leerzaam.
Ook de oplossing van de thans ge
geven problemen hopen we van vele
liefhebbers te ontvangen, vooral pro
bleem iNo. 483 is zeer interessant.
Men ziet duidelijk waar wit moet
dambalen, doch de weg om er te ko-
niein is niet zoo gemakkelijk te vin
den. Wij zijn nieuwsgierig wie ons de
goede oplossing zal doen toekomen.
DAMCURSUS.
In de volgende rubriek zullen wij
een nieuwe opening in behandeling
nemen.
SLM ULTAA1NSéANCE.
De Heer ten Brink, Kampioen van
Haarlem en Omstreken zal voor de
leden van de „Damclub Haarlem" en
de Ilaarlemsche Damclub op a.s.
Maandagavond te 8 ure, een simul-
taan-séance geven in de groole zaal
van gebouw „De Nijverheid", Jansstr
85, alhier.
De leden die hieraan willen deel
nemen worden beleefd verzocht, zoo
mogelijk, bord en schijven mede te
brengen en op tijd aanwezig te zijn.
De Haarlemsc'he Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederen Maan
dagavond van 8 tot 12 uur in het go-
bouw De Nijverheid, Jansstraat 85,
alhier.
Liefhebbers van (het damspel zijn
daar welkom.
Voor het lidmaatschap kan men zich
bij het bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 lot 18 jaar kun
nen als aspirant-leden worden toege
laten.
Inlichtingen worden gaarne ver
strekt door den secretaris, den heer
J. Meijer, Kruisstraat 34, Telephoon
1543.