linn's ins was AAK. TWEEDE BLAD Vrijdag 29 Augustus 1913 Buitenlandsch Overzicht De Mexicaansche m o e i 1 ij k- heden. D© pogingen van generaal Huerta orn president Wjlson over te halen voorloopig zijn boodschap aan het Congres uit te stellen, hebben alleen dit resultaat gehad, dat niet Dinsdag maar Woensdag de boodschap aan het Congres is toegezonden. President Wilson wilde slechts vier-eu-lwintig uur uitstel verleenen, ten einde Huer ta gelegenheid te geven alsnog zich bij de voorstellen van I.ind neer te leggen. Deze voorstellen lielroffen: 1. de staking der vijandelijkheden en een difinitieven wapenstilstand; 2. spoedige uitschrijving van een vrije algcniecne verkiezing; 3. d© holjfte van generaal Huerta rieh zelf niet voor het presidentschap te caudiitee ren: 4. verplichting van alle partijen om do resultaten der verkiezing te aanvaarden. President Hierta is standvastig ze- bleven en dus is Woensdag president Wilson's boodschap aan het Congres voorgelezen. Hit die boodschap blijkt, dof. pros-dent Wilson niet, aan een Be wapende tussch en,komst denkt inaar Mexico op andere wijze wil doe a gevoelen, dat het er belang bij heelt, met den grooten buurman in het Noorden op goeden voet te staan. Tn de eerste plaats wenscht. de beer- Wilson, dat alle Amerikanen en dat zijn er velen zich uit Mexico zullen terugtrekken, hetgeen nutuur- lijk belangrijke economische gevolgen moot hebben, in de tweede plaats wenscht hij den uitvoer van wapens en- munitie naar Mexico te beletten hetgeen natuurlijk de strijdende i ar- tijen, die tot dusver uil Amerika iteun verkregen, groot© moeilijkheden in den weg zou leggen. Als Amerika en de Amerikanen de hand van Mexico af trekken, dan zul len, meent hij blijkbaar, de gevolgen hiervan zich in Mexico wel zoozeer doen gevoelen, dat men hier wat han delbaarder zal worden. In hoeverre die opvatting juist is zal dus nog moeten blijken. Vredeof oorlog? De racedeelingen, omtrent den «ogenblik kei ijken toestand zijn niet heel duidelijk. De eene groep herich- ten me'<H dat Mexico zich onderwer pen zal, maar anderen wijzen weer op een meer gespannen toestand. President Wilson beeft olie Ameri kanen gewaarschuwd Mexico onmid dellijk te verlaten. Hij heeft ook het gezantschap en de consuls opgedragen oan alle burgerlijke en militaire amb tenaren te doen weten, dat Amerika hen verantwoordelijk zal stellen voor olie letsel aan Amerikanen of hun te- zit' meren toegebracht. Minister Bryan heeft aan hot Arno rikaansehe gezantschap en de consuls te Mexico geseind, dat zij alle hulp moesten verleenen aan Amerikanen, die Mexico verlieten. Zij moeten hen van reisgeld voorzien en do consuls moeten, zoo 'noodi-g, ook vreemdelin gen helpen. Bryan deelt mede, dat hij een te'e- 'ram vso Lind ontvangen heeft, mel dende, dat Gamboa een nieuwe nota gezonden hoeft. Volgens een telegram uit San \nfo- nio zijn, ingevolge een van Washing ton uitgegeven bevel, de infanterie, de cavalerie en een batterij artillerie in allerijl naar de Mexicaansche rrens gezonden. Een gedeelte dezer strijd macht nam een stelling in tegen jver Brownsville, waar de strijdmacht der Mexicaansche opstandelingen zich bevindt. Een ander gedeelte bevindt zich tegenover het hoofdkwartier te Ie redo van de troepen der Mexicann- schc regeering. Duizend man aanvul- lingstroepen staan gereed om to ver trekken. Een telegram uit Mexico meldt, dat de Mexico arische regeering het stil zwijgen over Wilson's boodschap aan het Congres bewaart. Gamboa heeft de noti van Wilson aan de permanen te commissie van het Mexicaansche congres onderworpen, In een tweede nota heeft Wilson op een onmiddellijk antwoord aangedrongen en verzocht, dat Huerta buiten den verkiezings strijd gehouden zou worden. Wilson gaf te verstaan, dat, zoo Mexioo onmiedellijk volgens zijn voor stellen handelde, hij aan de Amerl- kannsche bankiers zou doen weten, dat de regeering van do Vereenig'lo Staten een onmiddellijke leening aan Mexico, groot genoeg om In de be hoeften van de overheid van het oogen blik! te voorzien, zou begunstigen. Gamboa antwoordde, (lat er geen leening, die aangeboden werd, groot genoeg zou kunnen zijn om hen, in wier handen de waardigheid der na tie berustte, er toe te brengen, dio waardigheid prijs te geven. Hij voeg de hieraan too, dat het onmogelijk was gehoor te geven ap,n het verzoek betreffende Huerta's deelnemen aan den verkiezingsstrijd, daar Mexico al dus niiet slechts van zijn souvereïniteit afstand zou doen, maar ook zijn toe komst in gevaar brengen, daar de toekomstige presidentsverkiezingen aan het veto van den president der Vereenigde Staten onderworpen zou den zijn. De New York Herald bovat echter 'n telegram uil Vera Cruz, volgens het welk Lind verzekerd heeft, dal de laat sle voorstellen van Wilson aangeno men zullen worden, ook dat betreffen de Huerta's onthouding bij de verkie zing voor hot presidentschap. Volgens een telegram uit Washing ton erkent men on het Wilt© Huis niet-officieel© voorstellen in dezen zin ontvangen te hebben, maar men wei gert zich over de zaak uit te laten bij gebrek nan officïeele gegevens. De correspondent te Washington van de Dnilv Telegranh seint, dot de M»x'"mpnscbe b«nd»chan van ws'-nr» in bM Congres een nuchter©»» iiul'T- maakte na het antwoord van Gamboa op dp hem door Lind overgebrachte Amerikaansche voorstellen. De hoor ders vonden dit vernederend voor de Amerikaanschc regeering en waren geneigd tartende, oorlogszorht.ipv led te gebruiken. lip. correspondent van de Times te Washington daarenWren seint, dat de boodschap van Wilson algemeen gon st ie opt.vorwen te. wever-a l-n.nr open hartigheid en gematigdheid, hoe-we' zij teleurstelling gewekt heeft onulat er geen beleid voor de toekomst in aangegeven wordt. Bezadigde Ameri kanen achten bovendien Gamboa's be toog onweerlegbaar. Tn een hoofdartikel zegt de Times het. te betreuren, dot president, Wilson niet den eonigen uitweg uit don Mexi- caanscben doolhof gekozen hooft, nl. erkenning van het be."'ind van Hnv '.i ondanks Wilson's hcn-riToeDjlre bed - l-bTn-na dnartoven, in stede van nnn te dringen op d" kluvrh'ij'r^'uV nemclijke voorwaarde, dat lfuerta geen camlidaat bij de presidents-ver kiezing zal zijn. De correspondent te Washington van de Daily Telegraph zegt-, dat de Amerïkannsehe regeering alles doet om de Amerikanen te hevcren uit Mexico weg tc trekken. Zij heeft o"k do douanekantoren aan de grenzen aangeschreven voor Huerta of voor Möx'caansche opstandelingen bestom- de zondingen wapens niet door zen- d©n. Dc onslim «teMaj""» ver geefs geprobeerd om van <te Ani«ri- kaansdle re-eering gedaan telcriiven. dat. door hen in Amerika gekende wa pens door-won^v-r, sv^,..a^„ De Duitse li c Keizer te B r e sl a u. De Keizer kwam gisterenmiddag om 4 uur te Breslau aan, en hield zijn intocht in de stad; do Keizer en do prinsen zaten te paard, de- keizerin, do kroonprinses en de prinses August Wilhelm in een open rijtuig. In antwoord op do begroetingsrede van den opperburgemeester sprak de keizer, onder .herinnering aan den tijd van de- vreemd© overheerschiug, do hoop uit, dat het ook verder mocht gelukken, onder do bescherming van liet sterke Duitsche leger, dat een der steunpilaren voor den vrede van Europa is, dezen vrede blijvend te handhaven. 11 a 1 i e en Oostenrijk. Nauwelijks zijn in Oostenrijk en Italië in blijde en dankbare artikelen de bewijzen van betere verstandhou ding tusschen de beide landen li r- dacht, of uit Rome komen nieuwe be richten van ontstemming. In verbind met liet vertrek van den Oostenrijk- schcn gezant, graaf Mc-rey, naar Wee- non wordt gemeld, dat de gezant een onderbond met graaf Berchtold heeft gevraagd over de nieuwe oorzaak tot ontstemming in Italië, dio veroor zaakt is door het besluit van den stad houder van Triest, om alle niet-geiuv- turaliseende Italiaansche beambten in zijn gouvernement te ontslaan. Dit besluit heeft een stonn van ver ontwaardiging gewekt in de Italiaan-, sehe pers, ilio liet. herroepen- van dit besluit, of de niet-toepassing er van eisclit. Door dez© onhandige daad, op dit «ogenblik, wordt in geheel Italië de goede indruk weggenomen, dien do ontvangst van generaal Canova te Weonen en te lsctil luid gewent, en ineii hoopt nu, dat bij de besprek ing-MX tusschen graaf Me-rey en den minis tor een middel zal worden gevonden, om die ontstemming in Italic weg te ee lt raaf Berchtold zal wel inzien, cat zulk een staatkunde op dit oogenblik erger is dan een fout, En bij'alle moeilijkheden, waarin' Oostenrijk, reeds verkeert, wil hij liet niet Italië tevens tot vijand maken. Berichten nit Ween en voorzien dan ook dat het besluit van den stadhou der van Triöst zal worden ingetrok ken. Crisisgeruchten uit Servië. Sedert eenig© dagen, zoo wordt nlt Belgrado aan het. „Berl. Tageblatt" geseind, loopen hier crisis-geruchten. Men beweert, dat de minister-presi dent Pasjiisj, en d© ministers van fi nanciën, Patsjoe. en van binnenland- sclie zaken-, Protitsj, willen aftreden. Zij zouden door allo vermoeienissen van het oorloesjnar uitgeput zijn en naar nist verlangen. Patjitsj vooral, dio ruim GO jaren oud is, en een veertigjarigen arbeid in 's lands dienst achter zich heeft, die in de laatste jaren, in de dagen van do annexatiecrisis met Oostenrijk, en don daarop volgenden strijd met Tur kije en mot Bulgarije, heel liard ge werkt heeft, mag naar mst verlan gen. Maar r.u blijkt hot, dat die wensch naar rust slechts een voorwendsel is. en dat ernstig© geschillen zijn ont staan, over het bestuur van dc nieu we gebieden', tu^sch-n de regooring en de hooge militaire kringen. Pc Staatslieden wenschen een zoo libe raal niogelijken regeer:ngsvorm, die de bevolking niet drukt en haar het verschil tusschen -het vroegere Turk- sdie en het nieuv.e Servische lie wind duidelijk 'aat gevoelen. Do militairen daarentegen wegy schen een zeer strong bewind, een soort militair© dictatuur, voor min stens nog vijf tot zes jaren, om d© go vreesde nationalistic.-Ik agitatie 'liet succes te kunnen bestrijden. Van nndereztjde wordt beweerd, dat 't aftroden in verband slaat met moei- liikhedein betrefondo de l*in''enla"d- sche politiek van Servië. Maar zij die met den Servischen minister goed bekend zijn meenen, dnt het spreken over aftreden slechts een tactische wending is van Pasjiisj, om moeilijkheden, die hij ondervindt of voorziet-, af te wenden. Binnenland Be SHsnlni? van liet Vrei!e?pleis. i'Vervolg). In aansluiting met. hetgeen we reeds gisteren meedeelden over de opening van het Vredesmieis nog het voleende De geschenken der Vreemde naties. In zïjir redevoering somde de heer Van Itarnebcek de geschenken op, die door de recee'"»-—-"'* der v©r?rb:llendo landen z:!n gegeven. De tweede Vredesconferentie, in w ier tegenwoordigheid de eerste steen van het te verrijzen gebouw werd ce leer cl, heeft op voorstel van een der gedelegeerden van Frankrijk, Taron d'Estournelles de Constant, met alge meen© ^mt" den wensch iilfeq spreken „dot elke regeering m©'te- - 'e: tee ken aarster van het Verdrag „van Don I-Iaag, bijdrage tot de op lichting van het Vredespaleis door „het zen-den, in overleg met den ar chitect, van bouwmaterialen, versie- „ringswerken en kunstvoorwerpen, die hef. meest-zuivere beeld geven „van de nationale productie van „ieder land, opdat dit Palcis, dat de „uitdrukking is van den wil en de „hoop van de werchl, saamgesteld „worde uit de bestanddoeten zelve „van alle landen." Dit. besluit sloot geen verplichting in zich, zeide dc heer Van Kar nebeek. maar toen het bestuur, in den loop zijner werkzaamheden, 'e vrijheid nnm den inhoud er van in herinne- liiig tc brengen aan de reeéeringen, die nan de conferentie hadden deelge nomen, vond het een welwillend en mild gehoor, waaraan voor een zeer groot "nUpcPc fïe schitterende en aan trekkelijke aanblik te danken is, welken het na leis zoowel uit- als in wendig biedt. Namen? hel bestuur breng ik harte- 1 ij keil dank aan alle regeeringen, die tot het verkrijgen van dit resultaat wel hebben willen medewerken, zoo wel voor hunne vrijgevigheid, als voor de welwillendheid waarmede zij de voorstellen van het bestuur ont vangen hebben. Ik vervul een plicht der dankbaarheid, door ©enigszins in bijzonderheden te treden over het geen het Vredespaleis hun verschul digd is. Het hek, dat gij doorgegaan zilt. om in liet park te komen, is c-en geschenk van Duitschiand. De trapleuningen, die u tot aan de deur gevoerd hebben, zijn nit graniet aangeboden door Noorwegen. Hot grootste gedeelte van het gra niet vnn den gevel danken wij oan Z weden. Do klok, die jict uur aanwijst en het in den toren verkondigt, ia van Zwitserland. Dc toogangsdcur is ons uit B e I- g i toegekomen. Do. fraaie marmerplaten in do groo- to vestibule zijn grootendeels go- schonken door J ta li dat de eerste was die het voorbeeld gaf van reke ning houden met don wensch der con ferentie. De zes groot© candelabres, die deze vestibule verlichten, komen van Oos- t c n r ij k'. In de voorzalen zult gij merkwaar dige tapijten aantreffen, aangeboden door Roemenië. Voor de groot© rechtszaal, waarin wij thans bijeen zijn, heeft dc E n- ge 1 s c li e regeering de vensterrui ten geschonken, dc Franse he re- geering gaf een groot, decoratief schilderij, dat door den heer Besnard geschilderd zal worden en waarvan do maquette zich reeds op haar ntpnts bevindt. Buitendien heeft de Fransche regeering, die ons ook een door den heer Chiqot gepenseeld schilderij zond. ons een gobelin wand- bodekkine toegezegd, voorloopig ver tegenwoordigd door een sehoone toe ken ing. en bestemd voor de andore rechtszaal er» welks aebtergrend een monumentale vaas, uit jaspis ver vaardigd, prijkt, een geschenk van den Keizer vail R u sl a n d, den ver heven souyerein, die het gertenkwaar- digo ir"tiïifi"f nam tot de eerste vre desconferentie- De materialen voor het houtwerk, niet uitzondering van het eikenhout, ziin voortbrengselen, aangeboden door deNederlandsche Koloniën en door Brazilië, Salvador en II a i t i. De groot© trap is een prachtig go- schenk vnn de stad 's G r a v e n li a- g e, en de vensterruiten, die er het licht op dnen vallen, zijn ons weder door dc Nederland sc lie reeëe- ring geschonken, die buitendien ter onzer beschikking stelde vier gcoole, merkwaardige doeken, geschilderd door een der Hollandsche meesters uil de 17de eeuw, Ferdinand Bol. Drie dezer doeken sieren ue muren van een der groote zalen op de eerste ver dieping; liet vierde heeft'een plaats gekregen in een der raaukuineis voor ue arbiters op den be-ganen grond. De muren van de groote vergader zaal van den Raad van Beheer op de eerste verdieping zijn versierd met praclijjg behangsel, t welk de I a- pah'sch© regeering expresse! ijk voor dit doel heeft doen vervaardigen en dc parketvloer van die zaal is be dekt niet een groot tapijt, dat de Turksche regeering eveneens op zettelijk voor dit ceel deed maken. Boven aan de groote trap heeft een verkleining van het beroemde vredes- gcdenklceken, opgericht op den top der Andes en een hulde van A r ge n- t i n i e. een plaats gevonden. Voorts zult gij nog lor versiering van het paleis aantreffen vier sehoo ne vazen, in gecloisonneerd email, van China; een kort geleden in de puinhoopen van llnossos, de voor malige hoofdstad van Kreta, ont dekten troon, waarvan de Griek- sclie regeering ons de copic zond vensterramen, aangeboden door de Ncdorlandsche Maatschappij van Nij- vcrtfcul de borstbeelden van koning Eduard VII, van Sir Randal Crcnicr ©tij vaii Hugo de Groot, aangeboden dooi' Éngelsche en Nederlandscha Vrédesvereenigingon; een porti'it van den heer Carnegie-, hulde van zijn bewonderaars in Nederland, en ge schilderd door den lieer Blommers. De bibliotheek neeït ook haar aan deel in het levendig verlangen om bij te dragen lot de scliatten van het Vredespaleis. Eéii hoogbegaafd man, dien wij alten kennen, al ware het slechts door zijn vermaardheid op het gaiisclie gebied van hel internationa le recht, de heer Asser, over wien wij allen sedert kort rouw dragen als over een ernstig en gevoelig verlies voor de groote zaak van vrede dcór recht, heeft ter beschikking van ouzo bibliotheok een aanzienlijk bedrag ge steld om met den aankoop van boeken te kunnen beginnen; de heer Nijhoff. do welbekende boekhandelaar to 's-Gravenhage, heeft ons een volledi ge verzameling verschaft van de ver- scllfllena© uitgaven van het beroem de werk van Hugo de Grooten do stuueiiten der Nederlam *cn© lloog© scholen hebben van hunne belang stelling doen blijken door een fraai© klok voor do leeszaal. Jij dén tuin heeft een Vereeniging van tuinbouwkundigen een rosarium geplant, aat er het schoonste sieraad van uitmaakt, en de beeldhouwer Dupnis heeft er een van zijne gewaai- dcerd© werken geplaatst. De heer Brouwer heeft er tuinvazen gezet, die ons ontbraken. Ziedaar heel wat kostbare blijken van sympathie voor het Vredespaleis. Maar ik ben nog niet ten einde. In do Vereenigde Staten van i Amerika, hot land van den heer I Carnegie, laat de regeering een alle- 1 gor 1 sc li beeldhouwwerk in marmer uitvoeren, dat e'en plaats zal krijgen op het portaal van d© groote trap. TI o n g a r ij heeft" vazen toege zegd. Chili een beeldhouwwerk en D e- n m n r k c n een porceloinen fon tein voor dc binnenplaats. Wellicht zullen anderen nog de van allo zijden gegeven voorbeelden na volgen. Aan de redevoering van den Minis ter van Buitenlandsch© Zaken ont- leenen w© nog wat uitvoeriger, wat de lieer Dc Marees van Swindcren tot den heer Carnegie sprak. ..Achter en boven de vier voorname intelteetuecle bouwers van ons nieuw Paleis", zeide de Minister, „ver schijnt dc machtige schaduw van den riiun met het milde hart en dc schenkende hand, die het '"ijiatief puin t>'t liet groote werk, waarvan wij thans dc slotwijding vieren en die met nimmer eindigende mildheid ons het hoogst© en meest indrukwekkende voorbeeld geeft van kapitaal, voort brengsel van on vermoeiden arbeid ten bate der mensehheïd aangewend. Mr. Andrew Carnegie, het is ontwij felbaar. zou ik denken, dat gij van daag do golukkigste man onder ons allen zijl. Kan men zich iels voor stellen, dat ons hart meer zou kun nen verheugen dan vandaag in dez© omgeving de omzetting te zien van uw schoon©, door hooge gedachte be zielde milddadigheid, in dezen too- konistigen zetel van internationale rechtbanken Zijne Excellentie do heer Van Karnebeck heeft de eer ge had. u in zoo warme bewoordingen te betuigen wat uw mildheid beteekendc voor de zaak van den vrede; het is mii een voorrecht u toe te spreken in nnn.ni van de beschaafd© mogendhe den der worëld, van wier vertegen woordigers in den Raad van, Beheer mijn hoedanigheid van Minister van B"itenlanrische Zaken mij dei' voor- zHlerszelel doet innemen. En dit voor recht is des te grooter, omdat het wol zeker is dat de wiize, waarop dc mo gendheden deel hebben genomen in het toekomstig hoog-liouden van deze wereld-instelling, niet slechts uw in stemming zal wegdragen, maar u .te voldoening zal geven te zien hoe door de samenwerking der wereldmachten uw initiatief de sanctie heeft gekre gen. welke gij noodzakelijk ac'.ttet L)e wereld deelde dit inzicht van u en bewees haar hoogt waardeering van uw milddadigheid, door met indruk wekkende eenstemmigheid de nood zakelijke fondsen beschikbaai te stel ten om dezen tempel steeds te uudten op het zeer hooge peil, waarop gij de bouwers in staat hc-bt gesteld hem op te richten. Dat is dc ehèque inr. Carnegie, welk© ik u verzoek uit mlj.i handen te aanvaarden, dat wil zog gen door mijn wooreten, va:i het gt- lieele complex van Europa, Azië en Amerika, hier vertegenwoordigd b!j Harer Majesteits Hof, het een wis sel op de toekomst, maar Ik vertrouw dat gij den trekker er goed voor zjlt achten Het gebouw Wanneer wij het gebouw met zijn hoogen toren ter eene, den kleineren ter andere zijde er» ziin tore ■.spitsje in het midden, boven hof'trapper, huisgedeelte, naderen scbrijft het Handelsblad" dan treft ons hoe deze symphonic in rood© eri grijze steen het duidelijk èeld vertoont vaii den renuissance-stijl. Leien daken, welke trij steil opgaan, bekrmea het niet hooge, slechts één vsidicpmg dragende gebouw, dat mede door den massieven, zvvaren toren aan de eene zijde en de niet zeer hooge Jigging ten opzichte van liet omgevend terrein hoezeer dit ook gteoiend is aange legd. een oenigszins lagen, ge- drukten indruk maakt op lift eerste gezicht. Met name het middenge bouw lijdt hieronder ©enigszins Tal van schoonheden vergoeden echter weldra dien eersten indruk. De fbaaie zuilengalerij in den voorgeicl. van grijs Zweedsch graniei, de schnone beelden, van verschillende N'eder- landsche kunstenaars, in nissen, ter hoogte van <ie eerste verdieping, voorstellende den vrede, iet gezag, den arbeid, de industrie, ;èkr©or.d door het beeld van de gerechtigheid in den top boven den hoofdingang, dc mooie boogvensters in den zügtvel, en tal van fijn en rijk bewerkte de tails verleenen het uitedijk aspect reeds een eigenaardige bekoring. Gaan wij thans, na het gebouw von Óen afstand beoordeeld te hebben, het monumentale, door Duitschiand ge schonken smeedijzeren hek met pylo nen door aan den ingang lot "net park waarin liet Palcis gelegen is .-n vol gen wij den opritbeklimmen wij het bordes met zijn breele 'rappen en treden wij door de massieve bron zen deuren een geschenk van LJel- gië don hoofdingang binnen dan treft ons, dut de geheeie architectuur iets kerkelijks heeft, met naar zuilen gangen en booggewelven, maar voor- F e ia 111 o t ro (Nadruk verboden). 25) Liemarkiezin is uit haar lichten slaap ontwaakt. Zij heeft gedroomd van haar zoon Laurent, haar uitver korene, en in haar droom heeft zij Laurent gezien, zooals hij in werke lijkheid haar stil genaderd was. Ilij bukic zich over haar heen en drukte haar voorzichtig een kus op het voorhoofd, zeer voorzichtig, om haar niet te doen ontwaken. Toch voelde zij, dat zijn lippen haar aanraakten. Nog steeds in haar droom meent zij Laurent te zien. Maar hij is nu niet moer zoo vroolijk als vroeger, hij is treurig, hij weent Zelfs meent zij, altijd in haar droom, een traan van Laurent op haar voorhoofd te voelen. Wat is er? vraagt ze zacht. Ze roept met bevende stem: Laurent, Laurent, zijt go daar, mijn zoon? Geen antwoord. Zij is alleen en heeft 'geslapen. Ik heb gedroomd, fluistert zij, Maar nog altijd voelt zij die truan op haar voorhoofd, Zij wrijft er de hand over, ja, die traan ligt er werkelijk. Ach, mompelt zij, wat ge beurt er toch? Laurent was hier, ik heb niet gedroomd. Hij is mij gena derd, hij heeft mij een kus op het voorhoold gedrukt. En hij wecmle. Waarom weende hij? Zij werpt de dekens van haar knieën, staat op en zegt nogmaals: Mijn Laurent, als ge hier zijt, waarom verbergt ge u dan? Zij strekt de armen uit, in do hoop hem te bereiken en aan haar hart te drukken, maar er is niemand in haar nabijheid. Zij raapt haar stok op, die op den grond is gevallen, en gaat naar huis. Juist toen ze in de nabijheid van hel kantoor was, hoort zij Jactel schreeuwen. Hulp! IRilp! Er heeft iemand om hulp geroepen, zou hij in gevaar verkeeren? Wie riep daar? stamelt de mar kiezin. Wat gebeurt er? Zij gaat naar het kantoor en tast moi haar stok langs den muur, tot dat zij de openstaande deur heeft gevonden. Zonder zich te bedenken, zonder ec- nige vrees te gevoelen, treedt zij binnen. In do haast, waarmee Itomain Goux' het gold uit de brandkast neemt, heeft, hij haar nog niet ontdekt. Zij struikelt over het lijk van den ongelukkigen Jactel. Zij bukt en betast het lijk met be vende handen. Groote God, een misdaad I Romain hoort. haar. Versteend van schrik blijft bij staan. Een getuige! Hij is verloren. Zijn schrik is zoo groot, dat hij de markiezin in liet eerst niet berkent. De blinde nadert hem met uitge strekte handen, als kon zij den moor denaar zien. Hij deinst terug. Het ontbreekt hem zelfs aan de kracht te vluchten. Die vrouw met haar witte haren, haar eerbiedwaar dig gelaat en haar verblinde oogeu heeft hem alle kracht ontnomen. Zij bereikt hem en haar hond klemt zich aan zijn arm vast. Romain beeft en verliest zijn te genwoordigheid van geest. Tegenover een man zou hij den moed behouden hebben cn zeker zou zijn eerste misdaad door een tweede zijn gevolgd. Tegenover deze zwakke, oiide vrouw gevoelt hij zich ontwa pend. Eeü moord I roept zij. Er Is hier oen moord gepleegd I Zij voelt dat zijn arm hoeft, Ellendeling, gij z>.it de moordc- naai'T roept zij uit. Hulp! hulp! Deze wanhopige kro'.eu doen Ro main inzien, in welk gevaar hij ver keert, en geven hem zijn koelbloedig heid terug. Hij wil haar hand losmaken, maar kan het niet. Wie zijt gij, ellendeling? Hij antwoordde niet Met de andere hand tracht zij zijn gelaat te bereiken, ten einde hem op die wijze te herkennen, maar hij weert- haar krachtig af. Wie zijt gij dan toch? hernam zij. Ik ken je, want jc durft niet te spreken. Iloe zijt gij hier gekomen Wien hebt gij vennoord? Hij moet vluchten, tot eiken prijs. Elke minuut, dien hij langer blijft, kan noodlottig voor hem worden. Dc hulpkreet van Jactel is gehoord, die van dc markiezin kan ook door ande ren gehoord worden. Wie zijt gij? Spreek! Ik hou je vast en ge zult niet ontkomen, wie zijt gij? Eensklaps komt er een denkbeeld bij Romain op. Zucht, zeer zacht, om zijn Engel- schen tongvaL te verbergen-, ant woordt hij Laurent. Laurent! Laurent, mijn zoon? Ja, moeder. O, ongelukkige, hoe komt gij hier? Wat komt gij doen? Waarom zijl gij hier? Wie is die man, die daar op den grond ligt? I-lij antwoordt niet. Er moet een einde aan komen. Reeds hoort hij voetstappen in den tuin, die naderen. Nog één seconde en hij is verloren. Met zijn rechterhand haalt hij een knipmes uit zijn zak. Hij opent het met zijn tanden en de markiezin hoort hel geluid van de veer, die open springt. Dood mij, maar ik zal je niet los laten. De lust daartoe komt werkelijk een oogeubiik bij hem op. De eèn'o mis daad sleept do anderè na zich. Bloed vordert bloed, moord berokkent moord. Reeds heft hij het mes op, maar hij aarzelt. Deze oude vrouw boezemt hem eerbied in. Hij gevoelt zich laf tegenover deze moedige Nog altijd houdt zij hem bij de mouw van ziir-, jas vast. Snel snijdt Ihj met zijn mes een stuk uit die mouw, zij wil hem met de andere hand grijpen, maar hij ontwijkt haar en vlucht door de deur, die op de steeg uitkomt. Hulp! hulp! roept de blinde op nieuw. Daarna vait zij bewusteloos neer op het lijk van Jactel, Onze lachhoek LASTIGE PATIëNTEN. Dokter (tot veearts, die beneden woont) Ik waarschuw u^ voor de laatste maalals mijne patiënten ©r nogmaals over klagen, dat zij door uw patiënten worden gebeten, dan zal ik andere maatregelen treffen! IN EEN GOEDKOOPE RESTAURATIE. Gast. Zij o die coteletten varkens- of lamsvleesch? Kellner. Kan u dat niet proeven? Gast. Dat is me totaal onmoge lijk. Kellner. Nu, wat kan t u dan eigenlijk schelen?..,. al door liet mystieke licht, dat zijn gouden stralen en kleurrijke glansen doet vallen door dc beschikter-k- ra men van het trappenhuis. W»j s*aan in dc groote voorhal, met zijn mar meren vloeren, zuilen ©n zijwanden, die een geheel vormt met de marme ren hoofdtrap, terwijl op de nar me ren voetstukken aan het bejrn der trapleuning met haar bronzc-n panee- len tweo koperen lichtdragers staan, elk met het Haagsche wapen, tenein de voor altijd de herinnering te ven- dig te houden, dat deze bosibare hoofdtrap een geschenk is van do stad 's-.Gravenhage. De groote ramen, welke het trap penhuis verlichten, en waarover do symboiieke zon der Gerechtigheid haar gouden straten uitzendt e©n geschenk der Nedeilandsche Beyee- ring zijn vervaardigd door den Dclftschen glasbrander Schouten, naar ontwerpen van den heer A. Ie Comte. Het bordes van dezo hoofd trap zal versierd worden door een marmeren groep, „Vrede door Pecnl" voorstellende, een geschenk der Ame- rikaunsche regeering. Dc wanden van de groote h-il zijn bekleed met prachtig marmer, terwijl do bovenste helft daarvan en do zol deringen van het gewelf van fijne, lichtkleurige Fransche kalkstee» zijn, afgewisseld door beeldhouw- er: mo zaïekwerk. Twee verguld bronzen candelabres schonk Oostenrijk voor de vestibule, Hongarije schenk por seleinen vazen, waarvoor in Boeda pest, uitsluitend voor Hongaarsehe kunstenaars, een prijsvraag is uilgo- schreven. Op een balustrade in de hal staat de voor enkele dagen aangeboden „Christus van de Andes", het ge schenk van den Zuid-Anierikaa-n- schen Vredesbond, uit naam van da Argentijiische Republiek. Gaan we nu naar den rechtervleu gel, dan komen we in de groote recht- zaal, waarin de ramen bezet met ge schilderd glas door de Éngelsche regcering zijn geschonken, en aan een der zijwanden zich een groot de coratief paneel bevindt of liever de moquette er van door Besnard te sohiiilderen, een geschenk van Frankrijk, alsmede twee basreliëfs vain Toon Dupuis in den tegenoverge legen wand. in deze zaal bevindt zich in den lengtewand, tegenover do groote ramen in den zijgevel, de tri bune. Een gelijkmatig© verlichting der zaal is verkregen door klein© vensters aan te brengen in het on derste gedeelte van den wand waarin zich do groote ramen bevinden. Aan den kant van den voorgevel kan men door openslaande glazen deuren ra- dor het groote raam in de galerij ko men aan de voorzijde van het Paleis. Aan de andere zijde van de voorlral sluit zich de kleine rechtzaal aan. Het voorvertrek daarvan, onder den toren gelegen, bevat de groote, meter hooge door dön Tsaar van Rusland geschonken jaspisvaas met verguld ornament, terwij1! in de klei ne rechtzaal zich een gobelin bevindt een geschenk van Frankrijk naar het ontwerp van den heer Merson. Ü3 lambrizeering, de zoldering en de meubelen zijn van eikenhout. Aan do kleine rechtzaal sluiten zich aan: dc raadkamer, de spreek kamer en een kamer voor partijen, gescheiden door trappen naar de eerste verdieping en door een toilet- inrichting. Hetzelfde is het geval mot do raadkamer, do spreekkamer, de griffiekamer en de kamer voor par tijen, die zich bij de groote recht zaal aansluiten, terwijl al deze lo kalen .hun toegang hebben van den corridor af, welke uitzicht geeft op da binnenplaats, waarin men een aar dig kijkje heeft op het van die zijde als een kapel aandoende trappenhuis, terwijl aan de rechterzijde, zwaar en dreigend een stuk van den hoofd toren boven het dak zichtbaar wordt. IIET GERECHTELIJK ONDERZOEK. Do markies en Gilbertc hebben eveneens don noodkfeet van den kas sier gehoord. De markies heeft daarna een man over den tuinmuur zien klimmen. De kreet, die hij hoorde, was van. iemand die in doodsangst verkeert, en do mail vluchtte als een misdadi ger. Wat was er voorgevallen, terwijl hij aan liet wandelen was mei zijn doch ter? Maar hoeveel grooter was zijn ont roering, toen hii in dien vluchteling zijn broeder herkende. Laurent I Zijn broeder bij heml Op dit uur? Wat was hij komen doen? De markies was blijven etaan. Wat gebeurt hier? vroeg hij zich af. liet denkbeeld komt bij hem op, dat hij zich misschien vergist heeft, dat het zijn broeder niet was, dien hij daar juist heeft zien vluchten. Ilij vraagt aan Gilberte: Hebt ge dien man herkend? Ja vader. W'ie was het dan? Mijn oom Laurent. Maar wat is er toch gebeurd? stamelt hij. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5