linn's ins
was AAK.
TWEEDE BLAD
Vrijdag 29 Augustus 1913
Buitenlandsch Overzicht
De Mexicaansche m o e i 1 ij k-
heden.
D© pogingen van generaal Huerta
orn president Wjlson over te halen
voorloopig zijn boodschap aan het
Congres uit te stellen, hebben alleen
dit resultaat gehad, dat niet Dinsdag
maar Woensdag de boodschap aan
het Congres is toegezonden. President
Wilson wilde slechts vier-eu-lwintig
uur uitstel verleenen, ten einde Huer
ta gelegenheid te geven alsnog zich
bij de voorstellen van I.ind neer te
leggen. Deze voorstellen lielroffen: 1.
de staking der vijandelijkheden en
een difinitieven wapenstilstand; 2.
spoedige uitschrijving van een vrije
algcniecne verkiezing; 3. d© holjfte
van generaal Huerta rieh zelf niet
voor het presidentschap te caudiitee
ren: 4. verplichting van alle partijen
om do resultaten der verkiezing te
aanvaarden.
President Hierta is standvastig ze-
bleven en dus is Woensdag president
Wilson's boodschap aan het Congres
voorgelezen. Hit die boodschap blijkt,
dof. pros-dent Wilson niet, aan een Be
wapende tussch en,komst denkt
inaar Mexico op andere wijze wil doe a
gevoelen, dat het er belang bij heelt,
met den grooten buurman in het
Noorden op goeden voet te staan.
Tn de eerste plaats wenscht. de beer-
Wilson, dat alle Amerikanen en
dat zijn er velen zich uit Mexico
zullen terugtrekken, hetgeen nutuur-
lijk belangrijke economische gevolgen
moot hebben, in de tweede plaats
wenscht hij den uitvoer van wapens
en- munitie naar Mexico te beletten
hetgeen natuurlijk de strijdende i ar-
tijen, die tot dusver uil Amerika iteun
verkregen, groot© moeilijkheden in
den weg zou leggen.
Als Amerika en de Amerikanen de
hand van Mexico af trekken, dan zul
len, meent hij blijkbaar, de gevolgen
hiervan zich in Mexico wel zoozeer
doen gevoelen, dat men hier wat han
delbaarder zal worden.
In hoeverre die opvatting juist is
zal dus nog moeten blijken.
Vredeof oorlog?
De racedeelingen, omtrent den
«ogenblik kei ijken toestand zijn niet
heel duidelijk. De eene groep herich-
ten me'<H dat Mexico zich onderwer
pen zal, maar anderen wijzen weer
op een meer gespannen toestand.
President Wilson beeft olie Ameri
kanen gewaarschuwd Mexico onmid
dellijk te verlaten. Hij heeft ook het
gezantschap en de consuls opgedragen
oan alle burgerlijke en militaire amb
tenaren te doen weten, dat Amerika
hen verantwoordelijk zal stellen voor
olie letsel aan Amerikanen of hun te-
zit' meren toegebracht.
Minister Bryan heeft aan hot Arno
rikaansehe gezantschap en de consuls
te Mexico geseind, dat zij alle hulp
moesten verleenen aan Amerikanen,
die Mexico verlieten. Zij moeten hen
van reisgeld voorzien en do consuls
moeten, zoo 'noodi-g, ook vreemdelin
gen helpen.
Bryan deelt mede, dat hij een te'e-
'ram vso Lind ontvangen heeft, mel
dende, dat Gamboa een nieuwe nota
gezonden hoeft.
Volgens een telegram uit San \nfo-
nio zijn, ingevolge een van Washing
ton uitgegeven bevel, de infanterie,
de cavalerie en een batterij artillerie
in allerijl naar de Mexicaansche rrens
gezonden. Een gedeelte dezer strijd
macht nam een stelling in tegen jver
Brownsville, waar de strijdmacht
der Mexicaansche opstandelingen zich
bevindt. Een ander gedeelte bevindt
zich tegenover het hoofdkwartier te
Ie redo van de troepen der Mexicann-
schc regeering. Duizend man aanvul-
lingstroepen staan gereed om to ver
trekken.
Een telegram uit Mexico meldt, dat
de Mexico arische regeering het stil
zwijgen over Wilson's boodschap aan
het Congres bewaart. Gamboa heeft
de noti van Wilson aan de permanen
te commissie van het Mexicaansche
congres onderworpen, In een tweede
nota heeft Wilson op een onmiddellijk
antwoord aangedrongen en verzocht,
dat Huerta buiten den verkiezings
strijd gehouden zou worden.
Wilson gaf te verstaan, dat, zoo
Mexioo onmiedellijk volgens zijn voor
stellen handelde, hij aan de Amerl-
kannsche bankiers zou doen weten,
dat de regeering van do Vereenig'lo
Staten een onmiddellijke leening aan
Mexico, groot genoeg om In de be
hoeften van de overheid van het oogen
blik! te voorzien, zou begunstigen.
Gamboa antwoordde, (lat er geen
leening, die aangeboden werd, groot
genoeg zou kunnen zijn om hen, in
wier handen de waardigheid der na
tie berustte, er toe te brengen, dio
waardigheid prijs te geven. Hij voeg
de hieraan too, dat het onmogelijk
was gehoor te geven ap,n het verzoek
betreffende Huerta's deelnemen aan
den verkiezingsstrijd, daar Mexico al
dus niiet slechts van zijn souvereïniteit
afstand zou doen, maar ook zijn toe
komst in gevaar brengen, daar de
toekomstige presidentsverkiezingen
aan het veto van den president der
Vereenigde Staten onderworpen zou
den zijn.
De New York Herald bovat echter 'n
telegram uil Vera Cruz, volgens het
welk Lind verzekerd heeft, dal de laat
sle voorstellen van Wilson aangeno
men zullen worden, ook dat betreffen
de Huerta's onthouding bij de verkie
zing voor hot presidentschap.
Volgens een telegram uit Washing
ton erkent men on het Wilt© Huis
niet-officieel© voorstellen in dezen zin
ontvangen te hebben, maar men wei
gert zich over de zaak uit te laten bij
gebrek nan officïeele gegevens.
De correspondent te Washington
van de Dnilv Telegranh seint, dot de
M»x'"mpnscbe b«nd»chan van ws'-nr»
in bM Congres een nuchter©»» iiul'T-
maakte na het antwoord van Gamboa
op dp hem door Lind overgebrachte
Amerikaansche voorstellen. De hoor
ders vonden dit vernederend voor de
Amerikaanschc regeering en waren
geneigd tartende, oorlogszorht.ipv led
te gebruiken.
lip. correspondent van de Times te
Washington daarenWren seint, dat de
boodschap van Wilson algemeen gon
st ie opt.vorwen te. wever-a l-n.nr open
hartigheid en gematigdheid, hoe-we'
zij teleurstelling gewekt heeft onulat
er geen beleid voor de toekomst in
aangegeven wordt. Bezadigde Ameri
kanen achten bovendien Gamboa's be
toog onweerlegbaar.
Tn een hoofdartikel zegt de Times
het. te betreuren, dot president, Wilson
niet den eonigen uitweg uit don Mexi-
caanscben doolhof gekozen hooft, nl.
erkenning van het be."'ind van Hnv '.i
ondanks Wilson's hcn-riToeDjlre bed -
l-bTn-na dnartoven, in stede van nnn te
dringen op d" kluvrh'ij'r^'uV
nemclijke voorwaarde, dat lfuerta
geen camlidaat bij de presidents-ver
kiezing zal zijn.
De correspondent te Washington
van de Daily Telegraph zegt-, dat de
Amerïkannsehe regeering alles doet
om de Amerikanen te hevcren uit
Mexico weg tc trekken. Zij heeft o"k
do douanekantoren aan de grenzen
aangeschreven voor Huerta of voor
Möx'caansche opstandelingen bestom-
de zondingen wapens niet door zen-
d©n. Dc onslim «teMaj""» ver
geefs geprobeerd om van <te Ani«ri-
kaansdle re-eering gedaan telcriiven.
dat. door hen in Amerika gekende
wa pens door-won^v-r, sv^,..a^„
De Duitse li c Keizer te
B r e sl a u.
De Keizer kwam gisterenmiddag om
4 uur te Breslau aan, en hield zijn
intocht in de stad; do Keizer en do
prinsen zaten te paard, de- keizerin,
do kroonprinses en de prinses August
Wilhelm in een open rijtuig.
In antwoord op do begroetingsrede
van den opperburgemeester sprak de
keizer, onder .herinnering aan den
tijd van de- vreemd© overheerschiug,
do hoop uit, dat het ook verder mocht
gelukken, onder do bescherming van
liet sterke Duitsche leger, dat een der
steunpilaren voor den vrede van
Europa is, dezen vrede blijvend te
handhaven.
11 a 1 i e en Oostenrijk.
Nauwelijks zijn in Oostenrijk en
Italië in blijde en dankbare artikelen
de bewijzen van betere verstandhou
ding tusschen de beide landen li r-
dacht, of uit Rome komen nieuwe be
richten van ontstemming. In verbind
met liet vertrek van den Oostenrijk-
schcn gezant, graaf Mc-rey, naar Wee-
non wordt gemeld, dat de gezant een
onderbond met graaf Berchtold heeft
gevraagd over de nieuwe oorzaak tot
ontstemming in Italië, dio veroor
zaakt is door het besluit van den stad
houder van Triest, om alle niet-geiuv-
turaliseende Italiaansche beambten
in zijn gouvernement te ontslaan.
Dit besluit heeft een stonn van ver
ontwaardiging gewekt in de Italiaan-,
sehe pers, ilio liet. herroepen- van dit
besluit, of de niet-toepassing er van
eisclit. Door dez© onhandige daad, op
dit «ogenblik, wordt in geheel Italië
de goede indruk weggenomen, dien
do ontvangst van generaal Canova te
Weonen en te lsctil luid gewent, en
ineii hoopt nu, dat bij de besprek ing-MX
tusschen graaf Me-rey en den minis tor
een middel zal worden gevonden, om
die ontstemming in Italic weg te ee
lt raaf Berchtold zal wel inzien, cat
zulk een staatkunde op dit oogenblik
erger is dan een fout, En bij'alle
moeilijkheden, waarin' Oostenrijk,
reeds verkeert, wil hij liet niet Italië
tevens tot vijand maken.
Berichten nit Ween en voorzien dan
ook dat het besluit van den stadhou
der van Triöst zal worden ingetrok
ken.
Crisisgeruchten uit
Servië.
Sedert eenig© dagen, zoo wordt nlt
Belgrado aan het. „Berl. Tageblatt"
geseind, loopen hier crisis-geruchten.
Men beweert, dat de minister-presi
dent Pasjiisj, en d© ministers van fi
nanciën, Patsjoe. en van binnenland-
sclie zaken-, Protitsj, willen aftreden.
Zij zouden door allo vermoeienissen
van het oorloesjnar uitgeput zijn en
naar nist verlangen.
Patjitsj vooral, dio ruim GO jaren
oud is, en een veertigjarigen arbeid in
's lands dienst achter zich heeft, die
in de laatste jaren, in de dagen van
do annexatiecrisis met Oostenrijk, en
don daarop volgenden strijd met Tur
kije en mot Bulgarije, heel liard ge
werkt heeft, mag naar mst verlan
gen.
Maar r.u blijkt hot, dat die wensch
naar rust slechts een voorwendsel is.
en dat ernstig© geschillen zijn ont
staan, over het bestuur van dc nieu
we gebieden', tu^sch-n de regooring
en de hooge militaire kringen. Pc
Staatslieden wenschen een zoo libe
raal niogelijken regeer:ngsvorm, die
de bevolking niet drukt en haar het
verschil tusschen -het vroegere Turk-
sdie en het nieuv.e Servische lie wind
duidelijk 'aat gevoelen.
Do militairen daarentegen wegy
schen een zeer strong bewind, een
soort militair© dictatuur, voor min
stens nog vijf tot zes jaren, om d© go
vreesde nationalistic.-Ik agitatie 'liet
succes te kunnen bestrijden.
Van nndereztjde wordt beweerd, dat
't aftroden in verband slaat met moei-
liikhedein betrefondo de l*in''enla"d-
sche politiek van Servië.
Maar zij die met den Servischen
minister goed bekend zijn meenen,
dnt het spreken over aftreden slechts
een tactische wending is van Pasjiisj,
om moeilijkheden, die hij ondervindt
of voorziet-, af te wenden.
Binnenland
Be SHsnlni? van liet
Vrei!e?pleis.
i'Vervolg).
In aansluiting met. hetgeen we
reeds gisteren meedeelden over de
opening van het Vredesmieis nog
het voleende
De geschenken der
Vreemde naties.
In zïjir redevoering somde de heer
Van Itarnebcek de geschenken op, die
door de recee'"»-—-"'* der v©r?rb:llendo
landen z:!n gegeven.
De tweede Vredesconferentie, in
w ier tegenwoordigheid de eerste steen
van het te verrijzen gebouw werd ce
leer cl, heeft op voorstel van een der
gedelegeerden van Frankrijk, Taron
d'Estournelles de Constant, met alge
meen© ^mt" den wensch iilfeq
spreken „dot elke regeering m©'te-
- 'e: tee ken aarster van het Verdrag
„van Don I-Iaag, bijdrage tot de op
lichting van het Vredespaleis door
„het zen-den, in overleg met den ar
chitect, van bouwmaterialen, versie-
„ringswerken en kunstvoorwerpen,
die hef. meest-zuivere beeld geven
„van de nationale productie van
„ieder land, opdat dit Palcis, dat de
„uitdrukking is van den wil en de
„hoop van de werchl, saamgesteld
„worde uit de bestanddoeten zelve
„van alle landen."
Dit. besluit sloot geen verplichting
in zich, zeide dc heer Van Kar nebeek.
maar toen het bestuur, in den loop
zijner werkzaamheden, 'e vrijheid
nnm den inhoud er van in herinne-
liiig tc brengen aan de reeéeringen,
die nan de conferentie hadden deelge
nomen, vond het een welwillend en
mild gehoor, waaraan voor een zeer
groot "nUpcPc fïe schitterende en aan
trekkelijke aanblik te danken is,
welken het na leis zoowel uit- als in
wendig biedt.
Namen? hel bestuur breng ik harte-
1 ij keil dank aan alle regeeringen, die
tot het verkrijgen van dit resultaat
wel hebben willen medewerken, zoo
wel voor hunne vrijgevigheid, als
voor de welwillendheid waarmede zij
de voorstellen van het bestuur ont
vangen hebben. Ik vervul een plicht
der dankbaarheid, door ©enigszins in
bijzonderheden te treden over het
geen het Vredespaleis hun verschul
digd is.
Het hek, dat gij doorgegaan zilt. om
in liet park te komen, is c-en geschenk
van Duitschiand.
De trapleuningen, die u tot aan de
deur gevoerd hebben, zijn nit graniet
aangeboden door Noorwegen.
Hot grootste gedeelte van het gra
niet vnn den gevel danken wij oan
Z weden.
Do klok, die jict uur aanwijst en het
in den toren verkondigt, ia van
Zwitserland.
Dc toogangsdcur is ons uit B e I-
g i toegekomen.
Do. fraaie marmerplaten in do groo-
to vestibule zijn grootendeels go-
schonken door J ta li dat de eerste
was die het voorbeeld gaf van reke
ning houden met don wensch der con
ferentie.
De zes groot© candelabres, die deze
vestibule verlichten, komen van Oos-
t c n r ij k'.
In de voorzalen zult gij merkwaar
dige tapijten aantreffen, aangeboden
door Roemenië.
Voor de groot© rechtszaal, waarin
wij thans bijeen zijn, heeft dc E n-
ge 1 s c li e regeering de vensterrui
ten geschonken, dc Franse he re-
geering gaf een groot, decoratief
schilderij, dat door den heer Besnard
geschilderd zal worden en waarvan
do maquette zich reeds op haar
ntpnts bevindt. Buitendien heeft de
Fransche regeering, die ons ook een
door den heer Chiqot gepenseeld
schilderij zond. ons een gobelin wand-
bodekkine toegezegd, voorloopig ver
tegenwoordigd door een sehoone toe
ken ing. en bestemd voor de andore
rechtszaal er» welks aebtergrend een
monumentale vaas, uit jaspis ver
vaardigd, prijkt, een geschenk van
den Keizer vail R u sl a n d, den ver
heven souyerein, die het gertenkwaar-
digo ir"tiïifi"f nam tot de eerste vre
desconferentie-
De materialen voor het houtwerk,
niet uitzondering van het eikenhout,
ziin voortbrengselen, aangeboden door
deNederlandsche Koloniën
en door Brazilië, Salvador en
II a i t i.
De groot© trap is een prachtig go-
schenk vnn de stad 's G r a v e n li a-
g e, en de vensterruiten, die er het
licht op dnen vallen, zijn ons weder
door dc Nederland sc lie reeëe-
ring geschonken, die buitendien ter
onzer beschikking stelde vier gcoole,
merkwaardige doeken, geschilderd
door een der Hollandsche meesters uil
de 17de eeuw, Ferdinand Bol. Drie
dezer doeken sieren ue muren van
een der groote zalen op de eerste ver
dieping; liet vierde heeft'een plaats
gekregen in een der raaukuineis voor
ue arbiters op den be-ganen grond.
De muren van de groote vergader
zaal van den Raad van Beheer op de
eerste verdieping zijn versierd met
praclijjg behangsel, t welk de I a-
pah'sch© regeering expresse! ijk
voor dit doel heeft doen vervaardigen
en dc parketvloer van die zaal is be
dekt niet een groot tapijt, dat de
Turksche regeering eveneens op
zettelijk voor dit ceel deed maken.
Boven aan de groote trap heeft een
verkleining van het beroemde vredes-
gcdenklceken, opgericht op den top
der Andes en een hulde van A r ge n-
t i n i e. een plaats gevonden.
Voorts zult gij nog lor versiering
van het paleis aantreffen vier sehoo
ne vazen, in gecloisonneerd email,
van China; een kort geleden in de
puinhoopen van llnossos, de voor
malige hoofdstad van Kreta, ont
dekten troon, waarvan de Griek-
sclie regeering ons de copic zond
vensterramen, aangeboden door de
Ncdorlandsche Maatschappij van Nij-
vcrtfcul de borstbeelden van koning
Eduard VII, van Sir Randal Crcnicr
©tij vaii Hugo de Groot, aangeboden
dooi' Éngelsche en Nederlandscha
Vrédesvereenigingon; een porti'it van
den heer Carnegie-, hulde van zijn
bewonderaars in Nederland, en ge
schilderd door den lieer Blommers.
De bibliotheek neeït ook haar aan
deel in het levendig verlangen om bij
te dragen lot de scliatten van het
Vredespaleis. Eéii hoogbegaafd man,
dien wij alten kennen, al ware het
slechts door zijn vermaardheid op het
gaiisclie gebied van hel internationa
le recht, de heer Asser, over wien
wij allen sedert kort rouw dragen als
over een ernstig en gevoelig verlies
voor de groote zaak van vrede dcór
recht, heeft ter beschikking van ouzo
bibliotheok een aanzienlijk bedrag ge
steld om met den aankoop van boeken
te kunnen beginnen; de heer Nijhoff.
do welbekende boekhandelaar to
's-Gravenhage, heeft ons een volledi
ge verzameling verschaft van de ver-
scllfllena© uitgaven van het beroem
de werk van Hugo de Grooten do
stuueiiten der Nederlam *cn© lloog©
scholen hebben van hunne belang
stelling doen blijken door een fraai©
klok voor do leeszaal.
Jij dén tuin heeft een Vereeniging
van tuinbouwkundigen een rosarium
geplant, aat er het schoonste sieraad
van uitmaakt, en de beeldhouwer
Dupnis heeft er een van zijne gewaai-
dcerd© werken geplaatst. De heer
Brouwer heeft er tuinvazen gezet,
die ons ontbraken.
Ziedaar heel wat kostbare blijken
van sympathie voor het Vredespaleis.
Maar ik ben nog niet ten einde. In do
Vereenigde Staten van
i Amerika, hot land van den heer
I Carnegie, laat de regeering een alle-
1 gor 1 sc li beeldhouwwerk in marmer
uitvoeren, dat e'en plaats zal krijgen
op het portaal van d© groote trap.
TI o n g a r ij heeft" vazen toege
zegd.
Chili een beeldhouwwerk en D e-
n m n r k c n een porceloinen fon
tein voor dc binnenplaats.
Wellicht zullen anderen nog de van
allo zijden gegeven voorbeelden na
volgen.
Aan de redevoering van den Minis
ter van Buitenlandsch© Zaken ont-
leenen w© nog wat uitvoeriger, wat de
lieer Dc Marees van Swindcren tot
den heer
Carnegie
sprak.
..Achter en boven de vier voorname
intelteetuecle bouwers van ons nieuw
Paleis", zeide de Minister, „ver
schijnt dc machtige schaduw van
den riiun met het milde hart en dc
schenkende hand, die het '"ijiatief
puin t>'t liet groote werk, waarvan
wij thans dc slotwijding vieren en die
met nimmer eindigende mildheid ons
het hoogst© en meest indrukwekkende
voorbeeld geeft van kapitaal, voort
brengsel van on vermoeiden arbeid
ten bate der mensehheïd aangewend.
Mr. Andrew Carnegie, het is ontwij
felbaar. zou ik denken, dat gij van
daag do golukkigste man onder ons
allen zijl. Kan men zich iels voor
stellen, dat ons hart meer zou kun
nen verheugen dan vandaag in dez©
omgeving de omzetting te zien van
uw schoon©, door hooge gedachte be
zielde milddadigheid, in dezen too-
konistigen zetel van internationale
rechtbanken Zijne Excellentie do
heer Van Karnebeck heeft de eer ge
had. u in zoo warme bewoordingen te
betuigen wat uw mildheid beteekendc
voor de zaak van den vrede; het is
mii een voorrecht u toe te spreken in
nnn.ni van de beschaafd© mogendhe
den der worëld, van wier vertegen
woordigers in den Raad van, Beheer
mijn hoedanigheid van Minister van
B"itenlanrische Zaken mij dei' voor-
zHlerszelel doet innemen. En dit voor
recht is des te grooter, omdat het wol
zeker is dat de wiize, waarop dc mo
gendheden deel hebben genomen in
het toekomstig hoog-liouden van deze
wereld-instelling, niet slechts uw in
stemming zal wegdragen, maar u .te
voldoening zal geven te zien hoe door
de samenwerking der wereldmachten
uw initiatief de sanctie heeft gekre
gen. welke gij noodzakelijk ac'.ttet
L)e wereld deelde dit inzicht van u en
bewees haar hoogt waardeering van
uw milddadigheid, door met indruk
wekkende eenstemmigheid de nood
zakelijke fondsen beschikbaai te stel
ten om dezen tempel steeds te uudten
op het zeer hooge peil, waarop gij de
bouwers in staat hc-bt gesteld hem op
te richten. Dat is dc ehèque inr.
Carnegie, welk© ik u verzoek uit mlj.i
handen te aanvaarden, dat wil zog
gen door mijn wooreten, va:i het gt-
lieele complex van Europa, Azië en
Amerika, hier vertegenwoordigd b!j
Harer Majesteits Hof, het een wis
sel op de toekomst, maar Ik vertrouw
dat gij den trekker er goed voor zjlt
achten
Het gebouw
Wanneer wij het gebouw met zijn
hoogen toren ter eene, den kleineren
ter andere zijde er» ziin tore ■.spitsje
in het midden, boven hof'trapper,
huisgedeelte, naderen scbrijft het
Handelsblad" dan treft ons hoe
deze symphonic in rood© eri grijze
steen het duidelijk èeld vertoont vaii
den renuissance-stijl. Leien daken,
welke trij steil opgaan, bekrmea het
niet hooge, slechts één vsidicpmg
dragende gebouw, dat mede door den
massieven, zvvaren toren aan de eene
zijde en de niet zeer hooge Jigging ten
opzichte van liet omgevend terrein
hoezeer dit ook gteoiend is aange
legd. een oenigszins lagen, ge-
drukten indruk maakt op lift eerste
gezicht. Met name het middenge
bouw lijdt hieronder ©enigszins Tal
van schoonheden vergoeden echter
weldra dien eersten indruk. De fbaaie
zuilengalerij in den voorgeicl. van
grijs Zweedsch graniei, de schnone
beelden, van verschillende N'eder-
landsche kunstenaars, in nissen, ter
hoogte van <ie eerste verdieping,
voorstellende den vrede, iet gezag,
den arbeid, de industrie, ;èkr©or.d
door het beeld van de gerechtigheid
in den top boven den hoofdingang, dc
mooie boogvensters in den zügtvel,
en tal van fijn en rijk bewerkte de
tails verleenen het uitedijk aspect
reeds een eigenaardige bekoring.
Gaan wij thans, na het gebouw von
Óen afstand beoordeeld te hebben, het
monumentale, door Duitschiand ge
schonken smeedijzeren hek met pylo
nen door aan den ingang lot "net park
waarin liet Palcis gelegen is .-n vol
gen wij den opritbeklimmen wij
het bordes met zijn breele 'rappen
en treden wij door de massieve bron
zen deuren een geschenk van LJel-
gië don hoofdingang binnen dan
treft ons, dut de geheeie architectuur
iets kerkelijks heeft, met naar zuilen
gangen en booggewelven, maar voor-
F e ia 111 o t ro
(Nadruk verboden).
25)
Liemarkiezin is uit haar lichten
slaap ontwaakt. Zij heeft gedroomd
van haar zoon Laurent, haar uitver
korene, en in haar droom heeft zij
Laurent gezien, zooals hij in werke
lijkheid haar stil genaderd was.
Ilij bukic zich over haar heen en
drukte haar voorzichtig een kus op
het voorhoofd, zeer voorzichtig, om
haar niet te doen ontwaken.
Toch voelde zij, dat zijn lippen
haar aanraakten.
Nog steeds in haar droom meent zij
Laurent te zien. Maar hij is nu niet
moer zoo vroolijk als vroeger, hij is
treurig, hij weent
Zelfs meent zij, altijd in haar
droom, een traan van Laurent op
haar voorhoofd te voelen.
Wat is er? vraagt ze zacht.
Ze roept met bevende stem:
Laurent, Laurent, zijt go daar,
mijn zoon?
Geen antwoord.
Zij is alleen en heeft 'geslapen.
Ik heb gedroomd, fluistert zij,
Maar nog altijd voelt zij die truan
op haar voorhoofd,
Zij wrijft er de hand over, ja, die
traan ligt er werkelijk.
Ach, mompelt zij, wat ge
beurt er toch? Laurent was hier, ik
heb niet gedroomd. Hij is mij gena
derd, hij heeft mij een kus op het
voorhoold gedrukt. En hij wecmle.
Waarom weende hij?
Zij werpt de dekens van haar
knieën, staat op en zegt nogmaals:
Mijn Laurent, als ge hier zijt,
waarom verbergt ge u dan?
Zij strekt de armen uit, in do hoop
hem te bereiken en aan haar hart te
drukken, maar er is niemand in haar
nabijheid.
Zij raapt haar stok op, die op den
grond is gevallen, en gaat naar huis.
Juist toen ze in de nabijheid van
hel kantoor was, hoort zij Jactel
schreeuwen.
Hulp! IRilp!
Er heeft iemand om hulp geroepen,
zou hij in gevaar verkeeren?
Wie riep daar? stamelt de mar
kiezin. Wat gebeurt er?
Zij gaat naar het kantoor en tast
moi haar stok langs den muur, tot
dat zij de openstaande deur heeft
gevonden.
Zonder zich te bedenken, zonder ec-
nige vrees te gevoelen, treedt zij
binnen.
In do haast, waarmee Itomain Goux'
het gold uit de brandkast neemt,
heeft, hij haar nog niet ontdekt.
Zij struikelt over het lijk van den
ongelukkigen Jactel.
Zij bukt en betast het lijk met be
vende handen.
Groote God, een misdaad I
Romain hoort. haar.
Versteend van schrik blijft bij
staan.
Een getuige!
Hij is verloren.
Zijn schrik is zoo groot, dat hij de
markiezin in liet eerst niet berkent.
De blinde nadert hem met uitge
strekte handen, als kon zij den moor
denaar zien.
Hij deinst terug.
Het ontbreekt hem zelfs aan de
kracht te vluchten. Die vrouw met
haar witte haren, haar eerbiedwaar
dig gelaat en haar verblinde oogeu
heeft hem alle kracht ontnomen.
Zij bereikt hem en haar hond klemt
zich aan zijn arm vast.
Romain beeft en verliest zijn te
genwoordigheid van geest.
Tegenover een man zou hij den
moed behouden hebben cn zeker zou
zijn eerste misdaad door een tweede
zijn gevolgd. Tegenover deze zwakke,
oiide vrouw gevoelt hij zich ontwa
pend.
Eeü moord I roept zij. Er Is
hier oen moord gepleegd I
Zij voelt dat zijn arm hoeft,
Ellendeling, gij z>.it de moordc-
naai'T roept zij uit. Hulp! hulp!
Deze wanhopige kro'.eu doen Ro
main inzien, in welk gevaar hij ver
keert, en geven hem zijn koelbloedig
heid terug.
Hij wil haar hand losmaken, maar
kan het niet.
Wie zijt gij, ellendeling?
Hij antwoordde niet
Met de andere hand tracht zij zijn
gelaat te bereiken, ten einde hem op
die wijze te herkennen, maar hij
weert- haar krachtig af.
Wie zijt gij dan toch? hernam zij.
Ik ken je, want jc durft niet te
spreken. Iloe zijt gij hier gekomen
Wien hebt gij vennoord?
Hij moet vluchten, tot eiken prijs.
Elke minuut, dien hij langer blijft,
kan noodlottig voor hem worden. Dc
hulpkreet van Jactel is gehoord, die
van dc markiezin kan ook door ande
ren gehoord worden.
Wie zijt gij? Spreek! Ik hou je
vast en ge zult niet ontkomen, wie
zijt gij?
Eensklaps komt er een denkbeeld
bij Romain op.
Zucht, zeer zacht, om zijn Engel-
schen tongvaL te verbergen-, ant
woordt hij
Laurent.
Laurent! Laurent, mijn zoon?
Ja, moeder.
O, ongelukkige, hoe komt gij
hier? Wat komt gij doen? Waarom
zijl gij hier? Wie is die man, die daar
op den grond ligt?
I-lij antwoordt niet.
Er moet een einde aan komen.
Reeds hoort hij voetstappen in den
tuin, die naderen.
Nog één seconde en hij is verloren.
Met zijn rechterhand haalt hij een
knipmes uit zijn zak. Hij opent het
met zijn tanden en de markiezin hoort
hel geluid van de veer, die open
springt.
Dood mij, maar ik zal je niet los
laten.
De lust daartoe komt werkelijk een
oogeubiik bij hem op. De eèn'o mis
daad sleept do anderè na zich. Bloed
vordert bloed, moord berokkent
moord. Reeds heft hij het mes op,
maar hij aarzelt. Deze oude vrouw
boezemt hem eerbied in. Hij gevoelt
zich laf tegenover deze moedige
Nog altijd houdt zij hem bij de
mouw van ziir-, jas vast. Snel snijdt
Ihj met zijn mes een stuk uit die
mouw, zij wil hem met de andere
hand grijpen, maar hij ontwijkt haar
en vlucht door de deur, die op de
steeg uitkomt.
Hulp! hulp! roept de blinde op
nieuw.
Daarna vait zij bewusteloos neer op
het lijk van Jactel,
Onze lachhoek
LASTIGE PATIëNTEN.
Dokter (tot veearts, die beneden
woont) Ik waarschuw u^ voor de
laatste maalals mijne patiënten ©r
nogmaals over klagen, dat zij door
uw patiënten worden gebeten, dan
zal ik andere maatregelen treffen!
IN EEN GOEDKOOPE
RESTAURATIE.
Gast. Zij o die coteletten varkens-
of lamsvleesch?
Kellner. Kan u dat niet proeven?
Gast. Dat is me totaal onmoge
lijk.
Kellner. Nu, wat kan t u dan
eigenlijk schelen?..,.
al door liet mystieke licht, dat zijn
gouden stralen en kleurrijke glansen
doet vallen door dc beschikter-k- ra
men van het trappenhuis. W»j s*aan
in dc groote voorhal, met zijn mar
meren vloeren, zuilen ©n zijwanden,
die een geheel vormt met de marme
ren hoofdtrap, terwijl op de nar me
ren voetstukken aan het bejrn der
trapleuning met haar bronzc-n panee-
len tweo koperen lichtdragers staan,
elk met het Haagsche wapen, tenein
de voor altijd de herinnering te ven-
dig te houden, dat deze bosibare
hoofdtrap een geschenk is van do
stad 's-.Gravenhage.
De groote ramen, welke het trap
penhuis verlichten, en waarover do
symboiieke zon der Gerechtigheid
haar gouden straten uitzendt e©n
geschenk der Nedeilandsche Beyee-
ring zijn vervaardigd door den
Dclftschen glasbrander Schouten,
naar ontwerpen van den heer A. Ie
Comte. Het bordes van dezo hoofd
trap zal versierd worden door een
marmeren groep, „Vrede door Pecnl"
voorstellende, een geschenk der Ame-
rikaunsche regeering.
Dc wanden van de groote h-il zijn
bekleed met prachtig marmer, terwijl
do bovenste helft daarvan en do zol
deringen van het gewelf van fijne,
lichtkleurige Fransche kalkstee» zijn,
afgewisseld door beeldhouw- er: mo
zaïekwerk. Twee verguld bronzen
candelabres schonk Oostenrijk voor
de vestibule, Hongarije schenk por
seleinen vazen, waarvoor in Boeda
pest, uitsluitend voor Hongaarsehe
kunstenaars, een prijsvraag is uilgo-
schreven.
Op een balustrade in de hal staat
de voor enkele dagen aangeboden
„Christus van de Andes", het ge
schenk van den Zuid-Anierikaa-n-
schen Vredesbond, uit naam van da
Argentijiische Republiek.
Gaan we nu naar den rechtervleu
gel, dan komen we in de groote recht-
zaal, waarin de ramen bezet met ge
schilderd glas door de Éngelsche
regcering zijn geschonken, en aan
een der zijwanden zich een groot de
coratief paneel bevindt of liever
de moquette er van door Besnard
te sohiiilderen, een geschenk van
Frankrijk, alsmede twee basreliëfs
vain Toon Dupuis in den tegenoverge
legen wand. in deze zaal bevindt zich
in den lengtewand, tegenover do
groote ramen in den zijgevel, de tri
bune. Een gelijkmatig© verlichting
der zaal is verkregen door klein©
vensters aan te brengen in het on
derste gedeelte van den wand waarin
zich do groote ramen bevinden. Aan
den kant van den voorgevel kan men
door openslaande glazen deuren ra-
dor het groote raam in de galerij ko
men aan de voorzijde van het Paleis.
Aan de andere zijde van de voorlral
sluit zich de kleine rechtzaal aan.
Het voorvertrek daarvan, onder den
toren gelegen, bevat de groote,
meter hooge door dön Tsaar van
Rusland geschonken jaspisvaas met
verguld ornament, terwij1! in de klei
ne rechtzaal zich een gobelin bevindt
een geschenk van Frankrijk naar
het ontwerp van den heer Merson. Ü3
lambrizeering, de zoldering en de
meubelen zijn van eikenhout.
Aan do kleine rechtzaal sluiten
zich aan: dc raadkamer, de spreek
kamer en een kamer voor partijen,
gescheiden door trappen naar de
eerste verdieping en door een toilet-
inrichting. Hetzelfde is het geval mot
do raadkamer, do spreekkamer, de
griffiekamer en de kamer voor par
tijen, die zich bij de groote recht
zaal aansluiten, terwijl al deze lo
kalen .hun toegang hebben van den
corridor af, welke uitzicht geeft op da
binnenplaats, waarin men een aar
dig kijkje heeft op het van die zijde
als een kapel aandoende trappenhuis,
terwijl aan de rechterzijde, zwaar en
dreigend een stuk van den hoofd
toren boven het dak zichtbaar wordt.
IIET GERECHTELIJK ONDERZOEK.
Do markies en Gilbertc hebben
eveneens don noodkfeet van den kas
sier gehoord.
De markies heeft daarna een man
over den tuinmuur zien klimmen.
De kreet, die hij hoorde, was van.
iemand die in doodsangst verkeert,
en do mail vluchtte als een misdadi
ger.
Wat was er voorgevallen, terwijl hij
aan liet wandelen was mei zijn doch
ter?
Maar hoeveel grooter was zijn ont
roering, toen hii in dien vluchteling
zijn broeder herkende.
Laurent I Zijn broeder bij heml Op
dit uur?
Wat was hij komen doen?
De markies was blijven etaan.
Wat gebeurt hier? vroeg hij
zich af.
liet denkbeeld komt bij hem op, dat
hij zich misschien vergist heeft, dat
het zijn broeder niet was, dien hij
daar juist heeft zien vluchten.
Ilij vraagt aan Gilberte:
Hebt ge dien man herkend?
Ja vader.
W'ie was het dan?
Mijn oom Laurent.
Maar wat is er toch gebeurd?
stamelt hij.
(Wordt vervolgd).