Hmilots liau WRAAK. TWEEDE BLAD Vrijdag 26 September 1813 OM ONS HEEN No. 1816 8!lrla 8llombra In da bioscoop Do uitnoodiging van de fabriek van IIoHandia-films te Haarlem, om te komen zien, hoe zij Van Riemsdijk s tooneelstuk Silvia Silombra voor de bioscoop had vervaardigd, maakte mij, eerlijk gezegd, nieuwsgierig. Hier viel een belangwekkende verge lijking te maken. Ten allen tijde heeft een kunstuiting er ondor geleden, wanneer zij in een anderen dan den oorspronkel ijken vorm overgebracht werd, ja zelfs wanneer zij werd toond in een andere, dan haar eigen omgeving. Daarom doet een opera aria, wanneer die gezongen wordt in de concertzaal, zoo onwezenlijk vooral wanneer het orkest door een magere piano is vervangen, daarom toaakt een lied, als aoogonaanuie E i n 1 a g e in een opera gezongen, zoo'n wonderlijk effect. Sigrid Arnold- eon deed dat graag en om stem en voordracht werd het haai- vergeven, maai- passen deed het liedje in do opera toch niet. Op allerlei manier is geprobeerd, romans om te werken tot tooneelstuk- ken of, zooais de term luidt, een too neelstuk te trekken uit een roman. Bijna altijd liep dat op teleurstelling uit. Wat als roman boeide, leek op 't tooneel vreemd en vooral onsamen hangend, de draad der historie werd er te vaak in gemist en de opvolgen de gebeurtenissen hadden daardoor gebrek aan logischen samenhang. Hoe zou nu, terwijl toch het ge sproken woord tot zo® krachtige uit beelding iu staat is, de bioscoop, waarbij alles van het gebaar moet komen, plus den nuchteren regel of wat, die ter verklaring van elk voor val op het doek verschijnt, hoe zou, dacht ik, de bioscoop het er in dezen strijd afbrengen? En In het kijkzaal- tje, door de menschen van den huize de gruwelkamer genoemd omdat daar de films beoordeeld worden, bleek al dadelijk, dat het drama een handvat gekregen had. Op het tooneel kan Silvia, de groote tooneelspeelster, wel vertellen, hoe droevig haar jeugd ge weest is, maar in de bioscoop moesten we het zien. Daarom heeft de heer Van Riemsdijk, die de film zelf sa menstelde, een soort van inleiding gemaakt, die wel volkomen „bios coop" is. Silvia's vader ligt met de armen op een tafel en staart met ver rukte dronkemansoogen naar een drankfJescli, die hij in de hand heeft en waaruit hij dan hartstochtelijk drinkt Een volgend tafereel laat ons zien, hoe hij de kleeren van zijn ge zin naar den lommerd brengt om a on geld voor drank te komen en einde lijk wordt hij ons geloond in de her berg, spelende en drinkende met de kameraden totdat hij, in dronkemans- trots, tot de woeste hravade komt: „ik wed, dat ik twaalf borrels in een hal ven minuut zal uitdrinken" 1). En na dat de glimlachende waard de glaas jes op een blad heeft gebracht, tellen de kameraden de seconden bij het zesde schijnt hij te bezwijken, maar herstelt zich door een laatste opflik kering van wilskracht, giot nog two© glaasjes naar binnen grijpt opnieuw., maar valt dan, dood, in de van de verschrikte vrienden. Dan komt in den huize Silombra de ontbering we vragen ons wel af, of het voor 't dagelijksch brood wel zoo groot verschil kon maken, dat zoo'n lap er niet meer was de auteur stelt het zoo voor ei hebben het dus te aanvaarden. Op (1) Heeft Zola niet vroeger in l'As- 6ommoir een dergelijken krachttoer laten verrichten door Coupeauz het oocenWHc van de nijpendste ar-' moede weet Silvia, zeer jong nog, een engagement te krijgen bij het tooneel en een voorschot van den directeur, met des heeren Holtrops breodsten vaderlijken glimlach. Het kind koopt er versterkende middelen voor moeder voor, maar vindt haar bij de thuis komst dood. Dit alles is voortreffelijke „bios coop", good samengesteld en zeer verdienstelijk gespeeld: Jan van Dom melen geeft den dronkaard met veel realiteit en Mej. de Leeuw is een aar dige Silvia, vol levendige gebaren. Tot zoover zon de film een uitstekend propagandamiddel voor geheel ont houders wezen. Maar, vergeten wij het niet, dit is nog maar de inleiding, het eigenlijke stuk moet nog volgen. Achtereenvolgens krijgen we nu eenige tafereelen te zien, niet altijd ae amusantste, maar die het meest noo- dig waren om den loop der dingen te doen begrijpen. Een aardige bijfiguar als Cosima, Silvia's kunstzuster, die als actrice geen succes meer heeft, is er totaal uit verdwenen, en met tele grafische vlugheid volgen de gebeur tenissen elkander op. In enkele secon den raken Silvia en René Raneck op een ander denkbeeld gekregen, maar 1 als de heer Van Riemsdijk bepaalt dat het van den alcohol komt, dan zal het de alcohol wezen. Alleen hoop ik, dat hij niet in conflict raakt met de doctoren, die wel eens zouden kunnen vragen, hoe die voorvaderlijke drank zucht toeh wel precies in SÜvia'e arm hoofd te werk is gegaan. J. C. P. Binnenland NED. VER v. ARMENZORG EN WELDADIGHEID. Bij II, W. Tjeenk Willink Zoon te Haarlem zijn verschenen de prae ad viezen voor de algemecue vergode- ring, 8 en 9 October a.s. door de Ne- derlar.dsche Vereeniging voor Armen zorg en Weldadigheid te Utrecht te houden, welke daar nevens het ver slag van de permanente commissie tot opleiding van armbezoekers en het advies in zake het wetsontwerp' op woonwagens en woonschepen vun de commissie, te dien einde ingesteld door het bestuur der vereeniging in discussie zullen worden gebracht. Het eerste prae advies de vraag be treffende- „welke doeltreffende maat regelen zijn te beramen tegen gezins hoofden, die door voortdurend slecht gedrag, of door verwaarloozïng hun- elkander verliefd, nauwelijks heeft ner plichten, hun gezin tot armoede hij haar zijn dank kunnen uitspreken of gner ontzet»ine- fvan de voor haar schoone spel in zijn stok, of hij moet weer vertrekken efn de paarden van zijn rijtuig, even haastig, vliegen den hoek, met hun meester om. Dan zitten zij, els verloofden, sa men op een bankje in een bosch. Silvia voelt zich onwel, het rijtuig dat op den achtergrond wachtte, komt naar voren en men vertrekt. Aha, denkon wij, die liet tooneelstuk kennen, dat onwelzijn is het eerste teeken van de naderende ziekte, de kwaal die zij van haar vrceselüken vader erfde; de tweede waarschuwing komt bij een conferentie in de kamer van den directeur; of de bioscoop bezoeker daarvan een voldoenden in druk krijgen zal, moet blijken. Dan rollen de beelden als oen wervelstorm langs ons heen de ontdekking van Silvia, dat zij een geërfde kwaal heeft, haar breken met René, het tooneel waarbij hij haar de rol in zijn nieuwe stuk ontneemt en die aan haar mededingster geeft, dan haar dood en het berouw van René bij haar sterfbed. In eenige minuten hebben we het meegemaakt. Van Riemsdijk had daarvoor in zijn drarna vijf be drijven en een boelen avond noodig. Zou hij zelf niet eens glimlachen, wanneer hij op het doek ziet, hoe gauw het kan, als t moet? Maar tegelijk heeft hij de zwakhe den van het boeldspel niet opgemerkt? Vooreerst ontbreekt het totaal aan stijging in de tafereelen, aan climax, erger noghet heftigste oogenblik komt voor in de inleiding. Dat is de dood van den vader na zijn onzinnige weddenschap. Hierna zakt de hande ling en dus ook de spanning. Het eenvoudig gegeven, dat een vrouw, getroffen door een ongeneeslijke ziek te, hare verloving aJmaa-kt en aan die ziekte sterft, is alleen dan boeiend wanneer het omgeven Is door allerlei subtiele gevoelens en gedachten, die het gesproken woord wel, maar die de bioscoop naar mijn meening niet vermag uit te drukken. Juist omdat de bioscoop alleen het beeld bezit om indruk te maken, en omdat alles snel dient vertoond te worden, kan zij haar doel alken bereiken niet eenigszius dik opgelegde effecten. Hoe uitstekend mevrouw Julia Cuy- pers en de heer Van der Veer de twee hoofdpersonen weergegeven hebben, mijn vrees, dat het tooneelstuk Sil via Silombra in de bioscoop ontzag- brengen of wier ontzetting (van ouderlijke macht of de voogdij) hun kinderen, voor een belanprnk deel, ten laste van den Staat doet komen?" is uitgebracht door den voorzitter van den Armenraad te 's-Graverlia- ge, J. R. Snoeck Henkemans. die zijn beantwoording van de bovengestelde vraag samenvat in de volgende tien stellingen -. 1. Wer.schelijk ls een zoodanige verduideliiking van Artikel 255 van het. Wetboek van Strafrecht, dat over tuigend bliike, dat dit artikel ook toe passelijk is op ouders, die hun kin deren verlaten met het kennelijk duel den voogdijraad tot ingrijpen te nood zaken. 2. De Nederlandsche wet bevat op dit oogenblik geen dwang- of straf maatregelen tegen gezinshoofden, die door slecht gedrag of zedelijke ver achting, de zorg voor hun gezin doen rusten op de weldadigheid of op den Staat. 3 Wil voorkomen worden dat wel dadige bepalingen voor minderjari gen en lijdenden zouden ondermijnen de grondslagen van plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel, waarop ons maatschappelijk leven rust, don is liet noodzakelijk dat een strafbepa ling tegen nalatige gezinshoofdon worde vastgesteld. 4. Het opleggen van gevangenisstraf is tot dit doel niet de gewenschte maatregel. 5 Het „stellen ter beschikking van de Regeering" van meerderjarigen, gelijk de kinderwetten dezen maatre gel mogelijk maakten voor minderja rigen, verdient in dit verband geen aanbeveling, 6 De meest aanbevelenswaardige wellicht de eenige goede maatregel van voldoende preventieve en re pressieve kracht, welke hier zou kun nen worden voorgeschreven, is plaat- sing in een Rijkswerkinrichting voor ten hoogste vijf jaren. 7. Deze maatregel zou echter alleen gunstig kunnen werken, indien hare invoering gepaard ging met een rui me toepassing van de Arlt. 49 —52 der reclasseerings-regeling van 1910 met doorvoering eener doelmatige klasse-indeeling van de geplaatsten in een Rijkswerkinrichting en met stelselmatige toepassing van voor waardelijk en van vervroegd ontslag vau zedelijk-verbeterde verpleegden. 8. De bevoegdheid tot het nemen eener beschikking, waarbij plaatsing in een Rijkswerkinrichting wordt ge-1 test. kan alleen toekomen aan den strafrechter. 9. De gewenschte strafbepaling vin- de haar plaats niet in een afzonder lijke wet, ook niet in de armenwet, maar, in aansluiting bij de strafbe paling tegen bedelaars en landlou pers, in den tweeden titel van het derde boek van het Wetboek van Strafrecht. 10. Het feit, waarop de straf zou zijn gesteld, zij geen ander, dan do J nalatigheid van den echtgenoot of lijk verliezen zou, is helaas bewaar- den ouder in het geregeld voldoen j heid. Mij dunkt, de heer van Riems- «aan den voogdijraad van de uïtkee- dij* moc- M„ gevoelen. W„, g^SSS S nm AOnrnft mi nipf lmvaiv iHrn/it u/wir ..e. r, om schrijf; hij niet liever direct voor j 301> 374g> o£ li40c v»an hot Burgerlijk de bioscoop? Dat hïï hef. kan bewiist Wetboek, door den Rechter mocht zijn verplicht. de bioscoop? Dat hij het kan bewijst de inleiding die juist daarom het meest „bioscoop" is, omdat zij in het tooneelstuk niet vertoond, maar ver teld wordt. In één opzicht geeft do film meer, dan het tooneelstuk: we vernemen nu, waaraan Silvia sterft, hetgeen in 't stuk niet tot onze kennis kwam. heer G. A. M. de Bruijn, die. eveneens een prae-udviea uitbracht in zake maatregelen tegen plichtver zakende gezinshoofden, laat dsarin uitkomen, dat behalve een verscher ping dezer wetgeving ten opzichte van den vcrwaarloozer zijner kinde ren ook ter bestraffing van gezins hoofden, nalatig in de betaling Ik had toen van de soort dier kwaal 1 bijdrage in de opvoeding hunner kin deren, ör;z« wetgeving verandering zal bchooren te ondergaan. De heer De Bruijn beveelt daarin de volgeode maatregelen aan a. uitbreiding van artikel 255 Wet boek van Strafrecht of het opnemen van een nieuw ariikel in dat Wet boek, waarbij verwaarloozïng van kinderen in den ruimst mogc-LIJken zin, wordt strafbaar gesteld; b. gelijkstelling der niet betaling van bijdragen, krachtens artikel 374 Burgerlijk Wetboek opgelegd, met verwaarloozïng, zoodat wanbetalers volgens het Wetboek van Strafrecht kunnen worden vervolgd. c. de Regeering drage het. door mij geschetste, preventieve werk op aan de Voogdijraden of wel, zij lokke de oprichting uit eener nieuwe of de be reidverklaring eener bestaande ver eeniging, ter verrichting van dit werk en zij steune den arbeid eener derge lijke organisatie met kracht, zoowel geldelijk, als door bevordering eener nauwe samenwerking met de rech terlijke ambtenaren. „Het verleenen van voorschotten als middel tot uitoefening van weldadig heid" gaf voorts oir. C. W. de Vries, secretaris van de vereeniging „Ar menzorg" le 'e-Gravenhage, aanlei ding een zeer gedetailleerd prae-ad- vies uit te brengen, dat hem voeri tot het volgende besluit „Het instituut der rentelooze voor schotten zonder borgen stelt de uiter ste eischen aan den huisbezoeker. Wie zich aan dit onderdeel der ar menverzorging wil geven, moet reeds getoond hebben, dat zijn kennis van het maatschappelijk leven uitnemend is verzorgd en dat hij zijn werkkring oprecht lief heeft. Een liefdadige ver eeniging die over zulke huisbezoekers heeft te beschikken kan het stelsel van het verleenen van rentelooze voorschotten zonder borgen als mid del tot uitoefening van weldadigheid, aanvaarden. Daarbij kan niet worden prijsgegeven dit essentieele punt. dat vertrouwd wordt op de terugbetaling; de waarborg hiervoor echter behoeft niet gezoch; te worden in een zake lijke of persoonlijke zekerheidsstei- ling, maar in het eigen vóóronder- zoek en huisbezoek. Juist hierom kan dit stelsel nooit door een gewone cre- dietinstelling worden aanvaard en moet ook de vereeniging tot bcstrij- düig van den woeker zich van dit middel tot voorkoming van armoede onthouden. Zij kent immers niet voor het gezin, waarvoor wordt geleend: de districtsbehandeling en liet huis bezoek. „De zeer zware eischen, aan dit huisbezoek te stellen, behoeven ande ren, die aan deze eischen niet zouden kunnen voldoen, niet af te schrikken. De moderne liefdadige vereeniging heeft ook hunne krachten noodig. Ie der deele slechts zich zelve in. „Want in den tempel der mensch- heid kunnen allen dienen. Prof. dr. R. H. Woltjer, daarna over dezelfde quaestie van prae ad vies dienend, geeft een beschouwing, waarin hij zich bepaalde tot het ma ken van eenige opmerkingen over de roeping der diakonie ten deze. URNEN. In het bollenland van den heer P- Heemskerk te Rijnsburg zijn op 1 me ter diepte gevonden ongeveer 100 ur nen, in gaven staat, voorts kora'en, beenderen, barnsteen en een zwaard met een met goud bewerkt gevest. Het zwaard was evenwel bijna ver gaan. Een en ander zal in het mu seum voor oudheden te Leiden wor den ondergebracht, zoo meldt de N. R. Ct. IEMAND, DIE ZIJN EIGEN DOODKIST VERZORGT. In een der kleine gemeenten Jn de provincie Utrecht woont een man van in de negentig, die nog bijzonder kras en levenslustig voor zijn jsren kan genoemd worden. Den ganse hoi dag kan men hem met een tabakspijp in den mond voor zijn raam zien zit ten; zijn. eerste werk des morgens is, acht groote pijpen te stoppen, die dan achtereenvolgens een beurt krij gen. Dat iemand op zoo'n leeftijd aan zijn naderend einde denkt, is begrij pelijk, doch de manier, waarop deze het doet, is toch wel zonderling. Hij heeft namelijk reeds vier jaren gele den zijn doodkist laten Diaken, uie in een schuur tegenover zijn huis op geborgen, want de menschen, bij wie hij in huis is, willen het ding riet zien. Bang, dat zijn nabestaanden, met wie hij op niet te besten voet leeft, hem ecu begiafenis willen ge ven beneden zijn stand dnj is gepen- sionneerd Indisch officier met een rang) heeft hem doen besluiten aiie schikkingen voor zijn begrafenis, tot in het kleinste toe, te regelen. Dezen zomer is de kist nog eens geïnspec teerd en van binnen opnieuw bekleed. (Nedj ZIGEUNERS. Gisterenmorgen kreeg een troep Zigeuners op den weg van Varsse- veld naar Aalten oneeniglieid niet een tolbaas, daar zij de tolgelden niet wilden betalen. De tolbaaB kreeg hulp, 'én de partijen geraakten slaags, waarbij van weerskanten van sabris en zeisen gebruik werd gemaakt, en enkelen werden gewond. De Zigeu ners namen daarop de vlucht. De burgemeester van de gemeente Wisch waarschuwde telefonisch den burgemeester van Aalten en zette de Zigeuners zelf ook na met enkele polltie-beambten. De Aaltensche po Jitie wist het troepje op te nikken, juist vóór de Duitsche grens. De Zi geuners werden, na gehouden onder zoek, onder sterk politiegeleide naar Varsseveld teruggebracht, zoo me'dt de N. R. Ct. DE DROOGLEGGING DER ZUIDER ZEE. De Westminster Gazette heeft, ge lijk andere Engelsche bladen, een ar tikel gewijd aan het plan tot droog legging van de Zuiderzee, in de troon rede aangekondigd. Het Wad vreest, dot archeologie en kunst er onder zulln lijden, want wat zal er van de „doode steden aan de Zuiderzee" worden, tot welke steden het behal ve Edam on Monnikendam o«>k Volen- dam eu Marken rekent. Vooral be treurt bet, dat Marken, „het schil derachtigst van allen", verdwijnen zal, want het te behouden door een kanaal om he*, eiland te laten, acht het uit den booze. SCHOOLBIOSCOOP. In 1911 zonden de heeren Thomson en Couvée a)9 leden van den Gemeen te-raad van Den Haag aan het colle ge van B. en W. een uitvoerig schrij ven, waarin zij de aandacht vestig den op de beteekenis <lie de bioscoop van overheidswege in toepassing ge bracht, bezitten kan voor onderwijs en opvoeding, voor kunst en geschie denis (archiefwezen). Naar aanleiding van dit schrijven benoemden B. en W. een „Bioscoop- Commissie" samengesteld uit de hee ren L. K. J. W. Thomson. M. M. Couvée Jr., dr. H. van Capelle, W. de Vletter J. D. Ros, en dr. H. E. van Gelder. De opdracht der commissie was drieledig, n.J 10. De vraag te beantwoorden of er te Den Haag behoefte bestaat aan toepassing van den bioscoop bij het onderwijs, boven en behalve de reeds gebruikt wordende tooverlantaam 2o. Zoo ja, dan mede te deelen op welke wijze de toepassing van den bioscoop zou moeten plaats nebben, en welke kosten voor eerste inrich ting en exploitatie geraamd zouden moeten worden 3o. Hare meening te doen kennen ten opzichte van de beteekenis van den bioscoop voor de volksontwikke ling in het algemeen eventueel voorstellen te doen om die beteeke nis te vergrooten. Door een speciale commissie wrrd een studiereis in 't buitenland ge maakt. De commissie vat hare conclusies en voorstellen samen in den vorm an het volgende schema A. Conclusies. 1. De toepassing van den bioscoop bij het lager-, middelbaar-, booger- en vakonderwijs belooft uitstekende resultaten, mits» a. het bioscopisch onderwijs als aanvulling worde ojigevat; b. geschiede met speciaal voor het onderwijs vervaardigde films c. sta onder eene speciale leiding, bijgestaan door onderwijsdeskundi gen. 11. Het is vvensclielijk het biosco pisch onderwijs voor de lagere school (beperkt tot de 3 laatste leerjaren) en van de andere instellingen van on derwijs gescheiden te houden. III. Het is vvensclielijk op alle scho len geregeld de projectiolantaarn te gebruiken bij de voorbereiding van het bioscopisch onderwijs is deze on misbaar. IV. Bijwoning vun bioscoop-voor stellingen in gewone bioscoop-thea ters door de leerlingen verdient geen aanbeveling, zelfs niet als overgangs maatregel tot het geregeld bioscoop- onderwijs. V. Wenschelijk is het den school bioscoop te combineeren met bet Mu seum ten bate van het onderwijs en de andere en algemeene belangen van het onderwijs en de onderwijzers die nende instellingen. VI. Instelling van een cinematogra fisch archief verdient aanbeveling, vooral om het groot locaal historisch belang. Vil. Het misbruik van den bioscoop gemaakt door het vertoonen van slechte en vooral van 6£:isaiioneele voorstellingen, maakt maatregelen daartegen noodzakelijk. Het meest doelmatig.is eene keu ring waaraan de theaters zich vrij willig kunnen onderwerpen. Daarnaast is een verbod van kin- derbezoek aan de theaters, die zich niet aan bovengenoemde keuring on derwerpen, dringend noodig, en verdient de oprichting van een keurbioscoop ten zeerste aanbeveling. B. Voorstellen. I. Instelling van bioscopisch onder wijs voor het gemeentelijk hp-r-, middelbaar-, hooger- en vakonder wijs, door middel van: u, Bouw van een centraal bioscoop, gebouw met ruimte voor 359 leerlin gen der lagere scholen. b. Bouw van een filiaal bioscoopge bouw met ruimte voor 200 leerlingen der lagere scholen. c. Bouw van een filiaal bioscopge- bouw met ruimte voor 200 leerlingen van het middelbare-, boog're - en vak onderwijs. d. Instelling van een commissie van advies voor den schoolbioscoop. c. Aanstelling van een bioscooplei- ding (leider, assistenten, operateurs, enz) f Aansluiting bij de schoolfilrn cen trale van de Vereeniging van Neder landsche Gemeenten. g. Aanschaffing cenor projeclielan- taarn voor elke openbare-, lagere-, middelbare-, hoogere- en vakschool. II. Instelling van een c'rematogra- fisch archief. III. Instelling van een bioscoop-: contröle, dooi a. Aanstelling eener commissie aan welker keuring de biuscoop-theateis bun programma's kunnen onderwer pen. b. Opneming in de politieverorde ning van het verbod to; he: toelaten van kinderen beneden 16 jaar in bios coop-theaters, tenzij de daar te geven voorstellingen zijn goedgekeurd door de sub a genoemde commissie. IV. Oprichting van een gemeente lijken keur-bioscoop. onder lo ding van de sub lila genoemde commissie. TABAKSINDUSTRIE. In de Dinsdagavond gehouden ver gadering der Fahrikanteai-Vereeni ging voor Tabaksindustrie, te Utrecht en omstreken, werd. naar men ons mededeelt, met algemeene stemmen 5>.-s!oten het lid G. I- M. Hagen, te royeeren. Dit naar aanleiding van het nlet-nakomen zijner verplichtingen, voorgeschreven in artikel 6 der stutu- teu en in artikel 22 der statuien van het Verbond van Sigarenfabrikanten in Nederland. Zooals men zich zal herinneren, stelde de heer Hogen dit voorjaar zijne fahriek in werking tijdens de uitsluiting, alvorens deze door liet Verbond was opgeheven, en viel daardoor zijn eigen organisatie in don rug aan. (U. IJ.) BALDADIGE JONGENS. Baldadige jongens hadden Dinstl tg- avond, toen het reeds duister was. een der vonders welke aan het Volen- dammerpad de talrijke bruggetjes vormen, weggenomen. De 14 jarige Jacob Bouwes, te Volendam, die j:<*r fiets van Edam kwam. reed daardoor in volle vaart te water en werd met moeite gered. Door de politie weiden maatrege len genomen om meerdere ongeluk ken te voorkomen. Nadat het drietal schuldigen was opgespoord, werd tegen hen proces verbaal opgemaakt. Twee van dit drie tal lafhartige jongens hebben iet!Is den leeftijd van 18 jaar bereikt, zoo meldt de Tel. BRAT- DSTICHTING. Woensdagmiddag is midden in liet dorpje Hintham, bij "s Hertoeenbosch, het huis van den landbouwer en her bergier Gevers, grootendee's afge brand. Een groote voorraad hooi ging verloren. Verdacht den brand te hebben ge sticht, is de inwonende zoon, die reeds wegens een dergelijk vergrijp efn ge vangenisstraf van 7 jaar heeft onder gaan. gevankelijk naar 's-Hcrfegen- boseh overgebracht, zoo meldt de N. R. Ct. MOORD. Omtrent den oj> 13 September te Dieren pepleegden moord op den on- bozo>dïed rijksveldwachter Boers is nog gebleken, dat de verdachte B in het vorig jaar enkele malen wegens Jachtwet overtreding door Boers is be keurd geworden. De in de hersenen va.ii Boers gevonden vet prop moet overeenkomen met die, aanwezig in de geladen patronen bij den verd ich te In beslag genomen. Het onderzoek met de politiehonden moet geen resultaat hehben opp.lv vend, zoo meldt de N. R. Ct., ONGELUKKEN. De Tel. meldt: Dinsdagmiddag is van een door den Rijn varende schuit onder Barwoute- waarder de vrouw van den schipier, die aan het roer stond, te water ge raakt en verdronken. De schuit be hoorde onder Rotterdam thuis. De N. R. Ct. meldt: Te Groningen is het 4-jarig dochter tje van den stucadoor J T wotiende B loc kerst raat, in brand geraakl ca eenige uren later overleden. Te Dussen is een 4-jarig zoontje van den lieer J. v. S. in een vijver geraakt en verdronken. Feuilleton (Nadruk verboden). 49) Het ontbijt werd besteld en stond weldra voor hen gereed. Toen de bediende zich weer verwij derd had, ging Bertignolles voort: Maar men beschuldigt toch niet op lossen grond? Dan moeten er toch sporen bestaan hebben? Waarop be rustte die beschuldiging dan toch? Er waren meer dan sporen. l>e- wijzen zelfs! Bewijzen? Och koml Wat kon men tegen u bewijzen? Laurent antwoordde niet. Hij fron ste do wenkbrauwen. De nieuwsgierigheid van Bertignol- les hinderde hem, kwam hem mis plaatst voor, hoewel hij zich geen re kenschap kon geven van zijn mis noegdheid. U zou mij een genoegen doen wanneer u daar niet verder op aan drong, mijnheer Bertignolles, zei hij gamel ijk, 't ls goed, mijn jongen. Wees verzekerd dat mlin nieuwsgierigheid slechts voortkomt uit de vriendschap, die ik voor u gevoel, en vooral uit den wensch, om u van dienst te zijn, waar ik maar kan. Hij zei dit met merkbare ontroe ring. Laurent haastte zich er bij te voe gen; Vergeef mij mijn drift. Bertignolles was een gezonde eter en Laurent had op dit oogenblik ook een goede eetlust. Beiden deden de keuken der restauratie alle eer aan. Trouwens, zei Bertignolles met. een vaderlijken glimlach, er is wel een beter een liefelijker onderwerp, waarover wij spreken kunnen. Ver liefden zijn gaarne vertrouwelijk. Bij uw ongelukken blijft er altijd nog een straal vur* hoop, ln uw leed een vertroosting bestaan. Dat is waar, zei Laurent, terwijl hij het vriendelijke, lieftallige gelaat van Marie-Rose voor zich waande te zien. Wanneer vieren wij de bruiloft, mijn waarde? Dat weet ik helaas nog niet. De bel rekking, die ik u heb aan- gelioden, stelt u toc-h in staat om in het huwelijk te treden? Dank zij uw goedheid, bestaat er van dien kant geen hinderpaal, maar ik vrees er andore te zullen ontmoeten. Zullen uw moeder en uw broe der zich tegen dat huwelijk verzet ten? Ik vrees het! Kennen zij haar? Zij kennen haar wel, maar we ten niet, dat ik haar en dat zij mij bemint. Dat ik haar beloofde mijn naam to zuilen geven, was omdat ik overtuigd ben, dat zij voor mij de deugdzaamste en trouwste echtgenoo- te ter wereld zal ziin. Laurent had nog lang op die wijze kunnen voortgaan. De verliefden we ten niet van ophouden, wanneer men hen over het voorwerp hunner liefde spreekt, maar Bertignolles luisterde nu niet meer naar hem. Hij had vernomen, wat hij wilde weten. Door aelke list was het Lau rent gelukt, Marie-Rose den toeeanc tol het huis vau ziju broeder te ver schaffen? Hij wist liet niet, maar hij bekommerde er zich ook weinig om. Hij stelde er alleen belang in met zekerheid te weten, dat de liefdesbe trekkingen van Laurent met het meisje nog een geheim waren voor de markiezin. Dus, het huwelijk was nog niet vast bepaald ais hij gevreesd had. Hij had dus nog don tijd. llij herademde, als bevrijd van oen zwaren last, en glimlachte met vol doening. Ik benijd u van gonscher harte. Laurent, zed hij zoo te beminnen en bemind te worden. Ik heb in mijn avontuurlijk, veelbewogen leven nooit veel tijd voor liefde gehad. Thans, nu ik oud begin te worden, heb ik daar soms wel eens spijt van, dat moet ik bekennen. Zij spraken over iets anders. Om half twee verlieten zij, met een sigaar in den mond, den restaurant en wandelden de boulevard op. Vervolgens begaf Laurent zich naar het politicbureau. In de kamer, waarRomain Goux gewoonlijk zat te werken, stond een schrijfmachine, dito in den laatsten tijd zeer veel gebruikt wordt. Bertignolles schoof er een vel pa pier in «v drukte op de knoppen- Hij schreef het volgende briefje: Mevrouw! „Het meisje, dat u als gezelschaps juffrouw in uw huiis genomen hoeft, is de minnares van uw jongs ten zoon". Dezen brief vouwde hij, stak hem in een enveloppe en schreef daar eveneens met de machine, het volgen de adres op: „Aan Mevrouw de Markiezin de Soul.rimes, te Nogent". Besloten deze zaken zelf te behan delen en Romain Goux hieromtrent niet in het geheim te nemen, ging hij drn brief zelf op den post bezorgen. Hij had alle vermoedens, zoo die al konden bestaan, van zich afge wend. Het handschrift kon nooit herkend worden, daar de schrijfmachine eCechts druklet'):r? voortbrengt en ook de machine zelf kon peen aan wijzing geven, want duizenden men schen bezitten tegenwoordig zulk een toestel. Laster. Laurent kwam nu schier dagelijks bij zijn broeder. Bijna alle avonden bracht hij er door. Trok niet alles U«m daarheen? Zijn broeder Michel, wiens hart hij teruggewonnen had, die weer ver trouwen in hem stelde, maar die vol droefheid en wanhoop het onvermij delijke faillissement tegemoet ging. Zijn moeder, die door smart zoo zeer verzwak* was. Do beminnelijke Gilberte, die voor Marie-Rose een oprechte zusterflijke genegenheid koesterde. En bovenal Marie-Rose zelf, zijn lieve lentefee. Zij waren zoo gelukkig in hun ge heime liefde, die liefde, zoo waar en rein, die zich zelfs geen enkele boo ze gedachte te verwijten had en die zoo diep in beider harten had wortel geschoten. Zij spraken zeer zelden met elkaar, maar de blikken, die zij in onbespie de oogenbl'kken wisselden, zeiden duidelijk genoeg, wat er in hun hurt omging. Wanneer zij door een gunstig toe val eens een oogenblik met elkaar al- leeu waren, dan 6loeg Laurent zijn arm om haar heen en fluisterde haar toe: Ik bemin je. Marie-Rose. ben ia nu gelukkig? En dan antwoordde zij: Ik bemin je, Laurent, en ik ben gelukkig dat ik bij uw moeder ben. uw moeder, die ik lief heb a's ik de mijne liefhad. Dan verlieten zij elkaar weer uit vrees van verrast te zullen worden, maar hun harten klopten sneller en hun liefde werd met den (lag inniger. Op zekeren avond was de familie bijeen in den kleinen salon, die met bloemen, herfstbloemen, 's morgens door Marie-Rose en Gilberte geplukt, versierd was. De markies had zijn werk meege bracht en zat aan dc tafel to schrij- JvU.i', terwijl de beide meisjes zich met een borduurwerkje onledig hiel den. De markiezin zat in gedachten ver diept. Ieder zweeg. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5