Bumurs Dagsüd
DERDE BLAD
Donderdag 20 November 1913
Buitenlandsch Overzicht
De Baikanvuïkaan.
lïen rede van Berchtold
over den Balkan.
Graaf Berchtold, de minister van
buitenliindschc zaken der Donau-mo-
narchie verklaarde in de Hongaar-
sche commissie voor buitenlandsche
«aken, dat de uiterste gevolgen van
de groote Oostersche crisis nog niet
geheel en al kunnen worden voorzien.
„liet ontzaglijke historische prozes,
waarvan wij getuigen zijn geweest,
moest zich afspelen, zoodra de Mo-
hanimedaansche mogendheid niet
meer bij machte zou zijn verder weer
stand tc bieden", zoo vervolgde hij.
.,De monarchie" heeft sedert gerui-
men tijd vastgehouden aan de formu
le van den status quo. De sympathie
echter voor d-ï christelijke Balkansta
ten, noopte haar zooveel mogelijk re
kening tc honden met den toesiand,
die het gevolg was van hun overwin
ningen.
De monarchie achtte haar grondge
bied In den Balkan voldoende uitge
breid, toen zij Bosnië en Herzegowi
na had verworven. Het zou in strijd
zijn geweest met onze algemeene be
langen, zoo wij dit stnndpunt opgege
ven hadden; wij moesten echter wel
eenige speciale belangen laten gelden
en konden daarom de voorgestelde
formule van belangeloosheid niet aan
vaarden.
Die speciale belangen vorderden de
schepping van een autonoom Aibanie,
verhindering van de machtsiverplaat-
sing in de Adriatische Zee en de schep
ping van een stabielen toestand op
het Balkanschiereiland door zooveel
mogelijk vredelievende middelen.
Door diplomatieke actie trachtten
wij, na beëindiging der vijandelijkhe
den, deze belangen tot hun recht te
doen komen.
Do onwelwillende houding, die op
verschillende plaatsen in den Balkan
en daarbuiten tegenover de eischen
werd aangenomen, wekte een oogen-
liiik de vrees, dat de goede verstand
houding tusschen de mogendheden
geschokt was en dat eén vredelieven
de schikking onmogelijk zou zijn. De
ze vrees gaf der regeeriug te Londen
aanleiding tot het voorstel om een
conferentie var ambassadeurs bijéén
te roepen, onder bepaald voorbehoud
echter, dal de oprichting van een
autonomen All uneeschen staal buiten
quaestie zou blijven en dat aan Ser
vië niet anders dan een handelstoe-
gang tot de Adriatische Zee zou wor
den verleend. Wij waren overtuigd,
dat wij zoodoende onze voornaamste
eischen ingewilligd zouden zien en
medewerken tot eeri vredelievende op
lossing van de nog onafgedane quacs-
tics".
üorohtokl schetste vervolgens het
verloop van de Loridensche conferen
tie en bracht hulde aan don Engel-
schen minister Grey.
Hij voegde daaraan toe, dat op dat
öogenblik de spanning in Europa nog
niet was verminderd.
„De militaire maatregelen van Rus
land wekten ongerustheid en Bulga
rije bleef zich verzetten tegen de ter
ritoriale eischen van Roemenië. Deze
feilen leverden wederom stof voor con
flicten in het Oosten. De samenwer
king van alle diplomaten, die in con
ferentie vereenigd waren, was het
middel om de handhaving van den
vrede te verzekeren, Wij vervolgden
hetgeen wij begonnen waren, wij lie
ten ons echter overhalen tot menige
concessie, die dikwijls moeilijk te
doen waa ofschoon ons behoorlijke
compensaties gegeven werden, wij
wisten de hoofdpunten van ons pro
gram aangenomen te krijgen en be
waarden den vrede voor de monarchie
tea einde onze belangen te kunnen
handhaven. Bij dv vijandige houding,
die onze zuidelijke buren tegenover
onze eischen aannamen, zagen wi
ons genoodzaakt tot militaire toebe
reidselen".
„Wij moesten militaire maatrege
len nemen aan onze noordelijke grens,
daar een Russische reserve lichting
onder de wapenen was gehouden. De
ze maatregel was echter door niets
gerechtvaardigd, want onze verhou
ding tot Rusland was van den meest
vnendschappelijken aard. Na een ge-
dachtenwisseling tusschen de beide
keizers werden deze maatregelen ech
ter opgegeven, voordat de crisis al te
lang had geduurd".
Van Kunst en Kunstenaars
LXXIL
Het is nu eenmaal hollen of stil-
slaamn het tentoonstellingsleven. En
als inen, bij toevallig langdurig ge
brek aan werkelijk belangrijke ge
beurtenissen, daarop een weinig aan
gewezen blijft, dan kan het gebeuren
dat men zes wokon lang werkelijk
niets te vertellen heeft gehad en, van
een buitenlandsche reis terug, plots
op zijn tafel uilnoodigingen vindt van
De Onafhankelijken. De Kunstkring
kubisten, De Artisjokken. Deze laatste
flauwe aardigheid, geëerde lezer, heb
ik, helaas, zelf uilgevonden. Ter ver
ontschuldiging diene, dat ik er me
vrouw Schaap—Van der Pak uit
sGraveland, die in het Groene
Weekblad vau gisterenavond Arti's
kunstideaal, wal men op het Haag-
£che bmneiüiof zou noemen te gra
zen neemt, een klein genoegen incc
bereid.
Het zij zoo. Met de zielsrust en de
Bellier boveiunenscheiijke publieke
onpartijdigheid, die wij ons voor
deze gevallen reserveeren, hebben wij
onze belangstelling in drie stukken
geknipt en zullen ieder het zijne doon
toekomen. Tc dien einde waren wij
dezen jongsten Vrijdag reeds naar
net Anisterdamsch Suasso-niuseum
geslapt om door do derde tentoonstel
ling van den Modernen Kunstkring1
Verder wees Berchtold er op waar
om Oostenrijk pressie had uitgeoefend
op Servië. Dit land bedreigde nl. den
nieuwen Albaneeschen staat in zijn
bestaan. Servië gaf wijselijk satisfac
tie aan Oostenrijk, waoFdoor het ge
vaar voor complicaties uit den weg
werd geruimd.
Keizer Frans Jozepli aan
'Iwoord.
De keizer ontving Woensdagmiddag
in den Hofburg de leden der Oosten-
rij ksche en H^nganrsche delegaties
en sprak in antwoord op de huldebe
tuigingen der presidenten V3n de de
legaties, deze toe.
De keizer constateerde met voldoe
ning, dat aan den oorlogstoestand in
den Balkan een einde is gekomen en
dat Oostenrijk-Hongarije, wegens hu"
groote belang, dat het bij de Adrïati
sche Zee heeft, in samenwerking met
Italië de toestemming der mogendhe
den heeft weten te verwerven voor de
stichting van een vorstendom Alba
nië.
De betrekkingen tusschen Oosten
rijk en de ar-dere mogendheden zijn
van vriendschappelijken aard. Het
Drievoudig Verbond is de krachtige
beschermer van den vrede gebleven.
Het bezoek van den Duitschcn kei
zer was een bewijs voor de intieme
vriendschap tusschen Duitschland en
Oostenrijk.
De keizer constateerde, dat de nood
zakelijkheid oir. in den afgeloopén
winter het leger op voet van oorlog te
houden aanzienlijke uilgaven had ge-
vorderd. Dank zij het leger en de ma
rine heeft d. regeering echter haar
doel kunnen bereiken.
Verder vermeldde de keizer nog, dat
de ontwikkeling van Bosnië en Her-
zegowina, ondanks den oorlog, goede
vorderingen heeft gemaakt.
Wederzijdsche beschul
digingen.
De Bulgaarsche regeering stelt voor
een internationale enquête te houden
naar de wreedheden dóór de Grieken
gepleegd tegen Bulgaarsche soldaten
en ambtenaren, die tijdens den. oorlog
gevangen werden genomen.
De Griekscho regeering beschuldigt
van soortgelijke feiten de Bulgaarsche
regeering.
Wat de Bulgaarsche soldaten be
treft die gevangen genomen zijn en
afkomstig uit de gebieden, die sedert
aan Servië zijn afgestaan, verklaart
de Bulgaarsche rc-geering dat deze
zijn gevangen genomen als. Bulgaar
sche soldaten en dus moeten worden
overgegeven aan de Bulgaarsche auto
riteiten.
Devorstvan Albanië.
Uit Bocoharest wordt aan de Neue
Freie Presse bericht, dat prins Wil
helm zu Wied van Slnaja, de residen
tie van koning Carol van Roemenië,
naar Potsdam vertrokken is. En ver
der, dat de mogendheden thans van
gedachten wisselen over de Albaneo
sche trooncjuaestie Zoodra die bespre
kingen ten einde zijn, zal, overeen
komstig hei besluit van de Londen-
sohe conferentie, den prins de kroon
van Albanië formeel aangeboden wor
den.
Ds toestand In Mexico.
Berichten bij het departement van
buitenlandschfi zaken te Washington
ontvangen toon en, dat de' opstand in
Mexico" zich snel uitbreidt, in het
Noorden, Zuiden en Oosten. Alle- spoor
wegb ruggen tusschen Tampieo en
Victoria zijn vernield. De rails ten
noorden van Victoria zijn opgebro
ken. De verbinding is volkomen ver
broken.
De vrienden van Huerla verklaren,
dat deze interventie waarschijnlijk
acht. Hij zond bevelen aan de gouver
neurs der staten, om dadelijk het aan
tal troepen op te geven, dat zij gereed
kunnen hebben voor Donderdag, den
dag der opening van net Congres.
Volgens de otlicieele verklaring zijn
deze bevelen het gevolg van een on
langs uitgevaardigd besluit, om de
legersterkte uit te breiden tot luO.uuu
man.
Emgeland heeft twee oorlogsschepen
naar Mexico gezonden, om de Engel-
sche belangen te beschermen.
Aller,el
De politieke toestand in
Europa.
De Russische ministerpresident Ko-
kowzof, die na zijn bezoek aan Pa
rijs, thans te Berlijn verblijd, ont
ving daar eenige journalisten, die met
hem kwamen spieken over den poll-
tieken toestand in Europa.
De minister verwees naar zijn uitin
gen in de Fransche bladen, die hem
in Frankrijk den naam van een „on-
verbeterlijken optimist" bezorgden.
Het optimisme (zei hij tot een redac
teur van do ,,BerI. Lokal Anzeiger")
beleerd to worden aangaande de jong
ste wentelingen en evoluties vau diens
leden, alsmede daar keunis te mogen
maken met eenige barbaarsche kunst,
ter opluistering door dezen geïmi
teerd. Er zouden zich echter donkere
wolken boven ons hoofd en de glazen
b&kapping des museums samenpak
ken. liet was tegen drie uur reeds zóó
donker in do zalen, dat zelfs van
Kandinsky's kleur-uitspansel zoo
als de heer Steenhoff in dezelfde
Groene van gisterenavond diens
schilderijen noemt niet veel meer
te zien overig bleef en men in één der
zalen zijn parapluie zou opgestoken
hebben, zoo deze niet bij de vestiaire
in beslag genomen was. Dat wij
desondanks veel genoten hebben, pleit
zonder twijfel voor het werk. Wat
artisten als Aima en Mondrian thans
maken is zóó overvula van intimiteit,
dat zo best in het schemeruur genoten
wordt. En van het barbaarsche in
Konïsjalowski's werk gaan, ten voor-|
deel, in 't halfduister de scherpe pun
ten af
ucn ga ik er deze week nog eens
heen. Schelfhout, Le Fauconnier en
diens vriend Conrad Kickert, den
lezers van Haarlem s Dagblad geen
onbekende, Jan Sluyters, verdie
nen dat het volle licht op hunne wer
ken valt, als men ze serieuselijk en
van goeden wille gaat bekijken. Ik
had dus, zoudt ge zeggen, gevoegelijk
nog weer een weekje kunnen wachten
met mijn bericht en ge zoudt geliik
dat ik in Frankrijk toonde Js nog
steeds de grondslag van mijn denk
wijze. Zoolang d? groote mogendhe
den den wil toonen om oprecht saam
ie werken, zie ik goen gövarcn. In
het laatste jaar zijn wij, dank zij" die
samenwerking, over zooveel moeilijk
heden heangekomen, dat wij alle hoop
mogen hebben voor de toekomst.
Ik wil alleen maar wijzen op de Al-
banische rruaestie, wijl zij de laatste
was; ook deze is zoo tamelijk wel als
opgelost te beschouwen. De eenige
quaestie die nog hangende is. is die
der Aegeische eilanden: ik kan no3
niet zeggen hoe die opgelost zal wor
den, daar ik dit zelf niet weet. Maar
de mogendheden zuilen door hun ver
tegenwoordigers te Londen zeker ook
voor die qjjaestic een oplossing weten
te vinden.
Over de Dardanellcnquaeslie. waar
bij Rusland, blij'kens uitingen der
Russische bladen thans weer bijzon
der geïnteresseerd is, kon de minister
zich niet uitlaten Ilij verzekerde nog
maals dat zijn reis geen politieke Iw-
doelingen heef;. In Berlijn wilde hij
slechts Keizer Wilhelm en den Rijks
kanselier bezoeken. Te Parijs heeft dt
minister zic.li bezig gehouden met dc
onderhandelingen over de Russische
leening, die de door den staat gega-
randrerde spooiwogribligaties, tot
een bedrag van 500 millioen francs
betrof.
Binnenland
AANRANDING?
Uit tV'ylre wordt aan de „Limb
Koer." geifleldt
Toen het dochtertje der echtelieden
J. K. 's middags na schooltijd een
boodschap voor hare ouders naar
Wittum ging doen, bemerkte zij aan
Hoog-Cartïls gekomen, dat een ke
rel, in lompen gekleed, zich achter liet
struikhout verborgen hield. Eensklaps
kwam hij op haar aan, greep haar bi;
de keel, en riep,,Je geld of je- le
ven". Toen het kind zei, dat ze geen
geld had, onderzocht de kerel lot
tweemaal toe hare zakken, zeggen
de „als je durft schreeuwen, steek ik
je dezen aardappel in je mond, of ik
schiet je dood." Zijn revolver op hei
kind richtende, zei hij „Ik heb nog
vier andere wapens in tnjjn zak
ken", en trok een wapen te voor
schijn, dat hij het kind liet zien, zeg
gende „Nu kun je gaan, maar als
je nog eens komt, schiet ik je locli
dood. Ik ben nergens bang voor. Ken
je mij? Ik heb geen naam!" DoodelijK
verschrikt en weenp.nde toog het
kind naar Wylre, aan hare ouders
vorenstaand verhaal vertellende.
VERDRONKEN.
Uit het water van de Bleekcrskade
te Gouda werd het lijk van den fa
brieksbaas W. opgehaald. Door de
duisternis misleid, is hij vermoede
lijk te water geraakt en verdronken.
Hij laat een vrouw en 4 kinderen
aehter,
ZOEKI
Naar de „Avp." verneemt,' moeten
de teekeningen, destijds door nu wij
len den heer Van Nleukerken, archi
tect, voor het aan den Ouden Schove-
ningschen weg tegenover het Vredes
paleis te stichten gebouw der Ba-
laafsche Petroleummaatschappij ver
vaardigd, ten stadliuize zijn wegge
raakt, verdwenen of gestolen. De re
cherche onderzoekt de zaak.
BRANDEN.
Gisterenmiddag, terwijl loodgieters
bezig waren met leggen der goten,
ontstond brand in de bekapping van
de arbeiderswoning van den
heer J. K., te Wenum. Door den
hevigen wind aangewakkerd grepen
de vlammen zoo snel om zich heen,
dat er aan redding niet viel te deu
ken eu hehaive de inooedel twee gel
ten en een pink in de vlammen om
kwamen. Huis en inboedel waren ver
zekerd.
STAATSBEGROOTING 1914.
Bïnneidandsche Zalien.,
(Voorloopig Verslag.)
Blijkens uen aanvang vau ue Me
morie vau Toelichting zijn uoor uen
Minister op uc omwerp-negrootiiig,
welke hij Dij zijne kouxst aan het De
partment aantrof, veisduiienue pos
ten geschrapt. Zoo daartegen geen be
zwaar bestond, zouden sommige le
den gaarne vernemen, welke posten
die „nog voor eeing uitstel vatbaar
scneneu en op welker terugkeer der
halve geiekenu ra oei worden, voorna
melijk bedoeld worden.
Van verscmlk-uue zijden verzocht
men de Regeeriug aan de grensrege
ling tusschen gemeenten hare aan-
uacht te wijden.
Versclulleuue leden wezen op het
groot belang van een goeden uitslag
in de wetgeving voor de samenwer
king der gemeenten.
krijgen, onmiddellijk, indien niet,
door dezen stap in het duister, mijn
aandacht ware blijven hangen bijeen
quaestie. die zich aan mij, op weg
naar huis, opdrong ter overweging.
Ik had in den schemer ui genoeg
van dezen Kandinsky, dezen Kontsja-
lowski gezien, en ben op dat punt al
zoo verhard, dat liet „nil mirari" mij
als het ware op mijn neus geschreven
staat, dat ik mij weer, als zoo vaak
reeds, kon afvragen niet, waarom
doch, voor wie zijn deze dingen ge
maakt. De makers prijzen (ik bedoel:
voorzien van prijzen) hun werk, eu
niet zuinig ook. De bedoeling is dus
klaarblijkelijk er anderen, tegen ver
goeding, gelukkig mede te maken.
Maar.... het l'art-pour-l'art-principo
wordt door de meeste modernen, en
zeker de ultra's onder hen, zoo con
sequent doorgevoerd, dat per slot van
de rekening vaak alleen do maker zelf
nog zeggen kan wal er op z'n doek
staat en zeker bij uitsluiting alléén in
staat is. ervan den zin, dien hij be
weert er in gelegd te hebben, te out-
blooten. We staan met deze keeren
aan het andere uiterste der lijn, die
met de zuivere opdracht-schilderijen
der zestiend'eeuwers aanvangt. Dóór
was hei de verbruiker, die aan den
vervaardiger opdractit gaf, door de
zen volgaarne uitgevoerd, hiér heb
ben wij den producent die maling
heeft aan de consumenten, en die,
trotsch op zijn z.g. „vrije" kunst
beoefening van dezen niets dan hun
Wijziging van de artt. 12! en 122
der Gemeentewet kwam dezen leden
urgent voor.
Ook werd gevraagd, hoe de Regee
ring denkt over den meermalen ge-
udten wcnsch om voor de behartiging
van bepaalde belangen samenwer
king van gemeenten te verzekeren
door liet scheppen van publiekrechte
lijke organisaties in den geest van de
Duitsche „Zwcckvorbfinde".
Voorts werd Ministers meening
gevraagd omtrent de weigering van
den voorzitter van ©en stembureau te
Amsterdam om eenc vrouw, die op de
kiezerslijst voorkwam, tot de stem
ming toe te laten. In het bijzonder
wenschte men te vernemen of de Mi
nister hot beroep van den voorzitter
op de Grondwet juist achtte.
Andermaal werd aangedrongen op
eene wettelijke regeling der rechts
positie van gemeente-ambtenaren.
Geklaagd werd over het optreden
van ue Ainstcrdamsche politie op 25
Juni j.l. tegenover deelnemers aan
eene bijeenkomsi van de Amsterdam-
sche afdeeling der sociaal-democrati
sche arbeiderspartij, die. toen zij na
afloop (tier bijeenkomst in volmaakte
orde onder het zingen van socialisti
sche liederen naar den Dam waren
getrokken, aldaar door de politie met
geweld uit elkaar zou zijn gedreven,
terwijl de president der bijeenkomst
reeds aanstalten maakte de menigte
te verzoeken naar huis terug te kee
ren. Men verzocht den Minister een
onderzoek naar dit optreden der poli
tie in te stellen en de resultaten
daarvan, onder bijvoeging van zijn
oordeel, aan de Kamer mede te dee-
len.
.uen stelde prijs op uitvoerige in
lichtingen in de bekende zaak van
den burgemeester van Uithuizen.
Verscheidene leden zouden 's Minis
ters oordeel willen vernemen over de
wenschelijkheid van eene herziening'
der Drank vvet. Met behoud van het
steisel, zoudèn, naar sommigen op
merkten, talloozo onbillijkheden,
waartoe de wet leidt, kunnen worden
verwijderd.
Sommige leden kwamen terug op de
wenschelijkheia, de jaarwedde van
de Commissarissen der Koningin te
verhoogen.
Nu ,e Milltiewet eenigen tijd in
werking is, hoopte men, dat de Mi
nister nadere mededeelingen zou kun
nen dóen omtrent de resultaten van
uwe uc,. voor zoover uie niet de werk
zaam heden, aan zijn Departement
verricht, verband houden.
Wederom maakte de vraag, of een
verplicht examen voor verplegers en
verpleegsters behoort te woruen inge
steld, een onderwerp van bespreking
uit. Sommige leden verklaarden er
zich voor. Het uenkbeeld werd geuit
de bevoegdheid om te verplegen af
hankelijk te stellen van een stage van
enkele jaren in een ziekenhuis.
Aangedrongen werd op een alge
meene keuring van levensmiddelen.
Men meende dat de Regeering de
pogingen kan Steunen om viscb als
volksvóëdsel ingang le doen vinden.
Eenige leden achtten aanvulling
der Begrafeniswet noodig, opdat het
binten i.,.jitf< eiuat, uai lijkverbran
ding strafbaar is.
Am.ereu weüsduen buiten twijfel te
zieïr gesteld, nat lijkverbranding is
toegelaten en verzochten verruiming
vun ue wet in die richting.
Sommige lenen betuigden hunne in
stemming met het bekende adres van
mr, S. van Houten c, n., strekkende
tot w ijziging onzer wetgeving om een
einde te maken aan het bestaande
artsenmoiiopoli© en de vrijheid te
hergeven om zich tot herstel zijner
gezondheid te laten behandelen door
wierf men verkiest. Andere leden wa
ren van oordeel, dat in de adressen
een geyaurlijke richting werd aange
geven en wezen op het kwaad door
kwakzalverij gesticht. Gevraagd werd
ter zjj'u .en aanzien vun deze aange-
mgeinieid.
Men vroeg of binnenkort een wets
voorstel is te verwachten, regelende
ue gevolgen van wateromtrekking
aan den bouein uoor uitbreiding of
aanleg van waterleidingen veroor-
zu.ci.vi. Men drong met klem hierop
aan»
ijj algemeen betuigde men insiem-
uuu g iiieL ae or ga n. sane van het
nieuwe Rijksbureau voor tlrinitwater
voorziening en men hoopte, oal ueze
instelling tot eene spoeuige afdoening
vc.i verschiiienue plannen zou lei
den.
.„I werd op gewezen, dat 's Mims-
tiüs aiuotsvourganger omtrent, de
subsiuieermg van Vereenigingen tot
besu ijUAUg uer tuberculose een nader
onuerzoea nou toegezegd men vroeg
of uit nau plaats gonad en niet welke
resultaten.
Gevraagd werd hoe het staat met
de herziening uer Nederlaudsche
TTiariducopee.
Anuermoui werd geklaagd over het
te hoog opvoeren van de sfischen van
betaling wenscht, waartegenover hij
dan wel zoo vriendelijk wil zijn, dien
sukkel den weg naur de zuivere
kunst te wijzen.
1-Ioe gaarne speelt de moderne ar
tist den „opvoeder" over zijn land
en tijdgenooten, het meest hij wiens
oeuvre zelf nog liet diepst in theoreti
sche windselen ligt ingebakerd. Men
kan liet dien tijdgenooten niet kwa
lijk nemen, zoo ze niet immer van die
opvoeding gediend zijn en hier is ze
ker wel eene verklaring te vinden
voor liet angstwekkend aangroeien
van het schilderend, het artistiekerig
proletariaat. Is dat altijd zoo ge
weest Ligt het weer aan den slom
pen zin van den beschouwer, die ach
terlijk is en rustig genegeerd, vanzelf
wel zal komen nieesukkelen als zijn
tijd dadr is. Ik geloof liet niet. Bij al
hel discussiabele wat er voor de oude
re heeren uit den jeugdtijd der Maris-
sen etc. in dier werk lag, daarover
was geen moeniugsverschil, dat die
jongens liet „vak" kenden, al maak
ten zij er dan ook naar dc meening
dier conservatieven uit h u n tijd,
een miserabel gebruik van. Doch bij
do nieuwste artisten van onze dagen
staat men van tijd tot tijd voor het
dilemma kan die nou wat, of kan dio
niks? Verontschuldig, bid ik u, even
deze Amsterdamsche orthographic.
En het dilemma is niet op te lossen
door bij de artisten zelf om voorlich
ting te gaan hunne waardeeringen
verschillen onderling als kameelen
Regeerlitgswege gesleld voor de ver
pleging van krankzinnigen.
Andermaal werd gewezen op de on
gunstige voorwaarden, waaronder 't
verplegend personeel van het gesticht
te Mcdemblik zijn arbeid verricht, en
aangedrongen op eene regeling, die
dit personeel eene vaste positie en
pensioen verzekert.
Sommige leden wenschten wijziging
der Armenwet, in dien zin, dat de
verplegingskosten van armlastige;
krankzinnigen steeds ten laste van
het Rijk komen.
Enkele leden vestigden er de aan
dacht op, dat van sommige burgerlij-
ke armbesturen vaststaat, dat zij de
ingevolge art. 369 der Invaliditeitswet
te verwachten uitkeering in minde
ring zullen brengen van de thans door
hen gegeven ondersteuning. Zij ach
ten zulks in strijd inet den geest van
onze tegen woord ige armen wetgeving.
Verscheidene leden betwijfelden of
(le Regeering door subsidién voor
werkverschaffing aan valide armen
beschikbaar te stellen, den goeden
weg betreedt.
Verscheidene leden brachten de
eiscnen ter sprake, welke voor het
verkrijgen van den docioralen graad
gestelu worden. Sommigen hunner
waren van meening, dat de dociors-
titel al te veel afhanKelijk is gesteld
van voorafgaande examens.
Een bijzonder punt betiof de wijze
van verkrijging van het doctoraat In
ue rechtswêienschap.
Verschillende iedeu betoogden an-,
dermaal, dat de promotie op stellin-
gen wederom moest worden vervan
gen door den oisch van het schrijven
een er dissertatie.
Tegenover voorstanders van het
verplichtend stellen der dissertatie
werd door andere leaon betwijfeld,
dat daarin oen voldoende waarborg
zou zijn te zien voor de wetenschap-
pel ij ke ontwikiicling van aen uoctu-
raniius.
Gevraagd werd of ue Minister ge-
neigu is slappen te doen tot hel in
stellen van beurzen voor minvermo
genden. die aan liocger onderwijs
voorafgaand underrient willen ge-
melen.
Men vroeg 's Ministère oordeel over
de ontgroening.
Sommige leueu betreurden, dat nog
aan .geen onzer universiteiten onder
wijs wordt gegeven in de homoeopa-
thisohe geneeskunst, zoodat men
daarvoor naar het buitenland heeft te
gaan.
Eenige leden drongen aan op de
aanstelling van hoogleeraren in de
paedagogie.
Men vroeg een leerstoel voor de
sociale hygiëne en 's Ministers oor
deel over een leerstoel voor steden
bouw aan ue j eciniiscne Tiooge-
scliooL
ue totstandkoming van een Neder-
ianusche Handels-lioogeschool had
men algemeen met instemming ver
nomen.
üuuiuiige ieuen vroegen instelling
van een afzonderlijke inspectie voor
het Middelbaar technisch onuerwi.js.
Uit uenüoeeld vond bij anderen be
6ti'ij ding.
Ais piaatsen, waar eene middelbare
leclinisclie school groot nut zou kun
nen stichten, werden genoemd Arn
hem, Haarlem, .Groningen en Maas
tricht. Vooral echter werd de aan
dacht op de Haagsche Academie ge
vestigd, dio reeds jaren op steun der
Regeering wacht.
Ook zouden verschillende leden
gaarne de oprichting van eene mid
delbare technische school te Haarlem
v,.<izftkerd zien.
Van verscndiende zijden werd een
wettelijke regeling van het vakonder
wijs bepleit, ook in verband met de
regeling der subsidiés en de-daaraan
te verbinden' voorwaarden.
Op wettelijke regeling werd ook
vooral aangiHi rongen met het oog op
do pensionneering der leeraren.
Betoogd werd, dat de te verwach
ten wettelijke regeling ook betrekking
zal moeten hebben op het leerling-'
wezen.
Verscheidene leden drongen bij de
Rc-geering met nadruk op maatrege
ien aan o:u den achterstand, welke j
naar h i. op liet gebied van tiet iagei
Onuerwijs in uen loop der jaren is
ontstaan, met spoeu in te halen.
In zake ue opleiding van onuerwij-
zers. leerplicht der kinderen, staats
toezicht, valt veel te verbeteren.
De opmerking werd gemankt, dat
liet onuerwijs op sommige plaatsen
lijdt onder het handhaven van zeer
bejaarde onderwijzers eu onderwij
zeressen.
Weuerom werd gewezen op kunst
matige opvoering van het aantal
leerlingen op 15 Januari, hetzij ter
verkrijging van hooger subsidie,
waar ue leerkrachten reeds aanwezig
zijn, hetzij om tot het aanstellen van
meer leerkrachten te geraken.
Geklaagd werd opnieuw over de
opdrijving van schoolgeld in sommi
ge gemeenten om aldus de bijzondere
&cüool te bevorderen.
van dobbelsteenen. En bij hen die ge
acht worden met gezond verstand en
kalmte des gemoeds den loop der
dingen te volgen, vindt ge ook een
zekere onrust, die heel iets anders is
dan het gradueel versdiil van min of
meer, hetwelk bij iedere beoordeeling
mogelijk, ja zelfs noodzakelijk is. Een
groot doek, van een tot dusver mij bij
name zelfs onbekenden schilder. Ten
Holt genaamd, viel den heer Steen
hoff „in "t bijzonder op, niet om de
zonderlinge voorstelling, maar om de
daariu betoonde kracht der overtui
ging"
De heer Gio van het Handelsblad,
een kalm en uiterst welwillend man,
die steeds zijn best doet ook hem on
sympathieke verschoningen eerlijk te
bespreken, „zou zich afvragen willen
of dit schilderij niet wel eens een Ju-
lia-grap zou kunnen blijken Ik zelf
heb noch van een voorstelling iets
bemerkt, noch geloof ik dat Julia
van de familie dezes kunstenaars is.
Intusscbcn hier is geen gradueel
verschil i» waardeering meer. hier is
het eenvoudig A. ziet het en B. ziet
het uiet en C. gelooft dat hij voor den
gek gehouden wordt. Het logisch ge
volg van een en ander is, dat de
kunstenaar, om voor deze zaken afzet
te vinden, bij de groep A. terecht
moet komen. En nu ziju die A.-men-
schen in aantal gemeenlijk beperkt
de uitverkorenen- Dat zou er dus voor
den oriist heel slecht uitzien als er
niet twee factoren in het nroces mede-
Onze Lachhoek
AAN HAAR VERLANGEN VOL
DAAN.
Hij. Nog dikwijls denk ik aan
onze jeugd. Wat waren we toen domt
Zij. Wij?... Ik verzoek je, in 's
enkelvoud te spreken.
Hij. Nu, wat was jij toen dom!
Merkwaardig, dat de menschen zoo
gaarne hun geld uitgeven om hunne
gezondheid te verwoesten, en zoo on
gaarne om die te herstellen!
Ook werden klachten vernomen
over medewerking van gemeentebe
sturen om de openbare school door
eene bijzondere te vervangen.
Van verschillende zijden werd ge
vraagd wat de Regeering ten aanzien
van de regeling van het voorberei
dend onderwijs denkt te doen. Men
achtte eene wettelijke regeling met
het oog op de opleiding der leerkrach
ten, de salarissen en subsidieer::^
volstrekt noodig.
Op de urgentie van de wijziging der
Leerplichtwet werd andermaal gewe
zen.
alen vroeg hoogere uitkeering vooi
het openbaar en tiet hijzonder herlia-
lingsonderwijs en wees op verkeerde
gevolgen van de hoogc-re subsidieo-
ring van het M. U. L. O.
Naar aanleiding van de intrekking
van het wetsontwerp betreffende ont
slag van onderwijzeressen bij huwe
lijk. werd opgemerkt, da: voorziening
te dezer zake toch niet kan uitblij
ven.
Verscheidene leden waren teleurge
steld over het uitblijven van een late
re jaarweddenregeling voor dc onder
wijzers.
s Ministers standpunt werd ge
vraagd in zake de school vergaderin
gen.
De eischen, bij Koninklijk besiuil
voo' schoolbouw gesteld, werden te
hoog geacht. Men vroeg voortzetting
van den cursus in spieken aan de
Rijks-Kweekschool te Groningen en
subsicüeering van de vereëniging tot
het houden van voordrachten met
lichtbeelden.
Vele leueu konden zich niet verceui-
gen met ue voorstel len-in zake de su-
larieering der onderwijzers b.j de
Rijksnormaallessen. Vele leden
wenschten een eenvormige salu'ris-
regeling met een salaris van f SO per
wekelijkse!» lesuur. Men vroeg den
Minister qf liij geneigd is leerplicht
tot zwakzinnigen uit te breiden en
inlichtingen over den toestand van
den Bond voor Lichamelijke Opvoe
ding.
M011 vroeg of de indiening eerst
daags is te verwachten van een wette
lijke regeling van I-et archiefwezen.
Gevraagd werd om een wettelijke re
geling tot Lescherming van monu
menten. Scherpe alheuring werd uit-
gesprokou over ue veruwijutiig van vie
wuriu&eeKenihgeh in het z.g. „Zweet
kamertje van het Academiegebouw
te Leiden.
Eeuige leden verzochten s Ministers
meening omtrent van Rijkswege te
neineii maatregelen ten einde uiitsie-
ring van stad en land door hinder
lijke reclames en geïllustreerde aan
kondigingen tegen te gaan.
Eenige leden, die met ingenomen
heid haddon kennis genomen van liet
voornemen om de aan jhr. mr. Victor
de Stuers aangeboden buste to doen
plaatsen in het Rijksmuseum, ineen
den dut in het vervolg plaatsing in
het museum van husles en beeltenis
sen, die ter huldiging van een jier-
soon worden aangeboden, muest wor
den geweigerd, immers het Rijks
museum is een kunstmuseum en
geen Rantneou of Ruiluiosmuhc. ^vi«u
gat iu overweging oen besluit te ne
men in den geest vau uen maatregel
vau ue Rational Goitruil Gallery to
Londen, die een termijn stelt van
minstens tien jaren, welke na ueu
dood moet verloopeu, voordat aan de
beeltenis van Uen overledene eene
plaats wordt ingeruimd.
Eenige leueu uaüueu met verwon
dering vernomen dat de Regeering
had afgedongen op liet aangevraagde
beui'ag voor openbare leeszalen tc be
steden.
Opgemerkt werd, dat een der sub
sidievoorwaarden steeds was, dat de
gelden slechts in geringe mate voor
aanschaffing van romans zouden
worden besteed.
Verscheidene leden zouden van
goedkeuring van dezen post moeien
afzien indien op ciit pun; de bepalin
gen niet streng worden gehandhaafd.
Verscheidene leden vroegen alsnog
©en subsidie op de begrooting te bren
gen voor het Concertgebouw te Am
sterdam.
Tegöii een geopperd denkbeeld oro
van de Nederlandsche Staatscourant
meer een nieuwsblad te maken, wor
uen bezwaren geopperd.
werxteu die. hoewel oud als de weg
van Kraliugen, bij al deze problemati
sche kunst van onze dagen, uitge
strekte speelruimte erlangen specu
latiezucht en snobisme.
Het zou te ver voeren cn buiten het
ambt van den „kuust"-vers!aggcver
vallen hierop verder in te gaan. Bo
vendien zou men van het publiek ter
rein te veel afdwalen en zich den
toorn van veel menschen op den hals
halen, van wie natuurlijk niemand
ooit zal toegeven uit snobisme of win
zucht te handelen, doch iedereen be
weren zal uitsluitend dit le doen om
dat men A.-mensch is. d. w. z. één
die „het" ziet.
Laten wij hen in vrede en trachten
wij, buiten deze meer oeconomischo
beschouwing om, bij een volgend be
zoek datgene naar voren le brenger,
wat ons als schilderwerk iets „ge
daan" heeft, zonder ons om dc aestne-
jisch© problemen, die ons blijkbaar
voorgelegd worden, verder bezorgd
te maken.
Men moet echter in geen geval ver
zuimen van deze juöiJijksche tentoon
stelling kennis te nemen. On; in (lea
warwinkel van het ultra-modernisir»
ook maar ©enigszins wegwijs te b!ij>
ven is een voortdurende kennisne
ming der wisselende productie nood
zak-'luk. Al is liet niet altijd eo»
pretje.
J. H. DE BOIS.
17 Nov. 1913.