Bumurs Dagsüd DERDE BLAD Donderdag 20 November 1913 Buitenlandsch Overzicht De Baikanvuïkaan. lïen rede van Berchtold over den Balkan. Graaf Berchtold, de minister van buitenliindschc zaken der Donau-mo- narchie verklaarde in de Hongaar- sche commissie voor buitenlandsche «aken, dat de uiterste gevolgen van de groote Oostersche crisis nog niet geheel en al kunnen worden voorzien. „liet ontzaglijke historische prozes, waarvan wij getuigen zijn geweest, moest zich afspelen, zoodra de Mo- hanimedaansche mogendheid niet meer bij machte zou zijn verder weer stand tc bieden", zoo vervolgde hij. .,De monarchie" heeft sedert gerui- men tijd vastgehouden aan de formu le van den status quo. De sympathie echter voor d-ï christelijke Balkansta ten, noopte haar zooveel mogelijk re kening tc honden met den toesiand, die het gevolg was van hun overwin ningen. De monarchie achtte haar grondge bied In den Balkan voldoende uitge breid, toen zij Bosnië en Herzegowi na had verworven. Het zou in strijd zijn geweest met onze algemeene be langen, zoo wij dit stnndpunt opgege ven hadden; wij moesten echter wel eenige speciale belangen laten gelden en konden daarom de voorgestelde formule van belangeloosheid niet aan vaarden. Die speciale belangen vorderden de schepping van een autonoom Aibanie, verhindering van de machtsiverplaat- sing in de Adriatische Zee en de schep ping van een stabielen toestand op het Balkanschiereiland door zooveel mogelijk vredelievende middelen. Door diplomatieke actie trachtten wij, na beëindiging der vijandelijkhe den, deze belangen tot hun recht te doen komen. Do onwelwillende houding, die op verschillende plaatsen in den Balkan en daarbuiten tegenover de eischen werd aangenomen, wekte een oogen- liiik de vrees, dat de goede verstand houding tusschen de mogendheden geschokt was en dat eén vredelieven de schikking onmogelijk zou zijn. De ze vrees gaf der regeeriug te Londen aanleiding tot het voorstel om een conferentie var ambassadeurs bijéén te roepen, onder bepaald voorbehoud echter, dal de oprichting van een autonomen All uneeschen staal buiten quaestie zou blijven en dat aan Ser vië niet anders dan een handelstoe- gang tot de Adriatische Zee zou wor den verleend. Wij waren overtuigd, dat wij zoodoende onze voornaamste eischen ingewilligd zouden zien en medewerken tot eeri vredelievende op lossing van de nog onafgedane quacs- tics". üorohtokl schetste vervolgens het verloop van de Loridensche conferen tie en bracht hulde aan don Engel- schen minister Grey. Hij voegde daaraan toe, dat op dat öogenblik de spanning in Europa nog niet was verminderd. „De militaire maatregelen van Rus land wekten ongerustheid en Bulga rije bleef zich verzetten tegen de ter ritoriale eischen van Roemenië. Deze feilen leverden wederom stof voor con flicten in het Oosten. De samenwer king van alle diplomaten, die in con ferentie vereenigd waren, was het middel om de handhaving van den vrede te verzekeren, Wij vervolgden hetgeen wij begonnen waren, wij lie ten ons echter overhalen tot menige concessie, die dikwijls moeilijk te doen waa ofschoon ons behoorlijke compensaties gegeven werden, wij wisten de hoofdpunten van ons pro gram aangenomen te krijgen en be waarden den vrede voor de monarchie tea einde onze belangen te kunnen handhaven. Bij dv vijandige houding, die onze zuidelijke buren tegenover onze eischen aannamen, zagen wi ons genoodzaakt tot militaire toebe reidselen". „Wij moesten militaire maatrege len nemen aan onze noordelijke grens, daar een Russische reserve lichting onder de wapenen was gehouden. De ze maatregel was echter door niets gerechtvaardigd, want onze verhou ding tot Rusland was van den meest vnendschappelijken aard. Na een ge- dachtenwisseling tusschen de beide keizers werden deze maatregelen ech ter opgegeven, voordat de crisis al te lang had geduurd". Van Kunst en Kunstenaars LXXIL Het is nu eenmaal hollen of stil- slaamn het tentoonstellingsleven. En als inen, bij toevallig langdurig ge brek aan werkelijk belangrijke ge beurtenissen, daarop een weinig aan gewezen blijft, dan kan het gebeuren dat men zes wokon lang werkelijk niets te vertellen heeft gehad en, van een buitenlandsche reis terug, plots op zijn tafel uilnoodigingen vindt van De Onafhankelijken. De Kunstkring kubisten, De Artisjokken. Deze laatste flauwe aardigheid, geëerde lezer, heb ik, helaas, zelf uilgevonden. Ter ver ontschuldiging diene, dat ik er me vrouw Schaap—Van der Pak uit sGraveland, die in het Groene Weekblad vau gisterenavond Arti's kunstideaal, wal men op het Haag- £che bmneiüiof zou noemen te gra zen neemt, een klein genoegen incc bereid. Het zij zoo. Met de zielsrust en de Bellier boveiunenscheiijke publieke onpartijdigheid, die wij ons voor deze gevallen reserveeren, hebben wij onze belangstelling in drie stukken geknipt en zullen ieder het zijne doon toekomen. Tc dien einde waren wij dezen jongsten Vrijdag reeds naar net Anisterdamsch Suasso-niuseum geslapt om door do derde tentoonstel ling van den Modernen Kunstkring1 Verder wees Berchtold er op waar om Oostenrijk pressie had uitgeoefend op Servië. Dit land bedreigde nl. den nieuwen Albaneeschen staat in zijn bestaan. Servië gaf wijselijk satisfac tie aan Oostenrijk, waoFdoor het ge vaar voor complicaties uit den weg werd geruimd. Keizer Frans Jozepli aan 'Iwoord. De keizer ontving Woensdagmiddag in den Hofburg de leden der Oosten- rij ksche en H^nganrsche delegaties en sprak in antwoord op de huldebe tuigingen der presidenten V3n de de legaties, deze toe. De keizer constateerde met voldoe ning, dat aan den oorlogstoestand in den Balkan een einde is gekomen en dat Oostenrijk-Hongarije, wegens hu" groote belang, dat het bij de Adrïati sche Zee heeft, in samenwerking met Italië de toestemming der mogendhe den heeft weten te verwerven voor de stichting van een vorstendom Alba nië. De betrekkingen tusschen Oosten rijk en de ar-dere mogendheden zijn van vriendschappelijken aard. Het Drievoudig Verbond is de krachtige beschermer van den vrede gebleven. Het bezoek van den Duitschcn kei zer was een bewijs voor de intieme vriendschap tusschen Duitschland en Oostenrijk. De keizer constateerde, dat de nood zakelijkheid oir. in den afgeloopén winter het leger op voet van oorlog te houden aanzienlijke uilgaven had ge- vorderd. Dank zij het leger en de ma rine heeft d. regeering echter haar doel kunnen bereiken. Verder vermeldde de keizer nog, dat de ontwikkeling van Bosnië en Her- zegowina, ondanks den oorlog, goede vorderingen heeft gemaakt. Wederzijdsche beschul digingen. De Bulgaarsche regeering stelt voor een internationale enquête te houden naar de wreedheden dóór de Grieken gepleegd tegen Bulgaarsche soldaten en ambtenaren, die tijdens den. oorlog gevangen werden genomen. De Griekscho regeering beschuldigt van soortgelijke feiten de Bulgaarsche regeering. Wat de Bulgaarsche soldaten be treft die gevangen genomen zijn en afkomstig uit de gebieden, die sedert aan Servië zijn afgestaan, verklaart de Bulgaarsche rc-geering dat deze zijn gevangen genomen als. Bulgaar sche soldaten en dus moeten worden overgegeven aan de Bulgaarsche auto riteiten. Devorstvan Albanië. Uit Bocoharest wordt aan de Neue Freie Presse bericht, dat prins Wil helm zu Wied van Slnaja, de residen tie van koning Carol van Roemenië, naar Potsdam vertrokken is. En ver der, dat de mogendheden thans van gedachten wisselen over de Albaneo sche trooncjuaestie Zoodra die bespre kingen ten einde zijn, zal, overeen komstig hei besluit van de Londen- sohe conferentie, den prins de kroon van Albanië formeel aangeboden wor den. Ds toestand In Mexico. Berichten bij het departement van buitenlandschfi zaken te Washington ontvangen toon en, dat de' opstand in Mexico" zich snel uitbreidt, in het Noorden, Zuiden en Oosten. Alle- spoor wegb ruggen tusschen Tampieo en Victoria zijn vernield. De rails ten noorden van Victoria zijn opgebro ken. De verbinding is volkomen ver broken. De vrienden van Huerla verklaren, dat deze interventie waarschijnlijk acht. Hij zond bevelen aan de gouver neurs der staten, om dadelijk het aan tal troepen op te geven, dat zij gereed kunnen hebben voor Donderdag, den dag der opening van net Congres. Volgens de otlicieele verklaring zijn deze bevelen het gevolg van een on langs uitgevaardigd besluit, om de legersterkte uit te breiden tot luO.uuu man. Emgeland heeft twee oorlogsschepen naar Mexico gezonden, om de Engel- sche belangen te beschermen. Aller,el De politieke toestand in Europa. De Russische ministerpresident Ko- kowzof, die na zijn bezoek aan Pa rijs, thans te Berlijn verblijd, ont ving daar eenige journalisten, die met hem kwamen spieken over den poll- tieken toestand in Europa. De minister verwees naar zijn uitin gen in de Fransche bladen, die hem in Frankrijk den naam van een „on- verbeterlijken optimist" bezorgden. Het optimisme (zei hij tot een redac teur van do ,,BerI. Lokal Anzeiger") beleerd to worden aangaande de jong ste wentelingen en evoluties vau diens leden, alsmede daar keunis te mogen maken met eenige barbaarsche kunst, ter opluistering door dezen geïmi teerd. Er zouden zich echter donkere wolken boven ons hoofd en de glazen b&kapping des museums samenpak ken. liet was tegen drie uur reeds zóó donker in do zalen, dat zelfs van Kandinsky's kleur-uitspansel zoo als de heer Steenhoff in dezelfde Groene van gisterenavond diens schilderijen noemt niet veel meer te zien overig bleef en men in één der zalen zijn parapluie zou opgestoken hebben, zoo deze niet bij de vestiaire in beslag genomen was. Dat wij desondanks veel genoten hebben, pleit zonder twijfel voor het werk. Wat artisten als Aima en Mondrian thans maken is zóó overvula van intimiteit, dat zo best in het schemeruur genoten wordt. En van het barbaarsche in Konïsjalowski's werk gaan, ten voor-| deel, in 't halfduister de scherpe pun ten af ucn ga ik er deze week nog eens heen. Schelfhout, Le Fauconnier en diens vriend Conrad Kickert, den lezers van Haarlem s Dagblad geen onbekende, Jan Sluyters, verdie nen dat het volle licht op hunne wer ken valt, als men ze serieuselijk en van goeden wille gaat bekijken. Ik had dus, zoudt ge zeggen, gevoegelijk nog weer een weekje kunnen wachten met mijn bericht en ge zoudt geliik dat ik in Frankrijk toonde Js nog steeds de grondslag van mijn denk wijze. Zoolang d? groote mogendhe den den wil toonen om oprecht saam ie werken, zie ik goen gövarcn. In het laatste jaar zijn wij, dank zij" die samenwerking, over zooveel moeilijk heden heangekomen, dat wij alle hoop mogen hebben voor de toekomst. Ik wil alleen maar wijzen op de Al- banische rruaestie, wijl zij de laatste was; ook deze is zoo tamelijk wel als opgelost te beschouwen. De eenige quaestie die nog hangende is. is die der Aegeische eilanden: ik kan no3 niet zeggen hoe die opgelost zal wor den, daar ik dit zelf niet weet. Maar de mogendheden zuilen door hun ver tegenwoordigers te Londen zeker ook voor die qjjaestic een oplossing weten te vinden. Over de Dardanellcnquaeslie. waar bij Rusland, blij'kens uitingen der Russische bladen thans weer bijzon der geïnteresseerd is, kon de minister zich niet uitlaten Ilij verzekerde nog maals dat zijn reis geen politieke Iw- doelingen heef;. In Berlijn wilde hij slechts Keizer Wilhelm en den Rijks kanselier bezoeken. Te Parijs heeft dt minister zic.li bezig gehouden met dc onderhandelingen over de Russische leening, die de door den staat gega- randrerde spooiwogribligaties, tot een bedrag van 500 millioen francs betrof. Binnenland AANRANDING? Uit tV'ylre wordt aan de „Limb Koer." geifleldt Toen het dochtertje der echtelieden J. K. 's middags na schooltijd een boodschap voor hare ouders naar Wittum ging doen, bemerkte zij aan Hoog-Cartïls gekomen, dat een ke rel, in lompen gekleed, zich achter liet struikhout verborgen hield. Eensklaps kwam hij op haar aan, greep haar bi; de keel, en riep,,Je geld of je- le ven". Toen het kind zei, dat ze geen geld had, onderzocht de kerel lot tweemaal toe hare zakken, zeggen de „als je durft schreeuwen, steek ik je dezen aardappel in je mond, of ik schiet je dood." Zijn revolver op hei kind richtende, zei hij „Ik heb nog vier andere wapens in tnjjn zak ken", en trok een wapen te voor schijn, dat hij het kind liet zien, zeg gende „Nu kun je gaan, maar als je nog eens komt, schiet ik je locli dood. Ik ben nergens bang voor. Ken je mij? Ik heb geen naam!" DoodelijK verschrikt en weenp.nde toog het kind naar Wylre, aan hare ouders vorenstaand verhaal vertellende. VERDRONKEN. Uit het water van de Bleekcrskade te Gouda werd het lijk van den fa brieksbaas W. opgehaald. Door de duisternis misleid, is hij vermoede lijk te water geraakt en verdronken. Hij laat een vrouw en 4 kinderen aehter, ZOEKI Naar de „Avp." verneemt,' moeten de teekeningen, destijds door nu wij len den heer Van Nleukerken, archi tect, voor het aan den Ouden Schove- ningschen weg tegenover het Vredes paleis te stichten gebouw der Ba- laafsche Petroleummaatschappij ver vaardigd, ten stadliuize zijn wegge raakt, verdwenen of gestolen. De re cherche onderzoekt de zaak. BRANDEN. Gisterenmiddag, terwijl loodgieters bezig waren met leggen der goten, ontstond brand in de bekapping van de arbeiderswoning van den heer J. K., te Wenum. Door den hevigen wind aangewakkerd grepen de vlammen zoo snel om zich heen, dat er aan redding niet viel te deu ken eu hehaive de inooedel twee gel ten en een pink in de vlammen om kwamen. Huis en inboedel waren ver zekerd. STAATSBEGROOTING 1914. Bïnneidandsche Zalien., (Voorloopig Verslag.) Blijkens uen aanvang vau ue Me morie vau Toelichting zijn uoor uen Minister op uc omwerp-negrootiiig, welke hij Dij zijne kouxst aan het De partment aantrof, veisduiienue pos ten geschrapt. Zoo daartegen geen be zwaar bestond, zouden sommige le den gaarne vernemen, welke posten die „nog voor eeing uitstel vatbaar scneneu en op welker terugkeer der halve geiekenu ra oei worden, voorna melijk bedoeld worden. Van verscmlk-uue zijden verzocht men de Regeeriug aan de grensrege ling tusschen gemeenten hare aan- uacht te wijden. Versclulleuue leden wezen op het groot belang van een goeden uitslag in de wetgeving voor de samenwer king der gemeenten. krijgen, onmiddellijk, indien niet, door dezen stap in het duister, mijn aandacht ware blijven hangen bijeen quaestie. die zich aan mij, op weg naar huis, opdrong ter overweging. Ik had in den schemer ui genoeg van dezen Kandinsky, dezen Kontsja- lowski gezien, en ben op dat punt al zoo verhard, dat liet „nil mirari" mij als het ware op mijn neus geschreven staat, dat ik mij weer, als zoo vaak reeds, kon afvragen niet, waarom doch, voor wie zijn deze dingen ge maakt. De makers prijzen (ik bedoel: voorzien van prijzen) hun werk, eu niet zuinig ook. De bedoeling is dus klaarblijkelijk er anderen, tegen ver goeding, gelukkig mede te maken. Maar.... het l'art-pour-l'art-principo wordt door de meeste modernen, en zeker de ultra's onder hen, zoo con sequent doorgevoerd, dat per slot van de rekening vaak alleen do maker zelf nog zeggen kan wal er op z'n doek staat en zeker bij uitsluiting alléén in staat is. ervan den zin, dien hij be weert er in gelegd te hebben, te out- blooten. We staan met deze keeren aan het andere uiterste der lijn, die met de zuivere opdracht-schilderijen der zestiend'eeuwers aanvangt. Dóór was hei de verbruiker, die aan den vervaardiger opdractit gaf, door de zen volgaarne uitgevoerd, hiér heb ben wij den producent die maling heeft aan de consumenten, en die, trotsch op zijn z.g. „vrije" kunst beoefening van dezen niets dan hun Wijziging van de artt. 12! en 122 der Gemeentewet kwam dezen leden urgent voor. Ook werd gevraagd, hoe de Regee ring denkt over den meermalen ge- udten wcnsch om voor de behartiging van bepaalde belangen samenwer king van gemeenten te verzekeren door liet scheppen van publiekrechte lijke organisaties in den geest van de Duitsche „Zwcckvorbfinde". Voorts werd Ministers meening gevraagd omtrent de weigering van den voorzitter van ©en stembureau te Amsterdam om eenc vrouw, die op de kiezerslijst voorkwam, tot de stem ming toe te laten. In het bijzonder wenschte men te vernemen of de Mi nister hot beroep van den voorzitter op de Grondwet juist achtte. Andermaal werd aangedrongen op eene wettelijke regeling der rechts positie van gemeente-ambtenaren. Geklaagd werd over het optreden van ue Ainstcrdamsche politie op 25 Juni j.l. tegenover deelnemers aan eene bijeenkomsi van de Amsterdam- sche afdeeling der sociaal-democrati sche arbeiderspartij, die. toen zij na afloop (tier bijeenkomst in volmaakte orde onder het zingen van socialisti sche liederen naar den Dam waren getrokken, aldaar door de politie met geweld uit elkaar zou zijn gedreven, terwijl de president der bijeenkomst reeds aanstalten maakte de menigte te verzoeken naar huis terug te kee ren. Men verzocht den Minister een onderzoek naar dit optreden der poli tie in te stellen en de resultaten daarvan, onder bijvoeging van zijn oordeel, aan de Kamer mede te dee- len. .uen stelde prijs op uitvoerige in lichtingen in de bekende zaak van den burgemeester van Uithuizen. Verscheidene leden zouden 's Minis ters oordeel willen vernemen over de wenschelijkheid van eene herziening' der Drank vvet. Met behoud van het steisel, zoudèn, naar sommigen op merkten, talloozo onbillijkheden, waartoe de wet leidt, kunnen worden verwijderd. Sommige leden kwamen terug op de wenschelijkheia, de jaarwedde van de Commissarissen der Koningin te verhoogen. Nu ,e Milltiewet eenigen tijd in werking is, hoopte men, dat de Mi nister nadere mededeelingen zou kun nen dóen omtrent de resultaten van uwe uc,. voor zoover uie niet de werk zaam heden, aan zijn Departement verricht, verband houden. Wederom maakte de vraag, of een verplicht examen voor verplegers en verpleegsters behoort te woruen inge steld, een onderwerp van bespreking uit. Sommige leden verklaarden er zich voor. Het uenkbeeld werd geuit de bevoegdheid om te verplegen af hankelijk te stellen van een stage van enkele jaren in een ziekenhuis. Aangedrongen werd op een alge meene keuring van levensmiddelen. Men meende dat de Regeering de pogingen kan Steunen om viscb als volksvóëdsel ingang le doen vinden. Eenige leden achtten aanvulling der Begrafeniswet noodig, opdat het binten i.,.jitf< eiuat, uai lijkverbran ding strafbaar is. Am.ereu weüsduen buiten twijfel te zieïr gesteld, nat lijkverbranding is toegelaten en verzochten verruiming vun ue wet in die richting. Sommige lenen betuigden hunne in stemming met het bekende adres van mr, S. van Houten c, n., strekkende tot w ijziging onzer wetgeving om een einde te maken aan het bestaande artsenmoiiopoli© en de vrijheid te hergeven om zich tot herstel zijner gezondheid te laten behandelen door wierf men verkiest. Andere leden wa ren van oordeel, dat in de adressen een geyaurlijke richting werd aange geven en wezen op het kwaad door kwakzalverij gesticht. Gevraagd werd ter zjj'u .en aanzien vun deze aange- mgeinieid. Men vroeg of binnenkort een wets voorstel is te verwachten, regelende ue gevolgen van wateromtrekking aan den bouein uoor uitbreiding of aanleg van waterleidingen veroor- zu.ci.vi. Men drong met klem hierop aan» ijj algemeen betuigde men insiem- uuu g iiieL ae or ga n. sane van het nieuwe Rijksbureau voor tlrinitwater voorziening en men hoopte, oal ueze instelling tot eene spoeuige afdoening vc.i verschiiienue plannen zou lei den. .„I werd op gewezen, dat 's Mims- tiüs aiuotsvourganger omtrent, de subsiuieermg van Vereenigingen tot besu ijUAUg uer tuberculose een nader onuerzoea nou toegezegd men vroeg of uit nau plaats gonad en niet welke resultaten. Gevraagd werd hoe het staat met de herziening uer Nederlaudsche TTiariducopee. Anuermoui werd geklaagd over het te hoog opvoeren van de sfischen van betaling wenscht, waartegenover hij dan wel zoo vriendelijk wil zijn, dien sukkel den weg naur de zuivere kunst te wijzen. 1-Ioe gaarne speelt de moderne ar tist den „opvoeder" over zijn land en tijdgenooten, het meest hij wiens oeuvre zelf nog liet diepst in theoreti sche windselen ligt ingebakerd. Men kan liet dien tijdgenooten niet kwa lijk nemen, zoo ze niet immer van die opvoeding gediend zijn en hier is ze ker wel eene verklaring te vinden voor liet angstwekkend aangroeien van het schilderend, het artistiekerig proletariaat. Is dat altijd zoo ge weest Ligt het weer aan den slom pen zin van den beschouwer, die ach terlijk is en rustig genegeerd, vanzelf wel zal komen nieesukkelen als zijn tijd dadr is. Ik geloof liet niet. Bij al hel discussiabele wat er voor de oude re heeren uit den jeugdtijd der Maris- sen etc. in dier werk lag, daarover was geen moeniugsverschil, dat die jongens liet „vak" kenden, al maak ten zij er dan ook naar dc meening dier conservatieven uit h u n tijd, een miserabel gebruik van. Doch bij do nieuwste artisten van onze dagen staat men van tijd tot tijd voor het dilemma kan die nou wat, of kan dio niks? Verontschuldig, bid ik u, even deze Amsterdamsche orthographic. En het dilemma is niet op te lossen door bij de artisten zelf om voorlich ting te gaan hunne waardeeringen verschillen onderling als kameelen Regeerlitgswege gesleld voor de ver pleging van krankzinnigen. Andermaal werd gewezen op de on gunstige voorwaarden, waaronder 't verplegend personeel van het gesticht te Mcdemblik zijn arbeid verricht, en aangedrongen op eene regeling, die dit personeel eene vaste positie en pensioen verzekert. Sommige leden wenschten wijziging der Armenwet, in dien zin, dat de verplegingskosten van armlastige; krankzinnigen steeds ten laste van het Rijk komen. Enkele leden vestigden er de aan dacht op, dat van sommige burgerlij- ke armbesturen vaststaat, dat zij de ingevolge art. 369 der Invaliditeitswet te verwachten uitkeering in minde ring zullen brengen van de thans door hen gegeven ondersteuning. Zij ach ten zulks in strijd inet den geest van onze tegen woord ige armen wetgeving. Verscheidene leden betwijfelden of (le Regeering door subsidién voor werkverschaffing aan valide armen beschikbaar te stellen, den goeden weg betreedt. Verscheidene leden brachten de eiscnen ter sprake, welke voor het verkrijgen van den docioralen graad gestelu worden. Sommigen hunner waren van meening, dat de dociors- titel al te veel afhanKelijk is gesteld van voorafgaande examens. Een bijzonder punt betiof de wijze van verkrijging van het doctoraat In ue rechtswêienschap. Verschillende iedeu betoogden an-, dermaal, dat de promotie op stellin- gen wederom moest worden vervan gen door den oisch van het schrijven een er dissertatie. Tegenover voorstanders van het verplichtend stellen der dissertatie werd door andere leaon betwijfeld, dat daarin oen voldoende waarborg zou zijn te zien voor de wetenschap- pel ij ke ontwikiicling van aen uoctu- raniius. Gevraagd werd of ue Minister ge- neigu is slappen te doen tot hel in stellen van beurzen voor minvermo genden. die aan liocger onderwijs voorafgaand underrient willen ge- melen. Men vroeg 's Ministère oordeel over de ontgroening. Sommige leueu betreurden, dat nog aan .geen onzer universiteiten onder wijs wordt gegeven in de homoeopa- thisohe geneeskunst, zoodat men daarvoor naar het buitenland heeft te gaan. Eenige leden drongen aan op de aanstelling van hoogleeraren in de paedagogie. Men vroeg een leerstoel voor de sociale hygiëne en 's Ministers oor deel over een leerstoel voor steden bouw aan ue j eciniiscne Tiooge- scliooL ue totstandkoming van een Neder- ianusche Handels-lioogeschool had men algemeen met instemming ver nomen. üuuiuiige ieuen vroegen instelling van een afzonderlijke inspectie voor het Middelbaar technisch onuerwi.js. Uit uenüoeeld vond bij anderen be 6ti'ij ding. Ais piaatsen, waar eene middelbare leclinisclie school groot nut zou kun nen stichten, werden genoemd Arn hem, Haarlem, .Groningen en Maas tricht. Vooral echter werd de aan dacht op de Haagsche Academie ge vestigd, dio reeds jaren op steun der Regeering wacht. Ook zouden verschillende leden gaarne de oprichting van eene mid delbare technische school te Haarlem v,.<izftkerd zien. Van verscndiende zijden werd een wettelijke regeling van het vakonder wijs bepleit, ook in verband met de regeling der subsidiés en de-daaraan te verbinden' voorwaarden. Op wettelijke regeling werd ook vooral aangiHi rongen met het oog op do pensionneering der leeraren. Betoogd werd, dat de te verwach ten wettelijke regeling ook betrekking zal moeten hebben op het leerling-' wezen. Verscheidene leden drongen bij de Rc-geering met nadruk op maatrege ien aan o:u den achterstand, welke j naar h i. op liet gebied van tiet iagei Onuerwijs in uen loop der jaren is ontstaan, met spoeu in te halen. In zake ue opleiding van onuerwij- zers. leerplicht der kinderen, staats toezicht, valt veel te verbeteren. De opmerking werd gemankt, dat liet onuerwijs op sommige plaatsen lijdt onder het handhaven van zeer bejaarde onderwijzers eu onderwij zeressen. Weuerom werd gewezen op kunst matige opvoering van het aantal leerlingen op 15 Januari, hetzij ter verkrijging van hooger subsidie, waar ue leerkrachten reeds aanwezig zijn, hetzij om tot het aanstellen van meer leerkrachten te geraken. Geklaagd werd opnieuw over de opdrijving van schoolgeld in sommi ge gemeenten om aldus de bijzondere &cüool te bevorderen. van dobbelsteenen. En bij hen die ge acht worden met gezond verstand en kalmte des gemoeds den loop der dingen te volgen, vindt ge ook een zekere onrust, die heel iets anders is dan het gradueel versdiil van min of meer, hetwelk bij iedere beoordeeling mogelijk, ja zelfs noodzakelijk is. Een groot doek, van een tot dusver mij bij name zelfs onbekenden schilder. Ten Holt genaamd, viel den heer Steen hoff „in "t bijzonder op, niet om de zonderlinge voorstelling, maar om de daariu betoonde kracht der overtui ging" De heer Gio van het Handelsblad, een kalm en uiterst welwillend man, die steeds zijn best doet ook hem on sympathieke verschoningen eerlijk te bespreken, „zou zich afvragen willen of dit schilderij niet wel eens een Ju- lia-grap zou kunnen blijken Ik zelf heb noch van een voorstelling iets bemerkt, noch geloof ik dat Julia van de familie dezes kunstenaars is. Intusscbcn hier is geen gradueel verschil i» waardeering meer. hier is het eenvoudig A. ziet het en B. ziet het uiet en C. gelooft dat hij voor den gek gehouden wordt. Het logisch ge volg van een en ander is, dat de kunstenaar, om voor deze zaken afzet te vinden, bij de groep A. terecht moet komen. En nu ziju die A.-men- schen in aantal gemeenlijk beperkt de uitverkorenen- Dat zou er dus voor den oriist heel slecht uitzien als er niet twee factoren in het nroces mede- Onze Lachhoek AAN HAAR VERLANGEN VOL DAAN. Hij. Nog dikwijls denk ik aan onze jeugd. Wat waren we toen domt Zij. Wij?... Ik verzoek je, in 's enkelvoud te spreken. Hij. Nu, wat was jij toen dom! Merkwaardig, dat de menschen zoo gaarne hun geld uitgeven om hunne gezondheid te verwoesten, en zoo on gaarne om die te herstellen! Ook werden klachten vernomen over medewerking van gemeentebe sturen om de openbare school door eene bijzondere te vervangen. Van verschillende zijden werd ge vraagd wat de Regeering ten aanzien van de regeling van het voorberei dend onderwijs denkt te doen. Men achtte eene wettelijke regeling met het oog op de opleiding der leerkrach ten, de salarissen en subsidieer::^ volstrekt noodig. Op de urgentie van de wijziging der Leerplichtwet werd andermaal gewe zen. alen vroeg hoogere uitkeering vooi het openbaar en tiet hijzonder herlia- lingsonderwijs en wees op verkeerde gevolgen van de hoogc-re subsidieo- ring van het M. U. L. O. Naar aanleiding van de intrekking van het wetsontwerp betreffende ont slag van onderwijzeressen bij huwe lijk. werd opgemerkt, da: voorziening te dezer zake toch niet kan uitblij ven. Verscheidene leden waren teleurge steld over het uitblijven van een late re jaarweddenregeling voor dc onder wijzers. s Ministers standpunt werd ge vraagd in zake de school vergaderin gen. De eischen, bij Koninklijk besiuil voo' schoolbouw gesteld, werden te hoog geacht. Men vroeg voortzetting van den cursus in spieken aan de Rijks-Kweekschool te Groningen en subsicüeering van de vereëniging tot het houden van voordrachten met lichtbeelden. Vele leueu konden zich niet verceui- gen met ue voorstel len-in zake de su- larieering der onderwijzers b.j de Rijksnormaallessen. Vele leden wenschten een eenvormige salu'ris- regeling met een salaris van f SO per wekelijkse!» lesuur. Men vroeg den Minister qf liij geneigd is leerplicht tot zwakzinnigen uit te breiden en inlichtingen over den toestand van den Bond voor Lichamelijke Opvoe ding. M011 vroeg of de indiening eerst daags is te verwachten van een wette lijke regeling van I-et archiefwezen. Gevraagd werd om een wettelijke re geling tot Lescherming van monu menten. Scherpe alheuring werd uit- gesprokou over ue veruwijutiig van vie wuriu&eeKenihgeh in het z.g. „Zweet kamertje van het Academiegebouw te Leiden. Eeuige leden verzochten s Ministers meening omtrent van Rijkswege te neineii maatregelen ten einde uiitsie- ring van stad en land door hinder lijke reclames en geïllustreerde aan kondigingen tegen te gaan. Eenige leden, die met ingenomen heid haddon kennis genomen van liet voornemen om de aan jhr. mr. Victor de Stuers aangeboden buste to doen plaatsen in het Rijksmuseum, ineen den dut in het vervolg plaatsing in het museum van husles en beeltenis sen, die ter huldiging van een jier- soon worden aangeboden, muest wor den geweigerd, immers het Rijks museum is een kunstmuseum en geen Rantneou of Ruiluiosmuhc. ^vi«u gat iu overweging oen besluit te ne men in den geest vau uen maatregel vau ue Rational Goitruil Gallery to Londen, die een termijn stelt van minstens tien jaren, welke na ueu dood moet verloopeu, voordat aan de beeltenis van Uen overledene eene plaats wordt ingeruimd. Eenige leueu uaüueu met verwon dering vernomen dat de Regeering had afgedongen op liet aangevraagde beui'ag voor openbare leeszalen tc be steden. Opgemerkt werd, dat een der sub sidievoorwaarden steeds was, dat de gelden slechts in geringe mate voor aanschaffing van romans zouden worden besteed. Verscheidene leden zouden van goedkeuring van dezen post moeien afzien indien op ciit pun; de bepalin gen niet streng worden gehandhaafd. Verscheidene leden vroegen alsnog ©en subsidie op de begrooting te bren gen voor het Concertgebouw te Am sterdam. Tegöii een geopperd denkbeeld oro van de Nederlandsche Staatscourant meer een nieuwsblad te maken, wor uen bezwaren geopperd. werxteu die. hoewel oud als de weg van Kraliugen, bij al deze problemati sche kunst van onze dagen, uitge strekte speelruimte erlangen specu latiezucht en snobisme. Het zou te ver voeren cn buiten het ambt van den „kuust"-vers!aggcver vallen hierop verder in te gaan. Bo vendien zou men van het publiek ter rein te veel afdwalen en zich den toorn van veel menschen op den hals halen, van wie natuurlijk niemand ooit zal toegeven uit snobisme of win zucht te handelen, doch iedereen be weren zal uitsluitend dit le doen om dat men A.-mensch is. d. w. z. één die „het" ziet. Laten wij hen in vrede en trachten wij, buiten deze meer oeconomischo beschouwing om, bij een volgend be zoek datgene naar voren le brenger, wat ons als schilderwerk iets „ge daan" heeft, zonder ons om dc aestne- jisch© problemen, die ons blijkbaar voorgelegd worden, verder bezorgd te maken. Men moet echter in geen geval ver zuimen van deze juöiJijksche tentoon stelling kennis te nemen. On; in (lea warwinkel van het ultra-modernisir» ook maar ©enigszins wegwijs te b!ij> ven is een voortdurende kennisne ming der wisselende productie nood zak-'luk. Al is liet niet altijd eo» pretje. J. H. DE BOIS. 17 Nov. 1913.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 9