BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 8 BAANDER ÖROOTE HOUTSTRAAT 55 DRUKKERIJ ZUIDER BÜTTENSPAARNE 6. 31e Jasrgsng ZATERDAG 29 NOVEMBER 1913, No 9340 DE ZATERDAGAVOND HAAfU-EftTB DAGSLAD KOST OF >0 CENT PER WEEK. IN HAARLEM'S DAGBLAD BJW ABVERTEMTÊK DOELTREFFEND. ONZE AMNONCES WORDEN OPGEWERKT flet Rijke Natuurleven WINTERGASTEN. Heel wat vroolijko zangers trokken al maanden geleden weg, om in war mer streken den winter door te bren gen. Ze lieten ons alleen met de dorre velden en naakte boomen en ware het niet, dat een hcele vogelgroep ons trouw bleef en enkele andere gevleu gelde vrienden uit kouder gewesten tot ons kwamen, dan zou de natuur als uitgestorven lijken. Van de vogels, die slechts geduren de de wintermaanden ons klimaat bo ven dat van hufi zomerverblijfplaats prefereeren is.de koperwiek een van de merkwaardigste. Deze zanger is nu weer overal waar te nemen, waar maar veel kreupel hout wordt gevonden. In den omtrek van Haarlem vliegen ze vaak bij honderdtallen rond en vooral als de vorst den voedselvoor raad heeft verminderd en er gebrek komt op het vrije veld, wagen de ko perwieken zich steeds dichter bij onze woningen on als dousballetjes schar relen ze over de bevroren graskantjes. Wat ze dan vinden is haast niet uit te maken, maar ondanks do kou de zoeken ze onophoudelijk en schij nen dit vaak met succes te doen. ZoO oppervlakkig bekeken, verschil len ze weinig van de gewone grauwe lijsters. Hun gespikkeld pakje en hun grootte doen onmiddellijk aan dezen bekenden zanger denken, maar zoodra worden de vleugels niet wat bewogen, of er is geen vergissing meer mogelijk. twee zijden, onder de vleugels en ook de onderkanten van deze laat ste zijn fraai koperkleurig. Bruinrood zijn daar alle veertjes en mooi steken deze bij liet verdere vederkleed af. Als go tie Koperwieken wilt leeren kouncii, behoeft ge slechts op deze mooie roestvlekken te lel,ben. Ze zijn oen onfeilbaar keiileeken. Hoogst zel den zijn deze vogels hier broedend gevonden, Hun 'nest maken ze in le koudere streken, waarheen ze in net voorjaar verhuizen. Als do nachtegaal hier jubelt tus- Bchen het jonge groen, de zwarte me rci nog mooier glanst dan in den winter en de zanglijster zijn meise- 'aarsl'aloht laat bewónderen, vindt de soperwiek, dat we zijn gezelschap wel kunnen missen en in een paar dagen zijn al deze winlervrienden verdwe nen. Met deze vogels doen ook de bonte kraaien hun intrede. Zij zijn de genioedelijikste gasten, die even tevreden hun zware stem doen hoorei), als de najaarsstormen door het woud gieren, als bij zacht, zonnig herfstweer. Hun evenbeeld, wat vorm en groot; te betreft, de gewone kraai, mag voor il azen op dierlijk voedsel, bessen en andere vruchten slechts als toe spijs gebruiken, de bonte kraai gaat zi'b mei genoegen te buiten aan de vruchten der duindoorns, hoewel hij een muis niet versmaadt en zelfs een mol, die een luchtje komt scheppen, zonder ecnïge voorzorg; in zijn tlu- weelen pakje grijpt. De meeste bonte vrienden, die in den winter hier verblijf houden, be wonen in den zomer Noord-Engeland, Siberië en Oost-Europa. Als daar in het najaar de koude begint te nijpen, komen ze bij honderden naar zoeter streken en dan wordt half Europa met bonte kraaien overstroomd. In verschillende streken der aarde, wordt deze vogel aangetroffen en waar zijn gebied grenst aait dat der zwarte kraaien ziet men vaak krui singsproducten, die vooral door het vederkleed afwijken van de ouders. Komen koperwie-en en bonte kraai- Bi) ons slechts in den winter bezoe- ïen, de overige vogels, die we nu nog liier aantreffen kunnen we ook den heelen zomer door waarnemen, al zijn er heel wat, die bier niet wer den uitgebroed, maar zwerven van bet zuiden naar het noorden van het oosten naar het westen en omge keerd en die hun standplaats in een dag tijiris vaak een paar maal verla ten. Trouw zijn eigenlijk alleen de slechte vliegers zooals fazanten en patrijzen. Deze laatste vogels verblijven het liefst op de graanvelden, al kan men ie ook wel in de duinen waarnemen. Reeds vroeg in het voorjaar heb ben de gevechten der mannetjes plaats, die elkander een wijfje be twisten. Als de naren zijn gevormd, worden ;le eieren al heel gauw gelegd, in een eenvoudig kuiljc in den grond. Veel werk maken de patrijzen niet van hun nest, maar met zorg wordt het dozijn eieren bewaakt en het broedende wijfje kan rustig zijn, zoo lang de gespoorde liaan op post slaat. Bespeurt deze onraad, dan laat hij zijn eigenaardige waarschuwingsto nen hooren en in een oogwenk heeft 'het wijfje of zich piat neergelegd, of het is, snel loopend. een eind van het nest af gegaan, om eerst op grooten afstand op te vliegen. Zooals do hen haar kuikens be schermt, zoo zorgt ook de patrijs voor haar jongen. Het gevaar is groot. Allerlei roo- vers loeren op deze kleine diertjes. Dreigt er onraad, dan roept de oude patrijs haar donsbolletjes bij elkaar en de beschuttende kleuren van net vederkleed en de uitgespreide vleu gels doen hun werk zoo goed, dat daardoor heel wat jonge dieren aan den vijand ontkomen. Ook het vochtige weer is nadeelig. Dat er in natte zomers honderden patrijsjes omkomen, daarvan welen de jagers mee te praten en als de weinig in 't oog loopende kleuren en do snelle vermenigvuldiging niet voor compensatie zorgden, zouden de pa trijzen'door de regenrijke zomers der laaste jaren en niet minder door de vervolging, waaraan zo bloot staan, allang tot de zeldzaamheden behoo H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen DE KINDERKLEEDING. Het kieedingvraagst.uk heeft in de laatste jaren ai heel wat pennen in beroering gebracht! Veel is er over ge- scureven hoe de vrouw zich practise!), tiygicmscii en smaakvol zal kiéeo'eh. .gen zijn ér voor ge'or- rtusii er uiugo- eii tegen van uespronen 1 al les guit. voiwassen v ru net levou geroepen, noen zemen ziet Wen wo nen en nro speciaal voor a woeien ontworpen zijn. wel worut de uainéa- woue soms voor Kinuerj urken m toe passing gomticnl en meestal zijn u© liever zeggen uat zo op mij dien in- uruK muiten; want net geiut hier ©ene Kwestie van smaak, en daarover valt nu eenmaal met i© twisten. Wat ue een mooi vinut, vrnut ue anuer besnst leeiijK. Nu maakt op mij z-oo'n naai de mode genieeu kind, steeus een pijn- scuto ..,,1» w een Éneus, ui© wij net uier zal ziju ais het al die pi tuien ai Kan scnuduen. iset zoo veigaat t nei nuid dat een neeri, ure er zoon modern m een meuwetwelsch roKje, waarin net Zien ternauwernood itewegeu Kan, en op die w ijz© beieinmerd worut in zijn natuur lijke bewegingen. Zoolang nu het kina nog in aue opzichten liuiu is, neeft het alleen slecüis de last van ui© weinig practiscne „rnooi- keiijke' kleerey; maar erger wordt net op den leeinjd dat net kind meisje wordt, want haar heb ik natuurlijk op het oog; uo jongens zjju ei' w mi opzicht veel gelukkiger aan toe, om dat bun ,de jongenskiel nog om ue schouderen glijdt"' dan dreigt veel grooter gevaar. De bakvischjes leef tijd is een gevaarlijke leeftijd, waar in net meisje tot vrouw gevormd moet worden. De indrukken, die het kind dan opdoet, zijn indrukken voor het leven, want het is eigenaardig om op ie merken, noe een meisje alles onthoudt wat zij m die jaren onder vindt. Daarom zou ik allen moeders willen toeroepen: kleedt uw meisjes in die jaren eouvoudig, opdat ze niet door haar kleeren de aandacht op zich vestigen en daarin een behagen gaan scheppeu! Om dit doel te berei ken, moet ge allerminst gebruik ma ken van de toiletjes, die de confectie magazijnen u bieden, en die van uw kinderen miniatuur-dametjes maken, terwijl ze nog op de schoolbanken zit ten. Koop voor uw kind, uw schoolgaand meisje een degelijke stof en maak er een jurk van, die het kind gemakke lijk zit, zonder hooge boorden of nau we manchetten, zonder plooieD, die door aitvouwen ontsierd worden, doch met voldoende ruimte, dat het kan loopen en op een fiets springen zon der dat door die beweging de onder- kleeding te voorschijn komt. Verder neme men zooveel mogelijk waschbare stolfen, opdat de meisjes niet den gan- scheai winter in een zelfde jurk naar school behoeven te na3n. -hetgeen' wei nig-hygiënisch is. De eenvoudige Thierbach-modellen of z.g. zes uurs jurken kan ik de moeders niet genoeg aanbevelen; ze behoeven geen andere garneering dan een eenvoudige, wit te kraag en een ceintuur en kleeden elk meisje lief en eenvoudig. Vervol gens geve men het kind een flinke, degelijke ulster of wintermantel die do zoom der jurk geheel of gedeelte lijk bedekt en uw kind kan er rustig op uitgaan. Ze behoeft geen vrees te hebben haar kleeren to bederven en gij. moeders, behoeft niet te vreezen, dat uw kind door baar kleeding do aandacht op zioh zal vestigen. Voor gekleed kan men hetzelfde model in toepassing brengen; men kiest dan wat mooier stof en brengt wat versie ring aan in den vorm van een bor duursel of galou langs den halsrand en de mouwen en een mooiere zijden of fluweelen ceintuur, die het kleedje een meer gdkleed of feestelijk aan zien geeft. Een ander voordeel van deze prac- tisehe, eenvoudige kleeding is: dat iedere moeder ze zelf kan vervaardi gen en haar dochters kan leeren het zelfde te doen; hetgeen de meisjes de gelijkheid en zuinigheid leert. Laten ze haar kunst in fraaie handwerken verder benutten tot versiering barer kleeren, hetgeen zooveel beter is dan tijd te besteden aan vaak onnuttige handwerkjes en wat haar zeker heel wat meer voldoening zal schenken. De patronen van do z.g. zes uurs jurken kan men bekomen in bijna allé steden waar het belkende favorite- album verkocht wordt. MARIE VAN AM.STEL. Vrouwenlist. (Naai- het Eiigelsoh).,' Mr. James GapJey trok de voordeur met een slag achter zich dicht, en ging langzaam zijn kleine zitkamer binnen. Honderdvijfti'g gulden! kondigde hij op teleurgestolden toon aan. Niets meer dan honderdvijftig gulden! Dat noemen zij nu nog een legaal? Het lijkt meer -op een fooi! Kom, dat is zoo kwaad nog niet! bracht zijn vrouw hiertegen in. Het is meer, dan ik verwachtte. In elk gé val zal het geld ons heel goed to pas komen. Heb je het al gekregen? Mr. Cap'.ey gooide een (klein linnen zaïsje met geld op de tafel. Door een kleine handbeweging van zijn vrouw gewaarschuwd, stak hij liet zakje haastig weer in zijn zak. Wij hebben, allerlei nieuws noo- dig voor de huishouding, zei ze op beslisten toon. De keukenkast staat vol ouden rommel en wat do tafel lakens betreft... Jij krijgt zestig gulden, merkte Mi-. Capley lot verbazaingwan zijn vrouw op. En de rest zullen wij besparen? stelde zij voor. Of neen, gebruik jij er nog dertig gulden van voor je zelf. dan zullen wij de overige zestig gul den opsparen. Denk je dat iik een gierigaard ben? vroeg Mr. Capley. En wat zou den dan al die meiischen wel zoggen, die mij gefeliciteerd hebben? Ik zal hun er toch iets van dienen te laten meuken. Bovendien heb ik een plan netje gemaakt. Dit legaat zal mij on afhankelijk maken. Je hebt mij beloofd dat je nooit weer naar de wedrennen zoudt gaanl riep zij angstig uit. Hoe zou jo mij vinden als rente nier'? vroeg hij, haar wenkend, dat zij hein moest laten uitspreken. Ik heb zoo genoeg van dat w erk op het kantoor en het begint mij zoo te vervelen. Aan het eiudo van de week neem ik mijn ontslag. Negentig gulden zou dus voldoen de moeten zijn om ons de rest van ons leven in stand te houden! vroeg zij ontsteld. Waar denk je aan? Ik weet precies wat ik denk, ant woordde hij op vagen toon. Daar tan een massa geld van gemaakt wor den. Alleen zul jij er wat moer werk door krijgen. O! antwoordde Mrs. Capley. En jij dan? Ik zal de verantwoordelijkheid;tö dragen hebben, zei haar echtgenoot plechtig. Denk jo er misschien over om naar Park Laaie te gaan verhuizen en daar je vermogen te verteren? vroeg zij spottend. Of heb je het oog op een buitengoed of een auto? Neen, wij zullen blijven, waar we zijn en alles zal precies zoo gaan als tot nu toe. behalve dat ik niet meer naar mijn kantoor zal gaan. Wij zullen commensaals gaan hou den. Commensaals? Of betalende gasten, als jo dat lie ver hooit, zei hij toegevend. Mi-s. Capley kwam dadelijk met groote welsprekendheid tegen dit plan op. Mr. Capley luisterde naar haar met het air van iemand, die met een lastig kind te maken heoft en herin nerde haar er aan dat zij bij zekere officieel© gelegenheid drie dingen be loofd had. Ja, maar iik ben heelemaal niet bekend met het houden van commen saals, zei zo. Eu wat het voordeel daarvan betreft... Het is niets andere dan een quaestie. van huishouding, zei hij tot tiaar. Jo moet maar goerl jo "oogen do kost geven en zoo zorgen dat al- los in orde is. Bovendien zal ik zeif ook een handje meehelpen als iik toe vallig thuis ben, wanneer er iets bij zonders gebeurt. Dat beteekent dat je van plan bent z'ooveel mogelijk uit te gaan om je te amuseéren, terwijl ik binnens buis moet zwoegen 1 veronderstelde zij op bitteren toon. Jij zult in dien tijd ons legaat verspillen, en... Wat heeft het voor nut je er te gen le verzetten, als ik stijfhoofdigar ben dan jij? vroeg Mr. Capley 'open hartig. Ik heb over alles goed nage dacht, zeg ik je. Jij ikrijgt zestig gul den om allerlei nieuws voor het hui3 te koopen, om te maken dat het er aantrekkelijk uitziet voor de commen saals, die wij zullen krijgen. En ik zal do rest van het gold onder mijn berusting nemen voor onvoorziene uitgaven. Alvorens zich in het onvermijdelij ke te schikken trachtte Mrs. Capley de som die haar achtenswaardig© echtgenoot haar voor de huishouding 'had.toegedacht to vergrooten tot hon.- do.rcltwinJ.ig gulden. Mr. Capley kwam daar echter be slist tegen op en overhandigde haar met tegenzin zestig gulden. Om aan verdere disrussies over dit onderwerp te ontsnappen, gaf hij te kennén, dat hij het ijizer wonschte te smeden, terwij] het heel was en ging haastig uit om een kaart te koopen, die voor het venster geplaatst zou aanduiden dat daarbinnen zeer be- geerenswaardige gemeubileerde ka mers te krijgen waren. Alleen gelaten gaf Mrs. Capley vrij spel aan haar gewaarwordingen door tweemaal achter elkaar de ka- mor te stoffen, toen ging zij ook nh om haar zestig gulden met een soort van wild genot aaD allerlei noodzake lijkheden voor het huishouden uit te geven. Toen zij terugkeerde zag ze dat Mr. Capley het vensier van de zitkamer al voorzien had van do eenvoudige aankondiging. „Kamers le huur" en daarna weer was uitgegaan. Een poos lang stond zij mei grooten tegenzin naar den achterkant van de kaart te kijken. Daarop trilde er een lichte glimlach om haar lippen, en verdiep te zij zich weer in gepeinzen. Eindelijk stond zij met meer zelf vertrouwen in haar blik op en nam de kaart van het venster weg. Eerst laat in den avond kwam Mr. Capley terug en zijn vrouw kwam lieni met een waarschuwende vinger voor de lippen tegemoet, Mag ik in mijn eigen huis niet eens zingen? vroeg hij. Mrs. Smith! fluisterde zij terug, Mrs. Smith? Ouze betalende gast, legde zij uit. Is van middag gekomen. Een eenigszins eigenaardige oude dame. Maar iik geloof dat zij mij er heel goed voor zal betalen. Het is niet ver standig om haar den eersten avond, dat zij hier is, al onaangenaam te zijn. Noem, dot mag niet, stemde hij hij toe. Maar ik ben intusschen blij, dat wij al zoo gauw met iemand zijn klaar gekomen. Ik hen bang dat het jou in het begin niet heel goed zal bevallen, ant woordde zij. Om maar eens iets te noemen, Mrs. Smith kan een rook lucht in huis niet uitstaan. Je zult het rooken binnenshuis moeten laten. Het schijnt een vreemd soort van oude dame tc zijn, bracht hij hier tegen in. Dat is zij ook. Maar zij zal mij goed betalen, daarom mag ik niet klagen. Mij dunkt, het ligt meer aan mij om over niet klagen te spreken! ant woordde hij. Ik ben een beetje ver moeid en zal nu maar liever naar bed gaan. In de achterkamer, zei ze hem. Mrs. Saiïth heeft de mooiste slaapkamer gekregen. Maar die achterkamer is een armzalig klein kamerlje! bromde hij. Dat zei zij ook, antwoordde Mrs. Capley. Daaróm wilde zij die kamer niet nemen. Ontstemd zocht Mr. Capley 't kleine achterkamertje op en bracht daar oen slechten nacht door op een bed waarvan een peluw en twee kussens waren afgenomen om het Mrs. Smith meer naar den zin te maken. Den volgenden morgen stijl en ver kleumd ontwakend, kleedde Mr. Cap ley zich aan en gtng naar beneden om tot de ontdekking te komen, dat er geen schij'ntje van een ontbijt voor hem was klaar gemaakt, Mrs. Smith wil pas over een uur haar ontbijt hebben, zei zijn vrouw in antwoord op zijn verontwaardigd roe pen. Maar ik kan niet wachten! Ik moet óver oen half uur op het kantoor zijn! bulderde hij. Dat is waar ook! Dat was ik ver geten. Je moet denken nu ik Mrs. Smith in huis heb, houdt dat mij zoo druk bezig, dat ik zulke kleinigheden vergeet, Kleinigheden? schreeuwde Lij woedend. Toen klaarde zijn gezicht op. Ocl), ik ikan buitenshuis ontbij ten, en over minder dan veertien da gen zal ik mijn eigen meester zijn jin in bed te blijven ljggen en op mijn ontbijt te wachten zoo lang als ik verkies. Hij liep naar de deur maar. werd op het punt van te vertrokken tegen gehouden door Mrs. Capley die hem zacht bij den arm greep en hem ver zocht haai- vier en twintig gulden te löenen. Jo begrijpt, zei ze, Mrs. Smith verlangt allerlei lekkers en extra's. En het maakt zoo'n slechten indruk haar to vragen, of zij vooruit wil be talen. Mr. Capley. moest het redelijke van dat wzoek toegeven en vertrok naai zij n kantoor' met vier en twintig gul den minder in zijn zak, somber over denkende dat aan alles in het leven toch een keerzijde was. Hij kwam op lunchtijd terug om tot de ontdekking te komen dat er nog een paar half koude restjes op hem wachtten. Mrs. Capley maakte haar excuus door te zeggen dat Mrs Smith onver wachts haar lunch een uur vroeger had willen hebben, en dat er geen tijd was geweest om voor Mr. Capley een tweede maal klaar te maken. Maar, dit is heelemaal geen eten! zei Mr. Capley, woedend over de onmogelijkheid om zijn honger te stillen. Ik heb genoeg van jouw oude juf.fr. Smith. Zeg haar dat zij kan oprukken en weg meet zijn, voordat ik van avond thuis kom. Ik zaJ haar met een week opzeg gen, als je dat wilt, zei zijn vrouw. Maar ik kan haar (le deur niet uit zetten niet zonder haar een week kostgeld uit te betalen. Dat slaat in de wet, moet je weten, voegde zij er bij vertrouwende, op de onwetendheid m haar echtgenoot. Mi-. Capley ging in een uiterst som ber© stemming weer naar zijn kan toor. Maar toen hij dien avond weer thuis kwam, wachtten heüi nog meer onaangenaamheden. Dat is wat moois! riep zijn vrouw met tranen in de oogen uit. Mrs Smith is ziek geworden heel ziek, zegt de dokter. En en het is besmettelijk. Besmettelijk? zei de huisheer angstig tegen de deur steun zoekend. Ja en ik kan niet anders doen dan hopen dat jij het niet krijgt nu je met haar in hetzelfde huis woont. De dokter vertelde mij dat mannen het lichter overnemen en er veel er- gei aan lijden dan vrouwen; Misschien misschien, zou ik beter doen met een poosje ergens an ders ouder dak te gaan? stelde hij voor. Ik zal een pakje maken "van mijn kleeren, eri Do dokter heeft mij speciaal ge zegd, dat er geen kleeren uit het huis mogen gaan. En dat is nog niet eens alles! Mrs. Smith zegt dat zij een ver volging togen ons zal instellen, zoo dra zij beter is. Zij beweert dat ik haar gisterennacht tusschen vochtige lakens heb laten slapen! Laat haar haar gang gaan! zei Mr. Capley. Zij zal het niet winnen. Dat is juist, wat zij verdient. De dokter schijnt te denken, dat zij het zal winnen, antwoordde Mrs. Capley droevig. Je moet weten, dat Ik haar de nieuwe lakens die ik kocht gegeven heb en zij zijn, zeker een beetje vochtig geweest. En zij is een lastig© oude dame. Wat het ons zal kosten, weet ik niet. Aardig wat, dat durf ik zeggen. Hoor eens, ik zal Daar haai- toe gaan en liet met haar uit maken! ?.ei hij woest. Ik zal haar eens laten zien 1 Ilij had het portaal al bereikt toen zijn vrouw tusscbonboide kwam. Maar als je de ziekte nu over* neemt? vroeg ze. Dat vergat ik! riep Mr. Capley uit. Toen holde hij de trap weer af en wendde zich nu met een woedend© speech tot zijn echtgenoote. Woedend al haar werk afbrekend, beval hij haar naar Mrs. Smith toe te gaan en te zorgen dat zij Van dio vervolging afzag. Mrs. Capley was langon tijd boven. Mr. Capley hevig dampende liep in tusschen in groot ongeduld de straat op en neer. Zij wil het voor geen oent minder dan zestig gulden doen, kondigde Mrs. Capley eindelijk terneer gesla gen aan. Ik heb haar gebeden en ge smeekt maar het geeft niets. Zij zegt dat zij morgen naar een ziekenhuis zal gaan als wij haar condities wil len aannemen, en als wij dat niet doen dan zal zij hier blijven tol zij weer beter is en dan kan het ons nog heel wat meer kosten. Het dient tot niets tegenover een dergelijk© vrouw od zijn stuk te bi ij- en staan. Ik hoop alleen dat het voor jou een lesje zal wezen, dat is alles. Jouw groote zorgeloosheid is van al les de oorzaak, ik zal nu aan bet werk moeten' blijven, en We zijn misschien een volgen den keer gelukkiger. En misschien treffen wij het nog slechter! Neen, ik ben van plan aan het werk te blijven. Ik zal Zaterdag maar géén ontslag vragen en ik hoop dah maar dat jij het voelen zult, dat ik door jouw schuld moet blijven sloven eii zwoegen. Geef die oude heks haar zestig gulden maar! zei hij haar do geld stukken toegooiend. Met de zestig gulden en de' vier en twintig dio je gehad hebt, rest mij nu mets dan zestig cents ongeveer. Zoo is er een legaat verspild ik zou al leen wel willen, dat ik er zelf wat meer van genoten had. Hij was zoo volkomen verslagen dat zijn vrouw onwillekeurig mede lijden met hem had. Ik heb maar twaalf gulden ge bruikt van de vier en twintig, die je mij gaf, zei ze. Hier heb'je het overi ge. Neem lie* en huur voor de rest van de week ergens een kamer. Eu als je Zaterdag terugkomt, dan zal ik zorgen, dat Mrs. Smith verdwenen is en liet huis geheel schoon gemaakt en ontsmet. Ik moet nu naar binnen om voor haar avondeten te zorgen! besloot zij haastig. Kom niet voor Zaterdag terug, het mocht te gevaar lijk zijn. Tol ziens Zij keerde zich om en snelde naar binnen. Mr. Capley hield de woor den in, die hem op de lippen kwa men en liep in sombere stemming do stad in. Den volgenden dag bracht Mrs. Capley, dio ten volle genoot van haar rijheid met betrekking tot de huis houdelijke plichten ecu bezcek aan het postkantoor. Vijf en zeventig gulden in elk geval gered! fluisterde zij, terwijl zij het postkantoor binnentrad. En zestig gul den gebruikt voor het huis. Op dia manier is er maar vijftien gulden verspild, en ik heb er nog een soort vacantiedag van. Ik zou wel eens wil len weten wat hij zeggen zou als hij hij wist dat de slaapkamer aan den voorkant al dien tijd leeg is geweest. Een fatale vergissing. Waarom Paulientje, dat hoofdig meisje, er vriendelijk voor bedankte, ten huize van haar rijken oom aan "u goed leventje deel te nemen en er de voorkeur aan gaf, het bescheiden stukje brood als onderwijzeres aan eeii Meisjesschool, met alle kleine er gernissen In die omgeving, te eten? Zij was ongeveej- twintig jaar oud en stond overigens geheel alleen op da wereldoom Staknian had al het mo gelijke gedaan, ofschoon hij hardnek kig celibatair scheen te zijn, om het lieve kind te nopen, vroolijkheid en gezelligheid in zijn huis te brengen ze had niet gewild. Toch had Pauline zich zeer goed met het oppertoezicht over het bedie nend personeel kunnen belasten en de rol van vrouw des huizes kunnen ver vullen maar of zij het minder voeg zaam achtte, met een ongehuwden bloedverwant onder één dak te leven, öf dat zii bang was voor huwelijks-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 19