BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 8 BAANDER
ÖROOTE HOUTSTRAAT 55
DRUKKERIJ ZUIDER BÜTTENSPAARNE 6.
31e Jasrgsng
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1913,
No 9340
DE ZATERDAGAVOND
HAAfU-EftTB DAGSLAD KOST
OF >0 CENT PER WEEK.
IN HAARLEM'S DAGBLAD BJW
ABVERTEMTÊK DOELTREFFEND.
ONZE AMNONCES
WORDEN OPGEWERKT
flet Rijke Natuurleven
WINTERGASTEN.
Heel wat vroolijko zangers trokken
al maanden geleden weg, om in war
mer streken den winter door te bren
gen.
Ze lieten ons alleen met de dorre
velden en naakte boomen en ware het
niet, dat een hcele vogelgroep ons
trouw bleef en enkele andere gevleu
gelde vrienden uit kouder gewesten
tot ons kwamen, dan zou de natuur
als uitgestorven lijken.
Van de vogels, die slechts geduren
de de wintermaanden ons klimaat bo
ven dat van hufi zomerverblijfplaats
prefereeren is.de koperwiek een van
de merkwaardigste.
Deze zanger is nu weer overal waar
te nemen, waar maar veel kreupel
hout wordt gevonden.
In den omtrek van Haarlem vliegen
ze vaak bij honderdtallen rond en
vooral als de vorst den voedselvoor
raad heeft verminderd en er gebrek
komt op het vrije veld, wagen de ko
perwieken zich steeds dichter bij onze
woningen on als dousballetjes schar
relen ze over de bevroren graskantjes.
Wat ze dan vinden is haast niet
uit te maken, maar ondanks do kou
de zoeken ze onophoudelijk en schij
nen dit vaak met succes te doen.
ZoO oppervlakkig bekeken, verschil
len ze weinig van de gewone grauwe
lijsters. Hun gespikkeld pakje en
hun grootte doen onmiddellijk aan
dezen bekenden zanger denken, maar
zoodra worden de vleugels niet wat
bewogen, of er is geen vergissing
meer mogelijk.
twee zijden, onder de vleugels
en ook de onderkanten van deze laat
ste zijn fraai koperkleurig.
Bruinrood zijn daar alle veertjes
en mooi steken deze bij liet verdere
vederkleed af.
Als go tie Koperwieken wilt leeren
kouncii, behoeft ge slechts op deze
mooie roestvlekken te lel,ben. Ze zijn
oen onfeilbaar keiileeken. Hoogst zel
den zijn deze vogels hier broedend
gevonden, Hun 'nest maken ze in le
koudere streken, waarheen ze in net
voorjaar verhuizen.
Als do nachtegaal hier jubelt tus-
Bchen het jonge groen, de zwarte me
rci nog mooier glanst dan in den
winter en de zanglijster zijn meise-
'aarsl'aloht laat bewónderen, vindt de
soperwiek, dat we zijn gezelschap wel
kunnen missen en in een paar dagen
zijn al deze winlervrienden verdwe
nen.
Met deze vogels doen ook de bonte
kraaien hun intrede.
Zij zijn de genioedelijikste gasten,
die even tevreden hun zware stem
doen hoorei), als de najaarsstormen
door het woud gieren, als bij zacht,
zonnig herfstweer.
Hun evenbeeld, wat vorm en groot;
te betreft, de gewone kraai, mag
voor il azen op dierlijk voedsel, bessen
en andere vruchten slechts als toe
spijs gebruiken, de bonte kraai gaat
zi'b mei genoegen te buiten aan de
vruchten der duindoorns, hoewel hij
een muis niet versmaadt en zelfs een
mol, die een luchtje komt scheppen,
zonder ecnïge voorzorg; in zijn tlu-
weelen pakje grijpt.
De meeste bonte vrienden, die in
den winter hier verblijf houden, be
wonen in den zomer Noord-Engeland,
Siberië en Oost-Europa. Als daar in
het najaar de koude begint te nijpen,
komen ze bij honderden naar zoeter
streken en dan wordt half Europa
met bonte kraaien overstroomd.
In verschillende streken der aarde,
wordt deze vogel aangetroffen en
waar zijn gebied grenst aait dat der
zwarte kraaien ziet men vaak krui
singsproducten, die vooral door het
vederkleed afwijken van de ouders.
Komen koperwie-en en bonte kraai-
Bi) ons slechts in den winter bezoe-
ïen, de overige vogels, die we nu
nog liier aantreffen kunnen we ook
den heelen zomer door waarnemen,
al zijn er heel wat, die bier niet wer
den uitgebroed, maar zwerven van
bet zuiden naar het noorden van het
oosten naar het westen en omge
keerd en die hun standplaats in een
dag tijiris vaak een paar maal verla
ten.
Trouw zijn eigenlijk alleen de
slechte vliegers zooals fazanten en
patrijzen.
Deze laatste vogels verblijven het
liefst op de graanvelden, al kan men
ie ook wel in de duinen waarnemen.
Reeds vroeg in het voorjaar heb
ben de gevechten der mannetjes
plaats, die elkander een wijfje be
twisten.
Als de naren zijn gevormd, worden
;le eieren al heel gauw gelegd, in
een eenvoudig kuiljc in den grond.
Veel werk maken de patrijzen niet
van hun nest, maar met zorg wordt
het dozijn eieren bewaakt en het
broedende wijfje kan rustig zijn, zoo
lang de gespoorde liaan op post slaat.
Bespeurt deze onraad, dan laat hij
zijn eigenaardige waarschuwingsto
nen hooren en in een oogwenk heeft
'het wijfje of zich piat neergelegd, of
het is, snel loopend. een eind van het
nest af gegaan, om eerst op grooten
afstand op te vliegen.
Zooals do hen haar kuikens be
schermt, zoo zorgt ook de patrijs voor
haar jongen.
Het gevaar is groot. Allerlei roo-
vers loeren op deze kleine diertjes.
Dreigt er onraad, dan roept de oude
patrijs haar donsbolletjes bij elkaar
en de beschuttende kleuren van net
vederkleed en de uitgespreide vleu
gels doen hun werk zoo goed, dat
daardoor heel wat jonge dieren aan
den vijand ontkomen.
Ook het vochtige weer is nadeelig.
Dat er in natte zomers honderden
patrijsjes omkomen, daarvan welen
de jagers mee te praten en als de
weinig in 't oog loopende kleuren en
do snelle vermenigvuldiging niet voor
compensatie zorgden, zouden de pa
trijzen'door de regenrijke zomers der
laaste jaren en niet minder door de
vervolging, waaraan zo bloot staan,
allang tot de zeldzaamheden behoo
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
DE KINDERKLEEDING.
Het kieedingvraagst.uk heeft in de
laatste jaren ai heel wat pennen in
beroering gebracht! Veel is er over ge-
scureven hoe de vrouw zich practise!),
tiygicmscii en smaakvol zal kiéeo'eh.
.gen zijn ér voor ge'or-
rtusii er uiugo-
eii tegen van
uespronen 1
al les guit.
voiwassen v
ru net levou
geroepen, noen zemen ziet Wen wo
nen en nro speciaal voor a woeien
ontworpen zijn. wel worut de uainéa-
woue soms voor Kinuerj urken m toe
passing gomticnl en meestal zijn u©
liever zeggen uat zo op mij dien in-
uruK muiten; want net geiut hier ©ene
Kwestie van smaak, en daarover valt
nu eenmaal met i© twisten. Wat ue
een mooi vinut, vrnut ue anuer besnst
leeiijK. Nu maakt op mij z-oo'n naai
de mode genieeu kind, steeus een pijn-
scuto ..,,1» w een Éneus, ui©
wij net uier zal ziju ais het al die
pi tuien ai Kan scnuduen.
iset zoo veigaat t nei nuid dat een
neeri, ure er zoon modern
m een meuwetwelsch roKje, waarin
net Zien ternauwernood itewegeu Kan,
en op die w ijz© beieinmerd worut in
zijn natuur lijke bewegingen. Zoolang
nu het kina nog in aue opzichten
liuiu is, neeft het alleen slecüis de
last van ui© weinig practiscne „rnooi-
keiijke' kleerey; maar erger wordt
net op den leeinjd dat net kind meisje
wordt, want haar heb ik natuurlijk
op het oog; uo jongens zjju ei' w mi
opzicht veel gelukkiger aan toe, om
dat bun ,de jongenskiel nog om ue
schouderen glijdt"' dan dreigt veel
grooter gevaar. De bakvischjes leef
tijd is een gevaarlijke leeftijd, waar
in net meisje tot vrouw gevormd
moet worden. De indrukken, die het
kind dan opdoet, zijn indrukken voor
het leven, want het is eigenaardig om
op ie merken, noe een meisje alles
onthoudt wat zij m die jaren onder
vindt. Daarom zou ik allen moeders
willen toeroepen: kleedt uw meisjes
in die jaren eouvoudig, opdat ze niet
door haar kleeren de aandacht op
zich vestigen en daarin een behagen
gaan scheppeu! Om dit doel te berei
ken, moet ge allerminst gebruik ma
ken van de toiletjes, die de confectie
magazijnen u bieden, en die van uw
kinderen miniatuur-dametjes maken,
terwijl ze nog op de schoolbanken zit
ten.
Koop voor uw kind, uw schoolgaand
meisje een degelijke stof en maak er
een jurk van, die het kind gemakke
lijk zit, zonder hooge boorden of nau
we manchetten, zonder plooieD, die
door aitvouwen ontsierd worden, doch
met voldoende ruimte, dat het kan
loopen en op een fiets springen zon
der dat door die beweging de onder-
kleeding te voorschijn komt. Verder
neme men zooveel mogelijk waschbare
stolfen, opdat de meisjes niet den gan-
scheai winter in een zelfde jurk naar
school behoeven te na3n. -hetgeen' wei
nig-hygiënisch is. De eenvoudige
Thierbach-modellen of z.g. zes uurs
jurken kan ik de moeders niet genoeg
aanbevelen; ze behoeven geen andere
garneering dan een eenvoudige, wit
te kraag en een ceintuur en kleeden
elk meisje lief en eenvoudig. Vervol
gens geve men het kind een flinke,
degelijke ulster of wintermantel die
do zoom der jurk geheel of gedeelte
lijk bedekt en uw kind kan er rustig
op uitgaan. Ze behoeft geen vrees te
hebben haar kleeren to bederven en
gij. moeders, behoeft niet te vreezen,
dat uw kind door baar kleeding do
aandacht op zioh zal vestigen. Voor
gekleed kan men hetzelfde model in
toepassing brengen; men kiest dan
wat mooier stof en brengt wat versie
ring aan in den vorm van een bor
duursel of galou langs den halsrand
en de mouwen en een mooiere zijden
of fluweelen ceintuur, die het kleedje
een meer gdkleed of feestelijk aan
zien geeft.
Een ander voordeel van deze prac-
tisehe, eenvoudige kleeding is: dat
iedere moeder ze zelf kan vervaardi
gen en haar dochters kan leeren het
zelfde te doen; hetgeen de meisjes de
gelijkheid en zuinigheid leert. Laten
ze haar kunst in fraaie handwerken
verder benutten tot versiering barer
kleeren, hetgeen zooveel beter is dan
tijd te besteden aan vaak onnuttige
handwerkjes en wat haar zeker heel
wat meer voldoening zal schenken.
De patronen van do z.g. zes uurs
jurken kan men bekomen in bijna
allé steden waar het belkende favorite-
album verkocht wordt.
MARIE VAN AM.STEL.
Vrouwenlist.
(Naai- het Eiigelsoh).,'
Mr. James GapJey trok de voordeur
met een slag achter zich dicht, en
ging langzaam zijn kleine zitkamer
binnen.
Honderdvijfti'g gulden! kondigde
hij op teleurgestolden toon aan. Niets
meer dan honderdvijftig gulden!
Dat noemen zij nu nog een legaal?
Het lijkt meer -op een fooi!
Kom, dat is zoo kwaad nog niet!
bracht zijn vrouw hiertegen in. Het
is meer, dan ik verwachtte. In elk gé
val zal het geld ons heel goed to pas
komen. Heb je het al gekregen?
Mr. Cap'.ey gooide een (klein linnen
zaïsje met geld op de tafel. Door een
kleine handbeweging van zijn vrouw
gewaarschuwd, stak hij liet zakje
haastig weer in zijn zak.
Wij hebben, allerlei nieuws noo-
dig voor de huishouding, zei ze op
beslisten toon. De keukenkast staat
vol ouden rommel en wat do tafel
lakens betreft...
Jij krijgt zestig gulden, merkte
Mi-. Capley lot verbazaingwan zijn
vrouw op.
En de rest zullen wij besparen?
stelde zij voor. Of neen, gebruik jij
er nog dertig gulden van voor je zelf.
dan zullen wij de overige zestig gul
den opsparen.
Denk je dat iik een gierigaard
ben? vroeg Mr. Capley. En wat zou
den dan al die meiischen wel zoggen,
die mij gefeliciteerd hebben? Ik zal
hun er toch iets van dienen te laten
meuken. Bovendien heb ik een plan
netje gemaakt. Dit legaat zal mij on
afhankelijk maken.
Je hebt mij beloofd dat je nooit
weer naar de wedrennen zoudt gaanl
riep zij angstig uit.
Hoe zou jo mij vinden als rente
nier'? vroeg hij, haar wenkend, dat zij
hein moest laten uitspreken.
Ik heb zoo genoeg van dat w erk
op het kantoor en het begint mij zoo
te vervelen. Aan het eiudo van de
week neem ik mijn ontslag.
Negentig gulden zou dus voldoen
de moeten zijn om ons de rest van
ons leven in stand te houden! vroeg
zij ontsteld. Waar denk je aan?
Ik weet precies wat ik denk, ant
woordde hij op vagen toon. Daar tan
een massa geld van gemaakt wor
den. Alleen zul jij er wat moer werk
door krijgen.
O! antwoordde Mrs. Capley. En
jij dan?
Ik zal de verantwoordelijkheid;tö
dragen hebben, zei haar echtgenoot
plechtig.
Denk jo er misschien over om
naar Park Laaie te gaan verhuizen en
daar je vermogen te verteren? vroeg
zij spottend. Of heb je het oog op een
buitengoed of een auto?
Neen, wij zullen blijven, waar
we zijn en alles zal precies zoo gaan
als tot nu toe. behalve dat ik niet
meer naar mijn kantoor zal gaan.
Wij zullen commensaals gaan hou
den.
Commensaals?
Of betalende gasten, als jo dat lie
ver hooit, zei hij toegevend.
Mi-s. Capley kwam dadelijk met
groote welsprekendheid tegen dit plan
op. Mr. Capley luisterde naar haar
met het air van iemand, die met een
lastig kind te maken heoft en herin
nerde haar er aan dat zij bij zekere
officieel© gelegenheid drie dingen be
loofd had.
Ja, maar iik ben heelemaal niet
bekend met het houden van commen
saals, zei zo. Eu wat het voordeel
daarvan betreft...
Het is niets andere dan een
quaestie. van huishouding, zei hij tot
tiaar. Jo moet maar goerl jo "oogen
do kost geven en zoo zorgen dat al-
los in orde is. Bovendien zal ik zeif
ook een handje meehelpen als iik toe
vallig thuis ben, wanneer er iets bij
zonders gebeurt.
Dat beteekent dat je van plan
bent z'ooveel mogelijk uit te gaan om
je te amuseéren, terwijl ik binnens
buis moet zwoegen 1 veronderstelde
zij op bitteren toon. Jij zult in dien
tijd ons legaat verspillen, en...
Wat heeft het voor nut je er te
gen le verzetten, als ik stijfhoofdigar
ben dan jij? vroeg Mr. Capley 'open
hartig. Ik heb over alles goed nage
dacht, zeg ik je. Jij ikrijgt zestig gul
den om allerlei nieuws voor het hui3
te koopen, om te maken dat het er
aantrekkelijk uitziet voor de commen
saals, die wij zullen krijgen. En ik
zal do rest van het gold onder mijn
berusting nemen voor onvoorziene
uitgaven.
Alvorens zich in het onvermijdelij
ke te schikken trachtte Mrs. Capley
de som die haar achtenswaardig©
echtgenoot haar voor de huishouding
'had.toegedacht to vergrooten tot hon.-
do.rcltwinJ.ig gulden.
Mr. Capley kwam daar echter be
slist tegen op en overhandigde haar
met tegenzin zestig gulden.
Om aan verdere disrussies over dit
onderwerp te ontsnappen, gaf hij te
kennén, dat hij het ijizer wonschte te
smeden, terwij] het heel was en ging
haastig uit om een kaart te koopen,
die voor het venster geplaatst zou
aanduiden dat daarbinnen zeer be-
geerenswaardige gemeubileerde ka
mers te krijgen waren.
Alleen gelaten gaf Mrs. Capley vrij
spel aan haar gewaarwordingen
door tweemaal achter elkaar de ka-
mor te stoffen, toen ging zij ook nh
om haar zestig gulden met een soort
van wild genot aaD allerlei noodzake
lijkheden voor het huishouden uit te
geven.
Toen zij terugkeerde zag ze dat Mr.
Capley het vensier van de zitkamer
al voorzien had van do eenvoudige
aankondiging. „Kamers le huur" en
daarna weer was uitgegaan. Een poos
lang stond zij mei grooten tegenzin
naar den achterkant van de kaart te
kijken. Daarop trilde er een lichte
glimlach om haar lippen, en verdiep
te zij zich weer in gepeinzen.
Eindelijk stond zij met meer zelf
vertrouwen in haar blik op en nam
de kaart van het venster weg.
Eerst laat in den avond kwam Mr.
Capley terug en zijn vrouw kwam
lieni met een waarschuwende vinger
voor de lippen tegemoet,
Mag ik in mijn eigen huis niet
eens zingen? vroeg hij.
Mrs. Smith! fluisterde zij terug,
Mrs. Smith?
Ouze betalende gast, legde zij
uit. Is van middag gekomen. Een
eenigszins eigenaardige oude dame.
Maar iik geloof dat zij mij er heel
goed voor zal betalen. Het is niet ver
standig om haar den eersten avond,
dat zij hier is, al onaangenaam te
zijn.
Noem, dot mag niet, stemde hij
hij toe. Maar ik ben intusschen blij,
dat wij al zoo gauw met iemand zijn
klaar gekomen.
Ik hen bang dat het jou in het
begin niet heel goed zal bevallen, ant
woordde zij. Om maar eens iets te
noemen, Mrs. Smith kan een rook
lucht in huis niet uitstaan. Je zult het
rooken binnenshuis moeten laten.
Het schijnt een vreemd soort
van oude dame tc zijn, bracht hij hier
tegen in.
Dat is zij ook. Maar zij zal mij
goed betalen, daarom mag ik niet
klagen.
Mij dunkt, het ligt meer aan mij
om over niet klagen te spreken! ant
woordde hij. Ik ben een beetje ver
moeid en zal nu maar liever naar
bed gaan.
In de achterkamer, zei ze
hem. Mrs. Saiïth heeft de mooiste
slaapkamer gekregen.
Maar die achterkamer is een
armzalig klein kamerlje! bromde hij.
Dat zei zij ook, antwoordde Mrs.
Capley. Daaróm wilde zij die kamer
niet nemen.
Ontstemd zocht Mr. Capley 't kleine
achterkamertje op en bracht daar
oen slechten nacht door op een bed
waarvan een peluw en twee kussens
waren afgenomen om het Mrs.
Smith meer naar den zin te maken.
Den volgenden morgen stijl en ver
kleumd ontwakend, kleedde Mr. Cap
ley zich aan en gtng naar beneden
om tot de ontdekking te komen, dat
er geen schij'ntje van een ontbijt voor
hem was klaar gemaakt,
Mrs. Smith wil pas over een uur
haar ontbijt hebben, zei zijn vrouw in
antwoord op zijn verontwaardigd roe
pen.
Maar ik kan niet wachten! Ik
moet óver oen half uur op het kantoor
zijn! bulderde hij.
Dat is waar ook! Dat was ik ver
geten. Je moet denken nu ik Mrs.
Smith in huis heb, houdt dat mij zoo
druk bezig, dat ik zulke kleinigheden
vergeet,
Kleinigheden? schreeuwde Lij
woedend. Toen klaarde zijn gezicht
op. Ocl), ik ikan buitenshuis ontbij
ten, en over minder dan veertien da
gen zal ik mijn eigen meester zijn jin
in bed te blijven ljggen en op mijn
ontbijt te wachten zoo lang als ik
verkies.
Hij liep naar de deur maar. werd
op het punt van te vertrokken tegen
gehouden door Mrs. Capley die hem
zacht bij den arm greep en hem ver
zocht haai- vier en twintig gulden te
löenen.
Jo begrijpt, zei ze, Mrs. Smith
verlangt allerlei lekkers en extra's.
En het maakt zoo'n slechten indruk
haar to vragen, of zij vooruit wil be
talen.
Mr. Capley. moest het redelijke van
dat wzoek toegeven en vertrok naai
zij n kantoor' met vier en twintig gul
den minder in zijn zak, somber over
denkende dat aan alles in het leven
toch een keerzijde was.
Hij kwam op lunchtijd terug om tot
de ontdekking te komen dat er nog
een paar half koude restjes op hem
wachtten.
Mrs. Capley maakte haar excuus
door te zeggen dat Mrs Smith onver
wachts haar lunch een uur vroeger
had willen hebben, en dat er geen
tijd was geweest om voor Mr. Capley
een tweede maal klaar te maken.
Maar, dit is heelemaal geen
eten! zei Mr. Capley, woedend over
de onmogelijkheid om zijn honger te
stillen. Ik heb genoeg van jouw oude
juf.fr. Smith. Zeg haar dat zij kan
oprukken en weg meet zijn, voordat
ik van avond thuis kom.
Ik zaJ haar met een week opzeg
gen, als je dat wilt, zei zijn vrouw.
Maar ik kan haar (le deur niet uit
zetten niet zonder haar een week
kostgeld uit te betalen. Dat slaat in
de wet, moet je weten, voegde zij er
bij vertrouwende, op de onwetendheid
m haar echtgenoot.
Mi-. Capley ging in een uiterst som
ber© stemming weer naar zijn kan
toor. Maar toen hij dien avond weer
thuis kwam, wachtten heüi nog meer
onaangenaamheden.
Dat is wat moois! riep zijn vrouw
met tranen in de oogen uit. Mrs Smith
is ziek geworden heel ziek, zegt de
dokter. En en het is besmettelijk.
Besmettelijk? zei de huisheer
angstig tegen de deur steun zoekend.
Ja en ik kan niet anders doen
dan hopen dat jij het niet krijgt nu
je met haar in hetzelfde huis woont.
De dokter vertelde mij dat mannen
het lichter overnemen en er veel er-
gei aan lijden dan vrouwen;
Misschien misschien, zou ik
beter doen met een poosje ergens an
ders ouder dak te gaan? stelde hij
voor. Ik zal een pakje maken "van
mijn kleeren, eri
Do dokter heeft mij speciaal ge
zegd, dat er geen kleeren uit het huis
mogen gaan. En dat is nog niet eens
alles! Mrs. Smith zegt dat zij een ver
volging togen ons zal instellen, zoo
dra zij beter is. Zij beweert dat ik
haar gisterennacht tusschen vochtige
lakens heb laten slapen!
Laat haar haar gang gaan! zei
Mr. Capley. Zij zal het niet winnen.
Dat is juist, wat zij verdient.
De dokter schijnt te denken, dat
zij het zal winnen, antwoordde Mrs.
Capley droevig. Je moet weten, dat
Ik haar de nieuwe lakens die ik
kocht gegeven heb en zij zijn, zeker
een beetje vochtig geweest. En zij is
een lastig© oude dame. Wat het ons
zal kosten, weet ik niet. Aardig wat,
dat durf ik zeggen.
Hoor eens, ik zal Daar haai- toe
gaan en liet met haar uit maken! ?.ei
hij woest. Ik zal haar eens laten zien 1
Ilij had het portaal al bereikt toen
zijn vrouw tusscbonboide kwam.
Maar als je de ziekte nu over*
neemt? vroeg ze.
Dat vergat ik! riep Mr. Capley
uit.
Toen holde hij de trap weer af en
wendde zich nu met een woedend©
speech tot zijn echtgenoote. Woedend
al haar werk afbrekend, beval hij
haar naar Mrs. Smith toe te gaan en
te zorgen dat zij Van dio vervolging
afzag.
Mrs. Capley was langon tijd boven.
Mr. Capley hevig dampende liep in
tusschen in groot ongeduld de straat
op en neer.
Zij wil het voor geen oent minder
dan zestig gulden doen, kondigde
Mrs. Capley eindelijk terneer gesla
gen aan. Ik heb haar gebeden en ge
smeekt maar het geeft niets. Zij zegt
dat zij morgen naar een ziekenhuis
zal gaan als wij haar condities wil
len aannemen, en als wij dat niet
doen dan zal zij hier blijven tol zij
weer beter is en dan kan het ons nog
heel wat meer kosten.
Het dient tot niets tegenover een
dergelijk© vrouw od zijn stuk te bi ij-
en staan. Ik hoop alleen dat het voor
jou een lesje zal wezen, dat is alles.
Jouw groote zorgeloosheid is van al
les de oorzaak, ik zal nu aan bet werk
moeten' blijven, en
We zijn misschien een volgen
den keer gelukkiger.
En misschien treffen wij het nog
slechter! Neen, ik ben van plan aan
het werk te blijven. Ik zal Zaterdag
maar géén ontslag vragen en ik hoop
dah maar dat jij het voelen zult, dat
ik door jouw schuld moet blijven
sloven eii zwoegen.
Geef die oude heks haar zestig
gulden maar! zei hij haar do geld
stukken toegooiend. Met de zestig
gulden en de' vier en twintig dio je
gehad hebt, rest mij nu
mets dan zestig cents ongeveer. Zoo
is er een legaat verspild ik zou al
leen wel willen, dat ik er zelf wat
meer van genoten had.
Hij was zoo volkomen verslagen
dat zijn vrouw onwillekeurig mede
lijden met hem had.
Ik heb maar twaalf gulden ge
bruikt van de vier en twintig, die je
mij gaf, zei ze. Hier heb'je het overi
ge. Neem lie* en huur voor de rest
van de week ergens een kamer. Eu
als je Zaterdag terugkomt, dan zal
ik zorgen, dat Mrs. Smith verdwenen
is en liet huis geheel schoon gemaakt
en ontsmet. Ik moet nu naar binnen
om voor haar avondeten te zorgen!
besloot zij haastig. Kom niet voor
Zaterdag terug, het mocht te gevaar
lijk zijn. Tol ziens
Zij keerde zich om en snelde naar
binnen. Mr. Capley hield de woor
den in, die hem op de lippen kwa
men en liep in sombere stemming do
stad in.
Den volgenden dag bracht Mrs.
Capley, dio ten volle genoot van haar
rijheid met betrekking tot de huis
houdelijke plichten ecu bezcek aan
het postkantoor.
Vijf en zeventig gulden in elk geval
gered! fluisterde zij, terwijl zij het
postkantoor binnentrad. En zestig gul
den gebruikt voor het huis. Op dia
manier is er maar vijftien gulden
verspild, en ik heb er nog een soort
vacantiedag van. Ik zou wel eens wil
len weten wat hij zeggen zou als hij
hij wist dat de slaapkamer aan den
voorkant al dien tijd leeg is geweest.
Een fatale vergissing.
Waarom Paulientje, dat hoofdig
meisje, er vriendelijk voor bedankte,
ten huize van haar rijken oom aan "u
goed leventje deel te nemen en er de
voorkeur aan gaf, het bescheiden
stukje brood als onderwijzeres aan
eeii Meisjesschool, met alle kleine er
gernissen In die omgeving, te eten?
Zij was ongeveej- twintig jaar oud en
stond overigens geheel alleen op da
wereldoom Staknian had al het mo
gelijke gedaan, ofschoon hij hardnek
kig celibatair scheen te zijn, om het
lieve kind te nopen, vroolijkheid en
gezelligheid in zijn huis te brengen
ze had niet gewild.
Toch had Pauline zich zeer goed
met het oppertoezicht over het bedie
nend personeel kunnen belasten en de
rol van vrouw des huizes kunnen ver
vullen maar of zij het minder voeg
zaam achtte, met een ongehuwden
bloedverwant onder één dak te leven,
öf dat zii bang was voor huwelijks-