M
m
m
npnaoek, vroeg of laat, hoe dit zï],
oooi Stak man moest zich bepalen tot
kk ine attenties, soms grootere ge-
-cr[ii'iiker» die, zoonis men weet, de
v 'iendsehap onderhouden. Wel kwam
i n en dan een dagje bij hem door
brengen.
Ditmaal had hij er iets op gevon-
•1 ii om zijn zin t* krijgen Hij had
ziin nichtje gevraagd-om de vacantïe-
dagrn bii hem te komen; niet in zijn
v.' r ing dus Hij ging naar een he
li'mie badplaats, besprak kamers in
lir voornaamste hotel, en wachtte
Pauline daar, met. zijn trouwe huis
houdster Sabine. Het meisje had. on
der deze omstandigheden, aan de uit-
noorliging gevolg gegeven het lokte
haar aan, den tredmolen der alle-
dangsche bezigheden eens te verwis
scion met het gezellig badplaatsleven.
'I'11 m zij, van hare beste toiletjes voor-
ü'-ii, in de badplaats aankwam en
haar oom met Sabine in het hotel
hoopte aan te trefefn, wachtte haar
een teleurstelliug.
Alleen de oude huishoudster, die
hij natuurlijk oiu harentwil had tnee-
zvnomen, kwam haar tegemoet en
overhandigde haar een brieje van
haar origineelen oorn. Zij opende het
haastig en las een paar slordig op het
papier geworpen regels"hier en daar
was hot schrift zelfs moeilijk lees-
Beste nicht. Neem het niet kwa
lijk. dat lk 't aan de oude Sabine moet
overlaten, je te ontvangen; maar ik
heb een telegram van huis ontvangen
kan eerst overmorgen terug zijn.
'voor, dat hel getal 41 onduidelijk ge
schreven en gevlekt was. 't Kon ook
11 wezen.
Zij gevoelde zich beklemd en spoed
de zich naar beneden, waar Sablne
op het terras was blijven zitten.
Ooms kamer is immers no. 41?
vroeg ze op onverschilligen toon, of-
schoon het hart bonsde.
Neen, nummer 11, antwoordde
de oude.
Paulientje dacht, dat zij door den
grond ging. Nu was er alzoo geen
twijfel meer mogelijkzij had zich
vergist, was de kamer van een vreem
de binnengedrongen, had daarin geld
gestolen en dit geld reeds grooten-
deels uitgegevenLieve hemel, zij 'n
dievegge! Slechts met de grootste
zelfbeheersching vermocht zij voor Sa
bine liaar hevige ontroering te ver
bergen.
In het eerste oogenblik dacht ze er
aan, dadelijk naar den hotelhouder
te gaan en hem de zaak uit te leggen,
maar in haar angst liet zij die ge
dachte al spoedig varen. Als uien
haar nu eens niet gelooven wou; als
men haar te verstaan gaf, dat de zaak
reeds in handen van de politie was,
bij wie zij zich zou hebben te verant
woorden? Schrikbeelden van onbarm
hartige beambten en gevangenis
doemden in haar op. Neen, zij kon
onmogelijk zichzelve aangevenI Zij
moest eerst de komst van haar oom
afwachten en zijn raad inwinnen.
Maar wat zou inmiddels kunnen ge
schieden? De diefstal zou spoedig
ruchtbaar zijn in de badplaats
in beweging stelde, zag zij nog In het1 ken honderden pistolen zien hangen,
schemerdonker, dat, hij haar nakeek, zonder dat er ooit een misdaad mee
wenkte eveneens in een vigelant begaan werd. Haast in ieder huishou-
stapte en haar volgde. j den zijn giftige bestanddeelen aan-
VVas dit toeval I Neen, toen de hare wezig, al ware het zout- of zwavel-
voor de rijke woning van haar oom
stilhield, was ook die, waarin de
vreemde man zat, dicht nabij.
De koetsier zette groote oogen op
over de vliegende haast, waarmede "t
meisje zijn vehikel verliet en de 6toep
opsnelde, en jufet kwam uit de deur
een man, die van plan was, uit te
gaan.
Ooml Het was niet veel meer
dan een zucht, waarmee het arme
kind hem begroettewant zij had ge-
zien, hoe haar vervolger evenzeer
was uitgestapt regelrecht op 1
huis aankwam de stoep op ging
Pauline I riep Stakman ontsteld
Waar kom jij vandaan?
Ach, bescherm mij voor dien
man daar! klonk liet ademloos.
Nu eerst werd Stakman dezen heer
gewaar.
Voor hem? Wel, dat is mijn
vriend Harmsen. Ah gij hier? Maar
wat is er aan de hand? vroeg Stak
man, nu den een, dan de andere aan
ziende.
Neem me niet kwalijk, juffrouw,
ilde alleen u den zakdoek over
handigen, die u bij het uitstappen van
den trein ontviel. Eerder gelukte het
mij niet, u in te halen u vloog
heen als een schuw vogeltje!
En ik ik dacht, dat u mij we
gens dien diefstal wilde achtervolgen!
sprak Pauline, aan radeloosheid ten
winkelier zou het vernemen, het bank- 1 prooi en nauw meer wetende, wat
Stel je intusschen wat op je gemak bi|jet nazicn, waarvan wellicht het
in de kamer, die ik voor je bestemd - -
heb, met behulp van de goede vrouw,
dij in alles je behulpzaam zal zijn.
Ik zelf heb nummer 41. Den sleutel
van mijn koffer voeg ik hierbij. Je
zult, als je dien opent, bovenaan mijn
brieventasch vinden en daarin een
klein geschenk voor je. Doe daarmee
naar je goedvinden, koop 't een en
ander wat je behaagt en breng dus
een deel van den tijd met „winkelen"
ioor.
Je zeer toegenegen oom
ED. STAKMAN.
Paulientje had, nadat zij haar ba
gage uitgepakt en beneden met Sa
bine geluncht had, niets spoediger te
doen dan haar brandende nieuwsgie
righeid naar oom's geschenk te be
vredigen in elk geval ontbrak er hier
in dc badplaats wel iets aan haar toi
let, hetgeen de vriendelijke man
voorzien had. Onder een geschikt
voorwendsel liet zij de oude alleen en
ging nu op onderzoek naar kamer 41
uit. dit nummer was niet op den
ridor van hare kamer. De deur
niet gesloten; zij kon ongehinderd
binnentreden. Toch deed ze dit aar
zelend; zij kwam zichzelve we! wat
als een indringster voor, al volgde zij
de voorschriften van haar oom, en
vond het aangenaam dat zij er geen
kollner of kamermeisje aantrof De
kamer was in orde de ramen stonden
open en een heerlijke frissche lucht
stroomde binnen. Maar waar was die
koffer nu?
Allerlei heeren-artikelen zag zij
daar in den hoek stond hij en, tot
liarc verbazing, niet gesloten.
Foei, dacht ze, wat is oom toch
zorgeloos! En wat een schromelijke
wanorde I
Dc brieventasch lag dan ook niet
bovenaan, zooals oom geschreven had,
maar op den bodem, naast een pakje
zijden zakdoeken. Hare handen beer
den van ongeduld, toen zij de porte
feuitle opende. En wat vond zij? Een
bankbiljet van honderd gulden. Dus
die beste oom had haar in staat wil
len stellen, dadelijk na aankomst zich
van het noodige te voorzien zoo
was hij nu altijd! lloe lief en voorko
mend!
Zij nam het geld, legde de brieven-
ta-eh weder waar zij die gevonden
had. sloeg het deksel van den koffer
dicht en verliet haastig het vertrek.
Niemand had haar gezienhoe Jicht
zou een onbevoegde op dergelijke wij
ze kunnen te werk gaan! Doch lang
dacht zij hierover niet na en zonder
zich te bedenken, ging zij met Sabine
dc noodige inköopen doen. Over oom's
ge-scheuk sprak zij niet; misschien
wilde hij 't voor de huishoudster niet
welen.
En nu verheugde zij van harte zich
in de aangename weken, die zij hier
zou doorbrengen, eu zij schreef een
briefje aan een vriendin, evenals zij
aari het Instituut verbonden, maar
niet. zoo gelukkig er een erfoom op
na te houden. ,,Ik ben. zooals je ziet,
lieve Amalia, een gelukskind," dus
besloot zij haar epistel, „maar weet,
dat je te hartelijk en vriendschappe
lijk mij gezind zijt, om me mijn ge
luk te benijden."
Nadat zij den brief gesloten had,
bracht zij zelve hem naar de bus aan
den ingang van het hotel. En terwijl
zij daar even stond, bereikten uit een
naburig vertrek luid gesproken woor
den haar oor, en die waren wel In
staal. hae>- met schrik te vervullen.
ik zeg je, 't is een doortrapt ge
nie ne diefstal 1 hoorde zij uitroepen,
en de dief moet hier goed bekend we
zen terwijl ik niet in de kamer was,
heeft hij den koffer ter dege moeten
doorzoeken. De brieventasch lag heel
onderaan, onder voorwerpen van al
lerlei aard.
En nu sprak een ander:
Overal staat toch de waarschu
wing te lezen, al wat van waarde is
aan den hotelhouder in bewaring te
Ik stel u dan ook niet verant
woordelijk voor het verlies dit is op
zichzelf zoo groot niet. Ik wensch al-
een. dat al het mogelijke worde ge
daan om den brutalen dief uit le vin
den 1
Meer te hooren, wachtte Pauline
niet af. Door een ontzettend voorge
voel bevangen, begaf zij zich naar
haar kamer. Was zij de dief? Zij nam
ooms briefje nogmaals ter hand
nummer bekend was; hij zou verkla- Vriend Harmsen, zooals oom hem
ren, dat een jonge dame, zóó gekleed genoemd had, staarde nu sprakeloos
en zóó van uiterlijko, het was |iet rnpisje aan.
haar ondoenlijk, nog een enkel uur Wat diefstal? zei Stakman,
in dit oord te vertoeven, waar men n0g altijd vol verbazing. Laat ons
weldra haar met den vinger zou na- naar binnen gaan. 't Klinkt alles zoo
wijzen erger nog, in hechtenis ne- raadselachtig. Goed maar, dat ik nog
men zouI thuis ben. En toen ze met hun drieën
Nog noodlottiger zou de zaak wor- voorkamer gezeten-waren, ging
den. wanneer de politie allicht nog hij voort:
andere onontdekte diefstallen in pet
to had, haar voor een brutale hotel
dievegge hielfl en een uitgebreid on
derzoek ging instellen, of ze ook
En nu, laat hooren, kindlief
wat. is er eigenlijk gebeurd?
Pauline verhaalde in groote opge
wondenheid nu alles, wat er gebeurd
andere misdaden op haar rekening was Beide heeren kalmeerden haar
had Met heen en weer schrijven, en vonden het 't best maar, de zaak
confrontaties en dergeliiken zouden met humor te behandelenal vonden
weken verloopen en zoo lang zou men z;j het optreden van de vermeende
haar in voorarrest houden! „dievegge" in hooge mate onprac-
Dit alles deed haar angst nog toe- tischl
nemen. Zij kon niet een langen nacht Dan mag ik wel ten spoedigste
en nóg een vollen dag misschien j aan Sabine telegrapheeren, dat we
kalmte nuichelen. Dus vluchtenI i morgen gezond en wel samen arrivee-
Dit denkbeeld liet haar niet meer met - reil Dat mensch zal niet weten hoe
rust. Ja, zij moest vluchten, naar haar Zlj heeft en doet allicht ook In
oomzij zou hem nu nog thuis aan- haar ongerustheid een of andere
treffen. Zonder dralen ging zij over
tot de uitvoering van haar voorne
men.
Zonder iets mede te nemen, alsof ze
een gewone wandeling ging doen, ver
liet zij het hotel; zonder den blik te
duiven opslaan, want zij stelde zich
voor, dat men de schuld in hare oo
gen lezen moest. Zij begaf zich naar
het station. Gelukkig had zij van het
gestolen geld nog genoeg overgehou
den, om de reis te betalen. Voor
eerst kon zij met den locaaltrein niet
dwaasheid! mompelde hij.
Het verdere is spoedig verhaald. De
heer Harmsen, evenals oom Stakman
rijk en onafhankelijk, seinde even
zeer naar het hotel, om kennis te ge
ver. dat de zaak in orde was; voor
dat soms een onschuldige in moei
lijkheden geraakte, zooals niet onmo
gelijk is. wanneer de justitie zich
met de zaken inlaat!
Hoe vreemd de ontmoeting- mocht
zijn geweest. Paulientje had toch op
den heer Harmsen zoodanigen indruk
verder dan het grootere station, waar gemaakt, dat hij de vergunning
zij een uur moest wachten, voordat er
aansluiting was; er gingen daarom
weinig passagiers mede en zij zat al
leen in den coupé! Dat uur wachten
ontzettend Allerlei waanvoorstel
lingen vervolgden haar. Hoe licht
was het mogelijk dat haar onver
wacht vertrek de aandacht getrokken
had, dat hierdoor juist de verdenking
was opgewekt en met den. volgenden
locaaltrein de vervolgers Kwamen!
Zij dacht nu ook aan de oude Sabine,
die zij zoozeer was zij het hoofd
kwijt niet eens met haar voorne
men in kennis had gesteld, en overal
naar haar zoeken zou. Zij kwam eerst
wat tot kalmte, toen ze weer in een
coupé 2e klasse had plaats genomen,
zonder dat men nog de hand op haar
gelegd had! Er scheen geen andere
reiziger in haar compartiment te ko
men toch werd in het laatste oogen
blik het portier opengerukt en een
heer stapte in. Pauline waagde het
niet, de oogen op te slaan. Die heer
groette beleefd en zij was nu wel ver
plicht, dezen groet te beantwoorden.
Zij herinnerde zich niet, hem ooit te
hebben gezien. Hij was nog jeugdig,
had een aangenaam voorkomen en
was elegant gekleed.
Het kwam haar voor, dat hij haar
gadesloeg Waarom deed hij dat? Had
hij argwaan tegen haar opgevat? Was
hij soms iemand van de politie?
Een belast geweten ziet in een ie
der een vervolger.
Teemde bleek haar echter de
hoffelijkheid te bewijzen, die een be
schaafd man aan een dame verschul
digd is door zich niet op te dringen
toen hij eindelijk een gesprek tracht
te aan te knoopen door de vraag, of
zij van verre kwam met dezen trein,
stelde het haar gerust, dat hij niet
scheen t.e weten van waar zij kwam.
vergenoegde zich met toe
stemmend te knikken.
Tk kom van de naburige bad
plaats en ben daar een onaangena
me ervaring rijker geworden, sprak
hij.
In hoeverre? vroeg Pauline zoo
onbevangen mogelijk.
Ik werd daar in het hotel besto
len.
vroeg, haar een bezoek te brengen in
de badplaats, welke nu opeens 'n bij
zondere charme voor hem gekregen
had Blozend verklaarde oom Stak-
man's nichtje, dat dit haar aange
naam zou zijn.
En oom?.Oom, die niettegen
staande zijn rijperen leeftijd zich wel
eens gevleid had met de verwijderde
mogelijkheid, naast zijn aardig nicht
je het bekend rozenpad te bewande
len, zag nu wel in, dat zich daar iets
ontspon, wat zijn laatste hoop zou
vernietigen. Hij was verstandig ge
noog om niets te laten bemerken ei.
gaf als rechtgeaard erfoom té zijner
tijd nicht Pauline, als bruid van
een ander, zijn zegen.
Wenken voor drama
tische dichters.
De tooneelsdhrijver van onzen tijd
zoekt naar nieuwe effecten. En men
mag er gerust bijvoegen: men heeft
die ook noodig. Want wat twee, vier
of zes minnenden al zoo wedervaren
kan er komen ook oneven getallen
voor dat weten we nu alleszins vol
doende; zonder dat het noodig Is,
opnieuw ons dit, van voren af aan,
voor oogen te stellen.
Het ligt niet in mijn bedoeling,
hier nieuwe paden te openen; want
als ik die wist te vinden, zou ik 'l
allereerst er zelf gebruik van maken-
Doch op het gebied der kleine tooneel-
effecten is iets nieuws met zeer een
voudige middelen to bereikenmid
delen, die voor den modernen dra
maturg eigenlijk na voor de hand
liggen. Ik wensch slechts de geringe
verdienste te venverven, hierop eens
de aandacht te vestigen.
Niets doet zoo onaangenaam mij
aan dan wanneer ik bij den aanvang
van een drama op het tooneel een
neerhangend gordijn of een geheime
deur of iets van dien aard ontwaar
want ik weet zeker, dat daarachter in
den loop van het stuk zich iemand
verbergen zal, en dat dit voor eeu der
betrokkenen de onaangenaamste ge
volgen zal hebben, Evenzeer valt mij
De adem stokte haar, terwijl hij nu
in alle kleuren en geuren verhaalde,
wat hem overkomen-en haar bekend
was... Al het gewicht, van haar schuld een steen op het hart, wanneer zich
drukte haar neer. Een oogeniblik was i teu tooneele een pistool, een dolk of
zij te moede, ais zou zij hel. bewust- een dergelijk gevaarlijk werktuig be-
ziin verliezen, Hoe. als die heer wel vindtik vraag het u in gemoede af,
degelijk wist, waar zij vandaan j of ge ooit vuurwapen of ponjaard on-
kwain, en alleen zoo 6prak, om haar j der de requisieten hebt aangetroffen,
te folteren! En hoe stiller en onhan- J zonder dat 't iemand leelijk opbrak!
diger zij werd, hoe scherper de Gewoonlijk tracht de handelende
vreemdeling haar gadesloeg; dit kon j persoon zich met volkomen argeloos-
haar niet ontgaan en deed haar ver- I heid voor te doen.
legenheid nog toenemen. Het waren j In deze flesch, zegt zij, bevindt
uren van duldelooze pijn, die ze in zich wel een zwaar vergifmaar de
tegenwoordigheid doorbrachtkast, waarin zij staat, is gesloten en
liet met de grootste attentie. Er aan elk station, waar de trein stil- ik draag den sleutel altijd bij mij. Dub
was toch geen twijfel aan: zij had hield, moest zij duchten dat hij een is het onmogelijk, dut liet iemand de-
pedaan wat haar gezegd was. Maar polilie-agent zou roepen en haar ren kan.
nu was er een ongewone beweging in overleveren aan de justitie. Maar geen toeschouwer laat tegen
in i. logement merkbaar; er liepen Eindelijk was het doel der reis be-1 woordig door zulke geruststellende
m"m-chen over den corridor en zij reiki Nauw stopte de trein en werd verzekeringen zich misleiden. Hij
hi aide duidelijk zeggen het portier geopend, of zij sprong uit weet, heel goed, dat die sleutel zal ver-
Fn nummer il is geld gestolen, der. coupé en baande zich een "weg loren en gevonden worden, door hein
We moeten de politi,- er meè in ken- j naar de rijtuigen, die vóór het station of haar die het vergif noodig heeft,
ni- stollen. stonden. Snel in een vigelant en en wel op het juiste oogenblik.
In nummer 41? Da! was loch de ka- toen zag zij nog eens schuw naar den I Is dat alles nu overeenkomstig de
na i van haar oom! '/.w Wek nogmaals vreemdeling om en jawel, daar kwam waarheid of waarschijnlijkheid? In
he; briefje in. En nu am het, haar hij, en juist toen haar voertuig zien 1 gecnc-n deele. Ik heb aan wapenrek-1
voorstelling ais naar gewoonte geen
woord waar geweest is. Hij zal zich
dan kunnen beroemen, meer natuur
lijk en waar te zijn geweest dan één
van zijn ontelbare voorgangers.
Ten slotte nog een opmerking, van
meer aanbelang dan zoo oppervlak
kig schijnt.
Zou het niet aanbeveling verdie
nen. den toeschouwer het aantal be
drijven en den tijdduur van het ge-
lieele stuk verborgen te houden? Wan
neer de held in 't begin van het dra
ma zijn besluit te kennen geeft om de
ze wereld, welke hem zooveel leeö
berokkend heeft, vaarwel te zeggen,
zoo kan die hoorder toch onmogelijk
een kille huivering gevoelen als hij
weet, dat er nog vier bedrijven zuilen
volgen. En het minnend paar, dat om
8 uur verklaart, dat alle hinderpalen
overwonnen zijn en niets de geluk
kige vereen iging meer in den weg
Zwart 9 schijven op: 8, 9, 10, 13, 1G, 17, 18, 24 en 29.
Wit 9 schijven op: 27, 31. 33, 37, 38, 39 42, 47 en 50..
Probleem No. 519
van W. POLMAN Jr.
le publicatie.
zuur. en hoe zelden komt een geval
van vergiftiging voor! Waarom kun
nen die objecten alzoo niet de wei
nige uren van een 6chouwburg-avond
zich ervan onthouden, onheil aan tc
richten? En hiermede hangt ongetwij
feld samen de ongelooflijke mortali
teit op het tooneelals men van alle
sterfgevallen in de comedie eens een
statistiek verzamelde, zoo zou de stad
mijner inwoning tot de ongezondste
steden behooren.
Nu danl De moderne dramatische
auteur moet breken niet die slechte
overlevering en meer naar waarheid,
waarschijnlijkheid streven hij zal
een nog niet verworven effect verkrij
gen. Men stelle zich voor, dat een
ponjaard den ganschen avond op
goed zichtbare plaats hangt en toi
aan het laatste vallen van het gordijn
oo diezelfde plaats blijft, door nie
mand aangeraakt dal zou een sen
satie zonder voorbeeld geven I En
ditzelfde ware te bereiken door een
geheime deur, in den aanvang even
bewogen om er de aandacht op te ves
tigen en gedurende den verderen
loop van het stuk niet meer geopend;
of door een dagblad, waarin toevallig
niet de dood van den verbitterdsten
vijand aangekondigd wordt.
Onder dezelfde categorie zou ik de
„rijke ooms' willen rangschikken.
Deze oude heeren, die in den regel uit
Irdië of Amerika komen, treden op
als loovergodin en nemen op gemoe
delijke wijze aan de handeling deel,
o n bij de ontknooping het pecuniair
beklemde minnende paar eensklaps
gelukkig te maken. De moderne tijd
met zijn vooruitstrevende menschen-
kennis behoort een nieuw type te
scheppen deze, om zoo te zeggen, re
form-oom, mag nu wel een verkwik
kelijke sentimentaliteit ten toon
spreiden, maar in het oogenblik dat
krachtdadige hulp verwacht wordt,
zal hij opeens een ernstig gezicht zet
ten. ongesteldheid voorwenden en tot
genezing daarvan terugstoomen naar
Indië of Amerika Er zijn in het wer
kelijke leven zulke ooms!
De lichtvaardigheid, waarmede brie
ver met hoogstbelangriiken inhoud
op het tooneel behandeld worden,
moet ieder ordelievend mensch in
hooge mate ontstemmen. Het is reeds
ergerlijk, wanneer een schrijven van
hoogst compromittanten inhoud juist
aan dien persoon wordt voorgelezen,
voor wien hij geheim had moeten blij
ven. Maar nog veei fataler is het,
wanneer de betreffende den brief zelf
leest I Want ik weet dat het hierbij
minder op deze lectuur dan het op
bergen daarvan aankomt: de borst
zakken van dergelijke tooneel-brief-
lezers namelijk hebben een scheur of
overigens onbekende inrichting, waar
door de gewichtige missive spoedig
weer heen valt, om door den hiertoe
gereedstaan den persoon te worden
opgeraapt. Hier nu ware toe te pas
sen een nieuwe en zeer effectvolle
trucmen late een gewichtigen, ge
heim te houden brief voorlezen en
daarna onmiddellijk wegsluiten in
een brandkast, waarvan het veilig
heidsslot aan billijke eischen voldoet
en van dien brief wordt niets meer
vernomen.
Daar trots het zoeken naar nieuwe
stof de liefdesscènes niet zoo licht
van het tooneel zullen verdwijnen,
zoo zou ik den dichter ook hier iets
splinternieuws willen aanbevelen
namelijk zoodanige tête-è-têtes, die
door niemand ontdekt, of afgeluisterd
worden! In het dagelijksch leven toen
komen die veelvuldig voor.
Intusschen, in de keuze van tijd en
plaats is men doorgaans wat voor
zichtiger dan in het drama, waar de
beide gelieven nooit iets van de mo
gelijkheid eener verrassing vermoe
den terwijl de toeschouwer, niette
genstaande zijn geringere kennis der
toestanden, bij voorbaat het ergste
vreest. Ook hierin moet verandering
komen'we laten niet langer ons
voor den gek houden.
Evenzeer moot net voorbedachtelijk
laten liggen van handschoenen, zak
doek enz., zóódanig dat ze subiet in
't oog vallen, worden vermeden.
Een zeer dankbare zaak ware bo
venal een algeheele hervorming van
het droonlNvezen in den schouwburg.
Dat die droomen beslist gansch an
ders zijn dan die van u en mij, be
hoef ik niet uitvoerig aan te toonen.
Vroeger meende ik, dat de schuld
aan mij lagen zoo dikwerf ik op het
tooneel een drama hoorde vertellen
of aanschouwelijk zag voorgesteld,
voelde ik ernstige bezorgdheid voor
mijn geestestoestand. Want mijn
phantasie maakt in den slaap altijd
de dolste sprongen en ik zal wel op
passen om den klinkklaren onzin van
zoo'n droom aan iemand te vertellen.
Met schrik en ontsteltenis leerde ik
nu uit vele drama's, dat een normaal
mensch niet anders dan verstandige
en zeer regelmatige droomen heeft,
welke hij aan 't ontbijt zijn familie
ten beste geeft en, wat nog verwon
derlijker is. dat die familie ze kalm
aanhoort. Eerst later ben ik er ach
ter gekomen, dat mijn manier van
droomen de doodgewone is, en dat
de soort der „zielhewuste" droomen,
zooals ik ze noem, alleen op het too
neel voorkomt.
Nog veel onverklaarbaarder is do
eigencshap der tooneeldroomen, dat
ze in den regel ook worden vervuld.
Een globale berekening heeft mij tot
de conclusie gebracht, dat ik in mijn
leven al minstens tienduizend droo
men heb gehaddaarvan is nog geen
enkele uitgekomen. Zelfs dèn, wan
neer de dramatische dichter mij de
vezekering kon geven, dat mijn eerst
volgende droom wis en zeker zou wor-
derT vervuld, dan zou toch op
10000 phantastische voorspiegelingen
slechts een enkele voorzegging ko
men, alzoo 0.01 percent. Wat er dus
van te denken, dat op het tooneel ie
dere droom verwezenlijkt wordt. (>p te lossen van blad, zonder bord
Werpt dit niet een valsoh licht op de cn schijven le gebruiken
waarheidsliefde van den dichter? j De damcursus wordt a.s. week we-
weet aat het drama "t programma ge
heel in beslag neemt en de voorstel
ling eerst kwart voor twaalven ein
digt. Op het tooneel heeft men voor
een eenvoudige huwelijksvoltrekking
niet drie en een half uur noodigl Die
tijdduur geeft eiken toeschouwer de
gelegenheid om. met de rolverdeeling
in de hand, alle komende verwikke
lingen vooruit te berekenen. En zoo
gaat de spanning volkomen verloren.
Ditzelfde geldt voor het voorspel en
het eigenlijke drama (speelt twintig
jaar later). Hoe kan het voorspel, hoe
bloedig ook, ons in angstige spanning
houden wanneer alle personen
blijkbaar over 20 jaar nog in leven
zijn?
Ook in dit opzicht, zou er meer dra
matische kracht van een tooneelwerk
kunnen uilgaan.
Aan de Opera zuilen we maar niet
eens beginnendeze is met onge-
staat, kan in de toeschouwersruimte motiveerd ballet, dat pardoes de han-
niet de minste vreugdevolle gewaar- deling afbreekt een comble van
wording verwekken, wanneer men theatrale onnoozelheid.
BAMRUBRIEK.
HAARLÉMSCHE DAMCLUB.
'Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 34. Tclephoon 1543.
Probleem No. 518
van W. POLMAN Jr.
le publicatie.
1
SS,
fel
ik
5
16
s
r
il
u
15
16
(i j
ül
n
fjf
"WL
Wa
V;;-
25
26
1
rn.
s
Ü11
a
35
36
2
is
A
jj
45
46
m
öf"
-
Zwart 13 schijven op: 2 ,5, 7, 8, 9, 10, 13, 16. 18, 19, 24. 28 en 29.
Wit 14 schijven op; 11 27. 28, 35, 37, 38, 39, 40. 41, 42. 44, 45, 46 en 50.
Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 9December 1913.
Oplossing van probleem No. 514, van den auteur:
Stand:
Zwart 11 schijven op: 2, 6, 12, 13. 14, 15. 18, 19, 23, 28 en 33.
Wit 11 schijven op: 11, 16, 25, 27, 32,34, 37. 43, 44. 48 en 49.
Oplossing:
Wit. 27—22, 43 32, 25—20, 34—29,32 23, 44-39, 49 7, 16 71
Zwart: 18 38, 6 17, 15 24A, 23 34,19 28, 34 43, 16 7
Wit 34-30, 44—39, 49 7,32 14!
A
Zwart 14 25, 25 34, 3443, 2 11
Oplossing van probleem No. 515, van den auteur:
Stand:
Zwart 8 schijven op: 2, 6, 8, 9, 14, 15.20, 26 en dam op 12.
Wit 9 schijven op: 16, 25, 29, 31, 32.34, 38, 44 cn 48.
Oplossing: Wit 1611, 29—24, 2-419,25 1!
Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren: 'C. M. Beck, M. tea
Brink, R, Bouw, J, Jaoohson Azn., A A. Jaoobson, W. J. A. Miatla, P, Mo!'
leraa, J. Siegerist, Jan v. Sprokelaar.
BLADPROBLEEM,
van den Jongeheer A. A. JACOBSON.
49
50
Moge de moderne tooneelschrijver
eens breken met dat gedoe! Hij late
zijn held een droom vertellen, zoo
verward en onzinnig als het meeren-
deel onzer droomen is, en late dan
aan het einde van het drama door
een der handelende personen consta-
teeren, dat van de nachtelijke waan-
olgd.
De Haarlemsche Damclub houdt
haar bijeenkomsten ie tl eren Maandag
avond van 8 tot 12 uur in het gebouw
„de Nijverheid", Jansstraal 85, al
hier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar welkom.
Voor het lidmaatschap kan me»
zich bij het bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun
nen als aspirant leden worden toego
laten.
Inlichtingen verstrekt gaarne de se
cretaris. de heer J. Meijer, Kruis
straat 34, Tclephoon 1543.