M m m npnaoek, vroeg of laat, hoe dit zï], oooi Stak man moest zich bepalen tot kk ine attenties, soms grootere ge- -cr[ii'iiker» die, zoonis men weet, de v 'iendsehap onderhouden. Wel kwam i n en dan een dagje bij hem door brengen. Ditmaal had hij er iets op gevon- •1 ii om zijn zin t* krijgen Hij had ziin nichtje gevraagd-om de vacantïe- dagrn bii hem te komen; niet in zijn v.' r ing dus Hij ging naar een he li'mie badplaats, besprak kamers in lir voornaamste hotel, en wachtte Pauline daar, met. zijn trouwe huis houdster Sabine. Het meisje had. on der deze omstandigheden, aan de uit- noorliging gevolg gegeven het lokte haar aan, den tredmolen der alle- dangsche bezigheden eens te verwis scion met het gezellig badplaatsleven. 'I'11 m zij, van hare beste toiletjes voor- ü'-ii, in de badplaats aankwam en haar oom met Sabine in het hotel hoopte aan te trefefn, wachtte haar een teleurstelliug. Alleen de oude huishoudster, die hij natuurlijk oiu harentwil had tnee- zvnomen, kwam haar tegemoet en overhandigde haar een brieje van haar origineelen oorn. Zij opende het haastig en las een paar slordig op het papier geworpen regels"hier en daar was hot schrift zelfs moeilijk lees- Beste nicht. Neem het niet kwa lijk. dat lk 't aan de oude Sabine moet overlaten, je te ontvangen; maar ik heb een telegram van huis ontvangen kan eerst overmorgen terug zijn. 'voor, dat hel getal 41 onduidelijk ge schreven en gevlekt was. 't Kon ook 11 wezen. Zij gevoelde zich beklemd en spoed de zich naar beneden, waar Sablne op het terras was blijven zitten. Ooms kamer is immers no. 41? vroeg ze op onverschilligen toon, of- schoon het hart bonsde. Neen, nummer 11, antwoordde de oude. Paulientje dacht, dat zij door den grond ging. Nu was er alzoo geen twijfel meer mogelijkzij had zich vergist, was de kamer van een vreem de binnengedrongen, had daarin geld gestolen en dit geld reeds grooten- deels uitgegevenLieve hemel, zij 'n dievegge! Slechts met de grootste zelfbeheersching vermocht zij voor Sa bine liaar hevige ontroering te ver bergen. In het eerste oogenblik dacht ze er aan, dadelijk naar den hotelhouder te gaan en hem de zaak uit te leggen, maar in haar angst liet zij die ge dachte al spoedig varen. Als uien haar nu eens niet gelooven wou; als men haar te verstaan gaf, dat de zaak reeds in handen van de politie was, bij wie zij zich zou hebben te verant woorden? Schrikbeelden van onbarm hartige beambten en gevangenis doemden in haar op. Neen, zij kon onmogelijk zichzelve aangevenI Zij moest eerst de komst van haar oom afwachten en zijn raad inwinnen. Maar wat zou inmiddels kunnen ge schieden? De diefstal zou spoedig ruchtbaar zijn in de badplaats in beweging stelde, zag zij nog In het1 ken honderden pistolen zien hangen, schemerdonker, dat, hij haar nakeek, zonder dat er ooit een misdaad mee wenkte eveneens in een vigelant begaan werd. Haast in ieder huishou- stapte en haar volgde. j den zijn giftige bestanddeelen aan- VVas dit toeval I Neen, toen de hare wezig, al ware het zout- of zwavel- voor de rijke woning van haar oom stilhield, was ook die, waarin de vreemde man zat, dicht nabij. De koetsier zette groote oogen op over de vliegende haast, waarmede "t meisje zijn vehikel verliet en de 6toep opsnelde, en jufet kwam uit de deur een man, die van plan was, uit te gaan. Ooml Het was niet veel meer dan een zucht, waarmee het arme kind hem begroettewant zij had ge- zien, hoe haar vervolger evenzeer was uitgestapt regelrecht op 1 huis aankwam de stoep op ging Pauline I riep Stakman ontsteld Waar kom jij vandaan? Ach, bescherm mij voor dien man daar! klonk liet ademloos. Nu eerst werd Stakman dezen heer gewaar. Voor hem? Wel, dat is mijn vriend Harmsen. Ah gij hier? Maar wat is er aan de hand? vroeg Stak man, nu den een, dan de andere aan ziende. Neem me niet kwalijk, juffrouw, ilde alleen u den zakdoek over handigen, die u bij het uitstappen van den trein ontviel. Eerder gelukte het mij niet, u in te halen u vloog heen als een schuw vogeltje! En ik ik dacht, dat u mij we gens dien diefstal wilde achtervolgen! sprak Pauline, aan radeloosheid ten winkelier zou het vernemen, het bank- 1 prooi en nauw meer wetende, wat Stel je intusschen wat op je gemak bi|jet nazicn, waarvan wellicht het in de kamer, die ik voor je bestemd - - heb, met behulp van de goede vrouw, dij in alles je behulpzaam zal zijn. Ik zelf heb nummer 41. Den sleutel van mijn koffer voeg ik hierbij. Je zult, als je dien opent, bovenaan mijn brieventasch vinden en daarin een klein geschenk voor je. Doe daarmee naar je goedvinden, koop 't een en ander wat je behaagt en breng dus een deel van den tijd met „winkelen" ioor. Je zeer toegenegen oom ED. STAKMAN. Paulientje had, nadat zij haar ba gage uitgepakt en beneden met Sa bine geluncht had, niets spoediger te doen dan haar brandende nieuwsgie righeid naar oom's geschenk te be vredigen in elk geval ontbrak er hier in dc badplaats wel iets aan haar toi let, hetgeen de vriendelijke man voorzien had. Onder een geschikt voorwendsel liet zij de oude alleen en ging nu op onderzoek naar kamer 41 uit. dit nummer was niet op den ridor van hare kamer. De deur niet gesloten; zij kon ongehinderd binnentreden. Toch deed ze dit aar zelend; zij kwam zichzelve we! wat als een indringster voor, al volgde zij de voorschriften van haar oom, en vond het aangenaam dat zij er geen kollner of kamermeisje aantrof De kamer was in orde de ramen stonden open en een heerlijke frissche lucht stroomde binnen. Maar waar was die koffer nu? Allerlei heeren-artikelen zag zij daar in den hoek stond hij en, tot liarc verbazing, niet gesloten. Foei, dacht ze, wat is oom toch zorgeloos! En wat een schromelijke wanorde I Dc brieventasch lag dan ook niet bovenaan, zooals oom geschreven had, maar op den bodem, naast een pakje zijden zakdoeken. Hare handen beer den van ongeduld, toen zij de porte feuitle opende. En wat vond zij? Een bankbiljet van honderd gulden. Dus die beste oom had haar in staat wil len stellen, dadelijk na aankomst zich van het noodige te voorzien zoo was hij nu altijd! lloe lief en voorko mend! Zij nam het geld, legde de brieven- ta-eh weder waar zij die gevonden had. sloeg het deksel van den koffer dicht en verliet haastig het vertrek. Niemand had haar gezienhoe Jicht zou een onbevoegde op dergelijke wij ze kunnen te werk gaan! Doch lang dacht zij hierover niet na en zonder zich te bedenken, ging zij met Sabine dc noodige inköopen doen. Over oom's ge-scheuk sprak zij niet; misschien wilde hij 't voor de huishoudster niet welen. En nu verheugde zij van harte zich in de aangename weken, die zij hier zou doorbrengen, eu zij schreef een briefje aan een vriendin, evenals zij aari het Instituut verbonden, maar niet. zoo gelukkig er een erfoom op na te houden. ,,Ik ben. zooals je ziet, lieve Amalia, een gelukskind," dus besloot zij haar epistel, „maar weet, dat je te hartelijk en vriendschappe lijk mij gezind zijt, om me mijn ge luk te benijden." Nadat zij den brief gesloten had, bracht zij zelve hem naar de bus aan den ingang van het hotel. En terwijl zij daar even stond, bereikten uit een naburig vertrek luid gesproken woor den haar oor, en die waren wel In staal. hae>- met schrik te vervullen. ik zeg je, 't is een doortrapt ge nie ne diefstal 1 hoorde zij uitroepen, en de dief moet hier goed bekend we zen terwijl ik niet in de kamer was, heeft hij den koffer ter dege moeten doorzoeken. De brieventasch lag heel onderaan, onder voorwerpen van al lerlei aard. En nu sprak een ander: Overal staat toch de waarschu wing te lezen, al wat van waarde is aan den hotelhouder in bewaring te Ik stel u dan ook niet verant woordelijk voor het verlies dit is op zichzelf zoo groot niet. Ik wensch al- een. dat al het mogelijke worde ge daan om den brutalen dief uit le vin den 1 Meer te hooren, wachtte Pauline niet af. Door een ontzettend voorge voel bevangen, begaf zij zich naar haar kamer. Was zij de dief? Zij nam ooms briefje nogmaals ter hand nummer bekend was; hij zou verkla- Vriend Harmsen, zooals oom hem ren, dat een jonge dame, zóó gekleed genoemd had, staarde nu sprakeloos en zóó van uiterlijko, het was |iet rnpisje aan. haar ondoenlijk, nog een enkel uur Wat diefstal? zei Stakman, in dit oord te vertoeven, waar men n0g altijd vol verbazing. Laat ons weldra haar met den vinger zou na- naar binnen gaan. 't Klinkt alles zoo wijzen erger nog, in hechtenis ne- raadselachtig. Goed maar, dat ik nog men zouI thuis ben. En toen ze met hun drieën Nog noodlottiger zou de zaak wor- voorkamer gezeten-waren, ging den. wanneer de politie allicht nog hij voort: andere onontdekte diefstallen in pet to had, haar voor een brutale hotel dievegge hielfl en een uitgebreid on derzoek ging instellen, of ze ook En nu, laat hooren, kindlief wat. is er eigenlijk gebeurd? Pauline verhaalde in groote opge wondenheid nu alles, wat er gebeurd andere misdaden op haar rekening was Beide heeren kalmeerden haar had Met heen en weer schrijven, en vonden het 't best maar, de zaak confrontaties en dergeliiken zouden met humor te behandelenal vonden weken verloopen en zoo lang zou men z;j het optreden van de vermeende haar in voorarrest houden! „dievegge" in hooge mate onprac- Dit alles deed haar angst nog toe- tischl nemen. Zij kon niet een langen nacht Dan mag ik wel ten spoedigste en nóg een vollen dag misschien j aan Sabine telegrapheeren, dat we kalmte nuichelen. Dus vluchtenI i morgen gezond en wel samen arrivee- Dit denkbeeld liet haar niet meer met - reil Dat mensch zal niet weten hoe rust. Ja, zij moest vluchten, naar haar Zlj heeft en doet allicht ook In oomzij zou hem nu nog thuis aan- haar ongerustheid een of andere treffen. Zonder dralen ging zij over tot de uitvoering van haar voorne men. Zonder iets mede te nemen, alsof ze een gewone wandeling ging doen, ver liet zij het hotel; zonder den blik te duiven opslaan, want zij stelde zich voor, dat men de schuld in hare oo gen lezen moest. Zij begaf zich naar het station. Gelukkig had zij van het gestolen geld nog genoeg overgehou den, om de reis te betalen. Voor eerst kon zij met den locaaltrein niet dwaasheid! mompelde hij. Het verdere is spoedig verhaald. De heer Harmsen, evenals oom Stakman rijk en onafhankelijk, seinde even zeer naar het hotel, om kennis te ge ver. dat de zaak in orde was; voor dat soms een onschuldige in moei lijkheden geraakte, zooals niet onmo gelijk is. wanneer de justitie zich met de zaken inlaat! Hoe vreemd de ontmoeting- mocht zijn geweest. Paulientje had toch op den heer Harmsen zoodanigen indruk verder dan het grootere station, waar gemaakt, dat hij de vergunning zij een uur moest wachten, voordat er aansluiting was; er gingen daarom weinig passagiers mede en zij zat al leen in den coupé! Dat uur wachten ontzettend Allerlei waanvoorstel lingen vervolgden haar. Hoe licht was het mogelijk dat haar onver wacht vertrek de aandacht getrokken had, dat hierdoor juist de verdenking was opgewekt en met den. volgenden locaaltrein de vervolgers Kwamen! Zij dacht nu ook aan de oude Sabine, die zij zoozeer was zij het hoofd kwijt niet eens met haar voorne men in kennis had gesteld, en overal naar haar zoeken zou. Zij kwam eerst wat tot kalmte, toen ze weer in een coupé 2e klasse had plaats genomen, zonder dat men nog de hand op haar gelegd had! Er scheen geen andere reiziger in haar compartiment te ko men toch werd in het laatste oogen blik het portier opengerukt en een heer stapte in. Pauline waagde het niet, de oogen op te slaan. Die heer groette beleefd en zij was nu wel ver plicht, dezen groet te beantwoorden. Zij herinnerde zich niet, hem ooit te hebben gezien. Hij was nog jeugdig, had een aangenaam voorkomen en was elegant gekleed. Het kwam haar voor, dat hij haar gadesloeg Waarom deed hij dat? Had hij argwaan tegen haar opgevat? Was hij soms iemand van de politie? Een belast geweten ziet in een ie der een vervolger. Teemde bleek haar echter de hoffelijkheid te bewijzen, die een be schaafd man aan een dame verschul digd is door zich niet op te dringen toen hij eindelijk een gesprek tracht te aan te knoopen door de vraag, of zij van verre kwam met dezen trein, stelde het haar gerust, dat hij niet scheen t.e weten van waar zij kwam. vergenoegde zich met toe stemmend te knikken. Tk kom van de naburige bad plaats en ben daar een onaangena me ervaring rijker geworden, sprak hij. In hoeverre? vroeg Pauline zoo onbevangen mogelijk. Ik werd daar in het hotel besto len. vroeg, haar een bezoek te brengen in de badplaats, welke nu opeens 'n bij zondere charme voor hem gekregen had Blozend verklaarde oom Stak- man's nichtje, dat dit haar aange naam zou zijn. En oom?.Oom, die niettegen staande zijn rijperen leeftijd zich wel eens gevleid had met de verwijderde mogelijkheid, naast zijn aardig nicht je het bekend rozenpad te bewande len, zag nu wel in, dat zich daar iets ontspon, wat zijn laatste hoop zou vernietigen. Hij was verstandig ge noog om niets te laten bemerken ei. gaf als rechtgeaard erfoom té zijner tijd nicht Pauline, als bruid van een ander, zijn zegen. Wenken voor drama tische dichters. De tooneelsdhrijver van onzen tijd zoekt naar nieuwe effecten. En men mag er gerust bijvoegen: men heeft die ook noodig. Want wat twee, vier of zes minnenden al zoo wedervaren kan er komen ook oneven getallen voor dat weten we nu alleszins vol doende; zonder dat het noodig Is, opnieuw ons dit, van voren af aan, voor oogen te stellen. Het ligt niet in mijn bedoeling, hier nieuwe paden te openen; want als ik die wist te vinden, zou ik 'l allereerst er zelf gebruik van maken- Doch op het gebied der kleine tooneel- effecten is iets nieuws met zeer een voudige middelen to bereikenmid delen, die voor den modernen dra maturg eigenlijk na voor de hand liggen. Ik wensch slechts de geringe verdienste te venverven, hierop eens de aandacht te vestigen. Niets doet zoo onaangenaam mij aan dan wanneer ik bij den aanvang van een drama op het tooneel een neerhangend gordijn of een geheime deur of iets van dien aard ontwaar want ik weet zeker, dat daarachter in den loop van het stuk zich iemand verbergen zal, en dat dit voor eeu der betrokkenen de onaangenaamste ge volgen zal hebben, Evenzeer valt mij De adem stokte haar, terwijl hij nu in alle kleuren en geuren verhaalde, wat hem overkomen-en haar bekend was... Al het gewicht, van haar schuld een steen op het hart, wanneer zich drukte haar neer. Een oogeniblik was i teu tooneele een pistool, een dolk of zij te moede, ais zou zij hel. bewust- een dergelijk gevaarlijk werktuig be- ziin verliezen, Hoe. als die heer wel vindtik vraag het u in gemoede af, degelijk wist, waar zij vandaan j of ge ooit vuurwapen of ponjaard on- kwain, en alleen zoo 6prak, om haar j der de requisieten hebt aangetroffen, te folteren! En hoe stiller en onhan- J zonder dat 't iemand leelijk opbrak! diger zij werd, hoe scherper de Gewoonlijk tracht de handelende vreemdeling haar gadesloeg; dit kon j persoon zich met volkomen argeloos- haar niet ontgaan en deed haar ver- I heid voor te doen. legenheid nog toenemen. Het waren j In deze flesch, zegt zij, bevindt uren van duldelooze pijn, die ze in zich wel een zwaar vergifmaar de tegenwoordigheid doorbrachtkast, waarin zij staat, is gesloten en liet met de grootste attentie. Er aan elk station, waar de trein stil- ik draag den sleutel altijd bij mij. Dub was toch geen twijfel aan: zij had hield, moest zij duchten dat hij een is het onmogelijk, dut liet iemand de- pedaan wat haar gezegd was. Maar polilie-agent zou roepen en haar ren kan. nu was er een ongewone beweging in overleveren aan de justitie. Maar geen toeschouwer laat tegen in i. logement merkbaar; er liepen Eindelijk was het doel der reis be-1 woordig door zulke geruststellende m"m-chen over den corridor en zij reiki Nauw stopte de trein en werd verzekeringen zich misleiden. Hij hi aide duidelijk zeggen het portier geopend, of zij sprong uit weet, heel goed, dat die sleutel zal ver- Fn nummer il is geld gestolen, der. coupé en baande zich een "weg loren en gevonden worden, door hein We moeten de politi,- er meè in ken- j naar de rijtuigen, die vóór het station of haar die het vergif noodig heeft, ni- stollen. stonden. Snel in een vigelant en en wel op het juiste oogenblik. In nummer 41? Da! was loch de ka- toen zag zij nog eens schuw naar den I Is dat alles nu overeenkomstig de na i van haar oom! '/.w Wek nogmaals vreemdeling om en jawel, daar kwam waarheid of waarschijnlijkheid? In he; briefje in. En nu am het, haar hij, en juist toen haar voertuig zien 1 gecnc-n deele. Ik heb aan wapenrek-1 voorstelling ais naar gewoonte geen woord waar geweest is. Hij zal zich dan kunnen beroemen, meer natuur lijk en waar te zijn geweest dan één van zijn ontelbare voorgangers. Ten slotte nog een opmerking, van meer aanbelang dan zoo oppervlak kig schijnt. Zou het niet aanbeveling verdie nen. den toeschouwer het aantal be drijven en den tijdduur van het ge- lieele stuk verborgen te houden? Wan neer de held in 't begin van het dra ma zijn besluit te kennen geeft om de ze wereld, welke hem zooveel leeö berokkend heeft, vaarwel te zeggen, zoo kan die hoorder toch onmogelijk een kille huivering gevoelen als hij weet, dat er nog vier bedrijven zuilen volgen. En het minnend paar, dat om 8 uur verklaart, dat alle hinderpalen overwonnen zijn en niets de geluk kige vereen iging meer in den weg Zwart 9 schijven op: 8, 9, 10, 13, 1G, 17, 18, 24 en 29. Wit 9 schijven op: 27, 31. 33, 37, 38, 39 42, 47 en 50.. Probleem No. 519 van W. POLMAN Jr. le publicatie. zuur. en hoe zelden komt een geval van vergiftiging voor! Waarom kun nen die objecten alzoo niet de wei nige uren van een 6chouwburg-avond zich ervan onthouden, onheil aan tc richten? En hiermede hangt ongetwij feld samen de ongelooflijke mortali teit op het tooneelals men van alle sterfgevallen in de comedie eens een statistiek verzamelde, zoo zou de stad mijner inwoning tot de ongezondste steden behooren. Nu danl De moderne dramatische auteur moet breken niet die slechte overlevering en meer naar waarheid, waarschijnlijkheid streven hij zal een nog niet verworven effect verkrij gen. Men stelle zich voor, dat een ponjaard den ganschen avond op goed zichtbare plaats hangt en toi aan het laatste vallen van het gordijn oo diezelfde plaats blijft, door nie mand aangeraakt dal zou een sen satie zonder voorbeeld geven I En ditzelfde ware te bereiken door een geheime deur, in den aanvang even bewogen om er de aandacht op te ves tigen en gedurende den verderen loop van het stuk niet meer geopend; of door een dagblad, waarin toevallig niet de dood van den verbitterdsten vijand aangekondigd wordt. Onder dezelfde categorie zou ik de „rijke ooms' willen rangschikken. Deze oude heeren, die in den regel uit Irdië of Amerika komen, treden op als loovergodin en nemen op gemoe delijke wijze aan de handeling deel, o n bij de ontknooping het pecuniair beklemde minnende paar eensklaps gelukkig te maken. De moderne tijd met zijn vooruitstrevende menschen- kennis behoort een nieuw type te scheppen deze, om zoo te zeggen, re form-oom, mag nu wel een verkwik kelijke sentimentaliteit ten toon spreiden, maar in het oogenblik dat krachtdadige hulp verwacht wordt, zal hij opeens een ernstig gezicht zet ten. ongesteldheid voorwenden en tot genezing daarvan terugstoomen naar Indië of Amerika Er zijn in het wer kelijke leven zulke ooms! De lichtvaardigheid, waarmede brie ver met hoogstbelangriiken inhoud op het tooneel behandeld worden, moet ieder ordelievend mensch in hooge mate ontstemmen. Het is reeds ergerlijk, wanneer een schrijven van hoogst compromittanten inhoud juist aan dien persoon wordt voorgelezen, voor wien hij geheim had moeten blij ven. Maar nog veei fataler is het, wanneer de betreffende den brief zelf leest I Want ik weet dat het hierbij minder op deze lectuur dan het op bergen daarvan aankomt: de borst zakken van dergelijke tooneel-brief- lezers namelijk hebben een scheur of overigens onbekende inrichting, waar door de gewichtige missive spoedig weer heen valt, om door den hiertoe gereedstaan den persoon te worden opgeraapt. Hier nu ware toe te pas sen een nieuwe en zeer effectvolle trucmen late een gewichtigen, ge heim te houden brief voorlezen en daarna onmiddellijk wegsluiten in een brandkast, waarvan het veilig heidsslot aan billijke eischen voldoet en van dien brief wordt niets meer vernomen. Daar trots het zoeken naar nieuwe stof de liefdesscènes niet zoo licht van het tooneel zullen verdwijnen, zoo zou ik den dichter ook hier iets splinternieuws willen aanbevelen namelijk zoodanige tête-è-têtes, die door niemand ontdekt, of afgeluisterd worden! In het dagelijksch leven toen komen die veelvuldig voor. Intusschen, in de keuze van tijd en plaats is men doorgaans wat voor zichtiger dan in het drama, waar de beide gelieven nooit iets van de mo gelijkheid eener verrassing vermoe den terwijl de toeschouwer, niette genstaande zijn geringere kennis der toestanden, bij voorbaat het ergste vreest. Ook hierin moet verandering komen'we laten niet langer ons voor den gek houden. Evenzeer moot net voorbedachtelijk laten liggen van handschoenen, zak doek enz., zóódanig dat ze subiet in 't oog vallen, worden vermeden. Een zeer dankbare zaak ware bo venal een algeheele hervorming van het droonlNvezen in den schouwburg. Dat die droomen beslist gansch an ders zijn dan die van u en mij, be hoef ik niet uitvoerig aan te toonen. Vroeger meende ik, dat de schuld aan mij lagen zoo dikwerf ik op het tooneel een drama hoorde vertellen of aanschouwelijk zag voorgesteld, voelde ik ernstige bezorgdheid voor mijn geestestoestand. Want mijn phantasie maakt in den slaap altijd de dolste sprongen en ik zal wel op passen om den klinkklaren onzin van zoo'n droom aan iemand te vertellen. Met schrik en ontsteltenis leerde ik nu uit vele drama's, dat een normaal mensch niet anders dan verstandige en zeer regelmatige droomen heeft, welke hij aan 't ontbijt zijn familie ten beste geeft en, wat nog verwon derlijker is. dat die familie ze kalm aanhoort. Eerst later ben ik er ach ter gekomen, dat mijn manier van droomen de doodgewone is, en dat de soort der „zielhewuste" droomen, zooals ik ze noem, alleen op het too neel voorkomt. Nog veel onverklaarbaarder is do eigencshap der tooneeldroomen, dat ze in den regel ook worden vervuld. Een globale berekening heeft mij tot de conclusie gebracht, dat ik in mijn leven al minstens tienduizend droo men heb gehaddaarvan is nog geen enkele uitgekomen. Zelfs dèn, wan neer de dramatische dichter mij de vezekering kon geven, dat mijn eerst volgende droom wis en zeker zou wor- derT vervuld, dan zou toch op 10000 phantastische voorspiegelingen slechts een enkele voorzegging ko men, alzoo 0.01 percent. Wat er dus van te denken, dat op het tooneel ie dere droom verwezenlijkt wordt. (>p te lossen van blad, zonder bord Werpt dit niet een valsoh licht op de cn schijven le gebruiken waarheidsliefde van den dichter? j De damcursus wordt a.s. week we- weet aat het drama "t programma ge heel in beslag neemt en de voorstel ling eerst kwart voor twaalven ein digt. Op het tooneel heeft men voor een eenvoudige huwelijksvoltrekking niet drie en een half uur noodigl Die tijdduur geeft eiken toeschouwer de gelegenheid om. met de rolverdeeling in de hand, alle komende verwikke lingen vooruit te berekenen. En zoo gaat de spanning volkomen verloren. Ditzelfde geldt voor het voorspel en het eigenlijke drama (speelt twintig jaar later). Hoe kan het voorspel, hoe bloedig ook, ons in angstige spanning houden wanneer alle personen blijkbaar over 20 jaar nog in leven zijn? Ook in dit opzicht, zou er meer dra matische kracht van een tooneelwerk kunnen uilgaan. Aan de Opera zuilen we maar niet eens beginnendeze is met onge- staat, kan in de toeschouwersruimte motiveerd ballet, dat pardoes de han- niet de minste vreugdevolle gewaar- deling afbreekt een comble van wording verwekken, wanneer men theatrale onnoozelheid. BAMRUBRIEK. HAARLÉMSCHE DAMCLUB. 'Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 34. Tclephoon 1543. Probleem No. 518 van W. POLMAN Jr. le publicatie. 1 SS, fel ik 5 16 s r il u 15 16 (i j ül n fjf "WL Wa V;;- 25 26 1 rn. s Ü11 a 35 36 2 is A jj 45 46 m öf" - Zwart 13 schijven op: 2 ,5, 7, 8, 9, 10, 13, 16. 18, 19, 24. 28 en 29. Wit 14 schijven op; 11 27. 28, 35, 37, 38, 39, 40. 41, 42. 44, 45, 46 en 50. Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aan boven genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 9December 1913. Oplossing van probleem No. 514, van den auteur: Stand: Zwart 11 schijven op: 2, 6, 12, 13. 14, 15. 18, 19, 23, 28 en 33. Wit 11 schijven op: 11, 16, 25, 27, 32,34, 37. 43, 44. 48 en 49. Oplossing: Wit. 27—22, 43 32, 25—20, 34—29,32 23, 44-39, 49 7, 16 71 Zwart: 18 38, 6 17, 15 24A, 23 34,19 28, 34 43, 16 7 Wit 34-30, 44—39, 49 7,32 14! A Zwart 14 25, 25 34, 3443, 2 11 Oplossing van probleem No. 515, van den auteur: Stand: Zwart 8 schijven op: 2, 6, 8, 9, 14, 15.20, 26 en dam op 12. Wit 9 schijven op: 16, 25, 29, 31, 32.34, 38, 44 cn 48. Oplossing: Wit 1611, 29—24, 2-419,25 1! Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren: 'C. M. Beck, M. tea Brink, R, Bouw, J, Jaoohson Azn., A A. Jaoobson, W. J. A. Miatla, P, Mo!' leraa, J. Siegerist, Jan v. Sprokelaar. BLADPROBLEEM, van den Jongeheer A. A. JACOBSON. 49 50 Moge de moderne tooneelschrijver eens breken met dat gedoe! Hij late zijn held een droom vertellen, zoo verward en onzinnig als het meeren- deel onzer droomen is, en late dan aan het einde van het drama door een der handelende personen consta- teeren, dat van de nachtelijke waan- olgd. De Haarlemsche Damclub houdt haar bijeenkomsten ie tl eren Maandag avond van 8 tot 12 uur in het gebouw „de Nijverheid", Jansstraal 85, al hier. Liefhebbers van het damspel zijn daar welkom. Voor het lidmaatschap kan me» zich bij het bestuur aanmelden. Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun nen als aspirant leden worden toego laten. Inlichtingen verstrekt gaarne de se cretaris. de heer J. Meijer, Kruis straat 34, Tclephoon 1543.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 20