Humor: Dtaiu
W IS AAM.
TWEEDE BLAD
Zaterdag 29 fiovsiElïer 1913
H&arlemsclie
HandeSsvereeniging
Goedgekeurd- bij Koninklijk Besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 eu gewij
zigd bij KomnkL besluit van 21
.Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909, No. 52.
Bureau; Jansweg 11, geopend alle
werkdagen van 95 uur.
Te'.ephoon No. 403.
Op 10 .Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereeniging bier ter stede opge
richt «iet bet doel de belangen der le
den op allerlei gebied lo behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
van informatiën en het incasseeren.
van dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni
ging ter invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moei 10 ct. porto worden be
taald, terwijl van alle vorderingen
doo" de vereeniging geïnd 3 pet. pro
visie wordt geheven.
In Juli en Augustus 1913 zijn <5-4
vorderingen tot een bedrag van
1 1495.55 betaald; 18 vorderingen wor
den afbetaald, 16 vorderingen zijn
uitgesteld.
Bovendien hebben de leden het
reent op het hun gratis te verstrek
ken advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging, de heeren
Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A.
H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die
desgewenscht ook in procedunen eD
faillissementen gratis voor hun op
treden, natuurlijk echter alleen voor
zaken betreffende den (handel of het
bedrijf der leden.
Bij elke vordering der rechtsgeleer
den in 'handen gesteld moet 10 cent
voor porto worden gevoegd, terwijl
van de bedragen der langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt. moet
worden betaald. II. H. rechtsgeleer
den hebben het recht in geval van ge
rechtelijke vervolging het door hun
noodig geoordeelde voorschot te vra
gen aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telepihonische inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend,
terwijl voor informatiën op buiten de
stad wonende personen i 0.60 pl.m.
5 ct. portovergoeding moet worden
betaald.
Aan het kantoor Jansweg 11 rijn
zou pons k 10 ct. verkrij gbaar, waarop
men aan het bureau vah den Burger
lijken Stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adressen
van hier ter stede op het bevolkings
register ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitimatiekaarten, waarop zij
persoonlijk informatiën kunnen vra
gen, in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderl. Infor. en SOmldinvordering-
bureaux en Handelsverenigingen
aangesloten vereen igingen. Deze in
formatiën kosten 25 ct.
Het is noodig er nog eens uitdruk
kelijk op te wijzen dat goed informee-
ren, vooral naar nieuwe cliënten eene
bepaalde noodzakelijkheid is gewor
den, waar zoovele géheel onbekende
personen zich in onze stad en aan
grenzende gemeenten komen vestigen.
Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 18
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eene tweemaan-
delijksche lijst van namen vau per
sonen omtrent wien men wordt aan
geraden Inlichtingen te vragen voor
dat men met ben in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on
geschonden moet blijven en die als
waarsdhuwingsmïddel uitstekende
diensten bewijst
Waar eene vereeniging, die hare le
den al deze voordeelen en gemakken
aanbiedt, slechts f 3 50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bescheiden eïsch te '•""men, te
Feuilleton
(Nadruk verboden).
101)
102)
Laurent antwoordde niet.
't ls goed. zei Gaume. ,ik heb
u l>esrepen.
Hij begaf zich naar Romain Gous,
dien men in een eet had opgesloten.
Gij hebt mij nog niet alles ge
zegd, Romain, sprak hij, terwijl hij
vertrouwelijk bij hem kwam zitten
Zeker, ik zweer het u.
Neen, gij hebt mij nog niet alles
gezegd .en ik zal u den tong wel wat
losser maken. Gij hebt er dus reden
voor te verbergen, dat gij een mede-
plich! ige hebt?
't Is waar, ik heb een medeplich
tige.
Zijn oogen fonkelden van haat.
Waarom zou ik daarover spre
ken? Ik heb geen bewijzen tegen hem.
Dat doet er niet toe. Het kan tocli
belangrijk voor mij wezen.
Nogmaals, waarom?
Welnu, gij koestert iocli geen
meer daar al het opgenoemde niet tiet
eenïge is wat de Haariemsclie Han
deisvereeniging doet; steeds heeft zij
een open oog "gehad voor alle zaken,
die hare leden in 't bijzonder en onze
gemeente in 't algemeen betroffen en
altijd heeft zij daarvoor gesproken.
Het zou te ver voeren alles op te
noemen, waarvoor zij opkwam, alleen
dient nog vermeld, dat het hare be
doeling is. in deze richting krachtig
voort te gaan.
Li verband biermede zijn in het be
stuur drie commissiën gevormd en is
daarvoor bet bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
met het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeens Middenstandsbe-
longen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier:
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
tot stand brengt verdient uwe sympa
thie en de contributie, f 3.50 per jaar.
kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker
zij is in ledental, des te meer kan
do Haarlemsche Handeisvereeniging
doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET- BESTUUR.
Parijsche Brieven
CCCXCVIH.
Dezo week zijn of moet ik zeg
gen ..hebben'', daar hier opzettelijk
heid in het spel is? deze week zijn
eenigo Duilsche officieren de Fran-
eche grens overschreden. Het waren
twaalf cavalerie-officieren, behooren-
de tot een der twee regimenten, die
te Mfihlhansen in garnizoen liggen.
Zij waren in de nabijheid van den
tunnel van Bussarg, waar Duitsch en
Fransch grondgebied vredig samen
komen Een der Duitsche officieren,
een kolonel, overschreed eerst alleen
de Fransche grens. Na een afstand
van ongeveer honderd meter afgelegd
te hebben, stond hij stil naar den ho
rizon te kijken. Enkele minuten
daarna keerde hij naar zijn wapen
broeders terug, waarop het gansche
groepje Frankrijk binnentrad tot op
de piek, waar de kolonel den horizon
stille vragen scheen te hebben gesteld.
Een oogenblik bleven de Germanen
ln bewondering voor het Gallische
landschap. Daar zagen zij Fransche
•douaniers van verre aankomen
En langzaam, doch zeker keerden zij
op hun schreden terug, naar de olek
in Germania, waar zij hnn montuur
hadden achtergelaten.
Deze „violation de frontière"
welk een schrikwekkend woord 1
heeft geen enkel incident van poli
tieleen. volkenrechterlijken of krijgs-
gebralligen aard ten gevolge gehad.
Zoowel de magistraten als de journa
listen in Frankrijk hebben begrepen,
dat zelfs Duitsche officieren oog kun
nen hebben voor de schoonheid van
het Fransche landschap. „Kijk eens
even, jongens," scheen de kolonel
zijn kameraden toegevoegd t.e neb-
hen, „wat een mooi panorama, hè?
Er is op 't oogenblik geen kip in do
buurt. Profitions de l'occasion 1 Se-
hen Sic 'mal f dort ist' 's besonders
ischünl"
Die opvatting pleit voor het gezond
verstand, den artistieken zin en dè
vredelievendheid der Franschen. En
ik vraag mij niet zonder reden af, hoo
een groot gedeelte der Duitsche pers
te keer zou zijn gegaan, indien een
troepje Fransche officieren op gelijk
soortige wïize op Duitsch grondgebied
zou zijn gekomen
Niettemin komt hei mij voor, dat de
Franschen wel wat al te gemoedelijk
met hun militaire zaken omspringen,
ook al is het woord „gemoedelijk"
van Germaanschen oorsprong en
heeft bet geen zuiver Romaansch
equivalent.. In hetzelfde verband ls
het hoogst merkwaardig, dat zij zich
allerminst houden aan hun nationaal
spreekwoord,,11 faut laver son linge
sale en familie." Meer dan elke an
dere natie hangen zij familiezaken
aan de groote klok, niet het minst
wanneer 't het vaderland geldt, dal
als een groote familie kan worden
beschouwd.
Ik wil graag gelooven, dat generaal
Faurie gebleken is het tègendeel van
een bolleboos in spiegelgevechten te
zijn en daarom verdiende op pensioen
of voor het minst op non-activiteit ge
steld te worden. Dit had echter in alle
stilte kunnen gebeuren, en dan zou er
geen haan naar hebben gekraaid.
Het zou, zoo hier als overal elders,
nier de eerste keer zijn, dat onbe
kwaam geachte officieren „eervol"'
aan den dijk werden gezet. Is oven-
wrok tegen mij? Dat gij op het oogen
blik gevangen zijt, komt allen omdat
men u heeft verraden.
Verraden. Mij? Er bestaat maar
één man, die dat heeft kunnen doen.
En die man? Zie, dezen brief
heeft hij aan den prefect gezonden.
Hij hield hem den brief voor.
Romain las den brief. Hij balde zijn
vuisten en zijn tanden klapperden van
woede.
Bertignolles' riep hij uit.
Ja, Bertignolles, zei Gaume ver
heugd. Thans, nu gij een gedeelte
van de waarheid kent. zult gij ioc-h,
denk ik. geen reden meer hebben orn
mij te wantrouwen.
Gij wilt mij dus helpen, mij te
wreken?
U wreken, dat is mij onverschil
lig, maar wanneer uw Wraak tevens
een straf is; ja dan zal ik u helpen.
Ik zal u alles zeggen.
Ik luister
Zijn gelaat straalde van voldoening.
Eindelijk zou het raadsel worden
opgelost.
Hij zou bet naadje van de kous te
weten komen.
Wat men hem zon vertellen, bad hij
reeds lang vermoed, dat is zoo, maar
om te handelen, zooals hij wilde doen.
moest hij zekerheid hebben en die ze
kerheid kon hij alleen krijgen uil den
mond van P.omain Goux.
Romain vertelde daarot» alles, wal
gens, bij Methusalem? generaal Fau
rie niet een grijsaard, voor wien het
zelfs in normale omstandigheden lijd
werd, rustig een villa in een mooie
streek te bewonen? Nu, na de hitte
van het eerste gevechtsvuur, is het
dan ook zelfs voor den leek zeer be
vreemdend, dat de illustre super-ge
neralissimus Joffre zooveel openbare
herrie heeft gemaakt over de tacti
sche en strategische tekortkomingen
van generaal Faurie en nog eenige
andere hooge gegalonneerden te
kortkomingen, gebleken in manoeu
vres, die, volgens militairen, zich tot
veldslagen verhouden als zweepknal-
Ictjes tot donderslagen.
Generaal Faurie, die waarschijnlijk
een middelmatig en traag aanvoerder,
doch zeker een intelligent en slim
mensch is, hield zïrh niet koest. Na
tuurlijk niet. Openlijk was de stal
over hem gebroken openlijk protes
teerde hij. in dezer voege zelfs, dat de
pittigs journalist W. Serieyx niet kon
nalaten, liet volgende tweegesprek
tusschen den Duiischen keizer en
diens minister van Oorlog te verzin
nen
De minister. Sire, ik heb de eer
en het genoegen. Uwe Majesteit een
sensatioiineel dokument te brengen...'
De keizer. Ach
De minister. liet betreft een der
uitvoerigste rapporten over do opera
ties vau liet 16de Fransche corps tij
dens de laatste manoeuvres....
De keizer. Bah een of ander
rapport van een spion
De minister. Neen, SireHet
rapport is opgesteld eu geieekend
dooi generaal Joffre....
De keizer. Duur den Franschen
generalissimus!.... Houdt u mij voor
den gek Neen hoor 1 Ik noudig u
uit ten spoedigste uit te scheiden niet
dergelijke grapp6U l
De minister. Luister naar mij,
smeek ik u, Sire Ik zweer op het
hoofd van Uwe Majesteit, dat ik ern
stig spreek
De keizer. Watu bezit, op
schrift, het oordeel vau den Fran
schen generalissimus over een der
unitciten van zijn leger I Maar dat is
een geheim dokument, van vertrou
welijke» aard...;
De minister. Van den vertrouwe-
lijksten aard, inderdaad....
De keizer. En het houdt oordeel
vellingen in?
Do minister. Gedetailleerde en
gemotiveerde, omtrent de delikuatstt
en belangwekkendste punten....
De keizer. Over de hooge aan
voering?
De minister. Ja 1
De keizer. Over de waarde der
kaders? -1
De minister. Ja 1
De keizer. Over «et onderricht en
de tucht uer troepen'?
De minister. J a 1
De keizer. In mijn armen, mijn
waarde minister U bent een groot
man, eu uw inlichtingsdienst werkt
wonderlijk goed I... Een dergelijk do
kument moet u ontzettend veel geld
helmen gekost... Doet er mets toe 1 ik
ben bereid om....
De minister. Ounoodig, Sire ik
heb hei (iok umien l voor niets gekre
gen. liet is gepubliceerd geworden
door den bevelhebber zei ven van het
lüde corps, generaal Faurie....
De keizer. GepubliceerdII! Waar
dan"??'?
De minister. in het dagblad „Le
Temps"....
De Keizer. Koldssallll
Is die persiflage op het openbaar
gekijf tusschen twee hoogo ijzervre
ters niet goed raak'?
De vraag is, wat généraal Faurie
trachtte te bereiken met de publicatie
van bedoeld dokument
Wel, zonder zijn open brief zou hij
gepensionneerd ziju gebleven en de
slechte, althans onaangename repu
tatie vau een onbekwaam generaal
hebben behouden. Door zijn open
brief zou hij misschien slechts op
non-activiteit worden gesteld. En
bleef hij tocli gepensionneerd, dan
zou menigeen zulks niet toesclirijven
aan gedurende de manoeuvres geble
ken onbekwaamheid, doch aau de
brutale publicatie.
De toeleg van generaal Faurie is
niet gelukt. Zijn pensionneering is
gehandhaafd. En ik vermoed, dat
zelfs zijn aanhangers in hem geen
napoleontisch vechtinensch zien. Dat
olies zal hem waarschijnlijk meer
verdrieten dan het feit, dat nu door
zijn (en ook eenigszins door genera
lissimus Joffre's) schuld alle volkeren
kunnen weten, dat er niet weinig ha
pert aan het Fransche leger. Après
nous le déluge 1
OTTO KNAAP.
Binnenland
NAARDEN IN DUISTER.
Men meldt ons uit Naarden
Te Naarden is de electrische ver
lichting in het laatste jaar meer eu
meer algemeen geworden. Daar in de
onze lezers reeds weten.
Soms moest hij even ophouden,
wanneer hij van Jenny sprak, want
zijn lïefde tot haar was nog niets
verminderd.
Meermalen drukte hij zijn handen
tegen zijn oogen en snikte luid.
Toen hij alles verteld had, zei hij:
Thans weet gij alles, mijnheer.
Ik heb er geen woord meer bij te voe
gen. Wanneer men mij wil dooden,
laat men het dan spoedig doen. Ik
vrees den dood niet. Integendeel, ik
verlang er naar als naar een verlos
ser. Toch zou ik sterven met woede
in het hart. wsr.-neer ik wist, dat Ber-
tignolles gelukkig was en zegepraal
de.
Gaume verliet Romain Goux en be
gaf zich dadelijk naar hel paleis van
justitie, om den rechter van instruc
tie. den heer Lément, te spreken.
Wat hij vernemen had, was zeer
ernstig. Hij kon het niet voor zich
houden, hij moest er terstond verslag
van gaan doen.
Maar wat kon men tegenover Ber
tignolles doen?
Niets!
De verklaringen van Romain Goux
geleken veel op de wraakneming van
een knecht, die door zijn meester is
weggejaagd.
En de bewijzen?
Die bastonden niet, of althans zoo
gering, dal men er weinig aan zou
i plaats gas ontbreekt hebben de mees-,
tc inwoners de ouderwetsche petro
leumlampen vervangen door electri
sche verlichting. Donderdagavond,
omstreeks 8 uur, was echter plotse
ling het geheele stadje in het duister
gehuld. De electrische centrale had
de inwoners in den steek gelaten.
Het was een zeer duistere avond,
zoodut men geen hand voor de oogen
kon zien, en elkaar op straat tegen
het lijf liep. Spoedig heerschte op de
markt een ongewone drukte van door
elkaar scharrelende donkere gedaan
ten. Ambacht-, K-eken-, herhalings
scholen eu under© avond-cursussen
gaven tol groot pleizier der leerlinge!)
vrijaf, hetgeen de levendigheid op
straat aanmerkelijk verlioogue.
Hier eu daar zag men suinrnigc
mcnscheii lobben om een oude afge
dankte petroleumlamp weer aan net
branden te krijgen. Eindjes kaars
voor zoover men zo met een lucifer
kon vinden waren geld waard.
Overal zag men achter de rumen
zwakke flikkeringen van aange-
schraptc lucifers, doch op straat....
diepe duisternis.
Eindelijk, daar was licht! Hoezee
Maar helaas, slechts voor enkele mi
nuten, toen was het weer alles zwart
rondom.
Daar flitsten de straatlantaarns
woer op, doch weer was het licht
spoedig gedoofd. Na nog zoo eenige
malen beurtelings in het licht en in
het donker te zijn gezet, scheen toch
tenslotte hel licht de. duisternis te
overwinnen eu straalden de gloei
lampen weer ongestoord hun licht
uit.... tot groot verdriet van de jeugd!
De oorzaak van het voorgevallene
schijnt kortsluiting te zijn.
A NT I-S U IKER ACC IJ N SBOND.
De Anli-Suikeraccijnsbond heeft een
uitvoerige nota gericht tot den Mi
nister van Fhiaaiciëa, met de navol
gende verzoeken, die zegt de nota
„worden zij in welwillende overwe
ging genomen, en tot daden omgezet,
een zegen zullen blijken voor ons var
derland en een bron van ergernis bij
velen zullen wegnemen":
lo. dat de accijns op de suiker aan-
morkelijk worde verlaagd, en wel zoo
mogelijk reeds dadelijk van f 27 tot
f 17 per 100 KG. en met het dadelijk
vaststaande voornemen tot verdere
verlaging over te gaan, b.v. tot f 10
per 100 KG.;
2o. dat geen gevolg worde gegeven
aan het. ln de Nota over den staat
van 's Lands financiën, gevoegd bij
de Staatsbegrooting voor 1914, geuit
voornemen om hetgeen de accijns op
het gedistilleerd in 1914 meer zal op
brengen dan f 25.200.000 niet te stor
ten in het sedert 1911 gevormd Fonds
van de suppletoire opbrengst vp,n den
accijns op het binnen- en buiten-
londsch gedistilleerd, docli integen
deel in de wet worde vastgelegd, dat
dit Fonds steeds met die suppletoire
opbrengst zal worden verhoogd, totdat
de accijns op suiker door vermeerde
ring vau consumlie na de verlaging
ervan, weder zoodanig zal zijn toege
nomen, dat (gerekend over de te ver
wachten jaren van overgang) het
door de schatkist geleden verlies op
den suikeraccijns weder zal zijn In
gehaald;
3o. dat wettelijke bepalingen wor
den uitgevaardigd tegen het onbe
perkt gebruik van saccharine en
daarmede overeenkomende zoelmo-
Itende stoffen, opdat Nederland zich
kan aansluiten bij een internationale
regeling van dit verbruik, en ophou-
de het nagenoeg eenige land ter we
reld te zijn, waar dergelijke verbods
bepalingen in 't belang Van de volks
welvaart, en in het belang van de
schatkist niet worden gevonden.
liet „Weekblad v. h. Recht" meldt:
OPENBAAR MINISTERIE EN
BALIE.
Onze lezers kennen het incident, bij
de behandeling van deAbbenbroeksche
vergiftigingsprocedure, voor het Ge
rechtshof te Amsterdam, gerezen tus
schen den vertegenwoordiger van het
O. M. mr. P. de Josselin de Jong, en
den verdediger mr. L. W. van Gigch.
Wij hebben daarover tot dusver in ons
blad gezwegen, omdat bekend was go-
worden, dut mr. van Gigch de tus-
schenkomst van den Minister van
Justitie had ingeroepen en wij bo
vendien hadden vernomen, dat de
Raad van Toezicht eu Discipline te
Amsterdam zich de aangelegenheid
had aangetrokken. Thans kunnen wij
tot ons genoegen mededeelen, dat de
moeilijkheid langs minnelijken weg
is opgelost. Mr. van Gigch ontving
van den Raad ter kennisneming on
derstaand schrijven van mr. de Josse-
hebben.
Twee aanwijzingen had Gaume ge
vonden.
Ten eerste de pruik, den valschen
baard en den dolle, die hij van de ka
mer van Romain Goux had meege
bracht. Men wist, dat die dolk aan
Bertignolles toebehoorde en men zou
gemakkelijk kunnen bewijzen, dat bij
aan zijn wapenrek ontbrak.
Was dat een bewijs? Zou Bertignol
les niet beweren, dat Romain Goux
dien dolk bij zijn vertrek had gesto
len?
Ten tweede: de brief, die door Ber
tignolles was geschreven. Er bestond
een gebrek anti de schrijfmachine,
waardoor de letters A. en M. verminkt
overkwamen.
Toen Romain Goux nog secretaris
bij Bertignolles was, had hij hem drar
dikwijls oo gewezen, maar altijd had
men verzuimd, de machine te doen
herstellen.
Maar was dat nog een bewijs?
Neen, voor de wet, voor de justitie
niet
Om te straffen moest men tot buiten
gewone middelen zijn toevlucht ne
men. en daarover kwam Gaume met
d*n heer Lément spreken.
De rechter wilde zich eerst niet mol
die zaak inlaten, maar Gaume was
zoo welsprekend, dat hij hem ten slot
te overhaalde hem ruim baan te la
ten.
lin de Jong. aan welk' schrijven wij
op verzoek van mr. vau Gigch open
baarheid geven,
Amsterdam, den 25 Nov. 1913
WelEdel Gestrenge Heeren,
Naar aanleiding van Uw schrijven
d.d. 20 Nov. j.L, warbïj Uw Raad
xich verplicht acht mij te verzoeken
hem te willen mededeelen, waarop de
door mij op de zitting van 15 Nov. j.l.
tegen de verdediging gerichte te las
te! egging steunt en door welke bewij
zen zij wordt gestaafd, beb ik de eer
Uwen Raad het navolgende te berich-
len.
Inderdaad heb is in bovenbedoeld
schrijven aangehaalde uitdrukkingen
in de zitting van het Hof van 15 de
zer gebezigd tegenover den Heer mr.
L. W. van Gigch.
Ik betreur dat en neem die woorden
terug, vooral na de van Uwe zijde
ontvangene inlichtingen druk ik mijn
leedwezen uit. dat ik geen gebruik heb
gemaakt van de gelegenheid om reeds
in de openbare zitting zulks te doen.
Wat het slot van Uw schrijven be
treft, meen ik te kurfhen volstaan met
te verklaren, dat eene herhaling van
zoodanig incident mijnes-zijds niet
meer le verwachten is, terwijl ik er
hoogen prijs op stel te verblaren, dat
ik gaarne zoude zien, dat de goede
verstandhouding, waarmede ik tot ru
toe met Uwe balie sedert meer dan
vier jaren heb verkeerd, door dat in
cident niet worde verstoord, maar
zoodanig moge blijven dat wij in de
toekomst te zamen elk naar zijn beste
weten onze moeilijk taak kunnen blij
ven volvoeren.
Ik heb dan ook de eer Uwen Raad be
leefd te verzoeken den Heer Mr. van
Gigch Sr. met den Inhoud van dit
schrijven in kennis te willen stellen.
Met de meeste hoogachting verblijf
ik,
Uwe dienstvaardige dienaar:
P. DE JOSSELIN DE JONG.
Aan den Raad van Toe
zicht en Discipline der Orde
van Advocaten te Amster
dam.
Voor afschrift:
L. H. KUHN Jr., Deken.
Wij verheugen ons van harte over
dezen voor alle partijen bevredigen
den afloop, niet het minst ook omdat
deze oplossing is verkregen door tus-
schenkomst van den Raad van Toe
zicht, bij wien de aangelegenheid, als
de geheele balie rakende, van rechts
wege behoorde.
UIT DE DIAMANTNIJVERHEID.
H(enri) P(olak) slaakt in het num
mer van het Weekblad van den A.
N. D. B. de volgende verzuchting over
den huïdigen toestand, een verzuch
ting die met een wensch eindigt:
„Er wordt van gezaghebbende zijde
beweerd, dat weldra de heerschende
crisis aanmerkelijk in hevigheid zal
afnemen. Bij verschillende juweliers,
wier bedrijf geruimen tijd geheel of
gedeeltelijk stil heeft gelegen, schijnt
neiging te bestaan, om weder op rui
me scbaaJ aan den slag te gaan.
„Och, dat het waar moge zijn. Dat
er eindelijk wat licht kome. Dat nu
loch eens de eindelooze werkloosheid,
die als een gruwelijk gedrocht ons
aangrijnst, moge afnemen.
„Zóó kan het toch niet langer, Hon
derdtallen der onzen kwijnen weg in
gebrek en ellende. Tal van jonge
inensohen, eerst korten tijd bij ons
vak, hebben elders, in andere bedrij
ven, hun heil gezocht, zoodat onze in
dustrie een goed stuk van zijn jonge
kracht dreigt te verliezen. Kommer
en armoede heerschen alom. Wan-
liooip beklemt de harten. Dof staan
de oogen van droefenis. Zwakke ge
stellen gaan geheel te gronde. On
voldoende voeding doet tallooze kin
deren verzwakken en een lichte prooi
wórden voor de ziekten, die zich mees
ter maken van weerstandslooze licha
men.
„Er moet toch nu eens een einde
komen aan deze afgrijselijke periode.
„Twee en een half jaar duurt zij
reeds.
Teistering en beproeving hebben
dan toch waarlijk lang genoeg ge
duurd.
„Van onzen kant wordt alles ge
daan, wat mogelijk is, om de hervat
ting van den arbeid te vergemakke
lijken.
„Zouden de juweliers nu niet eens
pogen hun beste beentje voor te zet
ten? Zij hebben toch wel eenige ver
plichting tegenover degenen, door
Toen de agent het bureau van den
rechter van instructie verliet, nam hij
een hevel tot invrijheidstelling van
Mirador mee.
Hij snelde naar Mazas.
Nog denzelfden dag keerde Mira
dor naar Nogent terug, waar hij zich
ter beschikking stelde van den mar
kies de Soulaüïies, die hem terstond
weer in dienst nam.
Heeft men dan den waren schul
dige gevonden? vroeg hij.
Maar niemand kon hem inlichten.
O. die schurk! Wanneer ik hem
ken, dan zal ik nader met hem spre
ken.
Denzelfden avond vierde hij met :ijn
vrienden het feest van ziin bevrijding.
's Avonds was Gaume op het poli
tiebureau teruggekomen. k
Ten tweede male trad hij de cel van
Romain Goux binnen.
Wat zouat gij gedaan hebben,
wanneer men u riet zoo eensklaps
had gevangen genomen? vroeg hij.
Dan zou ik bet huwelijk van Jen
ny hebben verhinderd.
En wat zoudt gij doen, wanneer
gij nu eens vrijwaart?
P.omain lachte
Vrij? herhaalde hij. Is dat nu
nog mogelijk? Kan ik daaraan nog
denken? O. waarom heefi u mij niet
vier dagen later gevangen genomen?
Gaume zag hem strak aan.
Het was hem aan te zien. dat hii
wier arbeid ook zij bestaan mootou ejt
die nu vergaan van misère."
Volgens de laatste opgave ik-z*
opgave betreft de week van 1C> - 2?
November 1.1. bedroeg het -etal wei !f<
looze diamantbewerkers 3623, leg a
3151 in de daaraan voorafgaand?
week.
WETTELIJKE BESCHERMING
DER ARBEIDERS.
Te Amsterdam ls een vergadering
gehouden van de „N'ederlandsche
Vereeniging voor wettelijke bescher
ming der Arbeiders", onder leiding
van dr. W. II. Nolens, die in zi.,:
openingswoord speciaal welkom hert-
te den Verlegen woord i go r van du
Minister van Landbouw, Handel cii
Nijverheid.
Na uiibrenging van de jaarvers! -
gen werd tot bestuurslid herkozen
mej. A. Polak; oir. L N. Rodenhuig
werd gekozen in de plaats van dr. D
Bos. die als penningmeester was
getreden.
Besloten werd, voortaan 15 perso
nen In het bestuur zitting te doen ne
men. Op voorstel van het bestuur zal
len daartoe uitgenoodigd worden do
heeren A. S. Tal ma, oud-minister;
Blankevoori, te Heerlen mr. J. 11.
Peijiot, te 's-Gravenh-ge mevrouw
E. J. Tilanus, inspecti ice van den
Arbeid te AmsterdamI. G. Keesin
lid van den Bondsraad van den A. N
D. B. te Laren; J. Mussert. lid v.'u
het bestuur van het Alg. N'ed. Werk-
üedenverbond te Amsterdam; II. Her
mans. secretaris van dc:i Arbeid i©
Maastricht; C. Smeeuk. redacteur
van Patrimonium te Arnhem.
Daarna werden in bespreking g—
bracht de door de algemeen© vergade
ring der International© Vereeniging
voor Wettelijke Bescherming der Ar
beiders. gehouden te Zurich op 10—12
September 1913, aangenomen resolu
ties in zake de Huisindustrie.
De heeren C. J. P. Zaalberg, inspe« -
teur van den arbeid ie \s-Gravenluig'-,
E. Kupers. secretaris van don Ncder-
landschen Bond van Mannelijke en
Vrouwelijk© Arbeiders in de KleedLng-
industrie te Amsterdam, en van
Norden, oud-voorzitter van den Bond
van Vereenïgdö Patroons in de Kle
dingindustrie te Rotterdam, hielden
redevoeringen, waarin zij stellingen
verdedigden en tol conclusies kwa-
De heer Zaalberg kwam tot de vol
gende conclusies
Jn Nederland is huisarbeid voor
duizenden gezinnen een bron van
schade voor gezondheid, huiselijkheid
welstand en ontwikkeling,
De huisindustrie werlu, de lage leu
nen in de hand, voornamelijk door
het misbruik van vrouwen- eu kin
derarbeid, door onbegrensden ar
beidsduur, door het zich niet aaneen
sluiten der vakgenoot en.
Zonder economische versterking der
huisarbeiders Ls en biijft iedere wet in
het belang hunner gezondheid zonder
eenige uitwerking.
Afdoende verbetering kan alleen
door den wetgever worden gebracht,
en alleen dan, wanneer hij ia de eer
ste plaats hun een loon doet deelach
tig worden, waarvan het gezin be
hoorlijk kan bestaan.
Ook"wanneer iu de huisindustrie de
looiien op beter peil zullen zijn ge
bracht, blijft de huisarbeid in den
regel nadeelen voor het gezinsleven
bieden. Arbeid, die schadelijk voor de
gezondheid is, vooral wanneer hij
niet verricht wordt volgens do daar
mee verhand houdende voorschriften,
moet uls huisarbeid verboden worden;
in de eerste plaats geldt dit t labo Vi
st rippen, sigarenmaken eu lompen-
bewerken.
In bet belang der verbruikers wor
de het in huisindustrie bewerken van
eetwaren verboden. Dit geldt voorna
melijk het groente-bewerkengarna
len pellen en suikerwerk verpakken.
Hetzelfde geldt voor het maken vau
verpakkingsmiddelen, als zakken eu
doosjes.
De wettelijke minimumregeling in
Australië en Engeland heeft, de ergste
nadeelen der huisindustrie doen var-
dwijnen zonder de werkgelegenheid ie
verminderen of de bedrijven te ver
nietigen.
Daarna sprak de lieer E. Kupers
•over„Wettelijke bescherming van
huis-arbeiders".
Deze zei, üat bij een sterk voorstan
der was van do vakorganisatie en
haai- als één der voornaamst© midde
len beschouwde om den toestand der
huisarbeiders te verbeteren.
Hij kwam ten slotte tot de volgende
stellingen
De misstanden, die uit de huis
industrie voortvloeien, vinden in de
eerste plaats haar oorzaak iu de
loonen. Lange arbeidsdagen, vrou
wen- en kinderarbeid, slechte wo
ningtoestanden, enz., zijn slechts da
gevolgen van het feit. dat liet loon iu
de huisindustrie betaald, geheel cnai
ontoereikend is om er van te beslaan.
Ten slotte voerde de heer N. van
aarzelde. Hetgeen hij doen wilde, wu?
zoo ernstig.
Eindelijk nam hij een besluit.
Komaan, zei hij.
Waarheen'?
Volg mij maas-.
Romain deed wat hein gezegd we ui.
Zij verlieten de cel. Aan de buiten
deur verzette zich niemand legen het
vertrek van den gevangene. Gaurr.e
scheen al zijn maatregelen genomen
te hebben.
Zij gingen de binnenplaats over en
kwamen op straat. Gaume hield zijn
gevangene niet eens vost.
Op straat gekomen zag hij Rot».:-in
strak aan en zei:
Gij zijï vrij.
De andere scheen hem niet goed ver
staan te hebben. Hij zag hern aarze
lend aan.
Gaurne herhaalde:
Gij zijt vrij.
Vrij! stamelde Romain, rvn al
les wat ik n gezegd heb'
Ja, maar ik geef u slechts de vrij
heid terug om te straffen.
O. mijnheer, riep P.omain uit. c'a
't nog niet kon gelooven.
Vervolgens zult ge u weer gevan
gen geven.
Dat zal ik doen. O, het is mij on
verschil! Is!
(Wordt vervolgd.)