Humor: Dtaiu W IS AAM. TWEEDE BLAD Zaterdag 29 fiovsiElïer 1913 H&arlemsclie HandeSsvereeniging Goedgekeurd- bij Koninklijk Besluit van 12 Nov. 1892 No. 29 eu gewij zigd bij KomnkL besluit van 21 .Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli 1909, No. 52. Bureau; Jansweg 11, geopend alle werkdagen van 95 uur. Te'.ephoon No. 403. Op 10 .Mei 1892 werd bovengenoem de Vereeniging bier ter stede opge richt «iet bet doel de belangen der le den op allerlei gebied lo behartigen, doch allereerst de belangen hunner handel of bedrijf te bevorderen en wel speciaal door het verstrekken van informatiën en het incasseeren. van dubieuse vorderingen. Voor posten welke men de vereeni ging ter invordering in handen stelt op buiten de stad woonachtige per sonen moei 10 ct. porto worden be taald, terwijl van alle vorderingen doo" de vereeniging geïnd 3 pet. pro visie wordt geheven. In Juli en Augustus 1913 zijn <5-4 vorderingen tot een bedrag van 1 1495.55 betaald; 18 vorderingen wor den afbetaald, 16 vorderingen zijn uitgesteld. Bovendien hebben de leden het reent op het hun gratis te verstrek ken advies van de rechtsgeleerde ad viseurs der vereeniging, de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die desgewenscht ook in procedunen eD faillissementen gratis voor hun op treden, natuurlijk echter alleen voor zaken betreffende den (handel of het bedrijf der leden. Bij elke vordering der rechtsgeleer den in 'handen gesteld moet 10 cent voor porto worden gevoegd, terwijl van de bedragen der langs dezen weg ingevorderde posten 5 pCt. moet worden betaald. II. H. rechtsgeleer den hebben het recht in geval van ge rechtelijke vervolging het door hun noodig geoordeelde voorschot te vra gen aan den inzender der vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telepihonische inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend, terwijl voor informatiën op buiten de stad wonende personen i 0.60 pl.m. 5 ct. portovergoeding moet worden betaald. Aan het kantoor Jansweg 11 rijn zou pons k 10 ct. verkrij gbaar, waarop men aan het bureau vah den Burger lijken Stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adressen van hier ter stede op het bevolkings register ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitimatiekaarten, waarop zij persoonlijk informatiën kunnen vra gen, in andere plaatsen bij de daar gevestigde en bij den Ned. Bond van Onderl. Infor. en SOmldinvordering- bureaux en Handelsverenigingen aangesloten vereen igingen. Deze in formatiën kosten 25 ct. Het is noodig er nog eens uitdruk kelijk op te wijzen dat goed informee- ren, vooral naar nieuwe cliënten eene bepaalde noodzakelijkheid is gewor den, waar zoovele géheel onbekende personen zich in onze stad en aan grenzende gemeenten komen vestigen. Onder alle koren is kaf. Bovengenoemde Bond, waarbij 18 vereenigingen in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn aangesloten geeft uit eene tweemaan- delijksche lijst van namen vau per sonen omtrent wien men wordt aan geraden Inlichtingen te vragen voor dat men met ben in handelsbetrek king treedt, waarvan het geheim on geschonden moet blijven en die als waarsdhuwingsmïddel uitstekende diensten bewijst Waar eene vereeniging, die hare le den al deze voordeelen en gemakken aanbiedt, slechts f 3 50 jaarlijksche contributie vraagt, is dit zeker een zeer bescheiden eïsch te '•""men, te Feuilleton (Nadruk verboden). 101) 102) Laurent antwoordde niet. 't ls goed. zei Gaume. ,ik heb u l>esrepen. Hij begaf zich naar Romain Gous, dien men in een eet had opgesloten. Gij hebt mij nog niet alles ge zegd, Romain, sprak hij, terwijl hij vertrouwelijk bij hem kwam zitten Zeker, ik zweer het u. Neen, gij hebt mij nog niet alles gezegd .en ik zal u den tong wel wat losser maken. Gij hebt er dus reden voor te verbergen, dat gij een mede- plich! ige hebt? 't Is waar, ik heb een medeplich tige. Zijn oogen fonkelden van haat. Waarom zou ik daarover spre ken? Ik heb geen bewijzen tegen hem. Dat doet er niet toe. Het kan tocli belangrijk voor mij wezen. Nogmaals, waarom? Welnu, gij koestert iocli geen meer daar al het opgenoemde niet tiet eenïge is wat de Haariemsclie Han deisvereeniging doet; steeds heeft zij een open oog "gehad voor alle zaken, die hare leden in 't bijzonder en onze gemeente in 't algemeen betroffen en altijd heeft zij daarvoor gesproken. Het zou te ver voeren alles op te noemen, waarvoor zij opkwam, alleen dient nog vermeld, dat het hare be doeling is. in deze richting krachtig voort te gaan. Li verband biermede zijn in het be stuur drie commissiën gevormd en is daarvoor bet bestuur uitgebreid. Van deze commissiën bemoeit eene zich met het Informatie- en Incassowezen, eene met algemeens Middenstandsbe- longen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zamen genomen roepen wij allen toe, handelaar of particulier: Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds tot stand brengt verdient uwe sympa thie en de contributie, f 3.50 per jaar. kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij is in ledental, des te meer kan do Haarlemsche Handeisvereeniging doen. Sluit u bij haar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen be lang. HET- BESTUUR. Parijsche Brieven CCCXCVIH. Dezo week zijn of moet ik zeg gen ..hebben'', daar hier opzettelijk heid in het spel is? deze week zijn eenigo Duilsche officieren de Fran- eche grens overschreden. Het waren twaalf cavalerie-officieren, behooren- de tot een der twee regimenten, die te Mfihlhansen in garnizoen liggen. Zij waren in de nabijheid van den tunnel van Bussarg, waar Duitsch en Fransch grondgebied vredig samen komen Een der Duitsche officieren, een kolonel, overschreed eerst alleen de Fransche grens. Na een afstand van ongeveer honderd meter afgelegd te hebben, stond hij stil naar den ho rizon te kijken. Enkele minuten daarna keerde hij naar zijn wapen broeders terug, waarop het gansche groepje Frankrijk binnentrad tot op de piek, waar de kolonel den horizon stille vragen scheen te hebben gesteld. Een oogenblik bleven de Germanen ln bewondering voor het Gallische landschap. Daar zagen zij Fransche •douaniers van verre aankomen En langzaam, doch zeker keerden zij op hun schreden terug, naar de olek in Germania, waar zij hnn montuur hadden achtergelaten. Deze „violation de frontière" welk een schrikwekkend woord 1 heeft geen enkel incident van poli tieleen. volkenrechterlijken of krijgs- gebralligen aard ten gevolge gehad. Zoowel de magistraten als de journa listen in Frankrijk hebben begrepen, dat zelfs Duitsche officieren oog kun nen hebben voor de schoonheid van het Fransche landschap. „Kijk eens even, jongens," scheen de kolonel zijn kameraden toegevoegd t.e neb- hen, „wat een mooi panorama, hè? Er is op 't oogenblik geen kip in do buurt. Profitions de l'occasion 1 Se- hen Sic 'mal f dort ist' 's besonders ischünl" Die opvatting pleit voor het gezond verstand, den artistieken zin en dè vredelievendheid der Franschen. En ik vraag mij niet zonder reden af, hoo een groot gedeelte der Duitsche pers te keer zou zijn gegaan, indien een troepje Fransche officieren op gelijk soortige wïize op Duitsch grondgebied zou zijn gekomen Niettemin komt hei mij voor, dat de Franschen wel wat al te gemoedelijk met hun militaire zaken omspringen, ook al is het woord „gemoedelijk" van Germaanschen oorsprong en heeft bet geen zuiver Romaansch equivalent.. In hetzelfde verband ls het hoogst merkwaardig, dat zij zich allerminst houden aan hun nationaal spreekwoord,,11 faut laver son linge sale en familie." Meer dan elke an dere natie hangen zij familiezaken aan de groote klok, niet het minst wanneer 't het vaderland geldt, dal als een groote familie kan worden beschouwd. Ik wil graag gelooven, dat generaal Faurie gebleken is het tègendeel van een bolleboos in spiegelgevechten te zijn en daarom verdiende op pensioen of voor het minst op non-activiteit ge steld te worden. Dit had echter in alle stilte kunnen gebeuren, en dan zou er geen haan naar hebben gekraaid. Het zou, zoo hier als overal elders, nier de eerste keer zijn, dat onbe kwaam geachte officieren „eervol"' aan den dijk werden gezet. Is oven- wrok tegen mij? Dat gij op het oogen blik gevangen zijt, komt allen omdat men u heeft verraden. Verraden. Mij? Er bestaat maar één man, die dat heeft kunnen doen. En die man? Zie, dezen brief heeft hij aan den prefect gezonden. Hij hield hem den brief voor. Romain las den brief. Hij balde zijn vuisten en zijn tanden klapperden van woede. Bertignolles' riep hij uit. Ja, Bertignolles, zei Gaume ver heugd. Thans, nu gij een gedeelte van de waarheid kent. zult gij ioc-h, denk ik. geen reden meer hebben orn mij te wantrouwen. Gij wilt mij dus helpen, mij te wreken? U wreken, dat is mij onverschil lig, maar wanneer uw Wraak tevens een straf is; ja dan zal ik u helpen. Ik zal u alles zeggen. Ik luister Zijn gelaat straalde van voldoening. Eindelijk zou het raadsel worden opgelost. Hij zou bet naadje van de kous te weten komen. Wat men hem zon vertellen, bad hij reeds lang vermoed, dat is zoo, maar om te handelen, zooals hij wilde doen. moest hij zekerheid hebben en die ze kerheid kon hij alleen krijgen uil den mond van P.omain Goux. Romain vertelde daarot» alles, wal gens, bij Methusalem? generaal Fau rie niet een grijsaard, voor wien het zelfs in normale omstandigheden lijd werd, rustig een villa in een mooie streek te bewonen? Nu, na de hitte van het eerste gevechtsvuur, is het dan ook zelfs voor den leek zeer be vreemdend, dat de illustre super-ge neralissimus Joffre zooveel openbare herrie heeft gemaakt over de tacti sche en strategische tekortkomingen van generaal Faurie en nog eenige andere hooge gegalonneerden te kortkomingen, gebleken in manoeu vres, die, volgens militairen, zich tot veldslagen verhouden als zweepknal- Ictjes tot donderslagen. Generaal Faurie, die waarschijnlijk een middelmatig en traag aanvoerder, doch zeker een intelligent en slim mensch is, hield zïrh niet koest. Na tuurlijk niet. Openlijk was de stal over hem gebroken openlijk protes teerde hij. in dezer voege zelfs, dat de pittigs journalist W. Serieyx niet kon nalaten, liet volgende tweegesprek tusschen den Duiischen keizer en diens minister van Oorlog te verzin nen De minister. Sire, ik heb de eer en het genoegen. Uwe Majesteit een sensatioiineel dokument te brengen...' De keizer. Ach De minister. liet betreft een der uitvoerigste rapporten over do opera ties vau liet 16de Fransche corps tij dens de laatste manoeuvres.... De keizer. Bah een of ander rapport van een spion De minister. Neen, SireHet rapport is opgesteld eu geieekend dooi generaal Joffre.... De keizer. Duur den Franschen generalissimus!.... Houdt u mij voor den gek Neen hoor 1 Ik noudig u uit ten spoedigste uit te scheiden niet dergelijke grapp6U l De minister. Luister naar mij, smeek ik u, Sire Ik zweer op het hoofd van Uwe Majesteit, dat ik ern stig spreek De keizer. Watu bezit, op schrift, het oordeel vau den Fran schen generalissimus over een der unitciten van zijn leger I Maar dat is een geheim dokument, van vertrou welijke» aard...; De minister. Van den vertrouwe- lijksten aard, inderdaad.... De keizer. En het houdt oordeel vellingen in? Do minister. Gedetailleerde en gemotiveerde, omtrent de delikuatstt en belangwekkendste punten.... De keizer. Over de hooge aan voering? De minister. Ja 1 De keizer. Over de waarde der kaders? -1 De minister. Ja 1 De keizer. Over «et onderricht en de tucht uer troepen'? De minister. J a 1 De keizer. In mijn armen, mijn waarde minister U bent een groot man, eu uw inlichtingsdienst werkt wonderlijk goed I... Een dergelijk do kument moet u ontzettend veel geld helmen gekost... Doet er mets toe 1 ik ben bereid om.... De minister. Ounoodig, Sire ik heb hei (iok umien l voor niets gekre gen. liet is gepubliceerd geworden door den bevelhebber zei ven van het lüde corps, generaal Faurie.... De keizer. GepubliceerdII! Waar dan"??'? De minister. in het dagblad „Le Temps".... De Keizer. Koldssallll Is die persiflage op het openbaar gekijf tusschen twee hoogo ijzervre ters niet goed raak'? De vraag is, wat généraal Faurie trachtte te bereiken met de publicatie van bedoeld dokument Wel, zonder zijn open brief zou hij gepensionneerd ziju gebleven en de slechte, althans onaangename repu tatie vau een onbekwaam generaal hebben behouden. Door zijn open brief zou hij misschien slechts op non-activiteit worden gesteld. En bleef hij tocli gepensionneerd, dan zou menigeen zulks niet toesclirijven aan gedurende de manoeuvres geble ken onbekwaamheid, doch aau de brutale publicatie. De toeleg van generaal Faurie is niet gelukt. Zijn pensionneering is gehandhaafd. En ik vermoed, dat zelfs zijn aanhangers in hem geen napoleontisch vechtinensch zien. Dat olies zal hem waarschijnlijk meer verdrieten dan het feit, dat nu door zijn (en ook eenigszins door genera lissimus Joffre's) schuld alle volkeren kunnen weten, dat er niet weinig ha pert aan het Fransche leger. Après nous le déluge 1 OTTO KNAAP. Binnenland NAARDEN IN DUISTER. Men meldt ons uit Naarden Te Naarden is de electrische ver lichting in het laatste jaar meer eu meer algemeen geworden. Daar in de onze lezers reeds weten. Soms moest hij even ophouden, wanneer hij van Jenny sprak, want zijn lïefde tot haar was nog niets verminderd. Meermalen drukte hij zijn handen tegen zijn oogen en snikte luid. Toen hij alles verteld had, zei hij: Thans weet gij alles, mijnheer. Ik heb er geen woord meer bij te voe gen. Wanneer men mij wil dooden, laat men het dan spoedig doen. Ik vrees den dood niet. Integendeel, ik verlang er naar als naar een verlos ser. Toch zou ik sterven met woede in het hart. wsr.-neer ik wist, dat Ber- tignolles gelukkig was en zegepraal de. Gaume verliet Romain Goux en be gaf zich dadelijk naar hel paleis van justitie, om den rechter van instruc tie. den heer Lément, te spreken. Wat hij vernemen had, was zeer ernstig. Hij kon het niet voor zich houden, hij moest er terstond verslag van gaan doen. Maar wat kon men tegenover Ber tignolles doen? Niets! De verklaringen van Romain Goux geleken veel op de wraakneming van een knecht, die door zijn meester is weggejaagd. En de bewijzen? Die bastonden niet, of althans zoo gering, dal men er weinig aan zou i plaats gas ontbreekt hebben de mees-, tc inwoners de ouderwetsche petro leumlampen vervangen door electri sche verlichting. Donderdagavond, omstreeks 8 uur, was echter plotse ling het geheele stadje in het duister gehuld. De electrische centrale had de inwoners in den steek gelaten. Het was een zeer duistere avond, zoodut men geen hand voor de oogen kon zien, en elkaar op straat tegen het lijf liep. Spoedig heerschte op de markt een ongewone drukte van door elkaar scharrelende donkere gedaan ten. Ambacht-, K-eken-, herhalings scholen eu under© avond-cursussen gaven tol groot pleizier der leerlinge!) vrijaf, hetgeen de levendigheid op straat aanmerkelijk verlioogue. Hier eu daar zag men suinrnigc mcnscheii lobben om een oude afge dankte petroleumlamp weer aan net branden te krijgen. Eindjes kaars voor zoover men zo met een lucifer kon vinden waren geld waard. Overal zag men achter de rumen zwakke flikkeringen van aange- schraptc lucifers, doch op straat.... diepe duisternis. Eindelijk, daar was licht! Hoezee Maar helaas, slechts voor enkele mi nuten, toen was het weer alles zwart rondom. Daar flitsten de straatlantaarns woer op, doch weer was het licht spoedig gedoofd. Na nog zoo eenige malen beurtelings in het licht en in het donker te zijn gezet, scheen toch tenslotte hel licht de. duisternis te overwinnen eu straalden de gloei lampen weer ongestoord hun licht uit.... tot groot verdriet van de jeugd! De oorzaak van het voorgevallene schijnt kortsluiting te zijn. A NT I-S U IKER ACC IJ N SBOND. De Anli-Suikeraccijnsbond heeft een uitvoerige nota gericht tot den Mi nister van Fhiaaiciëa, met de navol gende verzoeken, die zegt de nota „worden zij in welwillende overwe ging genomen, en tot daden omgezet, een zegen zullen blijken voor ons var derland en een bron van ergernis bij velen zullen wegnemen": lo. dat de accijns op de suiker aan- morkelijk worde verlaagd, en wel zoo mogelijk reeds dadelijk van f 27 tot f 17 per 100 KG. en met het dadelijk vaststaande voornemen tot verdere verlaging over te gaan, b.v. tot f 10 per 100 KG.; 2o. dat geen gevolg worde gegeven aan het. ln de Nota over den staat van 's Lands financiën, gevoegd bij de Staatsbegrooting voor 1914, geuit voornemen om hetgeen de accijns op het gedistilleerd in 1914 meer zal op brengen dan f 25.200.000 niet te stor ten in het sedert 1911 gevormd Fonds van de suppletoire opbrengst vp,n den accijns op het binnen- en buiten- londsch gedistilleerd, docli integen deel in de wet worde vastgelegd, dat dit Fonds steeds met die suppletoire opbrengst zal worden verhoogd, totdat de accijns op suiker door vermeerde ring vau consumlie na de verlaging ervan, weder zoodanig zal zijn toege nomen, dat (gerekend over de te ver wachten jaren van overgang) het door de schatkist geleden verlies op den suikeraccijns weder zal zijn In gehaald; 3o. dat wettelijke bepalingen wor den uitgevaardigd tegen het onbe perkt gebruik van saccharine en daarmede overeenkomende zoelmo- Itende stoffen, opdat Nederland zich kan aansluiten bij een internationale regeling van dit verbruik, en ophou- de het nagenoeg eenige land ter we reld te zijn, waar dergelijke verbods bepalingen in 't belang Van de volks welvaart, en in het belang van de schatkist niet worden gevonden. liet „Weekblad v. h. Recht" meldt: OPENBAAR MINISTERIE EN BALIE. Onze lezers kennen het incident, bij de behandeling van deAbbenbroeksche vergiftigingsprocedure, voor het Ge rechtshof te Amsterdam, gerezen tus schen den vertegenwoordiger van het O. M. mr. P. de Josselin de Jong, en den verdediger mr. L. W. van Gigch. Wij hebben daarover tot dusver in ons blad gezwegen, omdat bekend was go- worden, dut mr. van Gigch de tus- schenkomst van den Minister van Justitie had ingeroepen en wij bo vendien hadden vernomen, dat de Raad van Toezicht eu Discipline te Amsterdam zich de aangelegenheid had aangetrokken. Thans kunnen wij tot ons genoegen mededeelen, dat de moeilijkheid langs minnelijken weg is opgelost. Mr. van Gigch ontving van den Raad ter kennisneming on derstaand schrijven van mr. de Josse- hebben. Twee aanwijzingen had Gaume ge vonden. Ten eerste de pruik, den valschen baard en den dolle, die hij van de ka mer van Romain Goux had meege bracht. Men wist, dat die dolk aan Bertignolles toebehoorde en men zou gemakkelijk kunnen bewijzen, dat bij aan zijn wapenrek ontbrak. Was dat een bewijs? Zou Bertignol les niet beweren, dat Romain Goux dien dolk bij zijn vertrek had gesto len? Ten tweede: de brief, die door Ber tignolles was geschreven. Er bestond een gebrek anti de schrijfmachine, waardoor de letters A. en M. verminkt overkwamen. Toen Romain Goux nog secretaris bij Bertignolles was, had hij hem drar dikwijls oo gewezen, maar altijd had men verzuimd, de machine te doen herstellen. Maar was dat nog een bewijs? Neen, voor de wet, voor de justitie niet Om te straffen moest men tot buiten gewone middelen zijn toevlucht ne men. en daarover kwam Gaume met d*n heer Lément spreken. De rechter wilde zich eerst niet mol die zaak inlaten, maar Gaume was zoo welsprekend, dat hij hem ten slot te overhaalde hem ruim baan te la ten. lin de Jong. aan welk' schrijven wij op verzoek van mr. vau Gigch open baarheid geven, Amsterdam, den 25 Nov. 1913 WelEdel Gestrenge Heeren, Naar aanleiding van Uw schrijven d.d. 20 Nov. j.L, warbïj Uw Raad xich verplicht acht mij te verzoeken hem te willen mededeelen, waarop de door mij op de zitting van 15 Nov. j.l. tegen de verdediging gerichte te las te! egging steunt en door welke bewij zen zij wordt gestaafd, beb ik de eer Uwen Raad het navolgende te berich- len. Inderdaad heb is in bovenbedoeld schrijven aangehaalde uitdrukkingen in de zitting van het Hof van 15 de zer gebezigd tegenover den Heer mr. L. W. van Gigch. Ik betreur dat en neem die woorden terug, vooral na de van Uwe zijde ontvangene inlichtingen druk ik mijn leedwezen uit. dat ik geen gebruik heb gemaakt van de gelegenheid om reeds in de openbare zitting zulks te doen. Wat het slot van Uw schrijven be treft, meen ik te kurfhen volstaan met te verklaren, dat eene herhaling van zoodanig incident mijnes-zijds niet meer le verwachten is, terwijl ik er hoogen prijs op stel te verblaren, dat ik gaarne zoude zien, dat de goede verstandhouding, waarmede ik tot ru toe met Uwe balie sedert meer dan vier jaren heb verkeerd, door dat in cident niet worde verstoord, maar zoodanig moge blijven dat wij in de toekomst te zamen elk naar zijn beste weten onze moeilijk taak kunnen blij ven volvoeren. Ik heb dan ook de eer Uwen Raad be leefd te verzoeken den Heer Mr. van Gigch Sr. met den Inhoud van dit schrijven in kennis te willen stellen. Met de meeste hoogachting verblijf ik, Uwe dienstvaardige dienaar: P. DE JOSSELIN DE JONG. Aan den Raad van Toe zicht en Discipline der Orde van Advocaten te Amster dam. Voor afschrift: L. H. KUHN Jr., Deken. Wij verheugen ons van harte over dezen voor alle partijen bevredigen den afloop, niet het minst ook omdat deze oplossing is verkregen door tus- schenkomst van den Raad van Toe zicht, bij wien de aangelegenheid, als de geheele balie rakende, van rechts wege behoorde. UIT DE DIAMANTNIJVERHEID. H(enri) P(olak) slaakt in het num mer van het Weekblad van den A. N. D. B. de volgende verzuchting over den huïdigen toestand, een verzuch ting die met een wensch eindigt: „Er wordt van gezaghebbende zijde beweerd, dat weldra de heerschende crisis aanmerkelijk in hevigheid zal afnemen. Bij verschillende juweliers, wier bedrijf geruimen tijd geheel of gedeeltelijk stil heeft gelegen, schijnt neiging te bestaan, om weder op rui me scbaaJ aan den slag te gaan. „Och, dat het waar moge zijn. Dat er eindelijk wat licht kome. Dat nu loch eens de eindelooze werkloosheid, die als een gruwelijk gedrocht ons aangrijnst, moge afnemen. „Zóó kan het toch niet langer, Hon derdtallen der onzen kwijnen weg in gebrek en ellende. Tal van jonge inensohen, eerst korten tijd bij ons vak, hebben elders, in andere bedrij ven, hun heil gezocht, zoodat onze in dustrie een goed stuk van zijn jonge kracht dreigt te verliezen. Kommer en armoede heerschen alom. Wan- liooip beklemt de harten. Dof staan de oogen van droefenis. Zwakke ge stellen gaan geheel te gronde. On voldoende voeding doet tallooze kin deren verzwakken en een lichte prooi wórden voor de ziekten, die zich mees ter maken van weerstandslooze licha men. „Er moet toch nu eens een einde komen aan deze afgrijselijke periode. „Twee en een half jaar duurt zij reeds. Teistering en beproeving hebben dan toch waarlijk lang genoeg ge duurd. „Van onzen kant wordt alles ge daan, wat mogelijk is, om de hervat ting van den arbeid te vergemakke lijken. „Zouden de juweliers nu niet eens pogen hun beste beentje voor te zet ten? Zij hebben toch wel eenige ver plichting tegenover degenen, door Toen de agent het bureau van den rechter van instructie verliet, nam hij een hevel tot invrijheidstelling van Mirador mee. Hij snelde naar Mazas. Nog denzelfden dag keerde Mira dor naar Nogent terug, waar hij zich ter beschikking stelde van den mar kies de Soulaüïies, die hem terstond weer in dienst nam. Heeft men dan den waren schul dige gevonden? vroeg hij. Maar niemand kon hem inlichten. O. die schurk! Wanneer ik hem ken, dan zal ik nader met hem spre ken. Denzelfden avond vierde hij met :ijn vrienden het feest van ziin bevrijding. 's Avonds was Gaume op het poli tiebureau teruggekomen. k Ten tweede male trad hij de cel van Romain Goux binnen. Wat zouat gij gedaan hebben, wanneer men u riet zoo eensklaps had gevangen genomen? vroeg hij. Dan zou ik bet huwelijk van Jen ny hebben verhinderd. En wat zoudt gij doen, wanneer gij nu eens vrijwaart? P.omain lachte Vrij? herhaalde hij. Is dat nu nog mogelijk? Kan ik daaraan nog denken? O. waarom heefi u mij niet vier dagen later gevangen genomen? Gaume zag hem strak aan. Het was hem aan te zien. dat hii wier arbeid ook zij bestaan mootou ejt die nu vergaan van misère." Volgens de laatste opgave ik-z* opgave betreft de week van 1C> - 2? November 1.1. bedroeg het -etal wei !f< looze diamantbewerkers 3623, leg a 3151 in de daaraan voorafgaand? week. WETTELIJKE BESCHERMING DER ARBEIDERS. Te Amsterdam ls een vergadering gehouden van de „N'ederlandsche Vereeniging voor wettelijke bescher ming der Arbeiders", onder leiding van dr. W. II. Nolens, die in zi.,: openingswoord speciaal welkom hert- te den Verlegen woord i go r van du Minister van Landbouw, Handel cii Nijverheid. Na uiibrenging van de jaarvers! - gen werd tot bestuurslid herkozen mej. A. Polak; oir. L N. Rodenhuig werd gekozen in de plaats van dr. D Bos. die als penningmeester was getreden. Besloten werd, voortaan 15 perso nen In het bestuur zitting te doen ne men. Op voorstel van het bestuur zal len daartoe uitgenoodigd worden do heeren A. S. Tal ma, oud-minister; Blankevoori, te Heerlen mr. J. 11. Peijiot, te 's-Gravenh-ge mevrouw E. J. Tilanus, inspecti ice van den Arbeid te AmsterdamI. G. Keesin lid van den Bondsraad van den A. N D. B. te Laren; J. Mussert. lid v.'u het bestuur van het Alg. N'ed. Werk- üedenverbond te Amsterdam; II. Her mans. secretaris van dc:i Arbeid i© Maastricht; C. Smeeuk. redacteur van Patrimonium te Arnhem. Daarna werden in bespreking g— bracht de door de algemeen© vergade ring der International© Vereeniging voor Wettelijke Bescherming der Ar beiders. gehouden te Zurich op 10—12 September 1913, aangenomen resolu ties in zake de Huisindustrie. De heeren C. J. P. Zaalberg, inspe« - teur van den arbeid ie \s-Gravenluig'-, E. Kupers. secretaris van don Ncder- landschen Bond van Mannelijke en Vrouwelijk© Arbeiders in de KleedLng- industrie te Amsterdam, en van Norden, oud-voorzitter van den Bond van Vereenïgdö Patroons in de Kle dingindustrie te Rotterdam, hielden redevoeringen, waarin zij stellingen verdedigden en tol conclusies kwa- De heer Zaalberg kwam tot de vol gende conclusies Jn Nederland is huisarbeid voor duizenden gezinnen een bron van schade voor gezondheid, huiselijkheid welstand en ontwikkeling, De huisindustrie werlu, de lage leu nen in de hand, voornamelijk door het misbruik van vrouwen- eu kin derarbeid, door onbegrensden ar beidsduur, door het zich niet aaneen sluiten der vakgenoot en. Zonder economische versterking der huisarbeiders Ls en biijft iedere wet in het belang hunner gezondheid zonder eenige uitwerking. Afdoende verbetering kan alleen door den wetgever worden gebracht, en alleen dan, wanneer hij ia de eer ste plaats hun een loon doet deelach tig worden, waarvan het gezin be hoorlijk kan bestaan. Ook"wanneer iu de huisindustrie de looiien op beter peil zullen zijn ge bracht, blijft de huisarbeid in den regel nadeelen voor het gezinsleven bieden. Arbeid, die schadelijk voor de gezondheid is, vooral wanneer hij niet verricht wordt volgens do daar mee verhand houdende voorschriften, moet uls huisarbeid verboden worden; in de eerste plaats geldt dit t labo Vi st rippen, sigarenmaken eu lompen- bewerken. In bet belang der verbruikers wor de het in huisindustrie bewerken van eetwaren verboden. Dit geldt voorna melijk het groente-bewerkengarna len pellen en suikerwerk verpakken. Hetzelfde geldt voor het maken vau verpakkingsmiddelen, als zakken eu doosjes. De wettelijke minimumregeling in Australië en Engeland heeft, de ergste nadeelen der huisindustrie doen var- dwijnen zonder de werkgelegenheid ie verminderen of de bedrijven te ver nietigen. Daarna sprak de lieer E. Kupers •over„Wettelijke bescherming van huis-arbeiders". Deze zei, üat bij een sterk voorstan der was van do vakorganisatie en haai- als één der voornaamst© midde len beschouwde om den toestand der huisarbeiders te verbeteren. Hij kwam ten slotte tot de volgende stellingen De misstanden, die uit de huis industrie voortvloeien, vinden in de eerste plaats haar oorzaak iu de loonen. Lange arbeidsdagen, vrou wen- en kinderarbeid, slechte wo ningtoestanden, enz., zijn slechts da gevolgen van het feit. dat liet loon iu de huisindustrie betaald, geheel cnai ontoereikend is om er van te beslaan. Ten slotte voerde de heer N. van aarzelde. Hetgeen hij doen wilde, wu? zoo ernstig. Eindelijk nam hij een besluit. Komaan, zei hij. Waarheen'? Volg mij maas-. Romain deed wat hein gezegd we ui. Zij verlieten de cel. Aan de buiten deur verzette zich niemand legen het vertrek van den gevangene. Gaurr.e scheen al zijn maatregelen genomen te hebben. Zij gingen de binnenplaats over en kwamen op straat. Gaume hield zijn gevangene niet eens vost. Op straat gekomen zag hij Rot».:-in strak aan en zei: Gij zijï vrij. De andere scheen hem niet goed ver staan te hebben. Hij zag hern aarze lend aan. Gaurne herhaalde: Gij zijt vrij. Vrij! stamelde Romain, rvn al les wat ik n gezegd heb' Ja, maar ik geef u slechts de vrij heid terug om te straffen. O. mijnheer, riep P.omain uit. c'a 't nog niet kon gelooven. Vervolgens zult ge u weer gevan gen geven. Dat zal ik doen. O, het is mij on verschil! Is! (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5