M M
m m
m
m
m
'M-
Wm
m
m'
m
m
m
m
m
m
m m
m
m
at
m
m
m
m
SÉ
m
S
V
bracht viel er oen stroom geldstukken
op den vloer.
Nu, mevrouw, wil u nu nog zog
gen. dat net uw echtgenoot is vroeg
do politieagent triomfantelijk.
Ja. Ik ik heb mij vergist, zei
ze aarzelend. U moet weten, ik lag
hoven in bed toen ik gerucht hoorde.
Ik ging heel stil naar heneden en de
voordeur uit en gelukkig zag ik u
juist op straal. Natuurlijk heb ik er
geen oogenblik over gedacht, dat het
mijn echtgenoot zou kunnen zijn, an
ders zou ik u niet hebben lastig ge
vallen.
Dit is een van die gevallen,
merkte de politieagent op, waarbij
hei maar het beste is zich officieel te
rug te trekken. Maar ik zal mijn
oogen open houden, beloofde hij
dreigend. Wie hij ook is, u schijnt
hem in bescherming te willen nemen,
daarom zal ik hem in 't vervolg zelf
in t oog houden.
Hij knikte veel be teelten end in de
richting van Mr. Billing, en verliet
het huis.
Nu, Peter, riep Mrs. Billing
op geheel anderen toon uit, toen de
voordeur achter den politieagent in
het slot viel. -- wat heb je nu over dit
ai les te zeggen
Het herus'te alles alles opeen
verering, zei hij op slappen toon.
Niet van mijn kant. Ik wist heel
goed wie hier binnen was. Ik keek
door de deur toen ik naar heneden
gintr. maar je was te druk met mijn
rroHkisti" bezig om mij on Ie merken
Tk dacht toen ..toch zal ik de politie
roervm, dat is meteen oen les voor
hem"
-- Rn ik deed bet om ion een lesle
te "even, zei hii wanhopig. Tk
wi'de ie een lesje seven ten onzichte
van het gevaar om het. huis leeg te
laten staan, terwijl jij je op een feest
avond amuseerde.
Nu, ik heb geen hooee gedachten
van ion als opvoeder. Heb je daarom
al dien rommel in de eetkamer ge
maakt .Te zult con nieuw geldkistje
voor mij moeten koopen. Geef mij nu
darlellik b«t geld daarvoor, voordatje
het vergeet.
Tk tieb heelemaal geen geld,
zei Mr Rilling in een onbewaakt
oo^nnhltk. treen cent.
Nadat Mrs. Rilling zich van de
woacheid dier heworintr overtuigd
had. kwam zij woedend op haar echt
genoot afgestoven.
En verwacht ie nu nog, dat ik zal
gelooven dat je het alleen deed om
mii ren lesje te geven vroeg zij.
Vertel mij nu dadelijk precies wat 3e
me' je eigen geld hebt gedaan. Zoo
niet. in zal ik dien politieagent te-
me roepen en hem zeggen, dat ik toch
nrtff cm beschuldiging tegen je in
breng.
Je was zeker verrast mij plotseling
in de gang voor je te zien, niet Ge
lukkig maar voor mij. dat het zoo ge-
lonnen isMrs. Garter zond mij een
teian-ram. nog geen tien minuten na
dat. ie vertrokken was, waarin zij het
partüfie verzette op Woensdagavond,
nm^ii beer lente toch tenslotte niet
vóór dien tijd in Londen kon komen.
En vertel mij nu alles, wat je van
avond gedaan hebten morgen zal ik
vragen of moeder hier komt en hoe
zij denkt over dat geval met haar
portret, en wat zij voor het vervolg de
•nnier vindt om met jou om te
gaan.
De lichtgroene over
hemden.
Op zichzelf warew Paul's witte
overhemden nog Diet zoo sleoat ge
weest. Of ze nu wit of bomt zijn, wat
doet het er eigenlijk toef Maar de wit
te overhemden waren twee of drie
jaar oud en Paul droeg die liggende
boorden, die hij niet zachte zen-ironie
altijd idiotenboorden noemde. En die
idioten-boorden hadden de onaange
name hebbelijkheid, in don loop des
tijfis mat hun omgelegde moeken het
overhemd langzamerhand door te
slijten. In het eerst bemerkt men niets
tot men dan zekeren dag daar staat
«u zegt:
Maar Puul, dat hemd kunt ge
tooh onmogehjrn meer aantrekken!
Als er nu toch eenmaal nieuwe
overhemden moesten aangeschaft
worden, was er geen enkele reden
voor, weder zulke leeÜjke, ouderwet-
so e dingen te nemen. Overhemden
bij rok en uitgesneden vest, ja, die
moeten er nu eenmaal zijn. Maar in
de week draagt men liefst gekleurde
hemden en ouder alle gekleurde is het
mooist: lichtgroen. Eu dat lichtgroen
met ruitjes natuurlijk. Het stond dus
bij mevrouw Frederiksen vast: baar
man moest een dozijn lichtgroene
geruite overhemden hebben.
Zoo'n groote uitgave was dait, goed
beschouwd, nu juist niet. De 'heer Fre
deriksen was bevriend met een zeke
ren Gosierbeen, die vroeger procura
tiehouder in een Jinnenfabriek ge
weest was. Gebr. F. en M. Frants
heetten die menschen. Door des hee-
ren Oosterbeen's tusschen komst kreeg
Frederi c sen in hun magazijn alles
voor ehgwja-prijzen. Een heel goed
hemd, dat aan andere stervelingen
z gulden kostte, kreeg 'hij daar ze-
kor al voor vier. Paul was den aan
staanden Zondag jarig. Wanneer hij
nu met een paar bankjes op de prop
pen kwam. kon zijne vrouw hem of
liever kon hij zichzelf dat dozijn hem
den precies nog op zijn geboortedag
cadeau geven...
Vier en twintig uur, nadat me
vrouw Frederiksen dit alles breedvoe
rig -tv er wogen had, stond zij in hel
mo cm zijn der firma Gebr. F en M
Frants. Een der chr'v begroette haar
en vroeg dienstvaardig, at er van
haar verlangen was; zoodra hij echter
vernomen had, dat verminderde prijs
jou betaald worden, was zijn p'e./ier
er af i hij riep een der jongere be
dienden.
Deze jookmnn zal u helpen, me
vrouw 'Eiren'ijlt veide hij, zal u hel-
E« toen mevrouw Frederiksen dat
heerschap wantrouwend wat van ter
I zijde aankeek, voegde hij er bij: Een
zeer geschikt jongmemsch; hij zal u
zeker naar genoegen bedienen.
Zij bleef nu alleen met den veelbe-
lovenden bediende, een stalenboek en
eene prijscourant; uit deze laatste
zag zij, dat het door haar echtvriend
geopend crediet wel voor een dozijn
overhemden voldoende wezen zou. In
het stalenboek ontdekte zij tot haar
genoegdoening de verrukkeliike licht
groene geruite stof. Maar de mede-
deeling, dat de leverantie eerst over
twéé maanden zou kunnen geschie
den zelfs de grootste klanten moes
ten zoo lang wachten werd met
groote teleurstelling door haar ver
nomen. Zij had gedacht, dat zoo'n
paar hemden toch kant en klaar in
voorraad moest zijn!
De jonge bediende haalde meewa
rig de schouders op.
Daar de jaardag van haar man on
mogelijk 'n paar maanden kon wor
den uitgesteld, besloot mevrouw Fre
deriksen hare bestelling, inplaats
aan de fabriek, aan een gewonen
winkel le gunnen. Zij nam kort en
hooghartig afscheid van den eigen
wijzen jongen, die zijnerzijds even
onverschillig haar liet gaan en we-
der terugkeerde naar zijn dejeuner,
j dat hij voor dit bagatel in den steek
had moeten laten.
I Mevrouw Frederiksen was niidv
op dien Oosterbeen, die haar altijd
voorgespiegeld had. hoe goedkoop
men uit was, wanneer men van eern
engros-zaak betrok. Wanneer zij diet
meneer Oosterbeen nog eens mocht
ontmoeten, zou z>< ter rlepe hem harp
meening zeggen Maar toch daar
in de buurt was ook een parapluie
fabriek, die Oosterheen haar had ce-
recommondeprd 't Zon daar-wel de
zelfde armzalige geschiedenis wezen:
maar ze was nu toch in de buurt
en kon het dus wel eens probeeren.
Als dat zoo was, dan kon zij dien
goeden heer Oosterbeen ook eens
over deze recommandatie de ooren
wasschen
Maar het magazijn van de para-
pluie-fabriek zou in dit geval haar
eene aangename teleurstelling ge-
j ven Alles was daar uitstekend gesor
teerd, alles keurig, aanlokkelijk en
prijswaardig; inzonderheid schenen
die menechen op elegante dame-snara-
sols te zijn ingericht; 't was alles zoo
lief Tóen mevrouw Frederiksen het
groote tnacazijn verliet, had zij voor
zich en hare beide dochters heelde
rige parasols gekocht. Intussehen
zou hel geld nu niet meer voor een
dozün overhemden toereikend zön
Maar als ze 'n goedkooppro soort
nam en slechts achi stuks? Nu ja.
dat was zoo erg niet. Dat moest nu
i maar zoo en wel onverwijld; want de
sleten deelen onder de idioten
boorden maakten het onmogelijk
.langer te wachten.
Alzoo regelrecht naar den dichtstbij
gelegen vynkel, waar het gevvenschte
zou verkrijgbaar zijn.
Ik wou bonte overhemden heb
ben.
j Ziet u eens hier. mevrouw...
Ach neen, niet blauw en rood
I ook niet. Groen!
Groe—oen? Maar mevrouw, wie
draagt nu nog groeoene overhem
den? (De groenen zijn namelijk we
gens de voortdurende navraag uitver
kocht
Maar al onze kennissen dragen
groene overhemden.
Zoo? Groene overhemden zijn
passée mevrouw.
Maar als ik ze nu toch hebben
wilt
Wij hebben geen groene, me
vrouw. Groen laat zich absoluut niet
wasschen Wij verkoopen alleen reëe-
le goederen.
De chef, die toevallig er langs komt,
nadert den bediende en fluistert hem
iets in het oor Daarop zegt deze, in
geheel anderen toonaard, tot zijne
begunstigster
Dat is te zeggen mevrouw
als u bepaald groene overhemden wil
hebben een oogenblik, als 'k u ver
zoeken mag.
Hij duikt onder en verdwijnt achter
de toonbankmevrouw Frederiksen
ziet hem niet meer, zij hoort slechts
laden open- en dichtgaan.
Ja, maar als groen nu zoo on-rno
dern istracht zij in 't midden te
brengen.
Och, zoo héél onmodern is groen
eigentiik niet! klinkt het uit de on
derwereld.
En al6 't zoo slecht in de wasch
is?
Maar, mevrouw, het groen, dat
wij hebben, laat zich uitstekend was
schen.
En thans verschijnen vier of vijf
overhemden, die in hun betere dagei
misschien werkelijk eenmaal groen
waren, doch in het winkelraam door
onbarmhartige zonnestralen jammer
lijk verbleekt ziin en nu. wat de kleur
betreft, een mengsel van Worcester
saus en spoelwater copïeeren,
Mevrouw Frederiksen ziet er van af
Een heldere inval
Hoe lang zou 't duren, als de
maat een om en werd?
Drie dagen.
De "oede vrouw herademt.
Jnwel maar eerst moeten wij
weer groene stoffen voor overhemden
ontvangen en die kunnen we n<et krij
gen voor 't eind van de maand.
Mevrouw Frederiksen stort weer In.
Laat alle hoop varen e>i. die licht
groene geruite overhpmden zoektOf
misschien in een ander magazijn?
Evenwel wil zij van dezen verkoo
per, die zooveel moeite gedaan heeft,
niet weggaan, zonder iets te koopen.
Zij kiest alzoo snel voor zicli zelve
een mooie blouse-shlips en voor liaar
jongstén zoon een blauw, vvaschecht
matrozenpakje; dan laveert ze naai
een ander magazijn waar zij in bil
lijkheid mag verwachten dat het ver
langde le bekomen is. Vandaar aldra
weer naar een anderen winkel.
Rn vandaar naar een kleine zaak in
witte goederen; van hier naar een ba
zaur en dan weder naar een ma
gazijn van lingerieën en dan weer
er ens anders heen.
Als de heer Frederiksen 's middags
van zijn kantoor thuis komt, vindt hij
in de gang een nieuw hobbelpaard,
een mooi geschilderd schilderhuisje,
met een schildwacht er in een groen-
gclnkte serre-tafel, waarop een blauw
matrozenpak, een violette blouse-
shlips en drie dames-parasols lagen.
In de hulskamer twee veldstoeltjes,
een dames-reismuts, drie paar kinder
badpantoffels, 2 dozijn zakdoeken
voor dienstboden, drie paar halfzijden
lange kousen en eindelijk eenig
kleingelddat was het overschot van
de beide bankbiljetten, waarvoor hem
de groene hemden als verjaarscadeau
zouden vereerd worden
Wees niet boos, manlief, dit
was hel eenige wat mevrouw Frede
riksen wist te zeggen toen kwam er
een tranenstroom, die op het wasch-
echte matrozenpak neerkwam.
Toen zij in zooverre zich hersteld
had, om hem mee te deelen dat zij
nog niet geslaagd was, vroeg hij in
zijn harteloosheid:
Zoo. En de doorgesleten plekken
in de witte overhemden?
O, antwoordde zij, terwijl
haar tranen droogde, dat heb ik eens
goed overlegdals je voortaan je das
sen in plaats van in de lengte knoopt
in de breedte, ziet van die gehaven
de plekken niemand watl
En waar blijft mijn verjaarsge
schenk? durfde die omnensch nog
vragen.
Maar mansprak zij en haar
tranen begonnen alweer op te wellen,
kan er grooter vreugde voor je zijn,
dan wanneer je vrouw en kinderen
zich verheugen. Begrijp je dat, jij.,
jij..
Zij zoekt naar een geschikte uit
drukking: zoo iets als barbaar" of
„tiran". Maar hij viel tijdig haar in
de rede.
Ik begrijp, zeide hij. Maar die
overhemden bestel ik morgen zelf. Bij
Gebr. F. eu M. Frants.
Maar Paul, dan wordt het win
ter, voordat je ze krijgt.
Dat hindert niet, sprak hij, komt
goed uit; ik geel ze jou en de kinde
ren voor je St. Nicolaasl
Als de dieren spreken
komiea.
Een geprikte kapel klaagt zuch
tend: Achl wat heb ik toch dien
ivIe nen snuiter gedaan, dat hij nn.
zoo marteit? Was het dan een mis
daad, dut ik vroolijk rondvloog op
schoone .enten en mij warmde .n
den zonneschijn? Van het knaapje
heb ik tocii niets weggeknaagd Dat
weinigjo bloemenstof en die paar
druppels dauw had hij mij wel mo
gen gunnen.
Ook ben ik hem niet in den we.
gevlogen. De wereld is toch zoo groot
een ieder heeft daarin plaats. Voor dc-
korte vreugde, die ik gesmaakt heb
is de smart te groot.
Zij sparteit tot ze dood is. De klei
ue jongen neemt naar van de plank
weg, brengt haar ouder zijn ve.rzamt
ling kapellen en de vader verheug;
er zich over, dut zijn zoontje op zu lv
schrandere wijze u-tspannmt
zoekt.
Een kettinghond, die reeds in drit
dagen niets te eten heelt gekregen
doordien zijn baas volstrekt niet
meer aan hem gedacht heeft, houd
de volgende alleenspraak:
Waf, wal! dien honger kan nie
mand uithouden! en dan die kou'
Hij huüt!). Dat is toch een waar hou
denleven! Wanneer ik de sneeuw n et
kon oplikken, dan zou ik reeds lan-
an dorst zijn omgekomen. (Hij huilt
Ik vieet mijn hok nog op! (Hij hu lt;
Foeit is dat menschelijk? Boven eten
en drinken zij, dat hun de huid t<
nauw wordt, en mij laten zij hiei
erhon,geren, tot loon daarvoor, da
ik bedelaars en landloupers wegjaag
en het huis bev.aak! (Huilt).
Gelooft gij dan, dat een dier in het
scheel geen gevoel heeft? Ik ge'oo'
dat een goede hond menig menroh in
dit opzcht tot voorbeeld kan dienen
(Hij huilt nog erger). Als ik maai
paar stukken roggebrood of een
flink been had' Ha! daar komt mijn
baas! T* e goede meester komt mi
wat brengen!... De hond springt zijn
neer tegemoet en ziet hem kwispel
staartend aan. De haas ranselt hen.
ducutig at, omdat hij zoo gejankt
neeit; de hond kruipt deemoedig u.
ij n hok.
Den volgenden ochtend valt den
baas in, dat d1 hond reeds sedert dm
dagen niets gegeten heelt; hij brengt
hem het overschot van het middag
maal van den vorigen dag De hom
likt hem de hand en sluit zijn oogen.
Maar vreten kan hij niet meer, want
eeds sterft hij.
Een leeuwerik trippelt in zijn koo
heen en weer, beschouwt de traliën
maakt een sprong, begint te zingen,
maar houdt dadelijk weder op en zeg
bij zich zeiven-. Ik zou wel eens wil
len weten, wie op deze wijze nog lu.-i
in zingen zou hebben. Ik wou wel
eens weten waarom ik hier opgesio
ten zit? Zij hebben mij hier een gra
zode gegeven met een paar blaadje?
klaver en nu denken ze misschien
dat ik mij verbeelden zal. :n de vrije
natuur te wezen en dat :k bun onop
houdeli.jk wat zal voorzingen. Tui-'
niet fIIij krabbelt toornig in 't zand
en vliegt in de kooi heen en weer;.
Och! ja! ik wil maar weer zingen'
Dat is toch het verstandigste wat ik
doen kan. Wie een echte vogel ic,
kan het z'ngen niet laten.
Hij begint luid te fluiten en vergeet
:eheel, dat hij opgesloten zit.
Een hond ligt in een hoek en ziet
hoe een kat een oude vrijster vleit
die koffie zit te drinken.
Zie mij nu dat beest eens aan
denkt hij, hoe mooi liet zich hij <lt
oude voordoet, omdat het koffie
•nikt 7.oo gauw zij haar deel binnen
heeft, keert poes hare meesteres den
mg toe en gaat z en of zij l)ij de bu
ren ook wat te snoepen kan vinden
of wandelt over de daken om haren
rijer op te zoeken; maar komt op
den behoorlijken tijd terug als hei
avondeten op tafel staat. Alsdan be
gint liet vhJ.cn en kopjes geven van
voren af aan. Zulke handelingen zou
den iemand in de verzoeking kunnen
brengen om te zeggen: de kat heeft
tnenschen vorstand!
Een geschoren schaap komt bij een
hamel.
Ilet schaap. Zie eens hoe ik c-r
uitzie! Zij hebben mij mijn kleed van
het lijf gescheurd!
De hamel. Och, dat is nog het
ergste niet, wat de menschen een dier
aandoen. Hoe menigmaal kleeden zij
niet zelfs elkander uit!
I Het schaap. Maar mij hebben zij
de wol van lichaam geschoren!
1 De hamel. Welnu, de menschen
worden zeiven vaak maar al te erg
geschoren: daarom doen zij het tut
wraak de schapen.
Een mui vliegt op Zondag in een
dorp rond en zegt tot zichzelvve.
Dat is eerst een leven'. Hier is bloed
en sap! Zoo l>evalt het mij.' Thans heb
ik mijn voedsel maar voor het nemen.
Voor een paar dagen was ik in de
stad in de opera, maar die lieden uit
de voorname wereld hebben niets dm
azijn in de aderen; er was geen drup
pel goed bloed te krijgen. En wat kust
liet een moeite om bij een dame op
de huid te komen! De handen steken
in glacé handschoenen en daar door
heen te komen kost bijna evenveel
moeite als om een waterput te boren.
Hel gezicht is vaak zóó onmen.-cheajk
met blanketsel besmeerd, dat een fat
soenlijke mug terstond het koliek
krijgt, zoodru zij maar in de nabijheid
komt, terwijl de rimpels zóó e 'npt;
zijn, dat men er niet kan doordrin
gen.
Er gaat een lief boerenmeisje voor-
bii: de niim zet zich op haar voorhoofd
en drinkt zich scbrokkig vol Toen zij
genoee had, vloog zij weder
vervol srde hare alleenspraak:
Heerlijk! Hier op bet land is alles
friscb. gezond bloed! Arme muggen,
die u behelpen moet met het muff ee,
krach tel ooze bedorven Wood c*<>-
delingen en niettegenstaande gij ge
brek lijdt, nog verdelgd wordt door
het kwaadaardigste oorlogstuig, het
Perzisch insectenpoeder!
Een paard, voor een coupé gespan
nen van een huurkoetsier, staat des
nachts te 3 ure voor het gebouw van
Kunsten en Wetenschappen waar bal
masqué is. Van vermoeidheid laat
bet den kop en de ooren hangen. Het
k'aagt zijn nood nan een ander paard,
dot voor hetzelfde rijtuig cespannen
Ach. Bles! ik gevoel, dat het met
mij spoedig gedaan zal ziin; ik heb
het van het zware werkpn on de borst
gekregen Vóór drie jaren ontving ik
bh' de wedrennen den eersten stoot
toen heb i'k nog d"u eersten prijs ge
wonnen en uit dankbaarheid heeft
miin meester mil later aan een huur
koetsier verkocht. Bij dezen heb ik nu
een zuur stuk brood. Den geheelen
dag heb ik van en naar het spoor gc
draafd en thans moet ik hier midden
io den nacht in kou en wind uren laug
staan, zoolang het deri jongen ma a
behaagt, die het rijtuig bc-sleld heeft.
Ik word oud en stram en niettemin
verwondert onze baas zich nog, ais t
draven mij eens moeilijk valt. Dat
eeuwige aanporren met de zweep
helpt ook niet; wanneer ik nog zoo
voort kon als vroeger, zou ik zonder
slagen wel loopenHet is nu al de
Iwee-en dertigste nacht, dien ik op
straat doorbreng; het is waarlijk of
ik een nachtwacht ben in plaats van
een paard. Er ontbreekt nog maar
aan, dat men mij in een draaimolen
laat loonen en dan moet rnen beden
ken, o Blesl dat ik vroegpr algemeen
bewonderd werd! Ach. wat zijn de
menschen toch ondankbaar.
Een wagen met kalveren houdt voor
een kroeg stil He kalveren houden 'l
volgende gesprek
Eerste kalfEen mooie equipage,
waarin men ons rondtoert! Tk geloof,
dat men ons voor turven aanziet.
Tweede kalf: Kijk eens of mijn
hals nog niet gebroken is Die bar
baren hebben mij zoo stiif een touw
om den hals gebonden, dat ik haast
ce?n adem meer kan halen
Derde kalf - En mij hebben zij de
oooten bii elkander gebonden, alsof
k een verscheurend dier was!
Vierde kalf: Eu gij ligt allen op
mij, zoodat ik reeds zoo plat ben als
een blad papier. Als ik maar eeo
diuppel water kon krijgen, dan zou ;k
al het andere nog verdragen. Maar de
dorst is niet uit te houden.
Vijfde kalf: Daarom heeft de
voerman zijn vierde glas jenever al
naar binnen geslagen I Ach, de men
schen leven onverantwoordelijk met
ons! Niet alleeu dat zij ons slachten,
maar onze laatste uogenblikken ma-
zij nog ondraaglijk!
De voerman komt uit de kroeg,
veegt zich den mond af en rijdt met
de arme dieren verder.
Een kindermeisje zit op het gras
met haar vrijer te schertsen, zonder
naar het kindje uit te kijken, dat aan
haar zorg is toevertrouwd en dat
langs den oever van 't water loopt te
spelen en bloempjes te plukken Plot
seling valt de kleine in het water. He
vig ontsteld springt 't kinaermeisje
op en ij lt, door haar vrijer gevolgd
naar den oever Maar het kind zinkt
reeds-, zij kunnen geen hulp bieden
Een Newfoiindlaudsche hond heeft op
eenigen afstand alles gezienhij
springt te water, duikt naar onder,
grijpt het kind voorzichtig vast en
mengt het naar den oever.
Wacht, ounaden'KeiHie meid! zegt
de hond bij ziciizeiven, nadat hij hel
kind gered had, jou zal ik toch ook
wat voor je straf geven 1
Hij schudt zien wild net water af en
bespat het kindermeisje van boven
lot onder.
Heidaar, schreeuwt de meid;
mijn kostelijke japonl Die ellendige
hond!
De hond bromtTot dank, dat :k
het kind uit liet water gehaald heb,
scheidt zij mij uit voor een ellendige
hond! Dat is écht menschelijik 1
Hij loopt heen.
J. FRANK,
komen en het proces werd te Zürich
gevoerd.
Dientengevolge moesten de Belgi
sche, Duitsche, Oostenrijksche en
Zwitsersche wetten er aan to pas ko
men en men behoeTt niet een ervaren
jurist te wezen om te beseffen, dat de
eenstemmigheid dier internationale
wetten nog al iets te wensohen over
laat!
Het Is voor een handig advocaat om
van te watertanden.
FATALE VERSTROOIDHEID.
A.Hoe hebt ge intijds den dief
onder uw bed in het iioeel ontdekt?
B.Och, de kerel had uil ver
strooidheid zijn laarzen huiten de
deur gezet!
DAM8UBR1EK.
HAARLËMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat lil Telcphoon 1543.
Probleem No. 533,
van G. DENTROUX.
(Le Damier).
Zwart
V
z-v/t mt..
1
m
li:-' B
ÏÏ2:
4?
a
Si:
jfe-:
u g
M'
Cï g
Zwart 14 schijven op: 5, 7, 9, 10, 14, 17, 18, 19, 20. 22, 24, 25, 27 en 28.
Wit 14 schijven op: 31, 33, 34 37, 38. 39, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47 en 50.
Eindspel No. 534
uit de partij door den hoer
J. ROSELAAR, met wit.
Zwar t 2 schijven op: 36 en 22 en dam od 6.
Wit 2 schijven op: 46 en 48 en 2 dammen op 3 en 49.
Rotterdam.
Humorist.
EEN INGEWIKKELD PROCES.
Het was wel een vermakelijk pro
ces, dat indertijd gevoerd werd tus
schen de gebroeders Price, clowns
van hun ambacht, en nog al populair,
en dem directeur van het cirous Wulf.
De gebroeders Price, in Engeland
genaturaliseerde Denen, hadden zich
bij Wulf geëngageerd, terwijl zij in
F-mkferi verb'ijf hadden era de ei-
scher te Pesth vertoefde; het engage
ment moest te Brussel worden nage
Zwart aan zet, dacht remise te kun
nen maken door 2227 wit 49:16,
zwart dam 6 op 28 om na een zet van
wit zijn schijf op 36 te ofieien en dan
met zijn dam op 46 te komen, waar
door de star.d w.t 2 dammen en 1
schijf en zvvdrt 1 dam op de diaconaal
zou ontstaan. Wit (de heer Roseiaar)
doorzag dit, en won de partij door?
Oplossingen van probleem en eind
spel worden gaarne ingewacht aan
bovengenoemd udies, uiterlijk Dino
uag 3 Februari a.s.
Oplossing van probleem No. 530,
van den auteur: Wit 4440, 3832,
36-31, 27-21, 40 7, 21 5!
De stand was:
Zwart lu soiiijven op: 2, 6, 8, 9, 10,
12, 19, 23, 25, 30 en dam op 15.
Wit 10 schijven op: 11, 26, 27, 36,
38, 39. 41, 42, 44 en 45.
Dit probleem werd goed opgelost
door de heeren R. Bouw, M. ten Brink
F. Huykrnan, J. Jacobson Azn., A. A.
Jacoböon, W. J. A. Matla, H. A.
Mey.l, S eierist, B. Slokker en J.
J. Sonntag.
DAMCURSUS.
(Vervolg).
B (zie onder diagram No. 9).
8-12
beter, dan olk ander antwoord op d t
moment, wegens de vooraf gespeelde
zetten zwart 5—10 en wit 49—44
27-22
Nu mag 27—21 niet geschieden (zie
onze aanteekening bij de voortzetting
zwart 812 onder diagram No. 2)
want dan zou volgen.-
31 11
28-22
32 :21
34 23
16 .27
G 17
18 27 1
23-29 I f
25 34
Slaat wit nu 39 30. dan zwart:
19 50, slaat wit 40 29, dan zwart:
19 28, wit 33 11, zwart 24 31, wit
36:27, zwart 26:6! Wederom een
schoon stukje positie spelt
31 11
18 27
Diagram No. 13.
Stand na 3111 van wit.
6
a
16
25
35
-
a.
si
45
rë)
Mi
28-22 17 28
33 :22
Nu is zwart verplicht óm af te rui
len met 12—7 (1) want op 23—29 volgt
w. 34 23 en 30 8 op 12—18 (2)
volgt: wit 22—17. Speelt zwart nu
16—21, dan wit: 34—29 en 36 16, mei
de betere stelling op ëlken ande
ren zet v de witte schijf op 17 een
best veld in.
2) Op eiken anderen zet van zwart
volgt: w. 22—18, 34—28, 36 7 enz.!
1) Wij hebben gezegd, dat, zwart
verplicht is om af te ruilen met:
12-17
22 11 16 7
3833
met een beste stelling voor wit, ter
wijl bij de minste a.wijking van liet
juiste spel, zwart nadeel verkrijgt.
(Zie diagram No. 13)
a) 16 :7 de beste
37-31 3) 26 37
32 41 23 32
38 :27
met een goed-' stelling, waarmede een
krachtige aanval op zvvart's korten
vleugel kan gericht worden. Echter,
bij goed tegenspel, zal de partij hoogst
waarschijnlijk remise worden.
3) 28—22 zou wellicht ook met goed
gevolg gespeeld kunnen worden.
36—31 achten wij iets zwakker.
De Haarlemsche Damclub houdt
tiaar bijeenkomsten ieder en Maandag
avond van 8 tot 12 uur in de boven
zaal an café „de Korenbeurs" Spaar-
n e 36.
Liefhebbers 'van het damspel zijn
Jaar welkom.
Voor lie; 1 Umaatschap kan men
zich bij het bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun
nen als aspiranticden worden toege
laten.
Inlichtingen verstrekt gaarne de
Secretaris, de heer J. Meijer, Kruis
straat 34. Telephoon 1543.