RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
d
h
Consumptie op het
tooneel.
Max Gvube, de bekende fcooneelspe-
Ier, <Ho indertijd bij de Meiningera
zijn sporen verdiende, heeft een aar
dig boek geschreven, gewijd aan too
neel en tooneelspelers. Hij kan er
van meespreken; want hij Is zijn
loopbaan begonnen aan een kleinen
schouwburg van den zooveelsten rang
en wist zich op te werken tot hoofd
regisseur aan den koninklijken
schouwburg te Berlijn. Hij weet de
verborgenheden van de wereld aan
gene zijde van het voetlicht amusant
te verhalen en doorkruist het myste
rieus theaterland In alle richtingen.
Van de requisieten, van den arbeid
dos regisseurs, van kastengeest, van
de tooneelrnachinerie enz. weet hij
met feuilletonistische gracie te ver
tellen. Een kort fragment moge hiei
volgen hoe men op het tooneel eet
üi drinkt.
Er zijn twee maagquaesties bij het
tooneel.
De eene is heel ernstig, want ook
In deze wereld van den schijn is de
werkelijke honger geen zeldzame gast
en de bittere zorg om het dageliiksch
brood overheerscht ook hier duizen
den. Dat is een gewichtig hoofdstuk,
waarvan men zich niet met een praat
je kan afmaken.
Des te vroolijker werkt dikwijls de
andere quaestie. welke den schijnba
ren honger en dorst betrefthet eten
en drinken op het tooneel zelf.
De rol, aan deze aangename bezig
heid van hel merischelijk bestaan toe
gewezen, is op de planken nog zoo
heel onbeduidend niet en het zou wel
interessant wezen, een looricelge-
schiedcnis van het standpunt van
Brillat-Savarin te schrijven.
Het antieke drama kent deze dier
lijke behoeftc-n niet ook In geen werk
van het klassiek repertoire van den
lateren tijd worden in du opzicht bij
zondere eischen gesteld, liet banket
in de ..Piccolomini"' schijnt een uit
zondering te vormen maar nat feest
maal bij de Terzkys heeft op den ach
tergrond plaats en heeft dus, om zoo
te zeggen, een decoratief karakter.
Sedert zijn de tooneelstukken steeds
„voedzamer" geworden. Men zou een
poging kunnen aanwenden, om de
nieuwe dramaturgen van uit een culi
nair standpunt in te deelen. "De
voorname Guslaaf Freylag laat in de
„Journalisten" oesters serveereri. Ger-
hart Hauptmann in de „Wevers" het
veelbesproken hondenvleeschmaar
dat zou ons hier te ver voeren.
Eten en drinken op het tooneel is
werkelijk een kunst; niet zoozeer,
wanneer het. „gemarkeerd wordt,
d. i. wanneer niets eeu of drinkbaars
voorhanden is; veeleer echter, wan
neer de regie In dit opzicht natuurlijk
wil zijn.
In het eerste geval wordt, zooals
bekend is, de vurigste wijn uit ledige
kruiken en kannen of uit groene fles
schen in groene, niet-doorzichtige da-
zen geschonken.
Men beleeft soms wonderdingen,
vooral in de opera, waar men de pas
gevulde bokalen zoo koen pleegt te
zwaaien, dat in werkelijkheid ge"r
druppel van.het edele vocht de plaa'S
van bestemming, de keel van den zan
ger, zou kunnen bereiken Veeleer zlu
men alle medespelenden besproeien
en de vloer, tafel en stoelen zoudpn
een weinig nat zijn.
Opmerkelijk Is het ook, welke ge
weldige teugen de tooneelhelden uil
hun leege bekers kunnen doen zij
schijnen den edelen drank zoo inaat
in hun keelgat te gieten. Ten over
vloede wordt het inschenken vaalt
vergetende ondoorgrondelijke oo
verbek er is voldoende voor meer aan
een zoo krachligen drank.
De kunst, of liever gezegd de kunst
vaardigheid, uit leege roemers te
drinken, ze voorzichtig naar den
mond te brengen, zooals men met een
vollen beker zou doen, om dan eerst
een kleinen, dan een meer (linken
teug te nemen, al deze alledaagseae
bewegingen zijn kleinigheden, waar
op een zorgzaam regisseur telkens
weer opnieuw moet letten en dc aan
dacht vestigen.
Op grootere tooneelen wordt het den
kunstenaar gemakkelijker gemaakt,
doordat men den edelen Rijnwijn
door een zoogenaamd „licht Moezel-
wijntje" vervangt. Verkwistend# di
recteuren moeten wel eens 30 a 40-cis.
voor een flesch hebben uitgegeven
doch dit ls nog niet onwederlegbaar
bewezen.
Als roode wijn figureert Chateau be-
singue bestogen noemt men in
Berlijn de boschbessen of ook wel
slechts frambozensapin plaats van
champagne wordt een goedkuopere
mousseerende wijn of wel o
schrik I limonade gazeuse geschon
ken.
De „echtheid" van het gastrono
misch genot heeft ook soms wonder
lijke gevolgen. Daar zij tot onmatig
heid nooit verlokken, zoo is het dik
wijls merkwaardig, door hoe weinig
gebruik van alcohol iemand op liet
tooneel dronken wordt, wanneer de
rol dit voorschrijft Buiten en beha!
ve dat de „wijnen" dus niet bijzonder
tot drinken verlokken, komt hierbij
nog een gansch andere omstandig
heid in aanmerking Men wordt op 't
tooneel zeer licht bedwelmd, ook wan
neer de rol hel niet aangeeft. De ac
leur is niet zelden in een opgewon
den toestand, welke iets van een roes
heeft.
Zoo was het eens in Meiningen,
waar het ook ten opzichte van spijs en
drank op het toonec-l „echt' toeging,
dat de drinkscène in de 2e acte van
„Othello" zeer bedenkelijk natuurlijk
werd en het gevaar groot was, dat al
les in de war liep.
liet is dan ook lang niet.onverschil
lig, wat voor het voetlicht wordt voor
gezet. „Bij een roemrijk gastspel in
Torgau," zoo verhaalt Grube, „is hel
mij eens overkomen dat de requisi
tes, waarschijnlijk uit hoogachting
voor den illustren gast, een glas in
plaats van met madeira met cognac
vulde en wel met cognac, die hoogst
waarschijnlijk in Torgau zelf gedistil
leerd was. In een opgewonden scène
had ik het glas snel geledigd. De uit
werking was ontzettend en het
scheelde weinig of een hart-aandoe-
ning had een eind gemaakt aan mijn
tooneel- en aardsch leven. Ten over
vloede maakte het helsche brouwsel
me opeens heesch; kortom, het was
een oogenblik van geestelijke- en li
chamelijke foltering, dat ik nimmer
zal vergeten.
Dan is rne de herinnering aan een
vluchtigen chainpagueroes veel aan
genamer, waarin ik eens met de gees
tige en altijd opgewekte Auguste
Prasch, toenmaals nog juffrouw Ore-
verberg geraakte, zonder dat we wis
ten hoe.
Wij waren heiden nog in ons begin
en waren sieraden van het Bremer
Stadttheater althans hielden ons
daarvoor. Na afloop van liet seizoen
organiseerde ik een kleine kunstreis,
die ons ook naar Minden voerde, waar
we in een destijds zeer geliefd blijspel
van Benedix optraden. In de slot-scè-
ne van het eerste bedrijf hadden we
samen een flesch schuimwijn te ledi
gen. Hoewel de zaken miserabel gin
gen in Minden beschouwde men
ons blijkbaar nog niet als sieraden
had ik als ondernemer voor een draag
lijk merk gezorgd de champagne was
trouwens in dien tijd nog goedkooper
dan tegenwoordig! In de kunst, ds
flesch te ontkurken, was ik nog een
beginner en dat leverde ditmaal zelfs
onoverkomelijke bezwaren op Wij
fantaseerden een tijd lang, waar
schijnlijk zeer geestig; maar toen al
onze geest ten slotte uitgeput geraak
te, werd ik wild en sloeg tegen den
tafelrand den hals van de flesch en
schuimend spoot, tot groot vermaak
van het publiek, een straal van het
nobele vocht mijn kunstzuster in t
gezicht. Uit louter verlegenheid vul-
dën wij de'glazen nu boordevol en le
digden ze in één tempo.
Naar de voorschriften van het stuk
waren het echter waterglazen want
in het huishouden van een eenvoudig
muzikant waren er geen andere bij
de hand.
Het ging nu verder In een kolossaal
tempo wij althans amuseerden ons
nu kostelijk. In de volgende bedrijven
werd gelukkig het evenwioht hersteld,
de eenvoudigste woorden kwamen mij
inet moeite over de dikke tong en zoo
kwam het. dat ons stuk niet te snel
werd afgespeeld.
Het in de moderne dramatiek zoo
geholde koiliedrinken levert nutuur-
lijk geen gevaat op, liet behoort dan
ook met tot do genoegens van hei
kunstenaarsleven, net gewoonlijk ban
koude aftreksel, dat volgens ueu re-
quisileur echte Mokka moet boeten,
naar binnen te krijgen. Daarentegen
kan een dronk water op het tooneel
hoogst onaangename gevolgen heb
ben, wanneer die te koud in de door
tiet spel verhitte keel komt. Een gerou
tineerde zal zrch dus ultijd eerst er
van overtuigen, of liet water niet te
koud en het glus niet te vuil is.
Zoo tot het snoode water afgedaald,
kunnen we ons nog even bozig hou
den met de droge materie.
Kenschetsend is een der bepalingen,
die aan den Berlijnschen Hofsc'* uw-
burg in het jaar 1845 golden,
„Eten en drinken moet overal op
het tooneel slechts worden voorge
steld, tenzij een gourmand of dronk
aard daardoor nader moet worden
aangeduid maar ook deze mag niet
in waarheid zich zat eten en drinken,
doch het moet bij den schijn blijven.
Hieruit volgt, dal ondoorzichtig*--krui
ken, bekers en bokalen op liet luoueel
in t geheel niet gevuld behoeven te
worden, dat spijzen en gerechten
veelal aoor kunstig nagebootslen kun
nen worden vervangen en dat die,
welke nu eenmaal op liet tooneel ge
nuttigd behooren te worden, wut de
vleesohspijzeri betreft, door zoodanig
gevormd gebak worden vervangen."
Het was ongeveer in 1860, toen van
Parijs andere begrippen uitgingen.
Een beroemd zanger, Capoul ge
naamd. had zijn verlangen te kennen
gegeven, dat hem bij het souper, dat
op het tooneel was aangereent, in-
plaats van het tot dusverre gebruike
lijke houten hoen, dat er door hoogen
ouderdom al heelemaal niet meer als
een hoen uitzag, epn werkelijke braad
kip zou worden voorgezét.
Groot© ontroering van de spaarza
me directie, onderha'ndelingen over
en weer. waarvan het gevolg was, dat
*en zeer natuurgetrouw vervaardigd
hoen van papier-maché ten tooneele
verscheen. Hie-iue© dacht de direc
teur voor goed een eind aan de zaak
-cemaakt te hebben. Hij had evenwel
.oen rekening gehouden met de ener- -
gieen de populariteit van zijn „Ster",
die zich niet ontzag, het mooie dier
van papier-mache, onder luid gejubel
van het publiek, koelbloedig aan
te snijden.
Daarmede was de overwinning van
het realisme op culinair gebied be
slist.
Ju Duitschland was het de directeur
Anton Anno, die nog andere verdien
sten voor de kunst gehad hoeft en in
dezen een beslissende» stap deed. In
het jaar 1878 ging gansch Berlijn naar
het Residenz-thea ter. om te zien, hoe
in Erckmann-Chatrian's „Vriend
Frits" een echt middagmaal opgedra
gen werd. Er ivns. wanneer 'k mi]
goed herinner, eerst snoek en daarna
gebraden kalfsvleesch.
Veel genot zullen de kunsiennnrs
van hun maal wel niei gehad hebben:
want ieder tooneelspeler weet, dat dit
op het tooneel eenvoudig niet smaakt.
evenmin als in een spoorweg-restau
ratie, en een woord, waarop men
wacht, i? nog erger dan het signaal
voor vertrek. Bij iedere bete moet men
bang zijn, dat ze in het verkeerde keel
gat komtvoor heeren met zware kne
vels is dit kunstig sieraad van den
man bij het eten daarenboven bijzon
der hinderlijk.
Kaaüseis
(Deze raadsels zijn alle inge
zonden door jongens eu meis
jes. die „Voor Onze Jeugd'
lezen. De namen der kinde
ren, die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen
zenden, worden in .het vol
gend nummer bekend ge
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
De prijs voor de raadsels in de
maand Januari is bij loting ten deel
gevallen aan
MA RIN US an CORNELJS CAALEN,
oud 9 en 11 jaar.
die hun prijs VVoensu&gnnddag mo
gen komen halen: Kleine Houtweg 21.
1. (Ingezonden door Wouter van
Baardwijk).
Mijn eerste is een verkorte meisjes
naam.
Mim tweede is een verkorte jon
gensnaam.
Mijn derde ïs een blijde uitroep.
Mijn vierde is een familielid.
Mijn geheel is een plaats in Japan.
2. '.Ingezonden door Marzaretha
van Baardwijk).
Mijn eerste is iemand die regeert.
Mijn tweede vindt men in Zwitser
land.
Zet tusschen n ijn 1ste en 2de deel
oen S cn g; krijgt een stad in Duitech
land.
3. (Ingezonden door Grietje en
•Maehiel Dijkstra).
Ik ken een stad in Egypte. Luat de
middelste letter weg en ik tien de
naam van een hond.
Mijn geheel Losslaat uit 38 letters
en i* een bekend spreekwoord.
1. 4. 4 37 is een riviertje.
7. 18, 19, 5, 8, 37 doen kleine kin
deren
9, 22, 32, is een metaal.
17, 18, 19, 1, 8. 37 zijn gebouwen.
18, 34, 10 is een eiland.
28, 5, 12, 13 is een meubelstuk.
32, 33, 18, 20, is een lichaamsdeel.
23, 26, 38, 2'* is een bergplaats.
27. 11, 15, 22, 32 is niet. groot.
23, 4, 6 28 is een meubelstuk.
17, 36, 16, is een lidwoord.
35. 34, 30, 24. 29, 4 is een meisjes
naam.
5. (Ingezonden door W. Overnieer).
IV
De eerste Jetiers van iedere rijmvor
men een beroemd componist.
Op ieder puntje zet nu-n een letter.
Rii I is oen speelgoed.
Rij Tl eene weldaad.
Ril TTT een jongensnaam.
Rij IV een kwaal.
6. (Ingezonden door M. Gaarkeuken).
Vervang de puntjes door medeklin
kers, zoodat ge een Ixikend spreek
woord krijgt.
e ije e ee e.,
ie e eee u e .a e.
7 (Ingezonden door Antonia Ork-
huijsen).
Afijn geheel vindt men in N.-Ame
rika.
Mijn eerste is een familielid, mijn
tweede en derde ook.
Gaan ze uit dan komt mijn 1ste na
mvin 3de en bij hunne thuiskomst ge-
schiedt dit in dezelfde volgorde.
8. (Ingezonden door Jan. v. Hemert)
Zet onder elkaar:
Een hoofdmiddel van bestaan in
Nederland
Een verfstof.
Een eiland in de Midde'.landsche
Zee.
Een eiland van Zeeland.
Een plaats op Jutland.
Een stad in Engeland.
Een deel van Ned. Oo&t-Indiè.
Een woord voor nagel, sneeuw en
Dc beginletters vormen een stad in
Portugal en de eind 1 ellens een dag
der week.
9. ((Ingezonden door Lena Buiten-
huys).
e
nt
dk
8 8e
t
'i
e
ze
d
j ig
_ÜJ
Welk spreekwoord kunt ge hieruit
lezen?
10. (Ingezonden door M. J. II. P.êt).
Een leerling hing zijn meester op.
En toch deed hij geen kwaad.
De meester ze - „lk hang Uier goed,
jij bent een beste maat".
STRIKVRAGEN.
(Ingezonden door G. en M.
Dijkstra).
1. Waar sloeg men den eersten
spijker in de groote kerk?
2. Welke karren rijden niet?
(Ingezonden door Marg. Bourgonje)
3. Op welke stoel kan men niet zit
ten?
(Ingezonden door L. Poppe)
4. Wie eet er ijzer?
5. Welke vrucht is de mooiste?
6. Wat is het bangste dier?
7. Wat is het deftigste dier?
8. In welke maand maait men
hooi?
RAADSELOPLOSSINGEN
De oplossingen der raadsels van
de vorige week zijn:
1. Kok, os, noot.
Kokosnoot.
2. 'l licnnometei stand.
Roos, mond. Maart Martha, Tom.
Emma, Moeder, een, tor.
3. Wie kaatst, moet den bal ver
wachten.
4. R ooi viool.
5. Wijk hij-Duurstede.
G. De letter d-
7. Seringen
8. Beverwijk.
9. Laren. Haren.
10. M
k I st
laSso
MISPELS.
GrE'ta
e L s
Goede opiosdnge ontvangen van:
W. Nieuw dorp 11.
T. v Bilde beek 12.
Clivia 12
T. Tromp 10.
R. Dekker 6.
M. Henning 10.
M. Mulder 12.
C. Willemsen 11.
Rachel Mok 10.
Froukje Vrugt 8.
II. P. Jansen van Galen 9.
Mauritzia de Braai 11.
W. O vermeer 12.
Lena Koeleveld 11.
Corry v. d Vlerk 12.
Geertje Grundel 9.
Anna Schouten 11.
H. Rustige 11.
Ferdinand Y\ aage 10.
Debora Keizer 10.
Jan van Berkura 9.
Jan van Hemert 12.
Marg. v Baardwijk 12.
Wouter van Baardwijk 12.
L. Jansen 9.
W. Dussclioten 10.
M. Scheliings 6.
Rika Veer ing 12.
Jantina Dijkstra 1L
M. Krijnders 12.
Aatrje Bon 12.
J. de Vries 5.
D Weijers 11
Rachel Dasberg 10.
L. v. d. Reep 11.
Gerrit Bergland 10.
Greta de Ridder 12.
M en P.vari Amstel 12.
Antoon Schuck 12.
Bernard Vernimmen 10.
Pieter Roeland 9.
Corrie Kioos 11.
Wim v Donselnar 10.
E. J Rustive 11.
J. Vreek-en 10
S. Willem uiffraat 10.
Jan Rozenhart 10.
Rika Zwart 12.
Chr. v D. en Coba E 12.
Lena Buitenhuis 11.
G, en M. Dijkstra 12.
N. Vree ken 11—
D. Heesemans 10.
Christma Bo&sijians 11
Corrie v. d. Reep 8.
J van Zijtveld 11.
Henri de Kleijn 12.
Klimop 10.
M. en C. Caalen 12.
Antonia Okhuyseo 11.
Jacob Burghout 10.
Annie Lam 11
Corrie Hartoerink 11..
Marie Piet J2.
B. en B Mc-tz 7.
Xcl'.v Vroom 11.
M. en B. v. Scbagen 11
M. enA. Langedijk 12
P. Verzii'he-r? 8.
Jaantje "12.
Joh van Roede 8.
J Bóoewcd en L. Dikkeboom 11.
Piet t'si 11-
10.
Gretha Cramer 11.
Wulp 11
lXina Dik 12.
BEGRAVEN DIEREN.
De oplossingen der raadsels von de
vorige week zijn:
1. Bij.
2. Haan.
3. Hond.
4. Kat.
5. Koe.
6. Slak.
7. Kalf.
8. P.itriis en Aap.
9. Egel én Ooi.
10. Lijster.
Goede antwoorden deze week ont
vangen van:
W Dus-'.ioten 10.
L Jansen 10
G. en M. Lok 10.
C. Willemsen 10.
D. Mulder 10
M. Henning 10.
T. Tromp 10.
T. v. Biiueibeek 10.
W. van NieLwdorp 10.
Corry v.d. Vlerk 10.
Lena Koeleveld 10.
Mauntz.a de Braai 10.
Afinie Lam 10.
Gerrit Hoog-und 10.
Froukje Vrügt 10.
Klimop 10
Christina Boesnians 10.
G. en M. Dijkstra 10.
A. en L Poppe 10.
Rika Veening 10.
Wouter v Baardwijk 10.
10.
Rika Zwart 10.
Jan van Hemert 10.
F. A. Rozenhart 10.
Jan van Berkutn 10.
Jo Bogaard en Lïze Dikkeboom 10.
Simon Wulffraat 10.
üebora Keizer 10.
Johan van Roode 10.
Nelly Vroom 10.
B. en B. Metz 10.
Marie Piet 10
M. en P. v Amstel 10.
M. en C. Co alen 9.
Racliel Dasberg 9.
Antonia Ockhuyson 10.
Dora Heesemans 10.
Dora Weijers 10.
M. en D Krijnders 9.
Maria Scheilmgs 9.
Chr. v. D en Coba E. 10.
Jacob Burghout 10.
J. Vreeken 10
Jaantje 10.
Wim v. Donselaar 10.
Anna Schouten 9.
M. en A. La n zed ijk 10.
Corry Kloos 9.
Geertje Grundel 10.
M. en B. v Schagen 10.
Pi eter Roeland 6.
Bernard Veir.immen 10.
Ant-oon Schuck 9.
Corry Harlgerink 10.
Greta de Ridder 10.
H. P. Jansen van Galen 10.
Rachel Mok" 9.
J. van Zijtveld 10.
Nella Vreeken 10.
Aagje Bon 9.
Jantina Dijkstra 10.
Lena Buitenhuis 10.
Gretha Cramer 10.
Marg are tha v. Baardwijk 10.
DE WEDSTRIJD.
Jongens en meisjes, eene nieuwe
maand, begint met een nieuwen wed
strijd, waaraan ik hoop, dat jullie
allen zult dee'nemen. Ik geef eens een
vrij onderwerp, je moogt eens iets
vertellen, dat je zelf hebt beleefd,
b.v. over ijsvermaak,- een proltigen
verjaardag, een voetbalwedstrijd,
kortom, net wat je wilt.
Een verhaaltje navertellen, of zelf
er een bedenken, is me ook goed.
Maar ik vraag werk van je zelf, dus
laat je niet helpen door ouderen. Een
groot opstel is niet noodig, als wat
er staat, maar goed overdacht en net
jes geschreven is. De kinderen, be
neden 10 jaar, die op school nog niet
aan het opstellen-maken toe zijn, mo
rn ij een proeve van schoonschrift zen
den!
Jullie neemt een blaadje uit een
schrift en schrijft daarop over een
versje uit je prentenboek zonder fou
ten en zoo netjes je maar kunt. Zie
zoo, nu allen flink aan den gang.
Inzendingen verwacht ik voor 19
Februari aan mfjn adres, Bloemhof-
straat 5.
Er zijn dezen keer weer 2 afdeel to
gen één voor jongens en meicjes bo-
veu 10 jaar, en éénvoor jongt-n-s c-n
meisjes beneden 10 jaar.
Wie een eersten prijs wint, mag me
een verlanglijstje sturen; indien mo
gelijk zal dan een van de hartewen-
schen vervuld worden.
Wie de premie verdient, krijgt een
boek to prachtband.
Brievenbus
(Brievon aan de Redactie van
de Kinder-Afdeeling moiten
gezonden worden aan Mevr.
Blomborg—Zeeman, Bloem
hof-straat 5, te Haarlem).
In do bus gooien, zonder
aansohellen I
MUURBLOEM. Al ben je al een
heele jonge dame, je moogt gerust
meedoen, boor 1 Stuur maar eens een
verhaaltje- Vooruit beloven dut ik hot
plaatsen zal, kan ik niet. Ik vond je
heelemaal niet onbescheiden en hoop
wekelijks 't Bloemendaalsche bloemp
je weer te zien.
TRUUS VAN B. Je opschrift
vond ik in 't geheel niet onbeleefd.
Stort jij je hart maar gerust uit,
hoor I Je onderwijzeres ken best en
ik zal ©ens vragon of je een verwend
(poppetje bont. Maar ik geloof het niet.
Tot de volgende week
W. N. Zeg, heet je Wim of Wille-
mien of Willempje Daar kan i k nu
wel een raadsel van bedenken. Ik
weet niet eens of je oen jongen of een
meisje bent. Stuur jo me daar nu
eens de oplossing van Er zijn een
heeleboel kinderen, die liet wat naar
vinden, dat de ijsvreugd voorüij is.
Laten we nu inaar weer hopen op de
lieve Lente. Hoor ik ook nog eens hoe
oud j© bent?
CLIVIA. Waarom kies je een
schuilnaam Vergeefs zocht ik naar
de begraven dieren. Waar ga je op
school
TRIJNTJE T. Je bent wel een van
mijn jongste vriendinnetjes, maar
daarom mag je toch wel meedoen,
hoor
DORA M. De kinderen, die alleen
oplossingen sturen, vinden als ant
woord hun naam met het aantal ge
vonden raadsels in de courant. Op
een echten brief krijg je een echten
brief terug. Dus daar wacht ik op.
GERRIT en MIENIE L. Jullie
bent nog wel een paar kleine peuters,
maar je moogt best meedoen. De fou
ten in je nieuwe raadsel heb ik daar
om maar verbeterd. Hebt maar ge
duld. dan zie je het wel eens in de
courant staan.
WILLY D Je mag ook meedoen,
hoor! Dus je hebt al groote zussen.
En ook nog kleine zusjes, of bon jij
hot jongste kindje?
RIKA V. Je raadsels zijn goed,
het eerste zal ik een weinig verande
ren, omdat het slot verkeerd is.
JANTINA D., GRIETJE en M.A-
CHIEL D., NELLA V., CORRIE v. d.
.R., GERRIT L., 11. P. JANSEN VAN
GALEN, RACHEL D.. RACHEL M..
ju.no raaüsels zij'u goed I
MARIE en DIRKJE K. Jo moogt
meedoen, hoor l
A AGJE B. Nu maar geregeld aan
't "werk
JORRI DE VR. Hoe is eigenlijk je
voornaam Jij hebt vlug lccren
schaatsenrijden. Beu je op school ook
zoo n vluggertje
DORA W. Ik vond het toch zoo
leuk. van jou wat te hooren School
werk is No. 1. Allen gegroet.
DORA H. Heel blij ben ik. dat je
zooveel vertrouwen in me stelt. Er
zijn dezen keer zooveel brieven, dat je
wenseh naar een grooten brief niet
vervuld kan worden. De meneer van
de krant wordt anders boos op me.
CHRISTINE B. Woensdag zal
ik eens aan jé denken, hoor Vi
wel gefeliciteerd. Wist je niet, daje
vogel ook een dier Is?
GERRIT L. Jo raadsel is goed en
je moogt gerust meedoen.
GERRIT H. Je raadsel is te moei-
lijk.
JAN VAN Z. Ja. hoor, Ik vind het
een heel prettig werk.
KLIMOP. Je bent nog eonig in je
soort, dus je moogt jo schuilnaam be
houden.
FROUKJE V. Bij ingeeonden op
gaven behooren antwoorden. Krijg ik
die nog?
ANNIE L. Wat zag jouw briefje
er keurig uit- Ga maar zoo voort
MARINE'S en CORNELIS C. Ik
hoop, dat jullie getrouwe raadsel
vriendjes wordt. Schrijf Je eens, hoe
oud jullie zijn
GRETHA DE R. .Te bent wolkom,
-hoore I Eveneens SIETSKE J.
M. en P. VAN AMSTEL. Zeker,
mogen jullie ook raadsels inzenden.
CORRIE II. Dank voor je vrien
delijk schrijven. We zullen wel spoe
dig aan elkaar wennen.
WILLEM O. Ja, als jij het voor
T, zeggen hadt, dan hadden we in
Juli nog ijs. lk ben blij, dat dc Lente
nadert
FERDINAND W. Je gelooft zeker
wel. dat ik in mijn schik was met je
briefje. Al woon je nu niet meer zoo
dicht bij me, dan weet ik wel een goe
de kennis van je, die in mijn buurt
komt. Jij ook?
J. VREEKEN. Hoor ik eens van
je of een jongen of een meisje bent en
ho© oud
ELIZABETH R.. WIM VAN D.,
PIET U., MIEN en ANNIE L.. GEER
TJE G. Jullie raadsels zijn goed.
DEBORA K. Aangename kennis
making. hoor Dat klinkt deftig, vind
je niet
JAANTJE. Hoe oud ben je? Wal
©schrijf jij netjes
SIMON W. Doe jij maar mee
Eveneens PIET V. en ANNA S.
JO B. en LIZE D. Dacht jo, dat
het zoo heel lastig was. jullie to loe
ien kennen Dat valt erg mee Toen
ik die twee nette briefjes zag. zei ik
tot meezelf,.dnt zijn nette meisjes"
Heb ik het mis
JAN R Een klein briefje, jongen.
Maar ik hoop, dat je dat niet zal af
schrikken Zeg nu maar„Beter iets.
dan niets."
MAURITZIA DF, B Schrijf Ui
maar wat jo hart je ingeeft. Een beet
je vrij 'S nooit verkeerd. Tot ziens,
hoop ik
JAN VAN H. Lange briefjes en
veei briefjes, dat kan ik je niet belo
ven
MARIA P. Dank voor je goede
wenschen. Ik hoop voor ons beiden,
dat ze vervuld inogen worden.
CORRIE K. Dus de volgende
week hoor ik iets van Ina.
GEERTJE G. Je wensch is ver
vuld hè
MARIE en RERTUS VAN S. - Jo
raadsel is good.
NELLY V. Neen, dat boek ken
ik niet. De nieuwe wedstrijd is er,
dus span je krachten in.
BERNARD V. Ik hoop ook van
harte, dal we nog vele jaren briefwis
seling mogen houden.
LENA K. Je wordt bedankt voor
je goede wenschen. Toen ik al die
hartelijke briefjes kreeg, voelde ik mij
net als iemand, die geheel vreemd in
een volle kamer met menschen komt,
en ontvangen wordt alsof je eon heel
goede kennis bont.
ANTON S. Alle weken een brief
je? Ben je met een kleintje ook te
vreden
LENA B. Ja. 't was een verruk
kelijke dag. Zulk weer is nog pretti
ger dan ijs, vind j© niot
E. J. R. en HENDRIK R. - E.
schrijft me over de twee raadsels, ik
heb er maar één gevonden op bet blad
van H. Is het een vergissing, stuur zo
me dan nog maar eens. Dat van IL is
goed. Hoe oud zijn jullie?
DINA D. Jo raadsel is goed. Denk
->r aan, vóór Donderdag inzenden.
7 Februari 1914.
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN.