ft
ft
dn'ft schuin zouden aankijken en mis
schien niet meer met haar wilden om
gaan; haar gehoede maatschappelijke
positie zou er onder lijden, waanneer
hot bekend word, dat ze in ongenade
go val ten was.
Met. aandrang sprak zij.- Zie er
toch wat op te verzinnenEmma; we
moeten er heen.
»- Ja, mama, zei Emma en een ondeu
gend lachje speelde om de mondhoe
ken. Daar moet ik eens even over na
denken.
Zij steunde het mooie kopje in de
hand en deed een oogenblik alsof ze
in diep gepeins verzonken was. Toen
hervatte zij: Wat dunkt u
«la we telegra pi teerden, dat we geen
rijtuig kunnen bekomen en den Vorst
verzochten, ons een hof rij tuig te zen
den?
Ga at .niet! Ton eerste is het jacht
slot niet tetegniphisdh eiUxmcien en
buitendien
Daar herademde Emma, als kwam
ze plotseling op eon subliem denk
beeld: Ik ben er ai. mama; maar ik
vrees, dat u niet zal willen
Ik wil alles. klonk het rasohiut.
ais we er maar komen.
Goed, dan is daar uitkomst,
mama! en het meisje wees met haar
parasol naar de piek, waar achter het
groen van den tuin de f a Irri ek ssclk«or
steen zich verhief.
Maar Emma, je verwacht toch
'niet dat ik in zoo'n levensgevaarlijke
machine ga zitten?
Och kom, zoo'n auto, door e'rva-
ren hand bestuurd, is in 't minst niet
gevaarlijk; meneer Franke is nog
nooit een ongeluk overkomen. Het is
vee'l minder gevaarlijk dan een rijtuig
met paarden, daar 't er niet van door
gaat en niet schichtig wordt!
Neen, op hol gaal het maar zel
den! merkte Mahlmau waa'rdeerend
aan.
Do oude mevrouw zeide nu in het
Fransch die man behoefde niet al
les te verstaan: Maar ik kon dat
jonge mensch, nadat ik hem zoo leelijk
behondeid heb, toch niet vragen om
ons een dienst te bewijzen!
Dat behoeft ook niet, antwoord
de Emma In dezelfde taal, hij zal zelf
er u een aanbieden.
En hoe inoc-t dat in zijn werk
g>aan?
Heel eenvoudig. De heer Franke
gaat alle dagen, omstreeks dezen tijd,
zoonis u w-eet, een uurtje rijden
liij komt altijd hier langs en
De moeder verzonk nu in diep ge-
p-jins en o, wonder, de gedachte dat
J nog eens van tiaar leven zou ge
bruik maken van zoo'n gehaat vehi
kel kwam haar munter absurd en dol
zinnig voor. Voor niets ter wereld
zou zij oen voorwerp van spot of, erger
nog, van meewarigheid voor haar
lieve vriendinnen worden! In gedach
ten" zag ze mevrouw Schmidt, dat boos
aardige creatuur mot haar vlijm
scherpe tong, al tioo'r de stad ioiopen
en overal zwetsen:
Heb je 't al gehoord, mijn waarde.
Mijn vriendin Kor nor heeft eindelijk
linnr hoofd gesteerten; in ongenade ge
vallen is ze, reddeloos in ongenade ge
vallen. Ze wil ons wel op de mou.v
spelden, dat ze geen 'rijtuig heeft kun
nen krijgen maar dat te al te béte
verzonnen. De Vorst heeft eenvoudig
haar niet willen ontvangen!
Neen, neen, dat niet! De gunst
van Zijn Doorluchtigheid was tot dus
verre de zon geweest, die aan haar
leven licht en warmte verleende; haar
zedelijke ondergang zou het zijn, wan
neer die zon niet langer zou stralen.
En aarzelend sprak ze: Ja, Emma,
als je denkt dat dit mogelijk zou zijn...
Emma jubelde in stilte; nu had zij
gewonnen spel en kon alles nog terecht
komen!
Kom, mama, ik ga vooruit en
hem tegemoet. Het is beter als u wat
achter blijft; anders durSt hij mc
K-ms niet aanspreken.
Gehoorzaam volgde de moeder tiaar.
Ter nauwemood had Emma een
vijftal minuten op straat gewacht of
ze hoorde al een bekend, haar welge
vallig tuf-hif en dra hield de auto bij
hanr stil en Franke groette beleefd.
Goeden dag, juffrouw, hoe gaat
het? We hebben eikaar ia zoolang niet
gezien.
Neen, in langen lijd Met! Het gaat
mij heel goed, maar
Nu? vroeg Franke bezorgd, k wil
toch hopen, dat u Met ongesteld is.
L ziet zoo betrokken, <j#sof er
Emma verhaalde na fei het kort, w at
ei gebeurd was, en vroeg ten slotte 11
weinig ondeugend: Kou u ons niet
aan n paar paaiden helpen?
Neen, lachte Franke, niet zuike
voorwereldlijke dingen houd ik me
niet oj». Maar natuurlijk staat me
vrouw uwe moeder mijn auto ten
dienste.
Emma verzekerde natuurlijk, dat
zij van zoo'n vriendelijk aanbod geen
gebruik durfde maken, doch lierman
begaf zich naar de moeder oni zijn
aanbod te herhalen.
Dij de goede vrouw was een oogen-
olik liet vermoeden gerezen, of het
hier ook soms vooruit afgesproken
werk was maar neen, daarvoor was
haar Emma te openhartig en welop
gevoed en dan
Zij liet zich dus niet lang noodori
étapto in, do machine kwarn in bewe
ging en met ervaren hand ioklde Her
men Franke haar door de nauwe stra
len viui liet stadje
In het eerst verkeerde de oude me
vrouw 1n duizend angsten; telkens als
voor een naderend voertuig moest wor
den uitgeweken, schrikte zo op en
vreesde zij, dat de wagen in duizend
stukken versplinteren zou. Moa'r alles
ging goed en zij bogon wat te kalmee
r-en. De zekerheid, waarmee dot ding
bestuurd werd, imponeerde tiaar en
toeu rnen buiten de stad gekomen was,
begon ze schik in 't geval te krijgen.
Ze zat zoo gemakkelijk in de zachte
kussens; de wagen liep zoo glad en
gelijkmatig, als ging die over rails.
Dat was !och wat anders dan die koels
van Maiiiman, waarin iedere ongelijk
heid van den weg terdege gevoeld
word! Ook die snelheid was niets be
nauwend.
Toen Franke vroeg of men watsnel
ter rijden mocht, gaf zij gereedelijk
hare toestemming.
De wagen suisde nu too lekker
den weg.
Is dat iiiet lieer! ijk, mama? vroeg
Emma verrukt.
De moedor knikte toestemmend. Ook
haar deed de gelijkmatige beweging
ajlteraangenaarriat aan.
In vollo vaart ging het door een
dorp, zonder dat de vaart belangrijk
verminderde. De dorpsstraat
uitgestorven, alle menschen waren op
hel veld bezig; alleen 'n paar honden
begroetten liet voortuig met verwoed
geblaf. Opeens echter bracht Franke
met snellen greep een hefboom in be
weging; geweldig trilde do machine,
aJs had een krachtige hand haar tot
staan gebracht. Daarna een onheil
spellend knarsen, en werk el ijk stond
de auto stil op een halven meter
voor een kleinen ongeveer tweejari
gen jongen, die, vergenoegd met han
en boenen werkend, midden op
don weg lag en lustig kraaide, zander
eenig besef van liet ontzettend gevaar,
waarin hij verkeerd had.
De hernel zij dank, dal is nog
goed afgeloo-pen! riep Franke uit.
Maar wat verregaande onachtzaam
heid, zoo'n klein kiud, dot nog niet
eens goed loopen kan, zonder toezicht
midden op den weg te laten!
Hij sprong uit den wagen om den
kleinen vont in veiligheid te brengen,
toen eensk-'ups een jonge boerin ont
hutst kwam toesnellen. Zij hief het
kind in de hoogte en, ziende dat hot
ongedeerd was, drukte 'zij het aan ha
re borst.
Maar goede vrouw, sprak Fran
ke verwijtend, hoo kuut ge uw jongen
zoo alteen laten! Een minder geoe
fend chauffeur, met een niet zoo uit
stekenden wagen, had hem zeker over
reden. zender dat hij ook maar de ge
ringste schuld had gehad.
En mevrouw voegde er bij: Wie
den zogen van kinderen geniet, is ook
ve'rplicht, ze te behoeden; andera ver
dient men niet zoo'n groot geluk.
De jonge boerin kreeg een boog-
roode kleur van schaamte en zei ver
legen: Ja. u heeft wel gelijk, maar
met ons arme mensehen is dat anders
dan bij de rijken in de stad. Mijn man
is op het land en ik moest naar den
dokter mijn oudste is zwaar ziek
en do dokter was niet thuis en
weet ik niet, wat te beginnen!
Zoo, is je kind ziek? Laat mij den
jongen eens zien; ik ben eeue dokters-
vrouw, misschien weet ik wei raad!
Dankbaar sprak de boerin. Dat
is heel goed van van u! en zij ging het
gezelschap voor naar een kleine boe
ren woning aan den weg.
Daar binnen in do eenigste kamer,
armoedig maar zindelijk, lag op een
groot bed, een knaapje van
5 jaar; blijkbaar ernstig ziek; zijn
gezicht was hoogrood, uit zijne borst
kwam een angstig steunen en roche
len, met de handen sloeg hij wild heen
en weer; dc ademhaling was kort en
snel.
Nauw had de oude mevrouw oen
Mik op het zieke kind geworpen of zij
sprok, zeer ontsteld: Dat kind ver
keert in levensgevaar! Zij nam het
kind op, opende mot zaoht geweld zijn
mondja, zag het in do koel en sprak
haastig: Het is zooaJs ik zeg: keel
ontsteking in hevigen graad. Het kind
kan haast niet meer ademhalen; al
leen "n insnijding kan nog redding
geven. Hoep een arts, gauw. anders
bezwijkt het ondor mijne handen.
Moor hier is nergens een arts te
viriden en we zijn oen paar uur van
do stad!
Wanhoop niet, arme vrouw, zei
Franke troostend en bot Emma's moe
der wendde hij zich met de vraag:
Denkt u. dat het kind nog een half
uur teven kan, wanneer u het ver
zorgt?
Dat geloof ik zeker.
Goed, dan zal ik iu razend tempo
naar de stad 'rijden en een arts ha
len. Het zijn ongeveer 15 kilometer;
binnen 25 minuten bon ik terug.
Zondor antwoord to wachten ging
hij-
Mevrouw opende beide ramen en
liet do heerlijke zomerlucht binnen.
Daarna het zij zich door de boerin
oen licht jak en een groot schort ge
ven, want haar zijden kleed wilde zij
door hot liefdewerk niot laten bedor
ven en toeri liet zij wat water koken
en een citroen halen en maakte zij zich
gorced, om den zieken krtaap te hel
pen.
Franke was intusachcn al 'n heel
eind op weg. Met grooto snelheid
snorde hij terug naar het stadje. De
machine stampte en het ging in een
dolle vaart; steeds maar voort,
velden en boeschcn en dorpen voor
bij. Eu dra was ivet doel bereikt en
hiefid de wagen stil voor de woning
van den arts; geiukkig was deze thuis
en bereid om dadelijk mee te gaan.
Naar aanwijzing van Franke nam hij
de noodige instrumenten «11 verband
middelen mee en voort ging het weder,
razende vaart. Tien minuten later
hleJd de prachtige machine voor de
eenvoudige boerenwoning stil; do go-
hcele hoen- en terugreis had weinig
meer dan twintig minuten geduu'rd.
De kleine patient was nog in leven
en do arts zeide:
Ik zal hem redden. Maar zonder
uwe hulp. mevrouw, waire liet kind
hoogstwaarschijnlijk bezweken.
Haastig trok hij zijn jas uit, legde
de instrumenten en de oanule gereed
en vroeg:
Maar wie zal rne nu helpen?
Ik, antwoordde de dokterewedu
we: ik heb mijn man dikwijls genoeg
geassisteerd.
Goed, sprak de arts, als betrof
het de eenvoudigste zaak van de
réid.
De oporatie gelukte volkomen; diep
en rustig ademend lag hot kind we
der op het bed en de dokter zei ver
genoegd: Ik ata er voo'r in, dat wij
dt-ii patient er weer bovenop helpen.
Gelukkig is het geen diphtberitds;
allien door verregaande veronachtza
ming is zoon e'rnstige complicatie
ontstaan.
uf liij de boerin de noodige aan
wijzingen, hij beloofde, nog een oogen
blik te hiijven an spoedig terug te ko
men. De arme vrouw putte zich uit ;n
;den van dankbaarheid, maar da
arts wees glimlachend die af en sprak:
Dank dien heer daar; waaneer hij
me niet zoo snel gehaald liad, ware
redding niet meer mogelijk geweest
En over de kosten behoeft go niet be
zorgd te zijn die heer neemt alles
op zich.
De boeronivpouw wilde haar weldoe
ner de hand kussen, dodh hij liet dit
niet bod, greep de vevoelito hand dor
boerin, legde er oen paar goudstuk
ken in en zeJde:
Zorg er voor dat de kleine wat
••sterkends te eten en to drinken
krijgt; en loon begon hij zich naar zijn
nmohfine, om die aan een giondig on
derzoek te onderwerpen; alios was in
orde en de -nelle vaart liad haar niet
geschaad.
Spoedig was hot jachtslot van den
Vorst bereikt Zijn Doorluchtigheid
zelf ontving de bezoeksters in den
tuin en sprak vergenoegd:
Wei, dat u mijn verjaardag niet
vergeten zou, wist ik; maar dat u zoo
op de hoogte van den tijd was, om In
oon automobiel tot mij te komen, dacht
k niet. 't Ia een attentie, waalrvoor ik
11 zeer erkentelijk ben. Zeker was 't u
bekend, dat itk reeds voornemens wat.
zulk eon wagen te koopen; dat het niet
geschiedde, was alleen, omdat de
Vorstin, in lvare bezorgdheid voor
mij, or togen is. Maar thans, nadat u
zoo ad oc-ulos gedemonstreord hebt,
dat er absoluut geen gevaar aan ver
bonden is, zal zij voorzeker mijn
wensch niet langer in den weg staan.
Fe vrouw Korner kleurde even bij
Mevrouw Korner kleurde even bij
leiding bot den bocht verhalen; maar
de Vorst verzocht haair, den eigenaar
voor te stellen, en toen hij vernam,
dat de fabrikant zelf de dames gere
den had, noodigde hij dien uit, ook
nog wat te vertoeven; deze wensch
was natuurlijk een bevel
Terwijil de dames de Vorstin haar
op wacht ig maakten, toonde Franke
de inrichting van zijne automobiel den
Vorst; deze was bijzonder ingenomen
met den eenvoud en de deugdelijkheid
der constructie en bestelde een wagen
an dezelfde soort. De hofleverancier,
00 noemde Zijne Doorluchtigheid
hem, inoest beloven, binnen vier we
ken de machine af te leveren.
De Vorst was hoogst genadig en
drukte mevrouw Ko'rner de hand.
Maar toen hem verhaald werd, hoo
lergiek zij aan de redding van liet
kind had meegewerkt, liet hij door
zijn adjudant een klein gouden kruis,
het eerekruis der vrouwonklasse van
zijne huteorde, halen en hechtte het de,
van geluk stralende, oude dame op de
bo'rst.
Het was een heerlijke terugrit in
den zwoelen-, stillen zomeravond. De
uvoan stond vol aan den hemel: ovoral
i'.uigs den weg glinsterden glimwor
men en vuurvliegen. Maat het hel
derst lichtten de beide acetyleenJan-
taarrs van de auto, die gelukkige,
hoop\o'le menschen pijlsnel naar huis
bracht.
Voor de boerenwoning werd nog
even halt gehouden en tot hun grooto
vreugde mochten zij vernemen, dat de
patient, ai urenlang in vonten, gezon
den klaap iag en de arts reeds do baste
vorwitohitingen had.
Toeu de oude mevrouw het tand, aan
welks rodding ook zij deelgenomen
had, zoo rustig en vreedzaam zag slui
meren, gevoelde ze op onbeschrijfelij
ke wijze zich aangedaan en zij reikte
diep getroffen Franke de hand, ter
wijl zij fluisterde: Ik dank u.
Iiij hield hare hand vast en vroeg:
Niet waar, mevrouw, als ik mor
genochtend u weder bezoek, dan wijst
u me toch niet weer af?
Waarschijnlijk toch, antwoord
de zij en ze deed moeite om een ern
stig en waardig gezicht te zetten, wat
echter haar slecht afging, want mar
ien kan ik geen bezoek afwachten. We
pijn de stad uit.
Mama! klaagde Emma, teleurge
steld.
Dat meent u toch niet! klonk het
nu verwijtend uit Herman's mond.
Ulijinoedig sprak de moeder nu:
Wat wilt ge toch eigenlijk! Denkt
go dan, dat ik het uil zot mijner doch
ter hier in dit kleine neet koop! Hot
komt niet bij me op. Morgenmiddag
gaan we op reis als u ons scans
mocht \\:llen vergezellen, mijnheer
Franke, dan heb ik daar niets tegen.
Emma staarde haar moeder ver
baasd aan en wist niet, wat te zeggen.
Maar dra had zij het begrepen en
zij omhelsde haar en kuste haar.
En zoo heel lang duurde het Met of
ook Franke kreeg zijn competente por
tie,
In vreugdevolle stemming word net
loaste gecloo'.fe van den weg afgelegd
en zóó zegevierend had het ,,tuf-"
nog nooit geklonken!
Wie is daar?
In een levendige straat bewoonden
de beide zusters Rosamunde en Ro
saline Honigmond een huis, dat een
mooi, groot hoekvenster aan
straat had.
Beide dames, in de wandeling Ro
samundje en Rosalier.tjc genaamd,
leefden als eerzame jonkvrouwen s:il
en een weinig teruggetrokken, recht
tevreden en kalm, in haar gezellige
woning. Zij hielden wel van de druk-
te buitenshuis, al waren zij daarbin
nen op gemoedelijke rust gesteld,
zaten veel voor de spiegelruit -
liet hoekraam; ook wanneer op een
warmen dag het venster geopend was.
Men denke nu niet, dat de darncs
evenals meer oude jongejuffrouwen
zich met katten, honden of vogels
omgeven hadden, die daar het lever
heeten te 'veraangenamenneen,
niets van dien aard of wacht, laat
k niet jokken! Eén vogel hadden Ro-
amuudje en Rosalientje Honigmond
n nog wel een tamelijk grootcn
gei: een papegaai van zeldzame
schoonheid en geleerdheid.
Die papegaai was een wijfje. Bij
ederen nieuwen geboortedag zijner
'eluedsters verraste het lieve dier
raar, en wel al 'smorg. ris vroeg, door
net ware doodsverachting op gillen
den toon een oud liedje te fluiten
„Schier 30 jaren zijt gij oud!", net-
geen dan minder aangenaam in de
klonk. Maar ook met andere
attenties en lieftalligheden was juf
frouw „Lola" zoo heette de vogel
niet karig. De papegaai had, in het
warme jaargetijde, een heerlijk
plaatsje bij liet open venster, achter
bloemen en bladplanten verscholen,
zoodat de voorbijgangers den vogel
niet kondon zien, en juffrouw Lola zat
daar zeer gemoedelijk Van hieruit
kon I.ola de voorbijgangers ongemerkt
en ongehinderd, geheel naar believen
toespreken en ergeren, wat dan ook
rnet de boosaardigheid, aan deze die
ren vaak eigen, naar hartelust ge
beurde.
Nu geschiedde het op zekeren dag,
dat juffrouw Rosamundje en juffrouw
Rosalientje den timmerman Specht
besteld hadden, om een kleine repa
ratie to verrichten. En nu wilde het
toeval, dat beide beminnenswaardige
dames door een dameskransje glad
vergelen waren, dat zij den timmer
man Specht hadden ontboden, en dus
was dan juf/rouw Lola van uit liet
hoekvenster zoo vriendelijk, eerst tot
algemoeno ergernis en daarna tot al
ler vrnolijkheid. voor de afwezige da
mes op te treden.
Eerst moet nog worden vermeld,
dat er een smal tuinje voor het huis
was, zoodat men een hek door moest,
dat voor de veiligheid altijd van bin
nen gesloten was, en men dus vóór
dat hek aanschellen moest, oru te
worden toegelaten. Alzoo, als gezegd.
Specht was besteld en de beide da
me*, vvien dit door 't hoofd gegaan
was, 'bevonden zich niet. thuis.
Eu de meid had van de gelegenheid
gebruik gemaakt, om „eventjes" een
boodschap te gaan doen.
Dat kan voorkomen.
Tegen half vier in den namiddag
kwam de timmerman, zwaar beladen
met gereedschap van allerlei aard
want men had hem niet ingelicht over
den aard van het karwei aan bc-t
hek Terwijl hij zijn gereedschap daar
vóór op straat deponeerde, wischte
hij eerst even met den rug van de
hand het zweet van zijn voorhoofd,
want de lange wandeling van zijn
R. had hem
weinig geëchauf-
stond, zou hem nog warmer maken,
dan hij al was.
Verheugd eindelijk zijn bestemrnrng
te hebben bereikt, bracht hij de schei
aan den pilaster van het. hek in bewe
ging cn geduldig verbeidde hij, dat
hem zou worden opengedaan.
Hij schelde eenmaal, hij schelde
nog eens en eindelijk ten derden ma
1ö. Maar er werd in huis nog geen tee-
Iceri van leven gegeven. Om zich te
kalmeeren, nam baas Specht eerst eer.
snuifje; want hij had er een somber
voorgevoel van, dat de zaak hier kri
tiek begon te worden.
Na een wijle geduldig wacnlen
bracht hij wederom de 6Chel in bewe
ging, doch wat meer energiek dan te
voren en ziedaar, een e nigszins krij-
schcnde stem zooals oude dames
wel eens kunnen hebbe-n, maar dit
maal van Lola antwoordde van uit
de woning:
Wie is daar?
Grommig antwoordde baas Specht:
Daar is de timmerman! En mecha
nisch kreeg hij tot bescheid: Daar
is de timmerman!!
Een poosje was alles weer rustig en
baas Specüt wachtte geduldig tot
ooi- nu zou wordf 11 opengedaan.
Maar dan Jcon hij lang wachten.
Weder waren vijf lange minuten
vci'loopcn en de brave handwerksman
gevoelde zoo iets in zich opkomen,
wat men in eerste insiantio kregelig
pleegt te noemen. Eri hij begon boos
te worden en gaf, alsnog op onder
drukten toon, een paar minder ylei-
liracht hij wederom de echel in be
weging driemaal met krachtige band.
En weder krijschte de lieftallige
Lola
Wie is daar?
Verwi.-ii uwde de man: Wie
zou er zijn? Daar is de timmerman!
En weder klonk bom in dc ooren
Daar is de timmerman!
Nu dacht baas SpecJil bepaald dat
bij zijn doel bereikt had; maar mis
alles bleef doodstil In huis. Men
scheen hem voor den gok to houden.
Intusschen waren een paar voor
bijgangers, die baas Specht onrustig
op en neer zagen trippelen, natuur
lijk nieuwsgierig blijven slaan, in de
moening dat er hier iets haperde aan
gas- of waterleiding, en het aantal be
langstellenden nam voortdurend toe,
zooals dit in dichtbevolkte steden
gebruikelijk is. Nochtans, zooals in
de gegeven omstandigheden niet an
ders te verwachten was, bleef binnen
alles weer stil.
Ware er geen antwoord gegeven, de
man zou wellicht zijn doorgegaan,
maar nu had do woede van baas
Specht haar kookpunt bereikt. Gram
storig rukte hij aan do bel cn 't was
voor de omstanders niat twijfelachtig,
dat ze overging.
Nu kwam juffrouw I.ola weer met
de gebruikelijke vraag: YVie is
daar?
Zichzelven niet meer meester, huil
de- .1 's Specht
Nog eens daar is de timmer
man
En weer klonk de stem uit den ach
tergrond
Ha. daar is de timmerman?!
Zoo waar, nogmaals scheen bij baas
Specht de gramschap voor eenige mi
nuten te bedaren en voor de laatste
Inmiddels was het aantal nieuwsgie
rigen tot oon ware volksmenigte aan
gegroeid on reeds blonk aan het ein
de der straat de helm van een politie
dienaar, die met reuzenschreden zich
spoedde naar de plaats des onheile. I
Alzoo, Specht rukte aan do bel, als-1
of hij daar afzonderlijk voor betaald
werd, en door dit aanhoudend gelui
waren ook de naaste buren onrustig
geworden. Ramen waren opengescho
ten, hóófden er uit gestoken, golvend
was de menigte, met electriciteit be-
zwancerd de atmosfeer en onver
vaard klonk het uit de geheimzinni
ge woning-
Wie is daar?
Baas Specht was van opwinding
blauw van gelaatskleur geworden en
schuimbekte letterlijk van woede. Hij
kon echter geen woord meer zeggen
maar nu nam de menigte jubelend 't
thema over en zong:
Daar is du timmerman!
En juffrouw Lola hervatte ook we
der prompt
Ha, daar is de timmerman!
De agent was genaderd, maakte 1
ruim baan, vroeg wat er aan <fe hand
was, wou den dood-onschuldigen baas
Specht mee naar 't bureau nemen,
waartoe zijn uiterlijk voorkomen wel
eenige aanleiding gaf; doch de man
gilde
Neem liever die twee malle oude
wijven mee, die me al een half uur
voor de mal houden!
In dit oogenblik drongen de beide
terugkeerende dames Rosamundje en
Rosalientje door den kring der voor
het hek Jiarer woning verzamelde me
nigte en in de meening dat er een on
geluk bij haar gebeurd was, zonken
zij als onmachtig voor den diender
neer. terwijl zij angstig kreten:
Is er brand?
Minzaam, zooals alle dienders te
genover schuwe dames zijn, vroeg hij
naar haar naam en toen baas Specht
thans vernam, dat (lie dames de juf
frouwen Honigmond waren, liep hij
toornig, terwijl hij naar het myste
rieuze hoekvenster wees-
Maar waarom doet die stomme
meid dan met open? Ik sta hier ai
drie kwartier te luiden als een waan
zinnige, en telkens roept dn- mailoot:
Ha, daar is de timmerman!
Naar lucht happende, kijken Rosa
mundje on Rosalientje mekaar aan;
een biik van vorstandhouding zegt,
dat zij beginnen te begrijpen: Mina
is zeker weer de deur uitgegaan!
En dan spreken beide dames gelijk
tijdig
Dat is or.s Lolatje de pape
gaai!
Tableau! Alle omstanders, zelfs da
man der wet, barstten ïn een schate
rend lachen uit cn een ieder vertelde
het, met bekwamen spoed, aan vrien
den en bekenden, wat baas Specht
overkomen was.
DAMRUBKIEK.
HAARI P.MSCHE DAMCLUB.
Allo corréspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve
aan den hoor J. Meyer, Kruisstraat 34. lelepboon l&ö.
Probleem no. 546.
van MARIUS CHARLY.
(Le Da mier
Zwart
1 2 3 4 6
ju
IS
jW
1
M
9
f
m
w
9
1
■l,
9
m
9
JU
M-
1
s
'ot
-
0,
Wit
46
48
60
Zwart li schijven, op: 9, 10, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 22, 23, 2i. 25 en 55
Wit 13 schijven, op: 31, 32, 33, 36, 37, 38, 39, 40. 42. 13. 47. 48 en 50,
Probleem no. 547.
van J. S1EGERIST.
le Publicatie.
1 2 3 4 5
i;
'1
6
1
I -
0
n
16
0
9
9
9
0
26
1
cZ.'
I
r
n
- "'4
3
üil
36
3
1
ft'
ft.
46
Wit speelt en wint eon schijf of t".e partij.
Zwart 12 schijven, op: G. 7. 11. 12,13, 16, 18, 19, 21, 23, 21 en 26
Wit 13 schijven, op - 35. 27 28, 32, 34, 35. 3G, 37, 38. 42, 43. 41 cn i8.
Oplossingen dezer problemen vvor-
ïn gaarno iugewacht aan boveuge-
oemd adres, uiterlijk Dinsdag 2*
Maart a.s.
Oplossing van probleem no. 542,
■an den auteur: Wit 1812, 36--31,
17-12, 16-11, 49—40, 4041, 35: 4c!
De stand was
Zwart 6 schijven op: 7, 9, 19, 24, 33,
37 en dam op 2.
Wit 7 schijven, op: 16, 17, 18, 21, 35,
36, 43 cn dam op 49.
Ojdossing van probleem 110. 513,
an den auteur: Wit 45iO, 40—34,
28- 22, 39-33. 50— 45, 45 - 5!
De stand was:
Zwart 8 schijven, op: 9, 10. 13, 17,
21, 26 27, 29 e.u darn op 2i.
Wit 9 schijven, op: 1?, 28, 32, 37,
38, 39, 45, 47 en 50.
Beide problemen werden goed op
gelost door de heeren- R. Bouw, M.
ten Brink, J. Jacobson Azn A. Ja-
cobson, W. J. A. Matla en J. Siegerist.
CORRESPONDENTIE
J. J. A, Uw oplossingen van pro
bleem 110. 542 voeren tot de remise.
U was wel goed begonnen doch na
16—11 bent u op verkeerd terrein ge
gaan, zooals u uit bovenstaande ont
leding zult bemerken.
COMPETITIE NED. DAMBOND.
De vereenigmg Ephraim v. Embden
III zal as. Maandagavond, 8 uur, in
de bovenzaal van de Korenbeurs,
Spaarne 36, spelen tegen de Haarlciu-
sche Damclub III.
Belangstellenden zijn welkom.
DAMCURSUS.
(Vervolg.)
Mel nog eon kort overzicht op het
verhandelde, en enkele aanteekenin-
gen a's toelichting, sluiten wij deze
darosiudies.
In deze verhandeling hebben wij ge
tracht liet bewijs te leveren, dat in
de „korte centrum-opening 7—12 als
Óen zet moet vervallen, en hiervoor in
de plaats moet treden de zet 14—20,
waardoor zwart gelegenheid krijgt da
gevaarlijke insluiting te verijdelen,
met den symmetritchen zet 20—25, in
antwoord op den Gen zet 31 -36 van
wit. En, indien w;t als Cen zet 31—26
speelt, zwart onmiddellijk dien zet
moet beantwoorden met den tegenzet
20—25, waarop dan als lOen zet ver
volgd wordt metW. 41—39, zw.
7—12, waarmede de gevvi'/tede cen
trum-opening is ontwikkeld.
Zwart zou echter in de/penirig
ook 11—17 als 6en zet kunnen spelen,
dus in antwoord op den6en zet 31—26
van wit, denkende zelf van liet in
sluiten te kunnen, profitéeren.
Dit spel moeten wij evenwel ontra
den, omdat liet oi minder krachtig
is. -Wit zou zich dan bij zijn korten
vleugel ook laten insluiten, tgcen
zwart- moeilijk kon verhinderen, we
gens gebrek aan vrije zetten, en hier
na niet 27 of 23r-22 fzie 5e voortzet
ting' /.wart's korten vleugel terstond
aanvallen, terwijl zwart zich voort
durend moest blijven verdedigen, en
bijna geen gelegenheid kreeg, om
iets goeds tot stand te brengen. Met
een jiaar proefnemingen aan de haud
van deze verhondeïing, zal, naar wij
vertrouwen, onze zienswijze spoedig
gedeeld worden.
Wei zou een geroutineerd speler het
insluiten soms kunnen toepaseen te
genover een minder krachtig speler,
maar tegenover een goed onderlegd
positie-speler is het zich laten inslui
ten met de zwarte stukken niet van
gevaar ontbloot.