ft ft dn'ft schuin zouden aankijken en mis schien niet meer met haar wilden om gaan; haar gehoede maatschappelijke positie zou er onder lijden, waanneer hot bekend word, dat ze in ongenade go val ten was. Met. aandrang sprak zij.- Zie er toch wat op te verzinnenEmma; we moeten er heen. »- Ja, mama, zei Emma en een ondeu gend lachje speelde om de mondhoe ken. Daar moet ik eens even over na denken. Zij steunde het mooie kopje in de hand en deed een oogenblik alsof ze in diep gepeins verzonken was. Toen hervatte zij: Wat dunkt u «la we telegra pi teerden, dat we geen rijtuig kunnen bekomen en den Vorst verzochten, ons een hof rij tuig te zen den? Ga at .niet! Ton eerste is het jacht slot niet tetegniphisdh eiUxmcien en buitendien Daar herademde Emma, als kwam ze plotseling op eon subliem denk beeld: Ik ben er ai. mama; maar ik vrees, dat u niet zal willen Ik wil alles. klonk het rasohiut. ais we er maar komen. Goed, dan is daar uitkomst, mama! en het meisje wees met haar parasol naar de piek, waar achter het groen van den tuin de f a Irri ek ssclk«or steen zich verhief. Maar Emma, je verwacht toch 'niet dat ik in zoo'n levensgevaarlijke machine ga zitten? Och kom, zoo'n auto, door e'rva- ren hand bestuurd, is in 't minst niet gevaarlijk; meneer Franke is nog nooit een ongeluk overkomen. Het is vee'l minder gevaarlijk dan een rijtuig met paarden, daar 't er niet van door gaat en niet schichtig wordt! Neen, op hol gaal het maar zel den! merkte Mahlmau waa'rdeerend aan. Do oude mevrouw zeide nu in het Fransch die man behoefde niet al les te verstaan: Maar ik kon dat jonge mensch, nadat ik hem zoo leelijk behondeid heb, toch niet vragen om ons een dienst te bewijzen! Dat behoeft ook niet, antwoord de Emma In dezelfde taal, hij zal zelf er u een aanbieden. En hoe inoc-t dat in zijn werk g>aan? Heel eenvoudig. De heer Franke gaat alle dagen, omstreeks dezen tijd, zoonis u w-eet, een uurtje rijden liij komt altijd hier langs en De moeder verzonk nu in diep ge- p-jins en o, wonder, de gedachte dat J nog eens van tiaar leven zou ge bruik maken van zoo'n gehaat vehi kel kwam haar munter absurd en dol zinnig voor. Voor niets ter wereld zou zij oen voorwerp van spot of, erger nog, van meewarigheid voor haar lieve vriendinnen worden! In gedach ten" zag ze mevrouw Schmidt, dat boos aardige creatuur mot haar vlijm scherpe tong, al tioo'r de stad ioiopen en overal zwetsen: Heb je 't al gehoord, mijn waarde. Mijn vriendin Kor nor heeft eindelijk linnr hoofd gesteerten; in ongenade ge vallen is ze, reddeloos in ongenade ge vallen. Ze wil ons wel op de mou.v spelden, dat ze geen 'rijtuig heeft kun nen krijgen maar dat te al te béte verzonnen. De Vorst heeft eenvoudig haar niet willen ontvangen! Neen, neen, dat niet! De gunst van Zijn Doorluchtigheid was tot dus verre de zon geweest, die aan haar leven licht en warmte verleende; haar zedelijke ondergang zou het zijn, wan neer die zon niet langer zou stralen. En aarzelend sprak ze: Ja, Emma, als je denkt dat dit mogelijk zou zijn... Emma jubelde in stilte; nu had zij gewonnen spel en kon alles nog terecht komen! Kom, mama, ik ga vooruit en hem tegemoet. Het is beter als u wat achter blijft; anders durSt hij mc K-ms niet aanspreken. Gehoorzaam volgde de moeder tiaar. Ter nauwemood had Emma een vijftal minuten op straat gewacht of ze hoorde al een bekend, haar welge vallig tuf-hif en dra hield de auto bij hanr stil en Franke groette beleefd. Goeden dag, juffrouw, hoe gaat het? We hebben eikaar ia zoolang niet gezien. Neen, in langen lijd Met! Het gaat mij heel goed, maar Nu? vroeg Franke bezorgd, k wil toch hopen, dat u Met ongesteld is. L ziet zoo betrokken, <j#sof er Emma verhaalde na fei het kort, w at ei gebeurd was, en vroeg ten slotte 11 weinig ondeugend: Kou u ons niet aan n paar paaiden helpen? Neen, lachte Franke, niet zuike voorwereldlijke dingen houd ik me niet oj». Maar natuurlijk staat me vrouw uwe moeder mijn auto ten dienste. Emma verzekerde natuurlijk, dat zij van zoo'n vriendelijk aanbod geen gebruik durfde maken, doch lierman begaf zich naar de moeder oni zijn aanbod te herhalen. Dij de goede vrouw was een oogen- olik liet vermoeden gerezen, of het hier ook soms vooruit afgesproken werk was maar neen, daarvoor was haar Emma te openhartig en welop gevoed en dan Zij liet zich dus niet lang noodori étapto in, do machine kwarn in bewe ging en met ervaren hand ioklde Her men Franke haar door de nauwe stra len viui liet stadje In het eerst verkeerde de oude me vrouw 1n duizend angsten; telkens als voor een naderend voertuig moest wor den uitgeweken, schrikte zo op en vreesde zij, dat de wagen in duizend stukken versplinteren zou. Moa'r alles ging goed en zij bogon wat te kalmee r-en. De zekerheid, waarmee dot ding bestuurd werd, imponeerde tiaar en toeu rnen buiten de stad gekomen was, begon ze schik in 't geval te krijgen. Ze zat zoo gemakkelijk in de zachte kussens; de wagen liep zoo glad en gelijkmatig, als ging die over rails. Dat was !och wat anders dan die koels van Maiiiman, waarin iedere ongelijk heid van den weg terdege gevoeld word! Ook die snelheid was niets be nauwend. Toen Franke vroeg of men watsnel ter rijden mocht, gaf zij gereedelijk hare toestemming. De wagen suisde nu too lekker den weg. Is dat iiiet lieer! ijk, mama? vroeg Emma verrukt. De moedor knikte toestemmend. Ook haar deed de gelijkmatige beweging ajlteraangenaarriat aan. In vollo vaart ging het door een dorp, zonder dat de vaart belangrijk verminderde. De dorpsstraat uitgestorven, alle menschen waren op hel veld bezig; alleen 'n paar honden begroetten liet voortuig met verwoed geblaf. Opeens echter bracht Franke met snellen greep een hefboom in be weging; geweldig trilde do machine, aJs had een krachtige hand haar tot staan gebracht. Daarna een onheil spellend knarsen, en werk el ijk stond de auto stil op een halven meter voor een kleinen ongeveer tweejari gen jongen, die, vergenoegd met han en boenen werkend, midden op don weg lag en lustig kraaide, zander eenig besef van liet ontzettend gevaar, waarin hij verkeerd had. De hernel zij dank, dal is nog goed afgeloo-pen! riep Franke uit. Maar wat verregaande onachtzaam heid, zoo'n klein kiud, dot nog niet eens goed loopen kan, zonder toezicht midden op den weg te laten! Hij sprong uit den wagen om den kleinen vont in veiligheid te brengen, toen eensk-'ups een jonge boerin ont hutst kwam toesnellen. Zij hief het kind in de hoogte en, ziende dat hot ongedeerd was, drukte 'zij het aan ha re borst. Maar goede vrouw, sprak Fran ke verwijtend, hoo kuut ge uw jongen zoo alteen laten! Een minder geoe fend chauffeur, met een niet zoo uit stekenden wagen, had hem zeker over reden. zender dat hij ook maar de ge ringste schuld had gehad. En mevrouw voegde er bij: Wie den zogen van kinderen geniet, is ook ve'rplicht, ze te behoeden; andera ver dient men niet zoo'n groot geluk. De jonge boerin kreeg een boog- roode kleur van schaamte en zei ver legen: Ja. u heeft wel gelijk, maar met ons arme mensehen is dat anders dan bij de rijken in de stad. Mijn man is op het land en ik moest naar den dokter mijn oudste is zwaar ziek en do dokter was niet thuis en weet ik niet, wat te beginnen! Zoo, is je kind ziek? Laat mij den jongen eens zien; ik ben eeue dokters- vrouw, misschien weet ik wei raad! Dankbaar sprak de boerin. Dat is heel goed van van u! en zij ging het gezelschap voor naar een kleine boe ren woning aan den weg. Daar binnen in do eenigste kamer, armoedig maar zindelijk, lag op een groot bed, een knaapje van 5 jaar; blijkbaar ernstig ziek; zijn gezicht was hoogrood, uit zijne borst kwam een angstig steunen en roche len, met de handen sloeg hij wild heen en weer; dc ademhaling was kort en snel. Nauw had de oude mevrouw oen Mik op het zieke kind geworpen of zij sprok, zeer ontsteld: Dat kind ver keert in levensgevaar! Zij nam het kind op, opende mot zaoht geweld zijn mondja, zag het in do koel en sprak haastig: Het is zooaJs ik zeg: keel ontsteking in hevigen graad. Het kind kan haast niet meer ademhalen; al leen "n insnijding kan nog redding geven. Hoep een arts, gauw. anders bezwijkt het ondor mijne handen. Moor hier is nergens een arts te viriden en we zijn oen paar uur van do stad! Wanhoop niet, arme vrouw, zei Franke troostend en bot Emma's moe der wendde hij zich met de vraag: Denkt u. dat het kind nog een half uur teven kan, wanneer u het ver zorgt? Dat geloof ik zeker. Goed, dan zal ik iu razend tempo naar de stad 'rijden en een arts ha len. Het zijn ongeveer 15 kilometer; binnen 25 minuten bon ik terug. Zondor antwoord to wachten ging hij- Mevrouw opende beide ramen en liet do heerlijke zomerlucht binnen. Daarna het zij zich door de boerin oen licht jak en een groot schort ge ven, want haar zijden kleed wilde zij door hot liefdewerk niot laten bedor ven en toeri liet zij wat water koken en een citroen halen en maakte zij zich gorced, om den zieken krtaap te hel pen. Franke was intusachcn al 'n heel eind op weg. Met grooto snelheid snorde hij terug naar het stadje. De machine stampte en het ging in een dolle vaart; steeds maar voort, velden en boeschcn en dorpen voor bij. Eu dra was ivet doel bereikt en hiefid de wagen stil voor de woning van den arts; geiukkig was deze thuis en bereid om dadelijk mee te gaan. Naar aanwijzing van Franke nam hij de noodige instrumenten «11 verband middelen mee en voort ging het weder, razende vaart. Tien minuten later hleJd de prachtige machine voor de eenvoudige boerenwoning stil; do go- hcele hoen- en terugreis had weinig meer dan twintig minuten geduu'rd. De kleine patient was nog in leven en do arts zeide: Ik zal hem redden. Maar zonder uwe hulp. mevrouw, waire liet kind hoogstwaarschijnlijk bezweken. Haastig trok hij zijn jas uit, legde de instrumenten en de oanule gereed en vroeg: Maar wie zal rne nu helpen? Ik, antwoordde de dokterewedu we: ik heb mijn man dikwijls genoeg geassisteerd. Goed, sprak de arts, als betrof het de eenvoudigste zaak van de réid. De oporatie gelukte volkomen; diep en rustig ademend lag hot kind we der op het bed en de dokter zei ver genoegd: Ik ata er voo'r in, dat wij dt-ii patient er weer bovenop helpen. Gelukkig is het geen diphtberitds; allien door verregaande veronachtza ming is zoon e'rnstige complicatie ontstaan. uf liij de boerin de noodige aan wijzingen, hij beloofde, nog een oogen blik te hiijven an spoedig terug te ko men. De arme vrouw putte zich uit ;n ;den van dankbaarheid, maar da arts wees glimlachend die af en sprak: Dank dien heer daar; waaneer hij me niet zoo snel gehaald liad, ware redding niet meer mogelijk geweest En over de kosten behoeft go niet be zorgd te zijn die heer neemt alles op zich. De boeronivpouw wilde haar weldoe ner de hand kussen, dodh hij liet dit niet bod, greep de vevoelito hand dor boerin, legde er oen paar goudstuk ken in en zeJde: Zorg er voor dat de kleine wat ••sterkends te eten en to drinken krijgt; en loon begon hij zich naar zijn nmohfine, om die aan een giondig on derzoek te onderwerpen; alios was in orde en de -nelle vaart liad haar niet geschaad. Spoedig was hot jachtslot van den Vorst bereikt Zijn Doorluchtigheid zelf ontving de bezoeksters in den tuin en sprak vergenoegd: Wei, dat u mijn verjaardag niet vergeten zou, wist ik; maar dat u zoo op de hoogte van den tijd was, om In oon automobiel tot mij te komen, dacht k niet. 't Ia een attentie, waalrvoor ik 11 zeer erkentelijk ben. Zeker was 't u bekend, dat itk reeds voornemens wat. zulk eon wagen te koopen; dat het niet geschiedde, was alleen, omdat de Vorstin, in lvare bezorgdheid voor mij, or togen is. Maar thans, nadat u zoo ad oc-ulos gedemonstreord hebt, dat er absoluut geen gevaar aan ver bonden is, zal zij voorzeker mijn wensch niet langer in den weg staan. Fe vrouw Korner kleurde even bij Mevrouw Korner kleurde even bij leiding bot den bocht verhalen; maar de Vorst verzocht haair, den eigenaar voor te stellen, en toen hij vernam, dat de fabrikant zelf de dames gere den had, noodigde hij dien uit, ook nog wat te vertoeven; deze wensch was natuurlijk een bevel Terwijil de dames de Vorstin haar op wacht ig maakten, toonde Franke de inrichting van zijne automobiel den Vorst; deze was bijzonder ingenomen met den eenvoud en de deugdelijkheid der constructie en bestelde een wagen an dezelfde soort. De hofleverancier, 00 noemde Zijne Doorluchtigheid hem, inoest beloven, binnen vier we ken de machine af te leveren. De Vorst was hoogst genadig en drukte mevrouw Ko'rner de hand. Maar toen hem verhaald werd, hoo lergiek zij aan de redding van liet kind had meegewerkt, liet hij door zijn adjudant een klein gouden kruis, het eerekruis der vrouwonklasse van zijne huteorde, halen en hechtte het de, van geluk stralende, oude dame op de bo'rst. Het was een heerlijke terugrit in den zwoelen-, stillen zomeravond. De uvoan stond vol aan den hemel: ovoral i'.uigs den weg glinsterden glimwor men en vuurvliegen. Maat het hel derst lichtten de beide acetyleenJan- taarrs van de auto, die gelukkige, hoop\o'le menschen pijlsnel naar huis bracht. Voor de boerenwoning werd nog even halt gehouden en tot hun grooto vreugde mochten zij vernemen, dat de patient, ai urenlang in vonten, gezon den klaap iag en de arts reeds do baste vorwitohitingen had. Toeu de oude mevrouw het tand, aan welks rodding ook zij deelgenomen had, zoo rustig en vreedzaam zag slui meren, gevoelde ze op onbeschrijfelij ke wijze zich aangedaan en zij reikte diep getroffen Franke de hand, ter wijl zij fluisterde: Ik dank u. Iiij hield hare hand vast en vroeg: Niet waar, mevrouw, als ik mor genochtend u weder bezoek, dan wijst u me toch niet weer af? Waarschijnlijk toch, antwoord de zij en ze deed moeite om een ern stig en waardig gezicht te zetten, wat echter haar slecht afging, want mar ien kan ik geen bezoek afwachten. We pijn de stad uit. Mama! klaagde Emma, teleurge steld. Dat meent u toch niet! klonk het nu verwijtend uit Herman's mond. Ulijinoedig sprak de moeder nu: Wat wilt ge toch eigenlijk! Denkt go dan, dat ik het uil zot mijner doch ter hier in dit kleine neet koop! Hot komt niet bij me op. Morgenmiddag gaan we op reis als u ons scans mocht \\:llen vergezellen, mijnheer Franke, dan heb ik daar niets tegen. Emma staarde haar moeder ver baasd aan en wist niet, wat te zeggen. Maar dra had zij het begrepen en zij omhelsde haar en kuste haar. En zoo heel lang duurde het Met of ook Franke kreeg zijn competente por tie, In vreugdevolle stemming word net loaste gecloo'.fe van den weg afgelegd en zóó zegevierend had het ,,tuf-" nog nooit geklonken! Wie is daar? In een levendige straat bewoonden de beide zusters Rosamunde en Ro saline Honigmond een huis, dat een mooi, groot hoekvenster aan straat had. Beide dames, in de wandeling Ro samundje en Rosalier.tjc genaamd, leefden als eerzame jonkvrouwen s:il en een weinig teruggetrokken, recht tevreden en kalm, in haar gezellige woning. Zij hielden wel van de druk- te buitenshuis, al waren zij daarbin nen op gemoedelijke rust gesteld, zaten veel voor de spiegelruit - liet hoekraam; ook wanneer op een warmen dag het venster geopend was. Men denke nu niet, dat de darncs evenals meer oude jongejuffrouwen zich met katten, honden of vogels omgeven hadden, die daar het lever heeten te 'veraangenamenneen, niets van dien aard of wacht, laat k niet jokken! Eén vogel hadden Ro- amuudje en Rosalientje Honigmond n nog wel een tamelijk grootcn gei: een papegaai van zeldzame schoonheid en geleerdheid. Die papegaai was een wijfje. Bij ederen nieuwen geboortedag zijner 'eluedsters verraste het lieve dier raar, en wel al 'smorg. ris vroeg, door net ware doodsverachting op gillen den toon een oud liedje te fluiten „Schier 30 jaren zijt gij oud!", net- geen dan minder aangenaam in de klonk. Maar ook met andere attenties en lieftalligheden was juf frouw „Lola" zoo heette de vogel niet karig. De papegaai had, in het warme jaargetijde, een heerlijk plaatsje bij liet open venster, achter bloemen en bladplanten verscholen, zoodat de voorbijgangers den vogel niet kondon zien, en juffrouw Lola zat daar zeer gemoedelijk Van hieruit kon I.ola de voorbijgangers ongemerkt en ongehinderd, geheel naar believen toespreken en ergeren, wat dan ook rnet de boosaardigheid, aan deze die ren vaak eigen, naar hartelust ge beurde. Nu geschiedde het op zekeren dag, dat juffrouw Rosamundje en juffrouw Rosalientje den timmerman Specht besteld hadden, om een kleine repa ratie to verrichten. En nu wilde het toeval, dat beide beminnenswaardige dames door een dameskransje glad vergelen waren, dat zij den timmer man Specht hadden ontboden, en dus was dan juf/rouw Lola van uit liet hoekvenster zoo vriendelijk, eerst tot algemoeno ergernis en daarna tot al ler vrnolijkheid. voor de afwezige da mes op te treden. Eerst moet nog worden vermeld, dat er een smal tuinje voor het huis was, zoodat men een hek door moest, dat voor de veiligheid altijd van bin nen gesloten was, en men dus vóór dat hek aanschellen moest, oru te worden toegelaten. Alzoo, als gezegd. Specht was besteld en de beide da me*, vvien dit door 't hoofd gegaan was, 'bevonden zich niet. thuis. Eu de meid had van de gelegenheid gebruik gemaakt, om „eventjes" een boodschap te gaan doen. Dat kan voorkomen. Tegen half vier in den namiddag kwam de timmerman, zwaar beladen met gereedschap van allerlei aard want men had hem niet ingelicht over den aard van het karwei aan bc-t hek Terwijl hij zijn gereedschap daar vóór op straat deponeerde, wischte hij eerst even met den rug van de hand het zweet van zijn voorhoofd, want de lange wandeling van zijn R. had hem weinig geëchauf- stond, zou hem nog warmer maken, dan hij al was. Verheugd eindelijk zijn bestemrnrng te hebben bereikt, bracht hij de schei aan den pilaster van het. hek in bewe ging cn geduldig verbeidde hij, dat hem zou worden opengedaan. Hij schelde eenmaal, hij schelde nog eens en eindelijk ten derden ma 1ö. Maar er werd in huis nog geen tee- Iceri van leven gegeven. Om zich te kalmeeren, nam baas Specht eerst eer. snuifje; want hij had er een somber voorgevoel van, dat de zaak hier kri tiek begon te worden. Na een wijle geduldig wacnlen bracht hij wederom de 6Chel in bewe ging, doch wat meer energiek dan te voren en ziedaar, een e nigszins krij- schcnde stem zooals oude dames wel eens kunnen hebbe-n, maar dit maal van Lola antwoordde van uit de woning: Wie is daar? Grommig antwoordde baas Specht: Daar is de timmerman! En mecha nisch kreeg hij tot bescheid: Daar is de timmerman!! Een poosje was alles weer rustig en baas Specüt wachtte geduldig tot ooi- nu zou wordf 11 opengedaan. Maar dan Jcon hij lang wachten. Weder waren vijf lange minuten vci'loopcn en de brave handwerksman gevoelde zoo iets in zich opkomen, wat men in eerste insiantio kregelig pleegt te noemen. Eri hij begon boos te worden en gaf, alsnog op onder drukten toon, een paar minder ylei- liracht hij wederom de echel in be weging driemaal met krachtige band. En weder krijschte de lieftallige Lola Wie is daar? Verwi.-ii uwde de man: Wie zou er zijn? Daar is de timmerman! En weder klonk bom in dc ooren Daar is de timmerman! Nu dacht baas SpecJil bepaald dat bij zijn doel bereikt had; maar mis alles bleef doodstil In huis. Men scheen hem voor den gok to houden. Intusschen waren een paar voor bijgangers, die baas Specht onrustig op en neer zagen trippelen, natuur lijk nieuwsgierig blijven slaan, in de moening dat er hier iets haperde aan gas- of waterleiding, en het aantal be langstellenden nam voortdurend toe, zooals dit in dichtbevolkte steden gebruikelijk is. Nochtans, zooals in de gegeven omstandigheden niet an ders te verwachten was, bleef binnen alles weer stil. Ware er geen antwoord gegeven, de man zou wellicht zijn doorgegaan, maar nu had do woede van baas Specht haar kookpunt bereikt. Gram storig rukte hij aan do bel cn 't was voor de omstanders niat twijfelachtig, dat ze overging. Nu kwam juffrouw I.ola weer met de gebruikelijke vraag: YVie is daar? Zichzelven niet meer meester, huil de- .1 's Specht Nog eens daar is de timmer man En weer klonk de stem uit den ach tergrond Ha. daar is de timmerman?! Zoo waar, nogmaals scheen bij baas Specht de gramschap voor eenige mi nuten te bedaren en voor de laatste Inmiddels was het aantal nieuwsgie rigen tot oon ware volksmenigte aan gegroeid on reeds blonk aan het ein de der straat de helm van een politie dienaar, die met reuzenschreden zich spoedde naar de plaats des onheile. I Alzoo, Specht rukte aan do bel, als-1 of hij daar afzonderlijk voor betaald werd, en door dit aanhoudend gelui waren ook de naaste buren onrustig geworden. Ramen waren opengescho ten, hóófden er uit gestoken, golvend was de menigte, met electriciteit be- zwancerd de atmosfeer en onver vaard klonk het uit de geheimzinni ge woning- Wie is daar? Baas Specht was van opwinding blauw van gelaatskleur geworden en schuimbekte letterlijk van woede. Hij kon echter geen woord meer zeggen maar nu nam de menigte jubelend 't thema over en zong: Daar is du timmerman! En juffrouw Lola hervatte ook we der prompt Ha, daar is de timmerman! De agent was genaderd, maakte 1 ruim baan, vroeg wat er aan <fe hand was, wou den dood-onschuldigen baas Specht mee naar 't bureau nemen, waartoe zijn uiterlijk voorkomen wel eenige aanleiding gaf; doch de man gilde Neem liever die twee malle oude wijven mee, die me al een half uur voor de mal houden! In dit oogenblik drongen de beide terugkeerende dames Rosamundje en Rosalientje door den kring der voor het hek Jiarer woning verzamelde me nigte en in de meening dat er een on geluk bij haar gebeurd was, zonken zij als onmachtig voor den diender neer. terwijl zij angstig kreten: Is er brand? Minzaam, zooals alle dienders te genover schuwe dames zijn, vroeg hij naar haar naam en toen baas Specht thans vernam, dat (lie dames de juf frouwen Honigmond waren, liep hij toornig, terwijl hij naar het myste rieuze hoekvenster wees- Maar waarom doet die stomme meid dan met open? Ik sta hier ai drie kwartier te luiden als een waan zinnige, en telkens roept dn- mailoot: Ha, daar is de timmerman! Naar lucht happende, kijken Rosa mundje on Rosalientje mekaar aan; een biik van vorstandhouding zegt, dat zij beginnen te begrijpen: Mina is zeker weer de deur uitgegaan! En dan spreken beide dames gelijk tijdig Dat is or.s Lolatje de pape gaai! Tableau! Alle omstanders, zelfs da man der wet, barstten ïn een schate rend lachen uit cn een ieder vertelde het, met bekwamen spoed, aan vrien den en bekenden, wat baas Specht overkomen was. DAMRUBKIEK. HAARI P.MSCHE DAMCLUB. Allo corréspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve aan den hoor J. Meyer, Kruisstraat 34. lelepboon l&ö. Probleem no. 546. van MARIUS CHARLY. (Le Da mier Zwart 1 2 3 4 6 ju IS jW 1 M 9 f m w 9 1 ■l, 9 m 9 JU M- 1 s 'ot - 0, Wit 46 48 60 Zwart li schijven, op: 9, 10, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 22, 23, 2i. 25 en 55 Wit 13 schijven, op: 31, 32, 33, 36, 37, 38, 39, 40. 42. 13. 47. 48 en 50, Probleem no. 547. van J. S1EGERIST. le Publicatie. 1 2 3 4 5 i; '1 6 1 I - 0 n 16 0 9 9 9 0 26 1 cZ.' I r n - "'4 3 üil 36 3 1 ft' ft. 46 Wit speelt en wint eon schijf of t".e partij. Zwart 12 schijven, op: G. 7. 11. 12,13, 16, 18, 19, 21, 23, 21 en 26 Wit 13 schijven, op - 35. 27 28, 32, 34, 35. 3G, 37, 38. 42, 43. 41 cn i8. Oplossingen dezer problemen vvor- ïn gaarno iugewacht aan boveuge- oemd adres, uiterlijk Dinsdag 2* Maart a.s. Oplossing van probleem no. 542, ■an den auteur: Wit 1812, 36--31, 17-12, 16-11, 49—40, 4041, 35: 4c! De stand was Zwart 6 schijven op: 7, 9, 19, 24, 33, 37 en dam op 2. Wit 7 schijven, op: 16, 17, 18, 21, 35, 36, 43 cn dam op 49. Ojdossing van probleem 110. 513, an den auteur: Wit 45iO, 40—34, 28- 22, 39-33. 50— 45, 45 - 5! De stand was: Zwart 8 schijven, op: 9, 10. 13, 17, 21, 26 27, 29 e.u darn op 2i. Wit 9 schijven, op: 1?, 28, 32, 37, 38, 39, 45, 47 en 50. Beide problemen werden goed op gelost door de heeren- R. Bouw, M. ten Brink, J. Jacobson Azn A. Ja- cobson, W. J. A. Matla en J. Siegerist. CORRESPONDENTIE J. J. A, Uw oplossingen van pro bleem 110. 542 voeren tot de remise. U was wel goed begonnen doch na 16—11 bent u op verkeerd terrein ge gaan, zooals u uit bovenstaande ont leding zult bemerken. COMPETITIE NED. DAMBOND. De vereenigmg Ephraim v. Embden III zal as. Maandagavond, 8 uur, in de bovenzaal van de Korenbeurs, Spaarne 36, spelen tegen de Haarlciu- sche Damclub III. Belangstellenden zijn welkom. DAMCURSUS. (Vervolg.) Mel nog eon kort overzicht op het verhandelde, en enkele aanteekenin- gen a's toelichting, sluiten wij deze darosiudies. In deze verhandeling hebben wij ge tracht liet bewijs te leveren, dat in de „korte centrum-opening 7—12 als Óen zet moet vervallen, en hiervoor in de plaats moet treden de zet 14—20, waardoor zwart gelegenheid krijgt da gevaarlijke insluiting te verijdelen, met den symmetritchen zet 20—25, in antwoord op den Gen zet 31 -36 van wit. En, indien w;t als Cen zet 31—26 speelt, zwart onmiddellijk dien zet moet beantwoorden met den tegenzet 20—25, waarop dan als lOen zet ver volgd wordt metW. 41—39, zw. 7—12, waarmede de gevvi'/tede cen trum-opening is ontwikkeld. Zwart zou echter in de/penirig ook 11—17 als 6en zet kunnen spelen, dus in antwoord op den6en zet 31—26 van wit, denkende zelf van liet in sluiten te kunnen, profitéeren. Dit spel moeten wij evenwel ontra den, omdat liet oi minder krachtig is. -Wit zou zich dan bij zijn korten vleugel ook laten insluiten, tgcen zwart- moeilijk kon verhinderen, we gens gebrek aan vrije zetten, en hier na niet 27 of 23r-22 fzie 5e voortzet ting' /.wart's korten vleugel terstond aanvallen, terwijl zwart zich voort durend moest blijven verdedigen, en bijna geen gelegenheid kreeg, om iets goeds tot stand te brengen. Met een jiaar proefnemingen aan de haud van deze verhondeïing, zal, naar wij vertrouwen, onze zienswijze spoedig gedeeld worden. Wei zou een geroutineerd speler het insluiten soms kunnen toepaseen te genover een minder krachtig speler, maar tegenover een goed onderlegd positie-speler is het zich laten inslui ten met de zwarte stukken niet van gevaar ontbloot.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 16