BUBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
««iTmiffii BSSSa™ OROOTO HOUTSTRAAT SS. ADVERTETTÉW DOELTREFFEND.
MEPHISTO
SI© /atrgang
ZATERDAG 28 MAART 1914! 943»
CF 10 CENT PER WEEK- DRUKKERIJ 2.UIDER BUITENSPAARNB 6. 0NZE ofqemeiw
Het Rijke Natuurleven
TOCH KOMT DE LENTE.
Wat is er- un oen maand al veel ver
anderd. De wind hield de planten in
hun ontwikkeling tegen, de regen be
dierf, wat de enkele zonnestralen aan
kleur hadden getooverd op de eerste
voorjaarsbloemen en toch kunnen we
al niet meer opnoemen, al de planten,
die nu hun lentekileed hebben aange
trokken, al de dieren, die door bet
voorjaar zijn gewekt
De musschen zijn al heel sterk in
het absoluut negeeren vun storm vla
gen en Maartschó buien. Ze zongen
hun ochtendlied, terwijl zwarte wol
ken zich dreigend samenpakten, ze or
ganiseerden hun voor jaa rsvech t par
tijen, ook al hadden ze werk, om te
gen de windvlagen te kampen en nu
sleepen ze strookjes en veertjes naar
de openingen onder de dakpannon en
rusteloos werken ze voor het toekom
stige kroost.
Ook de vink heefi weer zijn liedje
gezongen, toen hen deze week maar
even mooi weer scheen te worden.
Aandoenlijk klinkt het gefluit van
den merel in de avondschemering;
teer zullen weldra de zachte toomjes
van den fitiszang aandoen, maar ju
belend en begeesterend, vol heerlijk
entnousiusme, klinkt de voorjaarszang
der vinkeu.
De tuin van den liefhebber van vooa-
jaurspbuiien.geelt nu bloemen in over
vloed. De arocusjas hebben het dit jaar
ai ueel slecht getroffen.
Dagen achtereen moesten ze hun
knopjes gesloten houden en heal wat
bloemen hingen ten slotte met de
kopjes omlaag, vóór de lentezon de
bijeu in de gelegenheid had gesteld,
den rijken voorraad stuifmeel te be
machtigen.
Toch weten de crocueb'.oemcai ge
duld te oei enen.
Juist omdat de gelegenheid er aco
gunstig voor was, heb ik dit jaar
eens nagegaan, hoelang de bloemen
haar afwachtende houding konden
bewaren en ik ben tol de overtuiging
gekomen, dat de natuur wel haar
gang gaat, maar dan toch met kleine
pasjes, als regen en koude regeeren,
terwijl een weinig zoel lenteweer
wonderen dcet.
Dc vlierstruiken satan klaar, om
hun tropische groeikracht te gaan
touuen. Er is opgezomelde kracht in
die stevige stammen en reeds gloeien
de knoppen. Een paar zonnestralen
er; de struiken breiden hun gebied
meters ver om zich heen uit. Krach
tige jonge takken worden naar alle
kanten uitgezonden en weldra wordt
hoi groote bloemenfeest der vlierstrui
ken vóórbereid.
Dicht in mijn buurt zijn de eksters
al een wocük lang aan het bouwen.
De staalgepantserde roofridders we
ten al van vroeger, dat hal; pieltje, dat
zii hebben gekozen, veilig is. Nie»t al
tijd bouwen ze zoo dicht bij de huizen,
als dit paartje, maar hun boog©
broedplaats is toch nog boven de da
ken verheven est niemand denkt er
aan, de vogels te verstoren.
Als na eonige weken uit de blauw
achtige, gevlokte eieren de jongen te
voorschijn zijn gekomen, heeft het ek
ster paar het druk en om de kleine
schare aan het eten te houden, moeten
er weer heel wat jonge vogeltjes het
warme nestje verwisselen voor de hon
gerige ekstermagen.
Dicht in de omgeving van ons mooie,
FEUILLETON
Vrij naar het Duitsch
van
EDWALD AUGUST KöNIG.
88)
Dood? Heb je hem soms
Still Maak geen leven, want de
muren zijn dun.
Me;, deze woorden stiet de roode
Frits de deur open, de eerste blik van
Kasebier viel op het lijk van den ou
den man, dat voor dc tafel op den
vloer lag. Op tafel stond een branden
de kaars naast een met papieren ge
vuld kistje, het raam was geopend,
terwijl de tocht het licht der kaars
deed flikkeren.
Zoo vond ik den oude, toen ik
hier binnenklom, fluisterde do roode
Frits, het rook naar buskruit in de
kamer, ik vermoed, dat hij zich zei
ven doodgeschoten heeft.
Onzin I bromde de kleermaker,
dat zai toch niemand van je willen
geiooven.
Of men het gelooft of niet, dat is
mU onverschillig, mijn hand heeft het
Ape;door,n staan nu de anemonen in
bloei.
Di Haarlem waren we jaren achter
een 200 gelukkig, als we in het BLoe-
meodanlscihe bosch enkele teere
bloempjes vonden en we er wel
bijna hij op post blijven, om toch de
woirtalBtokjes, de kleine bruine won
derdingen, die ieder jaar maar weer
de matgToane blaadjes en teere knop
jes omhoog stuurden, te beschermen.
En toch zijn de mooie anemonen in
Bloemendaal zoo goed als uitgeroeid.
Hoe anders is het hier!
Op den weg tusscben Apeldoorn au
Deventer zijn plekken, waar deze
voorjuarsbloempjes even talrijk zijn
als de grassprieten.
Ben mooie sluier wordt in dezen
tijd over den boschgrond uitgaspreid.
Met handen- en manden vol worden de
bloemen geplukt en vermindering is
niet merkbaar. Het elders zoo zeld
zame is hier even menigvuldig als de
mooie dotterbloemen in den omtrek
van Haarlem.
Met de waterviolier is het bijna het
zelfde.
Die komt om Haarlem slechts op
enkele plaatsen voor nl. op Elswout
en achter Wesfcerveld. Misschien zijn
er nog een paar bevoorrechte plekjes,
maar een mooie v ndst is het altijd
nog, die mooie luchter van teere bloe
men. die zich zoo fier boven den wa
terspiegel verheft.
Langs den zelfden weg hier, waar
ook de anemonen zoo talrijk voorko
men, zien we over ©enigen tijd heele
plekken, waar we méér violierbloe-
men dan water zien en alls we deal
kant van Dieren opgaan, zijn geheel0
Blooten met de groen© veervormige bla
deren gevuld.
Die kunnen we nieit overplanten,
tenzij we een vijver bij het huis heb
ben, maar als we wat anemoontje©
overbrengen met een weinig bosch-
grond kunnen we erop de beschaduw
de plekjes in den tuin ieder voorjaar
weer van genieten.
Enkele voorwaarden stellen deze
plantjes dus nog. Anders is het met de
scyllas. Deze mooie bolgewasjes, die
nu in den tuin kleur en leven bren
gen met hun diep blauwe bloempjes,
eischen niet het minste en geven toch
zooveel. Een paar jaar geleden zette
ik er een paar in den tuin tusscben de
struikrozen, leder voorjaar ben ik ver
geten, dat ze er zijn, maar ieder voor
jaar ook verrassen ze me met hun
rijke btoemeupraoht.
De storm en de regen der laatste we
ken hebben veel ontsierd, veel kleur,
die anders de voorjaarszon weet te
tooi-enen, hebben we moeten missen,
maar de scylla'a hebben zich aan niets
gestoord en hoe de blauwe klokjes ook
door den snerpenden wind worden ge
schud, ze wachten geduldig op het
zoele voorjaar.
II. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Marie Antoinette of créaties
Paruin.
„BeHodlte maakt schuld!'' dat heb
ondervonden, toen Mad. Charles Co
llier haar aangekondigde liederen-
avond door ongesteldheid moest uit
stellen. In mijne vorige causerie over
mode beloofde ik mijn geachte lezeres
sen mijn best te zullen doen om mij
te gaan overtuigen van de kleeding
dér diiva, waarover in de dagbladen
zooveel geschreven is en waarover in
niet gedaan!
Kasebier zag zijn makker twijfelend
aan.
Is dat de waarheid? vroeg hij.
Hoe lang sta je al buiten?
Een kwartier minstens.
Heb je dan een schot gehoord?
Neen.
Nu. dan zul je me toch zeker wel
geiooven, ging de roode Frits voort
terwijl hij het tafelkleed van de tafel
nam en het over het verstijfde ge
laat van den doode uitspreidde. Ik
ben door de brouwerij over den muur
gekomen, niemand heeft mij gezien.
Hier was alles stil en duister, ik ging
terstond aan het werk en brak de
blinden open. Alles donkerik kon
niet anders denken, dan dat de oude
iu bed lag, maar maakte in de eerste
plaats licht., want in de duisternis
weet men hier geen weg te vinden. En
toen vond ik den toestand zooals je
dien nu ziet, ik heb alles onaunge-
roord gelaten, om voor jou de deur
te openen.
t Is verschrikkelijk, zuchtte Ka
sebier.
Kom, gekheid, wanneer de gie
rigaard zich zeiven een kogel door de
hersens jaagt, dan behoeven wij ons
daar toch niets van aan te trekken.
Heeft iemand je in de steeg gezien?
Neen!
De roode Frits knielde naast don
doode neer en doorzocht zün zak-
<ie residentie met minuer gespiroken
werd!
Welnu dan, trots alle gewone en
buitenge worn© moeilijkheden, die zich
bij mij voordeden, juist door dat uit
stellen van het aangekondigde con
cert, heb ik mij„ om mijne belofte ge
stand te doen, maar óók orn mijn ei
gen nieuwsgierigheid te bevredigen,
naar de concertzaal begeven en mocht
daar de beroemde zangeres booren; en
zien in Marie-Anr.odnette-k:ceaing, tip
top in stijl! Zelfs de wit gemeierde
pruik en de sierlijke waaier, die zij
tusschen de verschillende zangnum
mers in gracieusolijk hanteerde, ont
braken niet aan haar toilet.
Ik zal trachten dat toilet zoo nauw
kcivrig mogelijk te beschrijven.
Het was vervaardigd van licht blau
we tafzijde. Het gladde lijfje, dat,van
achteren rond en van voren vierkant
was uitgesneden, vertóonde ten vestje
dat puntig in de taille uitliep van
roomkleurige, antieke kant met schit
terende steentjes benaaid. De gladde,
nauwe mouwen reikiten tot aan den
e'boog en waren daar met denzelfden
kant uls hel vestje afgewerkt en tus
schen den kant was een allerliefst
ernpine-kransjo aangebracht van ros©
en blauw satijnen roosjes. De rok.
die zeer ruim en van achteren met
breed© plooien aon een band genaaid
was, opende zich in het voo'rmidden.
In de taille smal, en naar onderen
breeder weggesneden, vertoonde zich
een tablier of onder'rck van demolMen
prachitigen kant als het vestje, doch
gewerkt op rose .sail ij,u, waardoor de
kant dos te méér tot haar recht kwam.
De zijkannen van den weggeslagen
bia-uwe ta fa ij den rok, waren met een
drie c.M. breeden platte ptissé of dof
je afgewerkt; hier en daar onderbro
ken door empire-kransjes, waarvan ik
reeds bij dc beschrijving der mouwen
melding maakte Van hetzelfde dofje
of plooisel waren langs den rèkrand-
groote cirkelvormige figuren aange
bracht, waardoor de plooien van ilcn
ruimen rok, die niet sleepte, doch
slechts den grond raakte, nog meer uit
stonden. De weggeslagen voorbaan
van den rok vormde tevens de panters,
terwijl de scheiding van rok en taille
bedekt was door een bijzonder smal
zwart fluweelen Kot, dat in het voor
midden in een klein strikje eindigde
met een diamanten gespje als ©ver
knoop! Lange diamanten oorbellen,
een fijne lialsketting mei kostbaren
breloque. mooie a-rmbandtn en vinger
ringen. en het kokette erapïre-kransje
vóór in de pruik voltooiden 't smaak
volle, kostbare toiet, zooals hel onder
het ancien régime gedragen werd;
doch dat geen genade meer vindt in
onze oogeu en dat zich wèl beschouwd,
ook ndet meer kan aanpassen aan on
zen tijd!
En als ik nu eerlijk moet zijn, dan
kon mij dat toilet evenmin bekoren cis
de hyper-modem© van onzen tijd. Of
het deze Ganadeeeche vrouw niet flat
teerde, durf ik niet beweren maa'r mij
viel liet tegen. Ik vind voor de witte
pruik al evenmin iets te zeggen als
voor de roode, blauwe en groene mon
sters, die men op het oogeu blik lan
ceert.
De pruik is noodig voor het tooneel
en verder voor haar, dde door een of
andere ziekte te vroeg van haar na
tuurlijken haardos beroofd is. Maar
waarom moes en wij onze natuurlijke
haren gaan verstoppen onder zoon
product van kapperskunst, dat het
hoofd een abnormale afmeting geeft?
Ik kan me niet voorstellen, dat de
ken; gelijk hij verwacht had, vond hij
daarin dc sleutels van de geldkist.
Wij hebben tijd genoeg, zeïde hij,
overhaasten wij ons daarom niet. Heb
je een zak meegebracht?
De kleermaker kon zijn ontsteltenis
nog maar steeds niet overwinnen, hij
opende haastig zijn mantel en wierp
den zak op tafel.
Moet ik hier blijven? vroeg hij
op heeschen toon.
Zooals jc wilt, noodig ben je
hier niet!
Laat mij dan gaan, de lucht
drukt hier op mii als lood!
Ga. voor mijn part! spotte de
roode Frits, die thans met de sleutels
in de hand voor de ijzeren kist stond.
Houd huiten goed de wacht en geef
mij een teeken, wanneer er mij ge
vaar mocht dreigen.
Hoe kan ik dat doen?
Heb je je signaalfluitje dan niet
hij je?
Wanneer ik het gebruikte, zou ik
daarmede mijn kameraden roepen.
Zoo, denk er dan eens over na,
hoe je het aan zult leggen, ik ver
lang, dat je goed de wacht houdt.
Wanneer ik hier klaar ben, ga ik
naar jc vrouw, en morgen ben ik ver
van hier.
Maar eerlijk deelen, hoorl
Ileb maar geen angst het slot
schijnt verstopt. De sleutel grijpt niet.
Dat zou ook wat moois zijn, wanneer
moderne vrouw zich tot zui.ke smake
tooze onzin zou lanen verleiden. Oriz©
kupseL die de laatste maanden klei
ner en natuurlijker waren geworden
flatteerden de meeste vrouwen en
meisjes en daar de kleine, lioed nog
steeds „en vogue'' is; viind ik geen re
den om hierin verandering te brengen.
En wat nu de toiletten betref;-, die in
den a.s. zomer gedragen zullen wor
den," is bet welslagen daarvan geheel
afhankelijk van den persoonlijken
smaak der draogsiers. Zoodra de da
mes zelfkennis genoeg bezitten om te
kunnen oordeelen of een modett baar
al of met flatteen; en in liet laatste
geval aoo'n model niet accepteeren,
tenzij hel voor haar figuur gew ijzigd
wordt, dan zal de mode reeds veel
minder aanstoot geven. Het spreekt
toch vanzelf dat een gezette dame gieen
confectie-rok kan dragen, die op een
normaaj mannequin vervaardigd
werd. Evenzoo is het met de tailles,
waarvan de overdreven kimonomou
wen aan zwemvliezen doen denken.
Dezer dagen zag ik een drietal créa
ties van P&quin en Worms, die door
een slanke, gracieuse vrouw gedragen
werden en die inderdaad zeldzaam
mooi waren. Die vrouw was echter
eene kunstenares, die het niet aan
persoonlijken smaak ontbreekt en die
geen genoegen had genomen met de
onmogelijk wijde tailles en armgaten;
ze droeg gekruiste tailles met norma
le armgoien en mouwen die bijna ie
dere vrouw flalteeren, De eenige be
denking, die ik tegen haar toiletten
had, was de sleep. Zoolang de rokken
niet wijder gesneden worden, moeien
we de sleepjapon afschaffen, daar het
onmogelijk is dat die behoorlijk kan
vallen en een éleganten indruk ma
ken, zelfs niet bij den meest bestudeer
den gang.
MARIE VAN AMSTEL.
S dutten op aarde.
(Naar het Engelsch).
Liza wandelde door de Hoogstraat
langs de helder verlichte winkels
Eindelijk bleef zij staan, keek begee-
rïg naar de étalage van mooie hoe
den in de Bon Marché, en zocht met
de 00zon een hoed, die wat achteraf
stond.
H ij is er nog mompelde Liza
met schitterende oogen voor zich
heen. En de volgende week heb ik
genoeg opgespaard om hem te koo-
pen.
Toch was f 3.90 heel wat geld voor
een tweede meisje in een pension, «Jet
maar zestig cent per week kon over
leggen voor zoo'n weelde-artikel.
Op dit oogenblik keek zij verrast op,
nu zij haar eigen naam hoorde uit
spreken. Een groote jongen, die nog
grootcr leek nu hij naast de kleine
Liza kwam staan, keek glimlachend
op haar neer.
Ik keek naar je uit, bekende
hij, en dacht wel, dat ik je niet ver
van den dameshoedenwinkel zou vin
don. Ik geloof eigenlijk, dat je een
klein ijdeltuitje bent, Liza
Het kleine ding aarzelde een oogen
blik, zich afvragend, of het verstan
dig zou zijn haar groot geheim toe te
vertrouwen aan den knappen jongen,1
dien zij zoozeer bewonderde. Einde
lijk w ees zij hom op den bruinen vil
ten hoed met witte veeren.
Zie je dien hoed daar fluis
terde zij. Nu, als hij niet verkocht
wordt, dan ga ik hem a.s. Zaterdag
koopen.
Tom Fratton keek naar den hoed en
glimlachte.
Ik begrijp zooiets niet. maar,
ik den ganschen nacht hier moest
werken.
Khsebier luisterde niet meer naar
hem, zijn blik was op het levenlooze
lichaam gevallen, dat onder hel kleed
nog afgrijselijker scheen, huiverend
wendde hij zich af en ging de deur
uit.
Het was nog steeds stil en eenzaam
in de steeg, toen Kasebier hel huis
verliet, doch nauwelijks had hij den
dichtstbijzijnden hoek bereikt, of hij
vernam luide stemmen en haastige
schreden. IIij zag in het schijnsel der
lantaarns helmen blinken, duidelijk
kon hij de stem onderscheiden van
den politiecommissaris zijner wijk
ontsteld bleef hij staan, maar in dat
oogenblik van naderend gevaar kreeg
hij ook zijn volle tegenwoordigheid
van geest terug.
Hebt ge niets verdachts gezien
tfanoord i'1 deze steeg? vroeg de
commissaris, terwijl zijn onderge
schikten haastig doorliepen.
Niots, antwoordde Kasebier met
schijnbaar gelaten kalmte.
Gij kent het huis van den uit
drager Sirnon?
Van aanzien, natuurlijk.
Hebt ge daarin dan geen gc-
druisch gehoord?
Neen, ik heb er trouwens ook
geen acht op geslagen, antwoordde
de kleermaker, terwijl hij haastig en
ongemerkt liet signaalfluitje aan do
maar, natuurlijk is hij heel mooi -
zei hij. En zelfs ui verkochten zij
dezen, dan zullen zij er nog wei i,-er
van dat soort in den winkel hebber..
Ik zal eclit trotsch op je zijn, Liza als
wij a.s. Zondag samen gaan wande
len.
Hij sprak op sellertsenJen toen, n
't geheel niet bevroedend met nueveel
ernst Liza naur zijn woorden luister
de. Zij vroeg zich af of hij he' werke
lijk zou ïneenen, dut hij trótse L> .ip
haar zou zijn. E11 nadat zij dien
avond samen gewandeld hadden, eu
zij op haar zolderkamei tje ui hei
pension was teruggekeerd, overdacht
zij telkens en telkens .veer in haar
geest zijn gezegde.
Hij zal trotsch op rnij zijn, als ik
dien triooien nieuwen hoed met de
groote, mooie veeren op heb 1 - - zei ze
in zichzelf. Hij schamnt zich zeker
een beetje over mij als hij rne not .i.en
0 uiten zwart-strooien hoea ziet dien
ik al gedragen heb zoolang ik hem
ken 1
loen Liza op Maandagmorgen met
een kolenemmer in de hand langs de
deur van de tweeue ve; dieping u het
pension liep, werd zi, door de Smalle
re jonge weduwe, die daar on le,
binnen geroepen.
Liza, zei de weduwe. ik h. b
vanmorgen goed nieuws gehjeni. Ik
heb eindelijk werk gekregen iu een
groot warenhuis.
Wel, dat is heerlijk, zei Liza
op warmen toon. Is u niet blij
Natuurlijk ben ik blij. art-
woordde ao jonge vrouw. Maar ik
zal lederen avond tot acht uur weg
blijven en mijn klein dochtertje Tols
moet om zeven uur naar bod. Wil Jij
ij een pleizier doen, Liza Wil ie
iedereu avond om zeven uur hier ko
men, Tets haar gebeden laten opzeg
gen, en zorgen dut zij op tijd iu led
komt
Wel natuurlijk, wil ik dat' ant
woordde do kleine dienst! ode. t-n
ik zal mijn best loen, op liuar 1e pus
sen als zij uit de schooi is thuis geko
men en u nog niet terug is, zoo n lieve,
kleine meid 1
Zoo zorgde Liza op M3aiulng- en
Dinsdagavond voor liet av-.-udeteti van
de vijfjarige Tots, liet haar heur een
voudige gebeden opzeggm en zorgde,
dat zij goed en wel 111 bed kwam.
oeiisuagavond was Liza weer op
haar post op de tweede verdieping en
Tots knielde neer rne'. haar klem
Doolojo begraven iu Drza's school, om
haar avonageoedje op te zeggen.
Nu waren de gebeden opgezegd en
de twee groote, o(auwe ougen keken
onderzoekend naar Lizi op.
Liza, zei de kleme lots, ik
mag toch zeker wel bidden om het
geen ik graag zou willvu nebben?
Wel natuurlijk, Hef kind I zei
Liza.
Ik zou wel eens een ibecl heele-
maal op mijn eigen manier w'Hen op
zeggen, fluisterde het kind. Liza,
hadt je popjien, toen je zjo oud was
ais ik nu
Ja, lieve meid. Tiwe of dr-e.
Ik heb nooit een pop get ad
zei hot kind. Moesje neef-, er wel
eens een voor mij gemaakt var. oude
lappen, en zij toekende het gezicht op
liet katoen maar de ir»st Dop dooi
en toen icon je de pop met meer kus
sen, omdat haar mond .iet te vinden
was. O, Liza, ik zou zoo giaag zei; een
pop willcii hebben Ik heb er een ge
zien in den winkel van Green met
goudblond haai' en blauwe oogen, en
zij sloot de oogen als zij word neerge
legd. Ik ga om die pop bidden, L-iza.
Maar, kindje, dat kun jc niet
dat moet je niet doen, ik bedoel,
wat geeft het, om een pop te bidden,
die jo toch niet kunt krijgen 1 sta
melde Liza.
Maar Tots was al bezig haar ge
bedje op te zeggen voor «te pop, die
voor het venster in den winkel van
lippen zette. Een oogenblik later
weerklonk een schril, door merg en
been dringend gefluit.
Wat voert ge u:t? stoof de com
missaris op, waarom fluit ge?
Ik roep mijn kameraden, want
uit uwe vragen bemerk ik, dat wij
hulp noodig hebben
Wij zijn sterk genoeg, handel
niet eigenmachtig en wacht mijn be
velen af.
Zij hadden thans het huis van Si
mon bereikt, de agenten stonden aan
de deur en klopten, doch van bin
nen ontvingen zij geen anïwoord.
Wachten wij! zei de commissa
ris. de inbreker is langs de plaatszij
de naar binnen gekomen, onze mau-
uen, d.e door de brouwerij in huis
dringen, zullen het wel met hem
klaarspelen en ons de deur openen.
ïvasebier was hevig geschrokken,
thans wist hijdat de roode Frits ver
loren was, wanneer het hern niet ge
lukte om over de daken te vluchten.
En hij zelf moest deelnemen aan de
arrestatie van zijn makker, hij mocht
zich daaraan niet onttrekken, wan
neer hij geen verdenking op zich wil
de laden. Iu het huis hoorde men
thans luide stemmen, en een oogen
blik later werd de deur geopend, aan
het hoofd zijner manschappen storm- i
de de commissaris naar binnen. De j
roode Frits was reeds aan de handen i
geboeid, met een onbeschaamden blik1
Green lag. Nu keek zij op eu vroeg
eenvoudig, met een vertrouwen, dat
Liza innig trof
Wanneer zou ik de pop krijgen,
Liza
Liza schudde het hoofd.
Ik hoop. dat het niet lang zal
duren. zei Tots, omdat ik zoo
alleen ben zonder pop en ik zou er
zoo graag een hebben om te vertroete
len en lieer te leggen, zoodat zij de
oogen sluit, het haar te kammen eu
dio aardige blauwe kousen aan en uit
te trekken Zeg als 't u blieft, dat zij
gauw komt, Liza 1
Maar Liza had zich voorover gebo
gen om do kleine een kus te geven.
Juist op dat oogenblik klonk van be
neden de scherpe stem van mevrouw
Liza, hoe lang ben je van plan
daar te blijven Als je niet binnen
twee minuten in de keuken terug
bent, kun je wel voor altijd heen-
Saan
Liza zuchtte en ging haastig heen,
Ja mevrouw, ik kom alriep
zij.
.•iaar zij dacht lieuscii niet aan me
vrouw, toen zij de trap afsnelue naar
het sombere Keukentje. Zij uacht aan
de kleine lots wiei armen nu stijf
gesloten waren over haar kinder
borstje, alsof zij ue pop met het goud
blonde haar en de groote b!auw<
oogen al in haar armen wiegde.
Den volgenden dag, toen L-.m. naac
tig door de stad liep 0111 een boodschap
te doen, bleef zij even voor het ven
ster van Green staan en zocht haastig
de pop uit, waar Tots zoo naar ver
langde; maar do prijs was drie gul
den en Liza liep door, overtuigd dat
het voor lots' moeuer onuiog-ilijk was
zulk kostbaar sjiedgoed voor naar
kleine meid te koopen.
Denzelfdon avona, toen Ltza weer in
de stad liep bleef zij voor de Bon
Marché staan, 0111 zich to overtuigen,
dat de bruin-vilten hoed nog altijd op
zijn oude plaatsje lag. Tot haar schrik
stond hij niet meer op zijn standaard,
maar toen zij haastig naar binnen
ging om daarvan de reden te verne
men, werd de prachthoed haar veilig
en w el in een lade getoond.
Wil u hem misschien eens pas
sen juffrouw vroeg de 111 't zwarf
gekleed© i la rne op vrie idelijkeu toon.
ik kan hem eigenlijk pas Zater
dag komen koopen, wanneer ik mijn
geld krijg, bekende Liza. Maar,
als u er niets tegen heeft, dat ik hem
eens voor den spiegel opzet, dan zou
mij dat veel pleizier doen.
Bijna bevend van verrukking trok
de kleine dienstbode haar hoedepen-
nen uit den zwarten stroohoed, en
een oogenhlik later had de modiste
den mooien vilten hoed met*witte vee
ren op i.ei dOiitterkikkige hoofd van
Liza gezet.
Lizu vs as hevig verbaasd toen zij in
deu spiegel Keek Voor liet eerst van
haar loven begon zij te denken, dat
zij er aardig uitzag.
Hij staat u werkelijk bijzonder
goed, juffrouw, drong de modiste
aan. Zou u heni niet liever van
avond nemen?
Ik heb hot geld nog niet, anders
zou ik hem nu wel nemen, ant
woordde Liza. Maar dank u voor de
moeite om hem inij te laten passen.
Goedenavond
Zij bleel even stilstaan 0111 wat mei
Tom te praten, dien zij toevallig aan
het eind van de straat ontmoette.
Dus a.s. Zondag ga je met mij uit,
niet, Liza? herinnerde hij baar,
toen zij afscheid namen.
Ja, natuurlijk zei Liza.
En, voegde zij er vroolijk aan toe,
ik wed, dat je mij mot uien nieu
wen hoed nauwelijks zult kennen
Maar dien avond, toen Tots weer
haar gebedje opzei voor die pop in
den winkel van Green, zag Liza, hoe
het kleine gezichtje steeds peinzender
werd en hoe de roode lipjes begonnen
te beven.
stond hij tusschen de agenten, die zijn
armen stevig omvat hielden.
Diefstal met moord, zei een der
beambten, toen zijn chef binnentrad.
De oude Simon lig: hier doodgescho
ten, wij vonden den moordenaar met
de sleutels in dc hand voor de geld
kist.
De commissaris was naar den ge
boeid© toegetreden, nadat hij een
snellen, onderzoekenden blik op het
bjk had geworpen.
Ha, ben jij het, Frits Biurn?
vroeg hij. Eindelijk hebben we je dan
toch eens op heeterdaad betrapt De
stad zal nu voor langen tijd rust van
je hebben.
De roode Frits haalde geringschat-
end de schouders op. zijn blik gleed
vorschend langs het bleeke gelaat
van Kasebier, die op den drempel der
kamer stond.
Do schijn getuigt tegen mij, zei
hij. Dé inbraak ontken ik niet, maar
een moord heb ik niet begaan. Si
mon heeft zich zeiven hel leven be
nomen, ik vond hem hier dood op deu
grond liggen, toen ik de kamer bin
nenkwam.
(Wordt vervolgd).