nnn.l;<\ Lef en kloln, cn groote res- gaf zich toen met vasten tred naar' zijn edhlgenoote -waren van de partij,
brmne oogcn had ze ook Moest een haar commensaal. Toe schenk me eens in! riep de
onbekende kwibus nu zijn aandacht Deze heer was juist van plan, zich heer Swert den knecht toe, die mei
hierop vestigen! te gaan scheren! Maar voordat hij witgaren handschoenen bed:ende
n het oogenblik of dat de, voor haar energiek kloppen had kunnen Voorzichtigl liet hij er volmaakt ou-
vrouwen schuwe, ontvanger zich van beantwoorden met een verzoek om noodig op volgen; want de witge-
doze feüen bewust geworden was, niet binnen te komen, 6tond de re- handschoende was voor zijn taak be-
word hij opeens smoorlijk verliefd op solute vrouw al midden in de kamer, rekend.
de bekoorlijke weduwe en hij besloot Verschrikt was hij opgerezen en 't Zou jammer zijn als er een
onverwijld met geen enkel woord de scheerkwast vloog in een hoek. druppel van den wijn verloren gingi
dat ie doen blijken Pardon, mevrouw Lucius ik voegde hij zijn overbuur aan tafel toe,
Zij zou me uitlachen, wellicht wist niet vergeef mij ik W'lde ExquisLet! sprak deze, met glim-
boos worden; misschien mij de huur mij juist gaan scheren6tamclde lachend vollemaansgezicht. Onze
opzeggen 1 dacht hij. hij verlegen. vriend heeft verstand van een glas
Doch hoewel hij zich vast voornam, Mevrouw Lucius, die met het oog goeden wijn. Prositl Lang zal hij le-
r. n nieuwe gevoelens voor mevrouw op het voorgenomen onderhoud een ven! Heden op zijn verjaardag
Lucius in de diepste diepte van zijn zeer waardige houding had aangeno- Stil; wil jij een toost slaan! Zie
har! te beer ra ven. onderging toch zijn men, moest, onwillekeurig toch la- je dan niet, hoe ginds de majoor al de
houd'ng tegenover haar een voor hem chen. Maar zij bedwong zich zoo goed hand uitstrekt naar zijn mes om het
onmerkbare, nochtans duidelijke ver- het kon en gaf op ernstigen toon ten woord te vragen? Zoo dadelijk zul aij
andering. antwoord- van wal steeken.
Terwijl hij vroeger op den toon van Wat ik met u te bespreken heb, Werkelijk weerklonk nu het omi-
een veeljarigen vriend tot haar ge- meneer Jochem, is oneindig veel ge- neuze tikje tegen het glas.
sproken had. werd zijn manier »an wichtiger dan uw scheren. Mijn doch- Er was zoo onmiddellijk nog geen
spreken thans een weinig gedwongen, ter bemint ul stilte. He majoor het zijn knevel üour
vaak onverklaarbaar. De heer Jochem verstond niet goed. de vingers glijden, w.erp daarna een
Vreemd was het, maar de weduwe j Wat doet ze? vroeg hij verbaasd, blik op zijn oifer, den heer des iiui-
zelve scheen hiervan niets te bespeu- i Mijn kind bemint ul herhaalde zes, die in stille afwachting daar zat
ren. mevrouw Lucius. als een lam, en wilde ju.st aanheffen
Te meer viel het Karlientje op, en Waarlijk? Dat doet me pleizierl daar hief zijn vrouw, die toevallig
daar zij vermoedde dat den heer Jo- verzekerde hij gevleid En zoo onge- tegenover hem zat, zioh een weinig
chcm een verborgen leed folterde, was vaarlijk keek hij haar daarbij aan, van haar zetel op en vroeg zacnt, als
zü dubbel vriendelijk tegen hem. dat de weduwe hel liefst hem dadelijk door een onverwacht opkomende, 011-
Hü. die in tegenwoordigheid van de om den hals gevallen was, Daar zij rustige gedachte bevangen:
moeder ternauwernood waagde adem z.ch echter had voorgenomen om hem Egbertus, zou de oppasser de
te halen, herademde n gezelschap eens een lesje te geven, bedwong zij lamp wel hebben uitgedaan?
van liet dochtertje en soms dacht bij aanvechting en vroeg hem af, op Algemeene verbazing,
in stilte, dat hij dit jonge hart ol- ieder woord bijzonder drukkende: De majoor, zeer ontstemd, gaf haar
licht nog eer week zou kunnen na- Wanneer wenscht u, dat de ver- een wenk, weder plaats te nemen en
ken, dan dat van de ongenaakbare loving publiek gemaakt wordt? j trachtte niet zonder moeite zijn erger
moeder I Welke^verloving, mevrouw? I nis te verhelen hij was uit de stern-
Mocht het waarlijk hem gelukken, Wel, die van u en mijn dochter ming! En evenzeer was dit met de
Karlientje iels voor hem te doen ge- Caroline natuurlijk. dischgenoolen het geval. Hoe pro
voelen, dan was dit eerstens een be- Nu was het aan Jochem, om de zaïsch dat intermezzo
wijs, dat hij nog wat waard was; ten vermeende naïveteit der goede vrouw Hij had nu eenmaal het woord ge-
tweede belette hem dan niets, om le glimlachen. vraagd. Maar hij kon de woorden
daarna z ch voor de moeder te inte- kloe komt u op het idee, me- niet meer vinden; hij was afgeleid,
resseeren 't Was in elk geval te be- vrouw Lucius? Ik trouwen niet dat Het was, als had zijn vrouw hem aan-
kindgestoken als zweefden zijn gedac'h-
Hierop was het, dat zij had ge- ten evenzeer nu naar de nog bran-
wacht. Onverwijld deed ze, als ver- dende petroleumlamp. Toch kwam hij
ontwaardigd, een stap terug zoo- zonder halsbreken tot den reluk-
als in de coinedie en nam de pose wenscli aan den jarige En de aanwe-
haar kind ge zigen stemden des te luider met den
heildronk in, als gevoelden zij
proeven dacht hij.
Een wonderlijke gedachtengang.
Zoo gezegd, zoo gedaan
Weldra kon 't me sje zijn kleine at
tenties niet meer ontgaan. Hij bracht
haar bloemen, bood haar plaatsen in eener .n de eer
den schouwburg aan en noemde hear krenkte moeder
meer Karlientje. maar „Leve Ca-
roline" ten slotte werd het de arme
klo-rte minder behaaeliik te moede
Zoo stnndpn de zaken, toen zün
jonge vriend Reuder, een der weini
gen met w.e hij omging, bij hem op
liep; juist toen Caroline even in de
kamer was. Zij wilde dadelijk zich te
rugtrekken maar Jochem, die weer
wat kleine attent.es voor haar had,
verhinderde haar daarin.
Eerst moet ge mij vergunnen,
dat ik u dit doosje bonbons aanbied,
lispte hij teeder haar toe. En hier zijn
twee stalles voor van avond En hij
v.erp haar een blik toe, die den ander
niet ontging en verbaasd, haast ver
rast, bleef diens blik op het meisjes
gelaat van Karlientje rusten.
Is dat mogelijk? schenen zijn oo-
gen te vragen.
Caroline, hoe onschuldig ze ook aan
't geval was, gevoelde toch onwille
keurig het jammerlijke van de haar
opgedrongen rol; zij kreeg een hevige
kleur en na een paar woorden van
dank maakte ze zoo spoedig mogelijk
dat ze wegkwam
Ergernis en schaamte deden haar,
in lieur kamertje gekomen, in tranen
uitbarsten.
Wat moet meneer Reuder wel
van mij denken! dacht zij diep be
droefd
De heeren begonnen nu, zoodra ze
alleen waren, ongegeneerd samen te
spreken.
Hoe, mijnheer! Nadat u het hart verneugd de feestredenaar moest zijn,
van mijn k.nd van mij ontroofd heeft, dat hij zijn speech vole.nd had. Er
weigert u mij de eenigst mogelijke werd geklonken en gedronken, zoo
genoegdoening 1 riep zij pathetisch als dat gebruikelijk is.
uit. Toen nam alles weer plaats en
De heer Jochem werd krijtwit. trachtte met het opnieuw gezellig te
Thans eerst meende hij de zwaarte maken. Doch het wilde zoo goed niet
van zijn wandaad te beseffen. En meer gelukken; onwillekeurig zag
met den moed der vertwijfeling werd men steelsgewijze naar den majoor,
nu berouwvol door hem verteld, dat d.e nu zwijgend daar zat, met den
hij niet Carolientje, doch haar, de blik strak op zijn bord gericht. Hij
moeder, boven alles liefhad, en dat hij had genoopt, een van zijn gewone tri
levenslang diep rampzalig zou zijn, umfen te vieren, en moest nu waariie-
nu hij het kind hierdoor had gebracht men, dat de barometer der gezellig-
tot verwachtingen, die niet konden held, die zooeven nog op ,,mooi weer'
verwezenlijkt worden. stond, op „veranderlijk" wees en bij
Nu eindelijk zegevierde mevrouw zijn vrouw, naar w.e hij toevallig om-
Lucius' medelijden over haar vrouwe- zag, zelfs zoo iets van „storm' te le
lijke boosheid en zij bekende aan zen. De stilte, die hij zooeven moest
den diepgekrenkten man, hoe de zaak afdwingen, trad nu op onaangename
in werkelijkheid zich toedroeg: name- wijze vanzelve in en toen hij over de
lijk dat Karlientje niet hèm, maarden tafel heen aan zijn vrouw vroeg-
jongen Reuder l.efhad. Wat wou je toch met die lamp?
Maar waarom het kind in dien zweeg, alles weder en dus waren
waan gebracht? met deze logische
vraag besloot zij haar relaas.
Ik ik wist niet, hoe het aan
te leggen ik durfde niet ik vond u
zoo ongenaakbaarliet was een
soort proefles! flapte hij nu uit.
Ah zooMoest mijn dochtertje
daürvoor dienen I
Zoo smeekend zag hij haar aan, dat
zij vervolgde
minder gewenschte toehoorders van
het echtelijk d.scours.
Wie weet of de oppasser de lamp
wel heeft uitgedaan, zooals ik hem op
het hart gedrukt heb!
Nu, wat zou dat?
Maar je weet toch, dat onze Frits
met dat licht niet slapen kan Hoe
licht kan hij beproefd hebben zelf de
lamp uit te doen en haar hebben
Nu, als ge een handje helpt, om geworpen? Ze kan dan ontploft zijn
die twee tot elkaar te brengen, dan is
alles je vergeven en ik huw je op
den koop toet beloofde zij hem. En jgn ,j00j. j:e woorden
en w.e weet wat nog meer!
De majoor was nu blijkbaar getrof-
- Tn"h™arTSrt5ioi)als da moeder. {M»» S£jSS/TiJf!S'jr W-
Je schijnt veel van haar te hou
den.
Niet te verwonderen!
Terugkeerende, bleef het meisje,
dit de stemmen hoorde, onwillekeu
rig even luisteren en zij v.ng slechts
enkele woorden op: „de moeder zeer
terughoudend„ik ben al mei zoo
heel jong meer", en „Carlientje als
proef!"
En nu hooide zij Reuder luid la-
i buiten zichzelve keerde
geestclrifl.g nep zij uit
Hij moet en zal liet meisje ne
men al moest ik ze eigenhandig
naar bet Raadhuis sleepen 1
De Petroleumlamp.
an grillen, was hij toch onder
den indruk geraakt van die eventua
liteit, en in plaats van zijn vrouw
door zijn manhaft woord gerust te
stellen, werd hij onrustig, keek op
zijn horloge en sprak van „naar huis
gaan". Alles protesteerde, en in de
eerste plaats de gastheer en diens
gade-trachtten hem dit uit het hoofd
te praten.
majoor liet zioh overhalen
Kaarden, de oude grijze veste, is maar als een Alp drukte het onwille-
een garnizoensplaats; minder ge- keurig op het straks nog zoo onge-
'ug naar haar kaïner. Toen besloot W1icii a| jS ge nabijheid van de hoofu- wekt gezelschap. De, knecht intus-
ij, een poging aan te wenden om 6iag'een verzachtende omstandigheid schen diende onvervaard rond en was
voor den getrouwden offic.er, die er de c-cnige, die zich van de zaak me-
eenige jaren van zijn leven moet dooi- mendal aantrok.
brengen. Eigenlijk hebben we den te- De majoor bleef stil voor zich uii-
genzin van velen niet kunnen ver- kijken, trommelde met zijn vingers dc
klaren, waar in de onmiddellijke nabij reveille en kon zijn onrust maar met
heid schoone omstreken zijn in den bedwingen.
laatsten tijd zoo gemakkelijk bereik- Met zijn vrouw was het nog erger
tot een verklaring te komen
wachtte kalm af, tot de bezoeker zou
vertrekken, en in de gang trad zij
bem tegemoet, toen hij van zijn
vriend afscheid genomen had en wil
de heengaan.
Een enkel woordje, meneer Reu
der, stamelde zij. U was bij den lieer
Jochem. U weet alles Zeg mij, wat
dien man bezielt, anders moet ik alies
aan mijn moeder zeggen.
Eerst een weinig onthutst door die
Maar ook al de ongehuwde officie
ren hadden er nu eenmaal iets te
gen, binnen het stadje, in vesting
werken gekneld, te wonen en hun
gesteldzorg deed haar het voor
hoofd rimpelen. Men trachtte haar ge
rust te stellen.
Frits is toch al negen jaar, niet?
En hij is zoo onhandig nietl sprak de
overvalling, herstelde de jonge man middagmaal te gebruiken in een bom- gastvrouw, het lange zwijgen ver-
zich snel en liei zich nu meetroonen vrije kazerne. Bij voorkeur vestigden brekende.
naar de huiskamer, waar niemand <]e gehuwden zich dan ook in het na- Maar de lamp staat in de andere
zich bevond. En nu vertelde hij dra, bunge Bussum, zoodat voor den ofll- kamer, antwoordde de majoorsvrouw,
niet langer bestand tegen den .aan- cier jijaarcien en Bussum als bet ware Frits is gewoon, dat ik haar kom uit-
i waren zooals ook het spoorweg- doen en als de oppasser het vergeten
dram
het opgewonden mesje,
't niets le beduiden hadzijn bestuur dit'opvatte.
vriend had een innige genegenheid
voor haar moeder opgevat en, daar
hij niet den moed had, zich te decla-
reeren had hij eerst eens bij haar,
de dochter, willen beproeven of hij tot
een liefdesverklaring zou kunnen ko-
heeft, komt bet kind slaapdronken
Karlientje was sprakeloos. Voor
zoo mal had zij den ernstigen t
mensaal niet gehouden, Toch was liet
of zij" van een zwaren druk verlost
was en zoo vriendelijk zag zij den
jonkman m de oogen, dat hem hooren
en zien verging.
Toch waren er officiersfamilies, die uit zijn bed en dan.
te Maarden verblijf hielden, en de Maai waarom zou die man dat
vroede vaderen van hel stadje zagen vergeten hebben? vleide een bas op
dit gaarne en herhaaldelijk traciuien zijn weeksten toon.
zij den minister van oorlog te bevve- Omdat de slungel verliefd is!
gen om dit voor de officieren van bel barstte de majoor uit.
garnizoen verplicht te stelleD, waarop o, danriep een bakvischje
maar zeiden werd ingegaan. uit, maar hield subiet den mond
Gekneld in de foruficatiewerken, Maar dan is er de meid nog!
gebreideld door „verboden kringen", sprak kalmeerend de jubilaris in ei-
ma van uitbreidmg geen sprake en gen persoon.
i het gebrek aan geschikte woningen De meid die is, als zij maar
iet zoo gemakkelijk te voorzien; ter- even de kans schoon ziet, de deur uit!
wijl bet lachende Bussum naar harte- Weder drukte zwijgen de gemoe-
Zeer verheugd, dat zij hem tot lust zich u.tbreidde. Vooral zij, die de deren Tegenover zóóveel verzwaren-
spreken genoopt had, liet zij hem uit middelen hadden om aldaar n uioole de omstandigheden Alleen de
en bloosde niet, toen hij haar bij villa te huren, prefereerden dus bet bas vond bet nu toch tijd, het gesprek
het afscheid nemen aanzag met een dorp boven 't stadje, waar trouwens weer aan den gang te brengen en
blik, ganech anders dan die van den eigenaardige toestanden beerschten. vervolgde het afgebroken discours
gewaagde proeven nemenden, doch Zoo is gasverlichting daar een on- met zijn naasten buurman, en de
baar volmaakt onverschilligen onl- gekende weelde gebleven. Straten en overbuur van den gastheer roemde
vanger. huizen waren met petroleum verlicht, nog eens 't wijntje, om toch maar wat
En zoodra zij met haar moeder al- wat welhaast nergens in het lieve va- te zeggen, en als de slak na den regen
leen was, stelde zij haar op de hoogte, derlarid meer liet geval was, en van kroop de een na den ander uit zijl
Verbeeld u, niet mij, maar u wil de petroleumverlichting sprong men, schulp en de knecht met de witte ga-
hlj hebben en hij durft het u niet zeg- met edelen zwier, over naar het elee-
gen! Nu. ik zou dan ook hartelijk voor triscli licht.
hem bedanken; als de andere die Wat hier nu volgt dateert uit de
aardolieperiode.
Het laat zich hooren, dat de offi
cieren uit Naaiden met die te Bussum
converseerden en evenzeer met de no-
tabelen aldaar en zoo was majoor
doodelijkcn schrik op het lijf nad Kampers op zeer aangenamer, voet
gejaagd, dat moest zij hein toch eens met de familie Swert op „Lindenhoe-
doi-n gevoelen I ve".
Zij maakte alzoo, snel besloten, De heer des huizes vierde zijn jaar- en hij beantwoordde den dronk, op
wat tollet, vergat ook niet een roos in feest en had eenige gasten aan een hem uitgebracht. Welbespraakt als
baar p„raclug" Jiaar testeken en be- souper yerecnigd; ook de majoor en hij was, ging dat vlot genoeg en hij
besloot met een geestige zinspeling
op den ongemotiveerden angst van
zijn lieve gasten u.t Kaarden en de
hoop, die hij koesterde, dat de
lamp nog gezellig zou branden als ze
thuis kwamenhet ergste wat er.
volgens 'hein, kon gebeuren, wanneer
de „landsverdediger" zijn plicht had
verzaakt en de petroleumlamp had la
ten branden.
De bedoeling van den jovialeri gast-
beer was opperbest geweest maar
nu was het discours weer op de lamp
gebracht.
Of ze groot was? bracht zijn gade
schuchter in het midden.
Neen; van gemiddelde grootte.
Of ze al eens meer was omge
vallen?
Neen, gelukkig nog niet.
Nu, dan zou ze vanzelf wel uit
branden.
En nu werden algemeene en diep
zinnige beschouwingen ten beste ge
geven, hoe lang een lamp er gemeen
lijk over doet, voordat zij vanzelve
uitgaat En iemand had er een gehad,
die hoogstens twee uur brandde eti
dan begon zij te stoomen.
Laakbare onhandigheid van den ge
komen spreker vernieuwde onrust 1
Dat kan onze lamp ook gedaan
hebbendan is de arme jongen ge-
sl kt. Egbertus ik wil naar huis!
Och kom, zei de majoor ontsticht
en hij zag-op zijn horloge, over een
uurtje komt het rijtuig.
Laat er dan hier een-bestellen.
Neen, zanik niet! gromde hij en
toen ging hij over tot een boutade aan
hel adres van „het nest, dat ten ach
teren was".
Weer trachtte men de goede vrouw
gerust te stellen, door de explosie
van petroleumlampen te verdrijven
naar het rijk der fabelen. Een der hee
ren had er eens expresselijk proever,
mee genomen, doch de onmogelijk
heid was gebleken, om het vocht te
doen ontploffen.
Waarlijk? riep de majoorsvrouw
uit.
Dan moet het gezuiverde petro
leum zijn, merkte de diepe bas met
onverklaarbare onhandigheid aan.
De gewone petroleum levert wel de-
gelijk gevaar op.
En wij branden gewone 1 steunde j
mevrouw Kampers en zij zonk weer
in haar stoel terug.
Vernietigende blikken troffen hem.
Gelukkig kwam er opstand. De da
mes gingen vooruit naar de andere j
kamer, waar nog een kop bouillon
gebruikt werd, terwijl de heeren bun
s.gaar nleveii ruoken. Eu een der jon
ge names, met het edelaardig duel om
een einde aan de voortdurende span-
ning te maken, nam plaats voor liet 1
klavier en zong wat toevallig voor
haar lag- gelukkig niets onrustba
rends.
liet was uit „M.gnon" van Ambroi-
se Thomas. Maar toen zij kwam aan
de woorden: „Wat heeft men met u,
armzalig Kind, gedaan?" snikte de
majuorsehe: Frits!
Nu was goede raad duur. De crisis
scheen daar.
He heer des huizes werd met het
incident in Kennis gesteld.
Hie oppasser die beroerde ke
rel 1 bromde bij, meevvariger dan an
ders, omdat hij een gotd glas wijn ge
dronken had De gehandschoende
knecht liep nog altijd met een flescli
Rauenthaler rond en kwam bij zijn
gebieder en schonk ook dezen voor de
zooveelste maal nog eens in.
Zeg eens, dus spraa deze neer
met u.ivKe long ntin aan, weet jij ook
soms ól die oppasser de lamp neeft
U-tgedaanv
Alies was star van vemazuig oen.
zeer onlogische vraag, die alleen kou
oprijzen ui eenigszn.s beneveld brein.
He majoor fronste wenkbrauwen,
maar ae Knecht vroeg-
Welke oppasser?
De oppasser van den majoor.
Die z.t in de keuken, zei de man
met de witte handschoenen.
Waar?
In de keuken al twee uur lang.
Hij kwam wat brengen voor me
vrouw de plaid en nog wat, dat ze
vergeten ha-d.
Waarom beb je dat niet dadeujk
gezegd? vroeg de majoor hem op bar-
schen toon.
Niemand heeft me er naar ge
vraagd, antwoordde de huurling niet
ijzige kalmte.
Laat hem dadelijk hier komen.
De militair werd gehaald.
Alles bevond zich nu in de andere
kamer, waar de dames wachtten.
Heb jij de lamp u.tgedaan? vroe
gen meneer er mevrouw' Kampers te
gelijk.
■u- Neenl zei de oppasser.
Waarom niet?
Umdat ik ze in het geheel niet
aangesioKeu ben. De jongeneer is zoo
vioeg tuur beu gegaan.
Een iü-U gejuui.i wnei's-ioiiK eu ae
heer des uuizes net nug een ï.esch uit
den keiuer uaien en de van geen
kvvaau newuste oppasser reen, op den.
bos, met nei nu gerustgesteld echt-
paar naar huis.
(Vrij gevolgd.)
bouw van lupinen In kunstmest van
bijzondere beteeken is. Ver afgelegen
akkers kan men bezwaarlijk met stal
mest bemesten, en daarom ging men
er hier en daar toe over dergelijke
gronden le laten liggen of met luik-
iiout te beplanten Slaagt men er iu,
(en waarom zou dit niet) met do
I pinenteolt goede opbrengsten te ver
krijgen en tengevolge uaa rvoP ...mi
stalmest dichter bij de deur to houden,
uan is men hiermee niet onbelangrijk
gebaat.
Het welslagen der lupine hangt ech
ter van verschillende omstandigheden
af. Wij willen daarom op enkele za
lven wijzen: le. Er mag geon bank
(van oer, leem of grint) in den grond
zitten. 2e. De grond mag niet nat en
zuur. niet te vast zijn. het grondwa
ter mag dus ook niet te hoog staan
11e. Men halo geen leem uit oen on
dergrond naar boven. 4e. Kalken, tor
ontzuring van den grond of ter toe
gooi mg van kaïavoousel, uoe men
Zou vioeg mogolijK en matig, 5e liet
luuu zij vrij van onkiuid, vooral van
„kweek" '(puin), be. Hp zandigen
staan ue lupinen het best aan.
maar de grond mag niet versluiven,
dit kunnen de jonge piantjea met ver-
ui uuaiuuj p.ocge men op i„.-ol
lossen grond in het voorjaar mot. 7e.
Men zaaie met te diep: 3 cM. is veelal
voldoende, op hoogen, drogen grond
4 5 cM. 8e. Vóór Met zaaio men lie
ver niet, om schade of geheele misluk
king door nachtvorsten te voorkomen.
9e. Men geve een ruime kalibemesting
en een middelmatige phosphorzuurbe-
rnesling. löe. Ook de stikstofbemesting
in den vorm van salpeter, late men
n Et. weg.
Over dit laatste nog een enkel
v D Lhil Uw nesting wordt vaak
niet noodig geacht, omdat de lupine
de stikstof wel uit de lucht weet te
halen, naar men zegt. De m
heeft echter geleerd, dat de lupinen in
het eerste jaar zonder stikstof niet
voort willen; er komt dan van het ge
was weinig of niets terecht. Ook niet.
al heeft men den mond geënt met ent-
narde of reincultuur, zoodat de ge
wenschte bacteriën nfet ontbreken.
Wordt 50, 75 of 100 Kg. Chili per H.A.
uitgesiicoid, da.i ..il daarentegen hel
g -was in zeer vele gevallen wel aan
slaan en goed gedijen. Dit is onze
i-iu ng on die van anderen.
De lieer J. II. C. Schroder zag zelfs
in de houtvesterij „de Peel" en in
Drente „verrassende resullnlen" vnn
een toediening van 30—35 Kg. Chili,
terwijl de niet bedeelde planten ach
terbleven en daarbij de bacteriewcr-
i Ook meent ge
noemde heer in een stikstofliemesting
een voorbehoedmiddel gevonden to
hebben tegen de lupinenvlieg.
Aan lupinenverbouwers geyen we
derhalve den raad: voorzie ook in de
eerste stikstof behoefte door aanwen
ding van een zekere Chili gift, en on
derzoek eens, vergelijkender wijze,
hoe hoog die gift met voordeel kan
worden opgevoerd.
C. B.
E'EN VROUW GELYNCHT.
Te Muskogee; to den staat OkLalio
ma, heeft do bevolking een negerin,
Marie Scott genaamd, die oein jongen
blanken man vermoord luad, *elynci>l
Een aantal gemaskerde personen
overrompelden den gevangenis wach
ter, haalden de negerin uit haar cel
en sleepten haar naar buiten. Een
man sloeg de virouw een strop om den
haJs en hang haar aan een telefoon
paal op, zoo meldt de Tel.
GLOEILICHTEN.
Het enge pad der deugd is toch al
tijd nog breed genoeg, dat men Let
niet behoeft te verloten.
De. verbeeldingskracht is een zacht
vuur, dat verlicht en verwarmt, wan
neer het voorzichtig behoed wordt.
Wanneer men het laat oplaaien, dan
grijpt het verterend en vernielend om
ziich heen.
DAMRUBKIEK.
HAAP.I EMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J Meyer. Kruisstraat 34. Telephoon 1543.
Probleem No. 552 van MAJUUS
CHARLY (Le Damer).
Zwart 9 schijven ap 2, 4, 5, 6, 10, 13, 19, 23 en 29.
Wit 9 schijven op 11, 20, 25, 27, 3-4, 37, 39, 40 en 48.
Probleem Na. 553 van MARIUS
CHARLY (Le Domietr).
Zwart 12 schijven op 9, 10e 12, 13, 14. 16, 18. 19. 20, 24. 25 en 35.
Wit 12 schij vein ap 21, 28, 31, 33, 34, 38, 38, 39, 42, 44, 48 en 49.
knappe jongen t nog was...
Alzoo Jochem, die brave, rechtscha
pen man, wenschte haar tot vrouw.
Nu,, dat was een zaak om te overwe
gen Maar dat hij haar dochtertje
andschoenen ging met de
ren rond.
Nu, sprak de heer met het volle-
maansgezioht, dien de stoornis be-
paalu uit zijn humeur gebracht had,
als de dames het veroorloven, zullen
we den brand er eens in 6teken I
Bij het woord brand scheen net of
de majoorsvrouw een stuip kreeg Op
eens was het er weer hommeles!
Daar sprong de heer des huizes op
Luiui- eu Tuinbouw
DE Vcut-BOUW VAN LUrnNEN'.
Bij ontginning van heide tot bouw-
lanu, bij Lxibosschmg, bij vruchtbaar-
inailing van Lot Uusver schrale, Wei
nig -opbreiigeiuie gioiide.., speoh ue
lupinen-verbouw een voorname roL
u,j..c<-.L i*ii guVVuö ais gi ue»iiKluies-
ting wcrut gebezigd, dan wordt aan
den bodem een groote hoeveelheid
stikstof uil de lucht toegevoerd, per
bunder wel 100 kilo, als liet een slop-
peigewas is; vvuiut ue ïnpme ais hooid
gewas veibouwu, uan Kun de oogst
wel 2, 3-maal zoo groot zijn, en is de
voeuseltoevoer dus ook naar verhou
ding. Lupinen matten voorts ueu
gionu poreus, ven ij Ken liem met hu
mus, halen voedsel uit ue beueuenia-
gen naar boven en maken in den bo
dem aanwezig pluntenvoedsel, dat als
zoodanig met direct geschikt is, beter
opneembaar.
Geen wonder dus, dat de lupine-
teelt meer en meer wordt toegepast.
Vooral, zoo lezen we in een de
Verslagen van de Directie van Lain-
bouw, vooral ook op de ver van de
boerderij gelegen perceelen is de ver-
■Oplossingen van deze problemen
warden gaarne ingewacht aan baven-
gienoema adres, uiterlijk Dinsdag 14
A.pril 1914.
Oplossing -van probleem No. 548, van
den uiulteur: Wit 41-37, 22—18, 34 23.
Oplossing van probleem Na 54Ö,
van den auteur: 37—31, 48—42, 39—34,
35 11, 49 281
De stand van xwx 5-48 is:
Zwart 13 schijven op 11, 17, 22, 25, 30,32, 33, 34, 35, 40, 41, 44 en 46.
Wiit 13 schijven op 2, 7, 8, 9, 13, 14, 15, 16, 19, 20, 24, 31, 43 en 1 dam op 23.
De stand van no. 549 is:
Zwart 9 scliijven op 9, 10, 12, la, 17, 18, 19, 23, 26 en 1 dam op 2.
Wit 8 schijven op 25, 27, 35, 36, 37, 39,43, 48 en 1 dam op 49.
Beide problemen zijn goed opgelost
door de heeren: J. J. Antony sen, R.
Bouw, M. ten Rrübk, E. Gobriëls, P.
Geldorp, J. Jacobsan Azil, A. A. Ja
cobean, VV. J. A. Mat ia, V. van Pete-
gem, C. L V. Nagel, il. W. Zitman e»
J. Klerk.
De oplossing van- den Siagzet ia als
volgt: Wit 40-34, 35 44, 44 40, 33—
29, 25-20, 28—22, 32 5, 5 4!
De dam cursus zial as. week worden
vervolgd.
De Haorlemsche -Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederen Maan
dagavond van 8 tot 12 uur in de bo
venzaal van café „de Korenbeurs",
Spaarne 36, alhier.
Liefhebbers van het damspel zijn
claair weJkom.
Voor het lidmaatschap kan men zich
bij het bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tod 18 jaar kun
nen als aspirant-leden worden toege
laten.
In.lichtingen verstrekt ga-mme de se
cretaris, de heer J. Meijer, Krui Stro. at
34, TeJephoion 1543.