CARELS' BOTERCAKE
toezegging van W Juni gestand to
doen.
TWEEDE-KAMER.
Iïad he<t theologisch debat, door den
heei Lor limans gisteren uitgelokt
over hot amend. Duymaer van Twist
c.s. op art. 10 <ler Stuwadoors-
w e t (tegen Zondagsavbeiil) weinig
omvang, nu alken de heeren Scheu-
rer en Brumir eikamp er tegen protes
teerden en de heer Lobman de be
wering. alsof de christelijke voor
stellers hier dc Rede 1 raven do Heili
ge Schrift lieten gelden, eenvoudig
naar een bespreking bij een alge
meen budget-debat verwees, de
quaestio van de „dringende' noodza
kelijkheid van Zondagsarbeid die de
voor-teller wilde uitspreken, lokte bij
den Minister van Landbouw zelf;
geert verzet uit Achtte men de toe
voeging gevvenscht 't was hem we'
Maur tegen de amendementen di
in de wet (of ook alge meen en maat
regel van bestuur) verhoogd óf inin
mum-loon (zelfs percents-gewijze ven
hoogt! loon, zooals de lieer De Geer
aanbeval en de heer Lobman mede
verdedigde) had de Minister onover
komelijk bezwaar. En hoezeer de hee
ren de Geer, Spiekman en anderen
er op a andror gen dat de Min. op dat
minder principieel standpunt mocht
toegeven, hij deed 't niot en ver
klaarde .de amend, o n a a n n e ni o-
1 ij k. En hij deed dit op de gronden
niet alleen, die de heeren Rood en-
burg. van R.-udte en Drion er tegen
aanvoerden, maar ook omdat de ar
gumenten d:e de heeren de Geer,
Lohmaii en Rutgers er voor aanvoer
den, z.i. geen steek hielden.
Had de heer v. Raalte de bepaling
voor de practijk onnoodig, een rege
ling van boven af, bij kon. besluit
verkeerd en een strafbaarstelling van
niet voldoening van een schuldvorde
ring (want dat was 't hier) in str.jd
met onze moderne begrippen omtrent
lijfstraffen veroordeeld. de Minis-
tc rhad vooral principieel bezwaar
tegen elke regeling van 't loon bij
wet of besluit en hoe men het nu ook
formuleerde: het bleef een bepaling
van loon en daarin moest do ov
beid zich z.i. niet mengen.
De Minister vervolgde in de
Avondvergadering
zijn rede er. zette toen de practische
bezwaren uiteen tegen opneming van
bepalingen over verhoogd Zondags-
loon, in de wet of bij maatregel van
bestuur. Moest de regeling voor vaste
en losse arbeiders gelijk, moest ze
voor elke haven afzonderlijk zijn? liet
ware onmogelijk. Daarenboven zou
't verhoogd loon bewijs worden en
dat mag niet van de noodzakelijk
heid van den Zondagsarbe'd; en men
zou do deur openen voor allerlei wil
lekeur van ambtenaren, die 't verlof
te geven hebben.
Hoezeer dus tot gemeen overleg
bereid, meende de Min. dat de Ka
mer zijn overtuiging ©p dit princi
pieel punt moest eerbiedigen.
Do heer Nierstrasz kwam op de
principieels bezwaren tegen het vast
leggen van verhoogd loon voor Zon-
dagsnrbeid. in de wet of bij algemee-
nen maatregel niet nader tanig, maar
\vees er op, dat dergelijke regelingen
'al bestaan bij sommige ondernemin
gen. Ging men wettelijke dwang ma
ken, dan zou men het gewone loon
verlagen en de arbeider schade lijden.
Bpre.vjr achtte ook doorloopende ver
gunningen voor Zondagsarbêid voor
ipoor-booten onmisbaar, zoo men
liet vervoer niet over vreemde havens
wil leiden.
Bij de replieken, die daarna volg
den, verklaarde de heer v. d. Voort
van Zijp
Er zijn bezwaren doch men ovcr-
drijvo die niet en Irachie ze liever
door internationale regeling weg ie
nemen. Tot dat einde stelde hij, met
den lieer Duymaer van Twist, een
motie van orde voor, die luier in be
handeling zal komen.
Dc lieer Van der Voort bracht ten
slotte nog eenige wijziging in het
amendement, zoodat er 111 gesproken
wordt van ,,nsar evenredigheid ver
hoogd loon".
Dc heer Schaper handhaafde de
wenschelijkheid van het bepalen van
een mininniin-locn ln (leze regeling,
los vun bet beginsel in 't algemeen, en
hij weerlegde de bezwaren, door de
hoeren Drion, Roodenburg, Van Raal
te en den Minister tegen het amende
ment aangevoerd, terwijl hij ook de
houding van de rechtsche sprekers
gispte. Spreker bleef, vv iar het z. i
geen lieginsel geldt, op toegeven dooi
den Minister aandringen, desnoods
faculiatief en niet bij wet of besluit,
maar waar de ha ven-commissies het
noodig achten.
Met alle waardeering van de be
doeling bleef de heer Eerdmans het
amendement-Van der Voort beet rij
den u Is een reglementeering van het
kwaad, het uitlokken van Zondags-
arbeid door een premie
Nu repliek van den heer Duymaer
van Twist, die met heftigheid legen
de beweringen en „insinuatie" van
den heer Eerdmans opkwam en het
amendement ook tegenover de bezwa-
reu des Ministers bleef verdedigen,
wijzigde hij het amendement echter
zoo, dat in plaats van „bijzondere om
standigheden" wordt gelezen „drin
gende reden van builengewonen
aard".
Door den heer Sa mies werd nog
korte!ijk voür dit exceptioneel© geval
do ei sol) van minimuni-loou verde
digd, lus van de beoordeeling van het
beg i mol in 't algemeen uit oecono-
rnist a oogpunt De heer De Geer- bleef
zich tegen den algeraoenen eisc'b van
minimum loon bij de wet vost te leg
gen verklaren, maar erkende dc
wenschelijkheirt daarvan in exceptl-
oneele gevallen, gelijk bij de huisin
dustrie en bij geconcessioimeerde be-
drijv en.
De spreker bleef de verhoudingsge-
wijze vërrroogTng van Won geen roge
[ling van minimum-loon noemen, doch
zou om de wet niet in gevaar te bren
gen, liet amend, niet blijven steunen.
Na korte opmerkingen van de hee
ren Rutgers en Brummelkamp over s
Min. gemis aan toegeeflijkheid en
tegen het vertoog van den lieer Eerd
mans, er. van den hoer Lobman, die
in het amend.-v. d. Voort iets anders
bleef zien dan een regeling van loon,
en 's Min. practische bezwaren onge
grond oordeelde. lev ar de de Minis
ter nog een korte dupliek en nam t
arnend. Duymaer van Twist over,
doch bleef het gewijzigd amend, v. d.
Voort van Zijp en het amend. Spiek
man c.s., ook uJ werd de regeling fa-
culltatief aan rte havemcommis
overgelaten, bestrijden.
Daarom trok de fteefr Schaper het
socialistisch amend, in om de wet niet
in gevaar te brengen.
Na advies van den heer Van Nis
pen voor do Commissie van rappor
teurs voor zoover aanwezig
omtrent het eenig overgebleven
amend, verdeeld, werd het debat ge
sloten.
De stemming over art. 10 en
amend.-v. d. Voort werd tot heden uit
gesteld.
Evenredig kiesrecht.
Het dezer dagen aan H. M. de Ko
ningin aangeboden verslag der
Staatscommissie, ingesteld tot onder
zoek van de vraag, welk stelsel van
evenredig kiesrecht voor onze verte
genwoordigende lichamen het verkies-
lijkst is, is thans op verzoek der com
missie openbaar gemaakt.
Als vrucht van haar arbeid biedt zij
aanin de eerste plaats drie ontwer
pen van wet tot wijziging onderschei
denlijk van de Kieswet, de Provin
ciale Wet en de Gemeentewet, waarin
belichaamd is het door haar ontwor
pen stelsel van evenredig kiesrecht
voor de verkiezing van de leden der
Tweede Kamer van de Slaten-Gene-
raal, der Provinciale Staten en der
Gemeenteraden vervolgens een ont-
erp van wet tót wijziging van de
iieswet en de Provinciale Wet, dat
een regeling inhoudt van de verkie
zing ook van de leden der Eerste Ka
mer naar een ovenredig stelsel, en
ten slotte een ontwerp van wet, hou
dende de wijzigingen, die in de Grond
wet dienen te worden gebracht om in
voering van het door de commissie
ontworpen stelsel mogelijk te maken.
Overeenkomstig de afbakening van
haar taak heeft de commissie do
raag, of invoering van een stelsel
an evenredige vertegenwoordiging
wensciiolijk is, niet m haar beschou
wingen betrokken. Zij heeft zich be
paald tot een keuze uit de verschil
lende stelsels en de uitwerking van
het stelsel harer voorkeur.
De onderzoekingen en beschouwin
gen der commissie liepen voorname
lijk over de onderstaande vragen of
stelsels.
1. Variabel of vast quotient.
Te dien opzichte kan de Commissie
niet ontkennen, dat alle stelsels,
waarhij wgi'dt uitgegaan van het
variabel quotient, heb lieu tc arbeiden
met berekeningen, die niet aanstonds
zoo gemakkelijk kunnen worden ge
volgd en getoetst. De toepassing der
evenredige vertegenwoordiging loopt
daardoor gevaar onbegrepen en dus
impopulair te blijven. Aan dit gevaar
ontkomt het stelsel van het vaste quo
tient. Eén zetel op een vooraf vastge
steld aantal stemmen houdt de com
missie voor een denkbeeld, dat ieder
een onmiddellijk vat.
Intusschen zou in het beginsel van
-ertegenwoordigende lichamen met
een bepaald aantal leden, ingrijpende
wijziging moetan worden gebracht bij
invoering van een kiesstelsel, dat het
aantal vertegenwoordigers doet wis
selen niet slechts rnet. het aantal kie
zers, maar ook met hunne meer of
minder trouwe opkomst aan «Je stem
bus. Zoodanige wijziging ach: de com
missie niet gerechtvaardigd alleen
door de meerdere bevattelijkheid van
het steisel van het vaste quotient.
2. Personen- of lijstensteisel.
Het lijstensteisel ontleent zijn naam
hieraan, dat iedere politieke partij, of
andere zich daartoe vormende groep
van kiezers, vóór de verkiezing eene
lijst van candidaten opstelt en inle
vert. En het kenmerk van het stelsel
is, dat elke uitgebrachte stem in de
eerste plaats toil voor de ingeleverde
lijst, dat wil zeggen doet toenemen
het aantal stammen, dat beslist over
de vraag, hoeveel zetels aan de lijst,
d. i. dus aan een partij of kiezers-
groep, zullen worden toegekend. Eerst
daarna komt aan de orde de vraag,
wie van de op de lijst geplaatste can
didaten de toegekende zetels zuilen
innemen.
Daarentegen bij het personenstelsel
is het uitsluitend de kiezer zelf, die
do mogelijke overdracht van zijn stem
regelt. Nimmer kan zijn stem mede
werken tot de verkiezing van andere
candidaten. dan die hij zelf op zijn
stembiljet heeft aangewezen-
Kan de Commissie niet ontkennen,
dat in theorie het personenstclsel in
zoover de voorkeur verdient, dat het
de vrijheid van keuze en de onvoor
waardelijke eerbiediging van des kie
zers wil waarborgt en den kiezer niet
voor het alternatief pluatst, zich te
onthouden of te stemmen voor een
groep van candidaten onder w ie er
kunnen voorkomen, (lio hem onwel
gevallig zijn daar staat tegenover,
dat de in ons land aangenomen wijze
van stemmen, waarbij de kiezer zelf
zijn biljet moet invullen op het stem
bureau, de operatie van liet uitkiezen
en rangschikken voor verreweg de
meesten ondoenlijk maakt. Deze wijze
van stemmen zoudo dus moeten vvor-
den prijsgegeven, wat der commissie
voorkomt een zeer ernstig bezwaar te
zijn.
0è commissie meent daarom voor
de verkiezing van de Tweede Kamer
het persenenstelsel niet te mogen aan
bevolen. Zij geeft de voorkeur aan liet
lijstensteisel, dut den kiezer tegemoet
komt in de regeling van de overdracht
zijner stem, zij het ook dat dit ge-
pttard moet gaan. met do beperking
van zijn vrijheid, zelf dio overdracht
te regelen. Door het lijstensteisel te
aanvaarden, zul liet nieuwe kiesstelsel
den kiezer de vervulling van zijn taak
zoo gemakkelijk mogelijk maken en
de thans geldende wijze van uitoefe
ning van het kiesrecht onveranderd
in stand kunnen worden gehouden.
Wat betreft 3 Verdeeling der zetels
tusschen do lijsten, ontwikkelt de
commissie als de h. i. juiste methode
van vordeeling, die, welke het kies-
quotlent zóó weet vast te stallen, dat
bij deeling daarvan op do aantallen
stemmen van elko lijst de som der uit
komsten gelijk is aan het getal der te
vervullen plaatsen, zoodat alle zetels
kunnen worden toebedeeld. Deze me
thode handhaaft de evenredige ver
deeling van hot aantal zotels zoo ver
als mogelijk is bij de ondeelbaarheid
van den zetel. Tegen liet denkbeeld
der evenredigheid zondigt de metho
de, die de onverdeelde zetels toewijst
aan de lijsten met de grootste over
schotten: aan stemmen, waardoor aan
do kleine partijen de kans wordt ge
geven op vertegenwoordiging ver bo
ven haar sterkte.
De commissie aarzelt dun ook niet,
de methode der gemiddelden aan te
bevelen.
Wat de wijze van vaststelling van
iiet kies-quotient betreft, geeft de
commissie de voorkeur aan de for
mule d'Honot, omdat die berekening
door het publiek gemakkelijker zal
worden begrepen, en vooral, dal zij
oen duidelijker en daardoor gemakke
lijker te controleeren resultaat ople
ert, door haar tabellen van quotiën
ten, waarop die, welke recht geven op
een zetel zonder moeite kunnen wor
den afgelezen.
De commissie wenscht niet te zien
oorgeschreven, dat de kiezer slechts
tusschen lijsten, niet ook tusschen
candidaten heeft te kiezen. Ten aan-
van deze wordt hem de wet ge
heel voorgeschreven door hen, die de
lijsten inleveren, dat zijn in de prac
tijk de politieke partijen eu haar lei
ders.
Naar de meening der commissie
komt den kiezer ook invloed toe op de
beslissing, wie do vertegenwoordigers
an zijn partij zullen zijn.
Tegenover de stelsels, waarin de
kiezer even vele stemmen uitbrengt
als plaatsen te vervullen zijn, hetzij
Jan rnet, hetzij zonder bevoegdheid
tot cumuleejren, behandelt de commis
sie de methode, welker grondgedachte
verwant is aan die van het llare-
stelseL Evenals in dit stelsel heeft de
kiezer hier sleohts één stem die hij
uitbrengt op den candidaat van zijn
oorkour. En ook hier gaat de stem,
als zij overtollig is voor de verkiezing
van dien candidaat, over op een an
deren candidaat. Maar terwijl het
ilure-stelsel den kiezer zelf laat beslis
sen op wien zijn stem, zoo noodig, zal
overgaan, wordt hem in het stelsel,
waarvoor de commissie de aandacht.
aagt, deze beslissing onthouden. De
stem komt ten goede aan een van de
andere candidaten der lijst. Maar aan
ien, daarover beslist de kiezer niet.
Ook, indien werd aanvaard een
stelsel waarin de kiezer meer dun
een stem uitbrengt, zou daarom naar
he", oordeel der commissie, toch de
njheid om te stemmen op candida
ten van verschillende lijsten (het zoo
genaamd p'anacheeren) aan den kie
zer moeten worden onthouden.
Een lichtzijde van het stelsel der
enkele stem is voor de commissie de
nagenoeg volkomen zekerheid dat de
voormannen der partijen worden ge
kozen, wat niet slechts een partijbe
lang, maar stellig tevens een alge
meen belang is. Zij zuilen in den re
gel het aantal stommen behalen voor
verkiezing vereischt. De mogelijkheid
voor de tegenpartij om hen uit de
ertegoi'u woordiging lo weren (decapi-
.ceren) is volkomen uitgesloten. Maar
wat in dit stelsel bovenal aantrekt, is
de eenvoudigheid van zijn toepassing,
zoowel voor den bitser als voor hen
den uitslag der verkiezing heb
ben vast te stellen.
Op deze ©n andere gronden ls de
commissie eenparig van oordeel, dat
voor de rechtstreeksche verkiezingen
onzent alleen het stelsel der en
kele stem in aanmerk; 113 moet ko
men. Intusschen bestaat hij haar die
eenstemmigheid niet als hei aankomt
op de nadere uitwerking die aan het
steisel moet te beurt vallen.
Hot Belgische stelsel volgens heb
welk de kiezer zijn voorkeur uitdrukt
voor een bepaalden candidaat, maar
dat, zijn stem, indien zij overtollig is
voor de verkiezing van dien candi
daat, overgaat op een ander, wcnsch
ten eenige leden <lor commissie te vol
gen. Zij zien in de bevoegdheid om te
stemmen aan het hoofd der lijst de
juiste uitdrukking van de juiste ge
dachte dat do verkiezingsstrijd moet I
loopen over beginselen, niet over per-1
amen.
Bij do meerderaeid dor commissie
bestaat echter tegen dit stelsel ernsti
ge bedenking. Een stelsel dat den kie
zer als het ware een aanwijzing geeft
om alleen voor een partij te stem
men, gaat naar het oordeel der meer
derheid van do commissie te ver. Zij
wil den kiezer met eiken prikkel ont
nemen om zich rekenschap te geien,
niot alleen van de partij welke hij
steunt, maar ook vun den persoon
dien hij als afgevaardigde begeert
Z j wenscht vast te houden aan deze
grondgedachte van het stelsel dor en
kele stem, dat de kiezer zelf den can
didaat zijner voorkeur aanwijst.
De overdracht der stammen op con
candidaat boven het kiesquotient uit
gebracht behoort, naar het oordcel
van de meerderheid dor commissie,
aldus te worden geregeld dat de over
tollige stemmen strekken toi verkie
zing van do candidaten die Kei RTes-
quotient niet hebben bereikt, naar de
rangorde d.o deze candidaten op de
lijst innemen.
Do vrees Van de minderheid der
commissie, dut dit stelsel eerder dan
het Belgische kan leiden tot een oa-
derlingen strijd tusschen do candida
ten van dezelfde partij om de meeste
stemmen, tot zich te rekken, waarbij
allicht de minis', scrupuleus© elemen
ten een voorsprong zullen hebben op
hun mede-candidolen, deelt de meer
derheid niet.
Ten slotte v. ijst de commissie voor
het stelsel dat haar meerderheid aan
beveelt, er met den moésten nadruk
op, dat de keuze die het Belgische
stelsel geeft tusschen een stem aan
het hoofd der lijst en een stem op een
bepaalden candidaat, in de wijze van
uitoefening van het kiesrecht een
complicatie brengt, die men thans ten
onzent niet kenl.
En daar hot vooral van het groot
ste belang lis, dal het nieuwe stelsel
althanis van den kiezer niets
vergt dan ook het thans geldend
stelsel doet, wordt dit in het door do
meerderheid d©r commissie voorge
staan stelsel volkomen bereikt. Daar
in kan ook hel artikel dor kieswet,
dat thans de v ijze van stemmen regelt
ongew ijzigd bi .j ven.
te Territoriale indeeling.
Met het beginsel van evenredigli
in de vertegenwoordiging verdraagt
zich volgens do commissie geen en
kel© indeeling m kiesdistricten, dit
begrip verstaan als een gebied, waar
binnen één of meer afgevaardigden
word (Si gekozen, u.triuiiend door de
stemmen ui:gebracht binnen dit ge
bied, zonder dat die stemmen eonigen
invloed hebben op do verkiezing daar
buiten.
Als een schaduwzijde van elke in-
dceling in kiesdistricten noemt zij nog
dezte, dat zij do verkiezing in de Twee
de-Kamer bemoeilijkt van mannen,
die staan buiten de groote politieke
organisaties.
up grond dat een indeel ing in ki es-
dis in eten aan zeer ernstige beden
kingen onderhevig is, algeheele ver
breking van den localen band even
min zonder bedenking is> maar van
territoriale indeeling geen afstand
kan worden gedaan, meent do com
missie zelve, ter vermijding van de
bezwaren, aan het districterte.eteel
verlKinden, eon stelsel van territoria
le indeeling te kunnen voordragen,
dat uan verscluilleude stelsels Ls ver
wan', maar niet, althans niet noe
menswaard, vervain in de fouten der
arj.leie systemen. Het komt saamge-
-at hnerop neer.
Voor de verkiezing van de leden
Ier Tweede Kom er wordt het rijk in
gedeeld in een aantal doelen, i'11 de,
bij het ontwerp tot wijziging der kies
wet gevoegde, tabel bepaald op acht
ten. Deze deelen worden ln de wet
kieskringen genoemd.
Evenais in het stelsel der kiesdis
tricten stemt in dat van de kieskrin
gen de kiezer uisluitend over de lijs
ten. die zijn ingeleverd binnen z jn
kieskring.
Terwijl in hei kiesdistrict oen be-
puald aantal zetels worden verdeeld
alléén over de candidutenlijsten, in
geleverd in dat district, worden iu het
stelsel dar kieskringen alle honderd
Kamerzetels verdoekt over olie lijsten
zamen, onverschillig iu welken
kieskring. Zoodra liet veria ©zings-
vverk 13 gevorderd tot de verdeel:ng
der zetels, naar evenredigheid van het
aantal stemmen op elke lijst in'.ge
bracht, vallen de grenzen der kies
kringen dus weg en wordt heit land
één kiesgehiod. Om over loot geheele
land de stemmen va.11 haar aanhan
gers te verzamelen zal een partij een
lijst moeien inleveren in lederen kies
kring.
Het hier voorgedragen stelsel
dwingt de partijen, zich bij de ver
kiezing kringsgewijze to organiseeron.
De decentralisatie is dus afdoende
'erzekerd. Elke stem, binnen welken
kring ook uutgebrac'ht, heeft volko
men dezelfde waarde.
In het stelsel van het ontwerp der
commissie stelt het hoofdstembut eau
eiken kievfcnng 1»; aantal stem
men vast, daarin uitgebracht voor*
elko lijst en op eiken candidaat, zoo-
dat hot centraal stembureau in hoofd
taak deze gegevens slechts heeft over
nemen. 0111 dan op de verdevhnge
mot hode toe te passen. Alleen beperkt
het stelsel do keus van den kiezer lot
de candidaten, dde gesteld zijn bin
nen zijn kring.
Wel ontveinst de commissie zich
niet het bezwaar, dat ln hei stelsel
gevallen denkbaar zijn, waarin et
Lccaa! verban 1 tusschen kiezer en af
gevaardigde niot volledig tot 'zijn
re dit komt.
Evenwel naar het oordeel der meer
derheid van do ermmissie wegen te
gen de bezwareidie zij zelve erkent
als te kleven aan het door haar ten
statte omhelsd svelsel van territoriale
'indeeling, ruimschoots de voordeden
op, die hot ao.nh.tedt.
Naar ifiet der commissie voorkomt,
zouden voor de verkiezingen voor de
Tweede Kamer de meeste provinciën
ieder één kieskring kunnen vormen,
terw ijl Gelderland en Noordbrabant
in twee, Noord-Itollund in drie en
Zuid-Holland in vier kieskringen zou-,
den kunnen warden verdeeld. Aan
het wetsontwerp is een p'roevo van
indeeling toegevoegd.
G. Voorziening iu tusschentijdsche
vacatures. Do commissie steil voor
op, dat verkiezingen ter vervulling
van luSsohenlijds opengevallen plaat-
sou niet passen 111 het stelsel van
evenredige vertegen woord i gin g. Ze
ker niet in het door de commissie
aanbevolen stelsel, waarin liet ge-
heoie kiezerscorps in 011s land mort
worden opgeroepen om te vóórzien in
een enkele vacature.
rret Rorai naar voor, aal de Bei-
g'scWe regeling, waaraan het denk
beeld ten grondslag ligt, dat do
plaatsvervangers zullen worden ge
zocht ln andere kringen dan waar
uit do afgevaardigden voortkomen,
noodaloo3 verwikkelingen schept èn
voor den wetgever, ón. voo'r den kii
zer, én voor hen, die den uitslag der
verkiezing hebben vast te stellen. In
het Belgische voorbeeld vindt zij geen
nleiding af te wijken van den aan
gewezen weg ter voorziening in fus-
sehentijdsche vacatures, to weten dat
hot uitvallend lid wordt vervangen
door den candidaat, dio mot hem
voorkomt op dezelfde lijst en van de
niet verkozen candidaten van de lijst
do meeste stemmen heeft behaald.
In een stelsel, dat breekt inet tus
schentijdsche verkiezingen, kan niet
ongewijzigd blijven voortbestaan het
laatste lid van art. 90 der Grondwet,
dat een lid der Stateri-Generaal bij
aanneming, van een bezoldigd staats
ambt, dat hij niet reeds tijdens zijl
verkiezing vervulde, doet aftreden.
De verschillende pogingen, gedaan
om het grondwettelijke voorschrift
wringen in het kader der evenredige
vertegenwoordiging, zijn, naar het
oordeel der commissie, niet geslaagd
eu kunnen ook niet slagen.
De ffcondwet moet dus op dit punt
worden gewijzigd, hetzij door het
laatste lid van art. 96 te schrappen,
hetzij door to doen vervallen de
woorden „maar zijn lier kiesbaar.
Vier leden der commissie geven de
voorkeur aan wijziging in den eerst
vermelden zin.
De meerderheid der commissie ech
ter stelt prijs op het bet.oud van het
grondwettelijk beginsel. Haar voor
stel is derhalve om in artikel 96, laat
ste lid, der Grondwet te sehrapjran do
woorden: „maar zijn herkiesbaar."
Het gevolg daarvan zal zijn, dut do
plaats van den afgetreden© lijdelijk
door een ander wordt ingenomen, tot
aan zijn herkiezing bij de eenavol
gende algemeen© verkiezing.
S. Onderzoek der geloofsbrieven.
Wordt een gekozene niet toegelaten,
dan wenscht de commissi© dit geval
op één lijn te stellen niet de bus-
schentijdsche vacature, als oplossing
ar* is aangewezen, dat in de
plaats van den niet toegelaten© treedt
do candidaat, die met hem voorkwam
dezelfde lijst en die van de nog
niet gekozen candidaten op deze lijst
de meest® stemmen behaalde. Ook
denkt zij aan de moeilijkheid, die in
treedt, als aan de verkiezing zelve een
fout kleeft, begaan bij de candidant-
sterting, bij de stemming en bij het
aststellen van den uitslag. Dan toch
zou, indien achteraf mocht blijken,
dat ten onrechte een lijst als geldig
ls toegelaten, of als ongeldig is ter
zijde gesteld, over den geheelen kies
kring ©en nieuwe stemming plaats
moetc-n hebben en in verband met de
ze stemming de uitslag van de ver-
kiezi ng over het geheel® land op
nieuw moeten worden vastgesteld.
Om daaraan te ontkomen, wil do
commissie het onderzoek naar de gel
digheid der lijsten vooraf doen ge
schieden, met dien verstande dat de
geldigheid der lijsten, zooals zij ten
gevolge van dit onderzoek in vast
gesteld, v-oor goed vaststaat en een
nader onderzoek naar die geïdi-gheid
tor gelegenheid van het geloofsbrie-
vc-i.onderzoek is buitengesloten.
Met het onderzoek der lijsten belast
."bet ontwerp het hoofdstembureau van
den kieskring, binnen welken de lijs
ten zijn ingeleverd,.
Na afloop van den daarvoor ge-
gunden termijn doet het hoofdslembiu
ieau in een openbare zitting uit
spraak over de geldigheid van de lijs-
Van. de beslissing staat, indien
zij strekt tot ongeCdi gverklari ng van
een lijst, of schrapping daarop van
een candidaat, beroep open op Gede
puteerde Staten. Dit college geeft de
eindbeslissing, nadat het beroep is
behandeld in een openbare vergade
ring.
Daar in liet door de commissie ont
worpen stelsel de verkiezing over het
geheel© laud één samen hangend ge
heel uitmaakt, kan liet onderzoek der
geloofsbrieven, voor zoover dit 'raakt
do verkiezing, niet meer, zooals
thans, voor ieder nieuw inkomend lid
on zich zelf staan.
Een beperking van het onderzoek
an den geloofsbrief nil hem, die op
treedt ter vervulling van oen tus
schentijdsche vacature, is daarvan t
onvermijdelijk gevolg.
Voor hot evenredig kiesrecht tor ver
Kiezing van de Provinciale Staten ko
men, naar het oordeel der commissie
©zelfde gezichtspunten 111 aanmer
king als voor de verkiezing van de
Tweede Kamer. De oommiseie beveelt
dan ook voor de Staten hetzelfde stel
sel aan.
Intusschen brengt het aanvaarden
ui dit stelsel de noodzakelijkheid
mede om te breken met het grondwet
telijk voorschrift van aftreding van
de leden bij de helft, welke de wer
king van liet voorgedragen systeem
der kieskringen zou verstoren, voor
zoover dit gericht is op het bewaren
van den kraaien band tuss»;h©n af
gevaardigde en kieskring.
Ter wille van het locaal verband
meet dus do gedeeltelijke aftreding
der Staten worden opgeofferd.
D* verdeeling der verschillende
Provinciën in kiesdistricten, waar
borgt op afdoende w ijze het locaal
element in da gewestelijke vertegen
woordiging. De commissie acht het
daarom gcwcnscht bij de indecling in
kieskringen daaraan zooveel mogelijk
aan te sluiten. In de indeeling, zooals
dio is ontworpen, zijn daarom de
grootere thans bestaande kiesdistric
ten overgero-r.en als kieskringen, ter
wijl de kleinere bij tweeën of drieën
zijn veretniid tot een kring. Voorts
zijn in de entworpen tabel bh elkan
der gevoegd alle kiesdistricten waar
in tnans dc gemeenten Amsterdam,
Rotterdam en Utrecht, zijn verdeeld,
zoodat elk van deze drie gemeenten
één kieskring vormt.
Voorts stelt de commissie voor, den
zittingsduur voor do Statenleden
eveneens vast te stellen op vier jaren
en dien dus met twee jaren ir; te
korten.
Voor de gemeentelijke vertegen-
•oordiging, word: in het algemeen
ook het voor Tweede Kamer en .-.laten
aanvaarde stelsel aanbevolen
Ook de groote gemeenten kunnen,
aar der commissie voorkomt, één
onverdeeld kiesgebied uitmaken
De commissie vindt geen termen om
voor te stellen voor de raadsverkie
zingen in kleine gemeenten het meer-
derheidsstelsel te behouden.
Wel behoeft, naar het oordeel dei
commissie, voor deze gemeenten de
huidige regeling der periodieke aftre
ding van de leden van den Raad wij
ziging.
De Commissie stelt daarom voor tc
de gemeenten, waar dc- Raad bestaat
uit vijftien of minder leden, alle leden
tegelijk te doen aftreden.
De commissie heeft zich afgesraagd,
of een regeling van evenredig kies
recht voor de Eerste Kamer mogelijk
is met behoud van den grondslag ha
rer samenstelling, zoonis die is neer
gelegd in artikel 82 der Grondwet,
krachtens hetwelk door de Staten van
elke provincie een zeker aantal leden
der Eerste Kamer wordt verkozen.
Een minderheid in de commissie
hoewel van oordeel, dat een regeling
op dien grondslag niet volmaakt wa
re, meent dat daaraan in geen geval
behoort te worden geraakt.
Meent zij <iat de taak der commissie
uitsluitend is een regeling te ontwer
pen op den tegenwoordigen grondslag
van de samenstelling der Eerste Ka
mer, de meerdehied der commissie
is echter van oordeel, dat op dien
grondslag een ook maar eenigszins be
vredigende regeling geheel is uitge
sloten, zelfs indien wordt gebroken
met de aftreding der Eerste Kamer
bij gedeelten.
Bij de overweging der vraag- Wel
ke behoort dan de wijziging te zijn?
verdedigde éen lid het denkbeeld met
de verkiezing door de Provinciale Sta
ten geheel te breken en dc Eerste Ka
mer te doen verkiezen door dezelfde
kiezers ais die de Tweede Kamer sa
menstellen. De andere leden waren
echter eenparig van oordeel dat de
commissie, naar haar meening in
elk geval een stelsel beeft voor te dra
gen, waarbij de Staten als kiezers
van do leden der Eerste Kamer be
houden blijven
De commissie heeft overwogen,
doch verworpen, het denkbeeld om d«
provinciën ter verkiezing van de le
den der Eersie Kamer zóó te groepee-
ren, dat in elke groep een aantal le
den wordt gekozen, voldoende om een
evenredige verdeeling van de plaat
sen over dc verschillende partijen mo
gelijk te maken.
De commissie durft niet aan te ra
den in elke provincie de verhouding
tusschen de bevolking en het aanlal
Staten-leden gelijk te maken. Daar
door zouden Of in te weinig bevolkte
provinciën de Staten uit eer: :e gerh-g
aantal leden komen tc bestaan, óf bet
aantal Staten-leden in de volkrijkste
provinciën bovenmatig worden.
Do commissie beveelt ten slotte
voor de verkiezing van de Eerste Ka
mer het personenstelsel aan, omdat
iuer, waar hel aantal kiezers beperkt
is eu die kiezers bovendien zijn de le
den der Provinciale Staten, alle ver
eischt en voor het personenstclsel aan
wezig zijn.
Voor de uitwerking van hei stelsel
heeft de commissie haar keus geves
tigd op een systeem dat zeer nadert
tot dat door Iiagenbach—Bischoff in
erschiüende geschriften omwikkeld.
Bij de eerste lezing der stembiljet
ten geldt in het stelsel van dezen
schrij-.er elk biljet als een stem voor
den eerst daarop geplaatsten candi
daat, totdat deze hel kiesquotient
liet aaDtal stemmen gedeeld door het
aantal zetels plus één heeft bereikt,
als wanneer de stem telt voor den
volgenden, nog niet gekozen candi
daat. Zijn, nadat alle biljetten aldus
zijn opgenomen, nog niet zoovele can
didaten gekozen als zeteLs te vervul
len zijn, dan worden de biljetten in
dezelfde volgorde andermaal opgeno
men, met dien verstande, dat de
stem dan teil voor den tweeden can
didaat van elk biljet, terwijl als deze
reeds gekozen is, of reeds bij de eerste
lezing het biljet als. een stem voor
hem is gesteld, de volgende, nog niet
gekozen condidaat, in diens plaats
treedt. Op dezelfde wijze worden de
biljetten zoovele malen opgenomen
als noodig is oin alle zetels te bezet
ten
Aanknoopende aan de gedachte, die
ten grondslag ligt aan het stelsel-
Luppc, ter verdeeling van de aan een
lijst toegekende zetels over de candi
daten van die lijst, wil daarom «1e
commissie, ook bij tweede er. verdere
lezingen, de e'.eni laten ge'd::i voor
«Ien eersten nog niet gekozen candi
daat van het biljet. l)an kan ook een
kleine groep, mits zij haar candida
ten op al haar biljetten pianist in
dezelfde volgorde, zich het haar toe
komende aandeel in de zetels verzeke
ren.
Oss speoialiteitsartikel
beveelt zlob z*lf aan en kost 14 CHNT PER ON».