CARELS' BOTERCAKE toezegging van W Juni gestand to doen. TWEEDE-KAMER. Iïad he<t theologisch debat, door den heei Lor limans gisteren uitgelokt over hot amend. Duymaer van Twist c.s. op art. 10 <ler Stuwadoors- w e t (tegen Zondagsavbeiil) weinig omvang, nu alken de heeren Scheu- rer en Brumir eikamp er tegen protes teerden en de heer Lobman de be wering. alsof de christelijke voor stellers hier dc Rede 1 raven do Heili ge Schrift lieten gelden, eenvoudig naar een bespreking bij een alge meen budget-debat verwees, de quaestio van de „dringende' noodza kelijkheid van Zondagsarbeid die de voor-teller wilde uitspreken, lokte bij den Minister van Landbouw zelf; geert verzet uit Achtte men de toe voeging gevvenscht 't was hem we' Maur tegen de amendementen di in de wet (of ook alge meen en maat regel van bestuur) verhoogd óf inin mum-loon (zelfs percents-gewijze ven hoogt! loon, zooals de lieer De Geer aanbeval en de heer Lobman mede verdedigde) had de Minister onover komelijk bezwaar. En hoezeer de hee ren de Geer, Spiekman en anderen er op a andror gen dat de Min. op dat minder principieel standpunt mocht toegeven, hij deed 't niot en ver klaarde .de amend, o n a a n n e ni o- 1 ij k. En hij deed dit op de gronden niet alleen, die de heeren Rood en- burg. van R.-udte en Drion er tegen aanvoerden, maar ook omdat de ar gumenten d:e de heeren de Geer, Lohmaii en Rutgers er voor aanvoer den, z.i. geen steek hielden. Had de heer v. Raalte de bepaling voor de practijk onnoodig, een rege ling van boven af, bij kon. besluit verkeerd en een strafbaarstelling van niet voldoening van een schuldvorde ring (want dat was 't hier) in str.jd met onze moderne begrippen omtrent lijfstraffen veroordeeld. de Minis- tc rhad vooral principieel bezwaar tegen elke regeling van 't loon bij wet of besluit en hoe men het nu ook formuleerde: het bleef een bepaling van loon en daarin moest do ov beid zich z.i. niet mengen. De Minister vervolgde in de Avondvergadering zijn rede er. zette toen de practische bezwaren uiteen tegen opneming van bepalingen over verhoogd Zondags- loon, in de wet of bij maatregel van bestuur. Moest de regeling voor vaste en losse arbeiders gelijk, moest ze voor elke haven afzonderlijk zijn? liet ware onmogelijk. Daarenboven zou 't verhoogd loon bewijs worden en dat mag niet van de noodzakelijk heid van den Zondagsarbe'd; en men zou do deur openen voor allerlei wil lekeur van ambtenaren, die 't verlof te geven hebben. Hoezeer dus tot gemeen overleg bereid, meende de Min. dat de Ka mer zijn overtuiging ©p dit princi pieel punt moest eerbiedigen. Do heer Nierstrasz kwam op de principieels bezwaren tegen het vast leggen van verhoogd loon voor Zon- dagsnrbeid. in de wet of bij algemee- nen maatregel niet nader tanig, maar \vees er op, dat dergelijke regelingen 'al bestaan bij sommige ondernemin gen. Ging men wettelijke dwang ma ken, dan zou men het gewone loon verlagen en de arbeider schade lijden. Bpre.vjr achtte ook doorloopende ver gunningen voor Zondagsarbêid voor ipoor-booten onmisbaar, zoo men liet vervoer niet over vreemde havens wil leiden. Bij de replieken, die daarna volg den, verklaarde de heer v. d. Voort van Zijp Er zijn bezwaren doch men ovcr- drijvo die niet en Irachie ze liever door internationale regeling weg ie nemen. Tot dat einde stelde hij, met den lieer Duymaer van Twist, een motie van orde voor, die luier in be handeling zal komen. Dc lieer Van der Voort bracht ten slotte nog eenige wijziging in het amendement, zoodat er 111 gesproken wordt van ,,nsar evenredigheid ver hoogd loon". Dc heer Schaper handhaafde de wenschelijkheid van het bepalen van een mininniin-locn ln (leze regeling, los vun bet beginsel in 't algemeen, en hij weerlegde de bezwaren, door de hoeren Drion, Roodenburg, Van Raal te en den Minister tegen het amende ment aangevoerd, terwijl hij ook de houding van de rechtsche sprekers gispte. Spreker bleef, vv iar het z. i geen lieginsel geldt, op toegeven dooi den Minister aandringen, desnoods faculiatief en niet bij wet of besluit, maar waar de ha ven-commissies het noodig achten. Met alle waardeering van de be doeling bleef de heer Eerdmans het amendement-Van der Voort beet rij den u Is een reglementeering van het kwaad, het uitlokken van Zondags- arbeid door een premie Nu repliek van den heer Duymaer van Twist, die met heftigheid legen de beweringen en „insinuatie" van den heer Eerdmans opkwam en het amendement ook tegenover de bezwa- reu des Ministers bleef verdedigen, wijzigde hij het amendement echter zoo, dat in plaats van „bijzondere om standigheden" wordt gelezen „drin gende reden van builengewonen aard". Door den heer Sa mies werd nog korte!ijk voür dit exceptioneel© geval do ei sol) van minimuni-loou verde digd, lus van de beoordeeling van het beg i mol in 't algemeen uit oecono- rnist a oogpunt De heer De Geer- bleef zich tegen den algeraoenen eisc'b van minimum loon bij de wet vost te leg gen verklaren, maar erkende dc wenschelijkheirt daarvan in exceptl- oneele gevallen, gelijk bij de huisin dustrie en bij geconcessioimeerde be- drijv en. De spreker bleef de verhoudingsge- wijze vërrroogTng van Won geen roge [ling van minimum-loon noemen, doch zou om de wet niet in gevaar te bren gen, liet amend, niet blijven steunen. Na korte opmerkingen van de hee ren Rutgers en Brummelkamp over s Min. gemis aan toegeeflijkheid en tegen het vertoog van den lieer Eerd mans, er. van den hoer Lobman, die in het amend.-v. d. Voort iets anders bleef zien dan een regeling van loon, en 's Min. practische bezwaren onge grond oordeelde. lev ar de de Minis ter nog een korte dupliek en nam t arnend. Duymaer van Twist over, doch bleef het gewijzigd amend, v. d. Voort van Zijp en het amend. Spiek man c.s., ook uJ werd de regeling fa- culltatief aan rte havemcommis overgelaten, bestrijden. Daarom trok de fteefr Schaper het socialistisch amend, in om de wet niet in gevaar te brengen. Na advies van den heer Van Nis pen voor do Commissie van rappor teurs voor zoover aanwezig omtrent het eenig overgebleven amend, verdeeld, werd het debat ge sloten. De stemming over art. 10 en amend.-v. d. Voort werd tot heden uit gesteld. Evenredig kiesrecht. Het dezer dagen aan H. M. de Ko ningin aangeboden verslag der Staatscommissie, ingesteld tot onder zoek van de vraag, welk stelsel van evenredig kiesrecht voor onze verte genwoordigende lichamen het verkies- lijkst is, is thans op verzoek der com missie openbaar gemaakt. Als vrucht van haar arbeid biedt zij aanin de eerste plaats drie ontwer pen van wet tot wijziging onderschei denlijk van de Kieswet, de Provin ciale Wet en de Gemeentewet, waarin belichaamd is het door haar ontwor pen stelsel van evenredig kiesrecht voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer van de Slaten-Gene- raal, der Provinciale Staten en der Gemeenteraden vervolgens een ont- erp van wet tót wijziging van de iieswet en de Provinciale Wet, dat een regeling inhoudt van de verkie zing ook van de leden der Eerste Ka mer naar een ovenredig stelsel, en ten slotte een ontwerp van wet, hou dende de wijzigingen, die in de Grond wet dienen te worden gebracht om in voering van het door de commissie ontworpen stelsel mogelijk te maken. Overeenkomstig de afbakening van haar taak heeft de commissie do raag, of invoering van een stelsel an evenredige vertegenwoordiging wensciiolijk is, niet m haar beschou wingen betrokken. Zij heeft zich be paald tot een keuze uit de verschil lende stelsels en de uitwerking van het stelsel harer voorkeur. De onderzoekingen en beschouwin gen der commissie liepen voorname lijk over de onderstaande vragen of stelsels. 1. Variabel of vast quotient. Te dien opzichte kan de Commissie niet ontkennen, dat alle stelsels, waarhij wgi'dt uitgegaan van het variabel quotient, heb lieu tc arbeiden met berekeningen, die niet aanstonds zoo gemakkelijk kunnen worden ge volgd en getoetst. De toepassing der evenredige vertegenwoordiging loopt daardoor gevaar onbegrepen en dus impopulair te blijven. Aan dit gevaar ontkomt het stelsel van het vaste quo tient. Eén zetel op een vooraf vastge steld aantal stemmen houdt de com missie voor een denkbeeld, dat ieder een onmiddellijk vat. Intusschen zou in het beginsel van -ertegenwoordigende lichamen met een bepaald aantal leden, ingrijpende wijziging moetan worden gebracht bij invoering van een kiesstelsel, dat het aantal vertegenwoordigers doet wis selen niet slechts rnet. het aantal kie zers, maar ook met hunne meer of minder trouwe opkomst aan «Je stem bus. Zoodanige wijziging ach: de com missie niet gerechtvaardigd alleen door de meerdere bevattelijkheid van het steisel van het vaste quotient. 2. Personen- of lijstensteisel. Het lijstensteisel ontleent zijn naam hieraan, dat iedere politieke partij, of andere zich daartoe vormende groep van kiezers, vóór de verkiezing eene lijst van candidaten opstelt en inle vert. En het kenmerk van het stelsel is, dat elke uitgebrachte stem in de eerste plaats toil voor de ingeleverde lijst, dat wil zeggen doet toenemen het aantal stammen, dat beslist over de vraag, hoeveel zetels aan de lijst, d. i. dus aan een partij of kiezers- groep, zullen worden toegekend. Eerst daarna komt aan de orde de vraag, wie van de op de lijst geplaatste can didaten de toegekende zetels zuilen innemen. Daarentegen bij het personenstelsel is het uitsluitend de kiezer zelf, die do mogelijke overdracht van zijn stem regelt. Nimmer kan zijn stem mede werken tot de verkiezing van andere candidaten. dan die hij zelf op zijn stembiljet heeft aangewezen- Kan de Commissie niet ontkennen, dat in theorie het personenstclsel in zoover de voorkeur verdient, dat het de vrijheid van keuze en de onvoor waardelijke eerbiediging van des kie zers wil waarborgt en den kiezer niet voor het alternatief pluatst, zich te onthouden of te stemmen voor een groep van candidaten onder w ie er kunnen voorkomen, (lio hem onwel gevallig zijn daar staat tegenover, dat de in ons land aangenomen wijze van stemmen, waarbij de kiezer zelf zijn biljet moet invullen op het stem bureau, de operatie van liet uitkiezen en rangschikken voor verreweg de meesten ondoenlijk maakt. Deze wijze van stemmen zoudo dus moeten vvor- den prijsgegeven, wat der commissie voorkomt een zeer ernstig bezwaar te zijn. 0è commissie meent daarom voor de verkiezing van de Tweede Kamer het persenenstelsel niet te mogen aan bevolen. Zij geeft de voorkeur aan liet lijstensteisel, dut den kiezer tegemoet komt in de regeling van de overdracht zijner stem, zij het ook dat dit ge- pttard moet gaan. met do beperking van zijn vrijheid, zelf dio overdracht te regelen. Door het lijstensteisel te aanvaarden, zul liet nieuwe kiesstelsel den kiezer de vervulling van zijn taak zoo gemakkelijk mogelijk maken en de thans geldende wijze van uitoefe ning van het kiesrecht onveranderd in stand kunnen worden gehouden. Wat betreft 3 Verdeeling der zetels tusschen do lijsten, ontwikkelt de commissie als de h. i. juiste methode van vordeeling, die, welke het kies- quotlent zóó weet vast te stallen, dat bij deeling daarvan op do aantallen stemmen van elko lijst de som der uit komsten gelijk is aan het getal der te vervullen plaatsen, zoodat alle zetels kunnen worden toebedeeld. Deze me thode handhaaft de evenredige ver deeling van hot aantal zotels zoo ver als mogelijk is bij de ondeelbaarheid van den zetel. Tegen liet denkbeeld der evenredigheid zondigt de metho de, die de onverdeelde zetels toewijst aan de lijsten met de grootste over schotten: aan stemmen, waardoor aan do kleine partijen de kans wordt ge geven op vertegenwoordiging ver bo ven haar sterkte. De commissie aarzelt dun ook niet, de methode der gemiddelden aan te bevelen. Wat de wijze van vaststelling van iiet kies-quotient betreft, geeft de commissie de voorkeur aan de for mule d'Honot, omdat die berekening door het publiek gemakkelijker zal worden begrepen, en vooral, dal zij oen duidelijker en daardoor gemakke lijker te controleeren resultaat ople ert, door haar tabellen van quotiën ten, waarop die, welke recht geven op een zetel zonder moeite kunnen wor den afgelezen. De commissie wenscht niet te zien oorgeschreven, dat de kiezer slechts tusschen lijsten, niet ook tusschen candidaten heeft te kiezen. Ten aan- van deze wordt hem de wet ge heel voorgeschreven door hen, die de lijsten inleveren, dat zijn in de prac tijk de politieke partijen eu haar lei ders. Naar de meening der commissie komt den kiezer ook invloed toe op de beslissing, wie do vertegenwoordigers an zijn partij zullen zijn. Tegenover de stelsels, waarin de kiezer even vele stemmen uitbrengt als plaatsen te vervullen zijn, hetzij Jan rnet, hetzij zonder bevoegdheid tot cumuleejren, behandelt de commis sie de methode, welker grondgedachte verwant is aan die van het llare- stelseL Evenals in dit stelsel heeft de kiezer hier sleohts één stem die hij uitbrengt op den candidaat van zijn oorkour. En ook hier gaat de stem, als zij overtollig is voor de verkiezing van dien candidaat, over op een an deren candidaat. Maar terwijl het ilure-stelsel den kiezer zelf laat beslis sen op wien zijn stem, zoo noodig, zal overgaan, wordt hem in het stelsel, waarvoor de commissie de aandacht. aagt, deze beslissing onthouden. De stem komt ten goede aan een van de andere candidaten der lijst. Maar aan ien, daarover beslist de kiezer niet. Ook, indien werd aanvaard een stelsel waarin de kiezer meer dun een stem uitbrengt, zou daarom naar he", oordeel der commissie, toch de njheid om te stemmen op candida ten van verschillende lijsten (het zoo genaamd p'anacheeren) aan den kie zer moeten worden onthouden. Een lichtzijde van het stelsel der enkele stem is voor de commissie de nagenoeg volkomen zekerheid dat de voormannen der partijen worden ge kozen, wat niet slechts een partijbe lang, maar stellig tevens een alge meen belang is. Zij zuilen in den re gel het aantal stommen behalen voor verkiezing vereischt. De mogelijkheid voor de tegenpartij om hen uit de ertegoi'u woordiging lo weren (decapi- .ceren) is volkomen uitgesloten. Maar wat in dit stelsel bovenal aantrekt, is de eenvoudigheid van zijn toepassing, zoowel voor den bitser als voor hen den uitslag der verkiezing heb ben vast te stellen. Op deze ©n andere gronden ls de commissie eenparig van oordeel, dat voor de rechtstreeksche verkiezingen onzent alleen het stelsel der en kele stem in aanmerk; 113 moet ko men. Intusschen bestaat hij haar die eenstemmigheid niet als hei aankomt op de nadere uitwerking die aan het steisel moet te beurt vallen. Hot Belgische stelsel volgens heb welk de kiezer zijn voorkeur uitdrukt voor een bepaalden candidaat, maar dat, zijn stem, indien zij overtollig is voor de verkiezing van dien candi daat, overgaat op een ander, wcnsch ten eenige leden <lor commissie te vol gen. Zij zien in de bevoegdheid om te stemmen aan het hoofd der lijst de juiste uitdrukking van de juiste ge dachte dat do verkiezingsstrijd moet I loopen over beginselen, niet over per-1 amen. Bij do meerderaeid dor commissie bestaat echter tegen dit stelsel ernsti ge bedenking. Een stelsel dat den kie zer als het ware een aanwijzing geeft om alleen voor een partij te stem men, gaat naar het oordeel der meer derheid van do commissie te ver. Zij wil den kiezer met eiken prikkel ont nemen om zich rekenschap te geien, niot alleen van de partij welke hij steunt, maar ook vun den persoon dien hij als afgevaardigde begeert Z j wenscht vast te houden aan deze grondgedachte van het stelsel dor en kele stem, dat de kiezer zelf den can didaat zijner voorkeur aanwijst. De overdracht der stammen op con candidaat boven het kiesquotient uit gebracht behoort, naar het oordcel van de meerderheid dor commissie, aldus te worden geregeld dat de over tollige stemmen strekken toi verkie zing van do candidaten die Kei RTes- quotient niet hebben bereikt, naar de rangorde d.o deze candidaten op de lijst innemen. Do vrees Van de minderheid der commissie, dut dit stelsel eerder dan het Belgische kan leiden tot een oa- derlingen strijd tusschen do candida ten van dezelfde partij om de meeste stemmen, tot zich te rekken, waarbij allicht de minis', scrupuleus© elemen ten een voorsprong zullen hebben op hun mede-candidolen, deelt de meer derheid niet. Ten slotte v. ijst de commissie voor het stelsel dat haar meerderheid aan beveelt, er met den moésten nadruk op, dat de keuze die het Belgische stelsel geeft tusschen een stem aan het hoofd der lijst en een stem op een bepaalden candidaat, in de wijze van uitoefening van het kiesrecht een complicatie brengt, die men thans ten onzent niet kenl. En daar hot vooral van het groot ste belang lis, dal het nieuwe stelsel althanis van den kiezer niets vergt dan ook het thans geldend stelsel doet, wordt dit in het door do meerderheid d©r commissie voorge staan stelsel volkomen bereikt. Daar in kan ook hel artikel dor kieswet, dat thans de v ijze van stemmen regelt ongew ijzigd bi .j ven. te Territoriale indeeling. Met het beginsel van evenredigli in de vertegenwoordiging verdraagt zich volgens do commissie geen en kel© indeeling m kiesdistricten, dit begrip verstaan als een gebied, waar binnen één of meer afgevaardigden word (Si gekozen, u.triuiiend door de stemmen ui:gebracht binnen dit ge bied, zonder dat die stemmen eonigen invloed hebben op do verkiezing daar buiten. Als een schaduwzijde van elke in- dceling in kiesdistricten noemt zij nog dezte, dat zij do verkiezing in de Twee de-Kamer bemoeilijkt van mannen, die staan buiten de groote politieke organisaties. up grond dat een indeel ing in ki es- dis in eten aan zeer ernstige beden kingen onderhevig is, algeheele ver breking van den localen band even min zonder bedenking is> maar van territoriale indeeling geen afstand kan worden gedaan, meent do com missie zelve, ter vermijding van de bezwaren, aan het districterte.eteel verlKinden, eon stelsel van territoria le indeeling te kunnen voordragen, dat uan verscluilleude stelsels Ls ver wan', maar niet, althans niet noe menswaard, vervain in de fouten der arj.leie systemen. Het komt saamge- -at hnerop neer. Voor de verkiezing van de leden Ier Tweede Kom er wordt het rijk in gedeeld in een aantal doelen, i'11 de, bij het ontwerp tot wijziging der kies wet gevoegde, tabel bepaald op acht ten. Deze deelen worden ln de wet kieskringen genoemd. Evenais in het stelsel der kiesdis tricten stemt in dat van de kieskrin gen de kiezer uisluitend over de lijs ten. die zijn ingeleverd binnen z jn kieskring. Terwijl in hei kiesdistrict oen be- puald aantal zetels worden verdeeld alléén over de candidutenlijsten, in geleverd in dat district, worden iu het stelsel dar kieskringen alle honderd Kamerzetels verdoekt over olie lijsten zamen, onverschillig iu welken kieskring. Zoodra liet veria ©zings- vverk 13 gevorderd tot de verdeel:ng der zetels, naar evenredigheid van het aantal stemmen op elke lijst in'.ge bracht, vallen de grenzen der kies kringen dus weg en wordt heit land één kiesgehiod. Om over loot geheele land de stemmen va.11 haar aanhan gers te verzamelen zal een partij een lijst moeien inleveren in lederen kies kring. Het hier voorgedragen stelsel dwingt de partijen, zich bij de ver kiezing kringsgewijze to organiseeron. De decentralisatie is dus afdoende 'erzekerd. Elke stem, binnen welken kring ook uutgebrac'ht, heeft volko men dezelfde waarde. In het stelsel van het ontwerp der commissie stelt het hoofdstembut eau eiken kievfcnng 1»; aantal stem men vast, daarin uitgebracht voor* elko lijst en op eiken candidaat, zoo- dat hot centraal stembureau in hoofd taak deze gegevens slechts heeft over nemen. 0111 dan op de verdevhnge mot hode toe te passen. Alleen beperkt het stelsel do keus van den kiezer lot de candidaten, dde gesteld zijn bin nen zijn kring. Wel ontveinst de commissie zich niet het bezwaar, dat ln hei stelsel gevallen denkbaar zijn, waarin et Lccaa! verban 1 tusschen kiezer en af gevaardigde niot volledig tot 'zijn re dit komt. Evenwel naar het oordeel der meer derheid van do ermmissie wegen te gen de bezwareidie zij zelve erkent als te kleven aan het door haar ten statte omhelsd svelsel van territoriale 'indeeling, ruimschoots de voordeden op, die hot ao.nh.tedt. Naar ifiet der commissie voorkomt, zouden voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer de meeste provinciën ieder één kieskring kunnen vormen, terw ijl Gelderland en Noordbrabant in twee, Noord-Itollund in drie en Zuid-Holland in vier kieskringen zou-, den kunnen warden verdeeld. Aan het wetsontwerp is een p'roevo van indeeling toegevoegd. G. Voorziening iu tusschentijdsche vacatures. Do commissie steil voor op, dat verkiezingen ter vervulling van luSsohenlijds opengevallen plaat- sou niet passen 111 het stelsel van evenredige vertegen woord i gin g. Ze ker niet in het door de commissie aanbevolen stelsel, waarin liet ge- heoie kiezerscorps in 011s land mort worden opgeroepen om te vóórzien in een enkele vacature. rret Rorai naar voor, aal de Bei- g'scWe regeling, waaraan het denk beeld ten grondslag ligt, dat do plaatsvervangers zullen worden ge zocht ln andere kringen dan waar uit do afgevaardigden voortkomen, noodaloo3 verwikkelingen schept èn voor den wetgever, ón. voo'r den kii zer, én voor hen, die den uitslag der verkiezing hebben vast te stellen. In het Belgische voorbeeld vindt zij geen nleiding af te wijken van den aan gewezen weg ter voorziening in fus- sehentijdsche vacatures, to weten dat hot uitvallend lid wordt vervangen door den candidaat, dio mot hem voorkomt op dezelfde lijst en van de niet verkozen candidaten van de lijst do meeste stemmen heeft behaald. In een stelsel, dat breekt inet tus schentijdsche verkiezingen, kan niet ongewijzigd blijven voortbestaan het laatste lid van art. 90 der Grondwet, dat een lid der Stateri-Generaal bij aanneming, van een bezoldigd staats ambt, dat hij niet reeds tijdens zijl verkiezing vervulde, doet aftreden. De verschillende pogingen, gedaan om het grondwettelijke voorschrift wringen in het kader der evenredige vertegenwoordiging, zijn, naar het oordeel der commissie, niet geslaagd eu kunnen ook niet slagen. De ffcondwet moet dus op dit punt worden gewijzigd, hetzij door het laatste lid van art. 96 te schrappen, hetzij door to doen vervallen de woorden „maar zijn lier kiesbaar. Vier leden der commissie geven de voorkeur aan wijziging in den eerst vermelden zin. De meerderheid der commissie ech ter stelt prijs op het bet.oud van het grondwettelijk beginsel. Haar voor stel is derhalve om in artikel 96, laat ste lid, der Grondwet te sehrapjran do woorden: „maar zijn herkiesbaar." Het gevolg daarvan zal zijn, dut do plaats van den afgetreden© lijdelijk door een ander wordt ingenomen, tot aan zijn herkiezing bij de eenavol gende algemeen© verkiezing. S. Onderzoek der geloofsbrieven. Wordt een gekozene niet toegelaten, dan wenscht de commissi© dit geval op één lijn te stellen niet de bus- schentijdsche vacature, als oplossing ar* is aangewezen, dat in de plaats van den niet toegelaten© treedt do candidaat, die met hem voorkwam dezelfde lijst en die van de nog niet gekozen candidaten op deze lijst de meest® stemmen behaalde. Ook denkt zij aan de moeilijkheid, die in treedt, als aan de verkiezing zelve een fout kleeft, begaan bij de candidant- sterting, bij de stemming en bij het aststellen van den uitslag. Dan toch zou, indien achteraf mocht blijken, dat ten onrechte een lijst als geldig ls toegelaten, of als ongeldig is ter zijde gesteld, over den geheelen kies kring ©en nieuwe stemming plaats moetc-n hebben en in verband met de ze stemming de uitslag van de ver- kiezi ng over het geheel® land op nieuw moeten worden vastgesteld. Om daaraan te ontkomen, wil do commissie het onderzoek naar de gel digheid der lijsten vooraf doen ge schieden, met dien verstande dat de geldigheid der lijsten, zooals zij ten gevolge van dit onderzoek in vast gesteld, v-oor goed vaststaat en een nader onderzoek naar die geïdi-gheid tor gelegenheid van het geloofsbrie- vc-i.onderzoek is buitengesloten. Met het onderzoek der lijsten belast ."bet ontwerp het hoofdstembureau van den kieskring, binnen welken de lijs ten zijn ingeleverd,. Na afloop van den daarvoor ge- gunden termijn doet het hoofdslembiu ieau in een openbare zitting uit spraak over de geldigheid van de lijs- Van. de beslissing staat, indien zij strekt tot ongeCdi gverklari ng van een lijst, of schrapping daarop van een candidaat, beroep open op Gede puteerde Staten. Dit college geeft de eindbeslissing, nadat het beroep is behandeld in een openbare vergade ring. Daar in liet door de commissie ont worpen stelsel de verkiezing over het geheel© laud één samen hangend ge heel uitmaakt, kan liet onderzoek der geloofsbrieven, voor zoover dit 'raakt do verkiezing, niet meer, zooals thans, voor ieder nieuw inkomend lid on zich zelf staan. Een beperking van het onderzoek an den geloofsbrief nil hem, die op treedt ter vervulling van oen tus schentijdsche vacature, is daarvan t onvermijdelijk gevolg. Voor hot evenredig kiesrecht tor ver Kiezing van de Provinciale Staten ko men, naar het oordeel der commissie ©zelfde gezichtspunten 111 aanmer king als voor de verkiezing van de Tweede Kamer. De oommiseie beveelt dan ook voor de Staten hetzelfde stel sel aan. Intusschen brengt het aanvaarden ui dit stelsel de noodzakelijkheid mede om te breken met het grondwet telijk voorschrift van aftreding van de leden bij de helft, welke de wer king van liet voorgedragen systeem der kieskringen zou verstoren, voor zoover dit gericht is op het bewaren van den kraaien band tuss»;h©n af gevaardigde en kieskring. Ter wille van het locaal verband meet dus do gedeeltelijke aftreding der Staten worden opgeofferd. D* verdeeling der verschillende Provinciën in kiesdistricten, waar borgt op afdoende w ijze het locaal element in da gewestelijke vertegen woordiging. De commissie acht het daarom gcwcnscht bij de indecling in kieskringen daaraan zooveel mogelijk aan te sluiten. In de indeeling, zooals dio is ontworpen, zijn daarom de grootere thans bestaande kiesdistric ten overgero-r.en als kieskringen, ter wijl de kleinere bij tweeën of drieën zijn veretniid tot een kring. Voorts zijn in de entworpen tabel bh elkan der gevoegd alle kiesdistricten waar in tnans dc gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, zijn verdeeld, zoodat elk van deze drie gemeenten één kieskring vormt. Voorts stelt de commissie voor, den zittingsduur voor do Statenleden eveneens vast te stellen op vier jaren en dien dus met twee jaren ir; te korten. Voor de gemeentelijke vertegen- •oordiging, word: in het algemeen ook het voor Tweede Kamer en .-.laten aanvaarde stelsel aanbevolen Ook de groote gemeenten kunnen, aar der commissie voorkomt, één onverdeeld kiesgebied uitmaken De commissie vindt geen termen om voor te stellen voor de raadsverkie zingen in kleine gemeenten het meer- derheidsstelsel te behouden. Wel behoeft, naar het oordeel dei commissie, voor deze gemeenten de huidige regeling der periodieke aftre ding van de leden van den Raad wij ziging. De Commissie stelt daarom voor tc de gemeenten, waar dc- Raad bestaat uit vijftien of minder leden, alle leden tegelijk te doen aftreden. De commissie heeft zich afgesraagd, of een regeling van evenredig kies recht voor de Eerste Kamer mogelijk is met behoud van den grondslag ha rer samenstelling, zoonis die is neer gelegd in artikel 82 der Grondwet, krachtens hetwelk door de Staten van elke provincie een zeker aantal leden der Eerste Kamer wordt verkozen. Een minderheid in de commissie hoewel van oordeel, dat een regeling op dien grondslag niet volmaakt wa re, meent dat daaraan in geen geval behoort te worden geraakt. Meent zij <iat de taak der commissie uitsluitend is een regeling te ontwer pen op den tegenwoordigen grondslag van de samenstelling der Eerste Ka mer, de meerdehied der commissie is echter van oordeel, dat op dien grondslag een ook maar eenigszins be vredigende regeling geheel is uitge sloten, zelfs indien wordt gebroken met de aftreding der Eerste Kamer bij gedeelten. Bij de overweging der vraag- Wel ke behoort dan de wijziging te zijn? verdedigde éen lid het denkbeeld met de verkiezing door de Provinciale Sta ten geheel te breken en dc Eerste Ka mer te doen verkiezen door dezelfde kiezers ais die de Tweede Kamer sa menstellen. De andere leden waren echter eenparig van oordeel dat de commissie, naar haar meening in elk geval een stelsel beeft voor te dra gen, waarbij de Staten als kiezers van do leden der Eerste Kamer be houden blijven De commissie heeft overwogen, doch verworpen, het denkbeeld om d« provinciën ter verkiezing van de le den der Eersie Kamer zóó te groepee- ren, dat in elke groep een aantal le den wordt gekozen, voldoende om een evenredige verdeeling van de plaat sen over dc verschillende partijen mo gelijk te maken. De commissie durft niet aan te ra den in elke provincie de verhouding tusschen de bevolking en het aanlal Staten-leden gelijk te maken. Daar door zouden Of in te weinig bevolkte provinciën de Staten uit eer: :e gerh-g aantal leden komen tc bestaan, óf bet aantal Staten-leden in de volkrijkste provinciën bovenmatig worden. Do commissie beveelt ten slotte voor de verkiezing van de Eerste Ka mer het personenstelsel aan, omdat iuer, waar hel aantal kiezers beperkt is eu die kiezers bovendien zijn de le den der Provinciale Staten, alle ver eischt en voor het personenstclsel aan wezig zijn. Voor de uitwerking van hei stelsel heeft de commissie haar keus geves tigd op een systeem dat zeer nadert tot dat door Iiagenbach—Bischoff in erschiüende geschriften omwikkeld. Bij de eerste lezing der stembiljet ten geldt in het stelsel van dezen schrij-.er elk biljet als een stem voor den eerst daarop geplaatsten candi daat, totdat deze hel kiesquotient liet aaDtal stemmen gedeeld door het aantal zetels plus één heeft bereikt, als wanneer de stem telt voor den volgenden, nog niet gekozen candi daat. Zijn, nadat alle biljetten aldus zijn opgenomen, nog niet zoovele can didaten gekozen als zeteLs te vervul len zijn, dan worden de biljetten in dezelfde volgorde andermaal opgeno men, met dien verstande, dat de stem dan teil voor den tweeden can didaat van elk biljet, terwijl als deze reeds gekozen is, of reeds bij de eerste lezing het biljet als. een stem voor hem is gesteld, de volgende, nog niet gekozen condidaat, in diens plaats treedt. Op dezelfde wijze worden de biljetten zoovele malen opgenomen als noodig is oin alle zetels te bezet ten Aanknoopende aan de gedachte, die ten grondslag ligt aan het stelsel- Luppc, ter verdeeling van de aan een lijst toegekende zetels over de candi daten van die lijst, wil daarom «1e commissie, ook bij tweede er. verdere lezingen, de e'.eni laten ge'd::i voor «Ien eersten nog niet gekozen candi daat van het biljet. l)an kan ook een kleine groep, mits zij haar candida ten op al haar biljetten pianist in dezelfde volgorde, zich het haar toe komende aandeel in de zetels verzeke ren. Oss speoialiteitsartikel beveelt zlob z*lf aan en kost 14 CHNT PER ON».

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 7