NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
31e Jaargang No. 9507
Verschijnt drgelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VFTJDA G 19 JÜM 19)4 A
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland „1.65
Afzonderlijke nummers0.02H
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 H
„de omstreken en franco per post 0.45
ültgave der Vennootschap Lonrens Costter. Directeur J. C. PEEREBOOM.
AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regels 75 Cts.: iedere regel meer 16 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ1—, elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing!
50 Cts. voor 3 plaatsingen contant
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uilsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buiten!and6ch Advertentie-Eureau D Y ALTA
Warmoesstraat 76 78, Amsterdam. Telephoon interc. 622P. De Verzekering der (per Week) geabcnnecrc'en wordt gewaarborgd door „The Ooean" Rokln 181, Amsterdam.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TIEN BLADZIJDEN.
EERSTE BI.AD.
BERICHT
asn de Weekiezers.
DE SPOTVOGEL zal In
olaats van heden, MAAN
DAG worden uitgegeven
AGENDA
ZATERDAG 20 JUNI.
Bron gebouw: Concert en vuurwerk.
Schouwburg; Biosc. voorstelling.
Apollo-Theater: Biosc. voorstelling.
Biosc. Theater, Ge. Markt: Voor
telling.
OM ONS HEEN
No. 1938
Ds Crinoline.
Het kan wel zijn, dal wie dit op
schrift lezen er hartelijk om lachen
en zeggen„och kom, zou er in onze
dagen, nadat we pas die mode van
aauwe rokken gehad hebben, kans
op het.weer invoeren van de crinoline
zijn?'' Juist daarom 1 De mode kent
ge-en overgangen, ze doet liever spron
gen. En eedert ze zoo snel wisselt, is
cr nauwelijks iets nieuws te vinden
alleen om deze negatieve reden al zou
het dus best kunnen zijn. dat de cri
noline terugkwam.
Ik geef toe, dat dit een schrikke
lijke mogelijkheid is. Maar dappere
mannen (en vrouwen) durven het ge
vaar onder de oogen zien en of we ons
er van afkeeren, baat in elk geval nie
mendal. Dit is wel zeker, dat geen en
kele mode zoo besoot is als die van
de crinoline en onze hedendaagscbe
vrouwen kunnen, wanneer zij de mo
deplaten van zestig jaar geleden zien,
stellig niet nalaten om te zeggen
„verbeeld je, dat onze grootmoeders
zich zoo kleedden 1"
Jo, ja, dat deden die grootmoeders
wat zullen de hedendaageche da
mes doen, wanneer de crinoline weer
werkelijk, ernstig mode wordt7 Zich
dapper verzetten? Weigeren, zich met
de wonderlijke machine te omknellen?
Helaas, wij mannen durven in dat
opzicht niet op al te veel verzet ho
pen. Zijn niet in den loop van de tij
den dc wonderlijks!e modes ingevoerd
en, na een kort verzet, aangenomen?
Een nieuwigheid uitgezonderd: de
rokbroek. Die hebben de vrouwen ge
lukkig geweigerd. Laat ons hopen,
dat zij diezelfde kracht zullen vin
den, wanneer het dreigement der cri
noline werkelijk op ons neerstrijkt.
Gewoonlijk denkt men, zegt Ernest
I.aut, aan wiens artikel in het Petit
Journal deze bijzonderheden ontleend
worden, dat de crinoline een ontdek
king was uit het Tweede Fransche
keizerrijk, tijdens Napoleon III, maar
in werkelijkheid is ze veel ouder. Aan
het hof van Frans I kleedden sommi
ge dames zich voor de eerste maal in
eeu soort van hoepelrokken en deze
mode keerde, nadat ze twee eeuwen
verlaten was, aan het hof van Lode-
wijk XV terug. Ze werden toen ,,pa-
niers" genoemd en leverden het
sterkst, bewijs, dat bijna niets onover-
wiimelijker is dan de mode Iedereen
lachte er om en spotte er mee, ver
schillende autoriteiten verzetten zich
er tegen, het baatte alles niet. In
draagkoetsen en karossen namen de
deftige dames zooveel ruimte in, dat
cr voor haar begeleiders geen plaats
overschoot; in de salons hinderden
zij elkaar natuurlijk verbazend, zoo
dat de grootste vertrekken nog te
nauw waren.
De eigenlijke crinoline gedurende
het Tweede Keizerrijk was dus de
derde vorm van de overmatig wijde
rok. Aanvankelijk werd ze, zooals uit
den naam bliikt. vervaardigd van
erin (paardenhaar) en diende om de
andere rokken op te houden, maar
daar dit te zwaar was, kwam mer
de gedachte in de japon metalen hoe
peltjes aan te brengen: dat was de
laatste, de definitieve vorm der cri
noline.
Het is misschien interessant, even
na te gaan wie de uitvinder van de
crinoline was Twee Franschen be
twisten elkaar die eer: zekere Person,
bediende in een modezaak, die zelfs
een brevet voor zijn uitvinding heeft
bezeten en dat voor de bescheiden
som van 4000 francs verkocht, en
kere Joseph Thomas, die stierf in
New-York, nadat hij met de crinoline
genoeg geld verdiend had, om er zich
als uitvinder te vestigen. Maar geen
van beiden heeft de meeste crinolines
vervaardigdde grootste leverancier
van het artikel onder het Tweede
Keizerrijk was Ileinderick, de beul.
's Mans vroeger bedrijf was werk
tuigkundige en daar Napoleon III,
die een zachtaardig man was. een
ruim gebruik maakte van zijn recht
van gratie, had de beul heel weinig te
doen en vond bezigheid in het maken
van crinolines. Als ze het geweien
hadden, zouden de dames van dien
tijd ze stellig geweigerd hebben, die
crinolines van den beul.
In weerwil van den hoon, waarmee
ze overladen werd, duurde de crinoli
ne-mode zeven jaar lang. Haar ver
dwijnen werd met algerncene instem
ming begroet, ook van de dames, die
don moed gemist hadden om haar
niet te dragen. Maar er is verschil
tusschen wat verdwenen en wat dood
is: de crinoline was alleen maar tij
delijk van het tooneel, want een jaar
of tien geleden is in Amerika een po
ging gedaan, om haar opnieuw in te
voeren.
Twee elegante dames in Pittsburg
hebben de proef genomen, zijn in een
rijtuig naar het voornaamste winkel
kwartier gereden om aan verschillen
de magazijnen een bezoek te brengen.
Maar nauwelijks waren zij uit het rij
tuig gestapt, of de moeilijkheid deed
zicli voor, dat zij niet door de gewone
winkeldeur konden en door de inrij
poort moestee worden binnengelaten.
Het publiek liep te hoop, drong en
duwde om beter te kunnen zien, zoo
dat de eigenaar van den winkel, be
vreesd voor een overstrooming \an
zijn magazijn, de bezoeksters verzocht
om maar liever te vertrekken en de
politie verzocht, voor haar ruimte te
maken.
De eerste poging mislukte dus deer
lijk, maar daarbij is het niet geble
ven ook elders in de Vereenigdo
Staien werden gelijke pogingen ge
daan en een oogenblik is men daar
zóó beangst voor geweest, dat een
Amerikaansche senator Frank Sm.th
een wetsontwerp heeft ingediend,
waarbij verboden werd, crinolines te
verkoopen, uit te leenen, dus in 't
algemeen af te geven en ook te dra
gen
Het monster stak daarop den Oce
aan over en trachtte Engeland te ver
overen, vergeefs, de Engelsche dames
stichtten een No Crinoline lea
gue (anticrinoline-bond) en ook te
Parijs, Weenen en Berlijn ging het
niet beter. Oude dames hadden er
geen andere dan onaangename herin
neringen aan behouden en het eenige
goede, dat er van de crinoline gezegd
is, betreft een dame uit Straatsburg,
die bij een buitenpartij in een rijtuig
zat. dat omviel; de wielen gingen
over haar heen en men dacht niet an
ders of ze wa6 ernstig gewond, maar
de crinoline had haar beschermd,
zoodat zij er ongedeerd afkwam.
Dat is iets, maar niet genoeg, tegen
over de ontzaglijke nadeelen. Collega
Laut is dan ook overtuigd, dat de
crinoline niet meer in de mode zal
kunnen kamen en ik help het wen-
sclien. Maar zeker er van, vast en
stellig overtuigd, neen dat beu ik
niet.
J. C. P.
Stadsnieuws
Electriciteltsvoorzisnlng.
Gedeputeerde Staten van Noorn-
Holland hebben prae-advies uitge
bracht op de amendementen, inge
diend op he: ontwerp voor een veror
dening inzake de electricileil6voorzie-
ning in Noord-Holland. Wij ontlee-
neii daaraan het volgende:
Art 1. De heereu Duys es. stel-
den voor. om ie bepalen, dat ook voor
de strooiuleveruig. wanneer die door
vereenigingen of vennootschappen
uitsluitend uau haar leden of aandeel
houders geschiedt, vergunning noo-
dig is.
Gcdep. Staten achten dit amende
ment overbodig, daar het bedoelde
geval reeds onder hei voorgestelde
uitikel 1 valt.
Art. 2. De heeren Duys c.s. stellen
voor, om te bepalen, dal Gedep. Sla-
ten binnen zes maanden moeten be
slissen over een aanvrage om ver
gunning tot stroomlevering.
Gedep. Staten nemen deze wijziging
over, al achten zij de practische be-
teekenis er van gering.
De heeren Duys c.s. stelden voorts
voor, om bij mei-beslissing binnen
zes maanden beroep op Prov. Staten
mogelijk te maken.
Daarmede kunnen Gedep. Staien
zich niet vereenigen, omdat, als de
vergunning gegeven zou worden, na
dezen termijn en de aanvrager in be
roep was gekomen tusschen het ver
strijken van den termijn en het ver-
leeuen der vergunning, de aanvrager
nog zou moeten wachten tot de Stalen
vergaderden, waf "veel tijdverlies zou
geven.
De heeren Duys c.s. stelden voorts
voor, om te bepalen, dat B. en W. der
gemeenten in welker gebied de ver
gunning, die aangevraagd is. en zoo
noodig de houders der reeds verstrek
te vergunningen binnen hei bedoeld
gebied in de gelegenheid zullen wor
den gesteld, om gehoord te worden
over de aanvrage.
Gedeputeerde Staten nemen deze
gewijzigde redactie over.
A r t. 4. Een amendenvent-Duys c.s.
op art. 1 strekt, om te bepalen, dat
de ulgcmeene voorwaarden, waaron
der dc vergunning gegeven wordt, na
der door de Provinciale Staien zullen
worden vastgesteld.
Ged. Stalen oordeelen, dal dit
amendement dezelfde strekking heeft,
als liet ainendement-Hubrecht c.s. op
art. 4 c dat van de heeren Van tier
Woerden C£. op art. 4. Tevens heb
ben hierop betrekking de subsidiaire
amendementen AF der heeren
Duys c.s.
Dezo amendementen hebben de
strekking aan Prov. Staten groot-e
ren invloed toe te kennen, bij de be
paling der voorwaarden. Gedep. Sta
ten hebben dit overwogen en nu er bij
vele Statenleden bezwaren bestaan
tegen de groote vrijheid van hande
len. die volgens het ontwerp aan Go-
deputeerde Staten wordt toegekerd,
willen Gedep. Staten, een deel der
subsidiaire amendementen-Duys c.6.,
n.l. A tot C en E, in de verordening
opnemen, mits de bevoegdheid aan
Gedep, Staten wordt verleend om ont
heffing te verleenen van de te stellen
algemeene regelen.
Een afzonderlijk reglement voor die
algemeene regelen te maken, achten
Gedep. Staten niet noodig. Deze kun
nen in de verordeningen opgenomen
worden als art. 4bis en 4 ter.
Het subsidiaire amendement D der
heeren Duys c.6. (regeling van loon,
arlK-ulstijd. echeidscerecht, enz.)
treedt, naar Gedep Staten meencn,
te veel in bijzonderheden voor een al
gemeene regeling. Het beginsel van
dit amendement nemen Gedeputeer
de Staten evenwel over. Hierdoor ver
zekeren Gedep. Staten zich medezeg
gingschap over de arbeidsvoorwaar
den van hen die werkzaam zijn ineen
indichting tot stroomlevering.
Gedep, Staten maken echter be
twaar legen het subsidiaire amende
ment F der heeren Duys c.s. In dit
amendement wordt aan Gedep. Sta
ten de bevoegdheid toegekend om
stroomlevering te verbieden, wanneer
die gebezigd wordt voor huisindus
trie of andere doeleinden, strijdig
met het algemeen belang.
Daar het nog niet voldoende he
kend is, welken invloed het meer al
gemeen gebruik van electrischen
stroom op de nadeelige gevoleen van
huisindustrie uitoefent, is zulk een
maatregel, als de heeren Duys c.s.
voorstellen.nog niet gerechtvaardigd.
Door de bepaling, dat de stroomleve
ring moet zijn ten genoegen van Ged
Staten, kan voldoende er tegen ge
waakt worden, dat de stroom gebruikt
wordt voor doeleinden, strijdig met
het algemeen belang.
Gedeputeerde Staten stellen nu voor
de volgende nieuwe artikelen
4 bis. In de voreninning- aal, ten7.li
Gedep. Staten het onnoodig oordee
len, worden voorgeschreven
lo. dat de aanleg, de instandhou
ding en de exploitatie van de werken,
die dienen tot de levering van elee
trischen stroom, zal geschieden ten
genoegen van Gedep. Staten;
2o. dat de voorwaarden van aan
sluiting en stroomlevering aan do
goedkeuring van Gedep. Stalen on
derworpen zullen moeten worden, we'
ke goedkeuring slechts zal gelden
voor een in de vergunning te bepalen
aantal jaren, na afloop waarvan de
voorwaarden telkenmale wederom
aau de goedkeuring van genoemd col
lege onderworpen zullen moeten wor
den. terwijl het den vergunninghou
der jntusschen vrij zal staan om op
voorwaarden, welke voor den afne
mer gunstiger zijn dan de goedge
keurde, aansluiting te verleenen of
stroom te leveren;
3o dat de arbeidsvoorwaarden ten
genoegen van Gedeputeerde Staten
/.allen moeten worden geregeld;
4o. dat door een vergunninghouder,
ter verzekering van de nakoming der
door hem aanvaarde verplichtingen,
een waarborgsom zal moeten wor
den gestort en in bij de vergunning
aan te wijzen gevallen aangeduid,
welke waarborgsom, volgens bij de
vergunning te stellen regelen, aan
hare bestemming zal worden dienst
baar gemaakt.
Art. 4ter. Bij de vergunning zal
kunnen worden bepaald, dat de Pro
vincie zich het recht voorbehoudt de
werken, die dienen tot levering van
electrischen stroom, tegen vergoeding
der bedrijifswaarde, overeenkomstig
bij de vergunning gestelde regelen,
te naasten, welke naasting intusechen
niet zul kunnen plaats hebben, dan
ingevolge besluit van Provinciale Sta-
A r L 5. De heeren Duys c.s. stel
len voor, om to bepalen, dat evenals
de weigering eener vergunning-aan
vrage ook het inwilligen daarvan met
redenen omkleed moet zijD, omdat
daarmede de belangen van de andere
concessionarissen gemoeid kunnen
zijn.
Gedep. Staten hebben tegen dit
amendement bedenking, maar zijn
bereid een bepaling op te nemen, dat
van elke genomen beschikking een be
redeneerde mededeeling aan de Pro
vinciale Staten zal gedaan worden.
De heeren Duys c.s. en Slingenberg
c.s. stellen voor recht van beroep op
de Provinciale Staten in zake de door
God. Staten genomen beslissingen.
Gedep. Staten ontraden dit ten
sterkste. Een wetgevend orgaan moet
in gevallen als deze volstaan met ge
bruik te maken van zijn recht om de
doorhem gekozen uitvoerders van zijn
wil ter verantwoording te roepen en
te critiseeron. Door dit mogelijk te
maken stellen Gedep. Staten een aan
vulling van art. 5 voor. Bovendien
zou het slechts tweemaal per- jaar ver
gaderen dor Staten en het groot aan
tal leden moeilijkheden veroorzaken.
Beter dan de Staten zou de Kroon
'riet aangewezen college voor beroeps
instantie vormen. Echter ook daarte
gen hebben Gedeputeerden bezwaar.
Do heeren Van der Woerden c.s.
stellen voor te bepalen, dat binnen
hot gebied cerner centrale van een ge
meente eu dat van de gemeenten,
waarmede de eerste gemeente een re
geling heeft getroffen, geen vergun
ning voor stroomlevering door een an
dere centrale wordt verleend.
Gedep. Staten hebben hiertegen be
zwaar, omdat het kan voorkomen,
dat een gemeente met een uitgestrekt
gebied niet leveren wil in afgelegen
deelcu der gemeente.
liet gemeentebelang kan dan vor
deren, dut aan een andere centrale
vergunning tot stroomlevering gege
ven wordt.
Dc heeren Van der Woerden en Vlie
gen stellen voor, om bij uitbreiding
van gemeeuien, die centrales exploi-
Leerou, de gemeentebesturen te ver
gunnen zelf de stroomlevering ter
band te nemen, onder schadeloosstel
ling aan den vroeg eren exploitant.
Dit amendement komt overeen incl
het ainendement-Duys c-s. op art. 13.
Ged. Staten meenen, dat deze rege
ling moet overgelaten worden aan de
wet, die de grenswijziging eeaer ge
meente vaststelt on die met alle in
aanmerking komende belangen reke
ning lioudL Bovendien is het mogelijk,
dat dit amendement in strijd is met
axL 141 der Provinciale Wet.
Bij verordening kan voorts geen
schadeloosstelling worden toegekend.
Dit kan alleen geschieden bij de wet
Art 6. De heeren Hubrecht c.a
stellen voor. dat van beslissingen hou
dende vervallenverklaring eene'r ver
gunning hooger beroep op den koning
mogelijk zijn zaL
Gedeputeerde Stalen achten dit
amendement niet noodig, omdat zij de
redactie van het artikel zoo hebben
gewijzigd, dal bij vervalleuverkla-
nug de Rechterlijke macht dit besluit
zal kunnen controleeren.
A r t i k e 1 7.
De heeren Serrurier en Wibanit
stelden voor om, indien na verloop
van den termijn, voor welken de ver
gunning voor de leveling van eJectri-
sci-en stroom verleend werd, de pro
vincie de electricïteitsvoo'rzieining in
het door den vergunninghouder voor
ziene gebied zelve ter hand neemt, is
zij verplicht tot overneming der in
richting van den vergunninghouder op
den grondslag van een telkenjare vast
te stellen kapitaal sta at. Indien de
provincie op dat tijdstip de vergun
ning aan onderen geeft, dan ge-
scluedt zulks onder dezelfde ver
plichting voor den verkrijger der
vergunning.
Ged. Staten hebben bezwaar te
dit amendement. Zij verwijzen naar
hun antwoord op het afdeellngsver-
slag, waarin uiteengezet is op welke
wijze zij meenen, dat de doo'r de voor
stellers van dit amendement van het
stelsel van Ged. Staten gevreesde na
deelige gevolgen ziullen kunnen wor
den vermeden.
Artikel 8.
Eenige amendementen van de hee
ren Hubrecht c.s. nemen Ged. Staten
over.
Ged. Staten merken evenwel op, dat
zij zich vrijheid voorbehouden om,
waaneer de ervaring mocht leer en,
dat liet gewijzigde artikel niet vol
doende is om ongemotiveerd» tegen
werking bij desa aanleg van electri
se he geleidingen tegen te gaan, de me
dewerking van dc Prov. Staten in te
roepen, om de vroegere redactie, die
i uitzondering maakte voor wo
ningen en daarmee een gdbeel vor
mende afgesloten tuinen en enen
weer te herstellen.
Artikel 13.
De amendementen van de heeren
Duys c.a. en van de heeren Serrurier
W'ibaut achten Ged. Staten van
vrijwel dezelfde strekking. Deze amen
dementen vinden bij Ged. Staten
slechts gedeeltelijke instemming. Zij
zijn bereid bet eerste deel der amen
dementen over te nemen en hun ont-
werp-verordening in dien zin aan te
vullen, dat de verordening op de be
slaande inrichtingen evenmin van
toepassing zal zijn, zoolang zij bun
werkzaamheid niet uitbreiden buiten
de gemeenten, waarmede zij voor 1
April 11)14 contracten omtrent stroom
levering hadden afgesloten.
Verder te gaan komt Ged. Staten
niet gevvenscht voor.
De heeren Duys c.s. hebben ook een
amendement ingediend om in het ar
tikel de bepaling op te nemen, lui
dend: „indien door grenswijziging een
gemeente wordt uitgebreid met een
gebied waarvoor 'reeds aan derden
een vergunning was verleend, kun
nen Ged. Staten, op verzoek der ge
meente, bedoelde vergunning, voor
zoover het toegevoegde territoir be
treft, vervallen verklaren.'
God. Staten ontraden dit amende
ment Door aanneming zou voor den
vergum ning houder groote onzeker
heid worden geschapen, terwijl Ged.
Staten in een zoodanig geval niet
zouden weten op welke wijze de na
deelige gevolgen daarvan zouden
kunnen worden weggenomen.
A r t i k e 1 14.
Aanneming van bet amendement-
Du ys c.8. zal volgens Ged. Staten al
leen noodig zijn waaneer de voorstel
len tot het toekennen van booger be
roep worden aangenomen.
Artikel 15.
Naar aanleiding ven het amende
ment Duys c.s. doen Ged. Staten de
toezegging, dat jaarlijks m het ver
slag omtrent den toestand der provin
cie een overzicht van de electriciteits-
voörziening zul worden opgenomen un
verklaren zich bereid de Prov. Sta
ten steeds wanneer zij dit verlangen,
omtrent dit onderwerp zoo volledig
mogelijk in te Lichten.
Hot uitbrengen van een afzonder
lijk verslag komt Ged. Staten daar
naast overbodig voor.
(Zie vervolg Sladsnieu- s op de 2de
pagina).
GREEPJES.
73.
WATERPOLO.
Tot (Je vreemdsoortigsle uitingen
der clele sport aldus een mijne*
naaste verwanten, die het- waterpolo
in vrije uren beoefeut behoort dat
spel waar ik aan doe! Zoo als je wee;,
speel ik het al sinds jaren met ze
ker enthousiasme, i geen niet weg
neemt dat ik de schaduwzijden deze*
natte Sportbeoefening wei wil zien. Ik
heb het nu over de wedstrijden
de cornpetitiematches!
Stel: je moet in Amsterdam spelen.
De heel e wedstrijd duurt 'n minuut
of twintig, begint om twee uur, en je
bezit dus voor dit kort vermaak een
heelen middag kwijl. Daar trek je je
evenwel niets van aan. Van Haar
lem tot Amsterdam boom je. met je
medespelers over ispeltactiek. Daar
na stap je IJ-waarts, vindt een en
thousiast publiek, dat je tegenpartij
welgezind is en jou naar de maan
wensdht, gaat je verkleeden en be
gint.
LaugB ieder doel liggen zeven man
geschaard; de eme partij is met blau
we, de andere met witte genummerde
mutsen getooid. Ik ben bijv. voor
den scheidsrechter (die gewapend is
met een fluit, een bel en twee vlag
gen): Blauw drie.
De referee smijt den bal in "t mid
den van 't bassin en fluit. Met z n
veertienen stormen we er op af, en
ónze voorste man heeft m, omdat we
wind-tegen hebben, zoodat liet ding
ons vriendelijk tegemoet dobbert. Te
genwind is bij dit vreemde spel een
voordeel!
De bal verblijft de eerste oogenblik-
ken in hot middea-„terreinterwijl
ieder z'n mannetje opzoekt. De aan
blik van het geheel is schoon: zes
maal twee mannetjes, elkaar venijnig
bewakend, zie je dobberen.
Alleen de roodgemuuste keepers lig
gen vrij voor hun lat- en netwerk.
Een der tegenstanders werkt ridb
loe en gaat er vandoor, nagezet door
an heer Blauw-vijf, die 'm niet bij
kan houden.
Het publiek juicht Wit-twee toe,
die nochtans te lang wacht met schie
ten en deswege stuit op mijn buurman
en confrater Bl&uw-vier. Een soort
duel ontstaat; het water rond de twee
kampoenen gelijkt één schuimzee, een
fontein van fijne druppeltjes onttrekt
de strijdenden aan Ihet spiedend oog
van don arbiter. Plots vliegt dc bal
eruit omhoog, maar valt weer recht
omlaag. Jk begrijp, dat mijn kame
raad in de meerderheid komt. Di; is
zijn eerste poging om „weg te wer
ken"; hij begint altijd zoo!
De tweede slaagt beter, en de bal
•liegt naar onze voorhoede. De mid
denvoor schiet, maar nèt passeert de
Zaandamsclie salonboot de zwemin
richting. De keeper der tegenpartij
wordt op de deining omlbooggeheven
en dtept aldus den bal met gemak.
liet publiek applaudisseert.
Vijf seconden later een heftige
scrimmage voor ons doek Mijn legen-
stander en ik nemen er met enthou
siasme aan deel, ofschoon we door het
geweldige spatten van collega Blauvv-
ier (die hiervan een specialiteit
maakt) bijna niets zien. Door een
vochtig waas zie ik iels donkets op
me afkomen, sla er tegen en verdwijn
onmiddellijk in de diepte, door een
koenen duw van Wit-zeven op rcijn
schouder. Juist op dit moment had
ik weinig adem meer tot mijn beschik
king.
Ik bereik den bodem, stijg weer
omhoog en krijg bij mijn wederver
schijning een pluimpje van m'n cap
tain, voor het correcte wegwerken.
Binnen do minui ut heb ik me op
Wit-zeven gewroken, als hij den boi
in handen hooft en ik "m dus mag on
derduwen. Hij maakt hetzelfde uit
stapje, komt aemedbtig boven, en we
maken kennis met een handdruk or
der water.
Een aardige partij! zegt hij
vriendelijk.
Ja nogal stevig! antwoord ik
waardeerend.
We kunnen liet tot de rust samen
best vinden, maar daarna houdt hij
me vast aan een voet, als ik een rush
wil ondernemen. Ik word boas. De
scheidsrechter heeft 't niet kunnen
zien, want het water is wat troebel.
Ouze captain doelpunt eindelijk.