NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 31e Jaargang No. 9507 Verschijnt drgelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VFTJDA G 19 JÜM 19)4 A HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)1.30 Franco per post door Nederland „1.65 Afzonderlijke nummers0.02H Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 H „de omstreken en franco per post 0.45 ültgave der Vennootschap Lonrens Costter. Directeur J. C. PEEREBOOM. AD VERTENTIËN: Van 1—5 regels 75 Cts.: iedere regel meer 16 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ1—, elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing! 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uilsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buiten!and6ch Advertentie-Eureau D Y ALTA Warmoesstraat 76 78, Amsterdam. Telephoon interc. 622P. De Verzekering der (per Week) geabcnnecrc'en wordt gewaarborgd door „The Ooean" Rokln 181, Amsterdam. DIT NUMMER BESTAAT UIT TIEN BLADZIJDEN. EERSTE BI.AD. BERICHT asn de Weekiezers. DE SPOTVOGEL zal In olaats van heden, MAAN DAG worden uitgegeven AGENDA ZATERDAG 20 JUNI. Bron gebouw: Concert en vuurwerk. Schouwburg; Biosc. voorstelling. Apollo-Theater: Biosc. voorstelling. Biosc. Theater, Ge. Markt: Voor telling. OM ONS HEEN No. 1938 Ds Crinoline. Het kan wel zijn, dal wie dit op schrift lezen er hartelijk om lachen en zeggen„och kom, zou er in onze dagen, nadat we pas die mode van aauwe rokken gehad hebben, kans op het.weer invoeren van de crinoline zijn?'' Juist daarom 1 De mode kent ge-en overgangen, ze doet liever spron gen. En eedert ze zoo snel wisselt, is cr nauwelijks iets nieuws te vinden alleen om deze negatieve reden al zou het dus best kunnen zijn. dat de cri noline terugkwam. Ik geef toe, dat dit een schrikke lijke mogelijkheid is. Maar dappere mannen (en vrouwen) durven het ge vaar onder de oogen zien en of we ons er van afkeeren, baat in elk geval nie mendal. Dit is wel zeker, dat geen en kele mode zoo besoot is als die van de crinoline en onze hedendaagscbe vrouwen kunnen, wanneer zij de mo deplaten van zestig jaar geleden zien, stellig niet nalaten om te zeggen „verbeeld je, dat onze grootmoeders zich zoo kleedden 1" Jo, ja, dat deden die grootmoeders wat zullen de hedendaageche da mes doen, wanneer de crinoline weer werkelijk, ernstig mode wordt7 Zich dapper verzetten? Weigeren, zich met de wonderlijke machine te omknellen? Helaas, wij mannen durven in dat opzicht niet op al te veel verzet ho pen. Zijn niet in den loop van de tij den dc wonderlijks!e modes ingevoerd en, na een kort verzet, aangenomen? Een nieuwigheid uitgezonderd: de rokbroek. Die hebben de vrouwen ge lukkig geweigerd. Laat ons hopen, dat zij diezelfde kracht zullen vin den, wanneer het dreigement der cri noline werkelijk op ons neerstrijkt. Gewoonlijk denkt men, zegt Ernest I.aut, aan wiens artikel in het Petit Journal deze bijzonderheden ontleend worden, dat de crinoline een ontdek king was uit het Tweede Fransche keizerrijk, tijdens Napoleon III, maar in werkelijkheid is ze veel ouder. Aan het hof van Frans I kleedden sommi ge dames zich voor de eerste maal in eeu soort van hoepelrokken en deze mode keerde, nadat ze twee eeuwen verlaten was, aan het hof van Lode- wijk XV terug. Ze werden toen ,,pa- niers" genoemd en leverden het sterkst, bewijs, dat bijna niets onover- wiimelijker is dan de mode Iedereen lachte er om en spotte er mee, ver schillende autoriteiten verzetten zich er tegen, het baatte alles niet. In draagkoetsen en karossen namen de deftige dames zooveel ruimte in, dat cr voor haar begeleiders geen plaats overschoot; in de salons hinderden zij elkaar natuurlijk verbazend, zoo dat de grootste vertrekken nog te nauw waren. De eigenlijke crinoline gedurende het Tweede Keizerrijk was dus de derde vorm van de overmatig wijde rok. Aanvankelijk werd ze, zooals uit den naam bliikt. vervaardigd van erin (paardenhaar) en diende om de andere rokken op te houden, maar daar dit te zwaar was, kwam mer de gedachte in de japon metalen hoe peltjes aan te brengen: dat was de laatste, de definitieve vorm der cri noline. Het is misschien interessant, even na te gaan wie de uitvinder van de crinoline was Twee Franschen be twisten elkaar die eer: zekere Person, bediende in een modezaak, die zelfs een brevet voor zijn uitvinding heeft bezeten en dat voor de bescheiden som van 4000 francs verkocht, en kere Joseph Thomas, die stierf in New-York, nadat hij met de crinoline genoeg geld verdiend had, om er zich als uitvinder te vestigen. Maar geen van beiden heeft de meeste crinolines vervaardigdde grootste leverancier van het artikel onder het Tweede Keizerrijk was Ileinderick, de beul. 's Mans vroeger bedrijf was werk tuigkundige en daar Napoleon III, die een zachtaardig man was. een ruim gebruik maakte van zijn recht van gratie, had de beul heel weinig te doen en vond bezigheid in het maken van crinolines. Als ze het geweien hadden, zouden de dames van dien tijd ze stellig geweigerd hebben, die crinolines van den beul. In weerwil van den hoon, waarmee ze overladen werd, duurde de crinoli ne-mode zeven jaar lang. Haar ver dwijnen werd met algerncene instem ming begroet, ook van de dames, die don moed gemist hadden om haar niet te dragen. Maar er is verschil tusschen wat verdwenen en wat dood is: de crinoline was alleen maar tij delijk van het tooneel, want een jaar of tien geleden is in Amerika een po ging gedaan, om haar opnieuw in te voeren. Twee elegante dames in Pittsburg hebben de proef genomen, zijn in een rijtuig naar het voornaamste winkel kwartier gereden om aan verschillen de magazijnen een bezoek te brengen. Maar nauwelijks waren zij uit het rij tuig gestapt, of de moeilijkheid deed zicli voor, dat zij niet door de gewone winkeldeur konden en door de inrij poort moestee worden binnengelaten. Het publiek liep te hoop, drong en duwde om beter te kunnen zien, zoo dat de eigenaar van den winkel, be vreesd voor een overstrooming \an zijn magazijn, de bezoeksters verzocht om maar liever te vertrekken en de politie verzocht, voor haar ruimte te maken. De eerste poging mislukte dus deer lijk, maar daarbij is het niet geble ven ook elders in de Vereenigdo Staien werden gelijke pogingen ge daan en een oogenblik is men daar zóó beangst voor geweest, dat een Amerikaansche senator Frank Sm.th een wetsontwerp heeft ingediend, waarbij verboden werd, crinolines te verkoopen, uit te leenen, dus in 't algemeen af te geven en ook te dra gen Het monster stak daarop den Oce aan over en trachtte Engeland te ver overen, vergeefs, de Engelsche dames stichtten een No Crinoline lea gue (anticrinoline-bond) en ook te Parijs, Weenen en Berlijn ging het niet beter. Oude dames hadden er geen andere dan onaangename herin neringen aan behouden en het eenige goede, dat er van de crinoline gezegd is, betreft een dame uit Straatsburg, die bij een buitenpartij in een rijtuig zat. dat omviel; de wielen gingen over haar heen en men dacht niet an ders of ze wa6 ernstig gewond, maar de crinoline had haar beschermd, zoodat zij er ongedeerd afkwam. Dat is iets, maar niet genoeg, tegen over de ontzaglijke nadeelen. Collega Laut is dan ook overtuigd, dat de crinoline niet meer in de mode zal kunnen kamen en ik help het wen- sclien. Maar zeker er van, vast en stellig overtuigd, neen dat beu ik niet. J. C. P. Stadsnieuws Electriciteltsvoorzisnlng. Gedeputeerde Staten van Noorn- Holland hebben prae-advies uitge bracht op de amendementen, inge diend op he: ontwerp voor een veror dening inzake de electricileil6voorzie- ning in Noord-Holland. Wij ontlee- neii daaraan het volgende: Art 1. De heereu Duys es. stel- den voor. om ie bepalen, dat ook voor de strooiuleveruig. wanneer die door vereenigingen of vennootschappen uitsluitend uau haar leden of aandeel houders geschiedt, vergunning noo- dig is. Gcdep. Staten achten dit amende ment overbodig, daar het bedoelde geval reeds onder hei voorgestelde uitikel 1 valt. Art. 2. De heeren Duys c.s. stellen voor, om te bepalen, dal Gedep. Sla- ten binnen zes maanden moeten be slissen over een aanvrage om ver gunning tot stroomlevering. Gedep. Staten nemen deze wijziging over, al achten zij de practische be- teekenis er van gering. De heeren Duys c.s. stelden voorts voor, om bij mei-beslissing binnen zes maanden beroep op Prov. Staten mogelijk te maken. Daarmede kunnen Gedep. Staien zich niet vereenigen, omdat, als de vergunning gegeven zou worden, na dezen termijn en de aanvrager in be roep was gekomen tusschen het ver strijken van den termijn en het ver- leeuen der vergunning, de aanvrager nog zou moeten wachten tot de Stalen vergaderden, waf "veel tijdverlies zou geven. De heeren Duys c.s. stelden voorts voor, om te bepalen, dat B. en W. der gemeenten in welker gebied de ver gunning, die aangevraagd is. en zoo noodig de houders der reeds verstrek te vergunningen binnen hei bedoeld gebied in de gelegenheid zullen wor den gesteld, om gehoord te worden over de aanvrage. Gedeputeerde Staten nemen deze gewijzigde redactie over. A r t. 4. Een amendenvent-Duys c.s. op art. 1 strekt, om te bepalen, dat de ulgcmeene voorwaarden, waaron der dc vergunning gegeven wordt, na der door de Provinciale Staien zullen worden vastgesteld. Ged. Stalen oordeelen, dal dit amendement dezelfde strekking heeft, als liet ainendement-Hubrecht c.s. op art. 4 c dat van de heeren Van tier Woerden C£. op art. 4. Tevens heb ben hierop betrekking de subsidiaire amendementen AF der heeren Duys c.s. Dezo amendementen hebben de strekking aan Prov. Staten groot-e ren invloed toe te kennen, bij de be paling der voorwaarden. Gedep. Sta ten hebben dit overwogen en nu er bij vele Statenleden bezwaren bestaan tegen de groote vrijheid van hande len. die volgens het ontwerp aan Go- deputeerde Staten wordt toegekerd, willen Gedep. Staten, een deel der subsidiaire amendementen-Duys c.6., n.l. A tot C en E, in de verordening opnemen, mits de bevoegdheid aan Gedep, Staten wordt verleend om ont heffing te verleenen van de te stellen algemeene regelen. Een afzonderlijk reglement voor die algemeene regelen te maken, achten Gedep. Staten niet noodig. Deze kun nen in de verordeningen opgenomen worden als art. 4bis en 4 ter. Het subsidiaire amendement D der heeren Duys c.6. (regeling van loon, arlK-ulstijd. echeidscerecht, enz.) treedt, naar Gedep Staten meencn, te veel in bijzonderheden voor een al gemeene regeling. Het beginsel van dit amendement nemen Gedeputeer de Staten evenwel over. Hierdoor ver zekeren Gedep. Staten zich medezeg gingschap over de arbeidsvoorwaar den van hen die werkzaam zijn ineen indichting tot stroomlevering. Gedep, Staten maken echter be twaar legen het subsidiaire amende ment F der heeren Duys c.s. In dit amendement wordt aan Gedep. Sta ten de bevoegdheid toegekend om stroomlevering te verbieden, wanneer die gebezigd wordt voor huisindus trie of andere doeleinden, strijdig met het algemeen belang. Daar het nog niet voldoende he kend is, welken invloed het meer al gemeen gebruik van electrischen stroom op de nadeelige gevoleen van huisindustrie uitoefent, is zulk een maatregel, als de heeren Duys c.s. voorstellen.nog niet gerechtvaardigd. Door de bepaling, dat de stroomleve ring moet zijn ten genoegen van Ged Staten, kan voldoende er tegen ge waakt worden, dat de stroom gebruikt wordt voor doeleinden, strijdig met het algemeen belang. Gedeputeerde Staten stellen nu voor de volgende nieuwe artikelen 4 bis. In de voreninning- aal, ten7.li Gedep. Staten het onnoodig oordee len, worden voorgeschreven lo. dat de aanleg, de instandhou ding en de exploitatie van de werken, die dienen tot de levering van elee trischen stroom, zal geschieden ten genoegen van Gedep. Staten; 2o. dat de voorwaarden van aan sluiting en stroomlevering aan do goedkeuring van Gedep. Stalen on derworpen zullen moeten worden, we' ke goedkeuring slechts zal gelden voor een in de vergunning te bepalen aantal jaren, na afloop waarvan de voorwaarden telkenmale wederom aau de goedkeuring van genoemd col lege onderworpen zullen moeten wor den. terwijl het den vergunninghou der jntusschen vrij zal staan om op voorwaarden, welke voor den afne mer gunstiger zijn dan de goedge keurde, aansluiting te verleenen of stroom te leveren; 3o dat de arbeidsvoorwaarden ten genoegen van Gedeputeerde Staten /.allen moeten worden geregeld; 4o. dat door een vergunninghouder, ter verzekering van de nakoming der door hem aanvaarde verplichtingen, een waarborgsom zal moeten wor den gestort en in bij de vergunning aan te wijzen gevallen aangeduid, welke waarborgsom, volgens bij de vergunning te stellen regelen, aan hare bestemming zal worden dienst baar gemaakt. Art. 4ter. Bij de vergunning zal kunnen worden bepaald, dat de Pro vincie zich het recht voorbehoudt de werken, die dienen tot levering van electrischen stroom, tegen vergoeding der bedrijifswaarde, overeenkomstig bij de vergunning gestelde regelen, te naasten, welke naasting intusechen niet zul kunnen plaats hebben, dan ingevolge besluit van Provinciale Sta- A r L 5. De heeren Duys c.s. stel len voor, om to bepalen, dat evenals de weigering eener vergunning-aan vrage ook het inwilligen daarvan met redenen omkleed moet zijD, omdat daarmede de belangen van de andere concessionarissen gemoeid kunnen zijn. Gedep. Staten hebben tegen dit amendement bedenking, maar zijn bereid een bepaling op te nemen, dat van elke genomen beschikking een be redeneerde mededeeling aan de Pro vinciale Staten zal gedaan worden. De heeren Duys c.s. en Slingenberg c.s. stellen voor recht van beroep op de Provinciale Staten in zake de door God. Staten genomen beslissingen. Gedep. Staten ontraden dit ten sterkste. Een wetgevend orgaan moet in gevallen als deze volstaan met ge bruik te maken van zijn recht om de doorhem gekozen uitvoerders van zijn wil ter verantwoording te roepen en te critiseeron. Door dit mogelijk te maken stellen Gedep. Staten een aan vulling van art. 5 voor. Bovendien zou het slechts tweemaal per- jaar ver gaderen dor Staten en het groot aan tal leden moeilijkheden veroorzaken. Beter dan de Staten zou de Kroon 'riet aangewezen college voor beroeps instantie vormen. Echter ook daarte gen hebben Gedeputeerden bezwaar. Do heeren Van der Woerden c.s. stellen voor te bepalen, dat binnen hot gebied cerner centrale van een ge meente eu dat van de gemeenten, waarmede de eerste gemeente een re geling heeft getroffen, geen vergun ning voor stroomlevering door een an dere centrale wordt verleend. Gedep. Staten hebben hiertegen be zwaar, omdat het kan voorkomen, dat een gemeente met een uitgestrekt gebied niet leveren wil in afgelegen deelcu der gemeente. liet gemeentebelang kan dan vor deren, dut aan een andere centrale vergunning tot stroomlevering gege ven wordt. Dc heeren Van der Woerden en Vlie gen stellen voor, om bij uitbreiding van gemeeuien, die centrales exploi- Leerou, de gemeentebesturen te ver gunnen zelf de stroomlevering ter band te nemen, onder schadeloosstel ling aan den vroeg eren exploitant. Dit amendement komt overeen incl het ainendement-Duys c-s. op art. 13. Ged. Staten meenen, dat deze rege ling moet overgelaten worden aan de wet, die de grenswijziging eeaer ge meente vaststelt on die met alle in aanmerking komende belangen reke ning lioudL Bovendien is het mogelijk, dat dit amendement in strijd is met axL 141 der Provinciale Wet. Bij verordening kan voorts geen schadeloosstelling worden toegekend. Dit kan alleen geschieden bij de wet Art 6. De heeren Hubrecht c.a stellen voor. dat van beslissingen hou dende vervallenverklaring eene'r ver gunning hooger beroep op den koning mogelijk zijn zaL Gedeputeerde Stalen achten dit amendement niet noodig, omdat zij de redactie van het artikel zoo hebben gewijzigd, dal bij vervalleuverkla- nug de Rechterlijke macht dit besluit zal kunnen controleeren. A r t i k e 1 7. De heeren Serrurier en Wibanit stelden voor om, indien na verloop van den termijn, voor welken de ver gunning voor de leveling van eJectri- sci-en stroom verleend werd, de pro vincie de electricïteitsvoo'rzieining in het door den vergunninghouder voor ziene gebied zelve ter hand neemt, is zij verplicht tot overneming der in richting van den vergunninghouder op den grondslag van een telkenjare vast te stellen kapitaal sta at. Indien de provincie op dat tijdstip de vergun ning aan onderen geeft, dan ge- scluedt zulks onder dezelfde ver plichting voor den verkrijger der vergunning. Ged. Staten hebben bezwaar te dit amendement. Zij verwijzen naar hun antwoord op het afdeellngsver- slag, waarin uiteengezet is op welke wijze zij meenen, dat de doo'r de voor stellers van dit amendement van het stelsel van Ged. Staten gevreesde na deelige gevolgen ziullen kunnen wor den vermeden. Artikel 8. Eenige amendementen van de hee ren Hubrecht c.s. nemen Ged. Staten over. Ged. Staten merken evenwel op, dat zij zich vrijheid voorbehouden om, waaneer de ervaring mocht leer en, dat liet gewijzigde artikel niet vol doende is om ongemotiveerd» tegen werking bij desa aanleg van electri se he geleidingen tegen te gaan, de me dewerking van dc Prov. Staten in te roepen, om de vroegere redactie, die i uitzondering maakte voor wo ningen en daarmee een gdbeel vor mende afgesloten tuinen en enen weer te herstellen. Artikel 13. De amendementen van de heeren Duys c.a. en van de heeren Serrurier W'ibaut achten Ged. Staten van vrijwel dezelfde strekking. Deze amen dementen vinden bij Ged. Staten slechts gedeeltelijke instemming. Zij zijn bereid bet eerste deel der amen dementen over te nemen en hun ont- werp-verordening in dien zin aan te vullen, dat de verordening op de be slaande inrichtingen evenmin van toepassing zal zijn, zoolang zij bun werkzaamheid niet uitbreiden buiten de gemeenten, waarmede zij voor 1 April 11)14 contracten omtrent stroom levering hadden afgesloten. Verder te gaan komt Ged. Staten niet gevvenscht voor. De heeren Duys c.s. hebben ook een amendement ingediend om in het ar tikel de bepaling op te nemen, lui dend: „indien door grenswijziging een gemeente wordt uitgebreid met een gebied waarvoor 'reeds aan derden een vergunning was verleend, kun nen Ged. Staten, op verzoek der ge meente, bedoelde vergunning, voor zoover het toegevoegde territoir be treft, vervallen verklaren.' God. Staten ontraden dit amende ment Door aanneming zou voor den vergum ning houder groote onzeker heid worden geschapen, terwijl Ged. Staten in een zoodanig geval niet zouden weten op welke wijze de na deelige gevolgen daarvan zouden kunnen worden weggenomen. A r t i k e 1 14. Aanneming van bet amendement- Du ys c.8. zal volgens Ged. Staten al leen noodig zijn waaneer de voorstel len tot het toekennen van booger be roep worden aangenomen. Artikel 15. Naar aanleiding ven het amende ment Duys c.s. doen Ged. Staten de toezegging, dat jaarlijks m het ver slag omtrent den toestand der provin cie een overzicht van de electriciteits- voörziening zul worden opgenomen un verklaren zich bereid de Prov. Sta ten steeds wanneer zij dit verlangen, omtrent dit onderwerp zoo volledig mogelijk in te Lichten. Hot uitbrengen van een afzonder lijk verslag komt Ged. Staten daar naast overbodig voor. (Zie vervolg Sladsnieu- s op de 2de pagina). GREEPJES. 73. WATERPOLO. Tot (Je vreemdsoortigsle uitingen der clele sport aldus een mijne* naaste verwanten, die het- waterpolo in vrije uren beoefeut behoort dat spel waar ik aan doe! Zoo als je wee;, speel ik het al sinds jaren met ze ker enthousiasme, i geen niet weg neemt dat ik de schaduwzijden deze* natte Sportbeoefening wei wil zien. Ik heb het nu over de wedstrijden de cornpetitiematches! Stel: je moet in Amsterdam spelen. De heel e wedstrijd duurt 'n minuut of twintig, begint om twee uur, en je bezit dus voor dit kort vermaak een heelen middag kwijl. Daar trek je je evenwel niets van aan. Van Haar lem tot Amsterdam boom je. met je medespelers over ispeltactiek. Daar na stap je IJ-waarts, vindt een en thousiast publiek, dat je tegenpartij welgezind is en jou naar de maan wensdht, gaat je verkleeden en be gint. LaugB ieder doel liggen zeven man geschaard; de eme partij is met blau we, de andere met witte genummerde mutsen getooid. Ik ben bijv. voor den scheidsrechter (die gewapend is met een fluit, een bel en twee vlag gen): Blauw drie. De referee smijt den bal in "t mid den van 't bassin en fluit. Met z n veertienen stormen we er op af, en ónze voorste man heeft m, omdat we wind-tegen hebben, zoodat liet ding ons vriendelijk tegemoet dobbert. Te genwind is bij dit vreemde spel een voordeel! De bal verblijft de eerste oogenblik- ken in hot middea-„terreinterwijl ieder z'n mannetje opzoekt. De aan blik van het geheel is schoon: zes maal twee mannetjes, elkaar venijnig bewakend, zie je dobberen. Alleen de roodgemuuste keepers lig gen vrij voor hun lat- en netwerk. Een der tegenstanders werkt ridb loe en gaat er vandoor, nagezet door an heer Blauw-vijf, die 'm niet bij kan houden. Het publiek juicht Wit-twee toe, die nochtans te lang wacht met schie ten en deswege stuit op mijn buurman en confrater Bl&uw-vier. Een soort duel ontstaat; het water rond de twee kampoenen gelijkt één schuimzee, een fontein van fijne druppeltjes onttrekt de strijdenden aan Ihet spiedend oog van don arbiter. Plots vliegt dc bal eruit omhoog, maar valt weer recht omlaag. Jk begrijp, dat mijn kame raad in de meerderheid komt. Di; is zijn eerste poging om „weg te wer ken"; hij begint altijd zoo! De tweede slaagt beter, en de bal •liegt naar onze voorhoede. De mid denvoor schiet, maar nèt passeert de Zaandamsclie salonboot de zwemin richting. De keeper der tegenpartij wordt op de deining omlbooggeheven en dtept aldus den bal met gemak. liet publiek applaudisseert. Vijf seconden later een heftige scrimmage voor ons doek Mijn legen- stander en ik nemen er met enthou siasme aan deel, ofschoon we door het geweldige spatten van collega Blauvv- ier (die hiervan een specialiteit maakt) bijna niets zien. Door een vochtig waas zie ik iels donkets op me afkomen, sla er tegen en verdwijn onmiddellijk in de diepte, door een koenen duw van Wit-zeven op rcijn schouder. Juist op dit moment had ik weinig adem meer tot mijn beschik king. Ik bereik den bodem, stijg weer omhoog en krijg bij mijn wederver schijning een pluimpje van m'n cap tain, voor het correcte wegwerken. Binnen do minui ut heb ik me op Wit-zeven gewroken, als hij den boi in handen hooft en ik "m dus mag on derduwen. Hij maakt hetzelfde uit stapje, komt aemedbtig boven, en we maken kennis met een handdruk or der water. Een aardige partij! zegt hij vriendelijk. Ja nogal stevig! antwoord ik waardeerend. We kunnen liet tot de rust samen best vinden, maar daarna houdt hij me vast aan een voet, als ik een rush wil ondernemen. Ik word boas. De scheidsrechter heeft 't niet kunnen zien, want het water is wat troebel. Ouze captain doelpunt eindelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 1