iumEM's Dagblad Liefdedroom DERDE BLAD Zaterdag 11 Juli 1914 Mcildienst naar Ned. Indlë. De verzending van brieven enz. deoft deze week plaats als volgt: Over Genua, Woensdag 15 Juli. (Laatste buslichting 3 u. 25 min. 'a- i morgens). a Voarloopige verzending roods den 1 portgen da.g, vóórmiddags 11 u. 30 m. 0 Over Brindisi, Vrijdag 17 JulL S (Laatste busliciiting 12 u. 30 'a naui.) Behalve correspondentie voor Atjeh Oostkust, Palembang, Riouw, Banka, Bllliton en Borneo, alleen die, welke van een desbetreffende aanwijzing is voorzien. Over Amslerdam, met de zoogen. Zeepost, Zaterdag 18 Juli. (Laat- ite husiiehtiug 3 u. 25 in. 'a morgens). liet port van met deze gelegenheid le zenden brieven bedraagt 5 cent per W gram, dat der briefkaarten 2 1/2 ot per stuk, en dat van drukwerk éón cent per 50 gram. Om nog met deze gelegenheid te kunnen worden verzonden, moeten postpakketten Vrijdag vóór 9,30 's av. ien postkantore zijn bezorgd. NAAR SURINAME. Dinsdag 14 Juni, Laatste bus- liohting 2.35 's-morgena. Vrijdag 17 Juli (zoogenaam de Zeepost). Laatste buslichting 3.25 'i morgens. Om nog met deze gele- ;enheid te kunnen worden verzonden moeten postpakketten daaga te voren ten postkantore bezorgd worden. Het port van brieven, briefkaarten en drukwerk ia gelijk aan dat voor Ned.- Dost-Indië. 1 Wij doen uildrukkolijk opmerken, - dat bedoeld wordt de buslichting aan ft i Hoofdpostkantoor in da Zijlstraat. 1 Pers-Overzicht NOG EEN OORDEEL OVER BARBAARSCH NEDERLAND. In zijn Stemmen voor Waarheid 0 en Vrede zegt dr. A. W. Bronsveld over het gebeurde te Harderwijk, het volgende: lk heb mij diep geschaamd over f Harderwijk, mijn vaderstad. En 't heeft mij groot leed gedaan, dat uit Haarlem, uit Utrecht, en zoo menige andere plaats in ons land berichten kwamen, die een slecht getuigenis gaven van de kwaadaardigheid van 't opkomend geslacht. Laat ons niet treden in een vergelijking met ande re tijden en andere landen. Toch wil 't mij voorkomen, dat de indruk dien niet alleen de echte 1 straatjongen, maar over 't algemeen do jeugd in 't openbaar op ona maakt, absoluut ongunstig is. Ver- I nielzucht en baldadigheid nemen hand over hand toe. Ledig slaande kuizen worden beschouwd als een gelegenheid, om er zijn moedwil aan Bot te vieren. Men moet de venster ruiten door planken beveiligen tegen de steenen, waarmee ze anders wor- don verbrijzeld. Siraatvuil is maar al te vaak het I projectiel, waarmee voorbijgangers besmet worden. Geen boom, geen bloem, geen dier is meer veilig tegen don lust om te schenden, en t© vertre den. Menschen met lichaamsgebre ken worden nagejouwd. Met sneeuw ballen werpt men bij voorkeur niet naar kameraads maar naar zwak ken en ouden van dagen. Dikwerf kookt ons het bloed als wij zoo moed willig ons jeugdig groen zien vernie len, of een dier zien mishandelen. Zeg er iets van en gij wordt over; laden met de gemeenste scheldwoor denDoch, waartoe gewezen op hetgeen wij allen gedurig zien en betreuren. Wij verwachten niet., dat die jon gens, opgroeiend in een ruwe omge ving, toonbeelden van zachtheid zul len 2ijn, maar wat ons bedroeft is, dat alle gevoel van betamelijkheid, van ridderlijkheid en piëteit bij hen Ontbreekt. Er zijn natuurlijk uitzon deringen, maar het type doet ons den ken aan den barmhartigen noorde- wind, die ons doet huiveren. Zijn dat nu de vruchten, zoo vra gen wij, vari al onze inspanning tot welzijn van de kinderen onzes volks? Wat laten onze bewaarscholen, voor bereidende scholen, lagere scholen, h'êrlïaïïngSBchoIert, zondagsscholen wat laten al die fraaie lokalen, voortreffelijke leermethoden, leer plicht, enz. na? 't Is dikwerf om wan hopig en moedeloos te worden. Er moet iets aan dat alles haperen, De vrienden van het openbaar en die van christelijk onderwijs hebben el kander niets te verwijten. De straat jeugd is zoowel van neutrale als van christelijke afkomst, en samen boe ten zij him moedwil ook aan 't ver nielen en schenden van wijkgebou- wen en kerken. Wij weten 't bij on dervinding. Ik herinner mij, dat mr. van der Brugghen als tuchtmiddel in zekere gevallen lichamelijke straf fen aanbeval. Hij nam de woorden van een Duitscher over: Sie sollen gepeitscht werden. Ik geloof ook, dat een jongen, die een laagheid begaat, moet opgepakt en gevoelig aan den lijve gestraft worden. Natuurlijk moe ten do zedelijke middelen tot verbe tering niet nagelaten worden, maar toereikend zijn ze niet. Ik weet, dat veel pedagogen van hetzelfde gevoe len zijn. liet klinke niet barbaarch tegenover „Baarbaarsch Nederland." ELECTRICITEIT VOOR HEEL NEDERLAND. Het staat voor don schrijver van „Electriciteils-voorziening in Neder land", J. J. W. van Loenen Martinet, (in „Vragen des Tljds") vast. dat vele streken reeds thans aan goedkoop© electriciteit zouden geholpen zijn ais de Regeering niet belemmerend ware opgetreden. De redenen, die in 1904 liet jaar waarin een staatscommissie voor electrische geleidingen geïnstalleerd werd drongen tot oen algemeerie regeling van het electrische bedrijf bij de wet, zijn klemmender gewor den. „Men zou daarom hebben mogen verwachten dat, waar sinds 1911 een wetsontwerp der Staatscommissie van 1904, regelende het geheele clectrici- teitsbedrïjf, ter beschikking der Re.- geering lag en waarbij ©en van de hoofdvoorwaarden van een snelle ontwikkeling van dat bedrijf afdoen de regeling vond, te weten het verlee- nen aan de electrische geleidingen, onder bepaalde omstandigheden, van een doordringingsrecht over en in particuliere en openbare gronden, do Regeering allereerst die al ge mee no regeling ter hand genomen zou heb ben." Blijkens den considerans en meer nog volgens de toelichting van het wetsontwerp, dat 22 Maart 1913 aan de Tweede Kamer is gezonden, acht meent de heer Van Loenen Marti net de Regeering eene regeling van de olectriciteits-voorzïening voor het geheele land thans echter van meer belang dun de bovenbedoelde alge meen© wettelijke regeling. Als do Regeering in de memorie van toelichting zegt, dat concentratie van do electriciteitsproductie in groo ve inrichtingen wordt tegengehouden doordat de ondernemers alleen met hun eigen belang te rade gaal», acht de schrijver dit slechts ten dcele juist. „De oprichting van te veel kleine centrales is in de hand gewerkt door het ontbreken van oen wettelijke rege ling had deze bestaan dun zou me nige gemeentelijke centrale reeds eerder hare vleugels buiten de ge meente hebben uitgestrekt dooh in stede van in deze richting te werken, heeft de Regeering in 1911 een nieu we Staatscommissie beuoemd, heeft zij de totstandkoming van electrische ondernemingen tegengehouden door omtrent aanvragen tot vergunning om de electrische geleidingen in open bare gronden te mogen leggen, geen ■beslissing te nemen, en is zij zoozeer overtuigd van de noodzakelijkheid ©ener verdeeling in districten, dal zij, alvorens het verslag der commissie van 1911 af te wachten, dit wetsont werp indient ©n vóór <lit tot wet ge worden is, in afwachting daarvan, concessies verleent, gebaseerd op deze wet, met het gevolg dat thans een ware „rush" voor dergelijk© con cessies valt waar te nemen. Aan het wetsontwerp ligt d© goede gedachte ton grondslag, dat misdeelde streken door het verstrekken van goedkoop electrisch arbeidsvermogen dienen ge holpen l© worden in de concurrentie met beter gelegen landsgedeelten, en het zij erkend dat hiermede een alge meen belang gemoeid is ©n ingrijpen van deri staat o-p den duur noodïgzal zijn; doch evenzeer slaat het o. i. vast, dat vele streken reeds thans aan goed koop® electriciteit geholpen zouden zijn, als de Regeering niet belemme rend ware opgetreden." D© schrijver handelt daarna over de voorgestelde regeling, welke hij ■zoowel voor de nieuwe concessionna- rissen als voor de gemeenten, die vroeger concessie hebben verleend aan particulier© ondernemingen, en ook voor deze zelve bezwarend en on billijk acht, zoodat wil men het wetsontwerp handhaven ter wille van het hoofdbeginsel: verdeeling van Ne derland in districten voor eleetrici- löiï'svoerzïening dit z. i. ©en belang rijke omwerking zal moeten onder gaan. STEMPLICHT. „Het Vaderland" bepleit bij de in voering van evenredige vertegen woordiging sten plicht Zoodra het een staatsbelang geacht wordt, dat de rezeering op de noog- t© is van de denkbeelden en inzich ten der kiezers, mag de nalatigheid van dezen in het uitvoeren van hun recht dat staaitsbelang niet schaden en moet dat recM wel omgezet wor den in een plicht En dat wordt eerst recht duidelijk als men zich indenkt in heit geval, dat alle kiezers in een district eens, orr. een bepaalde grief tegen de regeering, zouden weigeren aan de f hemming1 deel te nemen. Welnu als één dat straffeloos mag doen, dan mogen allen het doen, maar van dit laatst© zal wel nie mand de consequentie durven of wil len aanvaarden. De tegenstanders van stemplicht beweren, da*, het dvang stelt in de plaats van recht, dat liet on-demo- cratisch is en dat het zal leiden tot een ontelbaar aantal vervolgingen tegen do onwil li gen. We wenschen deze drie grieven even onder de oogen te zien. In do eeiïhe plaats iets, over den dwang, die in dit geval mirabile dictu heit meest juist als grief wordt aan gevoerd, door hen, die van allerlei soort dwang in den uilgebreidsten zin des woords niet afkeerig zijn, wanneer het geldt te bereiken wat in hun oog maatschappelijke verbe tering is. Die dwang heeft voor ons alleen dit bedenkelijke, als rnen ie mand zou dwingen een keuze te doen uit personen, die hem geen van allen aanstaan, of als de Evenredige Vertegenwoordiging er is uit par tijen, die geen van allen beoogen wat hij wil; er zijn n.u eenmaal van die hyper-individual is'igeli© naturen. Maar juist met het oog op dezen spraken wij van opkomst/plicht; het is ons genoeg als de Kieswet den kie zer maar dwingt op den dag der stemming ter stembus te komen; de bovengenoemde kiezer kan dan, als ook bij de evenredige vertegenwoor diging liet couloirstelsel lie houden blijft, in het hokje zijn stembiljet waardeloos naken. Moehtt men ech ter met do invoering van evenredige vertegenwoordiging een wijze van kiezen invoeren, waarin slechte de keuze overblijft tusschen stemmen en niet stemmen, dan zou naar analo gie van art. 7 3o. der Leerplichtwet een artikel in de Kneswet kunnen worden opgenomen, waarbij de kie zer, die verklaart overwegend be zwaar te hebben tegen alle partijen, waaruit hij geroepen is eene keuze te doen, van het uitbrengen van zijn dein wordt vrijgecteld. En dan zou men weldra zien, dat, net als dit hij de Leerplichtwet het geval is ge weest, al heel weinig kiezers van die bovoegdhoid zouden gebruik maken en dat degeen, die dat wel deed, dit •zeker slechts een paar keer zou doen. Het ligt toch nie>. iu onzen landaaid werkeloos te blijven, waar velen bij een zijn om zaken te doen. DE NEDERLANDSCHE OFFI CIEREN IN ALBANIë, 't A 1 g. Handelsblad ontving een schrijven van een lezer, die meerit dat onze officieren teruggeroepen moeten wjrden. De redactie teelcont daarbij aan En ieder zal hot wel met den schrij ver van het stuk eens zijn, dat do Officieren in Albanië volkomen het recht heblien te weigeren een taak te vervullen, die zoozeer verschilt vun den regelenden en organiseorenden arbeid, dien zij op zich zouden ne men, dat zij zedelijk en feitelijk vol komen verantwoord zouden zijn, tot d© mogendheden dio hen uitnoodig- den een moeilijken plicht in Albanié te aanvaarden, te zeggen „nu gij ons alle hulpmiddelen onthoudt om het werk te doen, dat gij ons hebt opge dragen, en ons zelfs bij onzen arbeid tegenwerkt, nu er mede, dank zij uw houding, geen vorstendom Albanië meer is, waarin wij do politie moeten organiseeren, stellen wij liet ons ge geven mandaat weder te uwer be schikking." Maar wanneer van „terugroepen" gesproken wordt, vragen wij ons af, wie terugroepen kan en moet Die officieren zijn op hot oogenblik niet meer in Nederlandschen, doch in Albaneeschen dienst. Zij zijn vrij, zei ven t© beslissen, zelven to oordeeten en te handelen. Waren zij, vóór zij tijdelijk in Albaneeschen dienst over gingen, niet Nederlandsch officier ge weest, niemand zou or aan denken, voor hen te oordeelen, heter dan die officieren zelven te willen weten wat zij moesten doen, hoe zij moesten han delen. Wij weten niet juist, welke de macht van onze regeering over die Nederlandsche officieren is. Maar 'het is wel zeker dat, al mocht de re- gêcring niet het feitelijke recht heb ben de officieren te gelasten, zich weder in 's-Gravenhage te melden, zij toch zeker wel zooveel druk op hen kan oefenon, dat zij vrijwillig aan den wensch der Haagsche regeering voldoen. Moet daar nu inderdaad op aange drongen worden Moeten die officie ren, wijl zij vroeger in 's lands dienst waren cn later weer in 's lands dienst zullen zijn, do vrijheid missen, die elk anüer burger heeft om zelfstandig te beslissen wat. hij zijn plicht acht? Mogen zij zelven niet vaststellen wan neer zij den strijd voor het vorsten dom Albanië willen opgeven En op welke wijze en onder welko voorwaar den zij dnn hun verbintenis met de mogendheden zullen verbreken Kapitein Sar meent, dat „zij erzioh nu moeilijk van af kunnen maken"... Wij zouden zeggen, dat men dio officieien zelven moet laten oordee len, wat hun recht lijkt, cn dat het er hier slechts op aan komt hun duide lijk te maken dat, mochten zij mee- nen de Durazzo-verwarring den rug to mogen ©n moeten toekeeren, zij hier in Nederland niemand, noch bij do hoogo regeering in Den Haag, noch elders zullen vinden, die meent dat zij daardoor in hun plicht tekort zijn geschoten Wij mogen vertrouwen niet alleen in hun moed, maar ook op hun oor deel, om ter plaatse hun eigen weg te zoeken. Er moet oen middel gevonden wor den om do Nederlandsche officieren, die in dienst van den Mbret gegaan zijn, naai* lietvaderland terug te brengen, zegt het Nieuws van den D a g. Er moet ©en brug gesla gen worden, die zij, eervol, betreden kunnen om dien warwinkel te verla ten. Thomson ia gesneuveld. Sar rnet verlof. Van twee officieien, Verhulst en Reimers, is het zeker, dut zij in handen der opstandelingen" geval len zijn. terwijl het lot van Snellen van Vollenhoven, Doorman en Ma- linckrodt Onzeker is. Hebben wij goed geteld, dan blijven er nog elf Neder landsche officieren over, eenigort in het binnenland en to Walona, de ove rigen te Durazzo. Nu kan men wachten tot ook zij gevangen genomen, gesneuveld of ziek zullen zijn. Maar ons dunkt, dat hel behoorlijker is, op de een of an dere manier hun terugkeer to bewer ken, nu het nog tijd is. De toestand is immers volslagen gewijzigd. Zou bet niet mogelijk zijn, dat van Nederland ©enige pressie uitging, het zij op den Mbret zelf, of anders op ©en der staatshoofden, die invloed op zijn houding moeten hebben, om de Nederlandsche officieren, zij 't voor- loopig, van hun verbintenis te onthef fen, nu zij voorshands toch hun taak niet volbrengen kunnen? Hen, opz'n allerminst, naar Durazzo terug te roe pen, om daar te wachten op het vage kansje, dat de toestand verbetert en zij later nog aan hun eigenlijko laak gezet kunnen worden Op de heel© wereld zou wel nie mand zulk een pressie afkeuren, en in Nederland zou er ©en zucht van verlichting opgaan. DE STAKING TE ZAANDAM. Over de slaking in hot. houtbedrijf te Zaandam schrijft de heer H(arms) in het anti-revolutionaire orgaan „Het Weekblad" het volgende „Zaandam roept om het ©inde". Was het eerst do vraag om een o. 1. zeer billijke loonsverhooglng, thans schijnt do sociale strijd in Zaandam een nieuw stadium ingetreden. Na het gebeurde der laatst.» dagen kan door de niet-Christelijko georganiseer de arbeiders moeilijk moer ontkend worden, dat bet nu ook publiek gaat om de macht in het bedrijf. Als men werkwilligen op zoodanige wijze gaat „overtuigen" van het verkeerde om don arbeid to hervatten, dat de een bijv. den volgenden dag, zenuwziek, te lied ligt en ©en ander den nacht gewapend opzit, uit vrees voor moles tatie, dan bewijzen zulke daden ge noeg. Daden die hoe kan liet an ders ©en niet goring© wijziging brengen in de sympathieën der Zaan- damsche burgerij. Men beluister© maar de gesprekken op straat. Voor onze in staking zijnde of wil men uitgesloten Christelijke arbeiders is het een moeilijk© positie. Zij veroordeelen onvoorwaardelijk het stellen van de machtsquaestie. Zij hebben herhaaldelijk getracht, door onderhandeling den bedrijfs vrede weer te herstellen. En zouden ook zonder twijfel resultaat, gehad hebben zij het minder dan men ge hoopt had indien ze ook thans niot, ter wille van de machtsquaestie, te genover de „rood©" bonden moesten doelen in eenzelfde lothetgeen uit tactisch oogpunt mag verdedigd wor den, maar inderdaad ©en onbillijke en onrechtvaardige houding ls. En dagelijks wordt de ramp over onze gemeente groóter. Uit mcreet en materieel oogpunt. Wat zal er van do onderlinge ver houding van patroon en arbeider in de naaste toekomst moeten terecht komen bij de huidige positie? En van de verhoudingen van arbeider cn middenstander, die hunkert naar liet einde ook al uit financieel belang? Voorat als de stakingsnaweeën zich ook in het winter-hulfjaar voortzet ten. Ook ons gemeentelijk budget roept om liet einde. Hoeveel duizenden guldens haven gelden zouden nu reels minder dan anders ontvangen zijn En hoeveel duizenden zal de inkomstenbelasting een volgend jaar minder opbrengen, gezien de ontzettende verliezen, gele den door patroons, middenstander en werkman Ongeacht nog de stijgende uitgaven ten laste van bet Burgerlijk Aniibe.ituur. Hoeveleu zullen straks werkloos zijn stel al er worden geen rancunemaatregelen genomen wegens liet zich niet. onmiddellijk herstellen van bel bedrijf? Moelang zal het houtbedrijf noodig heblam om z n vorige positie woer in te nemen want hoever is de industrie in deze wekenlange staking achteruit, gegaan, niet liet minst ook tot schade vun den werkgever En dat alles in dezen tijd, nu Zann- dam's financiën ©en crisis doormaken, zooals nooi't te voren. Zaandam verlangt naar het einde." Koloniën DE ALCOHOL IN INDIc. In de Loc. wordt het alcoholvraag stuk voor de inlanders besproken. Van ambtelijke zijde wordt opge merkt! dat het met liet alcoholge bruik onder de inlandsche bevolking zoo'n vaart niet loop':: Er is oen groot verschil tusseneri deze ambtelijke bevinding en de er varingen van zendelingen en particu lieren, die liet inlandsclio leven van nabij kennen. Zoo heeft dr. Bervoets zich op zijn eigen ervaringen en op dio van meerdere anderen kunnen beroepen voor zijne verzekering, dat bevinding de inlander zelfs rcovls zoo het alcoholgebruik onder de inlan ders juist: sterk toeneemt, dat het door gewet orilooze. verkoopers wordt aangedurfd om het gemeen «te l-.cht aan den man te brengen, onder de verzekering, dat het van alle kwalen geneest ©n dat de Europeanen alleen don inlander zoo ver vooruit zijn, om dal zij atcohol gebruiken. Op inlancl- sch© feesten wordt dronkenschap rneor en moer aango'.roffen en de heer Bleye do bekende Middehi-Java-pl&n- ter. verzekerde in den gewestelij ken raad van Semarang, dat naar zijn bevinding de inlanders zelfs reeds zoo darug op stterken drank gesteld is, dal sommigen er ©puim voor laten staan. Mot geheel respect voor ue ambtelijke verzekeringen, hechten wij stellig niot minder waarde aan do opiiue va.n hen, die he. goed met den inlander meer,en en dagelijks mot ben t© maken hebben Nu zal niemand beweren, en nie mand heeft het ook beweerd, dat hot alcohol-gevaar roods onrustbarend is, maar deze gelukkige waarheid als argument te bezigen togen een zoo ge streng mogelijke drankbestrijding, is wol al zeer eigenaardig. Zij, die op een alcoholverbod aansturen, vinden juist kracht voor hun eisch in het feit, dat het alcoliolgevaar nog .slechts in aantocht is, want don is het nog te weren. Of kan het soms do taak van de overheid zijn, de drank ellende ees>. binnen te halen, om dun in de kolonie hetzelfde hopoloozo werk der bestrijding le ondernemen als in het moederland noodzakelijk word? Dat ware de associaliopolltiek te ver gedreven Wij blijven een afdoende o:t oor deelkundige drankbestrijding alleen mogelijk achten door een algemeen verbod voor inlanders, eentgr.zms ge matigd door persoonlijke uitzonde ringen. Er kan nier. genoeg gewaarschuwd tegen een ambtelijk opt'misme ten aanzien van het alcoholkwaad. Wij zeggen: hoe geringer hel kwaad nog is, des le steviger moet net worden bestreden, want dan alleen zal het nog met wolslagen kunnen worden geweerd. EEN VALSCHE MUNTERSBENDE Wij lezen in het Bat. Nbld. ds vol- getulo mocleck-eliiigen van den corres pondent van dit blad te Magelang. Door de politie alhier is in den nacht van Zaterdag op Zondag jl. een goede vangst gedaan. Het gelukte baar nl. dï hand ;e leggen op een bende vaLsche munters. Door haar spionnen was bericht, dat Zaterdag een der leden naar Mo gelang zou ko men, om te trachten liet product aan den man t© brengen. Dit gebeurde ook werkelijk en in weinig tijd was hij geknipt. Bij hot hom afgenomen verhoor bleek dat de man nog ©cn medehelper had, FEUILLETON Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van EFFIE ADELAIDE ROWLANDS. 16) Dat ben ik met u eens, onder brak de ander hem snel. Er is een kleinigheid, die u ft'liijnbaar niet heeft opgemerkt, mijn teer Screed, merkte Dick op. En dat is Dat de heer, die een kaartje nam aan liet. tweede station, als een I vreemdeling werd aangeduid. Voor hen maar daarom nog tuet voor het district, was het ant- I yoord. Als bijzonderheid kan ik u iets I meededen, dat u misschien verbazen I ?hlvan de dozijnen menschen, die jk ondervraagd heb de onniiddel Djko leden van de huishouding uitge- tor.derd schijnt niemand uw vader tan gezicht gekend te hebben. Hij moet liet leven van een kluizenaar ge leid hebben. Do jonge man stond op, en de vin gers \an den detective sloten zich on willekeurig om de rugleuning van den Woel heen, alsof hij klaar stond dit meubelstuk in geval van nood als ver dedigingsmiddel te gebruiken. Zijn grc-ep ontspande zich echter, toen Dick rustig zeide lk geloof, dat 'het tijd wordt, dot ons onderhoud tot een eind komt. Ik ze er geen mogelijk nut in, het te verlengen. Nog een oogenblik, mijnheer Em- berson, zei do ander, met een verzoe kend gebaar. Hel ia mij in den zin ge komen, dat wij onder de papieren van uw vader misschien iets zouden vin den, dat de identiteit van deze twee mannen zou kunnen uitwijzen zoudt uhij aarzelde en vervolgde toen haastig: zoudt u er op tegen heb ben, ze samen met mij te doorzoe ken? Ilij verwachtte niet anders dan een verontwaardigde weigering: hij was er op voorbereid op een poging hem de kamer uit te zetten. Waar hij niet op verdacht was, was dat Dick een sleutel uit zijn zak haalde en hem deze beleefd overreikend, zei hij Als u met mij naar mijn kamer wilt gaan, bent u vrij de papieren van mijn vader naar hartelust te door- snuffelenmaar ik stel me voor, dat u er niet veel aan zult hebben. U heeft ze al doorzocht? Zou ik uw toestemming afge wacht hebben, om dit te doen? De eerste vraag was op een uitda- genden toon gesteld; de tegenvraag op een toon van sarcastische verde diging. De oogen van de twee mannen ontmoetten elkaar met een scherpen blik, als het kruisen van twee zwaar den. Een oogenblik hecrschle er die- po stille.zij werd verbroken door den heer Screed' die, met een veelzeg gend ophalen van zijn schouders, droog opmerkte: Sedert u die voorzorg genomen heeft, zou het weinig nut hebben, of ik hetzelfde al deed. —Dal denk ik ook, gaf Dick terug. Om geheol oprecht tegen u te zijn, mijnheer Screed: mijn mcouing ia, dat er letterlijk in dit geval voor uw talenten niets te deen is. Screed boog beleefd, alsof hij deze afwijzing en erkende nederlaag aan nam, ging hij naar de deur. Zijn vingers hadden zich reedis om den knop gesloten en een diopo zucht van verlichting zweefde op de lippen van zijn tegenstander, toen hij zich plot seling omdraaide en weer een paar stappen de kamer inkwam. Dat ls waar ook, zeide hij, het schiet mij t» binnen, dat ik vergeten heb een bolangrijk feit te noemen. Ons onderzoek in de ruïne, ofschoon in één opzicht vruchteloos, heeft een verwonderlijk getuigenis aan het licht gebracht. Ilij zwoeg en verwachtto een vraag, die niet kwam. Richard Emberson wachtte kalm op wat er komen aou, Screed kwam een stap dichter naar hem toe, en, hem met doordringende blikken aanziend, zei hij Het was op uw bevel, geloof ik, mijnheer Emberson, dat eexüge kan nen petroleum in het koetshuis waren opgeborgen? Do blos van boosheid, die over Dick's gelaat was gekomen, ver dween, om plaats te maken voor een vale bleekheid. Met zichtbare moeite antwoordde hij Verscheidene malen heb ik een auto van een vriend geleend en het waa gemakkelijk cenige kannen pe troleum bij de hand te hebben. Juist. Verwondert liet u te hoo- ren. dat verscheidene van die kannen petroleum verdwenen zijn van de plaats waar zij opgeborgen waren, en dat de overblijfselen van tw ee van hen gevonden zijn in de ruïne? HOOFDSTUK VIII. De anonieme brief. Kom in den tuin, mijnheer Be- van; het is er nu heerlijk, voordat de zon te krachtig wordt, en lk wilde uw raad ergens over inwinnen. De laatste woorden werden door Enid gefluisterd, opdat zij niet ge hoord zouden worden door den kolo nel, die zijn gewone plaats op de veranda ingenomen had en zijn ge liefd werk begon, namelijk het lang zaam. lezen van het dageiijksche nieuws, zooala aan het Britsche pu bliek verteld werd in do boeiende pa gina's van de „Telegraph". Mevrouw Anerley was binnen c-ti bezorgd'o het huishouden, en Dick had, oumiddellijk na het ontbijt, zijn plan, om don geheelen dag naar Lon den te gaan, aangekondigd, zoodat de twee jurigelul feitelijk op elkaar aan gewezen waren. Be van had zijn vriend aangeboden, hem te vergezellen, maar hij had het tamelijk onomwonden antwoord ge kregen. dat Dlck liever alleen wilde gaan. De gelaatsuitdrukking van den jon gen Bevan, toen hij deze afwijzing ontving, leek voel op die van een hond, dio, daar hij zijn meester het huis ziot verlaten, vroolijk met hem meegaat, maar wien kort en bondig bevolen wordt: „Naar huis". Daar „huis" in-dit geval werd voorgesteld door een plaats, waar de tcruggewe- zene zich in zeker opzicht slechts ge duld voelde, 13 het nauwelijks te ver wonderen. d'al de laatst© treurig en vernederd was. Het was blijkbaar tijd om te vertrekken voor hem, zei hij bij zichzelf, en toen hij de dochter des huizes de stoep af volgde naar den tuin, gaf hij uiting aan deze gedachte. Ik geloof werkelijk, dat het be- 1 ter is, dat ik maar afscheid neem die in hot Koetoardjosch© dit winst gevend bedrijf uitoefende. Dort assistent-resident kwam een c-rt ander belangrijk genoog voor om ter/ stond per auto naar de opgegeven dessa :o rijden Om bén uur des nachts kwam men (de assistent-resi dent, eenig© politie-amhtenareii ©n dj gearresteerde} bij den assistent-resi dent van Poerworedjo aan. Doze voegde zich hij het gezelschap cn ging naar lmt opgegeven huis. Do bewoner was eclrer óp bezoek bij een bekende, die c-ori wajang-fuif gaf. De ze was inlupschen spoedig gevonden do verdachte werd gearresteerd on liet onderzoek kon beginnen. J11 een. aan don muur hangend.n hoed waren do matrijzen, waarin do vul-che stuivers worden gegoten, verstopt Deze bestonden uit een paar stuk jes zacht hout, waarin liet gloeiend gemaakte origineel weid geperst Hierm werd dan gesmolten metaal gegoten, afkomstig van de tuben, waarin het opium wordt verpakt en hot geldstuk was gereed. We hebben eenigè van die stuivers gezien cn hoewel zc niot zoo scherp waren als de origineelen, moest men toch nauwkeurig opletten, om ze van de echten te onderscheiden. Ook bij een andc-r bewoner, dier- zelfde dc-fsa werd nog een bezoek ge bracht, waar echter 1. iets verdachts werd gevonden. 's Morgens half zeven -.varen do herren weder te Magolang terug. Een welbestede nacht Nader werd bericht: De onlangs gevatte valsche munter Scntonu legde ecu volledige bekente nis af en wees zijn medeplichtigen aan. Gemengd Nieuws EEN TEGENVALLER. Onder de inwoners van de badplaats Köscn is een paniek uitgebroken. Sinds acht jaar praktiseerde daar een zeer beminde arts, dr. Uicger, wiens specialiteit was, dat hij nooit rekeningen schreef. Als men hem om de rekening vroeg, zei hij altijd: „La ter, later Dari drinken wij wijn, nu drinken wij water." Zoo ging het jaar in jaar uit. En daar dr. Rieger nooit rekeningen schreef keken de patiën ten nooit op een visite nicer of minder en vooral dc luin-vermogende hoofden vun grootu gezinnen leguen beslag op den jongen, wel willenden, ijverigen en onbaatzuchtigon arls. Een paar maanden geleden echter werd de beminde dokter door oen trein overreden en op verschrikkelijke wijze vermorzeld. Men had te meer medelij den met den man, omdat hij binnen enkele dagen in het huwelijk had wil- len treden Men begreep ook dat zijn opvolger minder mild zou zijn. Zijn dood was een groote ramp voor Bad Kösen cn zou een nog grooterc wor den. Want thans... een pijnlijk© verras sing! Alle patiënten van wijlen dr. Rieger hebben van een incasso-bank in opdracht van <U: erven, rekeningen ontvange over de laaDte 8 jaar en wat voor rekeningen I Elke visite ia weliswaar zeer iaag berekend, doch het aantal visites blijkt zeer groot in aantal geweest te zijn. Te zamen be dragen de rekeningen ongeveer 100."000 mark Vele patiënten zijn ra deloos zoo vertelt 't N. v. d. D. PLAATSELIJKE KEUZE IN HET BUITENLAND. West-Virginaa is thans toegetreden tot de zoogenaamde „droge" stalen. De meerderheid der kiezers heeft be slist. da: de verkoop van alcoholische dranken voortaan in dezen staat ver boden zal zijn. Do wet is zeer streng. Een eerst© overtreding is strafbaar met boete ©u gevangenisstraf, voor een tweede overtreding kan zelfs .ot vijf jaren gevangenisstraf worden opgelegd. Advertenties van alcoholhoudend© dranken zijn natuurlijk ook streng verboden. EEN NIEUW KANAAL IN RUS LAND. Het ministerie voor het. verkeerswe zen heeft het plan opgevat tot het aanleggen van een zeekanaal in de Don-mondingen, dat honderd werst lang, 22 tut 25 voet diep eu 50 voet breed zal worden. De kosten van aan leg worden geraamd op ongeveer zes tig nullioeii roebel. binnenland DE KONINGIN. II. M. komt heden (Zaterdag) in de residentie om ov tot nam. 6 1/-4 uur te blijven en dan naar Het Loo terug to keeren. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K. B. is H. N. Brouwer, kan selier bij Hr. Ms. gezantschap te Londen, met tng. van 10 JuLi, bevor- van hier, mompelde hij, met spijt in zijn stem. U bent zeer vriendelijk voor mij geweest, evenals kolonel en me vrouw Anerley; maar, ziet u, Dick wil mij niet toestaan, hem in *t een of ander van dienst te zijn hij sluit mij uit zijn vertrouwendus is cr niets, wat mij zou tegenhouden hier. Wat; ook niet, wanneer ik het u raag? vroeg zij toen, zonder het antwoord af te wachten, voegde zij er overtuigend aan toe: Ileb een beotjfe geduldwacht tenminste nog een paar dagen, liet is zoo'n verlichting voor mij, iemand te hebben, wien ik mijn moeilijkheden kan toevertrou wen! Ziet 11, moeder noch vader be grijpen Dick, zooals u en ik, dus iner kan van hen niet zooveel inschikke lijkheid verwachten. Indien ik lieo een woord vertelde, zouden zij dade lijk boos op hem worden en een uit legging eischen. Zij zweeg en scheen niet zeker te weten, hoe zij verdcf zou gaan. Is er iets nieuws - een speciale moeilijkheid? vroeg hij. Ja dat is het, wat ik u verU Ien wilde; ik ontving vanmorgen eei» alloniemen brief. Edward Bevan zette groote oogen op van verbazing. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 9