<le redeneering van den lieer Slin
genberg.
Spr. vindt den bouwprijs te hoog.
Hij zou bovendien liever enkele wo
ningen willen stichten, dan de dub
bele woningen. Hij maakt er voorts
bezwaar tegen, dat door het dadelijk
afbreken van de perceelen huur ge
mist is.
Spreker zal niet. kunnen stemmen
vóór dit voorstel.
De 'heer JOOSTEN herinnert aan
het adres van het II. A. S. en de
niolio-Slingenberg inzake het wo
ningvraagstuk. 13. en AV. hebben daar
over lieg niet gepraeadviseerd. Zeker
Ss er veel studie noodig, om de zaak
te kunnen booordeelen, maar B. en
iW. hebben geen bezwaar tegen dezen
woningbouw met subsidie. Nu dit zoo
is, moeten zij met die studie klaar
'zijn.
Van dit partieele verbeteren der
woningtoestanden verwacht spreker
weinig.
Op deze manic-r 1»reiken we niet
veel, integendeel, rneent sproker, dit
kan voorgoed den toestand boderven.
Deze vijf dubbele woningen kosten
r 50.000. Een dubbele woning kost dus
10.000 Als men op die manier hot
woningvraagstuk wil oplossen, be
hoeven do huiseigenaren nog niet
bang te zijn voor concurrentie.
Deze woningen zijn dan ook te
duur. Gemiddeld is do huurprijs
y 3.60 zelfs zijn er huurprijzen van
fi.50. Het gaat niet aan, woningen
yan dergelijken prijs 1.60 por week
feubsidio te geven. Met alle waardee
ring voor de bedoeling van do vereo-
niging, meent spreker, dat de ge
meente een dergelijk subsidie niet
mag geven.
Tn 50 jaar zal de verceniging de
huizen afbetaald hebben. Na dien tijd
heeft do vereeniglng dus vijf vrije
dubbele huizen. Daarom heeft zij geen
kapitaal beschikbaar gesteld. Voor
haar bemoeiingen heeft zij na 50 jaar
dus het onbezwaard eigendom.
De bouwvereeniging der gemeente
werklieden doet anders. Die vraagt
alleen een voorschot, geen subsidie,
en geeft na de aflossing de huizen
aan dc gemeente cadeau.
De heer ANDREAE heeft ook l>e-
r.wa ar gehad tegen den hoogen huur
prijs, maar hij is daarvan tcrugge-
jkomen. Als de vereeniging nieuw ter
rein had genomen, buiten do stad ge
legen, kon zij goedkooper werken
maar zij ruimt midden in de stad
slechte toestanden op. Daarom moot
men voor dezen koer het geld over
hebben.
Ofschoon spreker er ook bezwaar
tegen maakt, dat do vereeniging do
gronden reeds aankocht en dus de ge
meente stelt voor een fait accompli
't geen spreker hoopt, dat niet meer
zal gebeuren meent hij toch, dat
het goed zaL zijn de voordracht aan te
nemen.
De lieer' KLEYNENBERG maakt
ook bezwaar tegen de door do veree
niging govolgde handelwijze. Zij had
aan den Raad eerst moeten overleg
gen een geheel plan van de verbete
ringen in do binnenstad. Daarvoor
zoo veel geld noodig zijn, dat is waar,
maar clan kon men de zaak overzien.
Nu tast men in den blinde, wat de
vereeniging in de toekomst wil. De
hoer Slingenberg wil deze voordracht
voor do laatste maal goedkeuren. Uit
dit oogpunt zou spreker geen subsidie
willen goven, immers, inen is hier
niet aan het eind van de woningverbe
tering in de binnenstad men staat
pas aan het begin van een langen
weg. Men moet daartoe eerst weten,
wat c-r nog te doen zal vallen.
Do heer LASSCHUIT wil het voor-
Btel splitsen in tweeën. Het eerste deel
behelst het voorstel om f 14.000 te ge
ven voor den aankoop der woningen.
Dat moet de Raad wel toestaan, want
de vereeniging zit met ihet mes Ln den
buik. Zij moet van dien strop afge
holpen worden.
Maar spieker zou niet willen toe
slaan het geld voor den bouw van de
woningen. Laat men dit plan terug
nemen en vervangen door een an
der.
Do heer KRUSEMAN, voorzitter
Aan de aanvragende vereeniging, is
gevoelig' voor de gebrachte hulde.
De bezwaren komen hieruit voort,
dat men dezo aanvraag lo veel verge
lijkt met die van de vereeniging, wel
ke sprek-r de vereeniging van den
heer Slingenberg wil noemen.
De heer SLINGENBERG Te veel
ee r
Do heer KRUSEMAN merkt op, dat
zijn vereeniging niet werkt tor oplos
sing van liet vraagstuk van den wo
ningnood. Zij wil meer krotten oprui
men, omdat dronkenschap en ziekten
daardoor het best kunnen bestreden
worden. Goede woningen bevorderen
hel huiselijk geluk.
Daarom is hot werk vuil spreker s
vereeniging goed. Zij werkte reeds G
jaren vóór de Woningwet tot stand
kwam en heeft dus daarmee niets te
maken.
Spreker gaat na, welke krotten door
de vereeniging zijn opgeruimd. Tus-
schen Burgwal en Heerenvest waren
de ergste krotten.
Twaalf woningen stonden or. Daar
was do toestand zóó, dat men daar
ma ir een privaat voor de 12 woningen
had. Die zijn nu gesloopt, vervangen
door goede perceelen, cn die zijn da
delijk verhuurd. Nu deze woningen
bij do lleereuvesl.
Do kleine krotten zijn duur, om
dat cio aan de huisjesmelkers betrek
kelijk liooge rente opbrengen. De
eigenaars laten die hooge rente niet
gauw los. Daardoor worden de wonin
gen duur.
Aan de philantropie is een grens.
Geplaatst zijn 200 aandeelen. Maar nu
gaat het plaatsen van aandeelen niet
zoo vlot meer. Hypotheek kan niet go-
nomen worden, omdat de vereeniging
maar 2 procent maakt en zij 4 pCt.
hypotheek zou moeten betalen.
Dc huisjes zouden onbewoonbaar
verklaard worden, wanneer niet de
directrice der vereeniging aan den
directeur van Bouw- en Woningtoe
zicht had verklaard, dat de huizen
toch gesloopt zouden worden. Toen is
er geen work meer van do onbewoon
baar verklaring gemaakt.
Do woningen zijn aangekocht en de
straatjeugd heeft de huisjes gesloopt.,
Wij hebben dat niet gedaan. (Gelaeh).
bevolking daar zoo optreedt. Er valt
met do bevolking daar (in de buurt
van de Heerenvest) niet te spotten.
Pas is een zeer solide schutting ge
maakt en die is nu bij'na alweer ver-'
nield.
S-preker wijst er op, dat een veree
niging als deze in ons land niet be
staat.
Do vereeniging steekt elk jaar f 2000
in de verbetering der woningen. Is
het dan te veel gevergd, dat men van
alle ingezetenen samen f 324 vraagt
Spreker meent dus, dat er alle aan
leiding bestaat om het subsidie te
verstrekken.
Do lieer SLINGENBERG merkt op, i
dat men do subsidie te hoog zou kun-
nen vindon, als men dit goval op zich
zelf beschouwde. Maar- uien moot re
kening houden met hetgeen de ver
eeniging reeds deed. Als waardeering
daarvoor kan men de wat to hooge
subsidie» geven.
De vereeniging zit met de aange
kochte woningen als met een mes in
den buik. Daarom, laat men voor den
laats ten keer dezo bijdrage geven.
Do lieer Joosten vergiste zich, to-eu
hij den gemeentewerklieden de eer
gaf, dat zij zoo maar do te bouwen
woningen zullen afstaan aan do ge
meente- Dat is een voorwaarde, door
het Rijk gesteld. Ook deze vereeniging
zal dezo woningen moeten afslaan.
De lieer Joosten heeft de stukken dus
niet juist gelezen.
De heer SCHRAM brengt hulde aan
do vereeniging. Gaarne zal spreker
medewerken aan het opruimen van
dergelijke krotten. Wie de Honden-
steeg en dergelijke gekend hebben,
weten wat do vereeniging hoeft ge
daan. Daarom zal spreker stemmen
vóór het voorstel.
Do heer ANDREAE, instemmend
met een deel van het betoog van den
lieer Slingenberg, merkt eoliter op,
dut hij zich in de toeko-mst niet zal
laten afschrikken van het geven van
een hoog subsidie, als daardoor goede
dingen op het gebied van opruiming
van krotten, enz., gedaan worden.
Maar dan wemsdht sp'r. een over
zicht to hebben van hetgeen er nog op
dit gebied to doen valt.
De heer JOOSTEN bestrijdt, dat dit
subsidie mag gegeven worden op
grond, dat de vereeniging reeds zoo
veel goeds heeft gedaan. Men mag
alleen geld toeslaan, omdat de volks
huisvesting wordt gebaat, niet uit
waai-doering voor oen vereeniging.
Dat de Coqpöraitieve Bouwvereeni
ging verder gaat, dan deze vereen i-
giïkg bij het afstaan der woningen
aan de gemeente, houdt spreker vol,
miaa'r de Goöp. Vereen, bepaalde dien
afstand reeds vooruit in haar statu
ten.
De heer VAN DE KAMP vraoigt den
heer K'rusemain, welken weg men nu
opgaat Ls dit voorstel een eerste of
een laatste stap? Dit wil spreker we
ten voor hij gaat stemmen.
Overigens 'begrijpt spr. den fineer
Lasschuit niet, die beweerde, dat en
kele huizen goodkoopeir zijn dan bo
ven- en benedenwoningen.
De hoer KRUSEMAN zegt, dat hij
graag de heer Van de Kamp zou wil
len antwoorden, als hij dat maar
Icon. Met is een eerste stap...
De hoor VAN DE KAMP: Die is ine
te duur!
Do Ineen* KRUSEMAN zegt, dat een
tweede stap wellicht gemakkelijker
zal gaan, omdat men dan missdalen
makkelijker de krotten zou afkeuren.
Dat kan, als do vereeniging van den
heer Slingenberg maar zorgt voo'r
nieuwe woningen.
De heer SLINGENBERG vraagt of
Spoedig van B. en AA', te wa/chten is
hot praeadvies in zake hot woning
vraagstuk.
De VOORZITER zegifc, dat dit prae
advies te wachten is, maar men heeft
deze voordracht niet willen ophouden
tot dit praeadvias den Raad bereikte.
Anders llilad men B. en W. ve'nveten,
dat zij de zaïaic vertraagden.
Do hoor LASSCHUIT dient nu een
amendement in, om aan do betaling
van do bijdrage in de kosten van den
aankoop dor woningen te verbinden
de voorwaard©, dat op den grond niet
zullen gebouwd worden vijf dubbele
woningen, maar zes één-gezinswonin
gen.
De VOORZITTER meent, dat dit
voorstel geen amendement is. De
Raad kan de gevolgen or van meet
overzien; waarom hij aandringt op
intrekking.
De hoer BREGONJE is hot daarmee
eons. De leden hebben tijd genoog ge
had, om dergelijke voorstellen in 1e
dienen. Nu is liet niét zoo maair in dc
zitting na to gaan, welke gevolgen
zulk oen amendement zullen veroor
zaken.
De heer LASSCHUIT trekt zijn voor
stel onder protest in.
Van het voorstel van B. en W. wordt,
lid a (f 14227.75 voor den aankoop der
woningen) aangenomen met 20 tegen
6 stemmen.
Tegen stemden de hoeren Elff-ers,
Las9chuit, Kleynenbong» Joosten,
Nagitaaom en Pop pa
Do lieerem Krusoman m Van Sty-
Ttum blijven buiten stemming.
Bij de stemming over lid b (f 36.400
voor den bouw van nieuwe woningen)
wordt dit lid aan genomen met 18 te
gen 8 stemmen,
stommen.
De tegenstemmens fflljn dezelfde als
straks, benevens de boor en Welsenaar
en Van den Berg.
J>e hee'ren Kruseinan en Van Sty-
rum blijven buiten stemming.
I-Iet geheel© voorstel wordt nu aan
genomen.
PUNT 7.
Do meerderheid van B. cn W. ont
raadt, na overleg met Regenten van
het Gasthuis, do aanneming van een
amendement van den heer Slingen
berg en een ander van Dr. Merens op
de verordening betreffende hot Gust-
huis
Art 11 luidt thans i
Do beide geneesheeren-directeur
en do besturende zuster worden
uit ©cue door Regenten ingedien
de voordracht, zoo mogelijk van
twee personen, door den Gemeen
teraad benoemd en door dezen
ontslagen.
Mr. Slingenberg nu stelde voor, in-
plaats vau „uit een voordracht" te
lezen „na een aanbeveling", en Dr.
Merens stelde voor, de woorden „zoo
mogelijk" te doen vervallen.
13. en W. zijn met Regenten tegen
het eerste amendement, omdat aldus
iemand tot geneesheer-directeur of
besturend© zuster zou kunnen wor
den benoemd, die niet door Regenten
daarvoor in aanmerking was ge
bracht.
Zulks zou ongcvvenscht zijn te ach
ten, hetgeen B. en W. uitvoerig toe
lichten.
Over het tweede amendement zijn
B. en AV. het met Regenten oens, dat
dit practisch bezwaar opleveren kan,
wanneer er b.v.. slechts éen gegadigde
is of het niet mogelijk is een tweeden,
werkelijk ernstlgon candidaat, mee
voor te dragen.
Daarom ontraadt de meerderheid
van B. en AV. ook dit amendement.
Do minderheid acht het een ver-
cischte, dat, zal aan het lienoemings-
recht van den Raad volkomen recht
wedervaren, do Raad, voorgelicht
door Regenten, de vrije keuzo heeft;
de minderheid meent ook, dat het be
zwaar over het arnendement-Morens
niet zoo zwaar weegt.
Dc heer MERENS is dankbaar, dat
de heer Slingenberg sprekers aanvan
kelijk amendement heeft overgeno
men, want bij nadere beschouwing iis
spreker lot de 6lotsom gekomen, dat
het beter was gewec-st, als spr. zijn
eerste voorstel had ingetrokken. Hij
verdedigt daarom eerst het voorstel-
Slingenberg en subsidiair zijn eigen
voorstel.
Spreker geeft toe, dat het moeilijk
is in de macht van regenten in te grij
pen. Spr. apprecieert do regenten
zeer, om hun arbeid en hun personen.
Do macht der regenten is zoor groot.
Zij kunnen benoemingen doen, uitge
zonderd drie, die van de directeuren
en van de besturende zuster. Maar de
voordracht legt den Raad aan banden
Hij is aan die voordracht gebonden.
Nu de Raad de verantwoordelijkheid
draagt voor de benoeming, moet hij
ook liet geheele benoemingsrecht heb
ben. Of de Raad, óf de Regenten moe
ten het benoemingsrecht hebben, maar
zij moeten ddo niet deelen op de ma
nier als nu g©schiedt. Krijgt de Raad
dit recht geheel, dan zal hij geen bok-
k«sprongen maken, door bijv. een ge
heel vreemd persoon te benoemen.
Spr. vraagt zich. af of regenten wel
zoo bijeonder geschikt zijn voor het
opmaken van de voordracht. Spr. her
innert aan de benoeming van een
directrice. De voordracht was opge
maakt uit 80 sollicitanten en men
weet hoe dit afgeloopen is. Spr. zal er
maar niets anders van zeggen, dan
dat de Raad het er niet slechter zou
afgebracht hebben dan de Regenten.
De heer SLINGENBERG onder
schrijft. het betoog van den heer Me
rens. Ook spr. is er voor, dat men.
het benoemingsrecht geheei geeft aan
do Regenten, wanneer de Raad dit
recht niet geheel kan krijgen. Wan
neer de Regenten een voordracht op
maken, is het benoemingsrecht be
perkt. Ook spr. meent, dat de Raad
wel degelijk rekening zou houden met
de advieszen van Regenten, als er
voortaan een aanbeveling intplaals
van een voordraohlt zou gedaan wor
den.
In liet gesticht „Mc©renberg" kun
nen de benoemingen van hoofdamb
tenaren ook gedaan worden door
Gedep. Staten buiten de Commissie
van Meerenberg om.
Spr. brengt ook hulde aan Regen
ten. Hoe goed het bestuur is, heeft
spr. onlangs aan den lijve gevoeld.
Maar spreker staat hier niet als pa
tient, doch als Raadslid. Zijn dank
baarheid als patiënt heeft spr. op
andere manier geuit.
De heer VAN Si'YRUM meent, dat
de Raad een ongeschikt college is
voor liet doen van vele benoemingen.
Een benoeming is vaak afhankelijk
van hea aantal aanwezige of afwe
zige leden.
Dat Gedep. Staten te Meerenberg
benoemen is wat andere. Als Prov.
Staten de benoeming moesten doen,
zou dit gelijk staan met ©en benoe
ming van den Raad. Gedep. Staten
zijn een klein college.
Bij de benoeming van schoolhoof
den enz. beperkt do wetgever het be
noemingsrecht eveneens. Want dan
maken B. en VA', en de schoolopzie
ner de voordracht op. 'i Is maar goed
ook, want was de Raad geheel vrij,
dan zouden er misschien vreemde din
gen gebeuren.
De heer MODOO komt op tegen de
redeneering van den heer Van Sty-
rum. Ilij begrijpt niet, dat men nog
met zulle een redeneering komt, na
wat onlangs gebeurd is.
Had men toen de benoeming gedaan
volgens de voordracht van een per
soon, dan was men nu nog verder van
de wijs geweest. De Raad is wijzer ge
weest en 't is nu gebleken, dat hij
daarmee goed liceft gedaan.
Bovendien, merkt spr. op, dat een
aanbeveling toch ook goed werken
kan. In den regel volgt men immers
een aanbeveling. De regenten behoe
ven dus niet bevreesd to zijn voor een
aanbeveling in plaats van een voor
dracht.
De heer POPPE heeft met bevreem
ding hot betoog van den heer Van
Styrum aangehoord.
De heer VAN STYRUMDat zal wel
eens meer gebeuren! (g e 1 a c h).
De heer POPPE merkt op, dat de
heer Van Styrum deze wijziging mis
schien niet wil, omdat die democra
tisch is, maar daarom wil spr. die
juist wel.
De heer Van Styrum verklaart den
Raad ongeschikt voor het doen van
benoemingen. Daartegen komt spr.
op. Want ais men de redeneering van
den heer Van Styrum doortrekt, moet
men de benoemingen door een per
soon doen geschieden.
De heer KRELAGE merkt op, dat
hij is togen deze incidenteele beslis-
einig, omdat die nilet overeenstemt
met de verhouding 'tusschen gemeen
te en gasthuis. Spr. dringt echter
aan op de verandering van het sys
teem, omdat daartoe in den Raad de
wonsch bestaat.
Do heer ANDREAS is voor het
amendement, omdat het niet zooveel
verschil maakt niet de bedoeling der
bestaande redactie. Spr. meent, dat
het tot de uitzondering moejl belmo
ren, dat er een voordracht van één
persoon wordt ingediend. Wat dit'
echter met democratie te maken
heeft, weet spr. niet.
De heer KRUSEMAN bestrijdt de
amendementen. Het is zoo verbazend
moei el ijk, om een besturende zuster
te benoemen. Die zaak 1 langt nu bij
na een paar jaar. Nu heeft men. weer
oen zeer geschikt persoon op het oog.
Maar de Regenten durven nu niet
weer oen voordradi. indienen van
oen persoon, omdat zij den Raad niet
willen krenken.
Maar helt gevolg daarvan is, dat
énen nu weer die benoeming eeuer
lies turende zuster moet vertragen,
wat in het nadeel van het Gaskhuts
is
Do heer MODOO is na de rede van
den heer Kruisemian nog meer voor
het amendement. Want als men dit
verwerpt, krijgt men zeker lie:
blijkt uit de woorden van den heer
Kruseman weer een voordracht
van één persoon. Spr. herinnert nu
nog eens aan de voordracht voor een
boslurenao zusier. De voorgedragen©
i» thans geheel ongeschikt gebleken.
De heer TIMMER betoogt, dat het
wonschelijk is, dat er een aanbeve
ling komt van minstens twee perso
nen, met overlegging van de stuk
ken omtrent alle sollicitanten. Dat
•gebeurt, ook bij andere benoemingen,
0.a. bij benoemingen van de leeraren
van het gymnasium.
De VOORZITTER mc-rkt op, al zijn
de regenten nu eenmaal ongelukkig
geweest bij hot opmaken van een
voordracht, behooft men daarvoor
niet altijd te vreezen. Bovendien spr.
gelooft wel, dat Regenten voortaan
do sol Iici tali est ukken der overige ge
gadigden zullen overleggen.
De lieer TIMMl-.lt logt nog eens
zijn bedoeling uil:. Hij wilde
zoo mogelijk handhaven. Dan kun
nen de Regenten komen met een
voordracht van één persoon, als
maar gemotiveerd, wordt, waarom de
andoren niet geschikt geacht wor
den.
De- heer SLINGENBERG komt op
tegen Ite betoog van den heer Tim
mer. Dal betoog strelrt zoowel, om
de woorden „zooveel moge-lijk" te
handhaven, als om spreiker's amen
dement ann te nemen.
Spr. verdedigt zijn amendement
nog eens.
Hij is er voor, dat men een aanbe
veling krijgt. Daarom is sprekerts
amendement beter, dan dat van don
heer Merens.
Den heer Van Styrum sommeert
spreker om gevallen te noemen,
waaruit bloeik, dat de Raad onge
schikt was tot het doen van benoe
mingen. Maar dit acht spr. niet wol
mogelijk.
liet beloog van den heer Kruse
man strek', zeer tot aanneming van
het an endement.
Do heer VAN STYRUM kan niet
voldoen aan de sommatie van den
heer Slingenberg. Immers, hij heeft
niet gezegd, diat de Raad onjuiste bo-
neaningeri heeft gedaan omdat de
w algever 't niet zoover heeft laten
komen, door der/. Raad slechts uit
voordrachten te laten kieren.
De lieer SCHRAM is ook voor het
amendement. Hij ziet uiteen, dat liet
regenten-systeem verouderd is, hoe
wel hel', veel goeds heeft gebracht
Het 'amendement-Slingenberg wordt
aangenomen met 20 tegen S stem
men.
Tegen temmen de hoeren Krelage,
Loosjes, Van den Berg, Kruseman,
De Breuk, Ribbius, Van Styrum on
Seignette.
De heer MERENS trekt nu zijn
amendement in,
PUNT 8.
B. en W. stellen voor ovor ie gaan
tot oprichting van een school voor
uitgebreid lager onderwijs c-n ophef
fing van school no. 1.
Do hoor W. B. Groene veld en 12-5
anderen, betuigen adhaesie aan het
voorstel van B. en W. cm de lagere
school in beft Kleverpark te veran
deren in een u. 1. o.-school.
De hoeron Nagtzaam, Poppo on
Joosten stollen voor het volgende be
sluit te nemen:
De Raad onz....
overwegende, dat het aantal leer
lingen der scholen voor gewoon la
ger onderwijs nos. 1, 2 en 8 van dien
aard is, dat opheffing van school no.
1 op dit oogeii'bük nog niet gevenscht
is,
gaat over tot de orde van den dag.
De heer NAGTZAAM verdedigt zijn
motie.
Hij heeft de cijfers nagegaan en
leidt daaruit af, dat het niet. juist is,
dat do gewone school opgeheven moet
worden. Er zijn nog 241 leerlingen op
school 1. Dat getal is ie groot voor
opheffing.
Do scholc-n voor 1. o. 1, 2 en 3 tel
len 1050 leerlingen en de drie u. 1. o.
scholen zullen 984 leerlingen tellen.
Men zal dus voor 984 u. 1. o.-leer
lingen drie scholen stichten en voor
1050 1. o,-leerlingen maar twee scho
len geven
Dat acht spreker niet juist. Het de-
tacheeren van u. 1. o.-klassen in an
dere scholen zou men voorkomen,
maar dan laat men de klassen der ge
wone school detach eeren.
Spreker heeft gemerkt, dat on
geveer gelijkertijd toen het nieuwe
schoolhoofd kwam aan school 1 do
zevende klasse is verdwenenSpreker
heeft, den indruk, dat het schoolhoofd
meer op heef; met, een u. 1. o. school
dan met een gewone school voor 1. o.
en dat het daarom in de lijn lag, dat
de indruk werd gevestigd, dat de
school achteruit ging in leerlingen
aantal.
Ook hot, aantal kinderen uit Scho
ten is verminderd. Spr. heeft door
dill alle» den indruk, dat hot leerlin
genaantal ia gedrukt.
Spreker merkt dan op, dat als do
motie van spreker woreL't aangeno
men, er met September geen enkel
schoollokaal minder is.
Voor de kinderen voor wie u-Lo, on
derwijs gevraagd wordt moet dan
elders plaats gezocht worden.
Van do 12G ouders, die om een u.
1. o. school in het Kleverpark vragen,
zijn or maar weinigen wier kinderen
nu ln het Kleverpark ter school gaan.
Er zijn maar drte kinderen van de
oudere, die het adres geteekend heb
ben, die daar thans op school gaan.
Komt do u. L o. school er, dan zal
het leerlingen-aan tal van do school
in Bet Kleverpark dus slechLs mot
drie dalen.
Do heer TIMMER gaat de geschie-
deruis van dez© zaak in de schoolcom
missie na. H'ij betoogt daarna dat het
't beste is, om de motie van den heer
Nagtaaaim aan te nemen. Dan kunnen
B. en VV. de zaak nog eens nagaan.
Als lid der School commissie heeft
spr. meegewerkt aan het samenstellen
van ©en advies», dat belangrijk afwijkt
van liet vodrwtel van B. en VV. De de
tacheering der klassen, die de ophef
fing van school no. 1 zul veroorzaken,
is Ihlet groot© bezwaar de'r commissie.
Dit komt te Haarlem te veel voor. Als
overgangsmaatregel dacht de commis
sie school ho. 1 in stand te houden en
ve'rder daarin klassen voor liet u. 1. o.
onderwijs te stichten.
Men zou daarom 'kunnen volstaan
met de punten A tot D van de voor
dracht aan te nemen cn d© punten E
en E. te verwerpen. Maar, zooals ge
zegd, bij nader inzien blijlct het spre
ker beter die molie-Naglznam aan te
nomen, om gelegenheid te Ihebben het
voörstel van B. en VV. nog eens te
kunnen bekijken.
De heer HEERKENS THIJSSEN
zegt, dat hij nog geen antwoord op
do vraag Ihieeft ontvangen, wat B. en
VV. nu met dc 238 overblijvende leer
lingen der gewon© school zullen doen.
Hij had gedacht, dat het overgroot©
deel van de leerlingen rail school 1
ove:r zou gaan naar de nieuwe u. I.
o. school. 'Maar dat Js niet waar,
want spr. hoorde van den lieer iNagt-
zaam, dat d© 'kinderen van de ouders,
die nu om een u. 1. o. school Vragen,
voor lliiet grootste deel leerlingen zijn
niet van school no. 1, maar ran de
school van den heer Kloeke.
Met school no. 1 hec-ft het nooit erg
gegaan. Daarom dacht. sp'r. dat die
school tot meerderen bloei zou ge
bracht kunnen worden, als zij veran
derd werd in een u. 1. o. sdWool.
Maar hot blijkt nu, dat dit niet het
geval kan zijn. Daarom is spreker er
voor, dut men de school daar in de
Tetterodestraat houdt en de u. 1. o.-
school er mede vestigt.
De heer LOGSJES merkt op, dat de
School comm. het niet aangenaam zal
kunnen vinden, dat hun medelid, de
Ui ©er Timmeir betoogd heeft, dat het
denkbeeld van de scluoolcommissïe ge
lijk is aan dat van dein beer Nagt-
zaam. Dat is niet juist.
De Sobool/commiasie wilde de beide
schoten onderbrengen in hot. gebouw
aan de Tetteirodostraat, terwijl de
heer Nagt.zaa.rn één 12-klast;5ge school
wil finouden.
Daar lussclien bestaat dan groot
verschil.
De school daar heeit nooit willen
aarden. Het aantal nieuwe kinderen
was reeds gedurende een jaa'r of drie
zoo gering, dat die gemakkelijk op
school no. 2 hadden kunnen worden
geplaatst Spr. komt er tegen op, dat
de sdhiool steeds zou gedrukt zijn.
Ook onder den lieer Bouwmeester
ging de school niet vooruit. Dat be
treurde dit schoolhoofd ook reeds,
schoolhoofd ook 'reeds.
Het aantal kinderen uit Sdhoten is
daar nooit groot geweest. Die zijn cr
nooit geweerd.
Leerlingen uit Schoten gaan voor
't meerendeel in de Schoterstraat
school.
Het detachoeren van kla-ssen is te
betreuren; maar het detachoeren van
klassen vaan. 1. o. schoten is blijvend,
totdat er nieuwe gebouwen kunnen ge
sticht worden. Iets andere is het de-
taoheeren van uitstervende klassern
de'r gewon© lagere sdhiool. Doch daar
van zijn er slechts vijf.
De heor Loosjes wil een ©ogenblik
meegaan mot de oijter-theorie van den
heer Nagüzaam, maar wanneer men
het aantal nieuwe leerlingen (80) bij
de cijfers ran den heer Nagtzaam
telt, komt men juist tot een andere
slotsom als de heer Nagtzaam.
Spreker geeft echter toe, dat de
fineer Nagtzaam dat verandering
brengend oijfór mag niet, heeft kunnen
weten.
De fineer Loosjes hoopt de leden
overtuigd te hebben, dat het goed zal
zijn, om d© school te ven-anderen in
een u. 1. o. school.
Hij wijst er ten slotte op, dat de
schoolopzieners ook voor het voorstel
van B. en AV. zijn, de schoolcommissie
heeft eigenlijk ook slechts in een on
kel opzidbt een afwijkend© meening.
Zij wil nog wat wachten, om de zaak
nog eens aan te zien.
De heer NAGTZAAM meikt op, dat
het aantal kinderen uit Schoten op
deze school is indertijd wel zeer graot
geweest. Spreker heeft dit opgemerkt,
toen hij een actie voerde, om 120
Schobemsche kinderen, die op straat
kwamen, aan onderwijs t© Itnelpen.
Tegen detach een tig van eenig©
klassen zou spr. geen overwegend be
zwaar hebben, maar wel nu het aan
tal leerlingen niog zoo groot is. Er is
nu geen enkele reden de school op te
haffen. Ook niet, dat cr klassen zijn
mat 8 leerlingen. Die heeft mem el
ders ook en '.och zal men er daar ook
niet aandenken de kleine klassen in
verschillende klassen bijeen te we
gen.
Overigen© merkt spreker op, dat
hij met zijn motie niet de uitbreiding
van liet u. 1. o.-onderwijs wil tegen
houden. Integendeel, niets liever zag
spreker, dan dat als het gewoon la
ger onderwijs veranderde in u. 1. o.-
onderwijs. Maar dat is hier niet de
kwestie.
Do heer TIMMER houdt ral, dat
het goed is, om de rnotie-Nagtzaam
aan te nemen.
Dan wordt de zaak aangehouden en
toen kan die dan nog eens overwegen.
Pernicieus ls bet om school 1 op te
heffen, R W. Uitebben geen nota
genomen van het belangrijkste punt
in het advies der commissie.
De heer LOOSJES merkt op, dat de
leden wel moeten bedenken, dat
wanneer B. en AV. een dergelijk voor
stel doen, zij het ernstig orerwogen
h-dbbeai. Een nadere overweging is
dus niet noodig.
Ook de schoolopzieners gaan niet
over ééiii-nachts-ij'B.
Spreker waarschuwt er tegen, dal,
als men het denkbeeld der scihool-
oommissie aanvaardt, men de subsi
die voor de school verliest.
De heer BREGONJE is het met B,
en AV. eens dat in het Schoterkwar-
'iea- een u. 1. o.-school noodig ia
Daarom zal hij stemmen voor het
voorstel van B. en AV.
Do hee'r NAiGTZAAM zegt, dat do
oijfers nog slechts eeni-go dagen ter
konnis van de leden zijn gebracht.
Daarom is tijd voor nadere ove'rwe
ging wel ge w onechtSpr. voegt of
aan toe, dat de aanneming van de
motie den toestand laat, gelijk die is,
De subsidie gaat dus niet verloren.
De riMie-Nagtzaam wordt verwor
pen met de stemmen van de hoeren
Timmer, De Braai, Schranders, Joos
ten, Nagtzaam en Poppe vóór.
Het voorstel vam B. en AV. wordt
aangenomen.
PUNT 9.
B. en AA', stellen voor den Herten
kamp weder op 31 Augustus ter be-
sdhükkinv van Koninginnedag te stel
len.
De heer DE DRAAL vraagt zulk een
'ruimt© be&dliikbaar te stellen, dat
moer menschen van de feestelijkheden
kunn.ii profiteeren.
Het volk kan, behalve van het vuur
werk, zoo weinig van de feestelijkhe
den zien.
De VOORZITTER zegt, dat hij de
ze opmerking van deu heer De Braai
zal overbrengen aan de feestcommis
sie.
De hoer NAGTZAAM deelt mede,
dat de sociaal-democraten zullen
stemmen voor dit voorstel. AVclk doel
men er mee Ihieeft, daarover oordeels»
spreker en de zijnen niet. Zij ragen
alleen, dal bij het gebruik van ge
meente-eigendom wet en fateoen wor
den geëérbiedigd. Spr. heeft nu ech
ter gelezen in bet advies van de Com
missie, dat voorgesteld vvördt den
Hertenkamp voor dit doel alleen toe te
staan. Sluit men hiermee anderen
uit? Dan zou spreker te ran het v->or-
stel zijn.
De heer DE BRAAL: Voor jullie is
de Itertenkamp te klein (gelach).
De VOORZITTER zegt, dat de be
doeling van de uitdrukking der Com
missie is, dat men zeer zuinig moet
zijn met het in-gebraik-geven van deo
Hertenkamp.
De heer POPPE wil even opmerken,
dat verleden jaar een voorstel van zijn
partijgenoot Nagtzaam cm den Her
tenkamp beschikbaar te stellen voor
geheel-ontliiouding, 'l geen spreker
van veel grooter nut vindt, dan de
aanhangige zaak, verworpen is.
De VOORZITTER: Dan heeft d©
Raad zeker een ander zuinigheidsbe
grip gehad dan u! (gelach).
Het voorstel van li. en AV. wordt
aangenomen.
PUNT 10.
B. en AV. adviseoren afwijzend op
een verzoek van de afd. Haarlem van
den Ned. Ch'r. Geheel-Onihouders-
bond, om gratis in gebruik te mogen
hebben een schoollokaal aan de Nas
sau laan, om daarin Godsdienstig Zon
dagsschool-onderwijs t© geven.
Als reden voor de afwijzing wijzen
B. en AV. e>r op, dat in de statuten
van dezen Bond drankbestrijding als
zijn doel staat vermeld, zoodat inwil
liging van het verzoek, ingevolge art.
8 der Grondwet, niet wel mogelijk is.
(Dit artikel behelst o.a: „AVettig
bestaande ligch-amcn kunnen aan de
bevoegd© magt verzoekschriften in
dienen, doch alleen over onderwer
pen, tot hunnen bepaalden werk
kring behoorende".
De heer POPPE dient, rnedo namens
de hoeren Nagtzaam, Joosten ©n D©
Braai een motie in om het verzoek
toe te staan.
Spreker zet uiteen, dat de drankbe
su-ijding behoort gesteund te worden,
afgescheiden van de beginselen waar
op de propaganda \.ofdt gevoerd.
De heer NAGTZAAM merkt op, dat
B. en AV. onderscheid maken tus
schen onderwijs cn propaganda.
Dit nu is niet juist. Immers elk
onderwijs is meer of minder propa
gandistisch.
De heer DE BRAAL verdedigt het
verzoek en is ook niet bang voor in
dat opzicht de Grondwet te verkrach
ten (g e 1 a c h
Aan Dr. De Hartog en aan de Pro-
pagandaclub voor drankbestrijding
is ook oen lokaal afgestaan. AA'aaronj
nu niet?
De lieer SCHRAM verdedigt iuwillt-
g-intr van het verzoek. Vroeger vroeg'
men bij dergelijke gelegenheden niet
naar de Statuten. Waarom nu dan
wel? De Raad pispageert mede de ge
heelonthouding door de subsideering
van drankheslrijdors-vereeniginigen.
De heer BREGONJE is geen af
schaffer, maar betoogt desniettegen
staande, dat inwilliging van het ver
zoek wenscheiijk is.
De heer KLEIJNENBERG betreur!
ook, dat B. en W. dit- verzoek weer
geven willen, omdat", men hier de
menschon moet helpen.
De heer SLINGENBERG meent,
dat het niet juist meer is te komen
met het bezwaar van art. 6, nu er
een voorstel uit den Raad gekomen
is. AVant thans geldt liet geen ver
zoekschrift meer van een vereeni-
ging-
De heer LOOSJES herinnert aan
het vorig debat dezer zaak. Toc-n
wenschte inen bij de nieuwe aanvra
ge overlegging der Statuten. Dat is
nu geschied en nu ziet men uit da
^atulen. dat dez© geheel-on'thou-
dersvereenigiiig niets te maken heeft
met godsdienstonderwijs, De zaak ls
dus heel eenvoudig. Men kan het
schoolgebouw niet geven voor een
doel, dat niet in de Statuten is om
schreven.