BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
«SM ÖROOTE HOUTSTRAAT BS.
DRUKKERIJ ZUIDER BLHTa^SPAARNE 6.
Als zij maar geld heeft
Een uitstapje.
3ts Jurg&iig
ZATBEDAG 18 JULI 1914.
Mo 9532
DE ZATERDAGAVOND
mARLB/ra DAOBLAO KOST
fl.10 PER iAAJDEft
®F S® GOT PER WIEK.
IN HAARLEMS DAGBLAD ZOU
ADVERÏENVlEN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONOES
WOOOEM OPOSMERim
Het Rijke Natuurleven
BEERRUPSEN.
Dal zijn dieren, die bijna iedereen
Rent en die heel vaak warden g»>
kweekt om de mooie vlinders, die uit
de pappen te voorschijn komen.
In Juni kunnen we ze Ihecl dikwijls
over den weg zien wandelen, vlug, als
hadden ze de grootste haast, om een
vastgesteld doel te bereiken.
I-Iun lange bruinzwarte haren, zijn
in een gestadige golving eu ving
glijdt het harige lichaam voort, in
stinctief den onbekenden vijand ont
loopend.
Nu zijn er niet veel vogels, die onze
bruine beertjes voor lvun jongen be-
gc-.-rem, het harig pakje is niet gemak
kelijk te verwerken, en llnoe do koe
koek er zijn heldere stem bij houdt, als
hij wat van die diertjes naar binnen
heeft gewerkt, is bijna een 'raadsel.
De beertjes worden in den nazomer
geboren uit groene eitjes, die in
groepjes bijeen werden gelegd.
Al heel gauw brengen zo hot tot
ren tamelijke grootte en, daar zo niet
kieskeurig zijn, ze eten evengoed wit-
genbladeren als doovo netels, lijden
ze zelden gebrek.
In de prille jeugd is het baarkleed
lichter getint, dan wanneer de laat
ste vervelling 'heeft plaats gehad.
Zelden zal men vlugger rupsjes ont
dokken. Ze eijn steeds in de weer en
onophoudelijk beweegt hot kleine
kopje. Maar plotseling bij do minste
aanraking rollen ze ineen en houden
ze zich dood.
Onbeweeglijk blijven ze dan liggen
de cirkelvormige borsteltjes en wan
neer ze aanstalten maken, om weer
in den natuurlijken stand te komen is
een kleine beroering met dan vinger
top voldoende, om zo den doodschrik:
weer op het lijf te jagen.
Di den regel groeien do rupjes vrij
snel en als ze vol waaien zijn, hebben
ze een flinke lengte en dikte bereikt.
De dieren, die we over den weg of
over het tuinpad zien wandelen zijn
heel dikwijls op weg, om een veilig
plaatsje te vinden, gesdbikt om er het
rupsenhuidje af te leggen en don pop-
toestand aan te nemen.
Hoe zelden brengen 7.0 het zoover.
Neem eeins wat beörrupisen mee, zet
ze thuis met wat bladeren van doove
netel, hazelaar of wilg in een glas
of doos eiv houdt de dieren goed in
het oog.
In den regel zijn. ze niet moer in
staat, van uw groene lekkernijen te
profi leeren.
Onrustig draaien ze heen en weer
in huil kleine verblijfplaats, maar al
zoudt ge ze de vrije ruimte he'rgeven,
de onrust zou er niet door verminde
ren. Want de dieren worden ge
kweld door een nameloos lijden. Wel
zijn ihel nia.ar rujzsen, maar liet wrin
gen van het lichaam zegt wel, dat de
pijn wordt gevoeld.
Wat is Pr gebeurd? Het antwoord
OP dia vraag wordt pas gegeven, als
we nauwlettend toezien do volgende
dagen.
Pas hebben we nog weer voor ver-
óche blaadjes gezorgd, in de meening
verkeer end, dat verkeerd voedsel web
Jicht de oorzaak van hel lijden is, of
daar kruipen geelwitte maden door de
rupsen-verblijfplaats.
Tegelijkertijd zien we, dat het ge
kwelde dier, door zijn instinct gedre
ven, nog begonnen was aan het spin
nen van een cocon en de enkele dra
den, die aan de verdroogde bladeren
zijn vaslgehednt, bewijizen, dat het
dier niet voelde, dat het noodt den
pop vorm zou kunnen aaunomen.
Tussehen dit spinisel door zijn ein
delijk de maden gekropen, die in liet
rupsenlichaam hebben gewoekerd, die
er hebben geparasiteerd van. het 00-
genibllk af, dat zo zidb tussehen de
haren door naai binnen werkten.
Ten koste van het aangetaste dier
tijil ze gegroeid en, volwassen zijnde,
hebben ze eindelijk do vrije ruimte
weer opgezocht.
In het glas veranderen deze maden
al heel gauw in glimmend bruine»
cocons, iets grootdr, dan do bekende
tonnetjes, waarin do vliegenlarven
veranderen.
De rups, die al meer verdroeg, dan
men mogelijk zou achten, overleeft
het nooit lang.
Als de maden Ibiun nieuwen vorm
aannemen, schrompelen de rupsen in
elkaar en sterven.
Uit de tonnetjes komen do befruch-
to tachinen, vliegen, die heel veel op
.onze kamerkwelgeesten lijken.
Deze dieren zoeken weer andere
slachtoffers om er hun eieren of lar
ven op of in to leggen en heel wat
rupsen moeten weer den marteldood
sterven. Die dieren, welke het werke
lijk tot den poptoehtand brengen in
ons doosje of glas, geven eindelijk de
prachtige beer vlinders, die we zeer
zeker tot onze mooiste ui Ion mogen
rekenen.
Ze zijn zoo sefhitterend gekleurd1,
het hruin en geel van hun voorvleu
gels en het rood van het tweede vleu
gelpaar is zoo zacht van tint, dat we
er ieder jaar- naar verlangen weer
wat beerrupsen in kleurjuwcelen te
doea veranderen.
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Een boek, dat sensatie
verwekte.
Hiermede bedoelen we natuurlijk
„diie Waffen riieder" van de pas over
leden, algemeen betreurde schrijf
ster Bertha von Süttner. Voor diege
nen onder mijn lezeressen w.icn dit
werk misschien niet bekend moge zijn,
volgt hier de inhoud ïri korte trek
ken
De hoofdpersoon van het boek Mar
tha van Tilling, heeft, als waardigo
generaalsdochter, als jong meisje „ge
dweept" met den militairen stand en
met boeken over oorlogMaar de
oorlog in hoeken en de oorlog iri het
werkelijke leven zijn er twéé! Dat
ondervond ook Martha. Tot tweemaal
toe verliest zij een echtgenoot door
het moordend staal, Daarbij kwam
nog, dat haar tweede man, hoewel
goed soldaat een afkeer had van
(te gruwelen van den oorlog en ook
Martha voor zijn inzichten wist te
wfnncn. Samen maken zc nu waar
ze kunnen, propaganda voor den
vrede, maar ondervonden natuurlijk
in de Duitsche militaire kringen over
al tegenstand, zelfs bespotting en
verachting.
Met hoeveel gloed is bok geschil
derd het afscheid der beide echigenoo-
ten als ook de apostel des vredes, als
zoon van zijn- vaderland, wordt op
geroepen tot den strijd I En hoe gru
welijk de 'beschrijvingen van het
slagveld als de officiersvrouw zelve
naar liet tooneel van den oorlog is
gereisd, om daar haar man te zoeken.
De aangrijpende lafereelen waarvan
het geheele boek vervuld is, doen al
de snaren onzer ziel van verontwaar
diging gloeien
De geheele roman is dus een hevig
protest tegen de wreedheid van den
oorlog: Hot protest van een vrouw,
een moeder en een zuster tegen de
slachting die wordt aangericht, on
derdegenen, die zij liefhebben!
De geschiedenis eindigt tragisch:
luitenant Tilling, die zich eindelijk
van het leger heeft losgerukt om voor
den vrede te werken, wordt in den
Fransch-Duitschen oorlog voor spion
gehouden, gevat en gedood. Niets
blijft de arme weduwe over dan haar
zoonAl haar bloedverwanten zijn
bezweken in of ten gevolge van den
oorlog I
De geschiedenis in al haar eenvoud
maar tegelijk in al haar aangrij
pende schildering, moet den lezer
wel roeren en te verwonderen is het
niet dat Keizer Nicolaas II er door
getroffen werd! Men beweert zelfs,
dat hij dadelijk 11a de lezing van het
boek, zijn Proclamatie voor den Vre
de opstelde!
En een heerlijke gedachte is het
voor ons vrouwen, dat juist een vrouw
door de kracht vari. haar woord zulk
een groolen invloed heeft gehad op
deze daad van den Czaar.
En nu iets over de schrijfster zel
ve zoo even werd heel de wereld nog
getroffen door den dood van de 71-ja-
rige Bertha von Süttner, Zij werd ge
boren als de dochter van den Oosten-
rijkschen luitenant-veldmaarschalk
graaf Kinsky, en haar jougd was niet
onbezorgd, daar de familie geen vol
doend fortuin bezat.
Op haar twintigste jaar werd zij
ten huwelijk gevraagd' door een be
jaard inillionnair te Weenon. Maar
toen de verloving reeds was gevierd,
kwain haar gemoed in opstand bij de
gedachte, dat zij voor geld zou bui
gen en dus verbrak zij deze verbin
tenis,
Ten huize van de Russische prinses
van Mingretie leerde zij later den
neef van deze dame, een zekeren
prins Herakluis van Georgië kennen,
•die liefde voor haar opvatte. liet
kwam echter niet tot een huwelijk.
Nadat haar moeder de rest van
haar reeds geslonken vermogen had
verloren aan de speeltafel, moest de
jonge gravin haar eigen brood gaan
verdienen.
Eerst beproefde zij zangeres te wor
den, doch toen zij daarvoor goen vol
doend talent bleek te bezitten, nam zij
een werkkring aan als huisonderwij
zeres bij baronesse von Süttner. Do
zoon van deze dame werd weldra
op haar verliefd en deze liefde werd
door haar beantwoord.
De ouders van den jongen „Frei-
herr" verzetten zich echter tegen het
huwelijk en Bertha ging nu naar Pa
rijs, waar zij eenigen tijd werkzaam
was als secretaresse van Alfred No
bel, den stichter der Nobelprijzen.
Het eindigde echter toch met ecu
huwelijk met Freiher vön Süttner,
.waarbij het jonge paar gastvrij opne
ming vond bij de hierboven genoem
de prinses van Mingretië.
Niet alleen met de pen, ook metter
daad maakte deze groote vrouw pro
paganda voor de vredesbeweging. Ze
stichtte verscheidene vredesvereeni-
gingen en hielp ook den bekenden
Stead op zijn kruistocht.
MARIE VAN AMSTEL.
Parijsche Brieven
CCCCXXXL
Nu madame Caillaux eerstdaags
voor het gereoht zal hebben te ver
schijnen, wordt er opnieuw, zoo van
do zijde harer aanhangers als van die
harer tegenstanders, sterk „gefoe
terd". En het is een toer om te weten
te komen, waar de volstrekte waar
heid schuilt. Niettemin staan enkele
feiten vast.
Zoo staat het vast, dat iemand, be
werend uit naam van de vrienden
van wijlen Calmette te handelen, zich
tot sommigen der jury-leden heeft ge
wend 0111 een ongunstige stemming
jegens do beklaagde te weeg te bren
gen.
„Le Figaro" verklaart met de tra-
ditioncole verontwaardiging, dit blad
zoo éigen, dat de vrienden van Cal
mette niet tot zulke intriges in staat
zijn.
Intusschen wijst men den intrigant
met den vinger aan, en deze, een be
roemd schilder, verwaardigt zich niet,
daartegen in verzet 1e komen. Uit
hooghartigheid? Of steekt daarin de
erkentenis van de gegrondheid der
geruchten
Intusschen verzekeren de vijanden
van Caillaux, dat die heelo combinatie
oen truc is van den ex-minister, en
een schaakzettex'igè truc, bestemd om
Culmette's vrienden bij liet publiek en
zoo mogelijk ook bij de jury-leden in
dis-crediet te brengen. Die schilder
van naam, beweren zij, is een geheime
vriend en boodschapper van Caillaux
en had tot opdracht, den jury-leden
op demonstratieve wijze cbmpromet-
tante aanbiedingen te doen. Het pu
bliek zou dan vanzelf achter dat open
baar geheim komend, zich kanten te
gen de Calmettislen.
Het komt mij voor, dat deze uitleg
ging laboreert aan te groote ingewik
keldheid en de kans van slagen bij
een dergelijk complex van kuiperij
niet geévenredigd zou zijn aam de ge
vaarlijkheid van het spel, voor het
geval de schilder in kwestie tot een
bekentenis zou komen. Gewoonlijk
traoht men het noodlot rnet eenvoudi
ger middelen af te wenden.
Bovendien heeft de algemeene
stemming zich langzamerhand ten
gunste van madame Caillaux ge
keerd.
Eerstens heeft de wijze, waarop de
rechter van instructie Boucard het
verhoor van de beklaagde heeft go-
leid, bijkans iedereen tot de overtui
ging gebracht, dat hij aan de zijdo der
Figarotleri stond. Al het mogelijke is
er gedaan geworden om den schul
denlast van madame Caillaux te ver
zwaren. Voorts kon. dunkt mij, de
rechterlijke macht geen sterker bewijs
van partijdigheid geven dan door het
requisitoir van den procureur vóór
liet vonnis te doen publiceeren. Deze
daad, waarbij bet leven van een men
schel ijk wezen op het spel staat, is
een bespotting van de gerechtigheid,
en zelfs van de rechtspleging.
Doch er is meer.
Een buitenlandsch blad, „The Eu
ropean Mail", is het verslag van de
twee geneesheeren-expei'ts ter zake
machtig kunnen worden en maakt uit
den inhoud van dat document de ge
volgtrekking, dat men Calmette had
kunnen redden, indien men zich da
delijk meer met het behoud van dezen,
dan met schuldigverklaring van ma
dame Caillaux had beziggehouden.
Men had Calmette kunnen redden.
Want „après tout" waren de inge
wanden niet aangetust, en de dood
trad in als gevolg van een eenvoudige
scheur te midden der slagaders van
den krommen darm, slagader van se
cundaire belangrijkheid.
„Welnu I onderstel een oogenblik,
dat Calmette met succes geopereerd
was geworden en zijno wouden te bo
ven was gekomen. Dan ware de pro- j
cureur genoodzaakt geweest te er
kennen, dal madame Caillaux waar
heid sprak, toen zij verklaarde, dat
zij slechts de bedoeling had gehad,
haar vijand geducht de les te lezen,
en niet om hem te dooden. Er hadde
geen lang verhoor wegens moord
plaats gehad, en het proces, dat wel
dra een aanvang zal nemen, zou zijn
teruggebracht tot een zaak van sla
gen en verwonding. Do straf zou ge
ring zijn.
„Zekerlijk deed madame Caillaux
slecht, een revolver te koopen en er
naar „Lo Figaro" mee te gaanin
tusschen is in het geheel niet bewezen,
dat zij Calmette met voorbedachten
rade heeft gedood.
„Als redelijke menschen kunnen
wij ons afvragen, waartoe zij hem had
willen dooden? Een dergelijke mis
daad kan niet anders dan de loop
baan van haar man compromitleeren.
Neen, wij hebben aangetoond, dat de
richting, die zij aan de geloste scho
ten gaf, ten volle bewijst, dat zij de
waarheid sprak, toen zy onmiddellijk
verklaarde, dat zij hern slechts een
lesjo wilde geven.
„En dat Calmette nu dood is, is
tegelijkertijd het gevolg van het feit,
dat hij bukte en diensvolgend de ko
gels ontving in andere lichaanisdee-
len, dan dat hetwelk madame Cail
laux de bedoeling had te treffen, en
van het inderdaad verstommend feit,
dat de geneesheeren, die hem hebben
verzorgd, liet slecht hebben gedaan."
Tot recht verstand van het betoog
van genoemd blad resumeer ik als
nog hieronder de redenen, waarom
het geloof schenkt aan de onmiddel
lijk na de misdaad gegeven en daarna
steeds volgehouden verklaring van
madame Caillaux. dot zij niet de be
doeling had gehad, Calmette te doo
den
le. do zes kogels hadden dezelfde
richting, te weten sterk beneden
waarts gericht, gelijk zij beweert,
naar Cahnette s voeten bij zijn aan
vankelijke houding, d. w. z.: overeind
staand
2e. Calmette bukte zich na het der
de schot, en de drie eerste kogels wer
den óók in beneden waar tsclie rich
ting gevonden
3e. madame Caillaux was van plan
geweest, slechts één schot te lossen
de andere loste zij, onbekend als zij
was met wapenbehandeling slechts
éénmaal te voren had zij zich van een
„pistolet automatique" bediend en
in haar (zeer verklaarbare) groote
zenuwachtigheid, onbewust, automa
tisch.
Mij dunkt, dat de beschouwingen
van het Engelsche orgaan zéér be
langrijk zijn. En. het zou me niet ver
wonderen, indien ze dienst deden bij
de openbare behandeling van deze
sensationeels rechtszaak, aan het bij
wonen waarvan menige Parijzen aar
zijn vacantiereis zal opofferen. Wa
rempel, zooals in deze ondraaglijke
hitte; sommigen reeds sedeiteen paar
weken, trappen op- en afhollen om
een toegangskaart machtig te wor
den
1 OTTO KNAAP.
Het achttienjarig dochtertje van den
grondeigenaar Arendsen zat in de be
schouwing van een photographic ver
diept, toen haar broeder Otto, de stu-
den, die onmerkbaar binnengetreden
was, zich over haar schouder boog en
uitriep
Nu, Elize, heb je vuur gevat?
Onzin! sprak Etise blozend en ze
sprong op.
Je behoeft je anders voor die tee-
dere uandoening niet te schamen;
mijn vriend Charles is een patente
jongen.!
Zwijg toch ik wil er niets van.
hooren, Je weet immers, liet ze er op
volgen, mama wil absoluut, dat ik ba
ron Van Doren huwen zal.
Dien het alleen, om je geld te
doen is, ten, einde zijn geschokte fi
nanciën te herstellc-n. Maar je weet
toch evenzeer, dat papa en ik er te
gen zijn
Wat. geeft dat, als mama het wil
doorzetten?
Dan vermogen we niet veel, dat
is zoo. Maar misschien met list!
Och, Otto, hoe dankbaar zou ik
je zijn I
Benige dagen na dit gesprek werd
de huiselijke kring uitgebreid door
de komst van een nicht des grondeige
naars, die kwam logeereneen jonk
vrouw van middelbaren leeftijd, die
een klein vermogen bezat, waarvan, de
rente haar in staat, stelde, juist even
tjes fatsoenlijk te leven.
Tante Amalia, zooals ze altijd door
de jongelui genoemd werd, was onge
veer veertig jaar oud haar gemoede
lijk gelaat had doorgaans een uit
drukking van spanning, want haar
gehoor was zeer zwak een zekere
ijdelheid deed: haar steeds zich in
spannen, opdat haar gebrek niemand
mocht opvallen.
Zekeren dag waren baron Van Do
ren en Otto samen in, ,de biljartkamer
gezeten. Het zelfbewustzijn van eerst
genoemde werd een weinig getemperd
door een ander bewustzijn, namelijk
dat hij binnenkort, behoefte had aan
een aanzienlijke som, wilde bet land
goed zijner vaderen niet voor schul
den worden verkocht, De benarde om
standigheden, waarin hij verkeerde,
verheelde hij niet voor zijn jongen
vriend.
Ja, mijn waarde, zoo sprak hij
ertrouwelijk, gij als de zoon van een
rijken vader kunt je niet voorstellen,
wat het zeggen wil, voortdurend in
moeilijkheden te verkeeren en door
allerlei gespuis te worden vervolgd!
O, ik weet daar van mede le
sprekenik ken dat soort haaien
evengoed. Ach, wanneer ge wist
zoon van een rijken vader! Dat
schijnt maar zoo doch dit is een
familiegeheim.
Nu, tegenover mij, die toch In
nadere betrekking tot uw familie hoop
te komen
Ja, dat is waar, Gij wilt alzoo
werkelijk nu dan, mijn zuster Elise
heeft zoo goed als geen bruidsschat te
wachten. Het groote vermogen, dat
men ons toeschrijft, bestaat wel;
maar niet in bezit van mijn vader.
Alles, wat we hebben, behoort eigen
lijk aan tante Amalia.
Welke tante Amalia'?
Een dame, die een paar dagen
geleden hier gekomen is en vooreerst
ons niet zal verlaten. Zij wil, zoo heeft
ze gezegd, zelve een oogje laten gaan
over liet beheer van haar aanzienlijk
vermogen. Ilebt ge nog geen kennis
met haar gernaakt7
Neen, maar het zou mij aange
naam zijn, haar te leeren kennen.
Maar uw familie is toch zeker van
de erfenis?
Helaas, neen! Tante Amalia
denkt er namelijk ernstig aan, te
gaan huwen en dan is het uit met
de schooone vooruitzichten! Geluk
kig heeft ze nog niemand gevonden;
dio er belust op was, in dezen zuren
appel met vergulde schil te hijten
trots haar drie ton!
Drie ton driemaal honderddui
zend gulden-! Zou je mij aan die ori-
gineele dame eens willen voorstellen?
Origineel? Dat hebt ge merkwaar
dig goed geraden; tante Amalia is
wél origineel. Zij geeft bijvoorbeeld
op vragen soms geheel onverklaar
bare antwoorden maar met een wei
nig tact en opmerkzaamheid kan men
toch de bedoeling wel begrijpen. In
elk geval kan aan uw wenscli worden
voldaan.
Ilij opende de deur van bet aan
grenzend vertrek en riep: Elise, de
heer Van Doren zou gaarne aan tan
te Amalia worden voorgesteldtoe,
zie eens of ze in het park is?
Elise begaf zich naar buiten.
Tante, riep ze met uitzetting van
haar hef stemmetje de naarstig brei
ende dame in hel oor, baron Vau
Doren wenscht aan- u te worden
voorgesteld, Hij komt dadelijk
hier. Maar ik heb hem niet ge
zegd dat u een weinig hardhoo-
rend is.
Wijsneusje, dat ben ik ook niet-
Wel neen, tante-lief, u verstaat
me heden weer uitstekend. Maar als
u soms niet mocht verstaan, wat -hij
zegt, dan is hel niemendal. Zeg een
voudig: ja, ja, of: zal me zeer aan
genaam zijn, en
Ik zal wel zeggen, wat ik voeg
zaam acht! sprak de dame met waar
digheid.
Elise spoedde zich heen en weldra
naderde baron Van Doren met her
haalde strijkages. Tante Amalia. die
niet dagelijks met menschen van adel
omging, was opgerezen en beant
woordde met een onberispelijke nij
ging de hoffelijke begroeting.
Baron Van Doren, dus stelde hij
zich voor. Ik ben verheugd, de eer te
genieten, met u te mogen kennis ma
ken
O ja, juist, zei tante, die er geen
woord van verstond,
U schijnt er van te houden, in
de schoone natuur te vertoeven,
Om u le dienen!
Hoe gelukkig moet ge u gevoe
len, als eigenaresse van zulk een
heerlijk park!
Tante Amalia luisterde met gespan
nen aandacht en wie weet, wat zij
meende te verstaan, want zij ant
woordde
Mijn lieve Jöli werd helaas ver
giftigd. Het was een prachtige mops
de menschen dachten dat hij dol
was.
Ah, dat is wel treurig. Ik wil ho
pen dat ge over dat droevig verlies u
wat zult hebben heengezet. Hoe zou
dat. oolc anders kunnen zijn in het
bezit van zulk een prachtig landgoed!
Ja, ja! Dat klonk nog droefgees-
tiger.
Nog altijd die zwaarmoedigheid 1
Kunt u dien dierbaren mops maar
niet vergeten?
O jal zei tante Amalia, plotse
ling zeer opgewekt.
U heeft een gelukkig tempera
ment. Nu, zoo'n diertje is allicht te
vervangenVergeef mij de indis
crete vraag heeft u er nooit eens
aan gedacht, een man als levensgezel
te kiezen?
O ja.
Nu, iaat het niet te zeer u verras
sen op mijn landgoed ontbreekt
een ervaren huisvrouw. liet was al
tijd mijn wensch, daarheen een lieve
vrouw te geleiden.
Ja zeker met, genoegen!
sprak de dame, van geluk stralende,
want zij meende te hebben, begrepen,
dat hij zijn geleide aanbood.
Hoe, heb ik goed verstaan. Is u
bereid, op mijn aanzoek in te gaan?
liet zal me een waar genoegen
zijn!
O, mejuffrouw— lieve Amalia
niet waar, ik mag u Amalia noemen
u maakt mij tot den gelukkigste
van alle stervelingen! Mag ik mij
wenden tot den heer Arendsen, om die
zaak nader te regelen?
Waar gaat u heen ik zal u al
les laten zien
Hij hoorde dit niet meer. Hij spoed
de zich naar huis en liet zich bij den
grondeigenaar aandienen. Deze was
als uit de wolken gevallen, toen Van
Doren verhaalde hoe hij de hand vdn
juffrouw Amalia gevraagd en het ja
woord verworven had. De oude heer
begreep ér niets van! Dat het hem
om haar geld' te doen was, begreep
hij wèl —maar wat zij bezat, was zoo
weinig en Amalia had nog nooit de
minste genegenheid tot trouwen ge
openbaard!
Ik zou toch wel eerst eens met
mij'n nicht willen spreken, want wat
u mij daar zegt, komt mij onverklaar
baar voor. Excuseer me een ooren-
blik.
Hij vond de dame nog op haar lie
velingsplaatsjewaar zij, het hoofd
schuddende, bleef zitten breien,
Ainalia! riep hij met stentorstem.
Wat is er, Emile? Je behoeft zoo
hard niet te schreeuwen!
Baron Van Doren zegt me daar
zoo even, dat hij je hand gevraagd!
en een toestemmend antwoord beko
men heeft, schreeuwde hij haar in
het oor.
Toe, zeg. geen flauwiteiten!
Wat hebt ge dan met mekaar
besproken?
Tante Amalia was'in groote verle
genheid. Te bekennen dat zij tóch den
raad van haai' nichtje opgevolgd had,
om tc doen alsof ze verstond, wat er
gezegd werd, was haar zeer pijnlijk.
Dat kan ik je niet zeggen. Dat
is dat moet een geheim blijven. O,
ik ben zeer ontstemd. Hij moet me
niet weer onder de oogen komen!
Met dit bescheid keerde de heer
Arendsen terug.
liet spijt me zeer, waarde heer
Van Doren, maar u heeft mijne nicht
misverstaan. En hoogstwaarschijnlijk
is u ook door haar verkeerd begrepen
want ze is zeer hardhoorend
Hardhoorend?
Nu ja, inen moet verbazend da
6tem uitzetten anders verstaat de
goede vrouw alles verkeerd!
De ongelukkige vrijer stond per
plex.
—Maar waarde hee.r, troost u: een
bijzondere schoonheid is mijne nich(
niet en een kapitaaltje van nog
geen tien mille is nu ook zoo verlok
kend met!
Tien mille? herhaalde de baron.
En ik rneende te weten, dat ze drie
honderdduizend
Wie heeft je dat wijs gemaakt?
barstte de heer des huizes uit, met
een stuipachtigen lach, waarin men
zich niet bedriegen kon.
Baron van Doren greep zijn hoed
en met een vluchtigen groet verliet
hij het vertrek. Ten huize Arendsen
werd hij niét meer gezien.
De kommies Mossel noopte reeds
laug zijn vnend en ambtgenoot
Houtman, om aan diens schoonva-
vader op 'n Zondag diens mooie auto
mobiel lo vragen; dan konden ze sa
men Mossel en Houtman eens
een nvooien toer maken.
Nu slond Mossel bekend ais iemand,
die, als men hem den vinger geeft,
dra do heele hand en arm neemt; hij
was een van die menschen, met wie
omzichtig moest worden omgegaan.
Vasthoudend was- hy, kwal ij kn emend
anneer men hem niet ter wille was
en rancuneus in hooge mate.
Houtman stond dus tegenover den
wensch van Mossel, zooals de vïsch
tegenover den hengel er was nu een.-
maal niets aan te doen, hij moest er
aan geloovenl Maar bij dezen oenen
keer zou hel blijven, dit, bezwoer hij
gedachten.
Op een mooien Zondagmiddag re-
den zij dus uit. Mossel beviel daif
heerlijk rijden in den gerïefelijken
wagen bovenmate dat moest méér
genoten worden! In dilenj geest liet
hij zich uit.
Behaaglijk strekte hij zich uit;
reeds uren ver waren zij van huis en
nogmaals gaf bij 10 verstaan, dak ze
zulke tochtjes eens meer moesten,
maken daar eensklaps een ruk
de wagen stond stil en was niet
meer te bev.egen; alle pogingen van
Houtman om hem weder in gang te
brengen, waren vruchteloos.
Zij hadden al een achtenswanrdi-
gen afs':and afgelegd, en stonden nu
in eene eenzame streek; nog meer
dan vijf kilometer verwijderd van het
naaste station van een locaalspoor-
weg.
Is er nu niets aan te doen om dat
ng van de plaats te krijgen? jam
merde Mossel, bij wien eensklaps de
prei er af was.
Houtman haaide de schouders op:
Probeer k zeil maarl
Ja, ik hol) van die mechaniek
niet veel meer verstand dan er in te
zitten.
Daar komt nu een eind aanl
merkte Houtman ironisch aan;
kom cr maar subiet uit anders
staan we overmorgen hier nog! Er
zit niet anders op dan de machine
naar hei: naaste station lo zeulen!
En 't zal al donker wezen, als
wo daar aai.komen, weeklaagde zijn
vriend.
Juist daarom of zou je soms
morgenochtend te laat op 't bureau
willen komen? klonk het onheilspel
lend.
Kerel, ben je niet wijs!
Mossel huiverde dat niest! Hij
kende den bureaucKefl Dat zou een
lieve ontvangst worden neen, dat
voor geen geld ter wereld.
In zijn zweet badende, legde hik.