BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD «SM ÖROOTE HOUTSTRAAT BS. DRUKKERIJ ZUIDER BLHTa^SPAARNE 6. Als zij maar geld heeft Een uitstapje. 3ts Jurg&iig ZATBEDAG 18 JULI 1914. Mo 9532 DE ZATERDAGAVOND mARLB/ra DAOBLAO KOST fl.10 PER iAAJDEft ®F S® GOT PER WIEK. IN HAARLEMS DAGBLAD ZOU ADVERÏENVlEN DOELTREFFEND. ONZE ANNONOES WOOOEM OPOSMERim Het Rijke Natuurleven BEERRUPSEN. Dal zijn dieren, die bijna iedereen Rent en die heel vaak warden g»> kweekt om de mooie vlinders, die uit de pappen te voorschijn komen. In Juni kunnen we ze Ihecl dikwijls over den weg zien wandelen, vlug, als hadden ze de grootste haast, om een vastgesteld doel te bereiken. I-Iun lange bruinzwarte haren, zijn in een gestadige golving eu ving glijdt het harige lichaam voort, in stinctief den onbekenden vijand ont loopend. Nu zijn er niet veel vogels, die onze bruine beertjes voor lvun jongen be- gc-.-rem, het harig pakje is niet gemak kelijk te verwerken, en llnoe do koe koek er zijn heldere stem bij houdt, als hij wat van die diertjes naar binnen heeft gewerkt, is bijna een 'raadsel. De beertjes worden in den nazomer geboren uit groene eitjes, die in groepjes bijeen werden gelegd. Al heel gauw brengen zo hot tot ren tamelijke grootte en, daar zo niet kieskeurig zijn, ze eten evengoed wit- genbladeren als doovo netels, lijden ze zelden gebrek. In de prille jeugd is het baarkleed lichter getint, dan wanneer de laat ste vervelling 'heeft plaats gehad. Zelden zal men vlugger rupsjes ont dokken. Ze eijn steeds in de weer en onophoudelijk beweegt hot kleine kopje. Maar plotseling bij do minste aanraking rollen ze ineen en houden ze zich dood. Onbeweeglijk blijven ze dan liggen de cirkelvormige borsteltjes en wan neer ze aanstalten maken, om weer in den natuurlijken stand te komen is een kleine beroering met dan vinger top voldoende, om zo den doodschrik: weer op het lijf te jagen. Di den regel groeien do rupjes vrij snel en als ze vol waaien zijn, hebben ze een flinke lengte en dikte bereikt. De dieren, die we over den weg of over het tuinpad zien wandelen zijn heel dikwijls op weg, om een veilig plaatsje te vinden, gesdbikt om er het rupsenhuidje af te leggen en don pop- toestand aan te nemen. Hoe zelden brengen 7.0 het zoover. Neem eeins wat beörrupisen mee, zet ze thuis met wat bladeren van doove netel, hazelaar of wilg in een glas of doos eiv houdt de dieren goed in het oog. In den regel zijn. ze niet moer in staat, van uw groene lekkernijen te profi leeren. Onrustig draaien ze heen en weer in huil kleine verblijfplaats, maar al zoudt ge ze de vrije ruimte he'rgeven, de onrust zou er niet door verminde ren. Want de dieren worden ge kweld door een nameloos lijden. Wel zijn ihel nia.ar rujzsen, maar liet wrin gen van het lichaam zegt wel, dat de pijn wordt gevoeld. Wat is Pr gebeurd? Het antwoord OP dia vraag wordt pas gegeven, als we nauwlettend toezien do volgende dagen. Pas hebben we nog weer voor ver- óche blaadjes gezorgd, in de meening verkeer end, dat verkeerd voedsel web Jicht de oorzaak van hel lijden is, of daar kruipen geelwitte maden door de rupsen-verblijfplaats. Tegelijkertijd zien we, dat het ge kwelde dier, door zijn instinct gedre ven, nog begonnen was aan het spin nen van een cocon en de enkele dra den, die aan de verdroogde bladeren zijn vaslgehednt, bewijizen, dat het dier niet voelde, dat het noodt den pop vorm zou kunnen aaunomen. Tussehen dit spinisel door zijn ein delijk de maden gekropen, die in liet rupsenlichaam hebben gewoekerd, die er hebben geparasiteerd van. het 00- genibllk af, dat zo zidb tussehen de haren door naai binnen werkten. Ten koste van het aangetaste dier tijil ze gegroeid en, volwassen zijnde, hebben ze eindelijk do vrije ruimte weer opgezocht. In het glas veranderen deze maden al heel gauw in glimmend bruine» cocons, iets grootdr, dan do bekende tonnetjes, waarin do vliegenlarven veranderen. De rups, die al meer verdroeg, dan men mogelijk zou achten, overleeft het nooit lang. Als de maden Ibiun nieuwen vorm aannemen, schrompelen de rupsen in elkaar en sterven. Uit de tonnetjes komen do befruch- to tachinen, vliegen, die heel veel op .onze kamerkwelgeesten lijken. Deze dieren zoeken weer andere slachtoffers om er hun eieren of lar ven op of in to leggen en heel wat rupsen moeten weer den marteldood sterven. Die dieren, welke het werke lijk tot den poptoehtand brengen in ons doosje of glas, geven eindelijk de prachtige beer vlinders, die we zeer zeker tot onze mooiste ui Ion mogen rekenen. Ze zijn zoo sefhitterend gekleurd1, het hruin en geel van hun voorvleu gels en het rood van het tweede vleu gelpaar is zoo zacht van tint, dat we er ieder jaar- naar verlangen weer wat beerrupsen in kleurjuwcelen te doea veranderen. H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Een boek, dat sensatie verwekte. Hiermede bedoelen we natuurlijk „diie Waffen riieder" van de pas over leden, algemeen betreurde schrijf ster Bertha von Süttner. Voor diege nen onder mijn lezeressen w.icn dit werk misschien niet bekend moge zijn, volgt hier de inhoud ïri korte trek ken De hoofdpersoon van het boek Mar tha van Tilling, heeft, als waardigo generaalsdochter, als jong meisje „ge dweept" met den militairen stand en met boeken over oorlogMaar de oorlog in hoeken en de oorlog iri het werkelijke leven zijn er twéé! Dat ondervond ook Martha. Tot tweemaal toe verliest zij een echtgenoot door het moordend staal, Daarbij kwam nog, dat haar tweede man, hoewel goed soldaat een afkeer had van (te gruwelen van den oorlog en ook Martha voor zijn inzichten wist te wfnncn. Samen maken zc nu waar ze kunnen, propaganda voor den vrede, maar ondervonden natuurlijk in de Duitsche militaire kringen over al tegenstand, zelfs bespotting en verachting. Met hoeveel gloed is bok geschil derd het afscheid der beide echigenoo- ten als ook de apostel des vredes, als zoon van zijn- vaderland, wordt op geroepen tot den strijd I En hoe gru welijk de 'beschrijvingen van het slagveld als de officiersvrouw zelve naar liet tooneel van den oorlog is gereisd, om daar haar man te zoeken. De aangrijpende lafereelen waarvan het geheele boek vervuld is, doen al de snaren onzer ziel van verontwaar diging gloeien De geheele roman is dus een hevig protest tegen de wreedheid van den oorlog: Hot protest van een vrouw, een moeder en een zuster tegen de slachting die wordt aangericht, on derdegenen, die zij liefhebben! De geschiedenis eindigt tragisch: luitenant Tilling, die zich eindelijk van het leger heeft losgerukt om voor den vrede te werken, wordt in den Fransch-Duitschen oorlog voor spion gehouden, gevat en gedood. Niets blijft de arme weduwe over dan haar zoonAl haar bloedverwanten zijn bezweken in of ten gevolge van den oorlog I De geschiedenis in al haar eenvoud maar tegelijk in al haar aangrij pende schildering, moet den lezer wel roeren en te verwonderen is het niet dat Keizer Nicolaas II er door getroffen werd! Men beweert zelfs, dat hij dadelijk 11a de lezing van het boek, zijn Proclamatie voor den Vre de opstelde! En een heerlijke gedachte is het voor ons vrouwen, dat juist een vrouw door de kracht vari. haar woord zulk een groolen invloed heeft gehad op deze daad van den Czaar. En nu iets over de schrijfster zel ve zoo even werd heel de wereld nog getroffen door den dood van de 71-ja- rige Bertha von Süttner, Zij werd ge boren als de dochter van den Oosten- rijkschen luitenant-veldmaarschalk graaf Kinsky, en haar jougd was niet onbezorgd, daar de familie geen vol doend fortuin bezat. Op haar twintigste jaar werd zij ten huwelijk gevraagd' door een be jaard inillionnair te Weenon. Maar toen de verloving reeds was gevierd, kwain haar gemoed in opstand bij de gedachte, dat zij voor geld zou bui gen en dus verbrak zij deze verbin tenis, Ten huize van de Russische prinses van Mingretie leerde zij later den neef van deze dame, een zekeren prins Herakluis van Georgië kennen, •die liefde voor haar opvatte. liet kwam echter niet tot een huwelijk. Nadat haar moeder de rest van haar reeds geslonken vermogen had verloren aan de speeltafel, moest de jonge gravin haar eigen brood gaan verdienen. Eerst beproefde zij zangeres te wor den, doch toen zij daarvoor goen vol doend talent bleek te bezitten, nam zij een werkkring aan als huisonderwij zeres bij baronesse von Süttner. Do zoon van deze dame werd weldra op haar verliefd en deze liefde werd door haar beantwoord. De ouders van den jongen „Frei- herr" verzetten zich echter tegen het huwelijk en Bertha ging nu naar Pa rijs, waar zij eenigen tijd werkzaam was als secretaresse van Alfred No bel, den stichter der Nobelprijzen. Het eindigde echter toch met ecu huwelijk met Freiher vön Süttner, .waarbij het jonge paar gastvrij opne ming vond bij de hierboven genoem de prinses van Mingretië. Niet alleen met de pen, ook metter daad maakte deze groote vrouw pro paganda voor de vredesbeweging. Ze stichtte verscheidene vredesvereeni- gingen en hielp ook den bekenden Stead op zijn kruistocht. MARIE VAN AMSTEL. Parijsche Brieven CCCCXXXL Nu madame Caillaux eerstdaags voor het gereoht zal hebben te ver schijnen, wordt er opnieuw, zoo van do zijde harer aanhangers als van die harer tegenstanders, sterk „gefoe terd". En het is een toer om te weten te komen, waar de volstrekte waar heid schuilt. Niettemin staan enkele feiten vast. Zoo staat het vast, dat iemand, be werend uit naam van de vrienden van wijlen Calmette te handelen, zich tot sommigen der jury-leden heeft ge wend 0111 een ongunstige stemming jegens do beklaagde te weeg te bren gen. „Le Figaro" verklaart met de tra- ditioncole verontwaardiging, dit blad zoo éigen, dat de vrienden van Cal mette niet tot zulke intriges in staat zijn. Intusschen wijst men den intrigant met den vinger aan, en deze, een be roemd schilder, verwaardigt zich niet, daartegen in verzet 1e komen. Uit hooghartigheid? Of steekt daarin de erkentenis van de gegrondheid der geruchten Intusschen verzekeren de vijanden van Caillaux, dat die heelo combinatie oen truc is van den ex-minister, en een schaakzettex'igè truc, bestemd om Culmette's vrienden bij liet publiek en zoo mogelijk ook bij de jury-leden in dis-crediet te brengen. Die schilder van naam, beweren zij, is een geheime vriend en boodschapper van Caillaux en had tot opdracht, den jury-leden op demonstratieve wijze cbmpromet- tante aanbiedingen te doen. Het pu bliek zou dan vanzelf achter dat open baar geheim komend, zich kanten te gen de Calmettislen. Het komt mij voor, dat deze uitleg ging laboreert aan te groote ingewik keldheid en de kans van slagen bij een dergelijk complex van kuiperij niet geévenredigd zou zijn aam de ge vaarlijkheid van het spel, voor het geval de schilder in kwestie tot een bekentenis zou komen. Gewoonlijk traoht men het noodlot rnet eenvoudi ger middelen af te wenden. Bovendien heeft de algemeene stemming zich langzamerhand ten gunste van madame Caillaux ge keerd. Eerstens heeft de wijze, waarop de rechter van instructie Boucard het verhoor van de beklaagde heeft go- leid, bijkans iedereen tot de overtui ging gebracht, dat hij aan de zijdo der Figarotleri stond. Al het mogelijke is er gedaan geworden om den schul denlast van madame Caillaux te ver zwaren. Voorts kon. dunkt mij, de rechterlijke macht geen sterker bewijs van partijdigheid geven dan door het requisitoir van den procureur vóór liet vonnis te doen publiceeren. Deze daad, waarbij bet leven van een men schel ijk wezen op het spel staat, is een bespotting van de gerechtigheid, en zelfs van de rechtspleging. Doch er is meer. Een buitenlandsch blad, „The Eu ropean Mail", is het verslag van de twee geneesheeren-expei'ts ter zake machtig kunnen worden en maakt uit den inhoud van dat document de ge volgtrekking, dat men Calmette had kunnen redden, indien men zich da delijk meer met het behoud van dezen, dan met schuldigverklaring van ma dame Caillaux had beziggehouden. Men had Calmette kunnen redden. Want „après tout" waren de inge wanden niet aangetust, en de dood trad in als gevolg van een eenvoudige scheur te midden der slagaders van den krommen darm, slagader van se cundaire belangrijkheid. „Welnu I onderstel een oogenblik, dat Calmette met succes geopereerd was geworden en zijno wouden te bo ven was gekomen. Dan ware de pro- j cureur genoodzaakt geweest te er kennen, dal madame Caillaux waar heid sprak, toen zij verklaarde, dat zij slechts de bedoeling had gehad, haar vijand geducht de les te lezen, en niet om hem te dooden. Er hadde geen lang verhoor wegens moord plaats gehad, en het proces, dat wel dra een aanvang zal nemen, zou zijn teruggebracht tot een zaak van sla gen en verwonding. Do straf zou ge ring zijn. „Zekerlijk deed madame Caillaux slecht, een revolver te koopen en er naar „Lo Figaro" mee te gaanin tusschen is in het geheel niet bewezen, dat zij Calmette met voorbedachten rade heeft gedood. „Als redelijke menschen kunnen wij ons afvragen, waartoe zij hem had willen dooden? Een dergelijke mis daad kan niet anders dan de loop baan van haar man compromitleeren. Neen, wij hebben aangetoond, dat de richting, die zij aan de geloste scho ten gaf, ten volle bewijst, dat zij de waarheid sprak, toen zy onmiddellijk verklaarde, dat zij hern slechts een lesjo wilde geven. „En dat Calmette nu dood is, is tegelijkertijd het gevolg van het feit, dat hij bukte en diensvolgend de ko gels ontving in andere lichaanisdee- len, dan dat hetwelk madame Cail laux de bedoeling had te treffen, en van het inderdaad verstommend feit, dat de geneesheeren, die hem hebben verzorgd, liet slecht hebben gedaan." Tot recht verstand van het betoog van genoemd blad resumeer ik als nog hieronder de redenen, waarom het geloof schenkt aan de onmiddel lijk na de misdaad gegeven en daarna steeds volgehouden verklaring van madame Caillaux. dot zij niet de be doeling had gehad, Calmette te doo den le. do zes kogels hadden dezelfde richting, te weten sterk beneden waarts gericht, gelijk zij beweert, naar Cahnette s voeten bij zijn aan vankelijke houding, d. w. z.: overeind staand 2e. Calmette bukte zich na het der de schot, en de drie eerste kogels wer den óók in beneden waar tsclie rich ting gevonden 3e. madame Caillaux was van plan geweest, slechts één schot te lossen de andere loste zij, onbekend als zij was met wapenbehandeling slechts éénmaal te voren had zij zich van een „pistolet automatique" bediend en in haar (zeer verklaarbare) groote zenuwachtigheid, onbewust, automa tisch. Mij dunkt, dat de beschouwingen van het Engelsche orgaan zéér be langrijk zijn. En. het zou me niet ver wonderen, indien ze dienst deden bij de openbare behandeling van deze sensationeels rechtszaak, aan het bij wonen waarvan menige Parijzen aar zijn vacantiereis zal opofferen. Wa rempel, zooals in deze ondraaglijke hitte; sommigen reeds sedeiteen paar weken, trappen op- en afhollen om een toegangskaart machtig te wor den 1 OTTO KNAAP. Het achttienjarig dochtertje van den grondeigenaar Arendsen zat in de be schouwing van een photographic ver diept, toen haar broeder Otto, de stu- den, die onmerkbaar binnengetreden was, zich over haar schouder boog en uitriep Nu, Elize, heb je vuur gevat? Onzin! sprak Etise blozend en ze sprong op. Je behoeft je anders voor die tee- dere uandoening niet te schamen; mijn vriend Charles is een patente jongen.! Zwijg toch ik wil er niets van. hooren, Je weet immers, liet ze er op volgen, mama wil absoluut, dat ik ba ron Van Doren huwen zal. Dien het alleen, om je geld te doen is, ten, einde zijn geschokte fi nanciën te herstellc-n. Maar je weet toch evenzeer, dat papa en ik er te gen zijn Wat. geeft dat, als mama het wil doorzetten? Dan vermogen we niet veel, dat is zoo. Maar misschien met list! Och, Otto, hoe dankbaar zou ik je zijn I Benige dagen na dit gesprek werd de huiselijke kring uitgebreid door de komst van een nicht des grondeige naars, die kwam logeereneen jonk vrouw van middelbaren leeftijd, die een klein vermogen bezat, waarvan, de rente haar in staat, stelde, juist even tjes fatsoenlijk te leven. Tante Amalia, zooals ze altijd door de jongelui genoemd werd, was onge veer veertig jaar oud haar gemoede lijk gelaat had doorgaans een uit drukking van spanning, want haar gehoor was zeer zwak een zekere ijdelheid deed: haar steeds zich in spannen, opdat haar gebrek niemand mocht opvallen. Zekeren dag waren baron Van Do ren en Otto samen in, ,de biljartkamer gezeten. Het zelfbewustzijn van eerst genoemde werd een weinig getemperd door een ander bewustzijn, namelijk dat hij binnenkort, behoefte had aan een aanzienlijke som, wilde bet land goed zijner vaderen niet voor schul den worden verkocht, De benarde om standigheden, waarin hij verkeerde, verheelde hij niet voor zijn jongen vriend. Ja, mijn waarde, zoo sprak hij ertrouwelijk, gij als de zoon van een rijken vader kunt je niet voorstellen, wat het zeggen wil, voortdurend in moeilijkheden te verkeeren en door allerlei gespuis te worden vervolgd! O, ik weet daar van mede le sprekenik ken dat soort haaien evengoed. Ach, wanneer ge wist zoon van een rijken vader! Dat schijnt maar zoo doch dit is een familiegeheim. Nu, tegenover mij, die toch In nadere betrekking tot uw familie hoop te komen Ja, dat is waar, Gij wilt alzoo werkelijk nu dan, mijn zuster Elise heeft zoo goed als geen bruidsschat te wachten. Het groote vermogen, dat men ons toeschrijft, bestaat wel; maar niet in bezit van mijn vader. Alles, wat we hebben, behoort eigen lijk aan tante Amalia. Welke tante Amalia'? Een dame, die een paar dagen geleden hier gekomen is en vooreerst ons niet zal verlaten. Zij wil, zoo heeft ze gezegd, zelve een oogje laten gaan over liet beheer van haar aanzienlijk vermogen. Ilebt ge nog geen kennis met haar gernaakt7 Neen, maar het zou mij aange naam zijn, haar te leeren kennen. Maar uw familie is toch zeker van de erfenis? Helaas, neen! Tante Amalia denkt er namelijk ernstig aan, te gaan huwen en dan is het uit met de schooone vooruitzichten! Geluk kig heeft ze nog niemand gevonden; dio er belust op was, in dezen zuren appel met vergulde schil te hijten trots haar drie ton! Drie ton driemaal honderddui zend gulden-! Zou je mij aan die ori- gineele dame eens willen voorstellen? Origineel? Dat hebt ge merkwaar dig goed geraden; tante Amalia is wél origineel. Zij geeft bijvoorbeeld op vragen soms geheel onverklaar bare antwoorden maar met een wei nig tact en opmerkzaamheid kan men toch de bedoeling wel begrijpen. In elk geval kan aan uw wenscli worden voldaan. Ilij opende de deur van bet aan grenzend vertrek en riep: Elise, de heer Van Doren zou gaarne aan tan te Amalia worden voorgesteldtoe, zie eens of ze in het park is? Elise begaf zich naar buiten. Tante, riep ze met uitzetting van haar hef stemmetje de naarstig brei ende dame in hel oor, baron Vau Doren wenscht aan- u te worden voorgesteld, Hij komt dadelijk hier. Maar ik heb hem niet ge zegd dat u een weinig hardhoo- rend is. Wijsneusje, dat ben ik ook niet- Wel neen, tante-lief, u verstaat me heden weer uitstekend. Maar als u soms niet mocht verstaan, wat -hij zegt, dan is hel niemendal. Zeg een voudig: ja, ja, of: zal me zeer aan genaam zijn, en Ik zal wel zeggen, wat ik voeg zaam acht! sprak de dame met waar digheid. Elise spoedde zich heen en weldra naderde baron Van Doren met her haalde strijkages. Tante Amalia. die niet dagelijks met menschen van adel omging, was opgerezen en beant woordde met een onberispelijke nij ging de hoffelijke begroeting. Baron Van Doren, dus stelde hij zich voor. Ik ben verheugd, de eer te genieten, met u te mogen kennis ma ken O ja, juist, zei tante, die er geen woord van verstond, U schijnt er van te houden, in de schoone natuur te vertoeven, Om u le dienen! Hoe gelukkig moet ge u gevoe len, als eigenaresse van zulk een heerlijk park! Tante Amalia luisterde met gespan nen aandacht en wie weet, wat zij meende te verstaan, want zij ant woordde Mijn lieve Jöli werd helaas ver giftigd. Het was een prachtige mops de menschen dachten dat hij dol was. Ah, dat is wel treurig. Ik wil ho pen dat ge over dat droevig verlies u wat zult hebben heengezet. Hoe zou dat. oolc anders kunnen zijn in het bezit van zulk een prachtig landgoed! Ja, ja! Dat klonk nog droefgees- tiger. Nog altijd die zwaarmoedigheid 1 Kunt u dien dierbaren mops maar niet vergeten? O jal zei tante Amalia, plotse ling zeer opgewekt. U heeft een gelukkig tempera ment. Nu, zoo'n diertje is allicht te vervangenVergeef mij de indis crete vraag heeft u er nooit eens aan gedacht, een man als levensgezel te kiezen? O ja. Nu, iaat het niet te zeer u verras sen op mijn landgoed ontbreekt een ervaren huisvrouw. liet was al tijd mijn wensch, daarheen een lieve vrouw te geleiden. Ja zeker met, genoegen! sprak de dame, van geluk stralende, want zij meende te hebben, begrepen, dat hij zijn geleide aanbood. Hoe, heb ik goed verstaan. Is u bereid, op mijn aanzoek in te gaan? liet zal me een waar genoegen zijn! O, mejuffrouw— lieve Amalia niet waar, ik mag u Amalia noemen u maakt mij tot den gelukkigste van alle stervelingen! Mag ik mij wenden tot den heer Arendsen, om die zaak nader te regelen? Waar gaat u heen ik zal u al les laten zien Hij hoorde dit niet meer. Hij spoed de zich naar huis en liet zich bij den grondeigenaar aandienen. Deze was als uit de wolken gevallen, toen Van Doren verhaalde hoe hij de hand vdn juffrouw Amalia gevraagd en het ja woord verworven had. De oude heer begreep ér niets van! Dat het hem om haar geld' te doen was, begreep hij wèl —maar wat zij bezat, was zoo weinig en Amalia had nog nooit de minste genegenheid tot trouwen ge openbaard! Ik zou toch wel eerst eens met mij'n nicht willen spreken, want wat u mij daar zegt, komt mij onverklaar baar voor. Excuseer me een ooren- blik. Hij vond de dame nog op haar lie velingsplaatsjewaar zij, het hoofd schuddende, bleef zitten breien, Ainalia! riep hij met stentorstem. Wat is er, Emile? Je behoeft zoo hard niet te schreeuwen! Baron Van Doren zegt me daar zoo even, dat hij je hand gevraagd! en een toestemmend antwoord beko men heeft, schreeuwde hij haar in het oor. Toe, zeg. geen flauwiteiten! Wat hebt ge dan met mekaar besproken? Tante Amalia was'in groote verle genheid. Te bekennen dat zij tóch den raad van haai' nichtje opgevolgd had, om tc doen alsof ze verstond, wat er gezegd werd, was haar zeer pijnlijk. Dat kan ik je niet zeggen. Dat is dat moet een geheim blijven. O, ik ben zeer ontstemd. Hij moet me niet weer onder de oogen komen! Met dit bescheid keerde de heer Arendsen terug. liet spijt me zeer, waarde heer Van Doren, maar u heeft mijne nicht misverstaan. En hoogstwaarschijnlijk is u ook door haar verkeerd begrepen want ze is zeer hardhoorend Hardhoorend? Nu ja, inen moet verbazend da 6tem uitzetten anders verstaat de goede vrouw alles verkeerd! De ongelukkige vrijer stond per plex. —Maar waarde hee.r, troost u: een bijzondere schoonheid is mijne nich( niet en een kapitaaltje van nog geen tien mille is nu ook zoo verlok kend met! Tien mille? herhaalde de baron. En ik rneende te weten, dat ze drie honderdduizend Wie heeft je dat wijs gemaakt? barstte de heer des huizes uit, met een stuipachtigen lach, waarin men zich niet bedriegen kon. Baron van Doren greep zijn hoed en met een vluchtigen groet verliet hij het vertrek. Ten huize Arendsen werd hij niét meer gezien. De kommies Mossel noopte reeds laug zijn vnend en ambtgenoot Houtman, om aan diens schoonva- vader op 'n Zondag diens mooie auto mobiel lo vragen; dan konden ze sa men Mossel en Houtman eens een nvooien toer maken. Nu slond Mossel bekend ais iemand, die, als men hem den vinger geeft, dra do heele hand en arm neemt; hij was een van die menschen, met wie omzichtig moest worden omgegaan. Vasthoudend was- hy, kwal ij kn emend anneer men hem niet ter wille was en rancuneus in hooge mate. Houtman stond dus tegenover den wensch van Mossel, zooals de vïsch tegenover den hengel er was nu een.- maal niets aan te doen, hij moest er aan geloovenl Maar bij dezen oenen keer zou hel blijven, dit, bezwoer hij gedachten. Op een mooien Zondagmiddag re- den zij dus uit. Mossel beviel daif heerlijk rijden in den gerïefelijken wagen bovenmate dat moest méér genoten worden! In dilenj geest liet hij zich uit. Behaaglijk strekte hij zich uit; reeds uren ver waren zij van huis en nogmaals gaf bij 10 verstaan, dak ze zulke tochtjes eens meer moesten, maken daar eensklaps een ruk de wagen stond stil en was niet meer te bev.egen; alle pogingen van Houtman om hem weder in gang te brengen, waren vruchteloos. Zij hadden al een achtenswanrdi- gen afs':and afgelegd, en stonden nu in eene eenzame streek; nog meer dan vijf kilometer verwijderd van het naaste station van een locaalspoor- weg. Is er nu niets aan te doen om dat ng van de plaats te krijgen? jam merde Mossel, bij wien eensklaps de prei er af was. Houtman haaide de schouders op: Probeer k zeil maarl Ja, ik hol) van die mechaniek niet veel meer verstand dan er in te zitten. Daar komt nu een eind aanl merkte Houtman ironisch aan; kom cr maar subiet uit anders staan we overmorgen hier nog! Er zit niet anders op dan de machine naar hei: naaste station lo zeulen! En 't zal al donker wezen, als wo daar aai.komen, weeklaagde zijn vriend. Juist daarom of zou je soms morgenochtend te laat op 't bureau willen komen? klonk het onheilspel lend. Kerel, ben je niet wijs! Mossel huiverde dat niest! Hij kende den bureaucKefl Dat zou een lieve ontvangst worden neen, dat voor geen geld ter wereld. In zijn zweet badende, legde hik.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 13