m
m
m
ft
:.;i
Tie! 'ocge voertuig voortduwende, in
verc?niging met zijn lotgenoot, den
eersten kilometer af; in gedachten
<11 on vriend en lotgenoot verwen-
echende.
Toen kwamen ze aan een boerderij
en Houtman requireerde een paard,
da< de zware taak kon overnemen;
In stap ging het nu weder voort langs
den eenzamen weg en de duisternis
was reeds ingevallen, toen zij het
station bereikten.
Gelukkig zou er juist een trein aan-
komen en overhaast nam Mossel af
scheid van zijn reisgenoot, die wel
bij de machine moest achterblijven,
niet goed wetende wat er verder mee
te beginnen, zooals hij gezegd had.
Mistroostig was hij er in gaan zit
ten.
De Straatweg liep oen eind even
wijdig aan <ie spoorbaan; zoodat
Houtman met zijn auto haast in de
onmiddellijke nabijheid van den trein
stond, toen deze gereed was om te
vertrekken. Mossel bleef voor het ge
opend raampje van den coupé staan
en zag meewarig naar zijn vriend,
die in de verdrukking zat.
Nu riohr.te Houtman zich op en
juisit toen de locaal trein zich in be
weging steldekwam er ook be
weging in de weerspannige auto
En eensklaps schreeuwde hij:
Mossel, vriend kom "gauw
hier hij loopt weer!
Deze maakte eemge zwembewegin
gen, die nog kracht.ger werden naar
mate de automobiel van den vriend
den trein mot blijkbaar geinak volg
de. En nu reed de auto gezellig er
vlak naofiZ.; maar Mossel kon geen
gevolg geven aan de uitnoodigendo
handbewegingen om weder plaats te
nemen...
Alsnu liot Houtman de krachtige
machine in hot duister van den nacht
verdwijnen. Tamelijk laat 's avonds
was het, toen hij thuis kwam.
Den volgenden morgen geen spoor
van Mossel. Hij verscheen nief. ten
bureel©, zonder dat hij reden gege
ven had van zijn verzuim; de bureau
chef was alzoo woedend.
Er kwam iets van gewetenswroe
ging in Houur.an op, toen een bood
schap naar Mossel's woning gezon
den was en ook daar geen verklaring
kon worden gegeven van het onge
hoorde feit
Eerst twee uur na bureautijd
ksvam hij opdagen. Gelukkig scheen
hij van de misleiding met de auto
nog niets "-e vermoeden.
Met bezorgd tragischen blik vroeg
do ondeugende vriend hem, wat in
vredesnaam hem overkomen was.
Mcnschenkind denk eens!
daar is die lamme locomotief ook al
midden op den weg blijven staan
rnaar die was heeiemaal niet meer
van de plaats te krijgen, en toen heb
ik in 'n kiem nest moeten overnacn-
ten. Ik kon niet vroeger hier wezen
van een behoorlijke aansluiting
geen sprake! En zooeven heb ik een
schrobbeenng van den bureauchef
gehad die niet malsch was.
Ja, dat was de verkeerde we
reld: de auto weer, als door een won
der, m orde en de locomotief defect.
Lien ongeluksvogel beu jij, amice! En
hij keek even meewarig als den
avond te voren de eigenbaat zuchti
ge vriend, die waande, hem in den
steek te laten.
Het doel was beieikt.
Van de auto wilde detze niets meer
weten!
De Dievenvanger.
(Een ,,dertective"-geschiedeni3 uit
Britsch-Indié.
In Calcutta was bij een welgesteld
Inboorling een vrij belangrijke dief
stal gepleegd. In plaats van zich tot
de Engelsche politie te wenden, be
sloot de bestolene hulp te zoeken bij
Mirza Golam, die den naam had, bij
het opsporen van gauwdieven en rco
vers het den zwaartillenden diena
ren der openbare macht steeds in be
hendigheid af te winnen.
De politie stelde evenwel heel wei
nig vertrouwen in dezen amateur-
politieman.
Alen liet alles precies in den toe
stand, zooals het bij de ontdekking
van de inbraak geweest was, en liet
den dievenvanger onverwijld ontbie
den.
Mirza verzuimde niet, aan de uit-
noodigtng gevolg te geven, want hoe
t ook mocht geuteld zijn met zijne bij
zondere gave om misdadigers op te
sporen, ongetwijfeld bezat hij een
fijnen neus voor het on der settelden
van clientèle, waar een aardig be
trag ropijen zou zijn te verdienen.
De plaats van het misdrijf werd in
oogensdticrusv genomen; Mirza Go-
lam bezichtigde aandachtig het vc'r-
trek, de daarheen voerende gang,
zoomede den voorhof van hot Ümis en
sprak toen met besliste en verbazing
wekkende zekerheid de volgende ora
keltaal:
,,De diefstal heeft minstens twaalf
Our geleden plaats gehad, en is be-
guan door een ouderen Brahmien en
twee medeplichtigen van een lagere
kaste; over de verdeeling van den buit
zijn zij in strijd geraakt, hebben ech
ter ten slotte zidti weder verzoend en
zijn gezamenlijk op "reis gegaan naar
Benares.
Verbaasd over de ongelooflijke
scherpzinnigheid van den man, die
dit alles zoo volmaakt zeker wist uit
te leggen, waar gewone menschen ter
nauwernood een spoor zouden gevon
den hebben, vroeg de belanghebbende
hein, op welke aanwijzingen hij zijne
conclusie grondde Mirza Golam
glimlachte overmoedig, bracht ihem
naar de kist, waaruit de ju woelen en
geldzakken geroofd waren, en zeide:
„Als je niet blind waart aan oogen
en verstand, zoo had het je niet kun
nen ontgaan, wat mij al dadelijk op-
vicL Hier op het deksel van dc, door
de dieven opengebroken en daarna
weer gesloten kist, ligt eene laag stof,
die niet aanwezig was, toen do dief
stal begaan werd, omdat zij anders
sporen van de handen der misdadi
gers moest aanwijzen; zij ïs ter dik
te van een vingernagel dat komt
overeen met eon tijdduur van twaalf
u'ren.
„Zie nu eens, wat hier op don
vloer Ligt: eenige kruimels brood ©n
rijstkorrels. De dieven hebben dus
blijkbaar gegeten en een van hen zon
derde van de gekookte rijst, die hij bij
zich h3d, de niet geheel week gewor
den korrels af; zij waren voor zijn
tandeloozen mond te hard, omdat hij
een oude man was.
Diezelfde man nu was een Brah
mien, want hij wisclvte na den maal
tijd zijne hand aan een vijgeblad af,
dat bdj daarna op den grond wierp
hier ligt het nog en de sporen van
zijn vingers zijn er nog op aan te wij
zen. Geen mensch van eene andore
kaste zou dit doen; die zou de vingers
aan zijne voetzolen hebben afge
veegd, zooals inderdaad de beide met
gezelion van den Brahmien gedaan
hebben.
De misdadigers kregen daarna
ruzie.
Neem me niet kwalijk, Mirza, zoo
viel de bestoleue hem in de rede, hoe
weet je, dat er juist twee bij den
Brahmien waren, en niet soms een, of
drie of vijf er bij geweest zijn?
Geduld maar, gaf Mirza Golam
ten antwoord. Heb ik je niet gezegd,
dat je blind aan oogen en verstand
zijt? Zij üiebben het zelf aangewezen
en ge hebt het niet gezien. Ik zal het
je dadelijk aan toon on. Maar zie eerst
hier:
Wat ligt hier? Een gebroken aar
den pijp. De dieven hebben getwist
en een van hen heeft toornig zijne
pijp weggeworpen, zoodat die brak.
Zij is niet eenvoudig gevallen, omdat
de stukken dan dicht bijeen zouden
liggen; ze zijn overal verspreid dit
kan aledfots heit gevolg van een met
groote heftigheid gedanen worp zijn.
Nu begaf men zich weder in den hof
en Mirza Golam toonde den beroof
de, wiens verbazing voortdurend toe
nam, eenige half uitgewischte cijfers,
die met krijt op den muur geschreven
waren.
Hebt gij die getallen daar neer
geschreven'? vroeg hij den koopman.
Neen dat weet ik zeker.
Of een van je huisgenooten?
Ook niet!
Alzoo een van de dieven. En wat
beduiden die getallen? 't Eerste getal -
let nu goed beieekent een bedrag,
dat toevallig de prijs voor de sjwor-
reis 3e klasse naar Benares is. Deze
som is met drie vermenigvuldigd. De
dieven hebben uitgerekend, wat zij
voor hun vlucht hadden te betalen
zij waren met hun drieën en zijn in
de derde klasse naar Benares gereed.
Deze redeneering, en vooral de
slotsom, was koen, doch het kwam
bij den bestolene niet op, haar te we
derleggen met zóóveel beslistheid
werd het alles door den detective ge
zegd. Hij was zeer tevreden.
Wist men maar eerst, waar de
boosw ichten waren, zoo zou men zich
wel van hen kunnen meester maken
en hun het onrecht,aardig verkrege-
ne weer afnemen. Benares is een dicht
bevolkte stad.
Benares is groot en Calcutta ver
verwijderd. Mijn geld is verloren, als
men de dieven niet op de hielen zit.
Wilt gij er met voor mij op uitgaan,
Mirza Golam? Gij komt ze wis en ze
ker op het spoor.
De weg is lang en ik ben arm.
Ik betaal natuurlijk de reis.
De hitte is groot en ik zie op te
gen de ongemakken van den verren
tocht.
Natuurlijk ben ik bereid, een
goede eom te betalen, om je schade
loos te stellen.
Om de noodige nasporingen te
doen, moet ik vele menschen hooren...
Ik geef daarvoor 100 ropijen.
En de politie ik moet haar in
den arm nemen maar wanneer zij
niet de kleur van ons geld kent
Ik leg er 100 ropijen voor de po
litie bij.
Maar nog steeds had Mirza Go!am
bedenkingen en iedere zwartheid
had een vermeerdering van het aan
tal ropijen ten gevolge, die de koop
man nu hein uitbetaalde. Het is ein
delijk een niet-onaardig sommetje ge
worden, waarmee dc 8c lerpzinniga
detective üc woning den bestole
ne verlaat.
Maar zij het, dui up u reis naar
Benares het geluk hem uütiouw ge
worden is zij het, dut aldaar zijn
scherpzinnigheid hem begeven heeft,
de bestolene heeft van hem, van de
dieven en van zijn ropijen nooit meer
iets vernomen.
Boosaardige menschen beweren, dat
Mirza Golam heeiemaal niet naar
Benares gegaan is eu volstrekt geen
aanleiding hiertoe gevonden heeft. Als
de koopman de moeite genomen had,
om de cijfers op den muur wat nauw
keuriger gade te siaan, zou hij heb
ben bevonden, dat zij met de spoor-
reis naar Benares niet te maken had
den.
En als men Mirza Golam, die sedert
in. Madras owoont, er naar
vraagt, dan antwoordt hij lachend
met de natuurhistorische wedervraag:
Waarvan zou de sluwe vos leven,
als er geen domine kippen waren?
Maar bij het volk leeft de overtui
ging voort, dat Mirza Golam een be-
kaatn dievenvanger is.
De benadeelde inboorling is even
wel aan het twijfelen daarover ge
raakt.
ze af t© leveren aan een ondankbaar
nageslacht.
Wij waren met ons twaalven. 'Alle
van odel stroo gevlochten. Zekeren
dag kwam een man met een wagen en
bracht ons alle twaalf naar een groot
gebouw. In 't voorbijgaan zag ik, dat
er boven den ingang stond „Minis
terie".
Onze harten ook papiermanden
hebben een hart klopten sneller,
toen wij dus mochten ervaren, dat
men ook zonder protectie in een Mi
nisterie komen kan, wanneer men
maar bruikbaar is.
Ik kwam in een voornaam ingericht
vertrek; onder mij lag een tapijt, ik
geloof een echt Perzisch. Naast me
stond een mooie schrijftafel, waaraan
een heer gezeten was dat is, hij lag
eigenlijk meer op den divan, die ach
ter een kamerschut stond maar als
er. na eerst behoorlijk te zijn aange
diend door den bode, iemand bij hem
binnentrad, dan zat hij toch altijd
aan d© schrijftafel- D© eerste maai,
dat ik bij zulk een audiëntie tegen
woordig was, werd mijn gebieder
aangesproken met Excellentie. Al
zoo de Minister zelf.
Wat 'n beklagenswaardig mcnsch is
toch zoo'n Minister Welhaast eiken
dag hoorde ik hem tot den bode zeg
gen
„Heden kan ik niemand ontvangen.
Ik wil lieden eens inspannend wer
ken heb zeer veel te doen."
Dan trok iiij zioh achter het kamer
schut terug en dra hoorde ik, hoe hij
onder den inspannenden arbeid steun
de het klonk eigenlijk zoo, alsof
iemand hout zaagde.
Veelvuldig kwamen menschen bij
Zijne Excellentie, die iets verlangden.
Zij zeiden, dat het Volk hen afvaar
digde. Ik weet niet, wie „het Volk" is,
maar dat moet 'n groot heer wezen,
w ant de Minister beloofde alles te
doen, wat het Volk wenschte. Of hij
zijne beloften ook is nagekomen, weet
ik niet.
Bij Zijne Excellentie had ik niet
veel te doen. Ik had een heerlijk le
ventje, omdat ik niet bovenmate be
zwaard werd met onverteerbaren kost.
Zekeren dag viel bij ongeluk een do
cument in mijhoe dit kwam, weet
ik niet. Mijn heer zocht er naar en
wond zich vreeselijk op. Eindelijk
kwam hij op het denkbeeld, mij te
onderzoeken. Toen hij het stuk vond,
klaarde ziin gezicht op en hij schelde
den bode. Reeds vleide ik mij, dal we
gens buitengewone diensten mij eene
onderscheiding zou ten deel vallen
in zoo'n Departement is men dicht
bij het vuurtoen ik hem hoorde
MéMOIRES VAN EEN PAPIER
MAND.
(Wiener H u m oreske).
Hier lig ik nu," een arme gebroken
papiermand. De eenige steun van
mijn ouderdom is een armzalige
schrijftafel, die eens betere tijden ge
kend heeft. Zoo maak ik nu gebruik
van mijn oude vriendin, om mijne
„herinneringen" er op neer te leggen.
Wellicht komt er iemand in dit scha
mel vertrek en vindt deze bladen, om
Neem die papiermand weg ik
heb haar niet noodig."
Bij slot van rekening had hij gelijkt
Een geheelen nacht bracht ik door
in een donkere gang. tot ik den vol
genden morgen in een ander bureau
kwam. Dit was niet zoo voornaam in
gericht als mijn vorig verblijfin
tegendeel 1
Mijn nieuwe heer was nog zeer jong.
Misschien, dacht ik, is hij ook wel
Ministerwant hij deed den gan-
schen dag niets. Hij sliep ook, maar
bleef op zijne plaats zitten hij kwam
laat in het bureau, later dan alle
anderen, maar ging dan ook vroeger
weer weg.
Weldra wist ik, dat hij maar chef-
de-bureau was.
Ik had niet anders te doen, dan al:
lerlei paperassen te bewaren, di© hij
mij vaak ongelezen toevertrouwde;
als ik het niet meer verzwelgen kon,
ontfermde d© ijverige bode zich over
mij.
Niet lang verheugde ik me in dezen
.heer.
ik geraakte, zooals steeds het geval
is, aan lager wal en kwam in een
redactie-bureel terecht. Hier begon
mijne ellende. De redacteur, die een
satiriek blad redigeerde, was ulles-
behalve humoristisch, en moeilijk t©
voldoen wit hij al niet naar mij toe-
slingerde
Dit incest ik dagelijks dulden,
eens gaf hij in een nijdige bui mij een
trap en drukte me een paar ribben in.
„Zeg, Johan", schreeuwde hij nu
zijn factotum toe, „neem die honden-
mand weg die ïs al even ellendig
als al 't andere hier."
„Waar moet ik er mee heen
„Voor mijn part naar de kamer van
onzen zitredacteur."
Men moot weten, dat in de schoone
stad aan oen blauwen Donau de cen
suur niet maisch is politie en justi
tie weten ondeugende satire te brei
delen en de verantwoordelijke redac
teur gaal vaak de gevangenis in.
Teneinde niet telkens hierdoor
het werk belemmerd t© worden, houdt
men er een quasi-verantwoordelijken
redacteur op nain de wandeling ge
naamd de zitredacteur.
Steeds sta ik nu naast een afge
dankte, bestoven, wankelende schrijf
tafel, waarvan niemand gebruik
maakte de zitredacteur was zeker
in functie
de aardappelen met heur tweeën,
soms met haar vieren of vijven uit
holden. Prof. Ritzcma Bos verzoekt
toezending van elakkemexemplaren,
die men voor do genoemde schadelij
ke slak mocht houden, en maakt in
zonderheid de bollenkweekers, die
wel eens last hebben van slakkenvre-
terij in tulpen-, lelie- en narcisbollen,
opmerkzaam op deze sak.
Het is geen wonder, dat de slak
ken schik hadden in de afgeloopen
maanden; vocht is heur element en
dat was er maar genoegvochtigheid
is voor haar bestaan en voortplan
ting zeer gunstig. Zelfs is het leven
van do slak van de vochtigheid zeer
afhankelijk. Op drogen grond kan zij
niet best voort en hoe droger die is,
hoe meer slijm scheidt zij af. Bij felle
of aanhoudende droogt© houdt dit
echter op en sterft de slak door uit
droging.
De slakroorten, welk© in voor
haar gunstige tijden ook cul.uurge-
wnssen bedreigen, behooren tot de
naakt© slakken en van deze is de
grauwe veld slak of akkeraardslak d©
meest schadelijke.
Men vindt ze het geheel© jaar door,
meer echter in den herfst dan in 't
voorjaar, dcordat in den herfst, als
he. seizoen wat nat is, reeds tal van
slakjes uitkomen. Ze zijn dan nog
maar een centimeter groot, in saam
getrokken toestand slechts een paar
Streep, maar in volwas-en sta .t
kunnen zij ongeveer een halven de
cimeter (palm) groot worden Als de
winterkou in.tireedt, dan verdwijnt
de slak, d.w.z. voor ons oog; zij ver
blijft echter den geheelen winter vei
lig in den grond, vrij diep daarin
verscholen, in verstijfden toestand,
in "t voorjaar met de natuur te
herleven en alsdun haar lieve leven
tje voort te ze-ten. Indien ze dan
haar weertje maar heeft weinig
en een natten bodem dan is
voor haar da moestuin voorat het
Luilekkerland. Want in 't voorjaar,
als al wat groeit, nog jong en malsch
en sappig is, dan o©.". de slak al haar
bast; van harde stengels en bladeren,
houdt zo minder. Dan eet ze van den
morgen tot den avond en van den
avond tot den morgen, kent dan
gen dag en nacht; alleen wanneer
het warm weer is, ais de zon schijnt
dan staak", zij haar aibe;d eten is
werken voor haar en kruipt on
der een plank of steen, onder blade
ren of in den grond.
De siak begint tiaar eieren te leg
gen in Augustus en gaat daarmee
gedurende den herfst voort, althans
bij vochtig weer en daar liet aantal
eieren, <la: zij legt, wel 400 kan be
dragen, in getale van 6 tot 15 legt
zij ze onder mos of gras, in reten
en spleten, overal, waar 't vochtig
i> is het begrijpelijk, dat het aan
tal slakken enorm kan zijn. En een
slakken ei is taai, kan de fels© kou
de en droogte verdragen; is het in
eengeschrompeld door de droogte,
dan zwelt hot later, vochtig gewor
den, weer op. En de siak zelf is een
levensduur van eenige jaren bescho
ren.
(Slot volgt).
Land- en Tuinbouw.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34, Telephoon 1543.
PROBLEEM Ni. 581,
i van Dr. Moliinart
(Le Damier).
men te richten
V».,"
ï- b
4.
•Ét
HP
Jf
IS
y..
it
ta
wl
Wit
Zwart. 13 Schijven op
Wit. 13 Schijven op 26
i, 6, 8, 11, 13, 15, 16, 17, 19, 20, 21, 23 en 25.
28, 32, 33, 84, 35, 36, 37, 38, 39, 45, 47 en 49.
PROBLEEM No. 582.
van Joh. H. Blom.
le Publicatie.
m ia
ÉH Isé
47
Zwart. 5 Schijven op 4, 5, 10, 18, 22 en drie dammen op 16, 17 en 36.
"Wit 11 Schijven op 24, 25, 26, 28, 33, 35, 42, 43, 45. 47, 50 en dam op 30.
VOOR MOES- EN BLOEMTUIN, enz.
IN DEN TUIN.
(D e Slak.)
Wat hebben de ölakken het vorige
jaar in vele tuinen en op vele akkers
te doen gemaakt, en ook dit voorjaar
kwamen van verschillende zijden
klachten over de 6chade, door slak
ken aangericht. Letterlijk alles is van
hun gading, niets laten ze ongedeerd.
En of dit niet reeds welletjes was,
komt daar Prof. dr. Ritzema Bos ons
nog verrijken met een nieuwe slak,
pardonmet de mededeeling, dat op
Noord-Boveland een nieuwe elaksoort
is gevonden. Het diertje heet: de geel-
gevlekte wormslak, en werd in 1842
in Kerry, in bet Zuid-Westen van Ier
land, door Williau Andrews ontdekt.
Het heeft de eigenaardigheid, dat het
den vorm van een woxim kan aanne
men en daardoor in nauwe gange
tjes kan kruipen, waarvoor zijn li
chaam anders veel te dik lijkt. Te
Cortgene (Zeel.) had men de 6lakken
waargenomen en opgemerkt, dat zij
gangen als woringaatjes door den
grond maakten, en voorts in gepote
aardappelen gaatjes maakten ter
grootte van een spijkergaatje en dan
KINDERROOF.
De New Yoksche correspondent van
de Daily TeJegr. deelt enkele bijzon
heden mede omtrent een justitieel
onderzoek, dat aan het licht heeft go-
braciut, dat er in de Vereenigde Sta
ten een bepaalde organisatie bestaat
voor den kinderroof. Het is gebleken
dat er verschillende benden bestaan,
meest samengesteld uit Italianen,
die bij dien kinderroof samenwerken
en die als het ware eeen tiust vor
men. In de ioatste tien jaren zijn er
door deze benden ongeveer 150 kin
deren gestolen, die dan tegen losprij
zen, waarvan het bedrag al naar ge
lang van hei verinogen der ouders
werd vastgesteld, weiden vrijgelaten.
Er is zulk een bende gearresteerd
en hierbij bleek, dat de roovers zeer
sduwe methodes volgden om hun af
persingen te doen slagen. Men liegen
gewoonlijk de ouders van lie gesto
len kind bevreesd te maken, doe
toezending van kleedingstukken
haarlokken; hielp dat niet, dan
dwong men de kinderen hartroerende
brieven te schrijven naar huis, met
beschrijvingen van de gruwelijke
rnnJhandelingen, waormeede ze wer
den bedreigd. Dat was gewoonlijk
voldoend© oen de ouders toegevend ie
maken voor e gestelde eischen.
Merkwaardig is het zeker we!, da
het volstrekt niet in de meeste geval
len rijke ouders ziju, wier kinderen
ais slachtoffers werden gekozen.
Blijkbaar was het veel gemakkelijker
een prooi te zoeken in de kringen der
kleine winkeliers van vreemde ruaiio-
liteii, die zich gemakkelijker vrees1
aan lieten jagen. Meestal werden de
kinderen geroofd als ze op weg naai
school waren maar ook kwamen ve
le gevallen voor, dat kinderen uit kin
derwa?ens werden gestolen, als de
begeleidsters der kinderen een oogen-
blik onoplettend waren.
EEN FOUT VAN EEN MILLïOEN.
Bij de tweede afdeeling der S.S. te
Soerabaja is, naar tiet Soer ITbld. be
richt, maanden geleden bij de afslui
ting der boeken over 1913, betreffende
de uitgaven voor de versterking van
100 K M. baan tusschen Soerabaja en
Kertosono, ten behoeve van het rijden
met grootere snelheid, een verschil
ontdekt van ruim een millioen gul
den Volgens de boeken zou slechts
ruim 400.000 aan materialen enz zijn
gebruikt, terw ijl er circa '1.400.060 is
uitgegeven. Roeds maanden achtereen
is naar dit kleine verschil gezocht,
dooh tot lieden is nog niets gevonden.
Ten einde raad heeft de 2de afdee
ling verzocht de fout te doen uitzoe
ken door de boekhouding.
Dat hier alleen aan een eigenaar
dige administratieve fout moet wor
den gedacht, bewijst de omstandig
heid, dat de versterking der baan als
bovenbedoeld per KAL circa (14 000
moet kosten, zoodat voor do \erster-
king van 100 K M. baan zonder eeni-
gen twijfel voor een bedrag van onge
veer 11.400.000 aan arbeidsloon en
materiaal moet zijn uitgegeven.
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 28
dezor.
Oplossing van probleem No. 577 van
den auteurWit 37—31, 34— 30.
35—44. 45—40, 39-33. 44 5, 5 16,
36 27. 16 40!
Do stand waa
Zwart. 10 Schijven op9, 10, 11, 12,
17, 18, 19, 22, 24, 26 en dam op 15.
Wit. 10 Schijven op: 21, 32, 33, 34,
36, 37, 39, 43, 45, 50 en dam op 35.
Oplossing van probleem No. 578,
van den auteur Wit 3631, 4641,
39-33. 38-33, 40-34, 34 1. 1 26 I
De stand was
Zwart 12 Schijven op 2, 4, 7, 8, 16,
19. 20, 21. 24, 27, 28 en 30.
Wit. 12 Schijven op11. 13, 36, 37,
38, 39, 40. 42, 43, 45, 46 en 49.
Beide problemen zijn goed opgelost
door de hoeren R. Bouw, M. ten
Brink, Joh. H. Blom, J. Jucobson Az.,
A. A. Jacobson, W. J. A. Matla, 1'.
Moilema, H. 11. Veenhuis. II. W. Zit
man.
ANALYSE van een partij, ge
speeld in den wedstrijd om
liet Wereldkampioenschap
(Augustus 1912) le Rotter
dam door de heeren M. Fa
bre met Wil en Dr. A. Moii-
mard, kampioen van Frank
rijk, met Zwart.
HOLLANDSCHE- OF KORTE CEN
TRUM-OPENING.
Wit
33—28
39-33
Zwart.
18—23
Men zou geneigd zijn te denken, dat
ook nu 12—18 verkeerd is. Deze zet is
evenwel nu juist 3terk.
31—27
44—39
37-31
41—37?
7. 46—41??
7—12!
20—24!
14—20!
Inerin, dat hij, bij goed spel. Wit kan
noodzaken af te ruilen met 3126 en
36 27, waardoor Wit een nadeelig
randstuk krijgt op 26. Ook kan Zwart
den stand laten zooals hij is en in-
piaats van (6e 10—14) 17 spelen. Nu
•s 'le afruil met 34—29 en 40 29 zeer
zwak om het volgende Zw. 1—7, Wit
34—29, Zw. 23 34. Wit 40 29. Zw.
18—22!, Wit 27 IS, Zw. 12 34, Wit
34 30, Zw. 20-25, Wit 50-44, Zw.
25:34, Wit 4440, Zw. 13—18, Wit
40 20, Zw. 15 24. De korte vleugel
van Wit is te veel verzwaktbij goed
spel van Zwart zal hot voor Wit zeer
moeilijk zijn zich voldoende te verde
digen.
7. 5—10
Nog altijd verdient 3429 e
de voorkeur.
9. 49-44
Ir dezen variant goed .Indien Wit
in plaats van 4944, 5044 speelt,
zijn de volgende fraaie spelgangen
mogelijk Wit 5044, Zw. 2429, Wit
33 24, Zw. 20 29, Wit 27—21 (a), Zw.
16 27, Wit 32 21. Zw. 23 32, Wil
84 23 (b). Zw. 19 28!, Wit 32 21, Zw.
14—19. Zwart staat voordeelig.
ia). Wit is gedwongen 27—21 li
spelen, op eiken anderen zet volgt
29—34, 17—21 en 11 24 met een schijf
winst. Ook kon Wit het zwart© stuk
op 29 niet afruilen door 3833 en
42 33, daar alsdan natuurlijk een
voudig 17—21 zou volgen.
(b). Wit 37 28?, Zw. 11—16, Wit
34 23, Zw. IS:29, Wit 41-37. Zw
16 27, Wit 38-33, Zw. 29 38. Wil
43:21, Zw. 13-18 en Wit heeft be
langrijk nadeel, zijn stukken staan
totaal uit elkaar geslagen.
11.
3429
40:20
20-25!
23:34
15:24
Deze afruil is beter dan 27—21 enz.
Wit 27—21. Zw. 16 27. Wit 32 :21.
Zw. 23 32, Wit 37 28, Zw. 18-23,
Wit 42- 37, Zw. 23 32. Wit 37 28.
Zw. 24—30, Wit 35 24, Zw. 19 30 eu
Wit staat nadeelig zijn korten vleu
gel wordt vastgehouden door d<
schijven 25 en 30.
Wit verzuimt hier een belangrijk
voordeel te nemen. Prachtig midden
spel geeft wit in het volgende Wit
3429. Zw. 23 84, Wit -40 29. Zwart
mag niet symetrisch volgen, want
hierdoor ontstaat voor hem een groot
nadeel als volgt
Zwart 17-22, Wit 28 17, Z. 1122
(a), W. 29—23, Zw. 19:28 de beste,
W. 32 23, Zw. 18 29. W. 27 7, Zw.
1 12, Wit 3732. Zoodra Zwart nu
20—25 speelt, dan Wit 3328.
(a) Op 1221 vervolgt Wit met
2722 en 31 22, lietgeen Wit eene
sterke stelling geeft. Om deze reden
was 10—14 zwak. De volgende zeiten
zijn veel 3terker en geven bovendien
een positie-voordeel
Y\ it (6e 41—37) dan Zwart 17—22,
W. 28 17, Zw. 11 22, Wit 34—29, Zw.
23 34, Wit 40 29, Zw. 20-25, Wit
20, Zw. 25 14.
12. 27—22
13. 32:21
14. 28—23
15. 3331
18 27
16 27
19:28
Zwart staat iets sterker.
15. 14-19
10-14
12—18
16. 37-32
17. 41—37
18. 38-33
Wit's korte vleugel is zwak ei
wordt op deze wijze versterkt, in
dien hel witte stuk van 37 op 41 stond
is de volgende damzet voor Zwar
mogelijk Zw. 24—29, Wit 33 24. Zw
19 30, Wit 35 24, Zw. 13-19, Wl
24 22, Zw. 17 46.
18.
7-12
Langzaam maar zeker bouwt Zwaï
Het voordeel van Zwart bestaat zijn stellinz weder op.