De Europeesche Oorlog. Liefdedroom TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 18 AUGUSTUS 1914 Steeds meer strijders tegen Dnttschland. Bijzonderheden over de Dnttsehe kolonie Slantsjai, die Japan van Dnltsch- land eischt om aan China terug te geven. Zal Turkije neutraal blijven? Duitschiand wendt alsnog pogingen aan om 't met België op een aeeoord te gooien. België weigert. De verwoestingen In Luik. De groote veldslag in België gaat beginnen. In de vesting Antwerpen bereidt men zich op een lang beleg voor. Japan neemt deel aan de actie tegen Duitschiand. In ons vorig nummer is 't telegram opgenomen meldend, dat Japan aan Duitschiand een ultimatum gesteld heeft. Voor 23 Augustus wil Japan ant woord hebben, Japan eischt dat Duitschiand Kiautsjau zal afstaan aan Japan, zon der eenige vergoeding, ter eventueel» teruggeving aan China. Wanneer Duitsdhland dien eisch niet aanneemt wat niet zeer waar schijnlijk is en zijn schepen niet uit de Oost-Aziatische wateren terug trekt, zal Japan daaruit de consequen ties trekken. Dan zal dus Ie strijd worden 7 tegen 2. P a r t ij A: Duitschiand. Oostenrijk-Hongarije P a r tij 13. Frankrijk. Rusland. Engeland. België. Servië. Montenegro. Japan. En zal 't dan hierbij blijven? Zullen al de andere Ba than staten buiten spel blijven? DE BUITSCHE KOLONIE KIAUTSJAU Do Duitsche kolonie Kiautsjau in de Chineesehe provincie Sjahtoeng dag- teekent van 18D8. Na den moord op twee Duitsctie zendelingen, werden in 13117 Duitsche oorlogsschepen naar de Golf van Kiautsjau gezonden en 'lan dingsdivisies aan wal gezet. Duitsch iand verlangde, naar de woorden van Bölow, ook „zijn pluats in de zon". Bij traclaat van 6 Maart 1398 werd het gebied om Kiautsjau door China voor 99 jaar aan Duitschiand verpacht De jonge kolonie 'had reeds een zeker» vlucht genomen. De Duit- schers hebben er zoo schrijft de N R. Ct. voortreffelijk administratief werk verricht, heir- en spoorwegen en havenwerken aangelegd, fabrieken opgericht. Do kolonie telde volgens de laatste opgaaf ongeveer 84.000 inwoners. De oppervlakte, zonder de golf, bedraagt ruim 500 vierkante kilometers en wordt door een uitgebreide onzijdige zone (beschermende zone) omgeven. Het bestuur er over i3 aan het depar tement van marine opgedragen. Aan het hoofd staat een hooggeplaatst zeeofficier die te Tsing-i.au zijn zetel heeft. De golf van Kiautsjau heeft een ge zond klimaat. In het vruchtbare bin nenland, waar de bevolking van graanbouw, slroovlechten en zijde teelt bestaat, bevinden zich rijke ko- lenbeddingen. Door een geregelde gesubsidieerde Stoomvaartlijn en Duitsche kabels naar Tsji-foe en Tsing-tau ls de ko lonie met de buitenwereld verbonden. De stad Kiautsjau is het beginpunt van een spoorlijn naar Tsjing-tau (74 K.M., in 1901 geopend), waarvan de Sjantoeng-maatschappij concessio heeft. Een andere spoorlijn is over Kiautsjau steeds verder het binnen land in gebracht. Voor de ontginning van de steenkoolbeddingen en van de verdere hulpbronnen van het binnen-1 land zijn de Sjantoeng-mijnbouw- maatschappij, het Industrie-syndicaat tot oeconomische ontsluiting van Kiautsjau, de Sjaritoong-handelmaab- schappij, de Kiautsjau-maatechapptj en de Duitsdhe maatschappij voor mijnbouw en nijverheid opgericht. liet Duitsche smaldeel in het Verre Oosten, waarvan Japan de ontwape ning of verwijdering eischt, bestaat nlt de twee pantserkruisers Soharu- horst en Gneitsenau en d» drie kleine pantserdekkruisers I-eip- zig, Emden en Nürnbörg. De Scharn- horst en Gneisenau zijn zustersche pen van 11.000 ton, die in 1906 van stapel geloopen zijn. Hun snelheid bedraagt 22—23 knoop en hun voor naamste wapening bestaat uit 8 snel- vuurkanonnen van 21 c.M. en 6 van 15 c.M. De Emdeu heeft een waterver plaatsing van 3650 ton en voert 12 kanonnen van 10.5 c.M.; de Nümberg 3470 ton) en de Leipzig (3250 ton) iiebben 10 van die kanonnen. Uit Washington wordt geseind: Het ultimatum van Japan aan Duitsch iand wordt hier in officieele kringen der Vereenigde Staten voor een zeer ernstig feit in den oorlog gehouden. De Japansche ambassadeur, burg graaf Ci.inda. heeft de regeering der LHie medegedeeld, dat alle neutrale Amerikaansche belangen gewaar borgd zullen zijn. De Amorikaansche regeering beschouwt do belofte van Japan, dal liet Kiautsjau aan China zal teruggeven, als bevredigend. De houding van Turkije. Men verwacht in Frankrijk zoo schrijft cte „Petit Parisian" dat Turkije volkomen voldoening zal ge ven aan de Triple Entente, betreffen de de Goeben en de Breslau, en na lange onderliondelingen zidb zal ge dragen volgens het internationale recht. Men meldt uit Rome aan de „Eve ning News", dat. indien de oorlog tusschen Turkije en de Triple En tente mocht uitbreken, het absoluut zeker is dat Griekenland en Bulgarije legen Turkije zullen optrekken. Volgens een informatie van Rou ter's agentschap te iJxndea heeft de Turkse he gezant aldaar do verzeke ring Iter ha aid, datTurkijezich o i' g v u 1 di i g neutraal z a 1 houden gedurende den oorlog. Grey. hiervan, nota nemend, sprak de voldoening uit van de Britse he regeert»*. Een nieuwe mededeellng van Duitschiand aan België. De „Nordd. AUg. Ztg." meldt' N'a de bezetting van Luik liet de Duitsche regcering door bemiddeling van een neutrale mogendheid de vol gende mededeeling overbrengen aan de Belgische regeering „De vesting Luik is na dapperen te genstand stormenderhand genomen. De Duitsche regeering betreurt het ten zeerste dat er tengevolge van de houding der Belgische regeering te genover Duitschiand bloedige botsin gen zijn ontstaan. Duitschiand komt niet als vijand naar België slechts onder den drang der omstandigheden moest het, met het oog op de militai re maatregelen van Frankrijk het I ernstige besluit nemen, in België bin- 1 ren te rukken, en Luik, als steunpunt voor zijn verdere militaire operates te bezetten. Nadat het Belgische leger den held- hcifitgsten tegenstand geboden heeft en. tegenover de groote overmacht de eer der wapens schitterend heeft ge handhaafd, verzoekt de Duitsche re giering den Koning en de Belgische regeering, om België de verdere ram- pen van den oorlog te besparen. De Duitsche regeering Ls tot iedere overeenkomst met België bereid, dia in verband met den strijd met Frank rijk te aanvaarden is. Duitschiand verzekert nogmaals plechtig, dat het niet geleld werd door het voornemen Belgisch gebied in bezit te nemen, eri dat het nog dit voornemen niet koestert. Duitschiand 13 nog steeds bereid het koninkrijk België onmiddellijk te ontruimen, zoo dra de omstandigheden van den strijd het toelaten." Daarop is op 13 Aug. het volger.de antwoord ontvangen van België „Het ons door de Duitsche regee ring gedane voorstel herhaalt den in het ultimatum van 2 Aug. gesielden eisch. Trouw aan zijn internationale verplichtingen, kan België slechts zijn antwoord op dat ultimatum her halen en dit te meer daar sedert S Augustus zijn neutraliteil geschonden is, een rampzalige oorlog op zijn grondgebied is overgebracht en de mogendheden, die de neutraliteit v. aarborgden loyaal en onverwijld op de noodkreet van België zijn ter hulp gesneld." Nog altijd: naar don groeten veldslag! Een stroom Duitsche soldaten wordt ;>\er België uitgegoten. Treinen vol, marclieerende troepen in lange co lonnes trekken over de grens. Het doel van dien mensdhenstroom is te strlj den tegen de vereenigde macht der Belgische, Fransche en Engelsehe troepen. Dit staat vast: In de eerstvolgend» dogen zal in Noord-Relgië een ont zettend gevecht plaats hebben, waar op de beide legers zich voorbereiden. De gevechten, die do laatste dagen geleverd zijn, waren slechts voorpos ten-schermutselingen. De groote veldslag gaat beginnen. Ook 't groot» Engelsehe blad de „Times" ziet met groote spanning dien dag in Belgjë tegemoet Het zegt: „Europa kan nooit een ontzet- tender ontmoeting hebben gezien, dan die, welke nu te wachten staat. De geheel© toekomst van Europa, do toe komst van beschaving en vrijheid zal daarvan afhangen. Maar -het is denk baar en waarschijnlijk, dat de beslis- -!ng niet zal vallen in een slag, wel licht niet eens in vele. Aan beide zijden zal met groote volharding worden gestreden, en het zal niet dan met groote Inspanning, met opoffering van duizend» men- schenievens ziin, dat de overwinning zal worden behaald. De geveohtsliniën. Het krijgt er werkelijk alle schijn van, dat 'net uitgestrekte oorlogster rein, waarop de worsteling der Duit sche en Belgische, Fransche en En gelsche legers, zal plaats hebben, ul- thans voorloopig gesplitst is in twee onderscheiden deelen: «enerzijds Noord-Frankrijk en België, anderzijds het Moe20lgebied en de Vogezen. Van dit laatste terrein dringen nog maar uiterst vage geruchten en aan wijzingen door: iri de Vogezen ove rigens een terrein, dat ztch weinig leent tot groote ontplooiing, maar dat zeer goed met groote troepenmassa s door te trekken is en allerminst als een strategische barrière is te be schouwen schijnt hevig gevochten te worden om het bezit der passon, hetwelk van overwegend belang is voor de actie in "het Moezel- en Meu- .hegebied. Duidelijker teekent zich de toestand af dn het noorden, in het gebied, dat van het zuidelijke ooTlogstooneol ge- cheiden wordt door de lijn Verdun— Metz. Is het bericht juist, dat de oostelijke en noordelijke forten voor Luik ge vallen zijn, dan beteekent dit een groot voordeel voor de Duitschers, die dan ln die streek de vrije beschik king lieblien gekregen over alle nade ringswegen naar de Maas. Intusseh-n blijft daarbij Namen altijd nog een hoógstgevaarlijke bedreiging. Onder king van die vesting schijr.t een sterke Franscfte troepenafdeeling oyer Charleroi België binnen te tretiken en reeds de belangrijke spoorwegknoop Gemblöux (westelijk van Namen) be zet te hebben, in aansluiting op den rechtervleugel van het Belgische le ger. dat Antwerpen en Brussel (lekt e-n vermoedelijk den druk te doorstaan zal krijgen van de Duitsche troepen- massa's, welke van Aken via de brug gen bij Llxh» Noord-België zijn bin- gotrokken (de val van f.et fort van Pontïsse, het meest noordelijke fort den linker Maasoever, dat het Maasdal naar het noorden heheerscht, beteekent den verderen onbelemmer- den overgang over de Maas in het Noordenl. .Tuist de vrije overtocht over d» Maas noordelijk van Namen moet den Duitscfcers veel waard zijn, daar zij aldaar de rivier kunnen passeeren buiten bereik van den vijand. Een ge welddadige rivierovergang toch geldt als oen van de moeilijkste krijgsver richtingen. En todh is het beslist noodig voor de bewegingsvrijheid van de opereerende legers, dat zij kunnen beschikken over een voldoend aantal iv ierovergangen. Het opblazen van alle bruggen door de Belgische genie zal dan ook ongetwijfeld mede voor een groot deel de reden zijn van de blijkbare vertraging in den Duitse—en opmarsch. Hoewel wij volkomen in 't duister tasten over de juiste opstelling der wederzij dsche troepenmassa's, ijst toch alles er op, dat over een lot nog toe ongekend breed front de strijd gevoeid zal worden. Immers, willen de massalegers hun geheele gevechts kracht kunnen inzetten, dan moeten zij zich, in verband met de tegenwoor dige uitwerking der vuurwapens over fronten var. wellicht honderden kilo meters uitstrekken. GEVEN DE BELGEN DEN STRIJD BIJ LUIK OP? Uit Brussel wordt geseind: Ongeveer 800 verdedigers van Luik hebben zich weder gevoegd bij do li- nietroepen met alio officieren, en ge gradueerden. Deze troep heeft zich daar gehandhaafd op den aangewe zen post en alleen op het allerlaatste oogenblik is hij gedurende den nacht afgetrokken e heeft op 30 K.M. af stand van Luik het spoor genomen om zich bij Brussel weder bij het le ger te voegen. 't Fransche dagblad „Journal de Paris" schreef: „De tegenstand, seboden door de feuten van Luik, de dapperheid van het Belgische leger en de tussen komst \an onze cavalerie hebben tot resultaat gehad, dat de Duitsche troepen gedurende tien dagen zijn vastgehouden aan óe Maas-linie". De Belgische militaire autoriteiten verklaren, dat de Fransche cavale rie. die naar België is gekomen, aan dat vasthouden der Duitschers niet heeft medegewerkt. Dat was trou wens ook hun taak niet. De eer de Duitschers te hebben tegengehouden en den Duitsche s een nederlaag te hebben toegebracht, komt geheel en al aan de Beigen toe. DE VESTING ANTWERPEN is door de Belgen geheel in staat van verdediging gebracht. Er zijn voor zorgen genomen om oen lang beleg te doorstaan. DE REGEERING NAAR ANTWER PEN OVERGEBRACHT. EVs regeering van België is naar Antwerpen overgebracht. Ook de koningin en haar kinder vertrekken naar de Sclieldestad. De koning blijft bij 't legere om- mande. DE VERDEDIGING VAN BRUSSEL. Er zijn maatregelen genomen om de stad voor een mogelijken overval te vrijwaren. O a. zijn 20 000 man van de burgerw uclit bewapend. Een aanval op Brussel wordt even wel onwaarschijnlijk geacht. DE DUITSCHE KEIZER aar 't leger voltrokken. Blijkbaar is Z. M. nabij Aken aangekomen. DE DUITSCHE LEGERMACHT. De Handelsblad correspondent schrijft: Waar halen drï Duitschers al die soldaten vandaan 't I» of "t nooit op houdt. Steeds meer wordt uit Aken aangevoerd, met een wonderbaarlij ke snelheid trekken de kerels door en de zaken zijn allemaal zoo prach tig in orde! Da iresnschen zien er schiiierend verzorgd en geëquipeerd uit, kilometers trein rijdt gestadig door, zonder drukte, zonder ge schreeuw, in de grootst mogelijke c-n kalmte, 't Is telkens weer duidelijk dat n'ets aan de om standigheden of aan het toeval wordt overgelaten. Ér is er moet zijn een vooruit tot in alle détails vastgesteld [plan, dat reu kalm en volkomen zeker wordt uitgevoerd, t. Sluit alles in fi kaar, zooals 't heet als een bus. Zonder dat evenwel één mindere eet wat er 't volgend uur gebeuren zal Zij weten met waar ze straks heen gezonden zullen worden, waar zij vanavond zuhen zijn zij wer ken ais machines, absoluut regelma tig en zeker. Zij hebben do overtuiging, dat het oorlogsplan uitgevoerd zal worden omdat 't eenmaal zoo vastgesteld is. En ten slotte zijn 't toch kerels om respect voor te hebben; officieren zoo wel als soldaten. Zij gaan voort, let terlijk mei doodsverachting. Zonder daarom ivog gevoelloos te zijn. Her haaldelijk vragen zij mij of ik de cij fers weet van hun dooden en gewon den, hoe 't met de gewonden gaat of zij gc.sd verpleegd worden, enz. Een kijkje in Luik. ,Haiidelsblad"-eorrespondeiit De schrijft Toen men in Maastricht vernam, dat ik in Luik was geweest, en dat ik er weer hoen zou gaan, kreeg ik tal van opdrachten en verzoeken om te inforrneeren naar vrienden en ken- nisen. Men wist van niets, had lan gen tijd geen enkel bericht gekregen, posten kwamen niet meer aan en vertrokken niet meer, en zoo wa ren wij een collega en ik, die naar Luik zouden gaan plotseling de' vertrouwde boodscliapbrengers en ha- lers van heel wat brave Maastrichte naars. En ik ben blij, dat wij ol die opdrachten hebben aanvaard, en, zoo veel mogelijk, iiebben uitgevoerd. Want daartoe zijn wij moeien gaan van hot eene einde der stad naar het andere, wij hebben de stad door kruist van en Baar alle kanten, en wij weten nu wat er zoo in I.uik gaande- ia. Het gedeelte aan den rechter Maas oever heeft 't meest geleden van de bommen en granaten. In de Rue St. Julicn, naast het huis van een fami lie, die men mij Verzocht had te be doeken, vond ik een huis letterlijk aan flarden geslagen, een balcon af gerukt, de plafonds naar buiten ge scheurd. de ramen en deuren wegge slagen Een voorbeeld maar uit vele. Na veel zoeken vernam ik. dat de be wuste familie gevlucht was naar het andere einde van de stad, naar de Guilleminsom daar te komen moest ik weer dwars de stad door, eerst ecu rivier over, maar dat kon alleen over de pussorelle, want de an dere bruggen zijn opgeblazen, ook de Pont des Arches, die de glorie was van de Luikenaars, en die nu als een afschuwelijke, half boven het water uitstekende puinhoop neergeploft ligt tusschen de beide grootsche overge bleven lanchoofderi. en dart moes! ik verder langs den boulevard en de avenue. Daar zijn de groote patrici sche huizen, r— geen bijna daarvan of voor de ramen werden de glundere gezichten en de grijze uniformen ge zien der Duitsche infanteristen. Want juist vandaag waren weer groote troepenafdeelingen Luik binnen geko men en die moesten allemaal inge kwartierd worden, terwijl de openba re gebouwen, het palais de Justice In cluis, al vol waren. Zoo is heel Luik vol van Duitsche soldaten. Overal zijn zij in de weer, of loopen zij bij groepjes of getweeën rond. Trouwens, van vijandigheid merkt men al weinig. Nu ja, op de auto's, reusachtige vracht-auto's met de na men er op van fabrieken en brouwe rijen uit het hart van Duitschiand, reiswagens, luxe-nuto's, kleine race wagentjes. die alle vol militairen luid toeterend in allerlei toonaarden rnet razende vaart door de straten en over pleinen snorren, op al deze wagens zitten wel voorop een of twee soldaten met het geweer in den nrm. maar dat is nu eenmaal „model", en overigens blijven de geweren zon der dreiging, behalve dan bij de schildwachten voor de tullooze ge bouwen, waar menschen en paarden ingekwartierd zijn, en die met hur: ernstige, meest in vele dageu niet geschoren gezichten en hun groote geweren met zaag-getande bajonetten vervaarlijk ontzag verwekken onder de drommen Luikenaars, di» tus schen al de hevige militaire drukte door hun feestdag ter oere van Sainte Marie als gewoonlijk op straat vie ren. 't Is of cle Luikenaars al gewend zijn aan 't verva:;-}jke nrtiilerie- schieten. Voortdurend nog 'ionderen de zware kanonschoten en de grana ten fluiten over de stad. Maar het schijnt wel of niemand er meer op.let. Toch zit 't den Luikenaars dwars, dat schieten, want het is n u liet Duit sche geschut, dat opgesteld moet wor den op zware cement blokken, dat de bommen gooit in d nog weerstand biedende vestingen. Twee moéten er nog genomen worden en de Duit schers zullen ze krijgen óok want zij hebben hun geschut geplaatst be neden aan de Maas, in do stad, waar zij veilig ztjn \oor het geschut der forten, omdat elke granaat van een fort, op hen gericht, noodzakelijk de hevigste verwoestingen middenin de stad zou teweeg brengen. Dit wijst weer op de strategische voorzorgen en bekwaamheden der Duitschers, en naar mijn gevoelen ook weer op het feit, dat do Duit schers werken volgens een vooruil vastgesteld plan, dat tot in alle dé tails was klaar gemaakt. Want men had toch waarschijnlijk niet den ge weldigen tocht naar Luik gewaagd een ongehoord bravrmretuk wan neer men niet vooruit had geweten, dat men in de stad zelve een zoo voor deelige positie kou innemen. Wij nadden het verzoek om te infor- xneeren naar een Hauptmann van het 53ste infauterieregiment, het regiment dat het eerst I.uik was binnen ge trokken en toen wij bij de Duit schers in Luik naar hem vroegen, werd ons verteld, dat van het 53ste regiment ongeveer niets was overge bleven, of nietsvan de SóOu man waren er nog ongeveer 500 over Het restaurant „du Phure" is hall iugericht als hospitaal, dat wil zeggen terwijl in het voorged^elte van de ge legenheid de meiischen kalm zitten te eten en te drinken. liggen in het achtergedeelte, van het voorste ge scheiden door een rijtje magere pal men en sparren in kuipen, de gewon den in lange rijen op hun ijzeren kribben. Alleen de menschen buiten loonen belangstelling. Zij scholeu santen voor het eerw raam van. liet restaurant, waar een lijst met de namen der ge wonden is opgehangen, 't Is een klein lijstje inaa», er is geen ohm's veel gewonden -%rsfgn een restaurant waar, vóorin, het ge wone café-leven doorgaat. Langere lijsten hangen er aan den overkant, in de magazijnen van Au bon Marché, die geheel zijn ingericht voor den Roode-Ki nisdienst. Alle ramen zijn wit gemaakt en beschilderd met een grom rood krui?. Daar is het clan ook een voortdu rend gedrang voor de ramen, en al die menschen stormen in eens naar hot midden van het groote plein, dwars door de razende drukte van soldaten en auto s en vrachtwagens heen, telkens als een Roodc-Kruis- ftuto nieuw» gewonden binnen brengt. Want zij willen zien.... Dit alles wil nog niet zeggen, dat wij ingenomen rijn met de Dur.schers, 'k heb binnenshuis wel andere no ten hooien kraken. De Duitschers sto ren zich er niet aan. Zij doen alsof zij zich in Luik volkomen thuis voelen, loopen er rond. zeker en zelfbewust. En.... hebben de Belgische vlag neer gehaald van het stadhuis en cie Duit sche geheschen boven op het Talais de Justice. Het eenige wat zij den Luikenaars nog Jateu, is haar garde civique, maar ongewapend natuur lijk, en iedere agent heeft een witten band om den arm met het Duitsche rijksstetnpel. En dezer dagen zal een stadhouder worder. benoemd.... Dan is Luik Duitsch, goed en wel, en met nog meer woede in het hart zullen de Luikenaars hoeren hoe langs luin Boulevard d'Avrov galmt „Lieb Vateriand kannst ruhig sein!' wanneer de stramme infnnterie- afdeellngen daar opmarcheeren. 't Moet vreeselijk zijn voor hen! It; heb 't gehoord, daarstraks, drie, vie* honderd man zingend de Wacht aci Rhein. FEUILLETON Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van EFFIE ADELAIDE ROWLANDS. 48) „Ben als eervol lid van een Gehei me Armenische vereeniging geko zen Er is overeengekomen, dat, te genover mijn eed van geheimhou ding, mij het vierde gedeelte van hun hanüelsomzet is toevertrouwd (oen zeer voordeelige bron van inkomsten), en «Jat ik in geen geval in hun revo- lutieplauoen word gewikkeld, of in hun zeer korte bedreiging van perso nen, die zich hun misnoegen op den hals hebben gebaald. Kortom, da', mijn aandeel in do vereeniging vol komen die van een bankier is. die noch vraagt naar de herkomst van het geld, dat hern ter bewaring wordt Begeven, noch naar zijn bestemming. Sedert mijn verkiezing zijn mij eenige tamelijk eigenaardige kleinigheden ter oore gekomen over deze beminne lijke revoiutlonnairen, die zich Chris tenen noemen, maar mij voor het grootste gedeelte niet veel meer dan vuile, ongekamde wilden toeschijnen. Zij zeggen, dat er een ondergrondscha kamer in Adana in Klein-Azië is, te gelijkertijd de geboortepluats en het hoofdkwartier van de vereeniging, wier naam, volgens de uitdrukking in mijn eed, mijn mond nooit uiten en mijn pen nooit schrijven mag waar <lc muren versierd zijn met een twin tigtal, of meer. zorgvuldig gebalsem de hoofden de hoofden van verra ders, waarop de Maatschappij haar wraak heeft uitgeoefend en dat, voor dat zij hier (de laatste rustplaats) zijn aangekomen, deze griezelige tro- pheeën geheel Europa doorgereisd hebben, en tentoongesteld zijn op de verschillende groote middelpunten, waar voor dot doel vergaderingen worden bijeengeroepen." HOOFDSTUK XIX. Toen Dick de laatste woorden van het uittreksel van zijn vadcr's papie ren gesproken had, zag hij rond in den kring van bleeke, verschrikte ge zichten en las in ieder een grooten afschuw, zooals hij dien zelf ook voelde. Er volgde een diepe stilt», een stil te, die drukkend was. en toch had niemand neiging of moed haar te verbreken, want allen waren ver vuld met een vreeselijk gevoel van de noodlottigheid, die bepaald had, dat deze regels, zorgeloos door den heer Emberson jaren geleden opgeschre ven, zijn eigen vonnis zouden voor beduiden. en het geheim zouden openbaren, dat zijn dood had om ringd. Zooals natuurlijk was, was Screed de eerste, die den dwang, die over aile aanwezigen gekomen was, van zich afschudde. Spreek niet meer over deze ake lige dingen, mijnheer Emberson, merkte iuj vriendelijk op, u heeft al les verteld, wat noodig is. Nog niet heeiemaal, maar toch bijna, was het antwoord. De jonge man streek met de hand over het voorhoofd, alsof hij beproefde het verschrikkelijke beeld, dat hij opge roepen had, te vergeten; toen ver volgde hij Toen ik eerst las. wat ik u nu herhaald heb, zwoer ik, dat ik hem tenminste van de laatste on waardigheid redden zou; dat het hoofd, dat ik vereerde, van deze ke rels weggehaald zou worden, en dat ik dit, wat het mij ook voor gevaren brongen kon, zou doen. Welnu, ik ben mijn eigen eed niet ontrouw ge weest hij zuchtte diep en trillend ik heb het gedaan. Dit vreeselijke hoofdstuk is voor alt lid afgesloten Hoe Ik er aan begon, en hoe Ik erin slaagde, zijn kleinigheden, die u wel eens een anderen keer verteld zullen worden. Laat het nu genoeg zijn te zeggen, dat ik, indien ik alleen was geweest, er in ieder geval nooit in geslaagd zou zijn, en het doel met mijn leven zou hebben betaald. Ik ben mijn welslagen aan twee men schen verschuldigd; ten eerst», aan den besten vriend, dien ooit een man hebben kon. hier legde hij zijn hand liefkoozend op den schouder van Ed ward Be van, die naast hem zat die, onwetend over de moorddadige ver eeniging waartegen wij vochten, in staat was door een list datgene te verzekeren, wat ik hun slechts door geweld had hopen te ontnemenen ten tweed - den man, die mij een waarschuwing gaf. terwijl hij zelf groot gevaar liep, en die ons later voorzag van hetgeen wij noodig had den om Kalfian te misleiden. Met uw toestemming, mijnheer Emberson, zei mijnheer Screed, en die van onze vrienden, even beleefd buigend tegen de aanwezigen, zal Ik nog iets toevoegen aan uw verhaal, bij wijze van vervolg. Mijn agent in Weenen telegrafeerde mij er gieter een verslag van, Den avond van tevoren, echijnt het, spionneerde hij den doctor, die een kleine, zwarte doos in de hand droeg, tot da deur van een huis. dat bekend was als het toevluchtsoord van d» Armenische vereeniging; hij had gezien, hoe hij en menig ander van dezelfde nationaliteit naar bin nen was gegaan, en daar hij wist, dat het onmogelijk was erin te komen zonder een «sterke politiemacht, had hij geduldig buiten op het einde van de vergadering staan wachten. Hij etend eerst minder dar. een half uur op zijn post. toen Kalfian weer uit het huis kwamziju gelaat was doodsbleek, en hij keek om over zijn schouder als iemand, die voor ver volging vreest. Hij rende zoo snel mo gelijk do straat af. en de agent volg de hem. Het geluid van «ie voetstap pen achter hem schijnen Kalfian bui ten zich zelve gebracht te hebben, want hij vloog als de wind, draaiend en wendend door nauwe steegjes en langs donkere hoeken, totdat hij er tenslotte in slaagde den agent te ontkomen en geheel Te verdwijnen. Hij is niet naar zijn hotel teruggekeerd, en men heeft, onnoodig te zeggen, sindsdien zonder resultaat naar de bedoeling zijner vlucht gezocht. Nu Is het voor ons. die het geheel» ver loop van de werken van deze men schen kennen, gemakkelijk genoeg, oni tusschen de regels van het ver slag van mijn agent door te lezen. Da doos, die Ka'fian hij zich had was er een. veronderstel Ik, die u, heeren zich naar Dick en zijn vriend om- draa.end voor de oorspronkelijke vieseld hadt? De twee jongelui mompelden toestemmend, en volgden de woorden van den detective niet ge spannen belangstelling. Toen het oogenblik voor den afgevaardigde kwam, om het bewijs van zijn ge hoorzaamheid aan de vereeniging ever te leggen, bemerkte hij. dat hij beroofd w;,=. dat het gestolen was. Ongetwijfeld ontstond toen eeu alge meen geschreeuw en lawaai; en t« midden hiervan vreezend, dat hij zelf verdacht zou worden, speelde hij het klaar om weg te glippen. In dood schrik vluchtte hij Ik heb mijn agent getelegrafeerd dat hij moet terugkee ren, daar ik geloof, dat wij det. schurk nu veilig nan de tecdere ge riad-e van zijn mede-samenzweerders kunnen overlaten I)e aanwezigen huiverden Screed die opstond om afscheid te nemen merkte op: Ik zal in mijn verslag over deie zaak aan het hoofdkwartier moeten spreken, mijnheer Embersonmaai u behoeft niet te vreezen, dat het ver der bekend zal worden. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5