De Europeesche Oorlog.
Liefdedroom
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 18 AUGUSTUS 1914
Steeds meer strijders tegen Dnttschland.
Bijzonderheden over de Dnttsehe kolonie Slantsjai, die Japan van Dnltsch-
land eischt om aan China terug te geven.
Zal Turkije neutraal blijven?
Duitschiand wendt alsnog pogingen aan om 't met België op een aeeoord
te gooien. België weigert.
De verwoestingen In Luik.
De groote veldslag in België gaat beginnen. In de vesting Antwerpen
bereidt men zich op een lang beleg voor.
Japan neemt deel aan de
actie tegen Duitschiand.
In ons vorig nummer is 't telegram
opgenomen meldend, dat Japan aan
Duitschiand een ultimatum gesteld
heeft.
Voor 23 Augustus wil Japan ant
woord hebben,
Japan eischt dat Duitschiand
Kiautsjau zal afstaan aan Japan, zon
der eenige vergoeding, ter eventueel»
teruggeving aan China.
Wanneer Duitsdhland dien eisch
niet aanneemt wat niet zeer waar
schijnlijk is en zijn schepen niet
uit de Oost-Aziatische wateren terug
trekt, zal Japan daaruit de consequen
ties trekken.
Dan zal dus Ie strijd worden
7 tegen 2.
P a r t ij A:
Duitschiand.
Oostenrijk-Hongarije
P a r tij 13.
Frankrijk.
Rusland.
Engeland.
België.
Servië.
Montenegro.
Japan.
En zal 't dan hierbij blijven? Zullen
al de andere Ba than staten buiten spel
blijven?
DE BUITSCHE KOLONIE
KIAUTSJAU
Do Duitsche kolonie Kiautsjau in de
Chineesehe provincie Sjahtoeng dag-
teekent van 18D8. Na den moord op
twee Duitsctie zendelingen, werden in
13117 Duitsche oorlogsschepen naar de
Golf van Kiautsjau gezonden en 'lan
dingsdivisies aan wal gezet. Duitsch
iand verlangde, naar de woorden
van Bölow, ook „zijn pluats in de
zon". Bij traclaat van 6 Maart 1398
werd het gebied om Kiautsjau door
China voor 99 jaar aan Duitschiand
verpacht De jonge kolonie 'had reeds
een zeker» vlucht genomen. De Duit-
schers hebben er zoo schrijft de N
R. Ct. voortreffelijk administratief
werk verricht, heir- en spoorwegen
en havenwerken aangelegd, fabrieken
opgericht.
Do kolonie telde volgens de laatste
opgaaf ongeveer 84.000 inwoners. De
oppervlakte, zonder de golf, bedraagt
ruim 500 vierkante kilometers en
wordt door een uitgebreide onzijdige
zone (beschermende zone) omgeven.
Het bestuur er over i3 aan het depar
tement van marine opgedragen. Aan
het hoofd staat een hooggeplaatst
zeeofficier die te Tsing-i.au zijn zetel
heeft.
De golf van Kiautsjau heeft een ge
zond klimaat. In het vruchtbare bin
nenland, waar de bevolking van
graanbouw, slroovlechten en zijde
teelt bestaat, bevinden zich rijke ko-
lenbeddingen.
Door een geregelde gesubsidieerde
Stoomvaartlijn en Duitsche kabels
naar Tsji-foe en Tsing-tau ls de ko
lonie met de buitenwereld verbonden.
De stad Kiautsjau is het beginpunt
van een spoorlijn naar Tsjing-tau
(74 K.M., in 1901 geopend), waarvan
de Sjantoeng-maatschappij concessio
heeft. Een andere spoorlijn is over
Kiautsjau steeds verder het binnen
land in gebracht. Voor de ontginning
van de steenkoolbeddingen en van de
verdere hulpbronnen van het binnen-1
land zijn de Sjantoeng-mijnbouw-
maatschappij, het Industrie-syndicaat
tot oeconomische ontsluiting van
Kiautsjau, de Sjaritoong-handelmaab-
schappij, de Kiautsjau-maatechapptj
en de Duitsdhe maatschappij voor
mijnbouw en nijverheid opgericht.
liet Duitsche smaldeel in het Verre
Oosten, waarvan Japan de ontwape
ning of verwijdering eischt, bestaat
nlt de twee pantserkruisers Soharu-
horst en Gneitsenau en d» drie
kleine pantserdekkruisers I-eip-
zig, Emden en Nürnbörg. De Scharn-
horst en Gneisenau zijn zustersche
pen van 11.000 ton, die in 1906 van
stapel geloopen zijn. Hun snelheid
bedraagt 22—23 knoop en hun voor
naamste wapening bestaat uit 8 snel-
vuurkanonnen van 21 c.M. en 6 van
15 c.M. De Emdeu heeft een waterver
plaatsing van 3650 ton en voert 12
kanonnen van 10.5 c.M.; de Nümberg
3470 ton) en de Leipzig (3250 ton)
iiebben 10 van die kanonnen.
Uit Washington wordt geseind: Het
ultimatum van Japan aan Duitsch
iand wordt hier in officieele kringen
der Vereenigde Staten voor een zeer
ernstig feit in den oorlog gehouden.
De Japansche ambassadeur, burg
graaf Ci.inda. heeft de regeering der
LHie medegedeeld, dat alle neutrale
Amerikaansche belangen gewaar
borgd zullen zijn. De Amorikaansche
regeering beschouwt do belofte van
Japan, dal liet Kiautsjau aan China
zal teruggeven, als bevredigend.
De houding van Turkije.
Men verwacht in Frankrijk zoo
schrijft cte „Petit Parisian" dat
Turkije volkomen voldoening zal ge
ven aan de Triple Entente, betreffen
de de Goeben en de Breslau, en na
lange onderliondelingen zidb zal ge
dragen volgens het internationale
recht.
Men meldt uit Rome aan de „Eve
ning News", dat. indien de oorlog
tusschen Turkije en de Triple En
tente mocht uitbreken, het absoluut
zeker is dat Griekenland en Bulgarije
legen Turkije zullen optrekken.
Volgens een informatie van Rou
ter's agentschap te iJxndea heeft de
Turkse he gezant aldaar do verzeke
ring Iter ha aid, datTurkijezich
o i' g v u 1 di i g neutraal z a 1
houden gedurende den
oorlog.
Grey. hiervan, nota nemend, sprak
de voldoening uit van de Britse he
regeert»*.
Een nieuwe mededeellng
van Duitschiand aan
België.
De „Nordd. AUg. Ztg." meldt'
N'a de bezetting van Luik liet de
Duitsche regcering door bemiddeling
van een neutrale mogendheid de vol
gende mededeeling overbrengen aan
de Belgische regeering
„De vesting Luik is na dapperen te
genstand stormenderhand genomen.
De Duitsche regeering betreurt het
ten zeerste dat er tengevolge van de
houding der Belgische regeering te
genover Duitschiand bloedige botsin
gen zijn ontstaan. Duitschiand komt
niet als vijand naar België slechts
onder den drang der omstandigheden
moest het, met het oog op de militai
re maatregelen van Frankrijk het
I ernstige besluit nemen, in België bin-
1 ren te rukken, en Luik, als steunpunt
voor zijn verdere militaire operates
te bezetten.
Nadat het Belgische leger den held-
hcifitgsten tegenstand geboden heeft
en. tegenover de groote overmacht de
eer der wapens schitterend heeft ge
handhaafd, verzoekt de Duitsche re
giering den Koning en de Belgische
regeering, om België de verdere ram-
pen van den oorlog te besparen.
De Duitsche regeering Ls tot iedere
overeenkomst met België bereid, dia
in verband met den strijd met Frank
rijk te aanvaarden is.
Duitschiand verzekert nogmaals
plechtig, dat het niet geleld werd
door het voornemen Belgisch gebied
in bezit te nemen, eri dat het nog dit
voornemen niet koestert. Duitschiand
13 nog steeds bereid het koninkrijk
België onmiddellijk te ontruimen, zoo
dra de omstandigheden van den strijd
het toelaten."
Daarop is op 13 Aug. het volger.de
antwoord ontvangen van België
„Het ons door de Duitsche regee
ring gedane voorstel herhaalt den in
het ultimatum van 2 Aug. gesielden
eisch. Trouw aan zijn internationale
verplichtingen, kan België slechts
zijn antwoord op dat ultimatum her
halen en dit te meer daar sedert S
Augustus zijn neutraliteil geschonden
is, een rampzalige oorlog op zijn
grondgebied is overgebracht en de
mogendheden, die de neutraliteit
v. aarborgden loyaal en onverwijld
op de noodkreet van België zijn ter
hulp gesneld."
Nog altijd: naar don
groeten veldslag!
Een stroom Duitsche soldaten wordt
;>\er België uitgegoten. Treinen vol,
marclieerende troepen in lange co
lonnes trekken over de grens. Het doel
van dien mensdhenstroom is te strlj
den tegen de vereenigde macht der
Belgische, Fransche en Engelsehe
troepen.
Dit staat vast: In de eerstvolgend»
dogen zal in Noord-Relgië een ont
zettend gevecht plaats hebben, waar
op de beide legers zich voorbereiden.
De gevechten, die do laatste dagen
geleverd zijn, waren slechts voorpos
ten-schermutselingen.
De groote veldslag gaat beginnen.
Ook 't groot» Engelsehe blad de
„Times" ziet met groote spanning
dien dag in Belgjë tegemoet Het
zegt: „Europa kan nooit een ontzet-
tender ontmoeting hebben gezien, dan
die, welke nu te wachten staat. De
geheel© toekomst van Europa, do toe
komst van beschaving en vrijheid zal
daarvan afhangen. Maar -het is denk
baar en waarschijnlijk, dat de beslis-
-!ng niet zal vallen in een slag, wel
licht niet eens in vele.
Aan beide zijden zal met groote
volharding worden gestreden, en het
zal niet dan met groote Inspanning,
met opoffering van duizend» men-
schenievens ziin, dat de overwinning
zal worden behaald.
De geveohtsliniën.
Het krijgt er werkelijk alle schijn
van, dat 'net uitgestrekte oorlogster
rein, waarop de worsteling der Duit
sche en Belgische, Fransche en En
gelsche legers, zal plaats hebben, ul-
thans voorloopig gesplitst is in twee
onderscheiden deelen: «enerzijds
Noord-Frankrijk en België, anderzijds
het Moe20lgebied en de Vogezen.
Van dit laatste terrein dringen nog
maar uiterst vage geruchten en aan
wijzingen door: iri de Vogezen ove
rigens een terrein, dat ztch weinig
leent tot groote ontplooiing, maar dat
zeer goed met groote troepenmassa s
door te trekken is en allerminst als
een strategische barrière is te be
schouwen schijnt hevig gevochten
te worden om het bezit der passon,
hetwelk van overwegend belang is
voor de actie in "het Moezel- en Meu-
.hegebied.
Duidelijker teekent zich de toestand
af dn het noorden, in het gebied, dat
van het zuidelijke ooTlogstooneol ge-
cheiden wordt door de lijn Verdun—
Metz.
Is het bericht juist, dat de oostelijke
en noordelijke forten voor Luik ge
vallen zijn, dan beteekent dit een
groot voordeel voor de Duitschers,
die dan ln die streek de vrije beschik
king lieblien gekregen over alle nade
ringswegen naar de Maas. Intusseh-n
blijft daarbij Namen altijd nog een
hoógstgevaarlijke bedreiging. Onder
king van die vesting schijr.t een
sterke Franscfte troepenafdeeling oyer
Charleroi België binnen te tretiken en
reeds de belangrijke spoorwegknoop
Gemblöux (westelijk van Namen) be
zet te hebben, in aansluiting op den
rechtervleugel van het Belgische le
ger. dat Antwerpen en Brussel (lekt
e-n vermoedelijk den druk te doorstaan
zal krijgen van de Duitsche troepen-
massa's, welke van Aken via de brug
gen bij Llxh» Noord-België zijn bin-
gotrokken (de val van f.et fort van
Pontïsse, het meest noordelijke fort
den linker Maasoever, dat het
Maasdal naar het noorden heheerscht,
beteekent den verderen onbelemmer-
den overgang over de Maas in het
Noordenl.
.Tuist de vrije overtocht over d»
Maas noordelijk van Namen moet
den Duitscfcers veel waard zijn, daar
zij aldaar de rivier kunnen passeeren
buiten bereik van den vijand. Een ge
welddadige rivierovergang toch geldt
als oen van de moeilijkste krijgsver
richtingen. En todh is het beslist
noodig voor de bewegingsvrijheid van
de opereerende legers, dat zij kunnen
beschikken over een voldoend aantal
iv ierovergangen. Het opblazen van
alle bruggen door de Belgische genie
zal dan ook ongetwijfeld mede voor
een groot deel de reden zijn van de
blijkbare vertraging in den Duitse—en
opmarsch. Hoewel wij volkomen in 't
duister tasten over de juiste opstelling
der wederzij dsche troepenmassa's,
ijst toch alles er op, dat over een lot
nog toe ongekend breed front de strijd
gevoeid zal worden. Immers, willen
de massalegers hun geheele gevechts
kracht kunnen inzetten, dan moeten
zij zich, in verband met de tegenwoor
dige uitwerking der vuurwapens over
fronten var. wellicht honderden kilo
meters uitstrekken.
GEVEN DE BELGEN DEN STRIJD
BIJ LUIK OP?
Uit Brussel wordt geseind:
Ongeveer 800 verdedigers van Luik
hebben zich weder gevoegd bij do li-
nietroepen met alio officieren, en ge
gradueerden. Deze troep heeft zich
daar gehandhaafd op den aangewe
zen post en alleen op het allerlaatste
oogenblik is hij gedurende den nacht
afgetrokken e heeft op 30 K.M. af
stand van Luik het spoor genomen
om zich bij Brussel weder bij het le
ger te voegen.
't Fransche dagblad „Journal de
Paris" schreef:
„De tegenstand, seboden door de
feuten van Luik, de dapperheid van
het Belgische leger en de tussen
komst \an onze cavalerie hebben tot
resultaat gehad, dat de Duitsche
troepen gedurende tien dagen zijn
vastgehouden aan óe Maas-linie".
De Belgische militaire autoriteiten
verklaren, dat de Fransche cavale
rie. die naar België is gekomen, aan
dat vasthouden der Duitschers niet
heeft medegewerkt. Dat was trou
wens ook hun taak niet. De eer de
Duitschers te hebben tegengehouden
en den Duitsche s een nederlaag te
hebben toegebracht, komt geheel en
al aan de Beigen toe.
DE VESTING ANTWERPEN
is door de Belgen geheel in staat van
verdediging gebracht. Er zijn voor
zorgen genomen om oen lang beleg
te doorstaan.
DE REGEERING NAAR ANTWER
PEN OVERGEBRACHT.
EVs regeering van België is naar
Antwerpen overgebracht.
Ook de koningin en haar kinder
vertrekken naar de Sclieldestad.
De koning blijft bij 't legere om-
mande.
DE VERDEDIGING VAN BRUSSEL.
Er zijn maatregelen genomen om
de stad voor een mogelijken overval
te vrijwaren. O a. zijn 20 000 man
van de burgerw uclit bewapend.
Een aanval op Brussel wordt even
wel onwaarschijnlijk geacht.
DE DUITSCHE KEIZER
aar 't leger voltrokken. Blijkbaar
is Z. M. nabij Aken aangekomen.
DE DUITSCHE LEGERMACHT.
De Handelsblad correspondent
schrijft:
Waar halen drï Duitschers al die
soldaten vandaan 't I» of "t nooit op
houdt. Steeds meer wordt uit Aken
aangevoerd, met een wonderbaarlij
ke snelheid trekken de kerels door
en de zaken zijn allemaal zoo prach
tig in orde! Da iresnschen zien er
schiiierend verzorgd en geëquipeerd
uit, kilometers trein rijdt gestadig
door, zonder drukte, zonder ge
schreeuw, in de grootst mogelijke
c-n kalmte, 't Is telkens weer
duidelijk dat n'ets aan de om
standigheden of aan het toeval wordt
overgelaten. Ér is er moet zijn een
vooruit tot in alle détails vastgesteld
[plan, dat reu kalm en volkomen zeker
wordt uitgevoerd, t. Sluit alles in fi
kaar, zooals 't heet als een bus.
Zonder dat evenwel één mindere
eet wat er 't volgend uur gebeuren
zal Zij weten met waar ze straks
heen gezonden zullen worden, waar
zij vanavond zuhen zijn zij wer
ken ais machines, absoluut regelma
tig en zeker.
Zij hebben do overtuiging, dat het
oorlogsplan uitgevoerd zal worden
omdat 't eenmaal zoo vastgesteld is.
En ten slotte zijn 't toch kerels om
respect voor te hebben; officieren zoo
wel als soldaten. Zij gaan voort, let
terlijk mei doodsverachting. Zonder
daarom ivog gevoelloos te zijn. Her
haaldelijk vragen zij mij of ik de cij
fers weet van hun dooden en gewon
den, hoe 't met de gewonden gaat of
zij gc.sd verpleegd worden, enz.
Een kijkje in Luik.
,Haiidelsblad"-eorrespondeiit
De
schrijft
Toen men in Maastricht vernam,
dat ik in Luik was geweest, en dat ik
er weer hoen zou gaan, kreeg ik tal
van opdrachten en verzoeken om te
inforrneeren naar vrienden en ken-
nisen. Men wist van niets, had lan
gen tijd geen enkel bericht gekregen,
posten kwamen niet meer aan en
vertrokken niet meer, en zoo wa
ren wij een collega en ik, die naar
Luik zouden gaan plotseling de'
vertrouwde boodscliapbrengers en ha-
lers van heel wat brave Maastrichte
naars. En ik ben blij, dat wij ol die
opdrachten hebben aanvaard, en, zoo
veel mogelijk, iiebben uitgevoerd.
Want daartoe zijn wij moeien gaan
van hot eene einde der stad naar het
andere, wij hebben de stad door
kruist van en Baar alle kanten, en wij
weten nu wat er zoo in I.uik gaande-
ia. Het gedeelte aan den rechter Maas
oever heeft 't meest geleden van de
bommen en granaten. In de Rue St.
Julicn, naast het huis van een fami
lie, die men mij Verzocht had te be
doeken, vond ik een huis letterlijk
aan flarden geslagen, een balcon af
gerukt, de plafonds naar buiten ge
scheurd. de ramen en deuren wegge
slagen Een voorbeeld maar uit vele.
Na veel zoeken vernam ik. dat de be
wuste familie gevlucht was naar het
andere einde van de stad, naar de
Guilleminsom daar te komen
moest ik weer dwars de stad door,
eerst ecu rivier over, maar dat kon
alleen over de pussorelle, want de an
dere bruggen zijn opgeblazen, ook de
Pont des Arches, die de glorie was
van de Luikenaars, en die nu als een
afschuwelijke, half boven het water
uitstekende puinhoop neergeploft ligt
tusschen de beide grootsche overge
bleven lanchoofderi. en dart moes!
ik verder langs den boulevard en de
avenue. Daar zijn de groote patrici
sche huizen, r— geen bijna daarvan of
voor de ramen werden de glundere
gezichten en de grijze uniformen ge
zien der Duitsche infanteristen. Want
juist vandaag waren weer groote
troepenafdeelingen Luik binnen geko
men en die moesten allemaal inge
kwartierd worden, terwijl de openba
re gebouwen, het palais de Justice In
cluis, al vol waren.
Zoo is heel Luik vol van Duitsche
soldaten. Overal zijn zij in de weer,
of loopen zij bij groepjes of getweeën
rond.
Trouwens, van vijandigheid merkt
men al weinig. Nu ja, op de auto's,
reusachtige vracht-auto's met de na
men er op van fabrieken en brouwe
rijen uit het hart van Duitschiand,
reiswagens, luxe-nuto's, kleine race
wagentjes. die alle vol militairen
luid toeterend in allerlei toonaarden
rnet razende vaart door de straten en
over pleinen snorren, op al deze
wagens zitten wel voorop een of twee
soldaten met het geweer in den nrm.
maar dat is nu eenmaal „model",
en overigens blijven de geweren zon
der dreiging, behalve dan bij de
schildwachten voor de tullooze ge
bouwen, waar menschen en paarden
ingekwartierd zijn, en die met hur:
ernstige, meest in vele dageu niet
geschoren gezichten en hun groote
geweren met zaag-getande bajonetten
vervaarlijk ontzag verwekken onder
de drommen Luikenaars, di» tus
schen al de hevige militaire drukte
door hun feestdag ter oere van Sainte
Marie als gewoonlijk op straat vie
ren. 't Is of cle Luikenaars al gewend
zijn aan 't verva:;-}jke nrtiilerie-
schieten. Voortdurend nog 'ionderen
de zware kanonschoten en de grana
ten fluiten over de stad. Maar het
schijnt wel of niemand er meer op.let.
Toch zit 't den Luikenaars dwars, dat
schieten, want het is n u liet Duit
sche geschut, dat opgesteld moet wor
den op zware cement blokken, dat
de bommen gooit in d nog weerstand
biedende vestingen. Twee moéten er
nog genomen worden en de Duit
schers zullen ze krijgen óok want
zij hebben hun geschut geplaatst be
neden aan de Maas, in do stad,
waar zij veilig ztjn \oor het geschut
der forten, omdat elke granaat van
een fort, op hen gericht, noodzakelijk
de hevigste verwoestingen middenin
de stad zou teweeg brengen.
Dit wijst weer op de strategische
voorzorgen en bekwaamheden der
Duitschers, en naar mijn gevoelen
ook weer op het feit, dat do Duit
schers werken volgens een vooruil
vastgesteld plan, dat tot in alle dé
tails was klaar gemaakt. Want men
had toch waarschijnlijk niet den ge
weldigen tocht naar Luik gewaagd
een ongehoord bravrmretuk wan
neer men niet vooruit had geweten,
dat men in de stad zelve een zoo voor
deelige positie kou innemen.
Wij nadden het verzoek om te infor-
xneeren naar een Hauptmann van het
53ste infauterieregiment, het regiment
dat het eerst I.uik was binnen ge
trokken en toen wij bij de Duit
schers in Luik naar hem vroegen,
werd ons verteld, dat van het 53ste
regiment ongeveer niets was overge
bleven, of nietsvan de SóOu man
waren er nog ongeveer 500 over
Het restaurant „du Phure" is hall
iugericht als hospitaal, dat wil zeggen
terwijl in het voorged^elte van de ge
legenheid de meiischen kalm zitten te
eten en te drinken. liggen in het
achtergedeelte, van het voorste ge
scheiden door een rijtje magere pal
men en sparren in kuipen, de gewon
den in lange rijen op hun ijzeren
kribben.
Alleen de menschen buiten loonen
belangstelling. Zij scholeu santen voor
het eerw raam van. liet restaurant,
waar een lijst met de namen der ge
wonden is opgehangen, 't Is een klein
lijstje inaa», er is geen ohm's
veel gewonden -%rsfgn
een restaurant waar, vóorin, het ge
wone café-leven doorgaat. Langere
lijsten hangen er aan den overkant,
in de magazijnen van Au bon Marché,
die geheel zijn ingericht voor den
Roode-Ki nisdienst. Alle ramen zijn
wit gemaakt en beschilderd met een
grom rood krui?.
Daar is het clan ook een voortdu
rend gedrang voor de ramen, en al
die menschen stormen in eens naar
hot midden van het groote plein,
dwars door de razende drukte van
soldaten en auto s en vrachtwagens
heen, telkens als een Roodc-Kruis-
ftuto nieuw» gewonden binnen brengt.
Want zij willen zien....
Dit alles wil nog niet zeggen, dat
wij ingenomen rijn met de Dur.schers,
'k heb binnenshuis wel andere no
ten hooien kraken. De Duitschers sto
ren zich er niet aan. Zij doen alsof zij
zich in Luik volkomen thuis voelen,
loopen er rond. zeker en zelfbewust.
En.... hebben de Belgische vlag neer
gehaald van het stadhuis en cie Duit
sche geheschen boven op het Talais
de Justice. Het eenige wat zij den
Luikenaars nog Jateu, is haar garde
civique, maar ongewapend natuur
lijk, en iedere agent heeft een witten
band om den arm met het Duitsche
rijksstetnpel. En dezer dagen zal een
stadhouder worder. benoemd....
Dan is Luik Duitsch, goed en wel,
en met nog meer woede in het hart
zullen de Luikenaars hoeren hoe
langs luin Boulevard d'Avrov galmt
„Lieb Vateriand kannst ruhig sein!'
wanneer de stramme infnnterie-
afdeellngen daar opmarcheeren.
't Moet vreeselijk zijn voor hen! It;
heb 't gehoord, daarstraks, drie, vie*
honderd man zingend de Wacht aci
Rhein.
FEUILLETON
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch, van
EFFIE ADELAIDE ROWLANDS.
48)
„Ben als eervol lid van een Gehei
me Armenische vereeniging geko
zen Er is overeengekomen, dat, te
genover mijn eed van geheimhou
ding, mij het vierde gedeelte van hun
hanüelsomzet is toevertrouwd (oen
zeer voordeelige bron van inkomsten),
en «Jat ik in geen geval in hun revo-
lutieplauoen word gewikkeld, of in
hun zeer korte bedreiging van perso
nen, die zich hun misnoegen op den
hals hebben gebaald. Kortom, da',
mijn aandeel in do vereeniging vol
komen die van een bankier is. die
noch vraagt naar de herkomst van
het geld, dat hern ter bewaring wordt
Begeven, noch naar zijn bestemming.
Sedert mijn verkiezing zijn mij eenige
tamelijk eigenaardige kleinigheden
ter oore gekomen over deze beminne
lijke revoiutlonnairen, die zich Chris
tenen noemen, maar mij voor het
grootste gedeelte niet veel meer dan
vuile, ongekamde wilden toeschijnen.
Zij zeggen, dat er een ondergrondscha
kamer in Adana in Klein-Azië is, te
gelijkertijd de geboortepluats en het
hoofdkwartier van de vereeniging,
wier naam, volgens de uitdrukking in
mijn eed, mijn mond nooit uiten en
mijn pen nooit schrijven mag waar
<lc muren versierd zijn met een twin
tigtal, of meer. zorgvuldig gebalsem
de hoofden de hoofden van verra
ders, waarop de Maatschappij haar
wraak heeft uitgeoefend en dat, voor
dat zij hier (de laatste rustplaats) zijn
aangekomen, deze griezelige tro-
pheeën geheel Europa doorgereisd
hebben, en tentoongesteld zijn op de
verschillende groote middelpunten,
waar voor dot doel vergaderingen
worden bijeengeroepen."
HOOFDSTUK XIX.
Toen Dick de laatste woorden van
het uittreksel van zijn vadcr's papie
ren gesproken had, zag hij rond in
den kring van bleeke, verschrikte ge
zichten en las in ieder een grooten
afschuw, zooals hij dien zelf ook
voelde.
Er volgde een diepe stilt», een stil
te, die drukkend was. en toch had
niemand neiging of moed haar te
verbreken, want allen waren ver
vuld met een vreeselijk gevoel van de
noodlottigheid, die bepaald had, dat
deze regels, zorgeloos door den heer
Emberson jaren geleden opgeschre
ven, zijn eigen vonnis zouden voor
beduiden. en het geheim zouden
openbaren, dat zijn dood had om
ringd.
Zooals natuurlijk was, was Screed
de eerste, die den dwang, die over
aile aanwezigen gekomen was, van
zich afschudde.
Spreek niet meer over deze ake
lige dingen, mijnheer Emberson,
merkte iuj vriendelijk op, u heeft al
les verteld, wat noodig is.
Nog niet heeiemaal, maar toch
bijna, was het antwoord. De jonge
man streek met de hand over het
voorhoofd, alsof hij beproefde het
verschrikkelijke beeld, dat hij opge
roepen had, te vergeten; toen ver
volgde hij Toen ik eerst las. wat
ik u nu herhaald heb, zwoer ik, dat
ik hem tenminste van de laatste on
waardigheid redden zou; dat het
hoofd, dat ik vereerde, van deze ke
rels weggehaald zou worden, en dat
ik dit, wat het mij ook voor gevaren
brongen kon, zou doen. Welnu, ik ben
mijn eigen eed niet ontrouw ge
weest hij zuchtte diep en trillend
ik heb het gedaan. Dit vreeselijke
hoofdstuk is voor alt lid afgesloten
Hoe Ik er aan begon, en hoe Ik erin
slaagde, zijn kleinigheden, die u wel
eens een anderen keer verteld zullen
worden. Laat het nu genoeg zijn te
zeggen, dat ik, indien ik alleen was
geweest, er in ieder geval nooit in
geslaagd zou zijn, en het doel met
mijn leven zou hebben betaald. Ik
ben mijn welslagen aan twee men
schen verschuldigd; ten eerst», aan
den besten vriend, dien ooit een man
hebben kon. hier legde hij zijn hand
liefkoozend op den schouder van Ed
ward Be van, die naast hem zat die,
onwetend over de moorddadige ver
eeniging waartegen wij vochten, in
staat was door een list datgene te
verzekeren, wat ik hun slechts door
geweld had hopen te ontnemenen
ten tweed - den man, die mij een
waarschuwing gaf. terwijl hij zelf
groot gevaar liep, en die ons later
voorzag van hetgeen wij noodig had
den om Kalfian te misleiden.
Met uw toestemming, mijnheer
Emberson, zei mijnheer Screed, en
die van onze vrienden, even beleefd
buigend tegen de aanwezigen, zal Ik
nog iets toevoegen aan uw verhaal,
bij wijze van vervolg. Mijn agent in
Weenen telegrafeerde mij er gieter
een verslag van,
Den avond van tevoren, echijnt
het, spionneerde hij den doctor, die
een kleine, zwarte doos in de hand
droeg, tot da deur van een huis. dat
bekend was als het toevluchtsoord
van d» Armenische vereeniging; hij
had gezien, hoe hij en menig ander
van dezelfde nationaliteit naar bin
nen was gegaan, en daar hij wist, dat
het onmogelijk was erin te komen
zonder een «sterke politiemacht, had
hij geduldig buiten op het einde van
de vergadering staan wachten. Hij
etend eerst minder dar. een half uur
op zijn post. toen Kalfian weer uit
het huis kwamziju gelaat was
doodsbleek, en hij keek om over zijn
schouder als iemand, die voor ver
volging vreest. Hij rende zoo snel mo
gelijk do straat af. en de agent volg
de hem. Het geluid van «ie voetstap
pen achter hem schijnen Kalfian bui
ten zich zelve gebracht te hebben,
want hij vloog als de wind, draaiend
en wendend door nauwe steegjes
en langs donkere hoeken, totdat hij
er tenslotte in slaagde den agent te
ontkomen en geheel Te verdwijnen. Hij
is niet naar zijn hotel teruggekeerd,
en men heeft, onnoodig te zeggen,
sindsdien zonder resultaat naar de
bedoeling zijner vlucht gezocht. Nu
Is het voor ons. die het geheel» ver
loop van de werken van deze men
schen kennen, gemakkelijk genoeg,
oni tusschen de regels van het ver
slag van mijn agent door te lezen. Da
doos, die Ka'fian hij zich had was er
een. veronderstel Ik, die u, heeren
zich naar Dick en zijn vriend om-
draa.end voor de oorspronkelijke
vieseld hadt? De twee jongelui
mompelden toestemmend, en volgden
de woorden van den detective niet ge
spannen belangstelling. Toen het
oogenblik voor den afgevaardigde
kwam, om het bewijs van zijn ge
hoorzaamheid aan de vereeniging
ever te leggen, bemerkte hij. dat hij
beroofd w;,=. dat het gestolen was.
Ongetwijfeld ontstond toen eeu alge
meen geschreeuw en lawaai; en t«
midden hiervan vreezend, dat hij
zelf verdacht zou worden, speelde hij
het klaar om weg te glippen. In dood
schrik vluchtte hij Ik heb mijn agent
getelegrafeerd dat hij moet terugkee
ren, daar ik geloof, dat wij det.
schurk nu veilig nan de tecdere ge
riad-e van zijn mede-samenzweerders
kunnen overlaten
I)e aanwezigen huiverden Screed
die opstond om afscheid te nemen
merkte op:
Ik zal in mijn verslag over deie
zaak aan het hoofdkwartier moeten
spreken, mijnheer Embersonmaai
u behoeft niet te vreezen, dat het ver
der bekend zal worden.
(Wordt vervolgd).