De Europeesche Oorlog.
DE BOOSDOENERS.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1914
Be Fransehe en Eaplsche legers dringen de Duitschers steeds verder
Frankrijk nlt. Een militair desknndlge aan 't woord over de betee-
kenls der leger-hewegingen.
De beteekenls van de nederlaag der Oostenrijkers tegen Rusland.
Waar Is 't overige deel van 't Russischs leger? Eenlge millloenen sol
daten hebben nog niet aan de gevechten deelgenomen.
Hoe een Servische legerafdeellng In een Oostenrijkse!]e hinderlaag viel.
Een Dnltsche kruiser door den vijand tot zinken gebracht.
Wat een blokkade door de EngelSGhe vloot zon uitwerken.
Hoe de stemming ln België is.
De FransGhsn hebben de neutraliteit van België niet geschonden, zooals
enkele Dnltsche beriehten 't voorgesteld hebben.
Hoe kozakken ln Rusland ten strijde trokken.
hoofdleger, trachtte het» af te snijden
en te omsingelen.
Zaterdag gingen de Duitschers
voort dezelfde beweging uit te voeren.
Zij trokken de Marne over in Zuide
lijke richting, vielen het Fransehe
vijfde leger aan, dat zich terugtrok
naar de Seine. Groote contingenten
der vijandelijke macht trokken Zon
dags door Coulommiers voorbij den
Engelschen rechtervleugel.
Meer naar het Oosten deed het
Frar.sehe vijfde leger nachtelijke ba-
jonetaanvalle», drie dorpen herne
mend.
Maandag was de opmarsch op den
Franschen linkervleugel algemeen.
Na het ontvangen van versterkingen
dreven de Engelschen, samenwerkend
niet het vijfde Franscho leger, den
vijand ln Noordelijke richting, ter
wijl het zesde leger naar het Oosten
opmarcheerde tegen de achterhoede
der Duitschers, die zich langs de
Ourcq bevond. Waarschijnlijk ver
zwakt door het afstaan van troepen
voor het Oostelijk oorlogsterrein, en
begrijpende dat het zesde Fransehe
leger en do Engelsche strijdmacht
hun achterhoede en rechtervleugel
bedreigden, begonnen do Duitschers
zich terug tc trekken in Noord-Ooste
lijke richting.
Dinsdag werden de Duitschers op
de Marne tcruggedrongen. De Fran
schen aan onzen rechtervleugel namen
de dorpen niet de bajonet, den vijand
ernstige verliezen toebrengend.
Het gevecht aan de Ourcq werd
buitengewoon bloedig. De Duitschers
hadden er een groot© hoeveelheid nr-
tillerie opgesteld en lieten alleen een
geringe afdeeling infanterie in 't zichi.
Het vijfde Fransehe legerkorps her
nam Montmirail na een woedend ge
vecht.
Woensdag zette het zesde Franscho
legerkorps het gevecht aan de Ourcq
voort. De Engelschen overwonnen den
tegenstand, geboden aan de Petit
Morin, trokken de Marne over, ver
volgden de Duitschers, die zich over
haast terugtrokken naar het Noor
den.
Donderdag vervolgde het zesde le
gerkorps zijn aandrang op den vij
and het vijfde leger bereikte Cha
teau Thierry en Dormans aan de
Marne.
Na een worsteling zonder ophou
den maakte het Engelsche leger 1500
gevangenen, nam U kanonnen, 6 mi
trailleuses, 50 munitiewagens. De
Duitschers hadden een aanzienlijk ge
tal dooden en gewonden.
In een hollen weg sloten de Engel
schen 400 Duitschers van den troep af,
die zich overgaven.
Een opmerkelijk feit in deze ge
vechten was hot schitterend succes
der Engelsche aviateurs, die een com
pliment ontvingen van generaal Joffre
voor de juistheid en de regelmatigheid
van hun inlichtingendienst.
Volgens door Engeland ontvangen
inlichtingen heeft het aan de Duit
schers gegeven bevel tot den terug
tocht, toen zij reeds zoo dicht bij
Parijs waren, bittere teleurstelling
in hunne gelederen teweeg ge
bracht. Op gesneuvelden gevonden
brieven lieten geen twijfel of de Duit
schers meenden reeds Parijs te zullen
binnenrukken.
De Engelsche troepen maakten tal
rijke krijgsgevangenen. Vele Duitsche
ach te LI ij vers haddon zich in de dich
te bossehen ten Noorden van de Mar
ne verscholen.
De aankomsb van versterkingen
heeft den ijver onzer troepen aange
wakkerd, die branden van verlangen
om den opmarsch voort te zetten.
Van militaire zijde schrijft men aan
de Nieuwe Rott. Ct.
De berichten wijzen op een verde
ren terugtocht der Duitschers, ver
oorzaakt door het krachtigev optre
den der verbondenen. Deze ommekeer
doet ons vermoeden waartoe ook
de proclamatie van generaal Joffre
aanleiding geeft dat de Fransdien
al weerstand biedend opzettelijk zijn
te'ruggegaan om nu, tegenover den
vijand geconcentreerd zijnde, tot den
aanval over te gaan. Deze strategie
doet ons denken aan den veldtocht
van 181?, toen ook do Russen Na
poleon lieten binnenkomen, om
daarna aanvallend op te treden.
Hoe verder een vijandelijk leger
van zijn basis verwijderd is, lio©
moeilijker de aanvoer vvoïdt. Uit
brieven vnn Duitsche officieren en
soldaten blijkt ook al, dat niettegen
staande de gcedo organisatie van
den etappendienst, do aanvoer na
het overschrijden der Fransehe grens
te wenschen heeft overgelaten. Of
werkelijk de aanvankelijke terug
tocht der FraUchen de strategische
opzet is geweest, zal later moeten
blijken; het is een methode, die groote
gevaren heeft, omdat teruggaan
noodwendig slecht werkt op het mo
reel van den soldaat en men niet
van te voren kan zeggen: tot zoover
ga ik terug. E'r bestaat altijd groote
kans, dat de vervolgende vijand een
woordje meespreekt en hij den terug
tocht regelt, ni. a. w. dat de terugtrek
kende afdeeling niet meer in dc hand
blijft van haren commandant.
Het terrein waar in het oentYuni en
op den Duitschen rechtervleugel de
strijd gevoerd is, ls ons bekend uit
de meesterlijke actieve verdediging
die Napoleon in 1814 voerde, de ee-
nigo veldtocht dien de groote veld
heer op eigen bodem gevoerd heeft.
Toen 'rukte maarschalk Blilcher
langs de Marne, de Oostenruksche
generaal Schwarzenberg door het
Seinedal naar Parijs op. Namen als
liet moeras van St. Gond, Montmi-
rail, Sézanne, Chamspaubert zullen
ook menig leek op krijgsgeschiedkun
dig gebied niet- vreemd in de oo'ren
klinken.
Dat het interval Nancy—Epinal, de
z.g. bres van dc Moezel, door do Fran
schen zeer krachtig wordt vastgehou
den en omgekeerd de Duitsche legers
(kroonprins van Wurlemberg en von
Heenugen) het uiterste deen, om daar
door te breken, is ook begrijpelijk,
want gelukt deze doortocht, dan wor
den de Fransehe verbindingen be
dreigd. Deze deur moet in het Fran
sche operatieplan gesloten blijven.
Het onderstaande eenvoudige schets
je maakt u bovenstaande beschouwin
gen wellicht duidelijker.
is gerept. Hij rekent dat er 14 Russi
sche legercorpsen voor den veldtocht
tegen Oostenrijk gebruikt worden,
en acht of negen tegen Oost-Pruisen;
maar dan blijven er nog ruim 4 mil-
lioen soldaten over, die in de aan
vankelijke mobilisatie inbegrepen wa
ren. Als men er een millioen van af
trekt voor depots en garnizoenen en
aanneemt, dat sommige troepen uit
het Verre Oosten nog onderweg zijn,
blijft er nog een aanzienlijk overschot
aan soldaten, aangaande wier bewe
gingen de Duitsche legeraanvoerders
vermoedelijk meer weten dan wij.
Ongetwijfeld is er in Russisch-Polen
een groote concentratie van de Rus
sen. Zeer waarschijnlijk zijn vandaar
de troepen noordwaarts en zuidwaarts
aangevuld en heeft nien daar nieuwe
troepen vandaan moeten halen, om dc
in Oost-Pruisen verslagene te vervan
gen. Maa'r hef. gros van de troepen zal
vermoedelijk naar de linie Kalisz-
Tschenstochau-Mystowitz gebracht
worden, waar er op drie plaatsen
spoorwegverbinding naar !>uitscb-
laml is.
Oostenrijk-Servië.
Uit Boedaoest wordt aan dc ,,N. R.
Ct." geschreven
Dezer dagen is het treurige over
schot der Servische Timok-divisio
hier aangekomen. Ongeveer 5000 sol
daten, die zich bitter over hun lot be
klagen, daar zij geen soldij ontvingen,
de verpleging van het leger aller
ellendigst was, de menschen laten
stukken verschimmeld brood zien, dat
uit zemelen was vervaardigd, en
dc Staat voor de achtergebleven fami
lies niets doet. De officieren zien er
eveneens erg verbitterd uit, maar
willen geen vragen beantwoorden,
ook niet wanneer ze in 't Servisch
worden gedaan.
Omtrent den Servischen overval,
die op aandringen van Rusland
plaats had, werd door de officieren
van het bewakingsdetaehement mede
gedeeld. dat het plan van den Servi
schen sreneralen staf geweest was, dat
de Tiniok-divisie zich in Kroatië zou
nestelen, om de bezetting van Bosnië
en Ilerzegowina te noodzaken, dat
land te verlaten, waardoor de Set vi-
sclio hoofdmacht dan in de gelegen
heid zou komen van Valjewo uit het
beloofde land binnen to rukken. Dc
Servische generale staf, door dien
van het Temesvarer legerkorps mis
leid, was namelijk al sedert ge lui
men tijd van meening, dat heel Sla
vonic van troepen was ontbloot, om
de legermacht in Galicie te verster
ken want niet alleen dat in do
grensplaatsen langs de Save geen mi
litair te zien was, ook op de aanvra
gen van Servische zijde werd uit de
huizen op den llongaarschen oever,
waar vertrouwde Servische spionnen
woonden, op de overeengekomen wij
zen door spiegels, rook, enz., geant
woord. dat de vijand reeds was afge
trokken. Dat deze tccken3 ditmaal
door onze officieren werden gegeven,
daar de spionnen reeds lang zijn op
geknoopt en alle mannen uit de grens-
dorpen zich in voorloopige hechtenis
bevinden, wist men in Servië natuur
lijk niet.
Zoodoende achtte men in Servië het
oogenblik gekomen, om een vernieti
genden slag tegen de Donau-monar-
chie te slaan. In den nacht werden bij
Mitrovitza en Klenak twee ponton
bruggen over de Save geslagen, ter
wijl alle voorhanden vaartuigen wer
den verzameld om ook daarmede man
schappen naar den overkant te kun
nen brengen. Daarna werd cavalerie
gezonden, om Jen omtrek te verken
nen. Nergens zagen zij een spoor van
onze troepen, die veilig waren opge
borgen. Toen ging het 13de regiment
infanterie over ce brug bij Mitrovitza,
vervolgens het 15de, vervolgens een
batterij artillerie, afdeelingen met
machinegeweren en cavalerie. En na
dat de heele divisie aan doze zijde
was, volgde de verrassing. Het eerste
kanonschot vernielde de brug, en
daarna ging een hagel van granaat
kartetsen op den vijand neer, die uit
elkaar stoof en maar weinig weer
stand bood. Veel menschen verdron
ken in de Save, meer clan 2000 dooden
bedekten het. slagveld, terwijl de rest
van de divisie gevangen werd geno
men. De gewone Servische soldaten
worden hier verpleegd.
Oostonrijk-Montenegro.
DE NEDERLAAG DER MOKTEXE-
GRIJNEN BIJ BILEKA.
Over de nederlaag der Montenegrij-
nen bij Bileka, waar zij door de Oos
tenrijkers onder generaal Pongracz
werden verslagen, melden de Weeuer
bladen
De in de irnie Awowatsj—Lepnik
staande 3de bergbrignde begon op 30
Augustus de aanvallende beweging
tegen de Moritenegrijnen, die een aan-
vol op Bileka voornemens waren, dien
zij door een bombardement van drie
dagen hadden voorbereid. Generaal
Pongracz gaf bevel tot den algemee-
nen aanval op den in aantal sterke
ren v ijand, die door Servische en Rus
sische officieren werd aangevoerd.
Het bevel over de Montenegrijnen
werd gevoerd door den brigade-gene
raal Woekotitsj, een der beste Monte-
negrijnsche officieren.
De Oostenrijkers wierpen reeds bij
den eersten annval de Montenegrijnen
uit de door aarden werken bescherm
de posities. Doch de Montenegrijnen
slaagden er in, zich weer te verzame
len en tegenaanvallen te onderne
men In den avond van den tweeden
dag werden do Montenegrijnen, n»
door de berg-nrtillerie krachtig b©
schoten te zijn. bij een bajonet&anval
uiteengedreven. 150 Montenegrijner
werden gevangen genomen.
Ter zee.
DE DUITSCHE KRUISER „HELA'
VERNIETIGD.
Ambtelijk wordt te Berlijn bekend
gemaakt, dat de kleine kruiser „He
la" gezonken is. na getroffen te zijn
door een torpedo van een vijandelijke
onderzeeboot.
Bijna de gehcelo bemanning is ge
red.
(Dc „Hela" is een kleine krui&c-r,
welke reeds in 1895 te water werd
gelaten De waterverplaatsing is 2050
ton. De snelheid is 19.5 knoopen. De
bewapening bestaat uit twee kanon
nen van 8.8 c-M. on vier van 8.4 m.M.
De bemanning telt 191 koppen).
De bekende admiraal Mahan schreef
in de „Academy" een artikel over
„Zeemacht en de tegenwoordige oor
log', waaraan de „Manch. Guar
dian het volgende ontleent
Duitschland heeft er belang bij, den
strijd ter zee voorloopig te ontwij
ken.
Engeland moet Duitschland tot den
strijd ter zee dwingen.
Blokkade is een der beste middelen
om tot actie te dwingen.
Laat ons veronderstellen, dat Groot-
Brittannië een formeele blokkade
van de Duitsche Noordzeekust heeft
ingesteld en dat dc Duitsche slag-
vloot niet de haven wenscht te verla
ten voor een onmiddellijken slag.
Er zijn twee posities, waar zij veilig
kan wachten bij den ingang van
het Keizer Wilhelm kan aal in het oos
ten (Kiel) of in Wilhelmshaven, twin
tig mijlen westelijk van de monding
der Elbe.
Welke zij moge kiezen, de vloot zal
bijoen zijn geconcentreerd. Zij zal
ztch niet aan oen splitsing wagen,
met de kans dot een deel door de
heel© Britsche macht zou worden
overvleugeld. Het is waarschijnlijk,
dat zij zelfs veroenigd nog zwakker is
dan do gemiddelde Britsche macht,
die tegenover haar gesteld kan wor
den, en het ligt dus in den aard van
de zaak te veronderstellen, dat de tijd
van wachten zal worden gebruikt
voor pogingen om het verschil in
sterkte te verminderen door aanval
len vuil torpedobooten, onderzeeërs
en wellicht van luchtvaartuigen en
vliegmachines. In dezen oorlog zullen
wij beslissende proeven mogen ver
wachten omtrent de waarde van deze
nieuwe oorlogsmiddelen, daar de te
genstanders bekwaam, ondernemend
en geoefend zijn, wat niet het geval
was met de Russen id den zeeoorlog
van tien jaren geleden.
Ik neem aan dat de blokkade zou
worden gehandhaafd door een grooi
aantal lichte kruisers en torpedoboo
ten, zoo dicht bij den ingang, dat alle
pogingen van vijandelijke torpedo
booten, om buitengaats tc komen,
kunnen worden belet. De hoofdmacht
van de vloot, het doel van de vijande
lijke torpedo's, zou buiten gezicht
blijve.i over dag en alleen in de duis
ternis van positie veranderen, om de
ondïizceérs te misleiden, die wellicht
nog aan de waakzaamheid van de
verkenners zouden ontkomen.
Een gevaar voor de Britsche blok
kade zou Helgoland zijn, het eiland
op een afstand van 23 mijlen van de
Duitsche kust tusschen de mondingen
van Elbe en Weser. Groot-ürittanniö
bt-zal dat eiland van den tijd van
Napoleon tot het jaar 1890, toen het
door de regeering van lord Salisbury
aan Duitsch'and werd afgestaan in
ruil voor het opgeven van Duitsch-
land's aanspraken op Zanzibar.
Van lord Salisbury, een zoor ver
standig man, wordt verteld, dat hij
omtrent militaire voorzorgen opmerk
te, dat militairen zelfs de maan zou
den-willen versterken tegen een inval
van Mars. Ik vermoed, dat in de laat
ste weken Britsche zeeofficieren wel
Van het Westelijk
Corlogslooneeï.
De Franschen en Engelschen drin
gen de Duitschers in Noord-Frankrijk
nog steeds verder terug
liet Maandagmiddag uitgegeven of-
ficieele Fransehe communiqué luidt:
,.Op den Franschen linkervleugel
had de vijand ten Noorden van de
Aisne, tusschen Compiègne en Sois-
snns, een verdedigingslinie gevormd,
welke hij echter heeft moeten prijs
geven.
Afdeelingen die te Amiens stonden
zijn teruggetrokken op Péronne en
St. Quentin.
Tn "net centrum hadden do Duit,-
Khers achter Reims een stelling in
genomen, waarop zij zich niet hebben
hunnen handhaven.
In Argonno zijn de Duitschers te
ruggeweken naar het Noorden, tot
voorbij het bosch van Belnoue en
Triauco"rt (dus in de richting van
Verdun)
Op onzen rechtervleugel is de Duit
sche terugtrekkende beweging alge
meen van Nancy tot de Vogezen.
Aan het einde van den dag van Zon
dag was het Franscho grondgebied
muir dien kant door den vijand vol
komen ontruimd.
in Lotharingen trekken de Duit
schers eveneens terug."
liet officieele Engelsche persbureau
cc?It nog eenige aanvullende bijzon
derheden, die als volgt luiden
„Zondag hoeft de vijand ons den
geheelen dag den overtocht over do
Aisne betwist. Toch zijn wij er, bij
zonsondergang, ondanks den moeilij
ken overtocht in 't gezicht van de
aanzienlijke troepenmacht des vij-
nnds, met onzen rechtervleugel in ge
slaagd over de rivier te komen. De
linkervleugel der Fransehe legers wist
«en dergelijke beweging uit te voeren
Wij hebben weder een groot aantal
krijgsgevangenen gemaakt.
Door den Franschen general en staf
v\ordt meegedeeld, dat het leger van
den Duitschen Kroonprins teruggesla
gen is en nu genoodzaakt is, zijn
hoofdkwartier te verleggen van Saint
Ménehould (ten Westen van Verdun)
naur Mont, Fnucon (in 't Noorden van
het Argonnerivoud, ten Westen van
Verdun).
Een rapport uil het hoofdkwartier
van dsn Engclsohen generaal French
beschrijft de operaties van het Engel
sche leger en den uitersten linker
vleugel an liet Fransehe van 4 tot 10
September.
He; werd Vrijdag 4 September
duidelijk, dat generaal Kluck mot zijn
Duitsch leger de richting had gewij
zigd van zijn legermacht, die na den
slag bij Mons een actief deel had ge
nomen in de reusachtige draaiende
beweging, ten doel hebbende de ge
allieerden op te sluiten in een kring
en een ramp te weeg te brengen als
die van Sedan.
Ivluck, naar het Zuid-Westen mar-
cheerende, liet een sterke achterhoe
de achter aan de Ourcq, met het doel
het zesde Fransehe .legerkorps tegen
to houden. Blijkbaar met do Engel
sche troepen geen rekening meer hou
dend, stelde de Duitschcr al zijn
krachten tegenover het Fransehe
FEUILLETON
(Naar het Engolsch).
10)
Dat was zeer zeker mijne mee-
jiiug, mijnheer Philip, zeidc do per
soon, wiens raam zooeven werd ge
noemd, een zeer jeugdig uitziende,
kleine man, met een appelrond ge
laat en verlegen manieren; hij stond
op den achtergrond, en wreef zijne
droge honden zenuwachtig over el
kaar. Ik was van oordeel, dat de
squire er oud uitzag, toen ik liem
vanmorgen sprak.
Ja, mijnheer Bellamy, twee eu
tachtig jaar i.s een.flinke leeftijd,
nietwaar'/ zeido Fhilip opgewekt.
Ja, mijnheer Philip, een flinke
leeftijd, een zeer goede leeftijd voor
den naasten eifgenaam, en Bellamy
schraapte zijn keel van genoegen, en
trud een weinig achteruit
Bellamy begint grappig te wor
den, aldus viel George hom in de re
de, dat komt door zijn huwelijk.
Wat ik zeggen wil Philip, kent ge
mevrouw Bellamy? zij is hier nog
maar eon paar weken. Wat, niet!
Dan zult gij het genoegen hebben
(hij verhief zijn stem een weinig, zoo
dat zij aan het andere einde van de
kamer gehoord ken worden) ken
aus te maken met een zee- verstan
dige vrouw, die evep knap is als
verstandig.
Inderdaadl mag ik u dan ver
zoeken, mijnheer Bellamy, mij voor
te stellen, zeide Philip. Eerst voor
korten tijd vernam ik, dat gij ge
huwd waart.
Bellamy knikt© en vertrok zijn ge
laat als oin ts spreken, toen Geo.-ge
hem voorkwam.
Ja, ik weet wel, dat het niet liet
geval was; een sluwe vent die Bella
my, weet gij wat hij heeft gedaan'? Ik
heli hern aan de dame voorgesteld
toe» wij met Kerstmis verleden jaar
te zamen in Londen waren. Ik kan u
verzekeren, dat ik zelf tot over mijne
ooren was, maar zoodra had ik hem
mijn rug toegekeerd, of hij sneed mij
den weg af, en wist het hart-van me
vrouw Bellamy te veroveren.
Waarin noemt gij mijn naam,
mijnheer Caresfoot? zeide een volle,
zware stem achter hem.
Maar Anne, wat loopt gij
onhoorbaar, gij hebt mij doen
schrikken, zeide de kleine Bellamy,
die zenuwachtig zijn lo-gnet op zijn
neus plaatste.
Mijn waarde, een vrouw moet
als een belichaamd geweten altijd
naast haar echtgenoot staan, vooral
als hij het niet weet.
Bellamy gaf geen antwoord, maar
keek alsof deze laatste woorden hem
volstrekt niet behaagden; in dien tus-
schontijd herhaalde de dame haar
vraag aan George en zij vei viel en in
een schertsend gesprek.
Philip was een weinig meer ach
teruit je treden en had eene schoono
gelegenheid., haar eens op to nemen.
Ongeveer van tvvintigjarigen leef
tijd, was zij van middelbare lengte,
maar haar gestalto was zoo goed ge
proportioneerd en zoo flink, dat zij
er slanker uitzag dan zij in werke
lijkheid was. Het hoofd stond flink
op de schouders; het haar was kort
en hing in krullen over het luge, bree-
de voorhoofd, terwijl de scherp ge-
teekende Egyptische gelaatstrekken
en vierkanten kin aan liet gehecle
gelaat een eigenaardige uitdrukking
van vastberadenheid en kracht ver
leenden.
Do oogen waren door zware oog
leden overdekt on grijsgroen van
kleur met verbazend groote, donkere
pupillen, die de eigenaardigheid be-
zaten zonder oogonschijnliike oor
zaak uit te zetten en in te krimpen.
Terwijl hij haar aanstaarde wist
Philip niet of deze vrouw niet haar
eigenaardige schoonheid, liein betoo-
verde of terugstootte; inderdaad was
hij zelfs later nooit tn staat de&e
vraag op te loósen. Terwijl hij haa-
Duitscher9.
i W t I •Verdun
I'" .'"""/'I Nancy
I-ranschen. w
X-.nl,
Epinal.
De Belgen schijnen den uitval uit
do stelling van Antwerpen uit te brei
den tot een aanval op de Duitsche
troepen die bij Leuven staan. Ook
deze aanval past in het operatieplan
der verbondenen. Kan het Belgische
veldleger in het open veld blijven, of,
weer teruggeworpen, mede troepen
dan voorheen tot zich trekken, don
speelt het een belangrijke rol.
Het klagen van Belgische zijde over
den geringen steun, dien de Fran
sehen aan de Belgen verleend heb
ben, lijkt ons nog s'.eed3 ongemoti
veerd.
De terugtocht van liet Belgische le
ger, nagenoeg geheel intact, op Ant
werpen, als blijvende bedreiging op
de Duitsche verbindingen, past. geheel
in het bovenontwikkcldo operaticplan
der verbondenen. Het 1 ij k t op een
in-den-steek-laten, maar is het
daarom nog niet.
Van 't Oostelijk
Oorlcgs'erre'n
öuitsohlend, Oostenrijk-
Rusland.
De „Daily News" verneemt uit Pe-
trograd, dat do nederlagen bij Lublin
de Oostenrijkers zoo hebben gedesor
ganiseerd, dat Rusland hen kan ver-
waarloozen en al zijn krachten te
gen Duitschland kan richten.
Of dit niet wat al te optimistisch
door de Russen geoordeeld is'?
De oorlogs-verslaggever van het
Ween sche blad „Morgan" bericht om
trent den slag bij Lemberg het vol
gende:
Het gevecht werd afgebroken, onze
troepen trokken terug en wérden in
posities gebracht die voor verdediging
de meest gunstige omstandigheden
aanbieden. Ons plan. door een snel en
koen offensief het Russische leger te
verslaan, mislukte niet door gebrek
kige leiding of inferioriteit der troe
pen; integendeel volbrachten leiding
en troepen hot bovenmenschelijke,
maar het heroïsme van het leger kon
niet op tegen de kolossale overmacht
van den vijand.
Vastgesteld is, dat do overmacht der
Russen vele divisies bedraagt, waar
bij nog in aanmerking moet genomen
worden, dat oen Russische divisie
sterker is dan een bij ons.
Verder zijn de Russen met dc mo
bilisatie ver vooruit, daar zij lang
vóór bet officieel begin van den oor
log er mede begonnen. Eindelijk heb
ben wij bijna de geheele hoofdmacht
der Russen tegenover ons. Wanneer
men dit alles bedenkt, kan men eerst
de prestatie onzer troepen juist be-
oordeelen. die in gevechten welke bij
na ononderbroken drie weken duur
den, stand hielden, een aanhoudend
offensief bewaarden. Zestigduizend
gevangenen met drie honderd stuk
ken geschut vielen ons in handen,
maar hoe groot ook deze gedeeltelijke
successen waren, zij konden niet tot
het gevvenschte resultaat leiden, wijl
de Russen letterlijk voor iedere ver
slagen divisie oen nieuwe naar voren
brengen konden.
Iioogere strategische overwegingen
verlangen thans verzameling onzer
troepen in een stelling, waarop de
Russische overmacht zich komt ver
pletteren. Wij kunnen hier rustig
den aanval afwachten. Ik herhaal
nogmaals, onze troepen zijn niet ver
slagen, voelen zich ook niet versla
gen. Het leger betrekt een stelling die
zoo sterk is, dat zij iederen vijand het
hoofd zou kunnen bieden.
WAAR IS HET OVERIGE DEEL
VAN 'T RUSSISCHE LEGER?
Do militaire medewerker van de
„Times" gelooft, dat de Russische
groote generale ataf nog een groote
strijdmacht bij de hand heeft voor
krijgsverrichtingen, waarvan nog niet
nog steeds beschouwde en zich ver
baasd afvroeg hoe ter wereld Bella
my met zulk een vrouw was getrouwd
zog hij U it de damo zijn neef iets in 't
oor fluisterde, die zich oogenbl.kke-
lijk omwendde en hem vooistelde.
Philip, zeide hij, mag ik u aan
do bekoorlijkste mijner kennissen,
mevrouw Bellamy, voorstellen.
Philip boog eai zeide. dat het hem
zeer aangenaam was, terwijl zij een
buiging maakte met een gratie en
waardigheid, die haar uitmuntend
paste.
Uw neef heeft mij dikwijls over
u gesproken, mijnheer Caresfoot,
maar bij heeft nnj nooit gezegd
hier aarzelde zij en brak eensklaps
af.
Wat heeft hij u «nooit gezegd
mevrouw Bellamy? Toch niets in mijn
nadeel, hoop ik.
integendeel, als gij het wilt we
ten, zeide zij op dien toon vun vleien
de openhartigheid, die somtijds zuik
een bekoring heeft in den mond van
een vrouw, hij heeft mij nooit ge
zegd. dat gij jong en knap waart. Ik
meende, dat gij minstens veertig jaar
zoudt zijn.
Ik zou u gaarne willen zeggen,
mevrouw, wat mijn neef George mij
nooit heeft geaegd, maar ik zal het.
niet doen uit vrees om Bellamy ja
loerse!) te maken.
Jaloezie, mijnheer Caresfoot, is
een weeldeartikel, dat mijn echtge
noot niet mag bezitten; dat is goed
voor verIoofd.?n. maar wat een com
pliment is van een verloofde wordt
eene onbeschaamdheid van een echt
genoot. Als ik u hier echter te lang
ophoud, dan zal ik mij de vijand
schap op den hals halen van miss
Leo, en ja ook van Fr ft u loin von
Holtzhausen, en dat zou ik liever
willen vermijden.
Pliiiip volgde de richting vun haar
dichtgeknepen oogen en zng. dat zoo
wel niiss Lee en Hilda uit haar hu
meur 9Chem?n to zijn. Laatstgenoem
de sprak afgetrokken met Bellamy,
en wierp onophoudelijk hare blikken
m de richting van diens vrouw. Ook
do laatste luisterde oogenschijnlijk
aandachtig naar een compliment van
George, en ztug mevrouw Bellamy
met een eigenaard)gen blik van vrees
©n afschuw aan.
Gij ziet wat ik bedoel; Frauiein
von Holtzhausen ziet er werkelijk uit
of zij bang voor mij is. Kunt gij u
voorstellen, dat iemand bang voor
mij is, nt.n echtgenoot natuurlijk
uitgezonderd? want zooals gij weet,
wanneer een getrouwde vrouw van
mannen spreekt, dan is daarvan al
tijd haar man uitgezonderd. Kom,
wij moeten gaan, maar kom eon wei
nig naderbij, mijnheer Caresfoot, ik
wil u een raad geven, tenminste als
pij dien van een vreemde wilt aan
nemen doe uw keus spoedig, an-
ders zult gij hen beiden verliezer..
Wat bedoelt gij hoe weet gij
Ik bedoel nr.ets, of juist zooveel
als gij wilt, en verder gebruik ik
mijn oogen. Kom, laten wij ons bi;
de anderen veegen.
Een paa< minuten daarna legde
Hilda haar werk neer, zeidc dat zij
het warm had, wierp do tuindeur
open en begaf zich in den tuin, waar
heen Philip haar onder een of andor
voorwendsel volgde.
Wat is zij een mcoi meisje, zeida
mevrouw Bellamy met geestdrift tol
miss Lee, zoodra Philip haar niel
meer kon hooren.
Zij overschaduwt mij geheel en
al. Wanneer ik met haar in de ka.
nier ben dan gevoel ik mij als ecu
eenvoudig, lomp melkmeisje naaa
een schoono hofdame. Vindt gij ooi
niet. miss Lee?
O, ik weet het niet, ik heb ei
nooit over nagedacht, maar natuur
lijk is zij zeer mooi, en ik juist niet
zoodat er geen sprake van is om tus
schen ons heide vergelijkingen t
gaan maken.
(Wordt vervolgd.)