De Europeesche Oorlog. DE BOOSDOENERS. tweede blad. haarlem's dagblad woensdag 16 september 1914 Binnenland fiefierland en de Oorlog Willem Mengelberg vertelt. Tiet ..Handelsblad" deelt een inter view met Willem Mengelberg mede. „We zaten hoog op de bergen aan de Tyroolscbe grens in Unter Engadin; in onzen „veestal" woon den we mooi en schilderachtig met ;n zessen, leefden er van eigengebak ken brood, kaas, melk en boter; eieren en ham als buitengewone lekkernij en, per hooge uitzondering, goüteer- den we den inhoud van ee,n blikje. W e hebben or, twee maanden lang, bijna dagelijks gewerkt in den moes tuin, gehooid en gemaaid voor den boer, wiens knecht onder de wapenen was en wiens paard, z'n eenig, aan de grenzen werkte in een der kampe menten. We hebben gewandeld en 's avonds vóórdat 0111 klokke negen net beduur sloeg, gelezen, veel gele ien klassieken, moderne literatuur en, wat mij betreft, ook partituren. Omdat ik daarboven geen piano bob, geen enkel muziekinstrument. Toen Zwitserland mobiliseerde en, wat later, voorbereidingen werden gemaakt, om de Hollanders, die met vacantie er verblijf li leiden, naar bet vaderland te brengen, heeft men óók van liet gezantschap, geraden, kalm Ie blijven wachten en later Genua met de ,-,Prinses Juliana 1 waarts Te stoomen. Toen kwam het mijnen-gevaar; kre gen we raadgevingen te over 0111 niet de zee over te gaan. in September zou weer een „Hollandsche" tren organiseerd worden. Maar op dien trein, dat merkten we al gauw, heb ben we niet kunnen wachten ik zou dun nooit Amsterdam gehaald heb ben'oui het concert van Donderdag avond te kunnen dirjgeereii. Daarom hebben we op 1 September 's morgens om vijf uur onze stulp verlaten en zijn op weg naai- Nederland getrok ken. AI3 't leven z'n gewonen gang gaat, kan ik van m'n Zwitserse!]' huisje uit in 24 uren naar Amsterdam komen. Uitmaal heelt de x'eis negen keer zoo lang en nog zes uur daarboven ge leurd. Woensdagmorgen, omstreeks elf uur, zijn we gearriveerd. Nu dan, de reis I "t Ging eerst naar Bern daar moest ik nTn pas laten vernieuwen die ik nog had stond vol Russische plakkaten en schrifturen. Van Bern zijn we naar Romaiishom gegaan aan de Ilodenseeden volgen- Ten dag met de boot naar Friodrichs- diafen, per spoor naar Stuttgart. We konden ons natuurlijk niet ver plaatsen met de groote sneltrei die militairen vervoeren oT personen, ilie hun gewone familieleden gaan buienwe reisden langzaam, uiterst langzaam geen stationnetje zoo klein, geen halteplaats zoo nietig, of de trein stopte stopte 0111 de vijf mi nuten. Maar de reis was goed, heel goed de treinen vertrokken op de minuut en kwamen even stipt aan, treinen meestal met een sleep van ontelbare wagens, waarvan je het einde niet kon zien en vol krijgslie den. Ongelooflijk bijna, zoo ordelijk als dut toeging, zoo uiterst punctueel. Wo bleven in Stuttgart; we moesten blijven in Frankfort, m Keulen, in Emmerik. E11 om zeven uur Dinsdag avond kwamen we in Ellen dat ver lieten we om elf uur dien avond en spoorden verder tot Arnhem. Daar moesten wc uitstappen overnach ten. En nu moet ik tot m'n spijt verklaren, dat het Hollandsche hotel héél wat duurder en héél wat minder goed was dan de Duitsche, waarin we logeerden en dat de treinen in ons land, waar alles rustig is, vrij wat ongeregelder loepen dan in het land, dat in oorlog is. We verlieten Zwitserland veel fabrieken stonden er stil, veel zaken waren geheel of gedeeltelijk gesloten, omdat de eigenaar of de bedienden onder de wapenen moesten komen er was geen goudstuk te bekennen alles papier en kleine pasmunt. In Duitschland joegen de fabrieks- schoorsteenen zware rookpluimen om hoog rustig werd doorgewerkt aan aanbouw zijnde huizen, stampvol zaten de restaurants, het goud en iver vloeide rijkelijk. En ook het muzikale» leven in* Duitschland gaat door wordt voort gezet ondanks geweldigen tegenslag. Want daar zijn in de eerste plaats de velen, óók orkestleden, die het vader land zijn gaan dienen daar zijn ver der de vele, in rouw gedompelde fa milies, die het verlies van een bloed verwant betreuren en die in dezen eersten tijd geen concertzaal zullen bezoeken. Toch zullen de concerten doorgaan, ik heb dat gehoord van de besturen der Gewandhaus-Concerte in Leipzig, der Museum concerten in Frankfort, van de groote Concert- onderneming in Keulen. De besturen blijven doorwerken, al zal de groote moeilijkheid zich voordoen, hoe -de zalen te vullen in oorlogstijd, hoewel ontegenzeggelijk ook met verlies zal moeten worden gewerkt. Want één enkel concert in Frankfort brengt meer dan achtduizend mark onkosten mede. Ook de andere groote institu ten de Conservatoria, de stedelijke theaters gaan door; natuurlijk zul len er theaterdirecteuren zijn, die de pacht van hun schouwburg op den duur niet zullen kunnen opbrengen. Maar zullen de menschen, vooral de geestelijk hoog staanden, vooral rij, die de emotie van den oorlog diep ge voelen, zullen diegenen niet juist groo te behoefte hebben om die emotie te verdringen door een andere emotie E11 is de muziek daarvoor niet in de eerste plaats aangewezen? En is daar nu niet de macht van de Pers? De Pers, die de menschen er op kan wijzen, dat zij muziek moeten gaan hoeren dat zij hun concerten niet moeten laten loopen. Maar dat zij ook, en dit zeg ik met, het oog op ons Concertgebouw, dat zij medehelpen om er toe bij Ie dragen, dat onze zaak weer op pooten komt, in de eerste plaats voor hen zelvcn, want goede muziek kan en mag men niet ont- beeren dan voor onze musici, wier bestaan wordt bedreigd maar ook voor het land, voor ons Nederland, dal op muzikaal gebied zich een re putatie heeft •erworven in het bui tenland, in gansch Europa. Zou Am sterdam niet meer een handvol men schen tellen, die voor ome muziek instelling wat geld over hebben? Och kom I Wat mijn persoonlijke engagemen ten aangaat, ik heb ze voor Engeland, Frankfort, Petersburg, Moskou, Wee- nen, München, Scheveningen, Parijs, Brussel, Bome, Napels, Turijn. En kele er van zijn contractueel. Maar, natuurlijk, zullen daarvan force ma jeure, wel 9ommige moeten vervallen. Wie kan zeggen, öf spoor- en boot verbindingen in orde zijn? Doch in de eerste plaats voel ik mij verbon den met het Concertgebouw en met de arlisten. Mogen allen, die daartoe in staat zijn gebleven, naar draagkracht me dewerken, ons Concertgebouw-orkest, wiens leden, die den landgenooten zooveel oren van groot genot hebben verschaft, in stand te houden. Want medewerking van allen noodig - dringend nocdig I" Een aaneengeseliakelfi verhaal over de groote gevechten In Frankryk. De verdere terugtocht der Duitschors. Het Belgische leger zet zijn aanvallen uit Antwerpen voort. Be Dattschers wijzen er op, dat Dnltschland nog bijna geheel vrij is g6' hieven van Invallende vijanden. De gevechten op het oostelijk oorlogsterrein. Over dum-dam kogels. Een Dnitseh generaal over 't optreden der Baitschers ln België. Een belangrijke beschouwing over den dunr van den oorlog. BEGRAFENIS VAN DEN TUBK- SCHEN GEZANT. Do Koningin zou zich vandaag bij de begrafenis van den Turkschen ge zant m Den Haag doen vertegenwoor digen door baron, 'l'aols van Ameron- gen, opperkamerheer, en kapitein ter zee jhr. Hooft Graafland, adjudant en de Koningin-Moeder, door graaf van Limburg Stiriun, kamerheer. M-aira1 8ca-». Una Re 1 vonden weinig tegenstand. Trouwens van mies WTeSslSIgjSf het kig (gelooft do correspondent) niet Ooricgsierrem Er zijn heden twee officieels berich ten, een uit Parijs en een uit Berlijn. Natuurlijk spreken ze elkaar nog al tegen. Uit Parijs wordt geseind: Aan den linkervleugel liebbén de Duit schets, weerstand geboden ten noorden van de Aisue op de lijn' begrensd door het bosch l'Aigle cm Craonne. In het centrum liep hun weerstands lijn ten noorden van Beuns en het kamp van Oh al ons tot Vienhe-la-Villc, en den westelijken voet van liet hoogland van Argotme. De Duitsche troepen die in' het zuiden van Argonne stonden, na men een terugtrekkende beweging aan, zich verspreidende tusschen Ar gonne en de Maas, en maakten op liet èind van den dag front bij Varennes en Con&envoye. Op den rechtervleugel trekken de Duitschers zich terug op Etain, Metz, Delme, OhAteau-Salins. De toestand in do Vogezen en den Elzas is niet veranderd. Uit het groote hoofdkwartier van 't Duitselie leger wordt onder daglee- kening 15 September des avonds ge meld: De op den rechtervleugel van het ..estelijk leger sinds twee dagen woe dende strijd breidde zich heden uit over de naar liet Oosten zich hierbij aansluitende lege'rs tot aan Verdun. Op eenige plaatsen van het uitgestrek te slagveld zijn tot dusver gedeeltelij ke successen der Duitselie wapenen te vermelden. Overigens is de slag on beslist. Een verhaal over do gevechten In Frankrijk. Thans komt 't eerste aaneengescha kelde verhaal over de groote veldsla gen in Frankrijk, Een correspondent van de Times geeft in een brief van 11 dezer een le vendige beschrijving van den veldslag of de veldslagen, zooals hij zegt, die in het rapport van generaal French zijn 'geschetst. Do N. B. CL vertaalt daaruit: Op het eind van do vorige v\ (eindigende 5 September) werd oprukken van de Duitschers naai Parijs met geweldige vaart voortge zet. Drommen vluchtelingen stroom den voor hen uit. Het was echter een oprukken met hindernissen. De Fran- schen eu Engelschen waren hun voort durend in den weg. Toen zij boven dien wisten, dat de bondgemooten naar het Z.O. van Parijs waren terug getrokken, besloten de Duitschers hen daar te volgen en eerst te omsingelen voor zij de stacl aanvielen. Het schijnt duidelijk, dat zij do li- nïen der bondgenooten dachten te doorbreken oip oen punt ten O. van bet bosch van Fonlain.eble.au, en dat te gelijkertijd het Fransche leger langs de Ourcq, dicht bij de samen vloeiing met do Mame doorgehroken zou worden. Het verbonden leger zou dan in tweeën gesplitst zijn, het eene zou in wanorde in Parijs zijn geworpen en het andere in do open vlakte omsingeld worden. Het leger van von Kluck stak de MariLe en de Grand Morin over naar Sézanno cu Pcovins, Do Fransehen hadden bij hun terugtocht wel do .bruggen vernield, maar de Duitschers do bedoeling om hier wezenlijk verzet te toonen, Integendeel leidden de bondgenoot-en don vijand regel recht in de val. Zoo lokte Engelsche uiterij de Duitsche mijlen ver. En de Duitschers dachten, dat de Engel schen wegliepen! Door hun vijanden verlokt en over moedig geworden rukte tiet Duitsche leger naar Provins. Het kwam zelfs tot Nogcnt. Maar niet verder. Het plan van de bondgenooten was nu volbracht. Het uur had geslagen. Het land, waai' zich deze gevechten hebben afgespeeld bestaat uit hooge bergvlakten, bosschc-n en rivieren tus schen steile oevers. Het behoort tot do mooist© streken van Frankrijk. Vrijdag 4 September kan men zeg gen, dat de strijd begon. In de buurt van de Grand Morin vielen toen tle- Engelschen de Duitschers aan, die wat te vlug waren opgerukt, zoodat de artillerie was achtergebleven. De Engelschen maakten vele gevange nen. Niettemin zetten de Duitschers Zaterdag 5 September hun tocht voort. Eerst Zondagmorgen begon de groo te aanval op den kwetsbaren rechter vleugel van de Duitschers, staande in de buurt van Meaux, bij de samen vloeiing van Ourcq en Maine. Tege lijk begon de aanval elders, zoodat ineens de strijd gaande was langs het heele front: Meaux, Esternay, Sé- zanue, Vitry-le-Frangois tot Verdun töe. Het begon met liet aanbreken van den dag. In de streek van Ia Ferté Gaucher begrepen de verbonden troe pen, dat zij daar tot het uiterste stand moesten houden, opdat de aan val, op Meaux veilig kon doorgaan. En zij Melden stand. Inmiddels was het in het Noordoos ten een geweldige kanonnade. Zelfs toen de tegenstand 111 la Ferté zwakt was duurde bij Meaux het ge vecht door, heel den nacht en tot Maandag ver op den dag. Het Duitsche geschutvuur in Ferté was hevig. Het kwam van heuvelen boven do Grand Morin. De vuurlijn strekte zich uit tot Sézanne in het 0. en tot Vitry-Ie-Fram;ois. De Duitsche kanonnen schijnen van KM. afstands groote uitwerking hebben gehad, terwijl het geschut dat daar tegenover stond op dieu langen afstand svat zwakker leek te zijn. Ge lukkig was het Duitselie vuur niet zeer goed gericht- De Fransehen en Engelschen won nen voet voor voet terrein, tot zij den vijand aan het wijken brachten en hem vlak op het lijf kwamen. Do sol daten moesten ingehouden wonden. Zij waren al te stoutmoedig, liet te rugtrekken was uit. De aanval begon. Alle man wou zich op den vijand wer pen. Zondagavond begonnen do Duit schers terug te trekken. Zij staken de Grand Motrin weer over en bewogen zich naar het plateau boven Sézanne. De slag ging in tusschen woedend voort. Het was een sneeuwstorm van granaten, zei een soldaaL Terwijl de vijand in het Zuiden terug werd" geworpen werden zij in het Westen te Meaux en op de oevers van de Ourcq fel aangevallen. Maan dag werd het gevecht orn Meaux ger der bondgenooten uiteen te slaan en zoo den weg naar Parijs te ope nen. Zij deden geweldige pogingen om bruggen over de rivier te slaan. ILet zware geschut van de Fransehen be streek echter de rivier. Keer op keer trachtten de Duitschers de pontons in positie te brengen, maar een hagel 1 granaten belette liet telkens. Hun Tiezen waren hier vreeselijk. Op éen punt werden aldus zestien po gingen om een brug te leggen ver ijdeld. Den laatsten keer stortten een menigte soldaten in het water, den slag, toen de vijand was wegge trokken, lag de grond overal bezaaid met lijken en stervenden, liet was een afschuwelijk gezicht. Dien dag begonnen de Duitschers langs de Ourcq en de Marne te wij ken. En merkwaardig was liet, dat bij dien terugtocht hum geweervuur zeer verslapte. Eens zijn zij 20 K.M. terug gegaan zonder ceu enkel schot te lossen. Zij werden letterlijk gedeci meerd. Eindelijk rekenden onze man nen met hen af en vermeesterden 7 kanonnen, 2 mitrailleuses en maak ten pl.m. 1000 gevangenen. Een daar van bekeude, dat zij gebrek hadden gehad aan schietvoorraad em bevel hadden gekregen dien zooveel moge lijk te sparen, Maandag had ook een hevig gevecht plaats aan do Ourcq, die hier m de diepte tusscheu hooge oevers stroomt. Er werd veel en ook met de bajonet gevochten. Een Franschman ver meesterde een vaandel, in de ,,m6- „Ik zag een Duitschen luite nant bij mij", zeide hij, „die het vaan del verdedigde. Ik stormde niet de bajonet op hem af en hij viel, met zijn vaandei. Voila En toen trok het verschrikkelijke regiment van Maag denburg terug." Maandagavond was bet leger van genei-aal Von Kluck van de Ourcq, van de Marne en van de Grand Mo- 1. dat wil zeggen van Meaux af tot Sézanne, teruggeworpen. De toestand was ernstig en onmiddellijk moest men de verbindingslijnen en den te rugtocht dekken. Daarom werden snel versterkingen naar het noorden, naar het gebied van Meaux en naar de Ourcq gezon den. Een geweldige poging werd ge daan om den tegenstand van de Fransehen I11 dit gebied te breken. De tweede pogiug aan de Ourcq deelde het lot van de eerste. Geduren de den geheeleu macht en een groot gedeelte van Duisdag bulderden de groote Duitsche kanonnen langs de rivier. De weerstand van de bondge nooten kon met worden gebroken. „Stand houden" was de order. Terwijl de linie aan de Ourcq werd gehouden, droeg do worsteling te La Ferto Gaucher en Sézanne, in de na bijheid van welke plaats, zegt de cor respondent, ik mij had opgesteld, rijke vruchten. De tegenstund vun de Duit schers op dezen Dinsdagmorgen was gebreken. Ik had het nieuws langs twee wegen de kanonnen zwegen, en de gewonden stroomden maar de kwartieren terug, gewonden die niet langer ter neer waren geslagen, doch vol vuur bleken en er naar haakten in de vuurlinie terug te komen. Dienzelfden dag, Dinsdag, behaal den de Fransehen in de buurt van Vitry-le-Frangois een mooie over winning en dreven ook de beroemde Duitsche keizerlijke garde van Sézan ne terug naar de moerassen van St. Gond, waar Napoleon een eeuw ge leden een van zijn laatste groote suc cessen behaalde. De hoofdmacht van do garde trok ten Noorden van het moeras voorbij, maar ik boorde van GREEPJES. 98. IIET VRIENDELIJK VERZOEK. Dat wis bet, wat Dinsdagavond te lezen stond op een stukje papier, af komstig uit een schoolagenda. 't Was onder de zijdeur van ons bu reau, in do „Peus", doorgeschoven. Er stond dit op: „s. v. p. Mijuiteer hel publiek is eeiiigzins nieuwsgierig of u Redactie het bord il veranderen s. v. p." Gelukkig konden we spoedig aan dezen bescheiden wensch voldoen. Er as uet nieuws, en het „cenigszms nieuwsgieirigo publiek" werd bevre digd. Het lijkt ons evenwel nuttig, 0111 er op te wijzen dat dit een puur toe val was. Mocht deze eerste, -welge slaagde poging anderen verlokken om het ook eens met een bescheiden briefje te probeeren, dan kunnen we er niet voor instaan dat het volgende onbevredigende antwoord zal kunnen uitblijven: „s. v. p. Mijne Heeren! De Redactio is, even als gij, eonigszins nieuwsgierig erf de oorlogvoerende mogendheden dc-m stand van zaken willen veranderen., Wij wachten met ul Duid het ons nief euvel, s. v. p.l" Deu anonymen maar niettemin ge- achten inzender van bovengemeld epistel kunnen we de absolute verze kering gevfen, dat ten aanzien van de nieuwspublicatie onze wil steeds goed is, en zal blijven! ERPAY. woesL Do Duitschers waren besloten mannen en paarden, die wegzakten hierover de Marne te trekken, het Ie- en omkwamen, ,,'t Is onze wraak van 1814", zeiden Fransche officieren. „Als nu a'leen de keizer hier maar was om te zien.Het is hier zooals het eiders is: Uo schaduw van Napoleon blijft. Dit groote gevecht is op zijn slagvel den op het tooneel van zijn laatste, misschien rteest verbazende succes. Woensdag ging het Engelsche leger voort op te trekken naar het Noorden, zich van kanonnen en gevangenen meester makende. De stroom van deze gevangenen hield nacht en dag aan. Zij schijnen er zich over te verwonde ren, dat ze goed behandeld worden., Zij kunnen blijkbaar niet gelooven, dat hun levens veilig zijn. Den volgenden dag, Woensdag, be vond ik mij in een nieuw Frankrijk. Het goede nieuws is bekend gewor den. Het is in de lucht, op de vleugels van den wind een adem van hoop, die een heel volk versterkt. De gebeur tenissen van Woensdag zullen de we reld verbazen wonneer ze volledig be kend zullen zijn. Ik weet bijv. van een machtige cliargo van de Turco's op dien dag en ik weet, dat honderd van die woeste strijders twee hon derd Duitschers gevangen namen, na •ten gevecht, dat beschreven wordt als een van de schrikkelijkste, die er tot dusver in dezen oorlog geleverd zijn een kwestie van sabel en bajo net, Jk weet ook vau twee Duitsche detachementen van zoowat duizend man elk, die, omsingeld zijnde, wei- geiden zich ovei' te geven en bijkans tot den laatsten man uitgeroeid zijn. Hulde aan hun moed 1 De geweldige aanval, dien do bond genooten Dinsdag langs de Ourcq ge daan hebben, is de inleiding geweest tot de gebeurtenissen van Woensdag. De legermachten der verbondenen aan de Ourcq bij Meaux en Sézanne knipten samen als de bladen van een schaar, waarvan de spil in de streek van de Grand Morin lag. Zoo moes ten de Duitschers naar het Oosten terugwijken en de terugtocht ont aardde weldra in een vlucht. Er zijn kanonnen, schietvoorraad, hospitaal- artikelen genomen en duizenden ge vangenen gemaakt. De taktiek van Bergen en Charleroi is volkomen ge rechtvaardigd. Al deze dagen heeft het gestortregend met barden wind, waardoor de terugtocht der Duit schers zeer bemoeilijkt moet zijn. NOG EEN BESCHRIJVING DER GEVECHTEN. E-n telegram uit Bordeaux meldt aan de Telegraaf over den terugtocht van het leger van den Duitschen kroonprins. De kroonprins was na het terug trekken van het centrum der Duit schers eveneens verplicht om te ruii- reeren, daar zijn positie in het Ar- gonnovvoud gevaarlijk weird. D© Duit schers bezetten het woud van Belle- noue en Triancourt, nadat door hot leger van den kroonprins oen poging was gedaan 0111 zich een doortocht te FEUILLETON liet Engelsch). 11) Mij dunkt, dat gij u zelf toch wel wat te gering schut, als gij mij ver oorlooft u dat te zeggen, maar in ha re tiegenwoci'Cigheid zouden maar zeer weinig vrouwen de aandacht dei- mannen trekken. Ik weet wel, dat ik mijn geliefde Met gaarne een gaiir schen dag in haar gezelschap zou .vertrouwen; gij wel? ik weet liet werkelijk niet; wat bedoelt gij toch? Wat ik bpdoel, miss Dee, wel ik bedoel Mets;' wat sou ik anders be doelen dam uileext dat schoonheid een aantrekkingskracht is voor alle man nen. Welke vrecselijke denkbeelden houdt gij er op na. Denkt gij dat? ik hoop van Met. Ik spreek slechts over hetgeen ik heb opgemerkt. Neeiu nu eens tot voor beeld FrauJein von lloltzhausen. TIebt gij er niet opgelet, dat zoo lang zij in de kamer was de oogen van allo do drie heeren op mar waren geves tigd, en dat zoodra ziij weggaat een hunner haar volgt, hetgeen de ande ren ook zouden hebben gedaan, wan neer hun de weg niet was afgesneden? Men mag het hun niet kwalijk nemen, het is niet dan natuurlijk, iedere man zo-u liet doen. wanneer het zulk eene beeJdsehoone jonge dam© betrof. Ik heb er waarlijk niet op gelet, on om u do waarheid te zoggen meen de d; zélfs, dat zij 111 eer aandacht hadden voor u. Voor mij! wol mijn beste miss Lee, ik zal niet beweren er iets van te zien. Wat een zonderlinge gedach te. Maai' ais ik zeg, dat gij gelijk hebt, dan is het weer een vun mijn theo- riën giegrondvoit op de resultaten vau mijn opmerkingsvermogen, maai de mannen vormen een niet erg be langrijk onderwerp lot gesprek, niet waar? Laten wij over iets beters spreken het toilet bijvoorbeeld. Do anno Mary was echter te zeer ontrust en verwald om over iets an ders te spreken, zoodat zij in een diep stilzwijgen verviel; kort daarop namen de heer en mevrouw Bellamy en Geou-ge afscheid. In dien. tusschentijd wandelden Phi lip en Hilda langzaam langs het kreupelhout, dat aan het huis grens de. Waarom zijt gij in den tuin ge komen? vroeg zij in het Duïtsch, een taal, die lüj zeer goed verstond Om met u te wandelen. Waarom spreekt gij tot mij in het Duitsclr? Omdat ilt dat gaarne spreek, en ik u volstrekt niet heb gevraagd óm met mij te wandelen. Men heeft u daar binnen. noodig, zoodat liet boter voor u zal zijn om ioriig te keeren. Neen, ik ga niet terug, Hilda, of gij moet mij eerst iels beloofd heb ben. Noem mij niet I-iilda, wat ik u verzoeken ma,:, ik ben juffrouw von Holizliuuseu. Wat zoudt gij mij wa len du en beloven? Ik zou u gaarne vanavond om negen uur in den koepol willen spre ken. Ik geloof, mijnheer Caresfoot, dat gij een weinig schijnt te verge ten, wat gij mij, u zelf en miss Lee verschuldigd zijt. Wat bedoelt gij niet tets aan miss Lee vierschuldigu te zijn? Eenvoudig, dat zij liefde voor u heelt opgevat, en dat gij haar daar ui hebt aangemoedigd; gij behoeft miij niet tegen te spreken, zij heeft het mij zelf verteld. Onzin, Hilda, als gij mij van avond oen onderhoud wilt toestaan, dan zal ik u alles verklaren; er be hoeft hier van jaloezie geen sprake te zijn. Zij trad met opgeheven hoofd op hem toe, en stampte met haai- be koorlijk voetje op liet grintpad. Mijnheer Caresfoot, zeide zij, eens en voor Mies. ik ben niet ja loerse!), en wil u het onderhoud niet toestaan ik hel) to veel eerbied voor mij zelf en te weinig voor u, en zij was verdwenen. Philips gelaat, zooals hij haar stond na te kijken, was niet aange na.un om te zien; het vertoonde een harden, bitteren trek. is zij niet jalcersch? Ik zal die tret- sclio schoon© wel juloersch doen wor den, en in zijn woede sloeg hij met zijn stok een anjelier van den sten gel. Wat dool gij daar nu, Philip? Dat zijn mijne mooie, Australische anjelieren; tenminste ik meen dat liet Australisch© zijn. Hoe kunt gij die nu gaan vernielen? Kom, Maxy, ik plukt© ©r een voor u. Wilt gij ze niet op uw japon steken? Waar zijn do nii/deren? Zij zijn allen weg. Laten wij naar binnen gaan, het is hier zoo heet, en -vertel mij eens wat uwe mee ning is omtrent mevrouw Bellamy. Zij is dunkt mij zeer mooi en zeen- slim. Ik zooi wel eens wdlen we ten, hoe Bellamy aan haar is geko men. Ik weet het niet, ik zou wel wil len, dat hij haar nooit had ontmoet. Ik houd niet von haar, zjj zegt u zulke onaangename dingen, en of schoon ik haar nog muur drie keer hel) ontmoet, schijnt zij alles van mij en van anderen te weten. Ik hen niet zeer viug van bevatting, maar wilt gij wei gelooven, dut zij er zooeven op zinspeelde, dat gij liefde hadt opge vat voor Hilda; dat is immers niet zoo, nietwaar, Philip? Denk niet, dat het onbescheiden van mij is, u dat te vragen, maar als bet werkelijk zoo is, dan is het maar liet beste, dat gij heA mij zegt. Ik zal niet boos zijn, Philip; en het meisje stond voor liein zijn antwoord af to wachten, met haar eene hand op het hart, als om het luide kloppen daarvan met te ver raden, terwijl zij met de andere hand haar hoogrood gekleurd gelaat be dekte. Eu Philip stond daar nu tegenover liaar innemend voorkomen en tegen over zijn geweten. Nu, aldus fluis terde zijn geweten, is het een ge schikt oogt-iiblik, alvorens het kwaad nog verergert, riu is het het geschikte oogenblik 0111 lui ar altes te vertellen, en haar te sruc-eken in plaats van liefde u liaar sympathie en vriend schap te schenken. Hot zal verkeerd zijn om haar liefde voor u nog aan to wakkeren, als men een ander meis je vurig bemint, dan moet men der gelijke gevoelens tegengaan. Nu, fluisterde de opwelling van liet oogen blik hem in, waarbij de stem van het geweten tot zv.ijgen werd gebracht, is het tijd'om u van haar, liaar liefde en hare bezittingen te verzeke ren en Hilda te straffen voor haar trots. Offer u zelf niet op voor een kortstondige verblinding, spreek niet met liaa. over Hilda liet zo a slechts jaloezie verwekken; gij kunt dat later wel iuet haai- goed maken. Laat de schoono kans, u door het lot geschonken, niet verloren gaan. Dit alles en nog veel meer ging hem door het hoofd, maar hij had zijn keus reeds gedaan nog voor dat het bloed, dat de jonge dame nu.tr het hoofd was gestegen, weer naar het liart was teruggevloeid. O oogenblik, dut over een gansclue toekomst moet beslissen 0 vluchüg momènt, dat wanhoop of geluk voor dezen man na zich sleept! Philip greep haar hand. Mary, zeide hij zulke gedach ten moet gij u niet in het hoofd tui len lk bewonder Hilda zeer, dat is alles. Ja, liefste, >k heb nvj steeds als half met u verloofd beschouwd dat wil zeegen, natuurlijk alleen voor zoover mij betreft; en ik heb slechts gewacht totdat ile 0 ms ton rt Lgh ed-n het mij zouden veroorloven u ie vra gen, of gij mij waardig keurt met u te huwen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5