De Europeesche Oorlog. DE BOOSDOENERS. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 8 OCTOBER 1914 't Gaat om Antwerpen gedocht spannen. - De Dnitsehers stelden een ulti matum aan de verdedigers van Antwerpen: de vesting overgeven of de stad wordt gebombardeerd, - Besloten werd Antwerpen tot 't nlterste te verdedigen. - Onder de bevolking beerscht onrast, zeer velen vluch ten naar Nederland. - De Belgische regeering ls verplaatst naar Ostende. De koning blijft te Antwerpen bjj 't leger. - Is koning Albert licht gewond? - De Dnitsehers zijn reeds de Nethe overgetrokken en richten hnn zware kanonnen op Antwerpen. Belangrijke beschouwingen over de posities der strijdende legers ln Noord- Frankrijk. Over hosveel soldaten Dnltschland ln Frankrijk en Rusland beschikt. Nog altijd komen tegenstrijdige berichten van 't oostelijk oorlogstoonae). Zijn er weer Russen ln Oost-Pruisen? De Duitsche torpedoboot die voor do Eems zonk, ls getroffen door een Engelsche onderzeeboot. OP he4 Westelijk Ooriogsveld In Frankrijk. "1 Is aai ontzettende worsteling in j Noord-Frankrijk. Na ai weken lang. I Aan welke zijde de kansen "t meest i gunstig staan? De militaire deskundige van de „Nieuwe RotL Ct." merkt op: Op het westelijk oorlogstcrrein breidt zich liet front nog steeds uit Voortdurend hebben de Fransclien en Kngelschen hun linkervleugel ver- Jcngrl, met liet doel don Duitschen rechtervleugel om te trekken. Voort durend hebben de Duitechers daar nieuwe troepen tegenover kunnen f ielten en Jiet gevolg moest zijnver lenging van liet front. Door dan loop van Jiet krijgsbedrijf was echter liet Duitsche front vrijwel in den vorm van een hoek komen to ttaaii en de berichten hebben aanlei ding tot de veronderstelling gegeven, da-» «ij een ernstige poging hebben ge daan om ongeveer bij het hoekpunt door te broken, ten einde het gedeelte van het Fransoli-Enge'sche leger, dat op In Noord-Zuid loopende front Atrccht—Albert—Hoye staat, van de rc-sl. te scheiden. Deze poging heeft echter niet tot een resultaat geleid. Het was te verwachten, dat die ver lenging van liet front maar niet onbe paald zou kunnen voortgaan. Een oogenbLik scheen te moeten komen, dat een van de partijen in staat zou zijii ter zijde van zijn front een Iroe- pecmacht te ontwikkelen, aanmerke lijk grooter dan de tegenpartij opdat punt kon concentreeren. Welke partij zou daartoe het eerst bij machte zijn? Deze vraag werd in den laatsten tijd mor raialen. niet name door do En- geteche pers, geste'd. En het ant- wcord luidde de Fransehen en En- gi-tschen. Fransche troepen zouden per spoor naar het Noorden worden gevoerd, voortdurend kwamen in de I Noord-Franschc en Belgische havens vereelte Engelsche troepen aan, die op verschillende punten naar het Oos ten werden gezonden. Reeds werd ge streden bij Douai, ten Oosten van Alrecht en bij Doornik. Maar wat Keren ons thans de laatste berichten? Dat een Duitsche strijdmacht op rukt langs do lijn Tourcoing, (vlak ten Noorden van Rijssel) Armen- tières (vlak ten Westen van Tour coing, op een afstand van ongeveer 20 K Mdat de Duitsche voorhoede ten Weston van Rijssel en Lens (ruim dertig K M. ten Zuiden van Armcn- lièreg) voeling heeft gekregen met de voorhoede van de Fransehen en En- golschon. Dit Is dus de streek, waar (ie bondgenooten, naar hun zeggen, terrein hebben verloren. Bet eek ent «lil nu. dat het den Duitschers is ge lukt, hier een macht le ontplooien, die hun vijanden niet kunnen tegen houden? Zullen zij hier naar het Westen oprukken en den linkervleu- ge"- \an de verbonden 'egers met om- trekking dreigen, zoodat bij moet terugtrekken? Zoo kan het worden, maar zoo is liet nog niet. Wel kan men dat de machtsontplooiing van de Duitschers in deze streek voor fle Fransclien en Engelschen onver wacht is gekomen. Zij moeten een eindweegs terug. Maar de vraag is slechts, waar zullen zij bun weder 't licofd kunnen bieden en met welken uitslag? Waar nu het Duitsche be richt zegt, dat de Duitsche voorhoede reeds ten Westen en Zuid-Westen van van Rijssel in voeling is met de vij andelijke ruiterij, kan men zeer spoe dig in die buurt een botsing ver wachten, die vér-strekkende gevolgen kan hebben, als een van do partijen er een beslissend succes weet te be halen. De „Daily Mail publiceert interes sante bijzonderheden over de gevech ten aan den FranscJuen linkervleugel. Volgen het blad zouden de Duit schers in do laatste dagen hun gc- vechtstroat gestadig in noo'rüwesto- lijiko richting hebben uitgebreid. De verbondenen trachtten nu deze bewe gingen te neutraliseereu door hun front eveneens te verlengen. Te dien einde waren er van den kant der Fransclien en Engelsohen zware mar- sohen noodig. De Fransche troepen logden dikwijls dagtraarschen van 40 tot 50 K.M. af. Den Duitschers is het tot nu 'toe echter nog'Steeds gelukt, hun front op gelijko hoogte met dat der ver bondenen te houden. Op Zatea'dog zou aan het Duitsche leger bijna het doorbreken bij Albert gelukt zijn, hevig artillerievuur bracht nl. do Fransche infanterie in groot gevaar. De nacht van Zaterdag op Zondag was wel het zwaarste moment, van dit geweldige artillerieduel. Het nachte lijk duister moest, om zoo te zeggen, wijken voor het schelle licht der ex- plodcerende projectielen. Zondags wonnen de Duitschers on miskenbaar terrein en tot den middag waren ze bestendig aan het voortruk ken. Hun verder opdringen kon slechts door een onophoudelijk artil- ler les nel vuur worden tegengehouden. Ook Dinsdag zetten de Duitschers hunne aanvallen verder voort Tij dens het gevecht werd het kleine stad je Albert door het kanonvuur volko men vernield. De bewoners zochten hun heil in de vlucht naar Amiens, de straatweg was zwart van vluchtelin gen. Het in vlammen opgaande stad je was 's avonds één vlammenzee, waartegen zich de kerk met haar vol komen ongedeerd gebleven toren als een donker silhouet scherp afteekende. 't Fransche communiqué van Woens dagmiddag luidt: „Op den linkervleu gel wordt do strijd nog steeds met groolo felheid voortgezet. De tegen over elkander liggende fronten strek ken zich uit tot in de buurt van Lens en La Bassée, waaraan zich dan nog cavalerie-massa's aansluiten, die on derling in gevecht zijn tot in de streek van Annentières. Omtrent het front van de Somme tot do Maas valt niets te vermelden. In YVoövre hebben de Duitschers op nieuw een poging gedaan om 't Fran sche vooruiringen tegen te houden, hun aanvallen zijn echter mislukt'. In een Engelsch communiqué wordt hulde gebracirt aan de dapperheid en het élan der Fransche troepen in de hevige gevecht»# ten noorden van do Oiso en bij Lens. In België. De belegering van Antwerpen, is in deze dagen wel hel meest belangrijke. 't Gaat er geducht spannen. Een berichtgever van t Alg. Han delsblad seinde Woensdagavond: Woensdagmiddag een uur werd door den bevelhebbeir der Duitsche troepen aangezegd, dat Woensdag nacht te drie .uur met de beschieting deT stad zou worden aangevangen, zoo deze zich niet voor dien tijd heeft overgegeven. Het hevige schieten van Dinsdag nacht veroorzaakte groote paniek, vooral onder de bevolking. De sta tion werden bestormd en de treinen naar Nederland waren overvol vluch telingen. bi Roosendaal is het stamp vol met gevluchte Antwerpenaars. De DuiLschors hebben met zwaar geschut do Nethe geforceerd; Lier en Conticli zijn m brand geschoten. Door de bres tusschen Contich en Vieux Dicu dringen zij nu voorwaarts en beschieten de tweede fortenlinro. Sinds Dinsdag is zwaar Engelsch scheepsgeschut in actie, maar zonder veel hoop. Aan de N. Rottord. Ct. wordt nog geseind: Vluchtelingen deelen met ontwijfelbare stelligheid mede dat de militaire gouverneur van Antwerpen do burgerij aangemaand heeft do stad te verlaten omdat deze gebom bardeerd ging worden. Do Duitschers zijn met hun mitrail leuses over de Nellie getrokken. Om half elf vanochtend heeft een „Taubo" een bom op het, Antwerpsche station geworpen. De uittocht heeft sedert den vorm van een landverhuizing in pa niek aangenomen. Do Nieuwe Gazet van Antwerpen van Woensdagochtend bevat aan het hoofd den volgenden oproep: „De ure des gevaar» Een oproep aan dc bevolking": „Hcie meer het gevaar nadert, hoe zwaarder do plicht weegt op do schouders van de verantwoordelijke personen, om hun medeburgers tot kalmte aan te manen. Een bombar dement der stad is misschien aan staande. Toont nu, burgers, dat ge beschikt over de noodige zelfbeheer- sching. Denkt dat een bombardement mits men zicli wijs en kalm gedraagt, in den regel niets dan stoffelijke schade veroorzaakt. Wij raden dan onzen burgers aan: Begeeft u binnen uw® huizen, zoodra ge hoort, dat het bombardement gaat aanvangen. Blijft in uwe kelders en bedekt dezo van boven met matrassen of zakken zand. 1 Zet op den zolder emmers water klaar en doeken, om een begin van brand onmiddellijk te kunnen blusschen. Maar voor alles, houdt uwe kalmte, cn oefen zoo ge kunt een kalmeeren den invloed uit op uwe omgeving. Titans is het do tijd, om te toonen dat we menschen zijn van karakter. En mocht de vijand binnen onze poorten zijn, dat ieder zich gedrag© naar de wetten van liet oorlogsrecht. De burgerlijke bevolking mag zich niet ln «le krij gsaan gelegen lied en mengen. Zij moet zich onthouden van ©!ko betooging tegen den vijand staat onder gehoorzaamheid der over- lioorschendö partij. Anderzijds heeft zij haar rechten. En om deze te doen gelden, waakt onze burgerlijke over heid over ons. De heer Burgemeester, do leden van den Gemeenteraad, d© notabelen der stad, zij vier)aten ons niet. in deze benarde omstandigheden, Welaan dan, met moed, betrouwen, met kalmte en zelfbelieersching de komendo dingen afgewacht en allen zij aan zij om elkander te steunen tot liet behoud der orde en rust, want dezo alleen kunnen onze stad redden van den ondergang. Laat ons wel be denken: bezinning verloren, alles ver loren." Hetzelfde blad bevat dezen oproep van den commandant der versterkte stolling van Antwerpen aan de jonge mannen binnen deze stelling: „In het belang van de nationale verdediging is het volstrekt noodza kelijk, dat ons leger versterkt- worde. In diie omstandigheden doe ik een dringend beroep cp de vaderlandslief de van allo weerbare mannen tus schen 18 en 30 jaren, opdat zij dienst zouden nemen als vrijwilligers tot het einde van den oorlog toe. Jonge lie den, uw vaderland heeft u noodig, geeft gevolg aan deeen oproep. Stelt u niet aan het gevaar bloot, dat de overweldiger u, trots recht en wet, dwing© tegen uw land dienst te nemen. Blijft niet werkeloos ge durende Jange maanden. De voor den dienst goed verklaarde man nen zullen zonder verwijl en zonder gevaar naar het niet door den vijand bezette deel van het land worden ge zonden om geoefend te- worden". De „N. R. Ct." van lieden ontvangt dc volgende berichten In geheime zitting heeft do ge meenteraad van Aiötwerpen met een parigheid van stemmen zijn volle vertrouwen in de militaire overheid' uilgesproken in de volgende motie j De burgerlijke overheid, vertrou wend op de knjgsoverheid, is het vol komen eens weerstand te bieden tol het laatst en liever de stad te laten beschieten dan ze over tc geven." De Belgische regeering is uit Ant werpen met do mailbooten van den dienst Ostende daarheen vertrokken. De Koning is in Antwerpen geble ven, -Ren gerucht, waarvan evenwel geen bevestiging is t.e krijgen, zegt dat hij licht gewond is. Het „Nieuws van den Dag" krijgt ook bericht dat de Belgische regeering naar Ostende is overgeplaatst, maar dal de Koning nog te Antwerpen ver blijft. „Het Leven" kreeg een gelijkluidend bericht van zijn foto-correspondent in Belgie. Aan de Telegraaf wordt bovendien gemold: do regeering stelde een boot beschikbaar voor het corps diplomati que om naar Ostende te vertrekken. Do burgerwacht in Antwerpen is ont wapend. Een naar Amsterdam nitgeweken Ai.twerpsohe vrouw, de echtgenoot© van een der oppassers in den Ant- worpschen dierentuin, heeft aan het „N. v. d. D." meegedeeld, dat men in dien tuin do hokken der wildo die ren van bepantseringen voorzien heeft en dat alle slangen ter dood zijn gebracht, vermoedelijk uit vrees voor hot losbreken der «lieren, ingeval do stad beschoten mocht worden. In een officieel Engelsch bericht leest men „dal de Duitsohers voor Antwerpen hun posities vooruit heb ben geschoven en dat door het gar nizoen krachtigen tegenstand wordt geboden." Aan do „Lokal-Anzeiger" wordt ge meld, dat de 42 c.M. mortieren, thans tegen do forten van Antwerpen ge bruikt, dezelfde zijn, die voor Mau- beuge waren opgesteld, maar toen niet in actie traden, daar de vesting capituleerde Maubeuge schijnt dus slechts door de Oostenrijksche auto mobielkanonnen te zijn beschoten. IN DE BELEiGERDE STAD ANTWERPEN. Een medewerker van 't Alg. Han delsblad heeft dezer dagen in Antr werpen een kijkje genomen. Ilij schrijft o.au: „Do verdediging van Antwerpen in het zuiden wordt gevormd door een huiven cirkel welke begrens«l wordt door do Nethe, de Rupel en west waarts de Schelde. Ten zuiden van die rivierlijn, «lus er buiten, liggen sterke forten. En als men nu do kaart bekijkt, dan ziet men hoe het beleg geloopen is. Eerst de verjaging van do Belgische troepen uit Mechelen, dat na drie bombardementen duidelijk sporen van verwoesting draagt. Dal is het punt hetwelk de lijn tus- solieti Brussel en het noorden in aan raking brengt met de verdedigings linie van Antwerpen. Van Mechelen uit werd Lier be schoten, Do stad word haastig verla ten doo'r do bevolking. Een half do zijn bleef dood. Een aantal schoten op het hospitaal doo«lden een zestal gewonde soldaten. Daarna hield het vuren op en do Belgische soldaten bleven in de buurt en verschansten zich. Dat was in het begin van de vorige week. Nu westelijk van Lier en aan de buitenzijde van de Nethe ligt hei plaatsje Duffel, dat al heel gemakke lijk te zien is omdat er heel hooge schoorsteenen staan. Dat ging er vervolgens aan en werd door de Du ii.sch.ers genomen,, Dat was dus een Duitsch standpunt in het westen. De uhlanen trokken de ri vier over en waren op verkenning tot in Linlh, dus buiten de uiterste for ten-linie. Alles met ordo en regelmaat. Na de beschieting van Duffel kwamen de twee middelste forten in het zuiden: Waelhem en Waver en St. Catherine. Groot geschut en nauwkeurige bere kening deden het werk. Zij gingen ka pot zooals de vestingen Luik en Na men en Maubeuge kapot gingen. De Belgen trokken achter de Nethe, maar 's nachts kwam majoor Renault met oen vijftig vrijwilligers op de ruine terug en sloeg nog een aanval van Duitschers af. Prachtig, maar de Duitschers hebben menschen genoeg nog en dit is geen oorlog van persoon lijken moed maar een praktische toe passing van do leer der springstoffen. Ergens een dr. ing. met een bril op zijn neus en een retort In zijn hand, doet meer kwaad dan heele ba taljons dappere vrijwilligers. Na het fort Waelhem gingen do waterreservoirs er aan. Dat was Woensdag. liet Belgische leger trok zich terug. Het blies de bruggen over de Nethe op en groef zich onmiddel lijk ln, langs de oevers van de dicht begroeide rivier. En nu was de «piaes- tie dat de Duitschers trachtten met hun gesc)vut een bres te schieten door den Belgischen weerstand en dat de Belgen alles op het spel zetten om zich staande te houden. Er loopt een eindelooze, kaarsïechte straatweg van de Nethe noordwaarts Wac-rloos en dan tot Contich. Daar was het op gemunl. Aan bei de zijden van dezen straatweg was de Belgische artillerie ingegraven. En dat was alles volgens de laatste krijgs leer keurig in orde. De kanonnen wa- bijna onvindbaar. Tót hun mid den ingegraven, en bedekt met lange takken en gras stonden de rijen ka nonnen met opengesperden muil naar hel zuiden te gapen. Een vijfhonderd meter daarachter*, eveneens verbor gen onder takken, lagen do paarden. Naast elk kanon, links de open kas ten met granaten. En er onder de troggen bedekt mot aarde en gevuld met stroo, waarin de mannen dag en dit bij hun stuk konden slapen of liggen rooken." De correspondent is daar geweest en vertelt daarvan: „In witte wollen dekens giehukl la gen e enige manschappen te slapen. VXer dagen reeds waren zij in deze posiitie geweest en sinds vier dagen waren zij niet uit de kleeren gekomen. De coinmandeeren.de officier was in het fort Waveren geweest gedurende liet beleg door het zware geschut. Ja, er was niets aan te doen. Tegen die Duitsche kanonnen hield niemand liet uit. Men had terug gemoeten. Onderwijl van rechts en links op een vijfhonderd meter achter ons, klonk de uitbarsting van het Belgische geschut. Het was tegen vier uur. liet artüle rle-duel dat wat bedaard was gedu rende den middag, waarschijnlijk om de dooden te begraven en de gewon den wat te verplegen, begon weer. W&ar precies kanonnen achter ons stonden was natuurlijk niet uit te maken. Rook was er niet te zien. Al leen een plotselinge hevige detonatie, gevolgd door ec-n lang striemend ge luid en dan een verre ontploffing. Maar van de baan door het projectiel beschreven was ook niets te zien. Al leen wist men dat daar over ons hoofd veel lood en ijzer en koper vloog en dat als resultaat daarvan de Duitsche kranten weer verder gevuld zouden worden met do treurig mono» lone advertenties van jonge jongens die voor „Koning en Vaderland op het veld van eer gebleven zijn." In eens deed een hevige slag aan onzen rechterkant den grond dreunen. „Dat is er eene van de Dutsers", en poef, meteen was er een tweede en. nog dichter aan. En tegel ijl; ratelde or een ambulance aan. De ambulance hield op don straatweg stil. Hel was zoo'n oudo houten rammelkast op hooge wielen. Het achterdoek werd weggenomen en een draagbaar werd er uitgeschoven. Wat daar op lag was tien minuten le voren een Vlaamsch boerenarbei der geweest in een uniform van Bet giseh infanterist- Een granaat had den man in tweeën geslagen. Hot hoofd lag daar met groote open oogen en wijd open mond. Tegenover hem op een honk zat een man, die een schot In den rug had. Ook met den mond open. Het gezicht vertrokken van de pijn. Een dozijn van ons, soldaten en officie ren, stonden er bij. De sjako en de pe1» gingen af. Metoen poef p f-l-i-i: do eerste kartets barstte. Wat te hooe. Maar een paard viel om. Do volgende kwam al reeds aanzetten. Eon soldaat ging neer, met een haastigen greep naar den hals, waarvan de slagader was afgeslagen. Iels vorder op den straat- lag een blauw pak kleeren. Ook oen levend wezen geweest oen oogen- blik te voren. En toen, lezer, ben ik weggeloopen uit die buurt z«x> hard als ik kon. Weggeloopen met een in tense woede tegen me-zelf, omdat ik wegliep, maar meer nog omdat ik zoo bedroevend hulpeloos was, dat wogloopen het eenige mid«lel was te gen den regen van kogels waarvan 310 in een kartels gaan, waarvan or een tiental over ons hoofd vlogen, maakt tienmaal driehonderd en tien, dat is 3100 kansen om geraakt to worden." „En zoo loopen wij do velden door langs den weg noordwaarts, en het vuur wordt heviger. Totdnt ik voor bij e«n huis kom en daarachter staan soldaten en die trekken mij plotseling an den weg af, ,,on vous tuera 1A- bas" en meteen een nieuw geluid en de knal is gevolgd door het gefluit van het aanzetten van de Westing- house-rem en waar ik zoo juist go- staan heb, regeni het kogels en de steenen en de aarde spatten naast ons rond. En dan volg ik hun raad en smeer mijzelf zoo dun mogelijk met vijf sol daten en een viezig armzalig boeren kind van een jaar of veertien tegen den muur van het beschermende huis aan en meteen weer rinkelt liet en hel dak tegenover ons vliegt aan gruize- 1 amen ten door den hagel van kogels, en dc pann«m vliegen ons om de ooren en dan gaan wij allemaal tegelijk en ik gehoorzaam aan een soort instinct en loop een weg op die rechthoekig op den onzen staat en ga dan op een vijfhonderd meter afstand -eer noordwaarts, evenwijdig met den grooten weg waarover de kartet sen steeds barsten, met een nauwkeurigheid dio doet zien dat do Duitschers weten wat zij doen; dan loop ik een boeren huis op en een boerenerf door, volg instinctief een boerenmeid die ook dien kant uitgaat en kom achter een groote schuur terecht waar een hoop soldaten staan, vraag den weg naar Contich en word gearresteerd en naai het hoofdkwartier gebracht." Na enkele protesten werd de jouw nalist woer vrijgelaten. FEUILLETON (Naar het Engelsch). 30) Zonder dat had hij reeds genoeg te dragen, want hij had geen leugen gesproken, toen hij Mary Lee zeide, «lat hij geheel ven»let was door de vreeselijke en herhaalde slagen, dio hem hadden getroffen, do slagen, die hem hadden lieroofd van alios, waar door het leven waarde heeft, en waar voor hij in ruil slechts een dochtertje had gekregen, <lie niets kon erven, cn hem dus slechts tot last was. Wie heeft cok weer gezegd: Wel ke moeite een slecht me-nscli ook doet om er tegen Lo strijden het bezit van een menschel ij ke ziel is ©cn vrees©- lijk, spookachtig iets voor een slecht menseh! Gedurende den tijd, dio was ver- loopon na den dood en de begrafenis van zijn vader er. zijn vrouw was Phi lip ten voJlo overtuigd geworden van de waarheid hiervan. Wat hij or ook tegen deed geen uur lang kon hij de herinnering aan zijn vaders dood van zich schudden; als; hii zijn oogen sloot, dan zag hij steeds i het gcheete tooneel in al zijn vreese lijke werkelijkheid duidelijk v«or zich; do half duistere kamer, het ver- Wrongen gelaat van den stervende, do rood© flikkeringen van het vuur- schijnscl tegen den wand, al deie dingen waren diep In zijn geheugen gegrift Hoe langer hoe meer kwam hij tot het besef, dat de tijd geen ver getelheid zou brengen. Met zijn ster ke verbeeldingskracht b'ieef hij zijne gedachte sbents op een punt vestigen en wol op den vreeselijken dag, die eenmaal móest komen, wanneer h j en zijn •'ader n.o» e kaar zouden moe ten afrekenen In het stille van den nacht ontwaakte hij dikwijls met een plotselin»;en schrik, meenende, dat liet onvermijdelijk tijdstip was geko men Hevige vrees greep hem aan, en hiij sidderde en beefde bij het vernemen van denkbeeldige voet stappen, en liet bloed stolde hem in do aderen, nte hij stemmen meende to hooretl, waaraan voor altijd het zwijgen was opgelegd. En het ergste van alles was, dat hij dit alles had gedaan en het niet ongedaan kon jnaken. Deze vree selijke kwellingen moest hij ver duren, zonder dat het doel, waar voor hij ze op het spel had genet, be reikt was. Hij had een verbond geslo ten mot de booze mochten voor een prijs, die bent niet was betaald en toch was <üt verbond onverbreekbaar En zoo was hij ieder uur aan der gelijke gedachten overgeleverd, tot dat hij besefte, dat ze hem tot waan zin zouden voeren. Somtijds gelukte het hem na groote inspanning om zijn aoest van dit onderwerp los te rukken, maar dan werd die plaats weer onmiddellijk ingevuld door een fiere gestalte met verwijtende oogen. en dan gevoelde hij, dat ook te dien opzichte vergetelheid niet voer den dood zou worden gevonden. Van degenen, tegen vvien bij had misdreven, was Mary Lee nog slechte in leven, en zij had hem m droef beid verlaten voor hem nog vreesel ijker dan toorn. Inderdaad Phil.p Cares- foots toestand was wel treurig. Op den avond un de dubbele be groten1.. die Philip niet wilde bij wonen, en waarbij George met een breedejL rouwband om zijn hoed, er. onder liet storten van vele tinnen als eerste rouwdrager fungeerde was Eraser van oordeel, dat hij van zijn kant een good werk ziou verrichten om aan den zwaar beproefden man dien troost, te gaan bieden, weiken in zijn macht lag hoir. te geven, indien hij ze tenminste wilde aannemen. Toen hij op Abbey House aankwam, werd hij zoe.r tegen zijne verwachting in on middellijk binnen gevraagd. Het doet mij genoegen weer een menscliolijk gelaat to zien, zeide Plii- liu tot den predikant, toen deze de kamer binnentrad; deze eenzaam heid is voor mij onverdragelijk. Ik ben zoo verlaten alsof ik reeds even als mijn arme vrouw dood op het kerkhof lug. Eraser antwoordde hem niet on middellijk, zoo zeer was hij getroffen door do verbazende verandering, die m een week tijds in Philips uiterlijk had plaats gehad. Niet alleen droeg zijn uiterlijk de sporen der krankheid en uitputt.ng die men natuurlijk kan verwachten als een goed gevolg van zulke vreeselijke gebeurtenissen, maar het gaf ook getrouw terug de verandering die innerlijk bij hem was teweeggebracht. Zijne oogen had den den vrijinoedigen openhartigen ops Lag verloren, die hem zulk een innemend uiterlijk had verleend; zij zagen u nu ternauwernood aan; ook de mond was in het oog vallend ver anderd door het "verdwijnen van dien vastberaden trek, die er vroeger om zetelde; zijn geheelo uiterlijk was om modelijden op te wekken en zelfs te rugstootend. Ik vrees, zeide hij ten laatste op vriendelijk deelnemenden toon, dat gij zeer veel hebt geleden, Cavesfoot. Geleden! Ik heb de kwellingen van de hel moeten doorstaan! ik zal zo eeuwigdurend moeten doorstaan! Het is mijn wensch niet, zeide de predikant een weinig aarzelend, om u piin te doen, door u krachtens mijn ambt te zeg gen, dat het voor uw bestwil is; ik zou echter 111 mijn ambt te kort ko men, als ik er u niet op wees, dat Hij, dio ii dio slagen toebracht, ook de macht heeft o-.i de wondc-n te heel en, en dut zulke dingen zeer dikwijls u ten 2egen zijn, is het met hier dan hternaniaals. V end u in den nood tot God, mijn beeto vriend, erken Zijn muclit, en als gij in uw hart weet, dat gij hebt gezondigd, bied Hem dan uw berouw; doe zulks, en gij zult u niet verlaten gevoelen. Uw leven dat u nu niets anders dan ellende schijnt te zullen opleveren, kan «Lan zoowel gelukkig als nuttig worden. Philip sprak bitter toen hij antwoordde: Gij spreekt mij van berouw lk weet, dat ik verkeerd handelde door mijn huwelijk geheim te hou den, maar ik werd er toe gedreven uit vrees voor mijn vader. O, als gij hem liad gekend zooals ik hem ken de, dan zoudt gij beseft hebben, dat men gelijk had door hem „Dovil" Ca- resfoot te noemen. Een rilling ging hem door zijne leden, waarna hij ver volgde: Hij dwong mij tot een ver loving met miss Le>e en kondigde het aan zonder mijne toestemming. Nu ben ik geruïneerd alles is mij ont nomen. Gij hebt uw dochtertje nog en bet landgoed tenminste, dat hooft men mij verteld. Mijn dochtertje! ik wil haar gelaat nooit zien, want zij heeft haar moeder vermoord. Als het nog een jongen geweest was, dan zou het nog een ander geval zijn, daar dan dio ellendige George m:j tenminste mijn geboorterecht niet zou hebben ont stolen. Mijn dochtertje, ja werkelijk! gij moet niet denken, dat zij iets tol mijn geluk kan bijbrengen. Het is wel droevig u zoo van uw kind te hooren spreken, maar in ieder geval zijl gij toch niet arm. Gij bezit een van de mooiste landgoederen in het graafschap met een inkomen van duizend pond, wat voor velen rijkdom zou be tee keuen. En wat voer mij armoede is, ant woordde Philip. lk moest een in komen van zesduizend pond hebben. Maar luister, Fraser, ik zweer voor God Zwijg. Naar zulk een taal kan ik niet luisteren. Welnu dan voor alles wat gij wilt, dat, zoolang ik leef, ik geen en kel OOgenblik zo 1 rusten alvorens ik; mlijn eigendommen weer in mijn be« zit heb. Hot mag onmogelijk schij. ncai, maar ik zal er wel een manie» op vinden» (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5