De Europeesche Oorlog.
t Beleg van Antwerpen. - Donderdag ts de stad den geheelen dag door
de Duitschers gebombardeerd. - De uitwerking van dit gesehntsvnnr. -
Hoe de Doitsehers, met 20.000 man op te offeren, over de Netbe
kwamen. - Belgen en Engelsehen zullen Antwerpen tot 't laatst ver-
De strijd in Frankrijk danrt nog voort, 't Front breidt zleh steeds meer nit.
Nienwe gevochten aan de Russlsehe grenzen.
Verspreid nlenws van de oorlogsvelden.
DE BOOSDOENERS.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 9 OCTOBER 1914
OP het Westelijk
Ooriogsveld
'i Beleg van Antwerpen.
Is 't woindtr dat heden onze eerste
aandacht gewijd is aan hetgeen in
en rond Antwerpen -voorvalt?
I>0 strijd die daar gevoerd
wordt is zeer verbitterd, ook
uiterst spannend. Zullen de
Belgen en Engelschen in staa'u zijn
om de aanvallen der Duitschers al
te slaan? En hoe zai do stad Ant
werpen zich houden onder 't bombar
dement?
Donderdag hebben den geheelen
dag de kanonnen. gebulderd, dood en
verderf brakend «ver de stad en haar
omgeving. Bovendien kwamen af en
too Duitsche luchtschepen boven de
stad om bommen te gooien,
Natuuilijk blijft zoo iels niet zon
der gevolgen. Een groot deel van do
inwoners is al gevlucht Donderdag
hield den ganschen dag de uittocht
aan de ach tergeblovenen zoeken
zooveel mogelijk een schuilplaats in
do kolders, maar toch wordt gemeld,
dat reeds burgers gedood of gewond
zijn.
Ook staai de stad op enkele punten
in bram'.. Er wordt steeds zooveel mo
gelijk getracht om eik begin van brand
te blusschen, maar niet overul gelukt
dit.
Do eerste dag van 't bombardement
heeft Antwerpen doorstaan. I-Ioovolo
dagen zullen o'r nog volgen? En. wat
zal er dan nog staan van de mooio
Blad,
De Koningin der Schelde,
zooals de dichters haar toezongen.
l>e Duitschers zijn Donderdag niet
veel gevorderd. Na te voren do Nellie
te zijn. overgestoken hebben ze liun
zware kanonnen op Antwerpen go-
richt en nu wachten ze hot resultaat
van dit bombardement af. O.a. is eon
der 42 c.M. stukken vocar Antwerpen
opgesteld.
De B-elgen en Engelschen verdedi
gen zich hardnekkig tegen de Duitr
sellers. De forten die het dichtst bij
de stad liggen (de buitenste fortenli
nie 13 in handen der Duitschers', zijn
nu versterkt door zware Engelsche
scheepsknnonnen. Die groote vuur
monden dudleeren thans...
Over hetgeen bij en in Antwerpen
voorvalt vertelt de correspondent van
de „Telegraaf', dal de Duit
sche troepen Dinsdag bij Boom
don ovoi-gang van de Nethe hebbeh
geforceerd. Dit geschiedde na het
onschadelijk maken der forten van
Waclhem, Wavre, St. CaLhérine en
IvoTiingshoigt en de poging is aange
wend met groote kracht. Bij Lier
werd, ondanks de ontzettende praes-
tatios der Duitschers, het overste
ken van de Nethe verijdeld. Bij
Boom gelukto liet Dinsdag, nadat de
artillerie der aanvallers een langdu
rig, vinnig gevecht leverde tegen de
fortificaties van Pueirs.
De Duitsche troepen, agee'rend ln
den driehoek, waarvan dè punten zijn
Lier, Puers en Antwerpen, lieten o.f-
dcelingen genie-soldaten, zwemmende
don anderen oever bereiken. Na
herhaalde pogingen en ten koste van
enorme verliezen is 't hun eindelijk
gelukt. Onmiddellijk nadat een over
gang van de Nethe was tot stand ge
bracht, werd op den veroverden oe
ver zware artillerie opgesteld en in
werking gebracht- Verwoede iaitfan-
terie-aan vallen volgden op de kahon-
nade. Zij gingen gepaard met flank-
aanvallen op de forten van Puers.
Was de strijd op elk punt van actie
der I >ui tsche'rs zeer zwaar, vernieti
gend voor het menschenmateriaal
waren de gevechten bij Rupelmonde,
waar Belgen en Engelsclren hard
nekkig weerstand boden. De verliezen
der Duitschers bedragen veie duizen
den, maar die van de geallieerden
zijn eveneens zeer aanzienlijk.
iDinatlagmiddag "begoriuen, is die
strijd tot Woensdagavond voortgezet.
De Belgen hebben verschillende ma-
Ion do bruggen opgeblazen door de
Duitsche genie over de Nethe gelegd,
doch met ware doodsverachting sloe
gen de pontonniers andermaal sterke
overgangen over de "rivier.
De Engelschen liadd-en hunne groo
te scheepskhnonnen in de tweede ver
dedigingslinie opgesteid; deze linie is
bovendien versterkt door tal van
Fransclie snelvuurkanonnen en eeni-
ge Creusot-auto-batterijen. Bediend
door geoefende kanonniers hebben
deze verdedigingsmiddelen menig re
giment der aanvalcolonnes gedeci
meerd, wat de Duitsche legeraanvoe
ring om "i even scheen, mits hot doel
maar word bereikt. Daartoe hebben
do Duitschers, naar- verluidt, nage
noeg 300.000 man voor den aanval op
Antwerpen bestemd. Het bombarde
ment is Woensdagnacht precies te
twaalf uur begonnen, in overeenstem
ming met de mededeeling, door den
Dui'isckien. commandant gedaan. Do
toevoer van Engelsche versterkangs-
troepen houdt oan.
Verzekerd wordt dat opnieuw een
troep Engielsdie soldaten, in Ostende
geland is. Vrijdag, dus heden, sou-
den deze al in Antwerpen zijn, o
De correspondent van t Alg. Han
delsblad seint:
Tot het laatste oogenblik heb ik het
niet kunnen gelooven', dat het bom
bardement zoo nabij was. Ik hechtte
wel is waar geen bijzondere waarde
aan de optimistische berichten in de
Antwerpsche bladen, maar wil hun
toch niets verwijten, want de cen
suur, waaronder zij geplaatst waren,
was streng, zeer streng. Zoo is hun
blijkbaar niet toegestaan met zioveel
ronde woorden te vertellen, dat de
buitenste forten gordel, Waelhem bot
Lier, althans de puinhoopen daarvan,
in handen der Duitschers waren. Tot
lieden zag men ook niet gedrukt, dat
de Duitschers de Nesthe waxen omge
trokken.
Op het laatst viel de toestand echter
niet meer te verbloemen en moest de
bevolking op het ergste, het bombar
dement, voorbereid worden. Het ko
ninklijk echtpaar vertrok, het minis
terie verliet de stad. De état-maj-or
verdween. Met hen duizenden vluch
telingen. Het treinvervoer naai- het
noorden was geheel gratis, duizenden
en nog eens duizenden staken de
Schelde over om aan de andere zijde
een goed heenkomen t» zoeken. Toch i
geloofde ik nog niet, dat het bombar
dement zoo nabij was. Zelfs nielt 'toen
bekend word, dat do garde clvtique
haar wapens moest inlevei-en, ge
woonlijk. een bewijs dat de Duitschers
die de burgerwachten niet als
krijgslieden erkennen. in aantocht
zijn. Het was den geheelen dag zoo
stil geweest. Slechts een enkelen keer
hoorden we hot gedreun van oen ka
nonschot. De avond viel en nog viel
niets bijzonders op te mekken.
Tegen 8 uur beVond ik mij op do
Suikorrui, het groote plein bij
Schelde, waarlangs de troopenmassa's
geregeld aankwamen, en zoowaar,
daar arrivoe'rden weder eenige auto
mobielen met Engelschen. En voor de
zooveeiste maal gaven de goede Ant
werpenaren hun geprangd gemoed
lucht met de 'kreet. „Vivent les An
glais", en Albions zonen schonken
den wachtenden mannen moed door-
te zeggen dat nieuwe Engelsche troe
pen in aanvocht waren.
Maar tegen 8 uur begon hel kanon
gedonder weder. Nu kon men zelfs
op hot terras vnm de Schelde het
weerlicht van de vuurmonden waar
nemen. Zoo nabij v.as liet geschut
toch nog niet geweest. Het was de
eenige aanwijzing dat de Duitschers,
na het overtrekken van de Nethe,
weer iets naar voren moesten zijn ge
komen.
Toch ietwat ongerust ging ik vroe
ger dan gewoonlijk naak mijn hotel
bij het groote station. Ik sliep slechts
korten tijd. Even na middernacht
werd ik door een hevig kloppen op
mijn deur gewekt! Ik geloof dat alle
kellners en gasten hun stembanden
forceerden om mij wakker te maken:
„Mais descended done, aussitót vous
serez b'rulé" en krachtig schreeuwde
do Ober om mij te overreden: „Les
obus "tembent", en gillend krijschte
het kamorineisj'e: „Komt er toch uit!"
en jammerend tot de omstanders:
„Oh, wat slop zoo'n Hollander!" Ja,
nu boorde ik het ook, een zware slag
en daa'rop het angstige gefluit van
een granaat. Alles was beneden bij
een, hotelier, diens vrouw, de hotel
gasten, het peirsoneed, de meesten
reeds gepakt ein gezakt om te vertrek
ken. In de duisternis der straten
schoten do vluohtelingen als schadu
wen voorbij. Dan plotseling 1 voorden
we wedt-'r eenige felle slagen en een
ontzettend gegier. Vast plakten de
menschen zioh tegen elkaar, hurkend,
bukkend, sommigen haast kruipend
langs de huizen. Van de gasten in
het hotel koerde niemand naar zijn
kamer terug dan alleen om zich te
kleeden en zoo spoedig mogelijk nog
te vluchten. In de duisternis van de
gang werden de hotelrekeningen be
taald. Ik kon echter nog altijd niet
gelooven dat op dit oogenblik Ant
werpen gebombardeerd werd, maakte
me zelf en den anderen wijs, dat het
vreeselijke gegier afkomstig was van
de Belgische granaten, die naar het
vijandelijke kamp vlogen.
'a Morgeus om S uur stond de stad
op meer dan 10 plaatsen ieed3 in
brand, het hotel werd gesloten, maar
ook ik klom naar boven op het dak
Op ac.it, tien, twaalf plaatsen stegen
dichte rookkoïbmuien omhoog. Ja,
daar hoorde ik weer het gegier, daar
zag ik een granaat in een grooten
boog neervallen. Als de anderen liep
ook ik, schurend langs de huizen.
Alle winkels, aJle café's en hotels wa
ren gesloten, in groote verlatenheid
lag de Eeizeriei daar.
Ik steek den boulevard ovc-r.
Oe oe oeverschrikt, kijk ik
om. Daar.... op nog geen 200 meter
afstand van me springt een granaat,
midden op den boulevard. Nu snel ik
voort. Juist zal ik den hoek omslaan
naar de Place Verte, of daar klinkt
weder een hevige knal achter me. Op
de Mei'-, vlak voor de Vicrwinden-
straat, waar onlangs ook een bom,
die uit oen Zeppelin geworpen werd,
neerkwam, valt een projectiel.
Ruiten rinkelen, luid gillend rennen
vrouwen eu kinderen weg. Een paar
ijn gewond. Ik loop verder,
wil mij van mijn belofte kwijten om
een brief voor Holland van een vriend
medo te nemen. Op het aangegeven
adres aan de Oude Korenmarkt krijg
ik echter geen gehoor.
Weer klop ik. Nog krijg ik geen
gehoor. Plotseling meen ik onder het
houten luik van den kelder-ingang
eon stem to hooren. Ik buig me over
de stram, vraag o! de heer D. daar
soms is. Heel uit de diepte wordt ang
stig geantwoord: tOUl le monde est
parti.
Even ga ik nu toch kijken naar de
Schelde. Juist worden eenige gewon
den, die door stukken van een neer-
vallei.d projectiel getroffen zijn, het
Stadhuis binnen gebracht, hun ver
wondingen zijn gelukkig niet doode-
lijk. Helaas het is niet overal zoo.
Een eindjo meer zuidwaarts, waar
eenige huizen in brand staan, zijn
twee mannen doodelijk getroffen, ook
op andere plaatsen zijn eenige men
schen gedood, Waar en hoeveel, kan
ik niet precies te weten komen. Tijd
en lust, om dat nauwkeurig to i
troleeren, heb ik niet. Aan de Schelde
is het één menschen zee, een chaos
van rijtuigen, automobielen, huifkar
ren, kermiswagens, ja wat niet nl.
Stampvol gaat de stoonxpont geregeld
naar de overzijde, ik houd mijn hart
vast.... als daar maar geen granaat
valt. Maar er gebeurt gelukkig niets.
Langzaam schuiven de auto's en
voertuigen do militaire schipbrug
over. Up do Suikerrui komt een groo
te afdeding munitiewagens van de
artillerie aan, maar er is geen door
komen aan. Ze m oe ten wachten.
Nu tracht ik tooh ook weg te komen,
strijk weer langs de huizen aan de
zuidzijde door de naar-leege stralen
naar het station. Geen tram rinkelt
meer. En w at een ongelukkige, inva
lide menschen bergt zoo'n grooto
stad, menschen die voortstrompelen
op krukken, voortgeduwd worden in
wagentjes, velen met de doodskleur
op het gelaat En boven ons allen
zwermen en gieren nog voortdurend
do dood en verderf brengende projec
tielen. Aan het station vind ik alles
gesloten en voertuigen zijn natuurlijk
niet to krijgen. Ik besloot op geluk
noordwaarts te loopen. Ten minste in
de richting van Holland. Onderweg
vmd ik werkelijk nog oen klein café-
tje, waar ik wat te eten krijg.
Het is inmiddels twee uur gewor
den. Weer loop ik een eindje verdel
en weer komt ik hen nu geheel in
het noorden van de stad op eenige
honderden meters afstand een projec
tiel neer. Een minuut later krinkelt
op dezelfde plaats een zware rook
kolom omhoog. Bij Stuivenberg, het
eorsio station voorbij Antwerpen, zie
ik een groep menschen op de spoor
baan Ioopoi). llc klim ook naar boven.
Zpu er nog een trein komen Een
spoorwegarbeider vertelt onsover
een uur. We besluiten te wachten.
Tien minuten later worden we echter
gewenkt om wat op te loopen naar
den Dam. Daar staat een goederen
trein voor menschen klaar. De laat
ste wagen is nog niet vól. We hollen
er heen. Een vrouw jammert dat ze
niet mee kan komen met haar bedde-
goed en het kind. De man draagt het
lijfgoed en ik neem het kind aan de
hand. Zoo slagen we er in, den wag
gon to bereiken. Eenige minuten la
ter zet de trein zieh in beweging.
Ik meen, dat onze waggon stampvol
is. Maar een eindje verder, waar
weet ik niet precies meer, worden er
nog meer ingeperst. De deuren moe
ten aan beide zijden opengezet wor
den om niet van benauwdheid te stik
ken. De volwassen mannen staan aan
de openingen om ongelukken te voor
komen. Onderweg valt een vrouw
flauw. Luid jammerend begint haar
dochtertje to woenen. Met Hoffmans
druppels slagen we er in de moeder
bij te brengen.
Toch behooren we nog tot de ge
lukkigen. want daar langs den weg
sleepen zich duizenden en nog eens
duizenden moeizaam voort. Ik weet
niet waar al deze menschen vannacht
moeten gebleven zijn. Het kan niet
anders of de groote meerderheid moet
onder den blooten hemel kanxpeeren.
Ik schat het aantal vluchtelingen
dat zich "tusschen Antwerpen en de
IlollandscliO grens bevindt op 2 ft
300000 en hoe al deze menschen aan
voedsel moeten komen is mij ook ee"n
raadsel. Voorzichtigheidshalve heb ik
eer.ige stukkon brood in den zak ge
stoken, dio ik echter, nu ik denzolf-
den avond Roosendaal nog hoop te
bereiken, niet noodig heb. Er zijn in
den waggon vele liefhebbers voor.
in de verte hooren we nog altijd
het gedreun van de kanonnen, zien
op tal van plaatsen zware rookko
lommen opstijgen. De petro'eumtanks
staan ook in brand- Maar we gaan
gelukkig Bleeds verder weg van het
oord van verschrikking.
Ergens voorbij CaLmpthout staat de
trein weder geruimen tijd stil, juist
voor ecu ve'd met raapworte'en. De
dorpsjeugd voedt de vluchtelingen op
haar manier door de rapen bij bossen
uit den grond te trekken en ze den
hongerigen aan te bieden. Met
graagte wordt de rauwe spijs ver
slonden.
Zoo bereiken we eindelijk Esschen,
oi eigenlijk bereiken doen we het sla
tion niet, want op ongeveer een kwar
tier afstands houdt de trein et:!. Van
daar tot het station staat de lijn voi
treinen, alle vol vluchtelingen. Eén
voor één kunnen ze ontladen worden.
Ik stap echter op de lijn uit en loop
naar het station, waar ik Juist nog
in een voor Roosendaal gereed staan-
den trein een plaatsje bemachtig,
"t Blijkt dat men daar op de komst
van de vluchtelingen voorbereid
Dames en militairen dee'en san
hongerigen brood rond.
Ann een telegram door het ,,N
d. D." ontvangen, onlleenen wij nog:
„liet bleek den Engelschen ernst
te zijn Antwerpen: te behouden.
de binnenste fortenlinie werd
zware scheepsgeschut opgesteld
van daar uit een onafgebroken bom
bardement op de Duitsche stellingen
begonnen. Het oppercommando over
de troepen werd in Engelsche han
den gegeven, en Be'lgen en Brittc-n
streden gezamenlijk den strijd tegen
een overmachtigen vijand. Was aan
vankelijk a'leen de aanval door de
Duitschers gedaan op de bres in de
fortenlinie, Maandag werd die met
groote hevigheid met flank-uitbreiding
ondernomen op de overgangen over
de Nethe bij Lier en op de forten bij
Puers. Oorspronkelijk wisten de
Duitschers door te breken tusschen
Boom en Puers, doch de Enge'sche
versterkingen, welke over Rupelmon
de snel oprukten., kwamen hun strijd
makkers te hulp, en bloedig werd de
aanval afgeslagen, waa:bij de bajo
net de beslissing bracht en honder
den en honderden vie'en.
„De Belgen hadden alle bruggen
over de Nethe en de Rupel opgeb'a-
maar toen Dinsdag de Duit-
sohers Lier en Puers weer met onge
wone heftigheid aanvielen, konden
de geallieerden niet voorkomen, dat
de Duitschers bij Boom over de Ne
the en de Rupel wisten te komen.
Onderdekking van een vreesetijk ge
schutvuur zwommfen Duitsche pon
tonniers de Nethe over, het werk van
twee kanten aanvattendzoo slaag
den de Duitschers er in een ponton
brug te slaan, waarover ze hun man
nen en hun zwaar geschut konden
transporteeren. Terwijl de aanvallen
op Lier en Puers onverflauwd door
gingen en nog doorgaan, xverd het
zware belegeringsgeschut opgeste'd
en het bombardement aangekondigd.
„Om twaalf uur hedennacht werd1
de bedreiging uitgevoerd. De geheels
plaltelandóbevoüking uit den sector
noordelijk van do Nethe vluchtte
naar Antwerpen, dat men veilig
dacht. Duizenden stadsbewoners
vluchtten aan de andere zijde er uit,
naar ons land, maar de stad bleef
overvu'd met menschen.
„Toen het bombardement begon, is
de bevolking, die bevend afwachtte,
uit de stad of in de kelders gevlucht.
De treinen konden zoo gauw niet
weg. want de Zuid-statie was al gauw
in brand geschoten en ook van de
Middenstatie vertrokken geen trei
nen meer. Alleen door het Land van
Waes, naar Esschen en Roosendaal
kon men gaan, doch er was gebrek
aan materieel gekomen, daar alles
oor troepenbewegingen werd ge
bruikt.
„Een artillerie-duel ontstond. De
Engelsche snelvuurkanonnen sloe
gen regelmatig hun vier achtereen
volgende slagen uit do tweede linie
en bij Boom antwoordde het Duitsche
snelvuurgeschut met vijf sne'le sla
gen. De Duitsche granaten sloegen in
het Zuidelijk gedeelte van de stad en
vooral ook ln 't voorstadje Berchem
en het Zureuborgwijk. Die gedeelten
leden erg. Telkens kwam fluitend een
granaat er op af en dan sprong met
een helschen klap het moordwerktuig
uiteen. Of er veel dooden vielen, ol
de schade groot was, of de gebouwen
met do rood-witle Vlaggen gespaard
bleven, weet ik met.
„Was tot één uur 'e nachts slechts
het zuidelijk gedee'te van de stad ge
teisterd, daarna vlogen de granaten
ook over het oostelijk en noord-oos
telijk deel van Antwerpen. Het ver
dragende geschut slingerde zijn doo-
deïijke projectielen zelfs tot over de
etad. Er stond in het noord-oostelijk
deel een trein klaar, die spoorweg
personeel, a's de nood drong, naar
Nederland zou voeren. Die trein zou
nachts om één uur reeds vertrek
ken, maar pa3 na drieën durfde men
de reis ondernemen, en de reizigers
hoorden twee uur lang het angstaan
jagende geluid van de projectielen
om en over zich.
„Om acht uur kwam die trein te
Roosendaal aan en dc menschen ge
loofden een het te zijn ontvlucht Dé
enorme troepenmassa'a der Duii-
eclurs schijnen alles er op gezet tul
hebben, Antwerpen in hun bezit te
krijgen. De Belgen en de Britten zet
ten cr van hun kant alles op, om dt
etad (e behouden. Men strijdt mei
ongekende dapperheid, zonder aan
wijken te denken. En het feit. dat d«
Britten bij dc verdediging van d<
vesting dc leiding hebben en steeds
versterkingen aanvoeren, wijst er op.
dat Engeland tot het laatste zal trach
ten, niet „het pistool op de borst" ie
krijgen.
(Van Engelsche zijde is geschreven
dat als Diritschland Antwerpen zou
bezeth dit voor Engeland zou be
ttekenen ,,'t pistool op de bonst".
Engeland mag dit nooit duider, en
moet blijven oorlogvoeren, tot België
weer door de Duitschers ontruimd is.)
Dc ,,N R. Ct." meld.
„Het is nog steeds de Nethe-Iinie
die het tooneèl van den strijd is. De
burgerij der stad, door het officieel
bericht ervan verwittigd dat de toe
eland ernstig en het bombardement
ophanden is, schijnt zich zeer koel
bloedig to gedragen; het zijn hoofd
zakelijk vrouwen en kinderen, die
van de gelegenheid om te vertrekken
gebruik maken. Waelhem is Vrijdag
ln den loop van den namiddag ver
laten, nadat de bevelhebber het fort
in de lucht had 'aten springen. Van
de 600 man garnizoen, kwamen er 450
terug. Voor Wavre-St. Kathorïna zijn
deze cijfers 300 op de 350 man gar
nizoen. Koningshoyckt is «veneer.»
Vrijdagmiddag, om een uur, verla
ten, nadat groote Duitsche kanonnen
de koepel vernield hadden het over
schot is onbruikbaar. Het garnizoen
heeft zich terug kunnen trekken."
Behalve de stad Antwerpen hebbc-n
ook vele dorpen te lijden van de aan
vallen der Duitschers.
Het dorp Turnhout is o.a ook door
de Duitschers beschoten. Alle bewo
ners namen de vlucht over de gren
zen. 400 Duitschers deden toen een
Inval in het dorp.
De N. R. Ct. correspondent stelt het
verb; s dal de Duitschers leden bij den
overtocht van de 'Nethe op 20.000 man.
Uit do opstelling dor troepen is af
te leiden dat 't Belgische en Engelsche
leger, zoo de vesting eventueel zou
vallen, zal uitwijken naar de rich
ting Ostonde.
Of dit ongestoord zou gaan?
Volgens de „Daily Chron." leek het
dat do nieuwe Duitsche legermacht
die noordelijk van. Rijssel op'rukte de
bedoeling had niet alleen om den weg
naar An'terpcn to blokkeeren maar
ook om achter de bondgenooten om
de kust van het Kanaal te bereiken.
Daardoor zou de Belgische strijd
macht dus geheel van de Franscho
bondgenooten afgesneden worden.
Hans Hartwig von Beseler, de op
perbevelhebber van het Dumsche bele
geringsleger een man van vijf en
zestig jaar toonde reeds als knaap
aldus deelt de „Berliner Lokal-
Anzeigor" mede een levendige be
langstelling voor de technische we
tenschappen- Hij wilde officier wor
den en nam daarom dienst bij de
garde-genie. In den oo.log van 1870
kreeg hij hel Ijzeren kruis. Hij nam
deel aan het beleg van Parijs en Metz
en toen reeds trok hij de aandach";
van zijn chefs.
Later bezocht hij de artillerie- en
ingenieursschool, werd gedetacheerd
bij de krijgsschool en werd als kapi
tein geplaatst bij den generalen staf.
Nadat hij eenige jaren dienst gedaan
had aan hot from, kwam hij weer bij
den staf, nu als majoor. In 1902 en
löOo \vcid hij die inmiddels opge
klommen was tot luitenant-generaal
benoemd tot scheidsrechter bij de
manoeuvres. Hierna werd hij aange
steld tot inspecteur-generaal van de
vestingen. Twee jaren later werd hij
generaal van de infanterie. In 191.1
nam hij ontsiag uit den diansL Thans
bij het uitbreken van den oorlog werd
hij weer actief en plotseling duikl
zijn naam bij Antwerpen weer op.
De «trijd !n Noord-
Frankrijk.
Nog altijd duurt dö groote veldslag
vooiv
't FransCho olficieele communiqué
luidt:
Op den linkervleugel in het noor-
FEUILLETON
(Naar het Engelse h).
3!)
Bijvoorbeeld, voegde hij ei
bii, terwijl Ixem iets te binnen
schoot, het is zonderling genoeg,
maar het testament belet mij niet liet
land terug to koopen. Als ik het op
geen andere mauex kan terug krij
gen zal ik het koopen hoort gij
hier? zai ik het koopen. Ik moet
mijn eigendom weer in mijn bezit
hebben ais-vorens ik sterf.
Hoe wilt gij aan geld komen?
Het geld ik zal het opsparen,
het verdienen, het stelen, m ieder ge
val het op do een of andere manier
in mijn bezit krijgen. De behoefte
aan een paai' duizend pond zal er een
.vastberaden persoon zoer zeker niet
van afhouden,
Maar veronderstel eens, dat uw
neef niets wil verknopen
Ilc zal wel een middel vinden om
het hom te doen verkoopen door
een omkooperij of zociets. Ja, jal en
het vuur en de geestdrift verdwenen
in een oogenblik. en do wanhopige
trok verscheen weer op zijn gelaat.
Ilct is alles onzin; ik spneek over
onmogelijke dingen een beetje
zwakheud van geest denk ik. Vergeet
het maar, gij zijl een flink mensch,
spreek er met niemand over. En gij
waart dus bij de begrafenis? Ja, ja!
En George was do eerste rouwdragen
de. 11 ij zal denk ik wel flink gehuild
hebben; hij kan altijd zoo goed hui
len en janken als h(ij dat wilde. Ik
lier inner mij nog wel, hos hij als jon
gen do menschen van zijne deelne
ming liet blijken om hen achter den
rug uit te lachen, daarom noemden
zij hem op school „krokodil". Nu is
hij mijn meester, en ben ik zijn ne
derige dienaar; misschien zal het la
ter nog wol eens omgekeerd zijn- Hoe,
moet gij guan? Als gij wist hoe vree-
selijk eenzaam ik het heb, dan zoudt
g'ij niet gaan. Mijn zenuwen zijn ge
heel in de war en ik verbeeld mij al
lerlei dlimgen. Ik kan aan niets an
dere donken dan aan die twee graven
Ln do duisternis. Zijn ze met zodou
bedekt? Zeg hun dan, dat ze met zo
don moeten worden bedekt. Het wa9
zoor vriendelijk van u om mij eens to
komen, opzoeken. Gij moet u maar
niet sloren om hetgeen ik zeg; ik ben
mijzelf niet. Vaarwel.
Eraser was volstrekt geen achter
dochtig man, maar toen hij den te
rugweg insloeg naar de pastorie om
in de eenzaamheid wat te nuttigen.
rees er twijfel bij hem op. of, ondanks
zijn ontkennen, Philip niet ten volle
had gemeend wat hij zeïde.
Hij is vreesehjk veranderd, dacht
hij bij zichzelf, en ik weet niet of
liet wel eene verandering ten goede
is. Anno man, hij heeft veel te dra
gen en moet dus zacht beoordeeld
worden.
HOOFDSTUK XIV.
Het echtpaar Bellamy.
De verrukking van George over
den loop, dien de zaken hadden ge
nomen, kan men zich gemakkelijker
voorstellen, dan dat ze is to beschrij
ven In da meeste gevallen is er
steeds een zwak plekje in de slimst
uitgedachte plannen, waarbij het
gekit anderen uit hunne rechten te
verjagen; znj mislukken door een ou-
rxoozelo kleinigheid, welke is over
zien. Dit was nu echter een van die
prachtige voorbeelden van een uit
zondering, welke den regel bevesti
gen. Er was niets mislukt, alles was
geloopen zooals men zich liod voorge
steld. Boven verwachting was alles
geslaagd.
In do dankbaarheid van zijn hart
zou George met genoegen duizend
pand willen geven aan de inrichting
van een oefenschool voer schrijvers
van anonieme brieven, of om een
standbeeld op to richten voor Hilda
Caresfoot, wier trots en vrouwelijke
jaloezie hem zulk een grooten dienst
hadden bewezen. Lx ernst gesproken,
hij had wel reden tot blijdschap. In-
plaats van een betrekkelijk gering
erfdeel als- jongere zoon, was hij nu
eigenaar geworden van een prachtig,
onbezwaard landgoed, dat meer dan
vijfduizend pond jaarlijks opleverde,
en dat in den bloei van zijn jeugd,
nu nog niets bem belette om to ge
meten van het leven, zooveel het te
genieten g;xf. Voortaan was alles wat
hnj met geld kon koopen, het zijne,
met nog daarbij de eerbied en de
vleierij van zijne arme natuurgenoo-
ten.
En wat hem zijn geluk nog grootex
deed schijnen en do beker deed over
vloeien was het feti, dat die rijkdom
was ontrukt aan (te handen van zijn
neef, d'ien hij haatte en wien hij als
knaap wraak had gezworen. Arme
Philip, van zijn eer en rijkdom be
roofd, kon hij nu medelijden met hem
hebben., kon.lxenri van dat medelijden
met veel ver Looming en lin het open
baar blijken geven.
George wou zoor mild met zijn me
delijdeal. liet ontbrak hem niet aan
sympathie in deze heerlijke dagen
van onverwachte zegepraal.
Hel» ik u niet gezegd, zeido me
vrouw Bellamy uvot haar welluidende
volle stem. om den namiddag, nadat
het testament was voorgelezen lieb
ik u met gezegd, dat als gij er in wil
dot toestemmen u door mij te laten
leiden, ik u tot uw doel zou brengen
eu is u dat niet gelukt.' Twijfel nooit
meer aan mijn ooideel, beste George,
het is veel beter dan het uwe
Hel is waar, Anne, het is zeker
waar; gij zijt een bekoorlijke vrouw,
en even verstandig als bekoorlijk.
Complimenten doen iemand al
tijd goed, en ik weet zeker dat ik de
uwe op hum juiste waarde stel zij
maakte een Echte buiging ik moet
u er echter aan herinneren George
dut ik mijn deel heb verricht en het
nu uw beurt is.
O, dat is. niet meer dan billijk;
Bellamy zal het agentschap krijgen
met nog twee honderd pond jaarlijks
daarenboven en om u te toonen dat
ik u niet heb vergeten wilt gij mis
schien deze herinnering aan ons bond
genootschap wel van mij aannemen;
en hij haalde uit een zijner zakken
ecu doofjo to voorschijn, dat hij
opende en een prachbgeu halsketen
van saffieren bevatte.
Mevrouw Bellamy was met de mees
te mooie vrouwen dol op juvJeeleix, eox
iu het hijzonder op saffieren.
O, dank u George! zeido zij, hare
handen ineen slaande, wat zijn ze
mooi!
Het kan zijn, antwoordde hij be
leefd, maai niet half zoo mooi als
degene, d-e ze zal dragen. Ik zou wel
eens willen weten, voegde hij er bij
met een korten lach, wat de oude
man zou zeggen als hij \vut, dat dui
zend pond van zijn persoonlijk eigen
dom waren uitgegeven om daarvoor
een halsketting voor Anne Bellamy te
koopen?
Zij antwoordde niet op deze opmer^
king, blijkbaar te zeer in hare eigen
gedachten verdiept Ten laatste zei-
de zii:
-- Ik wil niet ondankbaar schijnen
George, maar d.t zij wees op de
ju weeion is niet de beloonnxg, dia
ik verwachtte; ik wilde de brieven
terughebben, dio gij beloofd hebt mij
to gov on.
Beste ADne, gij vergist u, ik heh|
u de brieven nooit beloofd en heb.
slechts gezegd, dat ik ze onder diq
omstandigheden, wellicht Kon terug-)
geven dat is iels geheel anders
don eene belofte.
Mevrouw Bellamy werd een weinig
rood, on de groote pupillen van hard
slaipcrigo oogen trokken zich samen,;
zoodot haar blik dreigend werd.
Dan moot ik u geheel verkeerd
heWjcu begrepen, zeidc zij.
(Wordt vervolgd).