De Europeesche Oorlog. t Beleg van Antwerpen. - Donderdag ts de stad den geheelen dag door de Duitschers gebombardeerd. - De uitwerking van dit gesehntsvnnr. - Hoe de Doitsehers, met 20.000 man op te offeren, over de Netbe kwamen. - Belgen en Engelsehen zullen Antwerpen tot 't laatst ver- De strijd in Frankrijk danrt nog voort, 't Front breidt zleh steeds meer nit. Nienwe gevochten aan de Russlsehe grenzen. Verspreid nlenws van de oorlogsvelden. DE BOOSDOENERS. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 9 OCTOBER 1914 OP het Westelijk Ooriogsveld 'i Beleg van Antwerpen. Is 't woindtr dat heden onze eerste aandacht gewijd is aan hetgeen in en rond Antwerpen -voorvalt? I>0 strijd die daar gevoerd wordt is zeer verbitterd, ook uiterst spannend. Zullen de Belgen en Engelschen in staa'u zijn om de aanvallen der Duitschers al te slaan? En hoe zai do stad Ant werpen zich houden onder 't bombar dement? Donderdag hebben den geheelen dag de kanonnen. gebulderd, dood en verderf brakend «ver de stad en haar omgeving. Bovendien kwamen af en too Duitsche luchtschepen boven de stad om bommen te gooien, Natuuilijk blijft zoo iels niet zon der gevolgen. Een groot deel van do inwoners is al gevlucht Donderdag hield den ganschen dag de uittocht aan de ach tergeblovenen zoeken zooveel mogelijk een schuilplaats in do kolders, maar toch wordt gemeld, dat reeds burgers gedood of gewond zijn. Ook staai de stad op enkele punten in bram'.. Er wordt steeds zooveel mo gelijk getracht om eik begin van brand te blusschen, maar niet overul gelukt dit. Do eerste dag van 't bombardement heeft Antwerpen doorstaan. I-Ioovolo dagen zullen o'r nog volgen? En. wat zal er dan nog staan van de mooio Blad, De Koningin der Schelde, zooals de dichters haar toezongen. l>e Duitschers zijn Donderdag niet veel gevorderd. Na te voren do Nellie te zijn. overgestoken hebben ze liun zware kanonnen op Antwerpen go- richt en nu wachten ze hot resultaat van dit bombardement af. O.a. is eon der 42 c.M. stukken vocar Antwerpen opgesteld. De B-elgen en Engelschen verdedi gen zich hardnekkig tegen de Duitr sellers. De forten die het dichtst bij de stad liggen (de buitenste fortenli nie 13 in handen der Duitschers', zijn nu versterkt door zware Engelsche scheepsknnonnen. Die groote vuur monden dudleeren thans... Over hetgeen bij en in Antwerpen voorvalt vertelt de correspondent van de „Telegraaf', dal de Duit sche troepen Dinsdag bij Boom don ovoi-gang van de Nethe hebbeh geforceerd. Dit geschiedde na het onschadelijk maken der forten van Waclhem, Wavre, St. CaLhérine en IvoTiingshoigt en de poging is aange wend met groote kracht. Bij Lier werd, ondanks de ontzettende praes- tatios der Duitschers, het overste ken van de Nethe verijdeld. Bij Boom gelukto liet Dinsdag, nadat de artillerie der aanvallers een langdu rig, vinnig gevecht leverde tegen de fortificaties van Pueirs. De Duitsche troepen, agee'rend ln den driehoek, waarvan dè punten zijn Lier, Puers en Antwerpen, lieten o.f- dcelingen genie-soldaten, zwemmende don anderen oever bereiken. Na herhaalde pogingen en ten koste van enorme verliezen is 't hun eindelijk gelukt. Onmiddellijk nadat een over gang van de Nethe was tot stand ge bracht, werd op den veroverden oe ver zware artillerie opgesteld en in werking gebracht- Verwoede iaitfan- terie-aan vallen volgden op de kahon- nade. Zij gingen gepaard met flank- aanvallen op de forten van Puers. Was de strijd op elk punt van actie der I >ui tsche'rs zeer zwaar, vernieti gend voor het menschenmateriaal waren de gevechten bij Rupelmonde, waar Belgen en Engelsclren hard nekkig weerstand boden. De verliezen der Duitschers bedragen veie duizen den, maar die van de geallieerden zijn eveneens zeer aanzienlijk. iDinatlagmiddag "begoriuen, is die strijd tot Woensdagavond voortgezet. De Belgen hebben verschillende ma- Ion do bruggen opgeblazen door de Duitsche genie over de Nethe gelegd, doch met ware doodsverachting sloe gen de pontonniers andermaal sterke overgangen over de "rivier. De Engelschen liadd-en hunne groo te scheepskhnonnen in de tweede ver dedigingslinie opgesteid; deze linie is bovendien versterkt door tal van Fransclie snelvuurkanonnen en eeni- ge Creusot-auto-batterijen. Bediend door geoefende kanonniers hebben deze verdedigingsmiddelen menig re giment der aanvalcolonnes gedeci meerd, wat de Duitsche legeraanvoe ring om "i even scheen, mits hot doel maar word bereikt. Daartoe hebben do Duitschers, naar- verluidt, nage noeg 300.000 man voor den aanval op Antwerpen bestemd. Het bombarde ment is Woensdagnacht precies te twaalf uur begonnen, in overeenstem ming met de mededeeling, door den Dui'isckien. commandant gedaan. Do toevoer van Engelsche versterkangs- troepen houdt oan. Verzekerd wordt dat opnieuw een troep Engielsdie soldaten, in Ostende geland is. Vrijdag, dus heden, sou- den deze al in Antwerpen zijn, o De correspondent van t Alg. Han delsblad seint: Tot het laatste oogenblik heb ik het niet kunnen gelooven', dat het bom bardement zoo nabij was. Ik hechtte wel is waar geen bijzondere waarde aan de optimistische berichten in de Antwerpsche bladen, maar wil hun toch niets verwijten, want de cen suur, waaronder zij geplaatst waren, was streng, zeer streng. Zoo is hun blijkbaar niet toegestaan met zioveel ronde woorden te vertellen, dat de buitenste forten gordel, Waelhem bot Lier, althans de puinhoopen daarvan, in handen der Duitschers waren. Tot lieden zag men ook niet gedrukt, dat de Duitschers de Nesthe waxen omge trokken. Op het laatst viel de toestand echter niet meer te verbloemen en moest de bevolking op het ergste, het bombar dement, voorbereid worden. Het ko ninklijk echtpaar vertrok, het minis terie verliet de stad. De état-maj-or verdween. Met hen duizenden vluch telingen. Het treinvervoer naai- het noorden was geheel gratis, duizenden en nog eens duizenden staken de Schelde over om aan de andere zijde een goed heenkomen t» zoeken. Toch i geloofde ik nog niet, dat het bombar dement zoo nabij was. Zelfs nielt 'toen bekend word, dat do garde clvtique haar wapens moest inlevei-en, ge woonlijk. een bewijs dat de Duitschers die de burgerwachten niet als krijgslieden erkennen. in aantocht zijn. Het was den geheelen dag zoo stil geweest. Slechts een enkelen keer hoorden we hot gedreun van oen ka nonschot. De avond viel en nog viel niets bijzonders op te mekken. Tegen 8 uur beVond ik mij op do Suikorrui, het groote plein bij Schelde, waarlangs de troopenmassa's geregeld aankwamen, en zoowaar, daar arrivoe'rden weder eenige auto mobielen met Engelschen. En voor de zooveeiste maal gaven de goede Ant werpenaren hun geprangd gemoed lucht met de 'kreet. „Vivent les An glais", en Albions zonen schonken den wachtenden mannen moed door- te zeggen dat nieuwe Engelsche troe pen in aanvocht waren. Maar tegen 8 uur begon hel kanon gedonder weder. Nu kon men zelfs op hot terras vnm de Schelde het weerlicht van de vuurmonden waar nemen. Zoo nabij v.as liet geschut toch nog niet geweest. Het was de eenige aanwijzing dat de Duitschers, na het overtrekken van de Nethe, weer iets naar voren moesten zijn ge komen. Toch ietwat ongerust ging ik vroe ger dan gewoonlijk naak mijn hotel bij het groote station. Ik sliep slechts korten tijd. Even na middernacht werd ik door een hevig kloppen op mijn deur gewekt! Ik geloof dat alle kellners en gasten hun stembanden forceerden om mij wakker te maken: „Mais descended done, aussitót vous serez b'rulé" en krachtig schreeuwde do Ober om mij te overreden: „Les obus "tembent", en gillend krijschte het kamorineisj'e: „Komt er toch uit!" en jammerend tot de omstanders: „Oh, wat slop zoo'n Hollander!" Ja, nu boorde ik het ook, een zware slag en daa'rop het angstige gefluit van een granaat. Alles was beneden bij een, hotelier, diens vrouw, de hotel gasten, het peirsoneed, de meesten reeds gepakt ein gezakt om te vertrek ken. In de duisternis der straten schoten do vluohtelingen als schadu wen voorbij. Dan plotseling 1 voorden we wedt-'r eenige felle slagen en een ontzettend gegier. Vast plakten de menschen zioh tegen elkaar, hurkend, bukkend, sommigen haast kruipend langs de huizen. Van de gasten in het hotel koerde niemand naar zijn kamer terug dan alleen om zich te kleeden en zoo spoedig mogelijk nog te vluchten. In de duisternis van de gang werden de hotelrekeningen be taald. Ik kon echter nog altijd niet gelooven dat op dit oogenblik Ant werpen gebombardeerd werd, maakte me zelf en den anderen wijs, dat het vreeselijke gegier afkomstig was van de Belgische granaten, die naar het vijandelijke kamp vlogen. 'a Morgeus om S uur stond de stad op meer dan 10 plaatsen ieed3 in brand, het hotel werd gesloten, maar ook ik klom naar boven op het dak Op ac.it, tien, twaalf plaatsen stegen dichte rookkoïbmuien omhoog. Ja, daar hoorde ik weer het gegier, daar zag ik een granaat in een grooten boog neervallen. Als de anderen liep ook ik, schurend langs de huizen. Alle winkels, aJle café's en hotels wa ren gesloten, in groote verlatenheid lag de Eeizeriei daar. Ik steek den boulevard ovc-r. Oe oe oeverschrikt, kijk ik om. Daar.... op nog geen 200 meter afstand van me springt een granaat, midden op den boulevard. Nu snel ik voort. Juist zal ik den hoek omslaan naar de Place Verte, of daar klinkt weder een hevige knal achter me. Op de Mei'-, vlak voor de Vicrwinden- straat, waar onlangs ook een bom, die uit oen Zeppelin geworpen werd, neerkwam, valt een projectiel. Ruiten rinkelen, luid gillend rennen vrouwen eu kinderen weg. Een paar ijn gewond. Ik loop verder, wil mij van mijn belofte kwijten om een brief voor Holland van een vriend medo te nemen. Op het aangegeven adres aan de Oude Korenmarkt krijg ik echter geen gehoor. Weer klop ik. Nog krijg ik geen gehoor. Plotseling meen ik onder het houten luik van den kelder-ingang eon stem to hooren. Ik buig me over de stram, vraag o! de heer D. daar soms is. Heel uit de diepte wordt ang stig geantwoord: tOUl le monde est parti. Even ga ik nu toch kijken naar de Schelde. Juist worden eenige gewon den, die door stukken van een neer- vallei.d projectiel getroffen zijn, het Stadhuis binnen gebracht, hun ver wondingen zijn gelukkig niet doode- lijk. Helaas het is niet overal zoo. Een eindjo meer zuidwaarts, waar eenige huizen in brand staan, zijn twee mannen doodelijk getroffen, ook op andere plaatsen zijn eenige men schen gedood, Waar en hoeveel, kan ik niet precies te weten komen. Tijd en lust, om dat nauwkeurig to i troleeren, heb ik niet. Aan de Schelde is het één menschen zee, een chaos van rijtuigen, automobielen, huifkar ren, kermiswagens, ja wat niet nl. Stampvol gaat de stoonxpont geregeld naar de overzijde, ik houd mijn hart vast.... als daar maar geen granaat valt. Maar er gebeurt gelukkig niets. Langzaam schuiven de auto's en voertuigen do militaire schipbrug over. Up do Suikerrui komt een groo te afdeding munitiewagens van de artillerie aan, maar er is geen door komen aan. Ze m oe ten wachten. Nu tracht ik tooh ook weg te komen, strijk weer langs de huizen aan de zuidzijde door de naar-leege stralen naar het station. Geen tram rinkelt meer. En w at een ongelukkige, inva lide menschen bergt zoo'n grooto stad, menschen die voortstrompelen op krukken, voortgeduwd worden in wagentjes, velen met de doodskleur op het gelaat En boven ons allen zwermen en gieren nog voortdurend do dood en verderf brengende projec tielen. Aan het station vind ik alles gesloten en voertuigen zijn natuurlijk niet to krijgen. Ik besloot op geluk noordwaarts te loopen. Ten minste in de richting van Holland. Onderweg vmd ik werkelijk nog oen klein café- tje, waar ik wat te eten krijg. Het is inmiddels twee uur gewor den. Weer loop ik een eindje verdel en weer komt ik hen nu geheel in het noorden van de stad op eenige honderden meters afstand een projec tiel neer. Een minuut later krinkelt op dezelfde plaats een zware rook kolom omhoog. Bij Stuivenberg, het eorsio station voorbij Antwerpen, zie ik een groep menschen op de spoor baan Ioopoi). llc klim ook naar boven. Zpu er nog een trein komen Een spoorwegarbeider vertelt onsover een uur. We besluiten te wachten. Tien minuten later worden we echter gewenkt om wat op te loopen naar den Dam. Daar staat een goederen trein voor menschen klaar. De laat ste wagen is nog niet vól. We hollen er heen. Een vrouw jammert dat ze niet mee kan komen met haar bedde- goed en het kind. De man draagt het lijfgoed en ik neem het kind aan de hand. Zoo slagen we er in, den wag gon to bereiken. Eenige minuten la ter zet de trein zieh in beweging. Ik meen, dat onze waggon stampvol is. Maar een eindje verder, waar weet ik niet precies meer, worden er nog meer ingeperst. De deuren moe ten aan beide zijden opengezet wor den om niet van benauwdheid te stik ken. De volwassen mannen staan aan de openingen om ongelukken te voor komen. Onderweg valt een vrouw flauw. Luid jammerend begint haar dochtertje to woenen. Met Hoffmans druppels slagen we er in de moeder bij te brengen. Toch behooren we nog tot de ge lukkigen. want daar langs den weg sleepen zich duizenden en nog eens duizenden moeizaam voort. Ik weet niet waar al deze menschen vannacht moeten gebleven zijn. Het kan niet anders of de groote meerderheid moet onder den blooten hemel kanxpeeren. Ik schat het aantal vluchtelingen dat zich "tusschen Antwerpen en de IlollandscliO grens bevindt op 2 ft 300000 en hoe al deze menschen aan voedsel moeten komen is mij ook ee"n raadsel. Voorzichtigheidshalve heb ik eer.ige stukkon brood in den zak ge stoken, dio ik echter, nu ik denzolf- den avond Roosendaal nog hoop te bereiken, niet noodig heb. Er zijn in den waggon vele liefhebbers voor. in de verte hooren we nog altijd het gedreun van de kanonnen, zien op tal van plaatsen zware rookko lommen opstijgen. De petro'eumtanks staan ook in brand- Maar we gaan gelukkig Bleeds verder weg van het oord van verschrikking. Ergens voorbij CaLmpthout staat de trein weder geruimen tijd stil, juist voor ecu ve'd met raapworte'en. De dorpsjeugd voedt de vluchtelingen op haar manier door de rapen bij bossen uit den grond te trekken en ze den hongerigen aan te bieden. Met graagte wordt de rauwe spijs ver slonden. Zoo bereiken we eindelijk Esschen, oi eigenlijk bereiken doen we het sla tion niet, want op ongeveer een kwar tier afstands houdt de trein et:!. Van daar tot het station staat de lijn voi treinen, alle vol vluchtelingen. Eén voor één kunnen ze ontladen worden. Ik stap echter op de lijn uit en loop naar het station, waar ik Juist nog in een voor Roosendaal gereed staan- den trein een plaatsje bemachtig, "t Blijkt dat men daar op de komst van de vluchtelingen voorbereid Dames en militairen dee'en san hongerigen brood rond. Ann een telegram door het ,,N d. D." ontvangen, onlleenen wij nog: „liet bleek den Engelschen ernst te zijn Antwerpen: te behouden. de binnenste fortenlinie werd zware scheepsgeschut opgesteld van daar uit een onafgebroken bom bardement op de Duitsche stellingen begonnen. Het oppercommando over de troepen werd in Engelsche han den gegeven, en Be'lgen en Brittc-n streden gezamenlijk den strijd tegen een overmachtigen vijand. Was aan vankelijk a'leen de aanval door de Duitschers gedaan op de bres in de fortenlinie, Maandag werd die met groote hevigheid met flank-uitbreiding ondernomen op de overgangen over de Nethe bij Lier en op de forten bij Puers. Oorspronkelijk wisten de Duitschers door te breken tusschen Boom en Puers, doch de Enge'sche versterkingen, welke over Rupelmon de snel oprukten., kwamen hun strijd makkers te hulp, en bloedig werd de aanval afgeslagen, waa:bij de bajo net de beslissing bracht en honder den en honderden vie'en. „De Belgen hadden alle bruggen over de Nethe en de Rupel opgeb'a- maar toen Dinsdag de Duit- sohers Lier en Puers weer met onge wone heftigheid aanvielen, konden de geallieerden niet voorkomen, dat de Duitschers bij Boom over de Ne the en de Rupel wisten te komen. Onderdekking van een vreesetijk ge schutvuur zwommfen Duitsche pon tonniers de Nethe over, het werk van twee kanten aanvattendzoo slaag den de Duitschers er in een ponton brug te slaan, waarover ze hun man nen en hun zwaar geschut konden transporteeren. Terwijl de aanvallen op Lier en Puers onverflauwd door gingen en nog doorgaan, xverd het zware belegeringsgeschut opgeste'd en het bombardement aangekondigd. „Om twaalf uur hedennacht werd1 de bedreiging uitgevoerd. De geheels plaltelandóbevoüking uit den sector noordelijk van do Nethe vluchtte naar Antwerpen, dat men veilig dacht. Duizenden stadsbewoners vluchtten aan de andere zijde er uit, naar ons land, maar de stad bleef overvu'd met menschen. „Toen het bombardement begon, is de bevolking, die bevend afwachtte, uit de stad of in de kelders gevlucht. De treinen konden zoo gauw niet weg. want de Zuid-statie was al gauw in brand geschoten en ook van de Middenstatie vertrokken geen trei nen meer. Alleen door het Land van Waes, naar Esschen en Roosendaal kon men gaan, doch er was gebrek aan materieel gekomen, daar alles oor troepenbewegingen werd ge bruikt. „Een artillerie-duel ontstond. De Engelsche snelvuurkanonnen sloe gen regelmatig hun vier achtereen volgende slagen uit do tweede linie en bij Boom antwoordde het Duitsche snelvuurgeschut met vijf sne'le sla gen. De Duitsche granaten sloegen in het Zuidelijk gedeelte van de stad en vooral ook ln 't voorstadje Berchem en het Zureuborgwijk. Die gedeelten leden erg. Telkens kwam fluitend een granaat er op af en dan sprong met een helschen klap het moordwerktuig uiteen. Of er veel dooden vielen, ol de schade groot was, of de gebouwen met do rood-witle Vlaggen gespaard bleven, weet ik met. „Was tot één uur 'e nachts slechts het zuidelijk gedee'te van de stad ge teisterd, daarna vlogen de granaten ook over het oostelijk en noord-oos telijk deel van Antwerpen. Het ver dragende geschut slingerde zijn doo- deïijke projectielen zelfs tot over de etad. Er stond in het noord-oostelijk deel een trein klaar, die spoorweg personeel, a's de nood drong, naar Nederland zou voeren. Die trein zou nachts om één uur reeds vertrek ken, maar pa3 na drieën durfde men de reis ondernemen, en de reizigers hoorden twee uur lang het angstaan jagende geluid van de projectielen om en over zich. „Om acht uur kwam die trein te Roosendaal aan en dc menschen ge loofden een het te zijn ontvlucht Dé enorme troepenmassa'a der Duii- eclurs schijnen alles er op gezet tul hebben, Antwerpen in hun bezit te krijgen. De Belgen en de Britten zet ten cr van hun kant alles op, om dt etad (e behouden. Men strijdt mei ongekende dapperheid, zonder aan wijken te denken. En het feit. dat d« Britten bij dc verdediging van d< vesting dc leiding hebben en steeds versterkingen aanvoeren, wijst er op. dat Engeland tot het laatste zal trach ten, niet „het pistool op de borst" ie krijgen. (Van Engelsche zijde is geschreven dat als Diritschland Antwerpen zou bezeth dit voor Engeland zou be ttekenen ,,'t pistool op de bonst". Engeland mag dit nooit duider, en moet blijven oorlogvoeren, tot België weer door de Duitschers ontruimd is.) Dc ,,N R. Ct." meld. „Het is nog steeds de Nethe-Iinie die het tooneèl van den strijd is. De burgerij der stad, door het officieel bericht ervan verwittigd dat de toe eland ernstig en het bombardement ophanden is, schijnt zich zeer koel bloedig to gedragen; het zijn hoofd zakelijk vrouwen en kinderen, die van de gelegenheid om te vertrekken gebruik maken. Waelhem is Vrijdag ln den loop van den namiddag ver laten, nadat de bevelhebber het fort in de lucht had 'aten springen. Van de 600 man garnizoen, kwamen er 450 terug. Voor Wavre-St. Kathorïna zijn deze cijfers 300 op de 350 man gar nizoen. Koningshoyckt is «veneer.» Vrijdagmiddag, om een uur, verla ten, nadat groote Duitsche kanonnen de koepel vernield hadden het over schot is onbruikbaar. Het garnizoen heeft zich terug kunnen trekken." Behalve de stad Antwerpen hebbc-n ook vele dorpen te lijden van de aan vallen der Duitschers. Het dorp Turnhout is o.a ook door de Duitschers beschoten. Alle bewo ners namen de vlucht over de gren zen. 400 Duitschers deden toen een Inval in het dorp. De N. R. Ct. correspondent stelt het verb; s dal de Duitschers leden bij den overtocht van de 'Nethe op 20.000 man. Uit do opstelling dor troepen is af te leiden dat 't Belgische en Engelsche leger, zoo de vesting eventueel zou vallen, zal uitwijken naar de rich ting Ostonde. Of dit ongestoord zou gaan? Volgens de „Daily Chron." leek het dat do nieuwe Duitsche legermacht die noordelijk van. Rijssel op'rukte de bedoeling had niet alleen om den weg naar An'terpcn to blokkeeren maar ook om achter de bondgenooten om de kust van het Kanaal te bereiken. Daardoor zou de Belgische strijd macht dus geheel van de Franscho bondgenooten afgesneden worden. Hans Hartwig von Beseler, de op perbevelhebber van het Dumsche bele geringsleger een man van vijf en zestig jaar toonde reeds als knaap aldus deelt de „Berliner Lokal- Anzeigor" mede een levendige be langstelling voor de technische we tenschappen- Hij wilde officier wor den en nam daarom dienst bij de garde-genie. In den oo.log van 1870 kreeg hij hel Ijzeren kruis. Hij nam deel aan het beleg van Parijs en Metz en toen reeds trok hij de aandach"; van zijn chefs. Later bezocht hij de artillerie- en ingenieursschool, werd gedetacheerd bij de krijgsschool en werd als kapi tein geplaatst bij den generalen staf. Nadat hij eenige jaren dienst gedaan had aan hot from, kwam hij weer bij den staf, nu als majoor. In 1902 en löOo \vcid hij die inmiddels opge klommen was tot luitenant-generaal benoemd tot scheidsrechter bij de manoeuvres. Hierna werd hij aange steld tot inspecteur-generaal van de vestingen. Twee jaren later werd hij generaal van de infanterie. In 191.1 nam hij ontsiag uit den diansL Thans bij het uitbreken van den oorlog werd hij weer actief en plotseling duikl zijn naam bij Antwerpen weer op. De «trijd !n Noord- Frankrijk. Nog altijd duurt dö groote veldslag vooiv 't FransCho olficieele communiqué luidt: Op den linkervleugel in het noor- FEUILLETON (Naar het Engelse h). 3!) Bijvoorbeeld, voegde hij ei bii, terwijl Ixem iets te binnen schoot, het is zonderling genoeg, maar het testament belet mij niet liet land terug to koopen. Als ik het op geen andere mauex kan terug krij gen zal ik het koopen hoort gij hier? zai ik het koopen. Ik moet mijn eigendom weer in mijn bezit hebben ais-vorens ik sterf. Hoe wilt gij aan geld komen? Het geld ik zal het opsparen, het verdienen, het stelen, m ieder ge val het op do een of andere manier in mijn bezit krijgen. De behoefte aan een paai' duizend pond zal er een .vastberaden persoon zoer zeker niet van afhouden, Maar veronderstel eens, dat uw neef niets wil verknopen Ilc zal wel een middel vinden om het hom te doen verkoopen door een omkooperij of zociets. Ja, jal en het vuur en de geestdrift verdwenen in een oogenblik. en do wanhopige trok verscheen weer op zijn gelaat. Ilct is alles onzin; ik spneek over onmogelijke dingen een beetje zwakheud van geest denk ik. Vergeet het maar, gij zijl een flink mensch, spreek er met niemand over. En gij waart dus bij de begrafenis? Ja, ja! En George was do eerste rouwdragen de. 11 ij zal denk ik wel flink gehuild hebben; hij kan altijd zoo goed hui len en janken als h(ij dat wilde. Ik lier inner mij nog wel, hos hij als jon gen do menschen van zijne deelne ming liet blijken om hen achter den rug uit te lachen, daarom noemden zij hem op school „krokodil". Nu is hij mijn meester, en ben ik zijn ne derige dienaar; misschien zal het la ter nog wol eens omgekeerd zijn- Hoe, moet gij guan? Als gij wist hoe vree- selijk eenzaam ik het heb, dan zoudt g'ij niet gaan. Mijn zenuwen zijn ge heel in de war en ik verbeeld mij al lerlei dlimgen. Ik kan aan niets an dere donken dan aan die twee graven Ln do duisternis. Zijn ze met zodou bedekt? Zeg hun dan, dat ze met zo don moeten worden bedekt. Het wa9 zoor vriendelijk van u om mij eens to komen, opzoeken. Gij moet u maar niet sloren om hetgeen ik zeg; ik ben mijzelf niet. Vaarwel. Eraser was volstrekt geen achter dochtig man, maar toen hij den te rugweg insloeg naar de pastorie om in de eenzaamheid wat te nuttigen. rees er twijfel bij hem op. of, ondanks zijn ontkennen, Philip niet ten volle had gemeend wat hij zeïde. Hij is vreesehjk veranderd, dacht hij bij zichzelf, en ik weet niet of liet wel eene verandering ten goede is. Anno man, hij heeft veel te dra gen en moet dus zacht beoordeeld worden. HOOFDSTUK XIV. Het echtpaar Bellamy. De verrukking van George over den loop, dien de zaken hadden ge nomen, kan men zich gemakkelijker voorstellen, dan dat ze is to beschrij ven In da meeste gevallen is er steeds een zwak plekje in de slimst uitgedachte plannen, waarbij het gekit anderen uit hunne rechten te verjagen; znj mislukken door een ou- rxoozelo kleinigheid, welke is over zien. Dit was nu echter een van die prachtige voorbeelden van een uit zondering, welke den regel bevesti gen. Er was niets mislukt, alles was geloopen zooals men zich liod voorge steld. Boven verwachting was alles geslaagd. In do dankbaarheid van zijn hart zou George met genoegen duizend pand willen geven aan de inrichting van een oefenschool voer schrijvers van anonieme brieven, of om een standbeeld op to richten voor Hilda Caresfoot, wier trots en vrouwelijke jaloezie hem zulk een grooten dienst hadden bewezen. Lx ernst gesproken, hij had wel reden tot blijdschap. In- plaats van een betrekkelijk gering erfdeel als- jongere zoon, was hij nu eigenaar geworden van een prachtig, onbezwaard landgoed, dat meer dan vijfduizend pond jaarlijks opleverde, en dat in den bloei van zijn jeugd, nu nog niets bem belette om to ge meten van het leven, zooveel het te genieten g;xf. Voortaan was alles wat hnj met geld kon koopen, het zijne, met nog daarbij de eerbied en de vleierij van zijne arme natuurgenoo- ten. En wat hem zijn geluk nog grootex deed schijnen en do beker deed over vloeien was het feti, dat die rijkdom was ontrukt aan (te handen van zijn neef, d'ien hij haatte en wien hij als knaap wraak had gezworen. Arme Philip, van zijn eer en rijkdom be roofd, kon hij nu medelijden met hem hebben., kon.lxenri van dat medelijden met veel ver Looming en lin het open baar blijken geven. George wou zoor mild met zijn me delijdeal. liet ontbrak hem niet aan sympathie in deze heerlijke dagen van onverwachte zegepraal. Hel» ik u niet gezegd, zeido me vrouw Bellamy uvot haar welluidende volle stem. om den namiddag, nadat het testament was voorgelezen lieb ik u met gezegd, dat als gij er in wil dot toestemmen u door mij te laten leiden, ik u tot uw doel zou brengen eu is u dat niet gelukt.' Twijfel nooit meer aan mijn ooideel, beste George, het is veel beter dan het uwe Hel is waar, Anne, het is zeker waar; gij zijt een bekoorlijke vrouw, en even verstandig als bekoorlijk. Complimenten doen iemand al tijd goed, en ik weet zeker dat ik de uwe op hum juiste waarde stel zij maakte een Echte buiging ik moet u er echter aan herinneren George dut ik mijn deel heb verricht en het nu uw beurt is. O, dat is. niet meer dan billijk; Bellamy zal het agentschap krijgen met nog twee honderd pond jaarlijks daarenboven en om u te toonen dat ik u niet heb vergeten wilt gij mis schien deze herinnering aan ons bond genootschap wel van mij aannemen; en hij haalde uit een zijner zakken ecu doofjo to voorschijn, dat hij opende en een prachbgeu halsketen van saffieren bevatte. Mevrouw Bellamy was met de mees te mooie vrouwen dol op juvJeeleix, eox iu het hijzonder op saffieren. O, dank u George! zeido zij, hare handen ineen slaande, wat zijn ze mooi! Het kan zijn, antwoordde hij be leefd, maai niet half zoo mooi als degene, d-e ze zal dragen. Ik zou wel eens willen weten, voegde hij er bij met een korten lach, wat de oude man zou zeggen als hij \vut, dat dui zend pond van zijn persoonlijk eigen dom waren uitgegeven om daarvoor een halsketting voor Anne Bellamy te koopen? Zij antwoordde niet op deze opmer^ king, blijkbaar te zeer in hare eigen gedachten verdiept Ten laatste zei- de zii: -- Ik wil niet ondankbaar schijnen George, maar d.t zij wees op de ju weeion is niet de beloonnxg, dia ik verwachtte; ik wilde de brieven terughebben, dio gij beloofd hebt mij to gov on. Beste ADne, gij vergist u, ik heh| u de brieven nooit beloofd en heb. slechts gezegd, dat ik ze onder diq omstandigheden, wellicht Kon terug-) geven dat is iels geheel anders don eene belofte. Mevrouw Bellamy werd een weinig rood, on de groote pupillen van hard slaipcrigo oogen trokken zich samen,; zoodot haar blik dreigend werd. Dan moot ik u geheel verkeerd heWjcu begrepen, zeidc zij. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5