De Europeesche Oorlog.
DE BOOSDOENERS.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 12 OCTOBER 19T4
Bijzonderheden ovir den val van Antwerpen. De schade door '1 bombar
dement aangericht valt mee, men sehat dat V deel van de stad
vernield ls.
De Engelscbe treepen ln Antwerpen waren slechts 8000 man sterk.
De Duitsche autoriteiten ln Antwerpen verklaren dat de gevluchte be
woners der stad weer knnnen terugkomen. Proclamaties.
De Duitsche en de Engelsche pers over den val van Antwerpen.
fan 't oorlogsveld ln Frankrijk is weinig nienws, hoewei er verbitterd
gevochten wordt.
De Oostenrijkers ontzetten de vesting Przemysl.
Bommen boven Parijs geworpen.
De vat van Antwerpen
Er komen mi nadere bij®on<lerho-
I den over
PEN VAL DEK VESTING.
Een correspondent van 't Alg. Han-
delsbiad scluijft:
Donderdag reeds waa het duidelijk,
dat de stelling niet te houden zou
tij it. De Duitsche troepen waren toen
reeds te ver opgedrongen. Hard
nekkige gevechten hadden nog
plaats. Terwijl do Belgische Infante
rie en artillerie' reeds aan het aftrek
ken was, vochten de Engolschekï nog
als leeuwen, hum reusachtige vuur
monden telkens weer op een aanruk
kende Duitsche Infanterie richtend.
De forten bij Be'rchem en Merxem
hielden "tot het laatst toe stand, wer
den eerst verlaten, toen er, om zoo te
zeggen, niets dan puinhoopon van
over waren. Bij Hoboken waar do
grond, naar men rnij verzekerde, vol
mijnen was gegraven, hebben ce
Duitschers, die daarvan door verraad
op de hoogte gebracht zijn, geen voet
gezet.
Middelerwijl word het bombarde
ment van de si-ad met kracht voort
gezet. Vooral aan hot zuidelijk ge
deelte was het vuren van allo kanten.
Een vernietigend vuur richtte de
Duitsche artillerie uit haar zwaarst
geschut op de derde en laatste verde
digingslijn van de stelling. Tusschon
de forten Wilrijk en Mechelen op het
froi.t 9 en 10 waren de granaten om
zoo te zeggen niei. van de lucht. Dan
werden de versterkingen zelf getrof
fen, dan werd een achtergelegen huis
in brand geschoten. Om 7 uur ces
morgens begonnen, bleven de projec
tielen tot 12 uur door de luoht fluiten.
Toen was alles kort en klein gescho
ten. Het Belgische geschut, dat ter
verdediging was opgesteld, vermocht
er niets legen.
Het was hun zelfs niet mogelijk,
zich ook maar ©enigszins omtrent de
opstelling te vergewissen. Precies
wisten daarentegen de Duitechers,
waarop ze hadden te richten. Hun
ballonnen gingen regelmatig de
hoogte in. Van daar werd de plaats
bepuald van de verdedigende stellin
gen, cn dat werd onmiddellijk naar
omlaag geseind. Het vuur was zoo
hevig, dat de verdedigen zelfs niet
kondon vluchten, zonder oen wissen
dood 'iegernoet to gaan.
Vrijdagmiddag tegen 12 uur kwa
men andermaal een viertal Duitsche
officieren op het stadhuis om de over
gave van de stad te eisohen.
Na een kort onderhoud werd toe
gestemd.
Hals over kop verlieten de Belgi
sche troepen de wallen om de stad,
een gedeelte week uit naar het notfr-
den en gaf zich ter interneering aan
de Hollandse!*© grens over. Een ander
gedeelte, de meerderheid, trok Ln wil
de vlucht de schipbrug over de Schel
de over. Om 2 uur t» middags stak
men deze brug in brand, om een ver
volging door de Duitsche troepen "oo
beletten.
Op het oogenbük, dat de laatste
Belgische troepen do Schelde over
waren getrokken, kwamen de öult-
sche troepen aan de Zuidzijde door de
Berehemsche en Mcfrxemsche poorten
de stad binnen.
Vrijdagnacht was deze voor het
eerst onder Duitech opperl>estuur. On-
middellijk trokken troepenafdeelin-
gen de stad om, ten einde ook de noor
delijk gelegen forten, die nu dus van
alle kanton aangevallen konden wor
den, 'Ie vermeesteren. Latere berioh-
ten melden echter, dat de Belgen zelf
de voornaamste versterkingen, n.l.
Saarbruck en Ga,pellen, reeds in do
lucht hadden doen springen.
In een latere correspondentie van
dezen journalist lozen wij nog:
„•Maar wij wisten dat een gToot ge
deelte van dezen brand niet door do
Duitsche bommen, maar door de Bel
gen zeiven was ontstoken. Achtereen
volgens ware'n de petroleum- en ben
zinetanks. de magazijnen voor voe
dingswaren en fourage, de graan
silo's de bergplaatsen voor kruit en
munitie in vuur gezet, de bruggen
werden opgeblazen, en. zooveel moge
lijk werd alles, waarvan de Duit
echers bij hun inval in Antworoen
naar eenigszins gebruik konden ma
ken, aan de vlammen, prijsgegeven.
Eenmaal de 'bevolking gevlucht, de
bezetting teruggetrokken, miochl er
voor den vijand niets overblijven. En
dè forten ontploften, het een na het
andere, zoodat van de vesting, wier
verovering het Duitsche leger nog
heel tvat manschappen heeft gekost,
de vijand niet veel meer vinden zal
dan ledige en verlaten gebouwen, om
ringd door een hoop puineri. Ligt er
niets van het antieke heroïsme in de
daad van deze eeuwenoude stad, die
liever dan den vijand voordeel aan
te brengen, zichzelve glorieus In een
vuurpoel laat opgann? Aan hare
glansrijke geschiedenis heeft het ou
de Ant-verpia een schitterende blad
zijde toegevoegd
„Een Hollander, die in Antwerpen
gebleven was, vertelde mij dat een
aantal groote branden, die door de
beschieting zijn ontstaan, tot grooten
omvang zijn, kunnen komen juist
doordat de bewoners afwezig waren.
Als zij er geweest waren toch, had
den zij allicht tal van branden in den
aanvang kunnen b'usschen vóór zij
grootere afmetingen aannaaien. Een
reden te mear om den grooten uittocht
te betreuren, die toch waarlijk niet
noodig geweest zou zijn. Wel ver
klaarbaar, na de verzekering dat
Antwerpen tot den laatsten steen
verdedigd zou worden, maar niet noo
dig, waar thans 'blijkt, dat van ver
dedigen tot d'en laatsten steen geen
öprake is geweest."
„Door de buitenwijken gaand,
krijgt men den indruk van een over
haaste vlucht. Do verdedigingskanon
nen zijn overal blijven slaan, netjes
Ln stelling, de monden van het lich
te geschut steken nog door de gaten
van de aarden walletjes, en elders
liggen de hoogere* wallen nog onge-
met de zwaardere stukkon er
achter. Er was blijkbaar geen tijd om
l*ot geschut mee te nemen."
Wie den toestand in Luik en el
ders gezien heeft, zou zoo denken dat
alle althans vele der onbewoonde
huizen zouden zijn opengebroken,
maar daarvan is geen sprake. Het
blijkt dat door de Duitschers nog
niets in de stad is beschadigd of ge
forceerd. Trouwens, ik kreeg hier in
Antwerpen toch wel een geheel an
der beeld van hoi optreden der Duit
schors dan in andere steden."
De N. R. Ct.-correspondent meldt:
Reeds Donderdagavond verlieten de
Belgen Antwerpen. Hun aftocht werd
gedekt door liet 7de linieregiment, dat
tie schipbrug opblies. Toen de Engel-
seiven Vrijdagmorgen aftrokken, hield
de beschieting om 10 uur op. De bur
gemeester begaf zich als parlemen
tair naar de Duitschers, die eveneons
een parlementair zonden.
Do Dui'ischers trokken om 12 uur
Antwerpen binnen. De voorwaarden
waren, dat do garde civiaue niet go-
vangen genomen en niet ontwapend
zou worden en geen lieden van 18 tot
30 jaar gevangen werden genomen.
Men mompelt, dat de stad oen half
milliard oorlogsschatting zal moeten
opbrengen. Baron vou der Sohuetz
is tot gouverneur benoemd.
Geen der forten is verdedigd, de
meeste zijn platgeschoten nadut zij
verlaten waren. De Duitschers voer
den geen bestormingen uit.
In den nacht van Vrijdag op Za
terdag bliezen do Belgen achtereen
volgens de forten Ertbrand, Bras-
schaet en Beirendrocltt en om 7 uur
's morgens S'tabroeck (alle bij de
N'oderlandsche grens) op.
DE AFTOCHT VAN 'T BELGISCHE
EN ENGELSCHE LEGER.
Een correspondent van 't Nieuws
van den Dag seint:
Toen Vrijdagochtend de 'terugtocht
uit Antwerpen begonnen was, pro-
beefden de Duitschers onmiddellijk,
zooals te begrijpen was, den aftocht
onmogelijk te muken door bij Donder-
rnonde den vijand in de flank aan te
vallen. Wel werd Iret Rritsch-Bei-
giscJie leger gedekt door flinke 'troe
pen op de flanken, maar die waren
alleen maar voor infanterle-aanvallen
en de Duitschefs wisten met artillerie
bij Dendermonde door te rukken en
over St.-Nicolaes heen de flank won
den vijand aan te vallen. Dat ge
beurd© met artillerie, die op een kilo-
meier of acht afstand bleef en ,toen
deze met verbijsterende juistheid
shrapnells uitbraakte op de terug
trekkende bataljons, ontstond or al
gauw een soort van paniek onder do
terugtrek kenden, omdat men. geen
vijand zag en alleen maar die ellen
dige shrapnells niet ontzettende juist
heid ia de gelederen zag springen,
waardoor telkens mannen vielen. De
Engelsehen, die nog over de meeste
physieke en rnoreele kracht beschik
ten, omdat ze het kof ast aan het front
waren geweest, ondergingen den
vuurdoop als helden, hierin voorge
gaan door Hun officieren, maar de
Belgen voelden dit als het toppunt
hunner ellende, die niet meer te dra
gen was. Him officieren baden en
smeekten hen kalm te blijven, maar
nie'; overal gelukte dat. Te verwonde
ren is het niet Ze zaten nu in het ui
terste hoekje van hun verloren land.
Het cenige stukje, dat nog niet in 'a
vijand» handen was, hun sterkste
stelling Antwerpen, was niert bestand
gebleken, ondanks hun moed en on
danks de te late hulp der Britten; ze
zagen den weg naar den it ij en aftocht
J afgesneden en voelden do onverschil
lig makende doodelijke moeheid van
de laatste weken dapper vechten. Ze
wilden weg van dien moordenden re
gen van lood en ijzer, die fluitend op
hen afkwam en mot helsch lawaai bo
ven hunne Itoofden en in hunne gele
deren barstte, zonder dat een vij
te zien wa3. Ook voor de Engolschen
stond hot vast dat er te kiezen was
tusschon twee dingen: langzaam
wachten tot het shrapnefivuur ook
den laatsten man getroffen zou heb
ben. of terugtrekken op d© grens van
het neutrale Holland. Men koos het
laatste en t.rok kalm terug, onafgebro
ken gevolgd door liet vuur der on
zichtbare Duitsche kanonnen. Van
Sint-Nicolaas ging het over binnen we
gen naar Klinge, even ten zuiden van
Huist, v aar men de wapenen en mu
nitie afgaf aan de Hoilandscho sol
daten en doorgestuurd wvrd naaf
Temeuzèn cn van daar met hooien
naar Vlissingen.
Een deel van do achterhoede had
echter geen kans gezien het neutrale
gebied te bereiken en werd afgesne
den door de Duitsohefs en in do ge
vechten gedood of gevangen genomen.
Iloe groot dit aantal is, kan ik niet
vaststellen, rnaar wel meen ik te
weten dat het niet meer dan een paar
duizend zijn.
De hoofdmacht bereikte roet koning
Albert en d© Engelsche en Belgische
états major veilig Ostende.
Do geest, dien ik onder do Engel
sche troepen opmerkte, zal ik niet
licht vergeten. Ik had het altijd voor
een mythe gehouden, dat mannen zou
den huilen, omdat hun de gelegen
heid benomen was, tot het laatst toe
met hun kameraden te strijden. Nu
heb ik er zulkcn ontmoet, die me wee-
uend zeiden ,,11 acl ik maar kans go-
zien me in de pan le laten hakken
met onze mannen die afgesneden zijn,
hover dan te weten dat ze allen moe
ten vechten tol het laatst,"
Allo Kngolsche soldaten vonden het
onverantwoordelijk, dat zij zonder
goede artillerie naar de stelling Ant
werpen waren gezonden. Ze hadden
maar een paar scheepskanonnen te
hunner beschikking. Over de leiding
en den moed hunner officieren kon
den ze geen woorden van lof genoeg
l inden. Ook de Belgen prezen ze als
goede strijders.
EEN ONDERSCHEIDING.
De Duitsche staf heeft een officieel
verslag van do belegering van Ant
werpen gegeven. Veel nieuws lezen
we daarin evenwel niet. De be-legoring
heeft 12 dagen geduurd, is namelijk
aangevangen op 28 September, toon
het eerste schot viel. Op 6 en 7 October
werd de 400 Meter breede Nethe over
getrokken.
Verder wordt geconstateerd
„De vermoedelijk zeer sterke be
zetting heeft zich in den aanvang
dapper veroedigd, doch was tegen de
bestorming door onze infauterie cn
marinetroepen en tegen de zware ar
tillerie niet opgewassen, en ontruim
de de sfad."
ïn do stid werden door do Duit
schers groote voorraden van allerlei
soort buitgemaakt.
De commandant van de Duitsche be-
logoringst roepen kreeg van den Keizer
do orde „Pour le Mérite".
EEN OFFICIEEL ENGELSCH
BERICHT,
fi oen officieel bericht van de En
gelsche admiraliteit wordt botend ge
maakt, dat de vesting Antwerpen nog
wel enkele dagen verdedigd had kun
nen worden, maar toch niet zoo lung
tot voldoende hulptroepen gezonden
konden worden. Daar do Duitschors
reeds begonnen do verbindingslijn
met Ostende te bedreigen, werd tot
don aftocht liesloten. Bij liet gevecht
in Antwerpen verloren de Engelse-hen
nog geen 300 van de 8000 mannen. De
terugtocht werd met sucocs vol
bracht. De zware marine-kanonnen
zijn weggevoerd. 2000 officieren en
manschappen kwamen na don val
van Antwerpen op Nederlandsch go-
bied en werden geïnterneerd.
DE DUITSCHE PERS OVER DEN
VAL VAN ANTWERPEN.
Hot „Berl. Tageblatt" schrijft
„Een der belang rijkste stellingen
tor wereld is den vijand in nauwe
lijks twaalf dagen ontrukt. Achter de
Belgische verdedigers stond Enge
land en toen bij de Belgen het plan
opkwam, doelloozo vernietiging en
bloedvergieten to voorkomen, door ca
pitulatie, sprak Engeland zijn veto
uitdien tengevolge heeft nu de le
venskrachtige en arbeidzame stad het
zwaar te verantwoorden gehad."
De „Voss." Zeitung" zegt
„Zulk een krachtig doorgevoerde
aan val tegen Antweipeu was moge
lijk, omdat do Duitschers beschikken
over overmachtig geschut, waarvan
de projectielen door alle dekkingen
heenslaan, alle versterkingen in kor
ten tijd vernielen."
Do „Deutsche Tageszeitung" merkt
op
„De val van Antwerpen beu ijst, dat
de vernietiging van een grooten sector
zelfs van-do uitgebreidste stelling, vol
doend© voor ons is om de rost, door de
working van ons moorddadig vuur,
on houdbaar t© maken. De verovering
van do Anlwcrpsche stelling in onge
veer elf dagen duidt aan, hoe het met
de Parijscli© stelling zal gaan.
De val van Antwerpen beteekent
niet nlleen de algeheele nederlaag van
België, maar deze gebeurtenis moe'
ook Engeland op uiterst gevoelig!
vvij2e Heffen. Antwerpen was liet
bruggchoofd voor den En gel schort
aanval in onze fiank of rug. In Ant
werpen gevoelden do verblinde Bei
gen zich bijna onmiddellijk onder
dekking van Engeland-® twscherrning.
De Engelsche hulp is echter waarde
loos gebleken en vermocht den val
van Antwerpen niet te vertragen, Iaat
Staan to voorkomen. Zoo is Engeland
ook onmiddellijk bij dezo nederlaag
betrokken."
Uit strategisch oogpunt is de ver
overing van Antwerpen voor Duitsch-
land van even groote waarde ab de
actio van Hindenburg in Oost-
Pruisen."
DE ENGELSCHE MEENING.
Do „Daily Chronicle", schrijvend
over liet lol, dat Antwerpen getroffen
heeft, zegt
„Europa zal hot historische, weige
rende antwoord van België, op de
vraag der Duitschers, om aan hunne
troepen toe te slaan, door hun onzij
dig land to trekken, niet vergeten.
Noch zal do wereld ooit vergeten, hoe
heldhaftig België zich gedroeg in den.
ongel ijken strijd. België stelde het
gevaarvolle pad der eere hoven het
voorzichtige pad der veiligheid, toen
het do kans aanvaardde, dat Antwer
pen gebombardeerd zou worden, na
dat op do tweede vraag der Duit
schers nogmaals een weigerend ant
woord was gegeven.
Antwerpen moge vallen België
zal zich verheffen! liet staat thans
op het toppunt van zijn roem, de trek
ken verwrongen door onnoemelijk lij
den, rnaar omgeven met den stralen
krans van de opperste heldhaftigheid.
Op de Briteche natie rust thans de
heilige plicht, België in zijn nooden
bij te staan, en het in stout le stellen,
zijri in puin gestort nationaal bestaan
weder op te bouwen,"
ANTWERPEN NA DEN VAL.
Antwerpen is uitgestorven, zoo
seinde Zaterdag een correspondent
van 't „Alg. Handelsblad". In de
bijna leege straten langs do gesloten
huizen loopen voorzichtig enkelen
van ue weinigen, die na hot bombar
dement nog in de stad zijn gebleven
©n die .nu na af loop van de beschie
ting weer zijn te voorschijn gekropen
uit de keldei3, waarin zij zich had
den verborgen. Verder ziet men alleen
Duitsche soldaten, die in grooten ge
tale vooral het centrum van de stad
bezetten.
De Duitsche commandant van Ant
werpen Frciherr Von der Schütz,
•heeft zijn zetel gevestigd in het stad
huis, van waar uit hij het gchecle mi
litaire beheer van de stelling Antwer
pen dirigeert, terwijl hij voor hot
burgerlijk Iwstuur van do stud wordt
bijgestaan door burgemeester Jan de
Vo3 met de Schepenen.
De pontonbrug over de Schelde, die
de Belgen voor den aftocht deden
springen, wordt met groote haast door
de Duitschers hersteld.
De Duitsche commandant
deed een beroep op do
vluchtelinge n, dat hij ter ken
nis bracht o. a. van den Ncderland-
schen grensrommandant te Putten en
Nispon, om weer n aardes t-a d
terug te komen Volengaan
eeds terug naar Antwer
pen en do dorpen rondom.
Do Duitschers schijnen alles te wil
len doen om do rust in de stad te her
stellen. Zelfs Zsig ik, wat ik nog nim
mer bijwoonde in dezen oorlog, do
brandweer, geholpen door Duuscha
soldaten, bozig om branden te blos-
sehen op de Schoenmarkt en in de Rue
des Peignes.
Overigens z ij n m ij de v e r-
w o e s.t i n g e n te Antwerpen
b u it o n gewoon meegeval
len, na de overdreven verhalen, die
daarover worden gedaan. In het cen
trum en bij de Zuuler-statie is wel
veel verwoest,, rnaar van een ernsti
ge schade is toc-h geen sprake en da
Antwerpenaars zullen rn. i. wijs doen
naar de slad terug te gaan on er hun
zaken weer te openen.
Do „N. R. Ct." meldt
Do Duitsche gouverneur.
Baron Von der Schütz, heeft be
kend gemaakt, dat de bur
gers rustig terug kunnen
keeren. Een gedeelte geeft daar
aan gehoor, maar anderen vluchten
nog, zoodat de wog van Antwerpen
naar Cupellen en Putten zwart is van
vluchtende en terugkomende .men-'
schen, die elkaar kruisen.
D« verwoesting van Ant
werpen is behalve b ij het
Z u 1 (10 rstation o n b e d u i-
don d.
Eon bom heeft de I: eve vrouwe kerk
beschadigd. In Bod- en Ramstraat
zijn huizen stukgeschoten, maar de
verwoesting is overdreven. Het paleis
des Koning® op do Meirplaats en het
Centraalstation zijn onbeschadigd.
Het ergst zijn getroffen Borgerhout,
Berehem, de Antwerpsche staties,
het Justitiepaleis, een paar kerken en
kloosters, enkele sinjorenpaloizen cn
havenwerken.
Het „N. v. d. D."
„Dat de bevolking zoo spoedig rno
gelijk torugkeere, is in elk geval een
wensch, waarvan de vervulling nog
veel ellende kan voorkomen.
Hel zware en meedoe gen looze bom
bardement beeft de stad niet ?oo ge
ruïneerd, dat zij voor moer dan een
honderdste gedeelte ontewooi-.bnar
zou zijn. Dit zonder overdrijving."
De „Telegraaf"
Ik sprak oen stadsbeamhte uit Ant
werpen, die Vrijdagnacht de stad
verlaten heeft. Deze verzekerde, dat
(lest ad betrekkei ij k weinig
van hot bombardement ge
leden heeft Alleen Ber
ehem en hot Zul d-0 o s t e I ij k
gedeelte zijn erg geteis
terd,
GEWONDE BELGISCHE
SOLDATEN'.
G00 gewonde Belgische soldaten zijn
per boot naar Entreland vervoerd.
De Belgische vluchte
lingen.
Een correspondent van het „Alg.
Handelsblad" heeft den Duitschen
gouverneur van Antwerpen. Freiherr
Vort der Schuetz, gevraagd of den
vluchtelingen zon worden toegestaan
binnen Antwerpen terug te keeren.
De gouverneur gaf do volgende schrif
telijke verklaring
„De ondergeteekende, bevelhebber
der vesting Antwerpen, verklaart dat
niets don terugkeer der inwoners van
Antwerpen in hunno woningen belet.
„Aan geen hunner zal leed geschie
den en het privaat eigendom zal on
geschonden blijven, op voorwaarde
dat elk zich van vijandelijkheden önt-
houde.
,D© leden der burgerwacht, wan
neer zij niet gewapend zijn, zulien
niet als krijgsgevangen worden be
schouwd en kunnen gerust terugkee-
ren.
Generaal Von Beseier, commandant
der Duitsohe belegeringstroepen van
Antwerpen, heeft do volgende procla
matie uitgevaardigd
„Bewoners van Antwerpen.
,IIet Duitsche leger is zegevierend
uwe stad binnengetrokken. Aan geen
uwer medeburgers zal eenig leed" ge
schieden en uw eigendom zal ge
spaard worden, wanneer ge u ont
houdt van vijandelijkheden. ledero
handeling, in strijd met het boven
staande, zal volgens het oorlogsrecht
worden gestraft en kan de verwoes
ting van uw sehoone stad ten sevolae
GEVECHT BIJ GENT.
De „Times" bericht Vrijdag in
den namiddag verschenen de Duit
schers te Me'le, nabij Gent. Zij wer
den aangevallen door Belgische in
fanterie; een sterke artillerie-macht
verliet Gent ter ondersteuning. Za
terdagochtend werd een levendig ge
veeld geleverd tusschen Gent en Den
dermonde.
Uit Berlijn wordt geseind: Hier
wordt gebuUclinecrd, dut de Duitsche
opmarsch tegen Gent heden is be
gonnen
D« strijd In Frankrijk.
Een officieel Fransch bericht luidt:
De actie wordt voortgezet onder be
vredigende omstandigheden. Het
Fraiisch-Engelscho front is intact ge
bleven, niettegenstaande de Duit
schers op verschillende punten herige
aanvallen deden.
Op den linkervleugel in de streek
tusschen La Busséc. Armentières ea
Cassel hebben gevechten plaats ge-
FEUILLETON
(Naar het En gclsch).
33)
Do toon \an haar stem dood hem
plotseling in zijn voor hom ongowo-
ïio-ii uitval zwijgen, en. dwong hem
zijn. vrouw aan, to zien. Zij stond on
woes hom een stoel aan. Hoar gelaat
w.is kalm en onbewegelijk, slechts
hare pupillen schenen, mot groote
snelheid uit te zetten en zich sa/non
te trekken. Een hWk was voor Bella
my voldoende, llij was lievreesd en
ging zitten.
Zoo is het goed, zo,do zij vrien
delijk, nu kunnen wij eens op ons
gemak met e.kaar praten. John, gij
zijl reel is teel eerde, en dus naar ik
veronderstel min of meer een man
Vui de wereld. Als rechtsgeleerde en
als mail van do wereld veraook ik u
om mij aan to ziien ea dun u zelf, en
dan te zoggen af gij het voor waar
schijnlijk, ja mogelijk houdt, dat ik
uit liefde met u zou zijn gehuwd.
Üpèiïlmrtig gesproken, ik bob dat vol
strekt niet ge (aan, ik ben met u ge
trouwd alleen orrdut gij in verband
mot in ij co pionnen do geschiktste per-
Mam daarvoor waart. Als gij dat'
maar wilt begrijpen, 'dan het zoo
wel u als mij voor vele kwellingen
vrijwaren. Op uw manier, bost©
John, zijt gij ln uw vak slim
genoeg. roaar xoudt gij oen
«ogenblik kunnen denken tegen mij
opgewassen te zijn? Als dat zoo is,
dan vengLst gij u ton zoorste. Neem
mijn. raad ter harte, en neem geen
,pr\>ef. Gij moet echter niet denken:
dat het voordeed gchewt aan. mi in
kant is geenszins. Als gij u goed
gedraagt en u door mijn raad laat
leiden, dan zal ik u tot oen van do
rijkste en machtigste personen ia hot
graafschap dmn verheffen. Doet gij
dat niet, dan verlaat ik u zoodra ik
sterk genoeg ben. Stijgen moet ik cn
wil ik. en wilt gij niet met mij stij
gen, dan stijg ik alleen. Wat betreft
uw klacht, dat ik rnij roet om u )>©-
kommer, ach, mijn beste John, dat
dco ik. ook niet. Het is inaar het
beste, dat wij elkaar duidelijk Ingrij
pen. Kom, zullon wij gaan lunchen'.1
Bellamy wilde dien dag echter ndcA
lunchen.
Maar toch, dacht hij bij zichzelf,
tervwijl hij leed mui een vroeaolijke
hoofdpijn, tongevclge van zijn toorni-
gen uitval, zul fco tijd wol wraak
brengen, en als dat tijdstip is geko
men ,pas dm. op, mevrouw Bellamy!
HOOFDSTUK XV.
Abbey House.
Kr wareu ongeveer negen en een
half ja-ar verloopen sedert de laatst
gemeld© gebeurtenissen hadden plaats
gehad, toen op zekeren avond Eraser
bedacht, dat hij den gauschen dag
binnenshuis was geweest en zich had
voorgenomen om tot laat in den
avond te leczen, zoodat het beter zou
zijn, orn wat (lichaamsbeweging te
nemen.
Een slanke, ©enigszin-s zenuwach
tig uitziende man, met donkere
oog-en, oen vastberaden trek orn de
mond on n et dio eigenaardige goiK>-
gon. Ixoudang on. bleekhedd van gelaat,
welke meestal eigen ia aan dogen-ïri,
die zich geheel aan de studio wijdon,
ziedaar Frasor, op wiens gelaat, de
stempel van geleerdheid stond afge
drukt. Zijn levensgeschiedenis was
zeer gev-con Hij bezat zeor groote
uoadeuiisclvs )«ekwaamlredon, en had
zich in zijn jeugd aan do univoreitett
bijzonder onderscheiden zoowol ra
het classicaal als het mathematisch
gedeelte van het onderwijs. Nog aeer
jong zijndo werd hij door eten invloed
van een bloedverwant tot zijn tegen-
woord-igen werkkring gekomen, waar
bij het inkomen goed, en do bevolking
zeer klein was. Daar zijn werkkring
volstrekt geen inspanning va.ru hem
vergde, sloot Iiij zich met zijns boeken
op. on deed zijn ambtelijke plichten
bij wijze van uitspanning, ea nooit
trachtte hij ziel» te verheffen, boven de
kalmte van zijn doeH-ooz© studiën om
zich roem en stund in do werkzame
maatschappij to veroveren. Ftoser
wae, wat do menschen. noemen, een
knap man, die zich zelf weggooide.
Als men zijn verlogen, overgevoelige
natuur een weinig betor had gekend,
dan hou men hebiien begrepen, dat
hij oneindig l.eter gesclukt was voor
den eenzamen kalmen werkkring,
dien. hij voor zich had gekozen dan
om deel uit te maken van d »s woelige
en gretige menigte, die steeds eeuwen
door worstelt op de gladde treden van
don tempel van den grootst© onzer af
goden Room.
Zulke mannen zijn er velen; waar
schijnlijk zult gij, die dit leest, er wel
eeri paar kennen. Na voortd u renden
arbeid zamelen zij honig op van de
velden dor kennis, verga i on zich ge
gevens tot in het oneindige uit do sta
tistieken dor wetenschap, stapelen
hunno berekeningen op tot zelfs aan
de sterren-; ,-n dut alles geheel nutte
loos. liet is bij hen regel our geen
boeker, te scl-rijven zij stud e© ren ter-
wille van de studie en uit liefde voor
deze studie berekenen zij mei genot
den verloren uibeid. En zou gaan zij
voort juin in, jaar uit, totdat do gou
den )>eker is gebroken en do fontein
niet meer werkt, dan zinkt de bijoen-
gezamelde kenwis weg of schijnt weg
to züikon vanwaar zo gekomon is.
Helaas, het eeno geslacht kan zijn
wijsheid cn ervaring niet aan een
volgend overdoen vooral niet de
ervaring in haren volkomen vorm!
Als dat zoo ware. dan zouden wij
menschen spoedig volmaakt zijn.
Het was een zachte avond in het
laatst van October toon Eraser zijn
wandeling aanving. Do maan stond
aan deu hemel toen hij ecu uur later
iongs het nieor, waar hij bod gewan
deld, terugliep n-iar het kerkhof, dat
hij moast oversteken om de pastorie
te bereiken. Toen hij bij de poort stond
was liij zeer verwonderd op zulk een
eenzame plek een lichte gedaante te
gen den muur le zien staan leunen,
op do plek waar dc stoffolijke over
blijfselen lagen van den ouden squire
cn zijn schoondochter Hilda. Hij bleef
staan en spande zijne oogen in; cte
gestalte scheen voortdurend op de
graven neer to zien. Weldra keerde
zij zich om en zag hem, en hij Iier-
kende do groote, grijze oogen en het
goudblond haar \an do kleine Angola
Caresfoot.
Lieve Angela, wat doet gij daar
«tes avonds zoo laat'? vroeg hij met
oen verwonde rind!.
Zij word cou weinig rood. en reik
te hem ©enigszins angstig de hand.
Wees niet boos op mij. reide zij
op smeekenden toon, maar ik ge
roeid© mij van avond zoo eenzaam,
dat ik hier ben gekomen om gezel
schap to hebben.
Ilier gekomen om gozelschap te
hebben! Wat bedoelt gij toch?
Zij liet hot hoofd hangen.
Kom, vertol mij maar, wat gij
da armoe btdoolt.
Ik weet hot zelf niet goed. Hoe
kan ik het u vertollen?
ZLino verbazmg steeg, hetgeen zli
aan zijn gelaat opmerkte, waarna zi;
vervolgde:
Ik zal trachten het u te vort el
len. maar gij moot niet boos worden
20aals Pigott, wanneer zij mij niet
kan begrijpen. Somtijds gevoel ik mij
zoo eenzaam alsof ik naar iets zocht
en het niet kon vinden, en dart kom
ik hier staan en staar op het graf mij
ner moeder; dan heb ik gezelschap,
en l>en niet meer alleen Dit is alles
wal ik weet: meer kan ik u niet ver-
tellen Vindt gij dat ook dwaas, zoo
als Pigott?
Mij dunkt, dat gij een zeer zon
derling kind zijl. Zljt gij niet bang om
hier des avonds alleen le komen?
Bang o neon' Niemand komt
hier. als het donker is durft niemand
uit het dorp hier te komen, omdat zij
re,-gen, dat da ruin© vol looze gees
ten is. Jakes heeft mij dat verteld.
Ik moet echter wel dom zijn; ik kan
ze met zien, en ik wilde ze zoo gaar
ne zien. Ik Stoop, dat het niet verkeerd
van nnj is, maar toon ik er met mijn
vader laatst over sprak werd hij
doodsbleek en was zeer toornig op
Pigott omdat zij mij zulke dingen in
hot hoofd had gebracht, maar gij
w« twel, dat Pigod dat volstrekt niet
hoeft gedaan. Ik ben niet bang om
hier te komen; iu doe het gaarne, hot
is zoo kalm, en als men iu de stilte
aandachtig luister dan heb ik altijd
do gedachte bij mij, dat ik dingen
hoor, die een ander met hoort.
(Wordt vervolgd).