De Europeesche Oorlog. DE BOOSDOENERS. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 12 OCTOBER 19T4 Bijzonderheden ovir den val van Antwerpen. De schade door '1 bombar dement aangericht valt mee, men sehat dat V deel van de stad vernield ls. De Engelscbe treepen ln Antwerpen waren slechts 8000 man sterk. De Duitsche autoriteiten ln Antwerpen verklaren dat de gevluchte be woners der stad weer knnnen terugkomen. Proclamaties. De Duitsche en de Engelsche pers over den val van Antwerpen. fan 't oorlogsveld ln Frankrijk is weinig nienws, hoewei er verbitterd gevochten wordt. De Oostenrijkers ontzetten de vesting Przemysl. Bommen boven Parijs geworpen. De vat van Antwerpen Er komen mi nadere bij®on<lerho- I den over PEN VAL DEK VESTING. Een correspondent van 't Alg. Han- delsbiad scluijft: Donderdag reeds waa het duidelijk, dat de stelling niet te houden zou tij it. De Duitsche troepen waren toen reeds te ver opgedrongen. Hard nekkige gevechten hadden nog plaats. Terwijl do Belgische Infante rie en artillerie' reeds aan het aftrek ken was, vochten de Engolschekï nog als leeuwen, hum reusachtige vuur monden telkens weer op een aanruk kende Duitsche Infanterie richtend. De forten bij Be'rchem en Merxem hielden "tot het laatst toe stand, wer den eerst verlaten, toen er, om zoo te zeggen, niets dan puinhoopon van over waren. Bij Hoboken waar do grond, naar men rnij verzekerde, vol mijnen was gegraven, hebben ce Duitschers, die daarvan door verraad op de hoogte gebracht zijn, geen voet gezet. Middelerwijl word het bombarde ment van de si-ad met kracht voort gezet. Vooral aan hot zuidelijk ge deelte was het vuren van allo kanten. Een vernietigend vuur richtte de Duitsche artillerie uit haar zwaarst geschut op de derde en laatste verde digingslijn van de stelling. Tusschon de forten Wilrijk en Mechelen op het froi.t 9 en 10 waren de granaten om zoo te zeggen niei. van de lucht. Dan werden de versterkingen zelf getrof fen, dan werd een achtergelegen huis in brand geschoten. Om 7 uur ces morgens begonnen, bleven de projec tielen tot 12 uur door de luoht fluiten. Toen was alles kort en klein gescho ten. Het Belgische geschut, dat ter verdediging was opgesteld, vermocht er niets legen. Het was hun zelfs niet mogelijk, zich ook maar ©enigszins omtrent de opstelling te vergewissen. Precies wisten daarentegen de Duitechers, waarop ze hadden te richten. Hun ballonnen gingen regelmatig de hoogte in. Van daar werd de plaats bepuald van de verdedigende stellin gen, cn dat werd onmiddellijk naar omlaag geseind. Het vuur was zoo hevig, dat de verdedigen zelfs niet kondon vluchten, zonder oen wissen dood 'iegernoet to gaan. Vrijdagmiddag tegen 12 uur kwa men andermaal een viertal Duitsche officieren op het stadhuis om de over gave van de stad te eisohen. Na een kort onderhoud werd toe gestemd. Hals over kop verlieten de Belgi sche troepen de wallen om de stad, een gedeelte week uit naar het notfr- den en gaf zich ter interneering aan de Hollandse!*© grens over. Een ander gedeelte, de meerderheid, trok Ln wil de vlucht de schipbrug over de Schel de over. Om 2 uur t» middags stak men deze brug in brand, om een ver volging door de Duitsche troepen "oo beletten. Op het oogenbük, dat de laatste Belgische troepen do Schelde over waren getrokken, kwamen de öult- sche troepen aan de Zuidzijde door de Berehemsche en Mcfrxemsche poorten de stad binnen. Vrijdagnacht was deze voor het eerst onder Duitech opperl>estuur. On- middellijk trokken troepenafdeelin- gen de stad om, ten einde ook de noor delijk gelegen forten, die nu dus van alle kanton aangevallen konden wor den, 'Ie vermeesteren. Latere berioh- ten melden echter, dat de Belgen zelf de voornaamste versterkingen, n.l. Saarbruck en Ga,pellen, reeds in do lucht hadden doen springen. In een latere correspondentie van dezen journalist lozen wij nog: „•Maar wij wisten dat een gToot ge deelte van dezen brand niet door do Duitsche bommen, maar door de Bel gen zeiven was ontstoken. Achtereen volgens ware'n de petroleum- en ben zinetanks. de magazijnen voor voe dingswaren en fourage, de graan silo's de bergplaatsen voor kruit en munitie in vuur gezet, de bruggen werden opgeblazen, en. zooveel moge lijk werd alles, waarvan de Duit echers bij hun inval in Antworoen naar eenigszins gebruik konden ma ken, aan de vlammen, prijsgegeven. Eenmaal de 'bevolking gevlucht, de bezetting teruggetrokken, miochl er voor den vijand niets overblijven. En dè forten ontploften, het een na het andere, zoodat van de vesting, wier verovering het Duitsche leger nog heel tvat manschappen heeft gekost, de vijand niet veel meer vinden zal dan ledige en verlaten gebouwen, om ringd door een hoop puineri. Ligt er niets van het antieke heroïsme in de daad van deze eeuwenoude stad, die liever dan den vijand voordeel aan te brengen, zichzelve glorieus In een vuurpoel laat opgann? Aan hare glansrijke geschiedenis heeft het ou de Ant-verpia een schitterende blad zijde toegevoegd „Een Hollander, die in Antwerpen gebleven was, vertelde mij dat een aantal groote branden, die door de beschieting zijn ontstaan, tot grooten omvang zijn, kunnen komen juist doordat de bewoners afwezig waren. Als zij er geweest waren toch, had den zij allicht tal van branden in den aanvang kunnen b'usschen vóór zij grootere afmetingen aannaaien. Een reden te mear om den grooten uittocht te betreuren, die toch waarlijk niet noodig geweest zou zijn. Wel ver klaarbaar, na de verzekering dat Antwerpen tot den laatsten steen verdedigd zou worden, maar niet noo dig, waar thans 'blijkt, dat van ver dedigen tot d'en laatsten steen geen öprake is geweest." „Door de buitenwijken gaand, krijgt men den indruk van een over haaste vlucht. Do verdedigingskanon nen zijn overal blijven slaan, netjes Ln stelling, de monden van het lich te geschut steken nog door de gaten van de aarden walletjes, en elders liggen de hoogere* wallen nog onge- met de zwaardere stukkon er achter. Er was blijkbaar geen tijd om l*ot geschut mee te nemen." Wie den toestand in Luik en el ders gezien heeft, zou zoo denken dat alle althans vele der onbewoonde huizen zouden zijn opengebroken, maar daarvan is geen sprake. Het blijkt dat door de Duitschers nog niets in de stad is beschadigd of ge forceerd. Trouwens, ik kreeg hier in Antwerpen toch wel een geheel an der beeld van hoi optreden der Duit schors dan in andere steden." De N. R. Ct.-correspondent meldt: Reeds Donderdagavond verlieten de Belgen Antwerpen. Hun aftocht werd gedekt door liet 7de linieregiment, dat tie schipbrug opblies. Toen de Engel- seiven Vrijdagmorgen aftrokken, hield de beschieting om 10 uur op. De bur gemeester begaf zich als parlemen tair naar de Duitschers, die eveneons een parlementair zonden. Do Dui'ischers trokken om 12 uur Antwerpen binnen. De voorwaarden waren, dat do garde civiaue niet go- vangen genomen en niet ontwapend zou worden en geen lieden van 18 tot 30 jaar gevangen werden genomen. Men mompelt, dat de stad oen half milliard oorlogsschatting zal moeten opbrengen. Baron vou der Sohuetz is tot gouverneur benoemd. Geen der forten is verdedigd, de meeste zijn platgeschoten nadut zij verlaten waren. De Duitschers voer den geen bestormingen uit. In den nacht van Vrijdag op Za terdag bliezen do Belgen achtereen volgens de forten Ertbrand, Bras- schaet en Beirendrocltt en om 7 uur 's morgens S'tabroeck (alle bij de N'oderlandsche grens) op. DE AFTOCHT VAN 'T BELGISCHE EN ENGELSCHE LEGER. Een correspondent van 't Nieuws van den Dag seint: Toen Vrijdagochtend de 'terugtocht uit Antwerpen begonnen was, pro- beefden de Duitschers onmiddellijk, zooals te begrijpen was, den aftocht onmogelijk te muken door bij Donder- rnonde den vijand in de flank aan te vallen. Wel werd Iret Rritsch-Bei- giscJie leger gedekt door flinke 'troe pen op de flanken, maar die waren alleen maar voor infanterle-aanvallen en de Duitschefs wisten met artillerie bij Dendermonde door te rukken en over St.-Nicolaes heen de flank won den vijand aan te vallen. Dat ge beurd© met artillerie, die op een kilo- meier of acht afstand bleef en ,toen deze met verbijsterende juistheid shrapnells uitbraakte op de terug trekkende bataljons, ontstond or al gauw een soort van paniek onder do terugtrek kenden, omdat men. geen vijand zag en alleen maar die ellen dige shrapnells niet ontzettende juist heid ia de gelederen zag springen, waardoor telkens mannen vielen. De Engelsehen, die nog over de meeste physieke en rnoreele kracht beschik ten, omdat ze het kof ast aan het front waren geweest, ondergingen den vuurdoop als helden, hierin voorge gaan door Hun officieren, maar de Belgen voelden dit als het toppunt hunner ellende, die niet meer te dra gen was. Him officieren baden en smeekten hen kalm te blijven, maar nie'; overal gelukte dat. Te verwonde ren is het niet Ze zaten nu in het ui terste hoekje van hun verloren land. Het cenige stukje, dat nog niet in 'a vijand» handen was, hun sterkste stelling Antwerpen, was niert bestand gebleken, ondanks hun moed en on danks de te late hulp der Britten; ze zagen den weg naar den it ij en aftocht J afgesneden en voelden do onverschil lig makende doodelijke moeheid van de laatste weken dapper vechten. Ze wilden weg van dien moordenden re gen van lood en ijzer, die fluitend op hen afkwam en mot helsch lawaai bo ven hunne Itoofden en in hunne gele deren barstte, zonder dat een vij te zien wa3. Ook voor de Engolschen stond hot vast dat er te kiezen was tusschon twee dingen: langzaam wachten tot het shrapnefivuur ook den laatsten man getroffen zou heb ben. of terugtrekken op d© grens van het neutrale Holland. Men koos het laatste en t.rok kalm terug, onafgebro ken gevolgd door liet vuur der on zichtbare Duitsche kanonnen. Van Sint-Nicolaas ging het over binnen we gen naar Klinge, even ten zuiden van Huist, v aar men de wapenen en mu nitie afgaf aan de Hoilandscho sol daten en doorgestuurd wvrd naaf Temeuzèn cn van daar met hooien naar Vlissingen. Een deel van do achterhoede had echter geen kans gezien het neutrale gebied te bereiken en werd afgesne den door de Duitsohefs en in do ge vechten gedood of gevangen genomen. Iloe groot dit aantal is, kan ik niet vaststellen, rnaar wel meen ik te weten dat het niet meer dan een paar duizend zijn. De hoofdmacht bereikte roet koning Albert en d© Engelsche en Belgische états major veilig Ostende. Do geest, dien ik onder do Engel sche troepen opmerkte, zal ik niet licht vergeten. Ik had het altijd voor een mythe gehouden, dat mannen zou den huilen, omdat hun de gelegen heid benomen was, tot het laatst toe met hun kameraden te strijden. Nu heb ik er zulkcn ontmoet, die me wee- uend zeiden ,,11 acl ik maar kans go- zien me in de pan le laten hakken met onze mannen die afgesneden zijn, hover dan te weten dat ze allen moe ten vechten tol het laatst," Allo Kngolsche soldaten vonden het onverantwoordelijk, dat zij zonder goede artillerie naar de stelling Ant werpen waren gezonden. Ze hadden maar een paar scheepskanonnen te hunner beschikking. Over de leiding en den moed hunner officieren kon den ze geen woorden van lof genoeg l inden. Ook de Belgen prezen ze als goede strijders. EEN ONDERSCHEIDING. De Duitsche staf heeft een officieel verslag van do belegering van Ant werpen gegeven. Veel nieuws lezen we daarin evenwel niet. De be-legoring heeft 12 dagen geduurd, is namelijk aangevangen op 28 September, toon het eerste schot viel. Op 6 en 7 October werd de 400 Meter breede Nethe over getrokken. Verder wordt geconstateerd „De vermoedelijk zeer sterke be zetting heeft zich in den aanvang dapper veroedigd, doch was tegen de bestorming door onze infauterie cn marinetroepen en tegen de zware ar tillerie niet opgewassen, en ontruim de de sfad." ïn do stid werden door do Duit schers groote voorraden van allerlei soort buitgemaakt. De commandant van de Duitsche be- logoringst roepen kreeg van den Keizer do orde „Pour le Mérite". EEN OFFICIEEL ENGELSCH BERICHT, fi oen officieel bericht van de En gelsche admiraliteit wordt botend ge maakt, dat de vesting Antwerpen nog wel enkele dagen verdedigd had kun nen worden, maar toch niet zoo lung tot voldoende hulptroepen gezonden konden worden. Daar do Duitschors reeds begonnen do verbindingslijn met Ostende te bedreigen, werd tot don aftocht liesloten. Bij liet gevecht in Antwerpen verloren de Engelse-hen nog geen 300 van de 8000 mannen. De terugtocht werd met sucocs vol bracht. De zware marine-kanonnen zijn weggevoerd. 2000 officieren en manschappen kwamen na don val van Antwerpen op Nederlandsch go- bied en werden geïnterneerd. DE DUITSCHE PERS OVER DEN VAL VAN ANTWERPEN. Hot „Berl. Tageblatt" schrijft „Een der belang rijkste stellingen tor wereld is den vijand in nauwe lijks twaalf dagen ontrukt. Achter de Belgische verdedigers stond Enge land en toen bij de Belgen het plan opkwam, doelloozo vernietiging en bloedvergieten to voorkomen, door ca pitulatie, sprak Engeland zijn veto uitdien tengevolge heeft nu de le venskrachtige en arbeidzame stad het zwaar te verantwoorden gehad." De „Voss." Zeitung" zegt „Zulk een krachtig doorgevoerde aan val tegen Antweipeu was moge lijk, omdat do Duitschers beschikken over overmachtig geschut, waarvan de projectielen door alle dekkingen heenslaan, alle versterkingen in kor ten tijd vernielen." Do „Deutsche Tageszeitung" merkt op „De val van Antwerpen beu ijst, dat de vernietiging van een grooten sector zelfs van-do uitgebreidste stelling, vol doend© voor ons is om de rost, door de working van ons moorddadig vuur, on houdbaar t© maken. De verovering van do Anlwcrpsche stelling in onge veer elf dagen duidt aan, hoe het met de Parijscli© stelling zal gaan. De val van Antwerpen beteekent niet nlleen de algeheele nederlaag van België, maar deze gebeurtenis moe' ook Engeland op uiterst gevoelig! vvij2e Heffen. Antwerpen was liet bruggchoofd voor den En gel schort aanval in onze fiank of rug. In Ant werpen gevoelden do verblinde Bei gen zich bijna onmiddellijk onder dekking van Engeland-® twscherrning. De Engelsche hulp is echter waarde loos gebleken en vermocht den val van Antwerpen niet te vertragen, Iaat Staan to voorkomen. Zoo is Engeland ook onmiddellijk bij dezo nederlaag betrokken." Uit strategisch oogpunt is de ver overing van Antwerpen voor Duitsch- land van even groote waarde ab de actio van Hindenburg in Oost- Pruisen." DE ENGELSCHE MEENING. Do „Daily Chronicle", schrijvend over liet lol, dat Antwerpen getroffen heeft, zegt „Europa zal hot historische, weige rende antwoord van België, op de vraag der Duitschers, om aan hunne troepen toe te slaan, door hun onzij dig land to trekken, niet vergeten. Noch zal do wereld ooit vergeten, hoe heldhaftig België zich gedroeg in den. ongel ijken strijd. België stelde het gevaarvolle pad der eere hoven het voorzichtige pad der veiligheid, toen het do kans aanvaardde, dat Antwer pen gebombardeerd zou worden, na dat op do tweede vraag der Duit schers nogmaals een weigerend ant woord was gegeven. Antwerpen moge vallen België zal zich verheffen! liet staat thans op het toppunt van zijn roem, de trek ken verwrongen door onnoemelijk lij den, rnaar omgeven met den stralen krans van de opperste heldhaftigheid. Op de Briteche natie rust thans de heilige plicht, België in zijn nooden bij te staan, en het in stout le stellen, zijri in puin gestort nationaal bestaan weder op te bouwen," ANTWERPEN NA DEN VAL. Antwerpen is uitgestorven, zoo seinde Zaterdag een correspondent van 't „Alg. Handelsblad". In de bijna leege straten langs do gesloten huizen loopen voorzichtig enkelen van ue weinigen, die na hot bombar dement nog in de stad zijn gebleven ©n die .nu na af loop van de beschie ting weer zijn te voorschijn gekropen uit de keldei3, waarin zij zich had den verborgen. Verder ziet men alleen Duitsche soldaten, die in grooten ge tale vooral het centrum van de stad bezetten. De Duitsche commandant van Ant werpen Frciherr Von der Schütz, •heeft zijn zetel gevestigd in het stad huis, van waar uit hij het gchecle mi litaire beheer van de stelling Antwer pen dirigeert, terwijl hij voor hot burgerlijk Iwstuur van do stud wordt bijgestaan door burgemeester Jan de Vo3 met de Schepenen. De pontonbrug over de Schelde, die de Belgen voor den aftocht deden springen, wordt met groote haast door de Duitschers hersteld. De Duitsche commandant deed een beroep op do vluchtelinge n, dat hij ter ken nis bracht o. a. van den Ncderland- schen grensrommandant te Putten en Nispon, om weer n aardes t-a d terug te komen Volengaan eeds terug naar Antwer pen en do dorpen rondom. Do Duitschers schijnen alles te wil len doen om do rust in de stad te her stellen. Zelfs Zsig ik, wat ik nog nim mer bijwoonde in dezen oorlog, do brandweer, geholpen door Duuscha soldaten, bozig om branden te blos- sehen op de Schoenmarkt en in de Rue des Peignes. Overigens z ij n m ij de v e r- w o e s.t i n g e n te Antwerpen b u it o n gewoon meegeval len, na de overdreven verhalen, die daarover worden gedaan. In het cen trum en bij de Zuuler-statie is wel veel verwoest,, rnaar van een ernsti ge schade is toc-h geen sprake en da Antwerpenaars zullen rn. i. wijs doen naar de slad terug te gaan on er hun zaken weer te openen. Do „N. R. Ct." meldt Do Duitsche gouverneur. Baron Von der Schütz, heeft be kend gemaakt, dat de bur gers rustig terug kunnen keeren. Een gedeelte geeft daar aan gehoor, maar anderen vluchten nog, zoodat de wog van Antwerpen naar Cupellen en Putten zwart is van vluchtende en terugkomende .men-' schen, die elkaar kruisen. D« verwoesting van Ant werpen is behalve b ij het Z u 1 (10 rstation o n b e d u i- don d. Eon bom heeft de I: eve vrouwe kerk beschadigd. In Bod- en Ramstraat zijn huizen stukgeschoten, maar de verwoesting is overdreven. Het paleis des Koning® op do Meirplaats en het Centraalstation zijn onbeschadigd. Het ergst zijn getroffen Borgerhout, Berehem, de Antwerpsche staties, het Justitiepaleis, een paar kerken en kloosters, enkele sinjorenpaloizen cn havenwerken. Het „N. v. d. D." „Dat de bevolking zoo spoedig rno gelijk torugkeere, is in elk geval een wensch, waarvan de vervulling nog veel ellende kan voorkomen. Hel zware en meedoe gen looze bom bardement beeft de stad niet ?oo ge ruïneerd, dat zij voor moer dan een honderdste gedeelte ontewooi-.bnar zou zijn. Dit zonder overdrijving." De „Telegraaf" Ik sprak oen stadsbeamhte uit Ant werpen, die Vrijdagnacht de stad verlaten heeft. Deze verzekerde, dat (lest ad betrekkei ij k weinig van hot bombardement ge leden heeft Alleen Ber ehem en hot Zul d-0 o s t e I ij k gedeelte zijn erg geteis terd, GEWONDE BELGISCHE SOLDATEN'. G00 gewonde Belgische soldaten zijn per boot naar Entreland vervoerd. De Belgische vluchte lingen. Een correspondent van het „Alg. Handelsblad" heeft den Duitschen gouverneur van Antwerpen. Freiherr Vort der Schuetz, gevraagd of den vluchtelingen zon worden toegestaan binnen Antwerpen terug te keeren. De gouverneur gaf do volgende schrif telijke verklaring „De ondergeteekende, bevelhebber der vesting Antwerpen, verklaart dat niets don terugkeer der inwoners van Antwerpen in hunno woningen belet. „Aan geen hunner zal leed geschie den en het privaat eigendom zal on geschonden blijven, op voorwaarde dat elk zich van vijandelijkheden önt- houde. ,D© leden der burgerwacht, wan neer zij niet gewapend zijn, zulien niet als krijgsgevangen worden be schouwd en kunnen gerust terugkee- ren. Generaal Von Beseier, commandant der Duitsohe belegeringstroepen van Antwerpen, heeft do volgende procla matie uitgevaardigd „Bewoners van Antwerpen. ,IIet Duitsche leger is zegevierend uwe stad binnengetrokken. Aan geen uwer medeburgers zal eenig leed" ge schieden en uw eigendom zal ge spaard worden, wanneer ge u ont houdt van vijandelijkheden. ledero handeling, in strijd met het boven staande, zal volgens het oorlogsrecht worden gestraft en kan de verwoes ting van uw sehoone stad ten sevolae GEVECHT BIJ GENT. De „Times" bericht Vrijdag in den namiddag verschenen de Duit schers te Me'le, nabij Gent. Zij wer den aangevallen door Belgische in fanterie; een sterke artillerie-macht verliet Gent ter ondersteuning. Za terdagochtend werd een levendig ge veeld geleverd tusschen Gent en Den dermonde. Uit Berlijn wordt geseind: Hier wordt gebuUclinecrd, dut de Duitsche opmarsch tegen Gent heden is be gonnen D« strijd In Frankrijk. Een officieel Fransch bericht luidt: De actie wordt voortgezet onder be vredigende omstandigheden. Het Fraiisch-Engelscho front is intact ge bleven, niettegenstaande de Duit schers op verschillende punten herige aanvallen deden. Op den linkervleugel in de streek tusschen La Busséc. Armentières ea Cassel hebben gevechten plaats ge- FEUILLETON (Naar het En gclsch). 33) Do toon \an haar stem dood hem plotseling in zijn voor hom ongowo- ïio-ii uitval zwijgen, en. dwong hem zijn. vrouw aan, to zien. Zij stond on woes hom een stoel aan. Hoar gelaat w.is kalm en onbewegelijk, slechts hare pupillen schenen, mot groote snelheid uit te zetten en zich sa/non te trekken. Een hWk was voor Bella my voldoende, llij was lievreesd en ging zitten. Zoo is het goed, zo,do zij vrien delijk, nu kunnen wij eens op ons gemak met e.kaar praten. John, gij zijl reel is teel eerde, en dus naar ik veronderstel min of meer een man Vui de wereld. Als rechtsgeleerde en als mail van do wereld veraook ik u om mij aan to ziien ea dun u zelf, en dan te zoggen af gij het voor waar schijnlijk, ja mogelijk houdt, dat ik uit liefde met u zou zijn gehuwd. Üpèiïlmrtig gesproken, ik bob dat vol strekt niet ge (aan, ik ben met u ge trouwd alleen orrdut gij in verband mot in ij co pionnen do geschiktste per- Mam daarvoor waart. Als gij dat' maar wilt begrijpen, 'dan het zoo wel u als mij voor vele kwellingen vrijwaren. Op uw manier, bost© John, zijt gij ln uw vak slim genoeg. roaar xoudt gij oen «ogenblik kunnen denken tegen mij opgewassen te zijn? Als dat zoo is, dan vengLst gij u ton zoorste. Neem mijn. raad ter harte, en neem geen ,pr\>ef. Gij moet echter niet denken: dat het voordeed gchewt aan. mi in kant is geenszins. Als gij u goed gedraagt en u door mijn raad laat leiden, dan zal ik u tot oen van do rijkste en machtigste personen ia hot graafschap dmn verheffen. Doet gij dat niet, dan verlaat ik u zoodra ik sterk genoeg ben. Stijgen moet ik cn wil ik. en wilt gij niet met mij stij gen, dan stijg ik alleen. Wat betreft uw klacht, dat ik rnij roet om u )>©- kommer, ach, mijn beste John, dat dco ik. ook niet. Het is inaar het beste, dat wij elkaar duidelijk Ingrij pen. Kom, zullon wij gaan lunchen'.1 Bellamy wilde dien dag echter ndcA lunchen. Maar toch, dacht hij bij zichzelf, tervwijl hij leed mui een vroeaolijke hoofdpijn, tongevclge van zijn toorni- gen uitval, zul fco tijd wol wraak brengen, en als dat tijdstip is geko men ,pas dm. op, mevrouw Bellamy! HOOFDSTUK XV. Abbey House. Kr wareu ongeveer negen en een half ja-ar verloopen sedert de laatst gemeld© gebeurtenissen hadden plaats gehad, toen op zekeren avond Eraser bedacht, dat hij den gauschen dag binnenshuis was geweest en zich had voorgenomen om tot laat in den avond te leczen, zoodat het beter zou zijn, orn wat (lichaamsbeweging te nemen. Een slanke, ©enigszin-s zenuwach tig uitziende man, met donkere oog-en, oen vastberaden trek orn de mond on n et dio eigenaardige goiK>- gon. Ixoudang on. bleekhedd van gelaat, welke meestal eigen ia aan dogen-ïri, die zich geheel aan de studio wijdon, ziedaar Frasor, op wiens gelaat, de stempel van geleerdheid stond afge drukt. Zijn levensgeschiedenis was zeer gev-con Hij bezat zeor groote uoadeuiisclvs )«ekwaamlredon, en had zich in zijn jeugd aan do univoreitett bijzonder onderscheiden zoowol ra het classicaal als het mathematisch gedeelte van het onderwijs. Nog aeer jong zijndo werd hij door eten invloed van een bloedverwant tot zijn tegen- woord-igen werkkring gekomen, waar bij het inkomen goed, en do bevolking zeer klein was. Daar zijn werkkring volstrekt geen inspanning va.ru hem vergde, sloot Iiij zich met zijns boeken op. on deed zijn ambtelijke plichten bij wijze van uitspanning, ea nooit trachtte hij ziel» te verheffen, boven de kalmte van zijn doeH-ooz© studiën om zich roem en stund in do werkzame maatschappij to veroveren. Ftoser wae, wat do menschen. noemen, een knap man, die zich zelf weggooide. Als men zijn verlogen, overgevoelige natuur een weinig betor had gekend, dan hou men hebiien begrepen, dat hij oneindig l.eter gesclukt was voor den eenzamen kalmen werkkring, dien. hij voor zich had gekozen dan om deel uit te maken van d »s woelige en gretige menigte, die steeds eeuwen door worstelt op de gladde treden van don tempel van den grootst© onzer af goden Room. Zulke mannen zijn er velen; waar schijnlijk zult gij, die dit leest, er wel eeri paar kennen. Na voortd u renden arbeid zamelen zij honig op van de velden dor kennis, verga i on zich ge gevens tot in het oneindige uit do sta tistieken dor wetenschap, stapelen hunno berekeningen op tot zelfs aan de sterren-; ,-n dut alles geheel nutte loos. liet is bij hen regel our geen boeker, te scl-rijven zij stud e© ren ter- wille van de studie en uit liefde voor deze studie berekenen zij mei genot den verloren uibeid. En zou gaan zij voort juin in, jaar uit, totdat do gou den )>eker is gebroken en do fontein niet meer werkt, dan zinkt de bijoen- gezamelde kenwis weg of schijnt weg to züikon vanwaar zo gekomon is. Helaas, het eeno geslacht kan zijn wijsheid cn ervaring niet aan een volgend overdoen vooral niet de ervaring in haren volkomen vorm! Als dat zoo ware. dan zouden wij menschen spoedig volmaakt zijn. Het was een zachte avond in het laatst van October toon Eraser zijn wandeling aanving. Do maan stond aan deu hemel toen hij ecu uur later iongs het nieor, waar hij bod gewan deld, terugliep n-iar het kerkhof, dat hij moast oversteken om de pastorie te bereiken. Toen hij bij de poort stond was liij zeer verwonderd op zulk een eenzame plek een lichte gedaante te gen den muur le zien staan leunen, op do plek waar dc stoffolijke over blijfselen lagen van den ouden squire cn zijn schoondochter Hilda. Hij bleef staan en spande zijne oogen in; cte gestalte scheen voortdurend op de graven neer to zien. Weldra keerde zij zich om en zag hem, en hij Iier- kende do groote, grijze oogen en het goudblond haar \an do kleine Angola Caresfoot. Lieve Angela, wat doet gij daar «tes avonds zoo laat'? vroeg hij met oen verwonde rind!. Zij word cou weinig rood. en reik te hem ©enigszins angstig de hand. Wees niet boos op mij. reide zij op smeekenden toon, maar ik ge roeid© mij van avond zoo eenzaam, dat ik hier ben gekomen om gezel schap to hebben. Ilier gekomen om gozelschap te hebben! Wat bedoelt gij toch? Zij liet hot hoofd hangen. Kom, vertol mij maar, wat gij da armoe btdoolt. Ik weet hot zelf niet goed. Hoe kan ik het u vertollen? ZLino verbazmg steeg, hetgeen zli aan zijn gelaat opmerkte, waarna zi; vervolgde: Ik zal trachten het u te vort el len. maar gij moot niet boos worden 20aals Pigott, wanneer zij mij niet kan begrijpen. Somtijds gevoel ik mij zoo eenzaam alsof ik naar iets zocht en het niet kon vinden, en dart kom ik hier staan en staar op het graf mij ner moeder; dan heb ik gezelschap, en l>en niet meer alleen Dit is alles wal ik weet: meer kan ik u niet ver- tellen Vindt gij dat ook dwaas, zoo als Pigott? Mij dunkt, dat gij een zeer zon derling kind zijl. Zljt gij niet bang om hier des avonds alleen le komen? Bang o neon' Niemand komt hier. als het donker is durft niemand uit het dorp hier te komen, omdat zij re,-gen, dat da ruin© vol looze gees ten is. Jakes heeft mij dat verteld. Ik moet echter wel dom zijn; ik kan ze met zien, en ik wilde ze zoo gaar ne zien. Ik Stoop, dat het niet verkeerd van nnj is, maar toon ik er met mijn vader laatst over sprak werd hij doodsbleek en was zeer toornig op Pigott omdat zij mij zulke dingen in hot hoofd had gebracht, maar gij w« twel, dat Pigod dat volstrekt niet hoeft gedaan. Ik ben niet bang om hier te komen; iu doe het gaarne, hot is zoo kalm, en als men iu de stilte aandachtig luister dan heb ik altijd do gedachte bij mij, dat ik dingen hoor, die een ander met hoort. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5