BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
QROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUJDOR BU1TENSPAARNE 6.
DE BOOSDOENERS.
82e /wglag
ZilBHDAG 24 OCTOBEE 1014!
H. 861?
DE ZATERDAGAVOND
KftARLGKTO BAC&AQ MOST
f 1.20 PER 8 ËAANDfN
OF !0 CENT PER WEEK.
M HAARLEM'S DAGBLAD XUN
AovaiTaiTiËw PoaLTusweaax
ONZE «IMONOEB
WOSDSN CPOEMERR»
Haarlemsche
Handelsvereenigiog
Gosdgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij Koninkl. besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1999, No. 52.
Bureaur Jansweg 11, geopend alte
werkdagen van 9—5 uur.
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereeniging hier ter stede opge
richt met het doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
van informatiëu en het incassee'ren
yan dubieuss vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni
ging ter invordering In handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden be
taald terwijl van alle vorderingen
door de vereenigiug geïnd 3 pet pro
visie wordt geheven.
Iu Januari en Februari 1914 zijn 32
vorderingen tot een bedrag van
f 1203.81 betaald; 32 vorderingen wor
den afbetaald, 17 vorderingen zijn
uitgesteld.
Bovendien hebben de leden het
reoat op het liun gratis te verstrek
ken advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging, de heeren
Mrs. Tb. de Baan Hugenholtz en A.
IJ. J. Merens,Spaarno 94 alhier, die
desgewenscht 'ook in proceduren en
faillissementen, gratis voor hun op
treden, natuurlijk echter alleen voor
zaken betreffende den bandel of het
bedrijf der Jeden.
Bij eike vordering der rechtsgeleex
den in handen gesteld moet 10 cent
•oor porto worden gevoegd, terwijl
/an de bedragen der langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt. moet
worden betaald. 11.1L rechtsgeleer
den hebben het reoht in geval van ge
rechtelijke vervolging het door hun
noodig geoordeelde voorschot te vra
ten aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonische inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct berekend
terwij] voor informatiëu op buiten de
itau wonende personen f 0.60 pLni.
5 ct portovergoeding moet worden
betaal tl.
Aon net kantoor Jansweg 11 zijn
coupons A 10 ct verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger
lijken Stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adres
sen van hier ter stede op het bevol
kingsregister ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitiujutiekaarten, waarop zij
persoonlijk informatiën kunnen vra
gen, in andere plaatsen bij de daar
jevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderi. Infor. en Schu'.dinvordering-
bureaux en Uandel3vereenigingen
aangesloten vereen igingen.
Deze information worden gratis ver
strekt indien ze onmiddellijk zonder
verder onderzoek kunnen worden ge
geven. Is een nadar onderzoek noo
dig, dan bedragen de kosten daar
van 20 ceoih
Nieuwe leden voor 1914/15 kunnen
nu reeds tot de vereeniging toetre
den en genieten alsdan tot 1 Mei
B.k- alle voorrechten als een gewoon
lid.
Het is noodg er nog eens nadruk
kelijk op te wijzen dat goed infor-
meeren, vooral naar nieuwe cliën
ten eene bepaalde noodzakelijkheid is
geworden, waar zoovele geheel onbe
kende personen zich in onze stad en
aangrenzondo gemeenten komen ves
tigen. Onder alle k o r e n is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 18
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd r-tjii
aangesloten geeft uit eene tweemaan-
delijksche lijst van nameen van per
sonen omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on
geschonden moet blijven en die als
w aarschu w i ngsmiddel uitstekende
diensten bewijst.
Waar eene vereeniging, die haren le
den al deze voordeel en en gemakken
aanbiedt, slechts f 3.50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bescheiden etsob te noemetu, te
meer daar ai het opgenoemde niet
hel eenige is wat de Haarlemsoke
Handelvereeniging doet; steeds heeft
zij een open oog gehad voor alle za
ken, die hare leden in 't bijzonder en
onze gemeente in t algemeen betrof
fen en altijd heeft zij daarvoor ge
sproken.
Het zou te ver voeren alles op te
noemen, waarvoor zij opkwam, al
leen dient nog vermeld, dat het hare
bedoeling is, in deze richting kraah-
tig voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur d!rie commissiën gevormd en ia
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
met het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeene Middenstandabe
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier:
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
tot stand brengt verdient uw sym
pathie en de contributie, f 8.50 per
jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe
sterker zij ia iu ledental, des te meer
kan de Haarlemsabe HandéLsvefr-
eeniging doen.
Sluit u bij baar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
Het Rijke Natuurleven
HERFSTMORGEN.
Er hoort eenige moed toe, in dézen
tijd 's morgens vroeg er op uit te
gaan, om kleine waarnemingen te
doen, maar do moeite wordt wel be
loond.
De natuur sdhijnt sterker tot ons te
spreken, naarmate de mensen meer
op den achtergrond blijft. Zij is al
ontwaakt, als de mieesten onzer nog
aan geen wandeling denken en in
haar ontwaken maakt ze een diepen
indruk op one.
Hét is oen morgen na een mistigen
nacltt. De lange beukenlaan, die we
bewandelen, staat nog in het kleed
van den herfst.
Tusschen takken en bladeren hangt
de nevel nog en het eentonig getikkel
der waterdroppels is het eenige ge
luid dat we hooren, het is 1 mistroos
tige oohtendlied van de moegewerkte
natuur, dat we bijna lederen herfst
dag weer hooren en dat slechts
wordt vermengd met liet lispelen der
neervallende bladeren.
De groole, verraderlijke netton der
herfstspinnen zijn wijd uitgespreid.
Aan alle draden heeft de nevel zich
vastgehecht, kleine schitterclropjes,
miniatuurkarbonkels, aan ragfijn
weefsel. Stilte om óns heen; de droef
geestige Stilte van den herfstmorgen.
Maar daar schiet rnet een luiden
kreet een Vlaomsche gaai te voor
schijn. Hij kwam uit hot naburige
bosoh, waar hij den nacht doorbracht
en bijna jubelend begroot hij den na
derenden morgen.. Veel indruk maakt
het herfstlandschap niet op hein
Hij voelt zich koning overal en som
berheid is hem vreemd.
Dat juist maakt ook, dat we hem
zoo graag In dezen tijd ontmoeten.
Juist op het o ogenblik, als we door
het eentonig neerdruppelen het toch
nog zoo intense leven in de natuur uit
het oog zouden verliezen, sohïct hij te
voorschijn. Met zijn korte vleugels
klapwiekt hij zich bijna vooruit en
zijn spontaan, verschijnen, veelal
schrik brengend onder de kleine vo
gels, vult altijd op als iets heel bij
zonders.
Hij staat bekend als een groot-
moordenaar, vooral als hij jongen
heeft, maar dat hij niet altijd zege
viert over do weerlooze zangers, heb
ik dezen zomer meermalen opge
merkt. Wal deze laatste aan kracht
missen, trachten ze veelal door het
groote aantal goed te maken.
Een gaai achtervolgde een spreeuw,
die luid piepend een goed heenkomen
zocht in een esohdoorn, Met een
vaartje schoof ook de roover tusschen
de breede bl&ttóren door, maar plot
seling schoten van alle kanten spreeu
wen en muaschen toe, om hun zwak
ker natuurgénootje te hulp te komen.
Het was zoo'n leven in den esch-
doorn, dat ik zeker meende, dat de
spreeuw al mot Btuk gepikmn sche
del onder do pooten van de gaai leg,
maar nog geen twee passen was ik
naderbij gekomen, toen de gevreesde
indringer, achtervolgd door een
schaar van kleine vogels, die zooveel
mogelijk leven maakten, een goed
heenkomen zocht. Van eon spreeu-
weounoord was geen sprake geweest.
Als we er eenmaal op gaan letten,
kunnen we heel dikwijls dergelijke
staaltjes ran. samenwerking der zwak
keren waarnemen. Maar we waïen
op een ochtendwandeling.
Ik heb immers gezegd, dat dat
plotselinge verschijnen zooveel indruk
maakt, dat we uit onze herfstgedach-
tesi worden opgeschrikt.
Wat sman daar ondier de beuken
stamroetjes die matgroene bekertjes
dér korstmossen weer sprookjesach
tig.' Zij sloren zich aan geen naderen
den winter. Geheel den zomer kun
nen we de korstmoswereld in al haar
wondere vormen waarnemen.
De beuken en dennen, ja zelfs do
sterke eiken moeten aan hun 'lakken
en tegen hun stam de lange groene
baarden dulden, maar in het najaar,
en vooral in den winter valt dit zoo
sterk op, omdat de kleurenrijkdom in
de natuur dan minder groot is. Meer
leven kom'! er in het herfstlandschap.
De Vlaamsche gaai schijnt de klei
nere vogels te hebben gewekt, want
overal duiken ze op, de kleine zan
gers, die zooveel vrootijkheid brengen,
ook al laten zij hun opgewekte zan
gen niet weerklinken.
Wat zou do natuur zijn. zonder vo
gels? Die vraag komt naai- voren, zoo
vaak we den overgang van het stille
naar hei vroolijke en opgewekte in
de natuur aan dc gevleugelde Vriend
jes hebben te danken.
De vinkenfamilie is altijd wel het
sterkst vertegenwoordigd, vooral in
beukenlanen. Ze hebben 't intusschen
dit jaar niet getroffen. De driehoekige
vruch'ieu die soms bij duizenden kun
nen verzameld worden, komen nu
slechte bij honderdtallen voor en eer
der dan andere jaren zal er gebrek
aan voedsel zijn, ais wij niet te 'hulp
komen. Vlugger dan In de goede
tijden Jagen don ook do vlnkentroep-
jes van den eenc-n goudgekleurd en
beuk naar den ander. Ze zoeken en
eten en wisselen dit af mot stoeipar
tijtjes. Een enkele hipt met kleine
deftige Bprongetjes tusschen de nog
levendig gekleurde bladeren op den
grond en vindt zijn voedsel, waar wij
slechts dorre bladeren zien. Maar de
dag gaat komen.
Langzaam vervagen do novels. De
herfstzon gaat Schijnen over lret
sprookjeslandschap en over enkele
uren zal alles In goudgloed staan.
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Bonte kleuren. Verschillen
de mantels. Nieuwe ja
ponnen. Rokken. Tail-
les.
Alhoewel de wintermodes nog niet
„au graiul complet' zijn werd daar
xeieds genoeg gebracht, om zich een
denkbeeld te kunnen tonnen van wat
de mode «jigenlijk wil.
In de eerste plaats onderscheidt z.e
zich door; bontheid van kleuren. Ik
bedoel hiermede niet, gebloemde lin
ten, die voor ceiniures gebruikt wor
den, doch de gekleurde mantels van
grove cheviot's, breede diagonaals,
„peau de signe', Zibeline-laken en
YooJai Sahotschs stoffen, die slerk
op den voorgrond treden. Men ziet de
meest opvallende tinten in effen kleu
ren en de meest gewaagde combina
ties ïn geruite mantelstoffen.
Toen de magazijnen oranje en vuur-
roode naast hard paarse mantels
etaleerden, hoorde mei alom a."keu
rende crilieken, doch het duurde niet
lang, of het oog was aan de schrille
kleuren gewoon geraakt en... de oran
je-mantel werd gekoeld en gedragen,
zoodal men zich onwillekeurig af
vroeg, of het wellicht eene uiting van
innig nationaliteitsgevoel moest be-
teekenen'/ Een feit is het, dat de na
tionale kleuren als het ware naai- den
voorrang dingen, want behalve het
oranje, ziet men rood, het nationale
blauw en vooral veel witl
De meeste mantels hebben den
raglan-vorm, de-breede celmuur en
de kiok schoot, terwijl ze over het al
gemeen tot aan de knieën reiken, het
geen mij vooral voor ulsters in bx>-
ge mate onpractisch lijkt; niet alleen
ten opzichte van de jupon'rokkeD, die
ze noch tegen stof, noch tegen een
onverwachte regenbui beschermen,
maar in het koude jaargetijde voor
zien ze niet in de behoefte.
Behalve deze ulsters lanceert men
nog de lange, wijde capes met onder
veeten en opnieuw wordt de met bont
gevoerde rotonde gebracht, waarover
we reeds in een vorige causerie onze
opinie te kennen gavc-n.
Wat de nieuwe japonnen betreft,
is het meest opvallende de sterk ver
lengde taillo-lijn en de sluiting met
knoopjes en knoopgaton, die als bet
ware in het vergeetboek geraakt is.
Als deze mode inslaat, dan loopt onge
twijfeld bet „droit devout" gevaar,
want een wauw aangesloten japon
lijf vraagt de „taille fine". Wel beeft
men hieraan tegemoet willen komen
door do lange tailles sterk te drapee-
ren, zoodat de stof als het ware ge
rimpeld was om buste en taille; doch
zulks is alleen geschikt voor de aller-
slankste figuurtjes. Ik moet hieraan
nog 'toevoegen, dat bovenbedoelde
tailles op nauw sluitende voe'ringlijf-
jea gewenkt moeten worden.
De japonnen worden dus bewerke
lijker en kostbaarder, daar ze zoowel
meer aan metermaat als aan arbeids
loon rullen kosten; de mode is dus
niet bepaald in overeenstemming met
do tijden.
De rokken zijn zeer verschillend
van model. Voor het strenge, karak
teristieke „genre tailleur wordt nog
steeds do rechte rok gebracht met
breede zoomen, doch de onderwijdte
is laugzamérliand meer geworden.
Voor g'ekloede toiletten daarentegen
is de rok eerder nauwer geworden,
terwijl de lange, rechte tuniquo al
zeer ruim valt, zoodat kleine vouw
tjes er bepaald teel ijk mee uitzien.
Die lange tunimrcs kunnen als een
ruime, naar model gesneden volant
worden Ingericht, óf wel, als een
"ruim geplooiden onderrok Sommige
worden nog met een tamelijk breed,
glad heupsiuk go werk., waardoor
men de „jupe A troia étages ver
krijgt, die natuurlijk uitsluitend lan
ge, slanke vrouwen kleedt.
Uit een en ander merkt men duide
lijk, dat er van hét doo'rvoeren van
lijnen geen sprako meer is.
Met de sierlijke draperieën is het
eveneens gedaan, alleen drapeert men
nog zéér breede ceintuurs van even
boven de taille tot over de heupen.
D© ceintuurs worden zoowel iu dezelf
de nuance van het toilet gebracht, als
goh ooi afwijkend daarvan.
Voor gelegenheden i» de sleepjapon
weer in eere hersteld. Men brengt
voor gala-toiletten nog steeds pail-
letten-tuie, die op gekleurde satijnen
onderjaponnen een schitterend effect
maakt.
De garneert rogeu voor gekleede toi
letten bestaan hoofdzakelijk uit: kant
en gitten.
MARIE VAN A MS TEL.
Amsterdamsche Kout
145.
De gulden middenweg. Een
incident.
De winkelsluitings-verordening is
nu wel in Amsterdam ingeburgerd,
wordt er gezegd, en dat is ook v.el
waar. Maar dat neemt niet weg, dat
er nu in deze dagen door onzen ge
meenteraad weer denoodige zittingen
aan gewijd zijn, eer men kon komen
tot oen besluit van wijziging.
Ik lieb reeds verteld, dat de heer
Ter Haar de radicaalste oplossing
voorstelde, door de verordening maar
koelbloedig geheel om hals te bren
gen. Hij hield een betoog, dat er op
neer kwam, dat de verordening op het
wettelijk vastgestelde sluitingsuur
voor winkels zóó impopulair is en zóó
veel schade berokkent, dat zij hoe eer
hoe liever behoort te worden inge
trokken.
De cijfers en futen, door den lieer
Ter Haar in het debat gebracht, heb
ben aan gerechtvaardigde critiek
blootgestaan, en dus heel de grond
slag, waarop dit raadslid zijn voor
stel gebaseerd had.
Een bemiddelingsvoorstel deden de
heeren Nuyens en Hendrix. Zij wil
den, behalve apotheken, ook vrij la
ten winkels, waarin voedings- en ge
notmiddelen worden verkocht, nuts
ïië ruigen uur in zulke xuken slechts
wordt verkocht door den winkelier.
zijn echtgenoote of een inwonend fa*
mi hel id boven 16 jaar.
Ook de heeren Smit en Vliegen had
den een bemiddelingsvoorstel gedaan,
en het slot is geweest, dat aangeno
men is het voorste) der Commissie
voor de Strafverordeningen.
Besloten is nu de lezers van
Haarlem's Dagblad weten het onge
twijfeld al dat er ontheffing van
het verbod van negen-uur-sluiting kan
worden verleend ten sanzien van
winkels, die op 15 September 1911 we
gens hun ligging of den aard Tan hun
debiet op den verkoop na het sluitings
uur zijn aangewezen. Men roeit, dat
dit In 't algemeen niet gemakkelijk is
uit te maken. Er zal dan ook een com
missie worden benoemd, die elk geval,
waar ontheffing gevraagd wordt, af
zonderlijk zal onderzoeken. Deze com
missie zal worden gevormd door twee
leden-werkgevers in het winkelbedrijf
en twee leden-werknemers, onder pre
sidium van een onpartijdig voorzitter.
Het is nu een absoluut verkeerde
meening dus, dot door deze 'wijziging
slecht3 winkeliers in een bepaald
stadsgedeelte bij de wijziging profijt
zullen hebben. Men denkt in dit ver
bond wel Let eerst aan de winkeliers
in de Am sterstraat m omgeving. Een
onweerlegbaar feit is het, dat de win
keliers in deze buurt, die handelen
ia consumptie-&rtikelen nA elf uur,
't uur dat de talrijke theaters in dit
stadskwartier uitgaan, hun grootste
debiet hebben.
Maar nu komen dezelfde soort win-
keliere uit de buurt ran liet Leadsche-
p]ain, met eenzi.-lfde betoog en tal van
winkeliers, in stille buitenwijken, die
eveneens van den verkoop na negen
uur een groot doel van hun inkom
sten moeten hebben.
Het is daarom goed, dat een con;
rais'ie elk geval afzonderlijk over
wegen zal, waardoor dan geen on
billijke bevoorrechting zal plaat*
hebben.
Do praktijk Kal moeten leer en in
hoeverre nu doze wijziging een daad
van wijs beleid is.
Dit is zeker, dat tal van winkeliers,
derheid der andore yoor wie de wij.
Biging niet geldt, niet gedwongen zul-
ten worden nu weer heele avonden
in touw te zijn.
Een der raadsleden deelde mede dal
tal van winkeliers hem gevraagd heb
ben of de Raad zoo mal zou ziju te
besluiten dat zij weer tot half twaalf
in bun winkel moesten zijn.
Met ernst en beleid toegepast zai
nu aan veter grief een eind kunnen
worden gemaakt en toch _n hoofd
zaak de verordening in tact blijven.
Dat inderdaad de winketeluitings-
verordening ingeburgerd is, is het
best gebleken bij de stemmingen. Ilel
voorstel ter Haar nl. om de verorde
ning in te trekken werd verworpen
met 28 tegen 13 stemmen. Dat zijn
cijfers die spreken.
Eén bezwaar blijft. En dat is hel
trieste aanzien van straten met alle
maal donkere winkelgoveis na nerjeii
uur. Het is nu wel geen tijd voor
vreemdelingenverkeer, maar als later
betere tijden komen en ook in 't na
jaar en in den winter vreemdelingen
onze mooie stad bezoeken, dan is iset
allesbehalve vroolijk voor hen na «les
avonds negen uur door half-doukore
straten te loopen.
Deze overweging mag natuurlijk de
verordening niet doen intrekken,
't Minder levendige aanzien van
avond-straten is van minder belang
dan de ruet der neringdoenden eu
hun personeel.
Maar toen zal de gemeente in dil
opzicht iets moeten doen.
Zij kan in de eerste plaats zorgen
voor heldere, royaal aangelegde
straatverlichting.
En dan zou er misschien wel een
middel zijn te vinden om den winke
liers na negen uur vermindering van
FEUILLETON
(Naar het Engelse h).
44)
Zij kwam evenwel niet terug, of-
echoon het moeilijk zou zijn om te
zeggen wat haar belette dit te doen
had hij maar geweten dat zij geen
honderd meter van hem verwijderd
een uur lang reeds was gezeten en nu
en dan met nieuwsgierigheid de ma
nier waarophij viachte, gadesloeg. Het
was een geheel andere manier, dan
waarop Jakes het deed. dacht zij. Zij
wenschte ook dat hij haar zou bespeu
ren. om met haar te komen praten,
maar onder de nieuwe gewaarwor
dingen van Angela behoorde ook een
onverklaarbare verlegenheid, waar
door zij er niet toe durfde overgaan
hem van hare aanwezigheid te doen
blijken
Eindelijk ontwaakte Arthur uit zijn
langdurig gepeins, en herinnerde zich
plotseling dat hij 6edert den vorigei.
avond niets had gebruikt, en dat hij
dientengevolge braaf hongeria was.
Tocii hij zijn horloge raadpleegde
het twaalf uur was en bovendien dat
hij zeer stijf was geworden door hei
langdurige zitten. Met een zucht bij
de gedachte dat zulk een aHedaag-
eohe noodzakelijkheid als het gebrui
ken van voedecl hem dwong om te
vertrekken, nam hij zijn ongebruikt
vlschgarnituur op en begaf zich op
weg naar Isleworth, waar hij juist
aankwam toen de lunchbel luidde.
George ontving hem met koe'e be
leefdheid en vroeg hem wat hij had
gevangen, waarop hij moest antwoor
den niets.
Hebt gij daar ook iemand ont
moet?
Ja, ik heb miss Caresfoot ont
moet.
Ha! Hoe ziet zij er uit? Ik her
inner mij haar nog als een lang meis
je van veertien jaar mei mooie oogen.
Ik geloof, dat zij het mooiste
meisje is, dat ik ooit heb gezien, ant
woordde Arthur koel.
Zool zeide George met een ru
wen, korten lach. de jeugd is altijd
vol geestdrift, vooral als het een echi
natuurkind geldt.
Er lag zoo iels buitengewoon on
beschaamds in den toon waarop zijn
gastheer sprak, dat .Arthur hem gaar
ne een bord naar zijn hoofd had wil
len smijten, maar hij hield zich in en
zweeg verder over dit onderwerp.
Gij zljt Immens pas uit Indiè te
ruggekeerd, nietwaar? vroeg George
weldra
In het begin van de vorige maand
ben ik vandaar teruggekeerd.
En wat hebt gij daar gedaan?
Rondgereisd en gejaagd.
Hebt gij nog al wat geschoten7
Neen, ik was nog al ongelukkig,
maar ik en nog een ander hebben
twee tijgers doodgeschoten en een
een grooten olifant nagezeten, die
evenwel ons bijna heoft gedood. In
Cashmere heb ik echter nog al wat
gescholen.
Wat zijt gij nu van plan te doen?
Uw opvoeding is buitengewoon kost
baar geweest, vooral tijdens gij te
Cambridge waart. Zult gij daarvan
nu de vruchten gaan plukken?
Ja, ik ga nog een jaar reizen,
om mij dan aan de rechtsstudie te wij
den. Eerst wensch ik nog wat meer
van de wereld te zien.
Zool Gij geeft daar aan luiheid
een mooien naam.
Ik ben het niet mot u eens. zei
Arthur, die spoedig zijn kalmte ver
loor.
Natuurlijk niet, maar iedereen
heeft het reoht zijn eigen weg te kie
zen. Kom, voegde hij er met een boos-
aardigen glimlach bij toen hij Arthur
rood zag worden, wees niet toornig,
wij zijn aan elkaar verwant, dus ik
gevoel mij verplicht u mijn meening
Ik moet u geluk wenschen daar
mee, antwoordde Arthur, nu geheel
2ijn bedaardheid verliezende, maar
als alles wat ik gedaan heb of zal
doen, u onaangenaam is. dan vind ik
het jammer dat gij mij niet wat eer
der mot uwe raadgevingen hebt be
gunstigd.
George lachte slechts als antwoord,
waarna zij scheidden, elkaar nog
meer verfoeiende dan ooit.
Om ha'f vier, toen George nog af
wezig wae, want onmiddellijk na den
lunch was hij mot oen zijner onder
geschikten vertrokken, werden Phi
lip en zijn dochter binnengelaten in
de ontvangkamer, waar, zooals een
ieder lioht begrijpen kan, Arthur hen
wachtte.
Mijnheer Caresfoot is nog niet
terug, zei Arthur, maar ik geloof niet,
dat hij lang zal uitblijven.
O, hij zal wel spoedig terugko
men, zei Philip. want ik heb hem ge
zegd, dat wij zouden komen. Wat
hebt gij gevangen? Wat, niets! Dat
epijt mij. Gij moet hot evenwel nog
eens komen beproeven. O ja, ik ver
gat daar dat gij weggaat. Wat ik zeg
gen wil, mijnheer Iieigham, waarom
zoudt gij nu weggaan? .-Vis gij van vis-
sohen houdt en niets beters ie doen
hebt, kon dan een poosje op Abbey
House; wij leven zeer eenvoudig,
maar er is plaats genoeg en gij zijl
hartelijk welkom. Wilt gij bij ons lo-
geeren?
Het zou voor een derde werkelijk
de moeite waard zijn geweest om An
gela's gelaat gade tc s'aan, toen zij
deze verrassende uitnoodiging hoorde
uitspreken, want naar zij kon herin
neren, was nog nooit Iemand door
haar vader uitgenoodigd ten zijnent
te komen logeeren. Eerst drukte het
groole verbazing uit, die echter wel
dra plaats maakte voor wanhopigen
angst.
Zou hij inderdaad de uitnoodi-
ging aannenverl? dae-ht Arthur bij
zichzelf. Zou hij het paradijs binnen
treden? Zou hii het eenvoudige aan
zoek aannemen om in het hof var.
Eden te verwijlen? Verrukking sprak
zoo duidelijk uit al ztjn gelaatstrek
ken, dat Philip het opmerkte en glim
lachte. Juist, toen bij de uitnoodiging
met geestdrift wilde aannemen, zag
hij den wanhopigen trek op Angela e
gelaat. Die deed hem verstijven als
de plotselinge schok, welke koud wa
ter kan teweeg brengen zij verlang
de niet naar zijn komst, meende hij,
zij gaf niets om hem. Hij was echter
genoodzaakt om een antwoord te ge
ven en zeide
Het zal mij zeer aangenaam zijn.
als tenminste hij maakte een bui
ging in haar richting miss Cares
foot er niets tegen heeft.
Als gij het met mijnheer Heigham
kondt schikken, vader, zeide Angela
aarzetend, dat hij morgen en niet
vandaag kwam, dan zou dit beter zijn.
Ik moet nog een kamer in gereedheid-
laten brengen.
O ja, ik had de huishoudelijk»
bezwaren over het hoofd gezien. Da-
kunt gij zeker wel zoo schikken,
nietwaar Heigham?
0 ja zeker, zonder eenig be
zwaar.
Toen hij deze woorden uitsprafe
werd de deur geopend en „lady Bella
my'' aangekondigd met een' statig
heid. die een livreibediende steeds ir
acht neemt wanneer het geldt het noo
men van een titel, en een seconde la
ter kwam een 6choone statige vrouw,
prachtig gekleed, de kamer binnen
zweven.
Hoe gaat het met mijnheer Ca
resfoot, zeide rij met die voile, wellui
dende stem, die hij zich nog zoo goed
herinnerde. Wij hebben elkaar ic
geruimen tijd met ontmoet; het doel
mij werkelijk weer aan vroegere lij
den terugdenken, nu ik u zie, toes
wij nog jong waren.
In ieder geval toont gij nog geen
teekenen van ouderdom, lady Bella
my ja, zelfs als gij mij veroorlooft
het u te zeggen, gij ziet er uit schoo
ner dan ooit.
(Wordt vervolgd.)