BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD QROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUJDOR BU1TENSPAARNE 6. DE BOOSDOENERS. 82e /wglag ZilBHDAG 24 OCTOBEE 1014! H. 861? DE ZATERDAGAVOND KftARLGKTO BAC&AQ MOST f 1.20 PER 8 ËAANDfN OF !0 CENT PER WEEK. M HAARLEM'S DAGBLAD XUN AovaiTaiTiËw PoaLTusweaax ONZE «IMONOEB WOSDSN CPOEMERR» Haarlemsche Handelsvereenigiog Gosdgekeurd bij Koninklijk Besluit van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij zigd bij Koninkl. besluit van 21 Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli 1999, No. 52. Bureaur Jansweg 11, geopend alte werkdagen van 9—5 uur. Telephoon No. 403. Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem de Vereeniging hier ter stede opge richt met het doel de belangen der le den op allerlei gebied te behartigen, doch allereerst de belangen hunner handel of bedrijf te bevorderen en wel speciaal door het verstrekken van informatiëu en het incassee'ren yan dubieuss vorderingen. Voor posten welke men de vereeni ging ter invordering In handen stelt op buiten de stad woonachtige per sonen moet 10 ct. porto worden be taald terwijl van alle vorderingen door de vereenigiug geïnd 3 pet pro visie wordt geheven. Iu Januari en Februari 1914 zijn 32 vorderingen tot een bedrag van f 1203.81 betaald; 32 vorderingen wor den afbetaald, 17 vorderingen zijn uitgesteld. Bovendien hebben de leden het reoat op het liun gratis te verstrek ken advies van de rechtsgeleerde ad viseurs der vereeniging, de heeren Mrs. Tb. de Baan Hugenholtz en A. IJ. J. Merens,Spaarno 94 alhier, die desgewenscht 'ook in proceduren en faillissementen, gratis voor hun op treden, natuurlijk echter alleen voor zaken betreffende den bandel of het bedrijf der Jeden. Bij eike vordering der rechtsgeleex den in handen gesteld moet 10 cent •oor porto worden gevoegd, terwijl /an de bedragen der langs dezen weg ingevorderde posten 5 pCt. moet worden betaald. 11.1L rechtsgeleer den hebben het reoht in geval van ge rechtelijke vervolging het door hun noodig geoordeelde voorschot te vra ten aan den inzender der vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telephonische inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 ct berekend terwij] voor informatiëu op buiten de itau wonende personen f 0.60 pLni. 5 ct portovergoeding moet worden betaal tl. Aon net kantoor Jansweg 11 zijn coupons A 10 ct verkrijgbaar, waarop men aan het bureau van den Burger lijken Stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adres sen van hier ter stede op het bevol kingsregister ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitiujutiekaarten, waarop zij persoonlijk informatiën kunnen vra gen, in andere plaatsen bij de daar jevestigde en bij den Ned. Bond van Onderi. Infor. en Schu'.dinvordering- bureaux en Uandel3vereenigingen aangesloten vereen igingen. Deze information worden gratis ver strekt indien ze onmiddellijk zonder verder onderzoek kunnen worden ge geven. Is een nadar onderzoek noo dig, dan bedragen de kosten daar van 20 ceoih Nieuwe leden voor 1914/15 kunnen nu reeds tot de vereeniging toetre den en genieten alsdan tot 1 Mei B.k- alle voorrechten als een gewoon lid. Het is noodg er nog eens nadruk kelijk op te wijzen dat goed infor- meeren, vooral naar nieuwe cliën ten eene bepaalde noodzakelijkheid is geworden, waar zoovele geheel onbe kende personen zich in onze stad en aangrenzondo gemeenten komen ves tigen. Onder alle k o r e n is kaf. Bovengenoemde Bond, waarbij 18 vereenigingen in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd r-tjii aangesloten geeft uit eene tweemaan- delijksche lijst van nameen van per sonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men met hen in handelsbetrek king treedt, waarvan het geheim on geschonden moet blijven en die als w aarschu w i ngsmiddel uitstekende diensten bewijst. Waar eene vereeniging, die haren le den al deze voordeel en en gemakken aanbiedt, slechts f 3.50 jaarlijksche contributie vraagt, is dit zeker een zeer bescheiden etsob te noemetu, te meer daar ai het opgenoemde niet hel eenige is wat de Haarlemsoke Handelvereeniging doet; steeds heeft zij een open oog gehad voor alle za ken, die hare leden in 't bijzonder en onze gemeente in t algemeen betrof fen en altijd heeft zij daarvoor ge sproken. Het zou te ver voeren alles op te noemen, waarvoor zij opkwam, al leen dient nog vermeld, dat het hare bedoeling is, in deze richting kraah- tig voort te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur d!rie commissiën gevormd en ia daarvoor het bestuur uitgebreid. Van deze commissiën bemoeit eene zich met het Informatie- en Incassowezen, eene met algemeene Middenstandabe langen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zamen genomen roepen wij allen toe, handelaar of particulier: Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds tot stand brengt verdient uw sym pathie en de contributie, f 8.50 per jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij ia iu ledental, des te meer kan de Haarlemsabe HandéLsvefr- eeniging doen. Sluit u bij baar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen be lang. HET BESTUUR. Het Rijke Natuurleven HERFSTMORGEN. Er hoort eenige moed toe, in dézen tijd 's morgens vroeg er op uit te gaan, om kleine waarnemingen te doen, maar do moeite wordt wel be loond. De natuur sdhijnt sterker tot ons te spreken, naarmate de mensen meer op den achtergrond blijft. Zij is al ontwaakt, als de mieesten onzer nog aan geen wandeling denken en in haar ontwaken maakt ze een diepen indruk op one. Hét is oen morgen na een mistigen nacltt. De lange beukenlaan, die we bewandelen, staat nog in het kleed van den herfst. Tusschen takken en bladeren hangt de nevel nog en het eentonig getikkel der waterdroppels is het eenige ge luid dat we hooren, het is 1 mistroos tige oohtendlied van de moegewerkte natuur, dat we bijna lederen herfst dag weer hooren en dat slechts wordt vermengd met liet lispelen der neervallende bladeren. De groole, verraderlijke netton der herfstspinnen zijn wijd uitgespreid. Aan alle draden heeft de nevel zich vastgehecht, kleine schitterclropjes, miniatuurkarbonkels, aan ragfijn weefsel. Stilte om óns heen; de droef geestige Stilte van den herfstmorgen. Maar daar schiet rnet een luiden kreet een Vlaomsche gaai te voor schijn. Hij kwam uit hot naburige bosoh, waar hij den nacht doorbracht en bijna jubelend begroot hij den na derenden morgen.. Veel indruk maakt het herfstlandschap niet op hein Hij voelt zich koning overal en som berheid is hem vreemd. Dat juist maakt ook, dat we hem zoo graag In dezen tijd ontmoeten. Juist op het o ogenblik, als we door het eentonig neerdruppelen het toch nog zoo intense leven in de natuur uit het oog zouden verliezen, sohïct hij te voorschijn. Met zijn korte vleugels klapwiekt hij zich bijna vooruit en zijn spontaan, verschijnen, veelal schrik brengend onder de kleine vo gels, vult altijd op als iets heel bij zonders. Hij staat bekend als een groot- moordenaar, vooral als hij jongen heeft, maar dat hij niet altijd zege viert over do weerlooze zangers, heb ik dezen zomer meermalen opge merkt. Wal deze laatste aan kracht missen, trachten ze veelal door het groote aantal goed te maken. Een gaai achtervolgde een spreeuw, die luid piepend een goed heenkomen zocht in een esohdoorn, Met een vaartje schoof ook de roover tusschen de breede bl&ttóren door, maar plot seling schoten van alle kanten spreeu wen en muaschen toe, om hun zwak ker natuurgénootje te hulp te komen. Het was zoo'n leven in den esch- doorn, dat ik zeker meende, dat de spreeuw al mot Btuk gepikmn sche del onder do pooten van de gaai leg, maar nog geen twee passen was ik naderbij gekomen, toen de gevreesde indringer, achtervolgd door een schaar van kleine vogels, die zooveel mogelijk leven maakten, een goed heenkomen zocht. Van eon spreeu- weounoord was geen sprake geweest. Als we er eenmaal op gaan letten, kunnen we heel dikwijls dergelijke staaltjes ran. samenwerking der zwak keren waarnemen. Maar we waïen op een ochtendwandeling. Ik heb immers gezegd, dat dat plotselinge verschijnen zooveel indruk maakt, dat we uit onze herfstgedach- tesi worden opgeschrikt. Wat sman daar ondier de beuken stamroetjes die matgroene bekertjes dér korstmossen weer sprookjesach tig.' Zij sloren zich aan geen naderen den winter. Geheel den zomer kun nen we de korstmoswereld in al haar wondere vormen waarnemen. De beuken en dennen, ja zelfs do sterke eiken moeten aan hun 'lakken en tegen hun stam de lange groene baarden dulden, maar in het najaar, en vooral in den winter valt dit zoo sterk op, omdat de kleurenrijkdom in de natuur dan minder groot is. Meer leven kom'! er in het herfstlandschap. De Vlaamsche gaai schijnt de klei nere vogels te hebben gewekt, want overal duiken ze op, de kleine zan gers, die zooveel vrootijkheid brengen, ook al laten zij hun opgewekte zan gen niet weerklinken. Wat zou do natuur zijn. zonder vo gels? Die vraag komt naai- voren, zoo vaak we den overgang van het stille naar hei vroolijke en opgewekte in de natuur aan dc gevleugelde Vriend jes hebben te danken. De vinkenfamilie is altijd wel het sterkst vertegenwoordigd, vooral in beukenlanen. Ze hebben 't intusschen dit jaar niet getroffen. De driehoekige vruch'ieu die soms bij duizenden kun nen verzameld worden, komen nu slechte bij honderdtallen voor en eer der dan andere jaren zal er gebrek aan voedsel zijn, ais wij niet te 'hulp komen. Vlugger dan In de goede tijden Jagen don ook do vlnkentroep- jes van den eenc-n goudgekleurd en beuk naar den ander. Ze zoeken en eten en wisselen dit af mot stoeipar tijtjes. Een enkele hipt met kleine deftige Bprongetjes tusschen de nog levendig gekleurde bladeren op den grond en vindt zijn voedsel, waar wij slechts dorre bladeren zien. Maar de dag gaat komen. Langzaam vervagen do novels. De herfstzon gaat Schijnen over lret sprookjeslandschap en over enkele uren zal alles In goudgloed staan. H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Bonte kleuren. Verschillen de mantels. Nieuwe ja ponnen. Rokken. Tail- les. Alhoewel de wintermodes nog niet „au graiul complet' zijn werd daar xeieds genoeg gebracht, om zich een denkbeeld te kunnen tonnen van wat de mode «jigenlijk wil. In de eerste plaats onderscheidt z.e zich door; bontheid van kleuren. Ik bedoel hiermede niet, gebloemde lin ten, die voor ceiniures gebruikt wor den, doch de gekleurde mantels van grove cheviot's, breede diagonaals, „peau de signe', Zibeline-laken en YooJai Sahotschs stoffen, die slerk op den voorgrond treden. Men ziet de meest opvallende tinten in effen kleu ren en de meest gewaagde combina ties ïn geruite mantelstoffen. Toen de magazijnen oranje en vuur- roode naast hard paarse mantels etaleerden, hoorde mei alom a."keu rende crilieken, doch het duurde niet lang, of het oog was aan de schrille kleuren gewoon geraakt en... de oran je-mantel werd gekoeld en gedragen, zoodal men zich onwillekeurig af vroeg, of het wellicht eene uiting van innig nationaliteitsgevoel moest be- teekenen'/ Een feit is het, dat de na tionale kleuren als het ware naai- den voorrang dingen, want behalve het oranje, ziet men rood, het nationale blauw en vooral veel witl De meeste mantels hebben den raglan-vorm, de-breede celmuur en de kiok schoot, terwijl ze over het al gemeen tot aan de knieën reiken, het geen mij vooral voor ulsters in bx>- ge mate onpractisch lijkt; niet alleen ten opzichte van de jupon'rokkeD, die ze noch tegen stof, noch tegen een onverwachte regenbui beschermen, maar in het koude jaargetijde voor zien ze niet in de behoefte. Behalve deze ulsters lanceert men nog de lange, wijde capes met onder veeten en opnieuw wordt de met bont gevoerde rotonde gebracht, waarover we reeds in een vorige causerie onze opinie te kennen gavc-n. Wat de nieuwe japonnen betreft, is het meest opvallende de sterk ver lengde taillo-lijn en de sluiting met knoopjes en knoopgaton, die als bet ware in het vergeetboek geraakt is. Als deze mode inslaat, dan loopt onge twijfeld bet „droit devout" gevaar, want een wauw aangesloten japon lijf vraagt de „taille fine". Wel beeft men hieraan tegemoet willen komen door do lange tailles sterk te drapee- ren, zoodat de stof als het ware ge rimpeld was om buste en taille; doch zulks is alleen geschikt voor de aller- slankste figuurtjes. Ik moet hieraan nog 'toevoegen, dat bovenbedoelde tailles op nauw sluitende voe'ringlijf- jea gewenkt moeten worden. De japonnen worden dus bewerke lijker en kostbaarder, daar ze zoowel meer aan metermaat als aan arbeids loon rullen kosten; de mode is dus niet bepaald in overeenstemming met do tijden. De rokken zijn zeer verschillend van model. Voor het strenge, karak teristieke „genre tailleur wordt nog steeds do rechte rok gebracht met breede zoomen, doch de onderwijdte is laugzamérliand meer geworden. Voor g'ekloede toiletten daarentegen is de rok eerder nauwer geworden, terwijl de lange, rechte tuniquo al zeer ruim valt, zoodat kleine vouw tjes er bepaald teel ijk mee uitzien. Die lange tunimrcs kunnen als een ruime, naar model gesneden volant worden Ingericht, óf wel, als een "ruim geplooiden onderrok Sommige worden nog met een tamelijk breed, glad heupsiuk go werk., waardoor men de „jupe A troia étages ver krijgt, die natuurlijk uitsluitend lan ge, slanke vrouwen kleedt. Uit een en ander merkt men duide lijk, dat er van hét doo'rvoeren van lijnen geen sprako meer is. Met de sierlijke draperieën is het eveneens gedaan, alleen drapeert men nog zéér breede ceintuurs van even boven de taille tot over de heupen. D© ceintuurs worden zoowel iu dezelf de nuance van het toilet gebracht, als goh ooi afwijkend daarvan. Voor gelegenheden i» de sleepjapon weer in eere hersteld. Men brengt voor gala-toiletten nog steeds pail- letten-tuie, die op gekleurde satijnen onderjaponnen een schitterend effect maakt. De garneert rogeu voor gekleede toi letten bestaan hoofdzakelijk uit: kant en gitten. MARIE VAN A MS TEL. Amsterdamsche Kout 145. De gulden middenweg. Een incident. De winkelsluitings-verordening is nu wel in Amsterdam ingeburgerd, wordt er gezegd, en dat is ook v.el waar. Maar dat neemt niet weg, dat er nu in deze dagen door onzen ge meenteraad weer denoodige zittingen aan gewijd zijn, eer men kon komen tot oen besluit van wijziging. Ik lieb reeds verteld, dat de heer Ter Haar de radicaalste oplossing voorstelde, door de verordening maar koelbloedig geheel om hals te bren gen. Hij hield een betoog, dat er op neer kwam, dat de verordening op het wettelijk vastgestelde sluitingsuur voor winkels zóó impopulair is en zóó veel schade berokkent, dat zij hoe eer hoe liever behoort te worden inge trokken. De cijfers en futen, door den lieer Ter Haar in het debat gebracht, heb ben aan gerechtvaardigde critiek blootgestaan, en dus heel de grond slag, waarop dit raadslid zijn voor stel gebaseerd had. Een bemiddelingsvoorstel deden de heeren Nuyens en Hendrix. Zij wil den, behalve apotheken, ook vrij la ten winkels, waarin voedings- en ge notmiddelen worden verkocht, nuts ïië ruigen uur in zulke xuken slechts wordt verkocht door den winkelier. zijn echtgenoote of een inwonend fa* mi hel id boven 16 jaar. Ook de heeren Smit en Vliegen had den een bemiddelingsvoorstel gedaan, en het slot is geweest, dat aangeno men is het voorste) der Commissie voor de Strafverordeningen. Besloten is nu de lezers van Haarlem's Dagblad weten het onge twijfeld al dat er ontheffing van het verbod van negen-uur-sluiting kan worden verleend ten sanzien van winkels, die op 15 September 1911 we gens hun ligging of den aard Tan hun debiet op den verkoop na het sluitings uur zijn aangewezen. Men roeit, dat dit In 't algemeen niet gemakkelijk is uit te maken. Er zal dan ook een com missie worden benoemd, die elk geval, waar ontheffing gevraagd wordt, af zonderlijk zal onderzoeken. Deze com missie zal worden gevormd door twee leden-werkgevers in het winkelbedrijf en twee leden-werknemers, onder pre sidium van een onpartijdig voorzitter. Het is nu een absoluut verkeerde meening dus, dot door deze 'wijziging slecht3 winkeliers in een bepaald stadsgedeelte bij de wijziging profijt zullen hebben. Men denkt in dit ver bond wel Let eerst aan de winkeliers in de Am sterstraat m omgeving. Een onweerlegbaar feit is het, dat de win keliers in deze buurt, die handelen ia consumptie-&rtikelen nA elf uur, 't uur dat de talrijke theaters in dit stadskwartier uitgaan, hun grootste debiet hebben. Maar nu komen dezelfde soort win- keliere uit de buurt ran liet Leadsche- p]ain, met eenzi.-lfde betoog en tal van winkeliers, in stille buitenwijken, die eveneens van den verkoop na negen uur een groot doel van hun inkom sten moeten hebben. Het is daarom goed, dat een con; rais'ie elk geval afzonderlijk over wegen zal, waardoor dan geen on billijke bevoorrechting zal plaat* hebben. Do praktijk Kal moeten leer en in hoeverre nu doze wijziging een daad van wijs beleid is. Dit is zeker, dat tal van winkeliers, derheid der andore yoor wie de wij. Biging niet geldt, niet gedwongen zul- ten worden nu weer heele avonden in touw te zijn. Een der raadsleden deelde mede dal tal van winkeliers hem gevraagd heb ben of de Raad zoo mal zou ziju te besluiten dat zij weer tot half twaalf in bun winkel moesten zijn. Met ernst en beleid toegepast zai nu aan veter grief een eind kunnen worden gemaakt en toch _n hoofd zaak de verordening in tact blijven. Dat inderdaad de winketeluitings- verordening ingeburgerd is, is het best gebleken bij de stemmingen. Ilel voorstel ter Haar nl. om de verorde ning in te trekken werd verworpen met 28 tegen 13 stemmen. Dat zijn cijfers die spreken. Eén bezwaar blijft. En dat is hel trieste aanzien van straten met alle maal donkere winkelgoveis na nerjeii uur. Het is nu wel geen tijd voor vreemdelingenverkeer, maar als later betere tijden komen en ook in 't na jaar en in den winter vreemdelingen onze mooie stad bezoeken, dan is iset allesbehalve vroolijk voor hen na «les avonds negen uur door half-doukore straten te loopen. Deze overweging mag natuurlijk de verordening niet doen intrekken, 't Minder levendige aanzien van avond-straten is van minder belang dan de ruet der neringdoenden eu hun personeel. Maar toen zal de gemeente in dil opzicht iets moeten doen. Zij kan in de eerste plaats zorgen voor heldere, royaal aangelegde straatverlichting. En dan zou er misschien wel een middel zijn te vinden om den winke liers na negen uur vermindering van FEUILLETON (Naar het Engelse h). 44) Zij kwam evenwel niet terug, of- echoon het moeilijk zou zijn om te zeggen wat haar belette dit te doen had hij maar geweten dat zij geen honderd meter van hem verwijderd een uur lang reeds was gezeten en nu en dan met nieuwsgierigheid de ma nier waarophij viachte, gadesloeg. Het was een geheel andere manier, dan waarop Jakes het deed. dacht zij. Zij wenschte ook dat hij haar zou bespeu ren. om met haar te komen praten, maar onder de nieuwe gewaarwor dingen van Angela behoorde ook een onverklaarbare verlegenheid, waar door zij er niet toe durfde overgaan hem van hare aanwezigheid te doen blijken Eindelijk ontwaakte Arthur uit zijn langdurig gepeins, en herinnerde zich plotseling dat hij 6edert den vorigei. avond niets had gebruikt, en dat hij dientengevolge braaf hongeria was. Tocii hij zijn horloge raadpleegde het twaalf uur was en bovendien dat hij zeer stijf was geworden door hei langdurige zitten. Met een zucht bij de gedachte dat zulk een aHedaag- eohe noodzakelijkheid als het gebrui ken van voedecl hem dwong om te vertrekken, nam hij zijn ongebruikt vlschgarnituur op en begaf zich op weg naar Isleworth, waar hij juist aankwam toen de lunchbel luidde. George ontving hem met koe'e be leefdheid en vroeg hem wat hij had gevangen, waarop hij moest antwoor den niets. Hebt gij daar ook iemand ont moet? Ja, ik heb miss Caresfoot ont moet. Ha! Hoe ziet zij er uit? Ik her inner mij haar nog als een lang meis je van veertien jaar mei mooie oogen. Ik geloof, dat zij het mooiste meisje is, dat ik ooit heb gezien, ant woordde Arthur koel. Zool zeide George met een ru wen, korten lach. de jeugd is altijd vol geestdrift, vooral als het een echi natuurkind geldt. Er lag zoo iels buitengewoon on beschaamds in den toon waarop zijn gastheer sprak, dat .Arthur hem gaar ne een bord naar zijn hoofd had wil len smijten, maar hij hield zich in en zweeg verder over dit onderwerp. Gij zljt Immens pas uit Indiè te ruggekeerd, nietwaar? vroeg George weldra In het begin van de vorige maand ben ik vandaar teruggekeerd. En wat hebt gij daar gedaan? Rondgereisd en gejaagd. Hebt gij nog al wat geschoten7 Neen, ik was nog al ongelukkig, maar ik en nog een ander hebben twee tijgers doodgeschoten en een een grooten olifant nagezeten, die evenwel ons bijna heoft gedood. In Cashmere heb ik echter nog al wat gescholen. Wat zijt gij nu van plan te doen? Uw opvoeding is buitengewoon kost baar geweest, vooral tijdens gij te Cambridge waart. Zult gij daarvan nu de vruchten gaan plukken? Ja, ik ga nog een jaar reizen, om mij dan aan de rechtsstudie te wij den. Eerst wensch ik nog wat meer van de wereld te zien. Zool Gij geeft daar aan luiheid een mooien naam. Ik ben het niet mot u eens. zei Arthur, die spoedig zijn kalmte ver loor. Natuurlijk niet, maar iedereen heeft het reoht zijn eigen weg te kie zen. Kom, voegde hij er met een boos- aardigen glimlach bij toen hij Arthur rood zag worden, wees niet toornig, wij zijn aan elkaar verwant, dus ik gevoel mij verplicht u mijn meening Ik moet u geluk wenschen daar mee, antwoordde Arthur, nu geheel 2ijn bedaardheid verliezende, maar als alles wat ik gedaan heb of zal doen, u onaangenaam is. dan vind ik het jammer dat gij mij niet wat eer der mot uwe raadgevingen hebt be gunstigd. George lachte slechts als antwoord, waarna zij scheidden, elkaar nog meer verfoeiende dan ooit. Om ha'f vier, toen George nog af wezig wae, want onmiddellijk na den lunch was hij mot oen zijner onder geschikten vertrokken, werden Phi lip en zijn dochter binnengelaten in de ontvangkamer, waar, zooals een ieder lioht begrijpen kan, Arthur hen wachtte. Mijnheer Caresfoot is nog niet terug, zei Arthur, maar ik geloof niet, dat hij lang zal uitblijven. O, hij zal wel spoedig terugko men, zei Philip. want ik heb hem ge zegd, dat wij zouden komen. Wat hebt gij gevangen? Wat, niets! Dat epijt mij. Gij moet hot evenwel nog eens komen beproeven. O ja, ik ver gat daar dat gij weggaat. Wat ik zeg gen wil, mijnheer Iieigham, waarom zoudt gij nu weggaan? .-Vis gij van vis- sohen houdt en niets beters ie doen hebt, kon dan een poosje op Abbey House; wij leven zeer eenvoudig, maar er is plaats genoeg en gij zijl hartelijk welkom. Wilt gij bij ons lo- geeren? Het zou voor een derde werkelijk de moeite waard zijn geweest om An gela's gelaat gade tc s'aan, toen zij deze verrassende uitnoodiging hoorde uitspreken, want naar zij kon herin neren, was nog nooit Iemand door haar vader uitgenoodigd ten zijnent te komen logeeren. Eerst drukte het groole verbazing uit, die echter wel dra plaats maakte voor wanhopigen angst. Zou hij inderdaad de uitnoodi- ging aannenverl? dae-ht Arthur bij zichzelf. Zou hij het paradijs binnen treden? Zou hii het eenvoudige aan zoek aannemen om in het hof var. Eden te verwijlen? Verrukking sprak zoo duidelijk uit al ztjn gelaatstrek ken, dat Philip het opmerkte en glim lachte. Juist, toen bij de uitnoodiging met geestdrift wilde aannemen, zag hij den wanhopigen trek op Angela e gelaat. Die deed hem verstijven als de plotselinge schok, welke koud wa ter kan teweeg brengen zij verlang de niet naar zijn komst, meende hij, zij gaf niets om hem. Hij was echter genoodzaakt om een antwoord te ge ven en zeide Het zal mij zeer aangenaam zijn. als tenminste hij maakte een bui ging in haar richting miss Cares foot er niets tegen heeft. Als gij het met mijnheer Heigham kondt schikken, vader, zeide Angela aarzetend, dat hij morgen en niet vandaag kwam, dan zou dit beter zijn. Ik moet nog een kamer in gereedheid- laten brengen. O ja, ik had de huishoudelijk» bezwaren over het hoofd gezien. Da- kunt gij zeker wel zoo schikken, nietwaar Heigham? 0 ja zeker, zonder eenig be zwaar. Toen hij deze woorden uitsprafe werd de deur geopend en „lady Bella my'' aangekondigd met een' statig heid. die een livreibediende steeds ir acht neemt wanneer het geldt het noo men van een titel, en een seconde la ter kwam een 6choone statige vrouw, prachtig gekleed, de kamer binnen zweven. Hoe gaat het met mijnheer Ca resfoot, zeide rij met die voile, wellui dende stem, die hij zich nog zoo goed herinnerde. Wij hebben elkaar ic geruimen tijd met ontmoet; het doel mij werkelijk weer aan vroegere lij den terugdenken, nu ik u zie, toes wij nog jong waren. In ieder geval toont gij nog geen teekenen van ouderdom, lady Bella my ja, zelfs als gij mij veroorlooft het u te zeggen, gij ziet er uit schoo ner dan ooit. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 11