gasprijs toe to staan Indien zij. li f.
van negen tot elf uur, hun etalages
wilden verlichten.
In de raadszitting, waarin dit be
sluit omtrent de winkelsluiting geno
men is. heeft zich een pijnlijk inci
dent voorgedaan.
Het was na de rede van den bur
gemeester, die nog eens een opsom
ming gaf van hetgeen door het ge
meentebestuur ter bestrijding van de
gevolgen van den oorlog ln Amster
dam gedaan is
De burgemeester sprak eenige woor
den van dank voor de hulde die van
verschillende zijden en door alle par
tijen aan het gemeentebestuur Is ge
bracht.
Na deze rede- voerde het woord het
sociaal-democratisch raadslid de
heer De Miranda. De spreker ving
aan met een warm woord van hulde
voor het beleid van B. en W. Maar
toen kwam hij met zijn critiek. Er
heerscht in arbeiderskringen ontstem-
ining over den weinigen steun van 't
steuncomité f 3 35 voor een gezin van
man c-n vrouw, 5 voor een gezin met
twee, f8 75 voor een met tien kinde
ren als wekelijksche ondersteuning,
is niet veel. Het was een zonderlinge
houding van wethouder Jitta zich
over 'sheeren De Miranda's critiek
zóó geprikkeld te gevoelen, dat hij
diens hulde niet aanvaardde. De
noodkreet klinkt in onze stad, wie
2ijn oor te luisteren legt kan het over
al hooren het kan zoo niet langer.
Het particulier initiatief 6Chiet te
kort en de arbeidersorganisaties heb
ben als zoodanig geen invloed op het
Steuncomité.
Nu was de wensch van den heer
De Miranda, dat het gemeentebestuur
den invloed van de arbeidersorgani
saties zal bevorderen.
Moge bet inderdaad hiertoe komen 1
AMSTERDAMMER.
.Neen, go zljt mij vóór geweest,
maar ik gun het je van harte je vel
dtent het. Geniet er van en het moge
je goed gaan dat is mijn innigste
wensch.
Dank je. Maar nog eens denk
aan mijn goeden raad.
Hij nam hare hand. Haar gelaat
was bleek en treurig, met donkere
kransen onder de oogen. Daar ver
raste hem een vreemde trok van onte
vreden 'teid, dien hij vroeger nooit bij
dit moedig, geduldig persoontje opge
merkt had.
Stil houdt hij hare hand in do zijne
en de vijftien jaar samenwerken
gaan bliksemsnel bom voor den geest
voorbij.
Ik hoop, dat het ook u eenmaal
goed moge gaan sprak hij met
warrnje. Nu, ik geloof dat ieder
mens ;!i ten deele zijn lot zelf in de
hand heeftmen moet maar weten
gebruik te maken van het juiste
oogenbük. Nogmaals, hartelijk be
dankt het ga je wel
Reeds lang is hij in het duister van
de straat verdwenen, als zij nog altijd
in de half geopende voordeur staat,
trots wind eu regen.
Plotseling vullen zich hare oogen
met tranen.
Twee trappen hoog, in de nieuw in
gerichte jonggezellenwoning. ziet men
alles glanzen rondom; een vroolijk
vuur brandt in den open haard.
De gelukkige bezitter van honderd
duizend mark, sedert eenige weken
reeds altijd je moet hebben lief gehad.
Omdat ik innig wensch. dat je de
mijne moogt worden en als jo neen
zegt, zou ik mij diep ongelukkig ge
voelen Gij alleen moet eene plaats in
nemen in mijn woning en in mijn
hart Hoe is het mogelijk, dat ik dit
niet al lang geweten heb
Zij sluit een oogenblik de oogen en
buigt het hoofd, maar plotseling richt
zij zi^h op, trotsch, blijmoedig en le
vendig.
O, zegt zij, herinner jij je.
dat j? mij geraden hebt, in de loterij
te spelen'? Dit heb ik werkelijk gedaan
en een hoogen prijs getrokken. En
die behoort mij nu toe
Arm in arm gaan twee gelukkige
menschen verder.
Loterijspel.
(Naar het Zweedsch vau BERT
SANDERS).
Door de beslagen vensterruiten van
een der vele kantoren in de oude stad
danst een vroolijk» zonnestraal; hij
zoekt een weinig onzeker een of ander
voorwerp, waarop hij zijne overmoe
dige pracht 'ten toon spreiden kan,
zonder nochtans iets te vinden. De
man aan den lessenaar ziet op en
volgt peinzend dien Vroolijken licht
straal van dc buitenwereld.
Het slaat negen uur. Do deur wordt
geopend en zijne vrouwelijke collega
'treedt binnen.
Stein, ziet ge de zon? roept zij nu
vergenoegd in de deuropening.
Zij heeft hoed en mantel afgelegd.
Nu brengt ze het blonde haar voo'r
den spiegel in orde; meer uit gewoonte
dan uit ooquetterie. Dan gaat ze on
verwijld naar den stoel aan de an
dere zijde van den lessenaar, opent
een der groote, zware boeken en. ver
diept zioh in den arbeid.
Hij ziet voortdurend naar het gol
vende blonde haar. dat over het
Manke voorhoofd als zijde glanst.
Het juffertje is niet meer zoo jong.
En toch is er steeds iets elastisch en
frisch aan haar. Iels, dat hij onwil
lekeurig bewonderen moet. En steeds
vlijtig, gelijkmatig en opgewekt is zij.
Dat is zeker aangenaam, als men
alle dagen moet samen zijn, over
dacht hij. Er zijn vijf, tien, vijftien
jaren verloopen, zonder dat er iets
veranderd is. zonder dat zij ooit be
vorderd werd. ltuslig, bestendig,
senzijdig. Altijd precies hetzelfde, aan
denzelfden lessenaar. Noori/t eens iets,
wat dieper ging...
Hij schrikt op. Het is maar de
loopjongen, die brieven en couranten
brengt. Wergtuigelijk neemt hij die
in ontvangst, oin ze te 9orteeren.
Een brief, aan hem gieadressieerd
ha, de trekkingslijsi.
Hij werpt eea blik naar zijne col
lega, die niets anders ziet of hoort,
wanneer zij, de eene bladzijde na de
andere, hare getallen optelt.
Hij rukt het couvert open en glim
lacht ironisch om haar on versmoor-
ba ren ijver. Als hij het hoofd over
het papier buigt, glanst er hiefr
daar een zilverdraad in het donkere
Laar.
Eensklaps heft hij het hoofd snel
op, met een lichten uitroepi
Zij keert een blad om van haar dik
boek.
Wat is er? vraagt zij rustrig en
schrijft dan: „Overbrengen".
Hij heeft geen tijd om te an-twoor-
den. Met koortsachtige liaast zoekt
hij in zijne lade. Het loterijbriefje
daar is lm. En het nummer klopt
dij vergist zich niet daar staat 14385
honderddulzendl Honderdduizend
mark!
Hij steunt het hoofd in de handen
en staart op de groep cijfers, die hem
hypnotiseert. Honderdduizend mark!
Zou het werkelijk waar zijn? Maar
hei staat eT toch!...
Het is Zaterdagavond; eenige weken
later.
Adieu, juffrouw Vera, en dank
toor de goede kameraadsdiap.
De gaspit werpt haar spaarzaam
licht over den lessenaar. Op de ledige
plaats ligt het schrijfgereedschap zoo
ordelijk op een rij, als moest het nim
mer weêr gebruikt worden. Maar ove
rigens is het kuntoor zoo somber als
ooit.
ifij staat aan den lessenaar, het
hoofd door de hand gesteund, in inoe-
delooze, gebogen houding, wat liern
echter ontgaat. Haar gelaat is in de
schaduw alleen hot golvende blonde
haar glanst als altijd.
Dank je, sprak zij zacht, het
zal nu ongezellig hier worden. Wij
hebben rustig scmen gewerkt, kon
den t goed sair.cn vinden, hebben
nooit woorden gebad. Hoe zal het nu
worden
Ge moet net doen als ik, juf
frouw in de loterij spelen.
Zij vertrekt den mond maar het ia
een moede, weemoedig lachje. 1
De eerste patiënten.
Dr. Lucht was al bijkans een half
jaar arts en even zoo huig een geluk
kig echtgenoot. Zijne vrouw was niet
alleen ISef en jong. maar had hem ook
een vermogen mee ten huwelijk go-
bracht, dat hem zou hebben in staat
gesteld, zonder ec-nige praktijk te le
ven en zelfs zich ruim te bewegen.
Hoe menigmaal had zijn vrouwtje
hem al aangemaand om het vervelend
wachten op patiënten eindelijk eens
op te geven en liever met liaar op
reis te gaan. Doch Dr. Lucht wilde
daar laets van weten; zijne eerzucht
bewoner eau dit gïiliFïSïlljl, iirt wet en In» Inner 4e
dos middags in si),, woonkamer inde i pmenten. d» hom zonden con-ultee-
chaise longue er soezend houdt hij ren 21 op genade of ongenade
een sigaar tusschen de lippen. Deaan hem overleveren, ztcli lieten
rook stijgt in lichte blauwe wolken «achten, dea te eigenzirmig-r bleef
naar het plafond. Hij volgde ze met wj zlJn stuk staan.
do oogen en mond staarde hij zijn
echtgenooto aan.
Eindelijk mompelde hij, met innige
overtuiging:
Ezel, dat ik ben! en hij sloot haar
in zijne armen.
Den volgenden mei-gen worden de
beide mannelijke patienten peiv?zen
verklaard; niet tot üiun genoegen
zooals gemakkelijk was <ip te merken.
Maar de doktor herhaalde het zoo
beslist, dat zij wel aan hun „wonder
dadige" genezing moesten gelooven.
De vrouwelijke poti»*nt ontving oen
schrijven, waarin zij beleefd verzocht
werd, zich bij een andoren arts in be
handeling te stellen, <laar Dr. Lucht
den volgenden morgen op reis ging.
Zoo geseli islile het. Ln zoo hadden
beiden de heer en mevrouw Lucht
hun wil doorgezet.
Land- en Tuinbouw.
de oogen maar de gedachten gaan
haar eigen weg.
Zij bewegen zich om het Kerstfeest,
dat hij met zooveel verwachting had
tegemoet gezien cn dat niets dan bit
tere teleurstelling achtergelaten had.
Eenzaam en verlaten had hij zich ge
voeld, een vreemdeling in zijn eigen
woning, het hart vol verlangen naar
gezelligheid en poëzie.
Ja, nu ondervond hij zoo recht het
onwéderstaanbare verlangen naar een
vrouw, dat bij hem was opgekomen in
het oogenbük, dat hij den drempel
van dit nieuw tehuis betreden had.
Eene vrouw
llij had haar te vergeefs onder zijn
bekenden en in gezelschappen ge
zocht. Ook iiad hij eenige andere da
mes de revue laten passeeren, met
wie hij wel nader had kunnen kennis
maken doch geene'lachte hein toe.
Het leidde .zelfs tot oen bitteren
strijd tgsochen de och telleden en aan
het einde van de scherpe woordenwis
seling verklaarde hij na-di-uakelijk:
„Alvorens drie patienten dioor inij
genezen zijn, ga ik niet op reis. Daar-
mne basta
Wat baatte het, dat de jeugdige
dokteirsvronw lvegon te Joop peren;
wat hielp het, dat ze weende, Jvad
smeekte, ja ten slotte hein 'n barbaar
noemcfe, die veeleer zijne vrouw zelve
als eerste patiënt behandelen moest
nadat lüij haar ziek geërgerd had.
Dr. Lucht zat, als een rots in zee te
midden van zijn zwaarlijvige folian
ten „Pathologische anatomie on
wachtte.
Zoo waren weder eenige weken ver
loopen, zonder dat het beo'd ran
Dr.Lucht's geneeskundig praktijk nog
iets veranderd w as; de ba rometer van
Hoe moest ze eigenlijk wezen den liuiselijken vrede stond op veren-
Blond of bruin Beslist blond. Jong
of oud Niet te jong. Vroolijk of ern
stig Opgewekt natuurlijk. Practisch
of...
Opeens krijgt hij eene ingeving; hij
rijst meteen op en gaat een paar maal
de kamer op en neer.
Het is haast donker. Hij draait het
electrlsch licht op, gaat aan zijne
schrijftafel zitten on werpt een paar
regols op hot papier.
„Een verstandige, opgewekte vrouw
wordt als levensgezellin gewenscht.
Antwoord wordt verzocht onder G.
D. V. 40 jaar. Algemeen Dagblad
bureau."
Hij brengt den brief naar dat bu
reau.
Zonder eigenlijk een antwoord te
verwachten gaat hij den volgenden
dag er heen, om üi te informeeren.
Tot zijn verwondering worden hem
vier brieven overhandigd. Hij gaat er
mee naar huis, om van den inhoud
kennis te nemen.
Hot nieuwe jaar is ingetredenzal
het hem geluk brengen? Hij neemt
plaats, ziet met welbehagen de kamer
rond, wiegt de geopende brieven in de
hand en geniet het gevoel van het
eigenaardige, ongewisse, mystieke,
verlokkende, dat zoo intensief hem be
vangen heeft.
Een langwerpig wit coyvertrond-
schrift. Sierlijk, doch zonder het min
ste te verraden. Hij leest
Bestaat er een meer brutaler, pro
zaïscher manier om tot eene echtver
bintenis te geraken, dan door eene
advertentie, waarop iedereen ant
woorden kan En toch De courant
ligt daar onschuldig, meji neemt ze
argeloos op en leest als gewoonlijk
haar met matige belangstelling. Daar
plotseling Heel onderaan op de laat
ste bladzijde.... Verstandig, opgewekt;
dat is eigenlijk niet veel verlangden
toch is het alles Onmisbaar voor een
goede vrouw. Ligt in dit verlangen
niet gelijktijdig iets van een fllnken
man
„Die annonce trof mij.
„Al bet andere was nietszeggend,
onzinnig, in elk geval onbeduidend.
Deze woorden echter kwamen mij
mannelijk en frisch voor, Hoe meer
ik er over nadacht, hoe helderder en
warmer alles in en orn mij werd. Deze "n ^ku,
annonce bleef onverklaarbaar mij bij. -
„Zondagavond om zeven uur ga ik
de Arsenaalstraat door, links naar
het Koningsplein. Zwarte mantel.
Zwarte hoed met vitte veeren."
Om zeven uur. Hij ziet op de pen
dule. Het is nog tijd. Hij werpt
andere brieven ongelezen pp
schrijftafel.
liet is helder weer en koel. Hij zet
de bontmuts op. Staat wellicht een
oogenbük langer dan anders voor den
spiegel. V erzorgt den baard.
Heel kalm begeeft hij zich naar de
Arsenaalstraat. Nu slaat ae torenklok
zeven uur. O, daarginds ontwaart hij
de witte veeren
J uffrouw Vera 1
derüjk en zij had er van afgezien,
dere verzoeken tot liem te richten.
Daar, zekeren dag de arts had
weder zijn spreekuur werd er ge
scheld. Als door een tarantel gesto
ken, sprong hij op. De dienstbode
kwam den eersten patient aandienen!
De -dokter was inmiddels zeer onge
durig geworden on ging naar zijne
Dinia, waar zijn mijne man
chetten Julie, Julie! Mijne echoe
nen, en laat den patient in de huis
kamer - neen, in de wachtkamer!
Aan de deur wendde hlij zich nlog
eens om en sprak, met een liaast toe-
deren blik op zijne vrouw: „Dien,'het
is de eerstel"
En stralend begaf hij zich nnai
zijne kamer.
Na een geruimen poos, toen de pa
tiënt was heengegaa n, kwam li ij te
rug- Jien lastig geval! Daarna ver
diepte hij zich in een leerboek over
de Rhinoplastiék. Juist was hij in
diep nadenken verzonken, toen er
weder gescheld werd en opnieuw
meldde het meisje, dat er een patiënt
was.
Dr. Lucht wist niet, hoe hij het
had. En toen een oogentblik later voor
de derde maal de bel aan de voordeur
klonk, juist, toen hij den patiënt met
een lepel de tong neerdrukte om in
de keel te kunnen zien, toen keude
zijn geluk geen grenzen. Bijkans had
hij in de ontroering zijn schuldeloos
offer, met van vreugde bevende hand,
den lepel in het keelgat geschoven.
derde was een vrouw, een knap,
tenger persoontje.
Dr. Lucht omhelsde dien avond zijn
gade hartelijker dan andere
Daar zijn ze! sprak hij stralend.
Zie je wel. Dien, men moet völ'1 tar
dea en met eneugie zijn tijd afwach
ten. Drie op eens! Nu, dioet liet jou
niet genoegen?"
Natuurlijk, man alleen begrijp
ik niet recht, wat er voor buitenge
woons aan is. wcimeer een arts pa-
tiénten bekomt.
Daarin heb je volkomon gelijk
het rs maar .omdat de eerste zich zoo
lang liet wachten.
Nog in den droom vervolgden zijne
patiënten hem met hun lijden, liet
drietal verscheen dagelijks ui het
14 dagen lang.
Teen hij den vijftienden dag zijne
jonge schoora: wachtte, kwam in hare
plaats een briefje, met groen couvert
en sterk naai- muskus riekende. Zij
schreef daarin dat zij dringend zijne
hulp noodig had en liom verzocht, on-
de verwijld tot haar te komen.Hij voldeed
zonder verwijl aan deze uitnoodiging;
het briefje had hij op zijne schrijftafel
geworpen.
Hoe verwonderd was hij, toen li ij
terugkwam en a jn vrouwtje in tra
nen vond. Lang duurde het, voordat
hij haar in zooverre gekalmeerd had,
dat ze eenigeinate verstandig spro
ken kon. En toen begon ze en zij barst-
als een stroom, drie dammen
h,
Zij was in dit oogenbük bleek en i doorgebroken heeft-
hoogrood geworden. 1 n
Gij 1 antwoordt ze nu, en in
jnvarring staart zij hem aan.
Ja slechts ik, juffrouw Vera
Neen, slechts ik I geeft zij
treurig ten antwoord.
We zullen in het park gaan. Hier
kunnen we niet blijven staan. Wij
moeten eerlijk en oprecht met elkaar
spreken.
Zwijgend gaan zij verder. Nog al
tijd staart zij treurig voor zich uit,
doch in hem ontwaakt een onver
klaarbaar blijmoedige gewaarwor
ding.
Juffrouw Vera wilt ge mijne
vrouw worden
Haastig, scherp, onderzoekend blikt
ze naar hem op.
Vraagt ge dit uit medegevoel, me
delijden, opoffering
Neen. neen, niets daarvan. Al
leen omdat ik je bemin, omdat lk
drie ondankbare!
En zij hield hen? het groene, sterk
geurende briefje voor oogen.
ik heb het toevallig op je schrijf
tafel gevonden. O, dat ondeugende
nest op deze wijze zich bij je in te
dringen!
Hij richtte zich op. Zijn medisch
gevoel ontwaakte.
Zjtg, mijn kind, wat gaan je
eigenlijk mijne patiënten aan? Maar
dat zou hem slecht bekomen!
Wat die mij aangaan? Alsof zij
me niet geld genoeg gekost hebben
een handvol geld en nu moet ik
ondervinden, dat zij mijn vertrouwen
misbruikt en dloor voorgewende ziek
te op handige wijze je wil inpalmenl
Een nieuwe tranen stroom volgde
op die ontboezeming.
En Dr. Lucht? Hij had begrepen...
Er was in 't minst geen fierheid of
trots meer in hem. Met wijd geopen-
GEDROOGDE BOSTEL.
Gedroogde bostel of gedroogd bier-
diuf, zooais bet ook wel genoemd
wordt, is een in groote hoeveelheden
in ons land voorkomend voedermid-
doJ. dat ectrter maar bij weinigen l>c-
kend is, waarom er in dezen üjd van
voederscliaarsle wel eens de aandacht
op mag worden gevestigd. De jaar-
üjksclie productie onzer groot» bier
brouwerijen moet 8 a 9 mil hoen K G.
bed ragen.
Om uit gerst bief te bereiden, laat
men de in water geweekte korrels
eels., ontkiemen, daardoor ontstaat
in de gerst een stof, „diastase" ge
naamd. die bel zetmeel kan omzetten
in verschillende soorten van suiker.
Waaneer de kieming ver genoeg ge
ven derd is, wordt er een einde aan
gemaakt door verhitting in Fi»rk ver
walmde lucht, meestal op oen zoo
genaamde eesiL Ilierdoo'r verdampt
een deel van bet vocht eri wordt de
kiem gedood.
Na bot eesten worden de gevormde
wor.elkiemen verwijderd; deze vormen
de zoogenaamde „moutkiemen die
ook een goed veevoeder zijn. L>e ge
kiemde en verhitte gerst wordt
„mout" genoemd. Deze mout wordt
eerst gemalen on daarna met water
vermengd en verhit. De diastase ver
andert daarbij het zetmeel grootun-
deols in suikers en daarmee verwante
stoffen, die in liet water oplossen; ook
deel der eiwitaohtigie s'ioffen
op.
De aldus verkregen vloeistof wordt
an de vaste deelen gescheiden, waar
bij deze nog oens met water worden
nagespoeld, cn voider verwerkt voor
bereiding van liet bier, de over
blijvende vaste doelen met de daar-
iivuseclien achtergebleven vloeistof vor-
men de bostel of hierdraf, die gemid
deld ongeveer 77 pet. vocht bevat.
Van de gerst is dus in de bostel
overgebleven bet niet omgezette zet
meel en andere niet oplosbare „zeó-
ineeJachligo sloffen", bijna al hel vol
van de eiwitochtige stoffen, het on
oplosbare gedeelte en het- doel,
door de verhitting onoplosbaar is ge
worden, en de doppen.
Dc directeur van het Rijksland-
bouwpiroefstation te Iloöm, Dr. B. R.
de Bniijn, beveelt de versehe bostel
aan als uitstekend voeder voor koeien
en varkens, doch dan moet zij
stond vervoederd worden, daair
anders tengevolge van hot liooge
vochtgehalte spoedig in. bederf over
gaat; de brouwerijen drogen 'daarom
j ile es tal de bos'icl, waardoor een pro
duct ontstaat, dat goed bewaard en
vervoerd kan worden.
Hoe de scheikundige samenstelling
der gedroogde bostel is, kan len naas
tebij blijken, wanneer we mededeelen,
dat bij hei onderzoek van een 2-tal
monsters, afkomstig uit twee verschil
lende Nederlandsche brouwerijen, de
ze reap. Ivevatten o.m. 19.8 en 20.6
pet. werkelijk verteerbaar eiwit, vet
chiige sloffen 10.1 en 9.4 pet., zet-
meelaehtige stoffen 35.8 en 3-1.1 pet.
Jn 1911 is in Denemarken door het
laboratorium voor landbouwkundige
proefnemingen een proef genomen
met versehe bostel als veevoeder voor
melkkoeien. Hierbij bleek, dat 1 1/2
koek (1/2 katoenzaadkoek, 1/2 grond-
notenkoek, 1/2 so ja koek of 1 1,2 ka
toenzaadkoek) vervangen kon wordan
door 5 KG. versehe bostel (welke ln
oedingswaarde gielijk te stellen is
met 1 14 KG. goede gedroogde bostel),
zonder dat de melkopbrengst, het vet
gehalte der melk of het levend ge
wicht der koeien hiervan nadeel on
dervond. Hierbij dient opgemerkt te
worden, dat het ruwvoeder lieatonl
uit voederbieten (of koolrapen) en
stroo, en dot men het krachtvoer niet
geheel verving door bostel, maar 1 1/4
vet 1 1/2 koek bleef voeren. Bij proe
en aan de landbouwschool te Rutti,
bieek, ter vervanging van 1 K.G.
sesamkoek, 1 1/2—2 KG. gedroogde
bostel ïioodig; de koeien nuinen dan
in gewicht toe. wat overeenstemt met
■armg. daü de gedroogde bostel
juist als voeder voor mestvee goed
voldoet.
Wanneer men zijn koeien voedert
met hooi en lijnkoek, don verdient
het, naar het oordeel van Dr. de
Bruijn, aanbeveling op het gebruik
an lijnkoek te bezuinigen, door do
helft van de koek te vervangen door
gedroogde bastei, in dier voege, dat
men in plaats van 1 KG. lijnkoek 1 1/2
KG. gedroogde bostel geeft.
Voor paarden is gedroogde bostel
ook een roer goed voeder, waardoor
men de helft van de haver kan ver
vangen; volgens Ihet handboek .vam
Prof. Pott kan men daarbij zelfs wat
minder gedroogde bostel geven dan
men haver weglaat, zoodat 2 KG.
gedroogde bostel 2 1/2 KG. haver zou
kunnen vervangen. Daar de paarden
de bostel niet altijd dadelijk willen
eten, doet men liet beste eerst een
kleine hoeveelheid door het ande're
voer te mengen en die hoeveelheid
geleidelijk grooter te laten worden.
Lit hetgeen over het gebruik van
gedroogde bostel bij het mesten van
varkens is geschreven, is niet ge
makkelijk een oordeel over de ge
schiktheid dezer stof af te leiden. Uit
jvroeven, ter bepaling van de verlecr-
baarheid, is gebleken, dat varkens dit
voedermiddel niet zoo goed verteren
als koeien. Toch wordt de gedroogde
bostel ook wel bij het mesten van var
kens gebruikt en men roemt de kwa
liteit van liet vloesch, dat daarbij ver
kregen wcfrdL
Bij het messen van varkens zal men
lK'hoeft© hebben aan een voedermid
del of mengsel van voedermiddelen,
dat de molen van granen (rogge,
gerst, mais) kan vervangen. Daar,
zooals uit het bovenstaande gebleken
is, bostel de bestanddeelen van gerst
bevat, verminderd met de gTooiste
hoeveelheid van het zetmeel (en ook
nog met een klein deel der eiwitstof-
zal men, ter vervanging van
gerst- of ander meel, wanneer men
gedroogde bostel wil gebruiken, deze
geschikt mengen met een zetmeel- of
suikerrijk seeder, zooals aardappelen,
Meten of melasse. Zoo zou men 2 KG.
meel kunnen vervangen door 1 KG.
gedroogde bostel met 4 KG. aardap
pelen (rauw gewogenl. te zamen te
koken of te «toornen. Terwijl nve<n ge
droogde bostel aan rundvee of aan
paarden droog of zwak bevochtigd
kan geven, zal het beste zijn, ze voor
de voedering aan varkens eerst te
weeken of mot waterrijke voedermid
delen te mengen. Wil men suikerbie
ten of voederbieten gebruiken, dan
zou men, ter vervanging van 2 KG.
meel, kunnen geven 1 KG. gedroogde
bostel met 4 KG. suikerbieten, of met
KG. voederbieten (deze laatste op
12 pet of iets meer droge stof gere
kend).
Op de Proefzuivelboerderij te Hoo'rn
heeft men in 1907 proeven genomen,
om te zien, in hoeverre de bos;elme
las se gerst- en maïsmeel bij het mes
ten van varkens (van 100 tot 150 k 200
K.G.), zou kunnen vervangen. I
Daartoe werden groepen van val
kens, die wei, geïstemeel en maisme#
ontvingen, vergeleken met groepen
waarbij een deal van het gerst- ei
maismeel door een gelijke hocveelhei:'
bostelmelasse was vervangen. D
eerstgenoemde groepen aten to za
men in de proefperiode 4711 KG. ger»
meel en 3308 KG. maïsmeel, de laats"
genoemde groepen 2859 KG. gersf
meel, 2098 KG. maismeel en 3062 KG
bostel melasse.
De eerstgenoemde groepen groeide»
1989 KG., tegen de laatste 1794 KGi
Bij vervanging van 2 deelen gerstme*
en 1 deel maismeel, door 3 dcelea
bostelmelasse, in een mengsel da.
oorspronkelijk 5 deelen gersaneel ol
3 deelen maismeel bevatte, was dt
groei der mestvarkens dus volgens de
ze proeven 10 pet. minder.
C. R
Er zijn karakters, die groot zijn
door hetgeen zij b e r e i k e u maar
ook andere door datgene, wat ze v c r
sm ad en.
Als gij meet berispen, doe het dai
zóó, dat men gevoelt, hoe ge liever
zoudt hebben geprezen.
Als het werkelijk waar was, wal
men zegtde domme heeft geluk in
de wereld dan zouden er \eel meer
gelukkige menschen zijn.
HET SLECHTE HANDSCHRIFT.
Vader. En hoe is u tevreden
.■er mijn zoon maakt hij goede vor
deringen
Onderwijzer. O ja hij gaat mooi
vooruit. Alleen schrijft hij nog erbar
melijk. en daarin is maar geen verbe
tering te brengen.
Vader. Doel niets ter zake de
jongen moet a r t 3 worden I
TEGENSTELLING.
Dal is merkwaardig in het men
schen leven er wordt meestal veef
slechts ten beste gegeven.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
A'le correspondentie deze* rubriek betreffende, gelieve men te richten
aan den heor J. Meijer, Kruisstraat 34, Telephoon 1543.
Probleem No. 609.
van D. Wartena, te Wijk aan Duin.
Ie Publicatie.
Zwart 12 schijven op 2, 6, 9, 11, 14. 15, 19, 24, 25. 26, 35 en 43.
Wie 12 schijven op 12, 17, 18, 22, 23, 27, 28, 33, 34, 37, 44 en 45.
Probleem No. 610,
van D. Wartena, te Wijk aan Duin.
Ie Publicatie.
Zwart 10 schijven op 1, 8, 9, 10, 15,
Wit 10 schijven oj. 19, 21, 34, 37, 39,
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adree, uiterlijk Dinsdag 3
November a.3.
Oplossing van p'robleem No. 605, van
en auteur: Wit 149, 3430, 3227,
26-21, 43-38, 42-38, 37—48, 4S 48l a)
a) slaat do 9chijven op: 37, 18, 10, 29,
32, 7, 19, 40, 28, 12, 14 en 34.
Na don eindsJag 48 48 kan zwart
met zijn dam op 23 niets meer begin
nen; gaat hij daarmede terug 'tot op 1,
dan volgt wit 48—34, en op 23 tot 10,
volgt wit 41—37, zoodat zwart steeds
verloren ia
De stand was:
Zwart 13 schijven op: 3, 5, 7, 10, 12,
17, 18, 19, 21, 25, 28, 29. 40 en dam op
23.
Wit 10 schijven op 14, 26, 31, 32,
34, 41, 42, 43, 45, 46 en dam op 37.
OplosBing van probleem No. 606,
van den auteur: Wit 12—7, 3731,
47-41, 28-23, 7-1, 1 501
16, 18. 20, 25 en 28.
40, 45, 47, 48 en 49.
De stand was:
Zwart 10 schijven op: 9, 10, 19, 20.
21, 25, 27, 40, 44 en 45.
Wit 10 schijven op: 12, 18, 28, 30, 32,
37, 38, 43, 47 en 49.
Beide p'roblement zijn goed opge
lost door de heeren: R. Bouw, AL tea
Brink, J. Jacobson Azn., A. A. Ja-
cobson, W. J. A. Matla, P. Mollema,
D. W. Xuyl, D. Wartena.
De Haar'omsche Damclub lioud
tiaar bijeenkomsten iederen Maan
dagavond van 812 uur in de boven
zaal van Café De Korenbeurs, Spaar-
ne 36, alhier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar steeds welkom.
Voor het lidmaatschap kan men
zich bij liet bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tot 18 jaar kul>
nen als aspirant-leden wordwn toege
laten.
Inlichtingen verstrekt gaarne de
Secretaris, de heer J. Meijer, Krui»-
«traat 34. Telephoon 1543.