De Europeesche Oorlog.
De stand der strijdende legers in België en Frankrijk,
Cas® „""L* S s V'V
DË BOOSDOENERS.
r WE EDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 27 OCTOBER 1914
Da gevechten In Zolë-West België doren beftlg voort. De beslissing van
dezen strijd ls van veel belang voor 't groote gevecht ln Noord-Frankrijk.
De strijd op Oostelijk en Zuidelijk oorlogstooneel.
Verspreid nisnws van de oorlogsvelden. Brieven van soldaten.
Op het Westelijk
Oorlogsveld
Er is geen beslissend nieuws van
het oorlogstooneel Volgens de laat
ste officieele berichten duurt de strijd
voort onder dezelfde omstandighe
den als de vorige dagen, hetgeen dus
zeggen wil dat beide partijen hier
iets winnen, daar iets verliezen,
maar dat do algemeen© strategische
toestand vrijwel onveranderd blijft.
Zooals in een der jongste Fransche
communiqués w-ordt gezegd, de slag
orde wörd'i in haar geheel gehand
haafd, maar alleen hebben onvermij-
delijke schommelingen in deze ge
vochtslinie plaats. Beide partijen
schijnen tegen elkaar opgewassen te
zijn, geen van beide was tot dusver
sterk genoeg om den tegenstander
een beslissende nederlaag toe 'ce bren
gen. Zoo is het aan den rechtervleu
gel van hot front der bondgenooten,
zoo schijnt het voorloopig ook te zijn
aan den linkervleugel, waar bet
front, dat ongeveer oen maand gele
den nog niet verder kwam dan de
streek van do Oise an van Compiègne,
thans zich over een lengte van een
paar honderd kilometers verder uit
strekt door Zuïdwest-België toi de
kust van de Noordzee. Ook hier heb
ben beide partijen portieetó successen
behaald. Do Duitschers zijn er in ge
slaagd tusschen Nieuwpoort en Dix-
muiden de Yser oveJr te trekken,
maar hun verdere opmarsoh is hier
tot dusver door de bondgenooten ge
stuit en ook in do omgeving van Rijs-
sel zijn hun heftige aanvallen door
de geallieerden afgeslagen.
Meer en meer rijst de v'raag wie het
langst aan die uitputting van de her
baalde, maar niet vorderende gevech
ten weerstand zal bieden; wie ten
slotte over de grootste reserven be
schikt orn de geloden verliezen aan
'ie vullen.
De officieele berichten voor heden
luiden:
Het F r a n s ch e communiqué
luidt:
Gedurende den Zondag hebben do
Belgen, Franschen en En gelach en hun
front gehandhaafd op de linie Nieuw-
poort-Dixmuyden. De Dultsche troe
pen, die tusschen deze beide steden
over de Yser zijn getrokken, hebben
niet verder kunnen komen.
In de streek tusschen Yperen en
Rousselaere, tusschen Armen'iières en
Rijssel, ten westen van La Bassée en
Lens en ten oosten van Atrecht is
de linie naar het zuiden verlengd.
De Duitsdiers schijnen in do ge
vechten van de laatste dagen aanzien
lijke verliezen te hebben geleden.
Hoi D u i t s ch e legerbericht-meldt:
Westelijk van hel Yser-kanaai tus
schen Nieuwpoort èn Dixmuiden, wel
ke plaatsen nog in bet bezit van de
verbonden legers zijn, deden Duitsche
troepen een aanval. Het aan den
strijd deelnemende Engelsche eskader
werd door zwaar artillerievuur tot den
terugtocht gedwongen. Drie schepen
werden getroffen. Hot geheele eskader
bleef des namiddags van den 2östen
daarop buiten gezicht. Bij Yperen is
geen verandering. Zuidwestelijk van
Yperen en westelijk en zuidelijk van
Rijssel maakten Duitsche troepen of
fensief goede vorderingen.
In de verbitterde straatgevechten
leden de Engelaohea groote verliezen.
Ook verloren zo meer dan 5C0 gevan
genen, Noordelijk van Atrecht stuit
te de heftige Franscbe aanval op t
Duitsche vuur af. De franschen le
den zware verliezen.
DE GEVECHTEN IN BELGIS.
Aan de Telegraaf wordt geseind.
Na hardnekkigen strijd hebben de
Duitschers in West-Vlaanderen eeni-
go vorderingen gemaakt, RousselaLre
is weer in hunne handen. Bij Dixmui-
den zijn zij ook over do Yser gegaan.
Bij Nieuwpoort echter hebben de ge
allieerden terrein gewonnen. Do ge-
vechtslinïo loopt thans over IJperen-
W esv I (ooz ebek ejD ixm u i donOstende
Een beslissing is er op deze linie nog
niet gevallen. Zondag kwamen voor
de Duitschers te Brugge twee kanon
nen van 42 c.M. dn 10 van 28 c.M.
aan. Men verzekert mij, dat do Duit
schers kanonnen hdbben opgesteld
tusschen Zeebrugge en Ileyst.
Vele manschappen vallen in den
strijd. N'iei alleen Brugge en Gent,
maa'r ook Riousselaero ligt vol gewon
den. Alle openbare gebouwen worden
voor do verpleging benut. Talrijk zijn
do soldo tonkertelK) ven op het Vlaam-
sehe land,
EEN BESCHRIJVING VAN EEN
GEVECHT.
Een correspondent van de .Daily
Neiva" in Noord-Frankrijk, seinde
Zaterdagavond (de vertaling is van do
„N. II. CL")
Het is onmogelijk een denkbeeld te
geven van den nu woedenden veld
slag zonder groote woorden van wei
nig beteekenis te gebruiken. De strijd
golft heen en weer langs do Yser met
een verlies van mcnschenlcvens. dat
alleen verschrikkelijk kan worden ge
noemd. Werktuigen des doods in de
lucht, op zee en te land vegen dit
afgelegen land verticaal, horizontaal
en transversaal niet allerlei soort
van mechanisch vernietigend vuur
schoon. Daardoorheen kruipen, gra
ven, loopen en snellen de kleine, ten
gere menschelijke oorlogswerktuigen
rnet hun schermutselingen, bestor
mingen an misslagen bij individueel©
gevechten en grootere worstelingen.
Vermoeid on verbijsterd worden zij
dan weer hier, dan weer daar heen
gestuurd, slapen zij waar zij kunnen,
wasschon zij zich nooit, sterven zij
ongezien.
Ik ging ©en stad uit, welke twee
maal door do Duitschors, tweemaal
door de Franschen en eenmaal door
de Belgen was genomen. Het was niet
mogelijk een uur later to zeggon, wie
er "zich bevond en men liep de kans
op een bevrienden troep te schieten.
Donderdag werden do Duitschers
over de Yser teruggedreven. Vrijdag
hadden zij opnieuw vasten voet ge
kregen op onzen oever. Zaterdag wor
den zij weer teruggeslagen. Nu eens
is de brug door de ©ene partij opge
blazen en hersteld door de andere,
dan weer is zij door de andere partij
opgeblazen of als een levensgevaar
lijke val voor den vijand achtergela
ten, indien deze er over heen mocht
trekken.
Het is een aangroeiende, onbeschre
ven reeks van daden van moed, die
worden bedreven als een onderdeel
van het groote werk en die nooit be
kend kunnen worden. Zij zouden een
boekdeel kunnen vullen, daar onze
munnen dag aan dog in gevaar ver-
koeren, bedreigd door granaten,
kruisvuur, dynamiet of hinderlaag
bij het brengen van onwaardeerbaren
steun aan de bedreigde linie.
Bij het naderen van de rivier wordt
het oor verdoofd door het aanhouden
de gebulder van ons scheepsgeschut,
rechts, links voor ons klinkend. Maar
recht vooruit en boven ons gaat het
voortdurend gillende, krijschende ge
luid van het vijandelijke geschutvuur
voorbij.
Het geraas van de vliegtuigen
wordt nu en dan boven ons gehooid,
ir bij de algemeene tegenwoordig
heid vun het gevaar bijna niet opge
merkt. Tijdens het beleg van Antwer
pen plachten onze mannen do vlieg
tuigen te besluipen als ware het een
jachtvermaak, en met succes deden
zij dat. Nu moeten zij ze aan' de ar
tillerie overlaten.
Onze vliegers, die midden door een
hagel Yan ijzer en een groenen mist
de wolken der springende grana-
een enkele inlichting trachtten te
verkrijgen, waren gewoon om op de
looping de loop van de Duitsche vlie
gers neer te zien als op een onbesuisd
waagstuk tot uittarting van onze In
fanterie. Nu weten wij, dat de dub
bele looping de loop zijn eigen betee-
keuia heeft en een spoedig dreigend
gevaar beteekent.
De infanterie naast ons kruipt voort
met haar geweren als honden, die
woedend zijn geworden door de lucht,
die zij in den neus hebben gekregen.
Treinladingen van gewonden wach
ten op de zijsporen, Verderop rijden
ambulance-treinen langzaam terug.
De kogels van de machinegeweren
beginnen op onze bepantsering tc ra
telen. Als honden, die nu het wild
nabij ruiken en blaffen, worden do
loopen der geweren opgelicht en afge
vuurd.
Wij rijden in vliegende vaart. Nu
on dan ratelt het geluid van het ma
chinegeweer, terwijl de auto door een
laan suist. Zulke auto's zijn de storm
vogels van dezen oorlog. Onder lei
ding van een onversaagden aanvoer
der zijn er auto's geweest, die geheel
alleen ingestoven zijn op gansclic
Duitsche bataljons, on ze uit bosch of
hinderlaag hebben verjaagd. Meer
dun eens is één enkele auto aan het
front van een groote afdeeling van
onze beste troepen voorbijgestormd en
heeft zij hen door hun verbijsterende
snelheid, ten spijt van het moordda
dige vuur van den vijand, er voor ge
red, door groote Duitsche troepen
machten te worden afgesneden.
Do verborgen vijand heeft geleerd,
zich niet te bekommeren om granaten;
doch het machinegewoer is in dezen
oorlog de baas.
Wij bevinden on3 thans nabij de ri
vier, in een vlak terrein. Er zijn een
of twee hoeven te zien en een paar
fabriekssclioorsteenen. Do overgang
van het vlakke land lot de rivier is
ietwat heuvelachtig. Het terrein is
doorploegd en doorkruist met loop
graven. Het is aanvankelijk onmoge
lijk te zeggen, wie er in de loopgraven
zijn, of wie de naburige hoeve.ii bezet
houden zoo wonderlijk heeft de
oorlogsfortuin gewisseld in dezen
krijg aan de rivieroevers.
De Duitschers waren de rivier over
gekomen naar onzen kant. Zij winnen
veld in hun pogingen om de loop
graven der verbondenen onder vuur
tc krijgen. Zij kruipen gestadig na
derbij. Het gedruisch van het vechten
en liet lawaai van ontploffingen klin
ken dooreen. Er is thans geen tijd
om te onderscheiden of wie er vallen,
door ons of door den vijand zijn ge
troffen. Wellicht heeït ons vuur de
schaal ten nadeclo der Duitschers
doen overslaan. Deze laatsten ontrui
men de loopgraven, trachten elders
dekking te vinden en wijken in ver
warring naar den oever, waarbij zij
door de verbondenen achtervolgd en
met een kogelregen overstelpt wor
den. De verbomionen vervolgen hen
met een felle bajonet-charge; maar de
Duitschers houden geen stand om
dien aanval af te wachten, doch ren
nen voort naar de brug, waar zij ech
ter bloot slaan aan het doodelsjkste
van alle moordwerktuigende van
pantsering voorziene machine-gewe
ien. Deze knetteren van de verschan
singen uit. Een half uur lang wordt
er vau den rivier-oever o\er en weer
een oorverdoovende beschieting on
derhouden.
Daar is de brug vernield. Door ons
Door den vijand Met geschutvuur
Mei dynamiet Wie kan het zeggen V
Een rookwolk en brokstukken van de
brug verduisterden den helderblau
we n hemel. Een oogenblik komt een
eind aan hot vuren een oogenblik
zwijgt hel geboni van de kanonnen.
Maar ras begint het weer. Tusschen
onze posities aan deze zijde en die der
vijanden aan den overkant is weinig
meer afstand dan de smalle rivier.
Vertoont zich maar even een hoofd of
hand boven de borstwering, dan valt
een man voorover of zakt in elkaar.
Wie valt, wordt onmiddellijk wegge
bracht naar een plek, waar hij wordt
neergelegd bij de talrijke andere ge
kwetsten, die liggen te wachten tot
Z'"j met draagbaren zullen worden
verwijderd, liet is bijna niet te begrij
pen, dat dadelijk anderen komen om
r'.e open plaatsen in te nemen.
Men vei lelt ons, dat wij op dit punt
aan do winnende hand zijn. Reeds is
"W
OJUnda^'Brusge.» V»- i W W-""'5T"
Ë~I>ixmoidcn
Ro TkiftlF' v
*©fliC0L/
^ANTWERPEN
L.C.
aalst
"t
Vf~ W
Sto2: vX ^U^rijK ijr
Sk i ROUDCU* f HAL •WATERLOO
C© t. o
^Brussel
L£UVF
^Hazebfouch
ófltfl
MlV&LUtS
ARRAS^
Beroem
LtNC.E™"^
"Pas
i
Chaulnes q 1
-yPer*m«4
.BonAiN
Fr«snoy
1^ •cM.lAy
WVA.chel
Van vi ns
Hierbij bieden wij onzen lezers een kaart, waarop de stand der legers, die thans vechten in den
Zuid-Westhoek van België, is aangegeven.
Toelichting is overbodig; de zwarte blokken-lijn geeft aan waar de Duitschers staan, de zwarte
punten-Iijn teekent het gevechtsfront van de Franschen, Engelschen en Belgen af.
do vijand over de rivier terugeri la
ter hooren wij, dal hij ai vier mijlen
is teruggedreven. Het werk hier is
voltooid. De schepen hebben den
vijand van de kustlijn verdreven. Zijn
versterkingen durven zich in groot.cn
getale zelfs niet nabij Ostende to wa
gen. De Franschen hebben bern op
den rechter- en op den linkervleugel
teruggeslagen. Wij hooren, dat ons
eigen, verwijderd leger zich goed
houdt en sneller voorwaarts rukt.
-Van 't Oosieiijlt
Oorlogstooneel
Een Duits ch legerbericht deelt me
de:
Op het oostelijk oorlogstooneel
maakt 't Duitsche offensief tegen Au-
gocsiof vorderingen. Bij Iwangorod
staat het gevecht voor de Duitschers
gunstig; de beslissing is nog niet- ge
vallen.
Het Russische gezantschap te
's-Gravenhage heeft de volgcmle be
richten ontvangen over de krijgsver
richtingen der Russische legers
Den 23sten en 24sten October hebben
de Russische troepen een reeks van
nederlagen toegebracht aan do Duit
sche strijdkrachten. Deze werden te
ruggedreven van Lowicz, Skiermwice
en ltawa en wel door bajonet-aanval
len. De slag nam groote afmetingen
aan op ie wegen waarlangs de terug
tocht plaats had van de Oostenrijkers
en Duitschers naar Radom, waar
Oostehrij ksoh-Hongaarsche verster
kingen zijn aangekomen.
Ondanks hun heftigen tegenstand
tegen het Russische offensief hebben
de Duitsche strijdmachten kanonnen,
mitrailleurs en gevangenen in handen
der Russen moeten laten.
Een Oosten rij ksche kokmne, die van
de Karpathen naar de stad Dolina op
marcheerde, werd verslagen eu ver
strooid, en de poging om den Russi-
schen linkervleugel ten Zuiden van
Przemysl om tc trekken, werd met
groote verliezen voor de Oostenrijkers
afgeweerd.
Op hei Zuidelijk
Oorlogstooneel.
OOSTENRIJKERS EN
SERVIÖRS.
Een Oostenrijkse!» communiqué
meldde dezer dagen, dat de monitor
Ternes", een der vaartuigen van de
Save op een door de Serviërs gelegde
mijn geloopeu en gezonken was. Da
„Neue Freie Presse" deelt hierover
nog het volgende mede
De „Ternes", in 1904 van stapel ge-
loopen, had een waterverplaatsing
van 440 ton, was met drie 12 c.M.-ka-
nonnen en twee 47 m.M. snelvuur-
kanonnen bewapend en had een snel
heid van 13 zeemijlen. De voornaam
ste deel en van het schip waren door
een pantser tegen het vuur van veld
geschut beschermd.
Na den terugkeer van een actie in
de Save tegen do Servische stellingen,
liep het schip, zooals reeds gezegd, op
een mijn, met liet gevolg, dat het
vaartuig zonk en 33 leden der beman
ning verdronken.
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
In den „Temps" vertelt Roland de
Mar&s hoe Koningin Elizabeth haar
taak van Landsvrouwe vervult:
Toen het ernst werd in België meen
de een ieder, dat zij met haar kinde
ren in Engeland zou blijven tot rus
tiger tijden. Maar de bommen, die in
Antwerpen vielen, schrikten deze
moedige vrouw niet af. Na haar kin
deren in veiligheid te hebben ge
bracht, keerde zij terug aan de zijde
van haar gemaal: daar en nergens an
ders was haar plaats.
En thans vertoeft zij met Koning
Albert te midden van de Belgische
troepen. Zij gaat van dorp tot dorp,
van kamp tot kamp, van loopgraaf tot
loopgraaf. Zij brengt troost aan de
soldaten, die sterven, en geeft, den
strijders nieuwen moed, zij glimlacht
hun toe en verbindt hun wonden. Zij
is een engel vun zachtheid en mee
gevoel, tijdens deze donkere dagen in
Vlaanderen.
Zij is niet de gade van den konink
lijken krijgsman, fiorgaande aan zijn
zijde bij den intocht m veroverde ste
den onder het gedonder van het ge
schut en liet geschetter van de trom
petten. Het lichtste zwaard zou te
zwaar zijn voor haar teere hand zij
veracht de praal van de konings-
vrouwe, die in uniform aan het hoofd
van haar regiment paradeert. Zij ver
schijnt als het kanon zijn werk heeft
gedaan. Zonder escorte of gevolg gaat
deze nobelste der edelvrouwen van
hospitaal tot hospitaal en helpt dap
pere mannen in het moeilijk stervens
uur. zij, de edelste, juist door haar
eenvoud, haar moederlijk gevoel en
haar menschel ijkhcid.
Elizabeth, Koningin der Belgen, die
thans nog slechts regeert over de
desolate streek, welke zich aan den
duinvoet uitstrekt, draagt de schoon
ste der kronen.
Zij biedt m een tijd, die twijfelen
doet aan het bestaan van alle deug
den, het verheven schouwspel van een
zwakke vrouw, die in haar groot ka
rakter den moed viudt weerstand te
liieden aan het wreedste noodlot. Ver
dreven koningin, maar koningin in
de ware beteekenis van het woord, is
zij het symbool van het verminkte
vaderland, dat niet sterven wil, Verre
van trotsclio residenties en paleizen,
begeeft zij zich tot de soldaten, die
vielen onder het vijandelijk vuur, e-n
nis zij tusschen he.n doorsclirijdt, dan
heffen de stervenden nog eenmaal hot
hoofd op en welt een laat3te traan in
het brekend oogde van koorts
gloeiende handen strekken zich naar
haar uit met een srueekende beweging
en bleeke lippen murmelen tiet woord,
dat alle menschelijk© teederheid in
zich sluithet woord, dat alle harten
roertmoeder
EEN STAALTJE VAN KOEL
BLOEDIGHEID.
Een medewerker van het „Journal'
heeft een onderhoud gehad met den
Franschen minister Serabat, die de
portefeuille van openbare werken
beheert. Deze heeft, in gezelschap
van den inspecteur van de scheep
vaart en den overste ResaI van de
genie, een dienstreis gemaakt langs
Oise, Aisne en Manie, teneinde een
onderzoek in te stollen naar den toe
stand van de tijdeus de militaire ope
raties onbruikbaar gemaakte brug
gen. In het belang toch van die dooi
den oor'og zwaar geteisterde streken
is het noodig, zoo spoedig mogelijk
gelegenheid te geven tot herstel van
het geregelde verkeer.
Minister Sembat deelde den jour
nalist nog ruede, onder welke om
standigheden de prefect van het Ais-
ne-depariemenl, die thans te Sols-
sons vertoeft, werkt. De prefect heeft
tot werkkamer een groot vertrek, uit
stekend voor het doel geschikt. Er is
alleen één inconvenient aan verbon
den het. is blootgesteld aan hel
Duitsche artillerievuur. Vlak voor het
venster in den tuin is een groot gat
geslagen door een vijandelijke gra
naat; de muur vertoont overal de
sporen van kogels. Den dag. dat dii
projectie! insloeg, zat de prefect aar
zijn schrijftafel voor het raam te wer
ken. Bedaard nam hij zijn paperassen
op en begaf zich naar een aangren
zend vertrek om zijn werk af te ma
ken. Nauwelijks gezeten, slaat een
FEUILLETON
(Naar het Engelse h).
46)
Kom, Angola, wij moeten gaan,
kwartier voor zessen wilde ik thuis
zijn, zcide Philip op dat ©ogen
blik.
Zij stond dadelijk op en reikte Ar
thur do hand, terwijl zij mompelde
„Vaarwel, tot morgenochtend", waar
na zij afscheid nam van lady Bella
my-
Met bijzonderen aandrang had
George intusschen haar vader trach
ten te bewegen om te blijven dinee-
ren, en toen deze dit afsloeg, kondig
de hij zijn voornemen aan, hem den
volgenden dag te komen bezoeken.
Eindelijk kon hij vertrekken, maar
niet eerder dan nadat lady Bellamy
een schijnbaar hartelijk afscheid van
hem had genomen.
Gij moet met uw bekoorlijke
dochter mij eens op Rewtham House
komen bezoeken, wanneer wij daar
wonon. Wat, hebt gij niet gehoord,
dat sir John het heeft gekocht van. de
tcsiiunent-executeurs van de arme
Mary Lee
Philip word doodsbleek en snelde
de kanier uit.
Het is wel eens goed, daclit
lady Bellamy bij zichzelf, toen zij zag
wat hare opmerking uitwerkte, -
hem te laten weten, dat ik niets ver
geten ben.
Zelfs toen haar vader wa3 heenge
gaan, werd Angela nog de weg afge
sneden.
Wat zeide George, die in een
beminnelijke bul was, hoewel voor
anderen verre van beminnelijk,
wilt gij ook maar zoo stil wegloopen,
schoono niclR Gij zult dan toch eerst
liet tolgeld moeten betalen, hoewel
niet veel.
En hij sloeg zijn langen arm om
haar middel en wilde haar eens recht
vertrouwelijk omhelzen.
Eerst begreep Angela, aan derge
lijke grappen niet gewend, niet, welke
zijn© bedoelingen waren, maar zoodra
besefte zij het, of zij voorkwam hem
hierin, en daar zij een krachtig meis
je was, wierp zij hem met een enke
len duw van zich af, zoodat hij, door
dat hij izoo plotseling achteruit stoof,
over oen voetbankje struikelde, en
rechtuit op den grond viel.
Toon Angela zag wat zij had ge
daan, keerde zij zich om en snelde
haar vader achterna.
Voor Arthur was dit tafereel te veel
voor zijn lachspieren, en hij schaterde
het dau ook bijna uit. terwijl lady
Bellamy zelfs met hem instemde.
Bleek van woede stond George op.
Ik zie niet in, mijnheer Heigham,
waarom men moet lachen als iemand
een ongeluk heeft.
Vindt gij antwoordde Arthur.
Ik ben van een andere meening.
want ik heb nog nooit zulk een pot
sierlijke scène gezien.
George keerde zich om en mompel
de iets binnensmonds, dat door zijn
gast niet werd gehoord, waar
na hij zijn aanval richtte op lady
Bellamy.
Beste Goorge, gaf zij ten ant
woord, laat dit kleine avontuur u
tee ren, dat liet me; verstandig is voor
manuien op mxidel'taren leeftijd om
galanteriën aan jonge diames op K-
dririigen. en vooral niet aan z-uSke
krachtige jonge dames. Va&rwel.
Op hetzelfde- oogenblik meldde de
bediende, d'at do dogcart door Arthur
lrosteld, voor was.
Vaarwel, mijnheer Heigham,
vaarwel, zei do Ceorge met toornig
sarcasme. Birinon vier en twintig
uur hebt gij mijn meest geliefden
bond gedood, mijn welgemeemtan.
raad verwarpon en mij belachelijk
gemaakt toen. mij een ongeluk trof.
Als wij elkaar weer ontmoeten, dun
zult gij ongetwijfeld nog wel verdere
verrassingen voor mJj in voorraad
hebbenc-n zonder Arthur de gelegen
heid tot antwoorden te geven, verliet
bij de kamor.
HOOFDSTUK VI.
Georgedreigtmetdesweep
Den volgenden morgen, na den dag
van Arthurs vertrek van Isleworth,
ontving lady Bellamy een briefje vau
George, v, aar.n hij haar verzocht
hem dien morgen nog te komen be
zoeken ais liet haar schikte, daar li ij
iets belangrijks met haar had te be
spreken.
Lady BeJiomy liet haar rijtuig
voorkomen en vorlrok weldra naar
Islington, ueiiiig vermoedende wat
haar duar wachtte. Zij vond George
op haar zitten wachten in cte eetka
mer naast do ijzeren kist, d-e niet
zulk een groote belangstelling van
Ivaar echtgenoot was vereerd. Zij
stond open en hij wus bezig brieven
te lezen udt een bundeltje, dat, zooals
de lezers zich zulten herinneren, reedfa
meer in zijne lumden was gezien.
Hoe gaat het, Anno? zeide hij
zondier op to staan, Gij ziet er van
morgen zeer knap uit. Ik heb nooit
een vrouw gezien, die hare jaren met
zooveel eer© droeg.
Zij antwoordde niet op zijn wel
komstgroet. maar werd doodsbleek.
Wat, zeide zij met heesche stera,
en wees met baar vinger naar
brieven in zijn hand, wat doet gij
met die brie\ en?
Bravo, Anne, prachtig tragisch.
Wat zoudt gij ecue uitstekende lady
Macbeth zijn. Ga voort
at doot gij met die brieven?
Ilebt gij nooit een. hond klein
gekregen door liern de zweep te toe
nen. Anne? Ik heb u iets te vragen,
maar wil u eerst m eene ernstige
stemming brengen. Luister! Ik zal u
een paar kleine uittreksels voorlezen
uit een verleden, dat er zoo sprekend
duidelijk in wordt weergegeven.
Zij zonk in een stoel neer, verborg
haar gelaat in hare hamten en kreun
de. Gjorge, wiens gelaatstrekken ook
oon zenuwachtige spanning verrieden,
nam een geel vol papier en begon te
lozen.
Weet gü hoe oud ik vandaag ben
geworcten'? Negeuticn Jaar, eai ik ben
reeds anderhalf jaar gehuwd. Ach.
wat was ite voor mijn huwelijk een
geldkki-g meisje; 'hoe vereerde men
mij in mijn vroeger tehuis! „Konin
gin Anne" noomdo men mij altijd. Ja,
n,u zijn zij dood, en God geve, dat zij
zoo gerust slapen, dat zij niets kun
nen hooren noch zien. Ja anderhalf
jaar geleden een jaar van geluk,
een lvalf jaar ellende, geluk toen ik u
nog niet kende, ellende sedert ik uw
gelaat had gezien. Welke geheime
veer des kwaads hebt gij in mijn ge
moed aangoroerd? Voor uwe komst
dacht ik niet aan iets kwaads. Toe»
mijn blik echter oj- uw gelaat viel, ge
voelde ik, dat er een verandering lx:
mij pjaats greep- ik be-refte mijn ver
derfelijke l>estemm,ng. Hoe gij do be-
toovering ontdektet en mij tot kwaad
hebt geleid, zult gij zelf het best we
ten. Ik ben geen lafaard, ik wenscl
mij zelve niet te rechtvaardigen,
maar somtijds denk ik we! eens
Göorge, dat gij u voor vee! zult moe
ten verantwoorden. Wacht, ik hooi
mijn kind sclireien, mijn bekoorlijker
jongen met de oogen zijns vaders
Weet gij wel, dat ik geloof, dat miji
kind bang voor mij is geworden; he
slaat steeds naar mij met zijne teer.
handjes. Ik geloof zelfs, dat mijn hone
mij tegenwoordig verafschuwt. Zij
kennen mij zooaJs ik ben, h-in instinct
zegt het lvun; iedereen weet het be
halve Zoo aanstonds zal hij terug
komen van zijn bezoek aan de armer
en do zieken, en zal hij mij kussei
en mij zijn lief vrouwtje noemen, ei
ik zal steeds blijven huichelen. O
ik kan het niet tenger verdragen
Er zijn er meer van datzeifd
soort, zeide Geoa-ge koel. Zij leve
i-en een mooie studie op voor da ziel
kunde, maar ik heb geen tijd om hen
nog verder uit te Lezen. Wij zulter
een volgenden brief nemen.
(Wordt vervolgd.)