De Europeesche Oorlog. De stand der strijdende legers in België en Frankrijk, Cas® „""L* S s V'V DË BOOSDOENERS. r WE EDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 27 OCTOBER 1914 Da gevechten In Zolë-West België doren beftlg voort. De beslissing van dezen strijd ls van veel belang voor 't groote gevecht ln Noord-Frankrijk. De strijd op Oostelijk en Zuidelijk oorlogstooneel. Verspreid nisnws van de oorlogsvelden. Brieven van soldaten. Op het Westelijk Oorlogsveld Er is geen beslissend nieuws van het oorlogstooneel Volgens de laat ste officieele berichten duurt de strijd voort onder dezelfde omstandighe den als de vorige dagen, hetgeen dus zeggen wil dat beide partijen hier iets winnen, daar iets verliezen, maar dat do algemeen© strategische toestand vrijwel onveranderd blijft. Zooals in een der jongste Fransche communiqués w-ordt gezegd, de slag orde wörd'i in haar geheel gehand haafd, maar alleen hebben onvermij- delijke schommelingen in deze ge vochtslinie plaats. Beide partijen schijnen tegen elkaar opgewassen te zijn, geen van beide was tot dusver sterk genoeg om den tegenstander een beslissende nederlaag toe 'ce bren gen. Zoo is het aan den rechtervleu gel van hot front der bondgenooten, zoo schijnt het voorloopig ook te zijn aan den linkervleugel, waar bet front, dat ongeveer oen maand gele den nog niet verder kwam dan de streek van do Oise an van Compiègne, thans zich over een lengte van een paar honderd kilometers verder uit strekt door Zuïdwest-België toi de kust van de Noordzee. Ook hier heb ben beide partijen portieetó successen behaald. Do Duitschers zijn er in ge slaagd tusschen Nieuwpoort en Dix- muiden de Yser oveJr te trekken, maar hun verdere opmarsoh is hier tot dusver door de bondgenooten ge stuit en ook in do omgeving van Rijs- sel zijn hun heftige aanvallen door de geallieerden afgeslagen. Meer en meer rijst de v'raag wie het langst aan die uitputting van de her baalde, maar niet vorderende gevech ten weerstand zal bieden; wie ten slotte over de grootste reserven be schikt orn de geloden verliezen aan 'ie vullen. De officieele berichten voor heden luiden: Het F r a n s ch e communiqué luidt: Gedurende den Zondag hebben do Belgen, Franschen en En gelach en hun front gehandhaafd op de linie Nieuw- poort-Dixmuyden. De Dultsche troe pen, die tusschen deze beide steden over de Yser zijn getrokken, hebben niet verder kunnen komen. In de streek tusschen Yperen en Rousselaere, tusschen Armen'iières en Rijssel, ten westen van La Bassée en Lens en ten oosten van Atrecht is de linie naar het zuiden verlengd. De Duitsdiers schijnen in do ge vechten van de laatste dagen aanzien lijke verliezen te hebben geleden. Hoi D u i t s ch e legerbericht-meldt: Westelijk van hel Yser-kanaai tus schen Nieuwpoort èn Dixmuiden, wel ke plaatsen nog in bet bezit van de verbonden legers zijn, deden Duitsche troepen een aanval. Het aan den strijd deelnemende Engelsche eskader werd door zwaar artillerievuur tot den terugtocht gedwongen. Drie schepen werden getroffen. Hot geheele eskader bleef des namiddags van den 2östen daarop buiten gezicht. Bij Yperen is geen verandering. Zuidwestelijk van Yperen en westelijk en zuidelijk van Rijssel maakten Duitsche troepen of fensief goede vorderingen. In de verbitterde straatgevechten leden de Engelaohea groote verliezen. Ook verloren zo meer dan 5C0 gevan genen, Noordelijk van Atrecht stuit te de heftige Franscbe aanval op t Duitsche vuur af. De franschen le den zware verliezen. DE GEVECHTEN IN BELGIS. Aan de Telegraaf wordt geseind. Na hardnekkigen strijd hebben de Duitschers in West-Vlaanderen eeni- go vorderingen gemaakt, RousselaLre is weer in hunne handen. Bij Dixmui- den zijn zij ook over do Yser gegaan. Bij Nieuwpoort echter hebben de ge allieerden terrein gewonnen. Do ge- vechtslinïo loopt thans over IJperen- W esv I (ooz ebek ejD ixm u i donOstende Een beslissing is er op deze linie nog niet gevallen. Zondag kwamen voor de Duitschers te Brugge twee kanon nen van 42 c.M. dn 10 van 28 c.M. aan. Men verzekert mij, dat do Duit schers kanonnen hdbben opgesteld tusschen Zeebrugge en Ileyst. Vele manschappen vallen in den strijd. N'iei alleen Brugge en Gent, maa'r ook Riousselaero ligt vol gewon den. Alle openbare gebouwen worden voor do verpleging benut. Talrijk zijn do soldo tonkertelK) ven op het Vlaam- sehe land, EEN BESCHRIJVING VAN EEN GEVECHT. Een correspondent van de .Daily Neiva" in Noord-Frankrijk, seinde Zaterdagavond (de vertaling is van do „N. II. CL") Het is onmogelijk een denkbeeld te geven van den nu woedenden veld slag zonder groote woorden van wei nig beteekenis te gebruiken. De strijd golft heen en weer langs do Yser met een verlies van mcnschenlcvens. dat alleen verschrikkelijk kan worden ge noemd. Werktuigen des doods in de lucht, op zee en te land vegen dit afgelegen land verticaal, horizontaal en transversaal niet allerlei soort van mechanisch vernietigend vuur schoon. Daardoorheen kruipen, gra ven, loopen en snellen de kleine, ten gere menschelijke oorlogswerktuigen rnet hun schermutselingen, bestor mingen an misslagen bij individueel© gevechten en grootere worstelingen. Vermoeid on verbijsterd worden zij dan weer hier, dan weer daar heen gestuurd, slapen zij waar zij kunnen, wasschon zij zich nooit, sterven zij ongezien. Ik ging ©en stad uit, welke twee maal door do Duitschors, tweemaal door de Franschen en eenmaal door de Belgen was genomen. Het was niet mogelijk een uur later to zeggon, wie er "zich bevond en men liep de kans op een bevrienden troep te schieten. Donderdag werden do Duitschers over de Yser teruggedreven. Vrijdag hadden zij opnieuw vasten voet ge kregen op onzen oever. Zaterdag wor den zij weer teruggeslagen. Nu eens is de brug door de ©ene partij opge blazen en hersteld door de andere, dan weer is zij door de andere partij opgeblazen of als een levensgevaar lijke val voor den vijand achtergela ten, indien deze er over heen mocht trekken. Het is een aangroeiende, onbeschre ven reeks van daden van moed, die worden bedreven als een onderdeel van het groote werk en die nooit be kend kunnen worden. Zij zouden een boekdeel kunnen vullen, daar onze munnen dag aan dog in gevaar ver- koeren, bedreigd door granaten, kruisvuur, dynamiet of hinderlaag bij het brengen van onwaardeerbaren steun aan de bedreigde linie. Bij het naderen van de rivier wordt het oor verdoofd door het aanhouden de gebulder van ons scheepsgeschut, rechts, links voor ons klinkend. Maar recht vooruit en boven ons gaat het voortdurend gillende, krijschende ge luid van het vijandelijke geschutvuur voorbij. Het geraas van de vliegtuigen wordt nu en dan boven ons gehooid, ir bij de algemeene tegenwoordig heid vun het gevaar bijna niet opge merkt. Tijdens het beleg van Antwer pen plachten onze mannen do vlieg tuigen te besluipen als ware het een jachtvermaak, en met succes deden zij dat. Nu moeten zij ze aan' de ar tillerie overlaten. Onze vliegers, die midden door een hagel Yan ijzer en een groenen mist de wolken der springende grana- een enkele inlichting trachtten te verkrijgen, waren gewoon om op de looping de loop van de Duitsche vlie gers neer te zien als op een onbesuisd waagstuk tot uittarting van onze In fanterie. Nu weten wij, dat de dub bele looping de loop zijn eigen betee- keuia heeft en een spoedig dreigend gevaar beteekent. De infanterie naast ons kruipt voort met haar geweren als honden, die woedend zijn geworden door de lucht, die zij in den neus hebben gekregen. Treinladingen van gewonden wach ten op de zijsporen, Verderop rijden ambulance-treinen langzaam terug. De kogels van de machinegeweren beginnen op onze bepantsering tc ra telen. Als honden, die nu het wild nabij ruiken en blaffen, worden do loopen der geweren opgelicht en afge vuurd. Wij rijden in vliegende vaart. Nu on dan ratelt het geluid van het ma chinegeweer, terwijl de auto door een laan suist. Zulke auto's zijn de storm vogels van dezen oorlog. Onder lei ding van een onversaagden aanvoer der zijn er auto's geweest, die geheel alleen ingestoven zijn op gansclic Duitsche bataljons, on ze uit bosch of hinderlaag hebben verjaagd. Meer dun eens is één enkele auto aan het front van een groote afdeeling van onze beste troepen voorbijgestormd en heeft zij hen door hun verbijsterende snelheid, ten spijt van het moordda dige vuur van den vijand, er voor ge red, door groote Duitsche troepen machten te worden afgesneden. Do verborgen vijand heeft geleerd, zich niet te bekommeren om granaten; doch het machinegewoer is in dezen oorlog de baas. Wij bevinden on3 thans nabij de ri vier, in een vlak terrein. Er zijn een of twee hoeven te zien en een paar fabriekssclioorsteenen. Do overgang van het vlakke land lot de rivier is ietwat heuvelachtig. Het terrein is doorploegd en doorkruist met loop graven. Het is aanvankelijk onmoge lijk te zeggen, wie er in de loopgraven zijn, of wie de naburige hoeve.ii bezet houden zoo wonderlijk heeft de oorlogsfortuin gewisseld in dezen krijg aan de rivieroevers. De Duitschers waren de rivier over gekomen naar onzen kant. Zij winnen veld in hun pogingen om de loop graven der verbondenen onder vuur tc krijgen. Zij kruipen gestadig na derbij. Het gedruisch van het vechten en liet lawaai van ontploffingen klin ken dooreen. Er is thans geen tijd om te onderscheiden of wie er vallen, door ons of door den vijand zijn ge troffen. Wellicht heeït ons vuur de schaal ten nadeclo der Duitschers doen overslaan. Deze laatsten ontrui men de loopgraven, trachten elders dekking te vinden en wijken in ver warring naar den oever, waarbij zij door de verbondenen achtervolgd en met een kogelregen overstelpt wor den. De verbomionen vervolgen hen met een felle bajonet-charge; maar de Duitschers houden geen stand om dien aanval af te wachten, doch ren nen voort naar de brug, waar zij ech ter bloot slaan aan het doodelsjkste van alle moordwerktuigende van pantsering voorziene machine-gewe ien. Deze knetteren van de verschan singen uit. Een half uur lang wordt er vau den rivier-oever o\er en weer een oorverdoovende beschieting on derhouden. Daar is de brug vernield. Door ons Door den vijand Met geschutvuur Mei dynamiet Wie kan het zeggen V Een rookwolk en brokstukken van de brug verduisterden den helderblau we n hemel. Een oogenblik komt een eind aan hot vuren een oogenblik zwijgt hel geboni van de kanonnen. Maar ras begint het weer. Tusschen onze posities aan deze zijde en die der vijanden aan den overkant is weinig meer afstand dan de smalle rivier. Vertoont zich maar even een hoofd of hand boven de borstwering, dan valt een man voorover of zakt in elkaar. Wie valt, wordt onmiddellijk wegge bracht naar een plek, waar hij wordt neergelegd bij de talrijke andere ge kwetsten, die liggen te wachten tot Z'"j met draagbaren zullen worden verwijderd, liet is bijna niet te begrij pen, dat dadelijk anderen komen om r'.e open plaatsen in te nemen. Men vei lelt ons, dat wij op dit punt aan do winnende hand zijn. Reeds is "W OJUnda^'Brusge.» V»- i W W-""'5T" Ë~I>ixmoidcn Ro TkiftlF' v *©fliC0L/ ^ANTWERPEN L.C. aalst "t Vf~ W Sto2: vX ^U^rijK ijr Sk i ROUDCU* f HAL •WATERLOO C© t. o ^Brussel L£UVF ^Hazebfouch ófltfl MlV&LUtS ARRAS^ Beroem LtNC.E™"^ "Pas i Chaulnes q 1 -yPer*m«4 .BonAiN Fr«snoy 1^ •cM.lAy WVA.chel Van vi ns Hierbij bieden wij onzen lezers een kaart, waarop de stand der legers, die thans vechten in den Zuid-Westhoek van België, is aangegeven. Toelichting is overbodig; de zwarte blokken-lijn geeft aan waar de Duitschers staan, de zwarte punten-Iijn teekent het gevechtsfront van de Franschen, Engelschen en Belgen af. do vijand over de rivier terugeri la ter hooren wij, dal hij ai vier mijlen is teruggedreven. Het werk hier is voltooid. De schepen hebben den vijand van de kustlijn verdreven. Zijn versterkingen durven zich in groot.cn getale zelfs niet nabij Ostende to wa gen. De Franschen hebben bern op den rechter- en op den linkervleugel teruggeslagen. Wij hooren, dat ons eigen, verwijderd leger zich goed houdt en sneller voorwaarts rukt. -Van 't Oosieiijlt Oorlogstooneel Een Duits ch legerbericht deelt me de: Op het oostelijk oorlogstooneel maakt 't Duitsche offensief tegen Au- gocsiof vorderingen. Bij Iwangorod staat het gevecht voor de Duitschers gunstig; de beslissing is nog niet- ge vallen. Het Russische gezantschap te 's-Gravenhage heeft de volgcmle be richten ontvangen over de krijgsver richtingen der Russische legers Den 23sten en 24sten October hebben de Russische troepen een reeks van nederlagen toegebracht aan do Duit sche strijdkrachten. Deze werden te ruggedreven van Lowicz, Skiermwice en ltawa en wel door bajonet-aanval len. De slag nam groote afmetingen aan op ie wegen waarlangs de terug tocht plaats had van de Oostenrijkers en Duitschers naar Radom, waar Oostehrij ksoh-Hongaarsche verster kingen zijn aangekomen. Ondanks hun heftigen tegenstand tegen het Russische offensief hebben de Duitsche strijdmachten kanonnen, mitrailleurs en gevangenen in handen der Russen moeten laten. Een Oosten rij ksche kokmne, die van de Karpathen naar de stad Dolina op marcheerde, werd verslagen eu ver strooid, en de poging om den Russi- schen linkervleugel ten Zuiden van Przemysl om tc trekken, werd met groote verliezen voor de Oostenrijkers afgeweerd. Op hei Zuidelijk Oorlogstooneel. OOSTENRIJKERS EN SERVIÖRS. Een Oostenrijkse!» communiqué meldde dezer dagen, dat de monitor Ternes", een der vaartuigen van de Save op een door de Serviërs gelegde mijn geloopeu en gezonken was. Da „Neue Freie Presse" deelt hierover nog het volgende mede De „Ternes", in 1904 van stapel ge- loopen, had een waterverplaatsing van 440 ton, was met drie 12 c.M.-ka- nonnen en twee 47 m.M. snelvuur- kanonnen bewapend en had een snel heid van 13 zeemijlen. De voornaam ste deel en van het schip waren door een pantser tegen het vuur van veld geschut beschermd. Na den terugkeer van een actie in de Save tegen do Servische stellingen, liep het schip, zooals reeds gezegd, op een mijn, met liet gevolg, dat het vaartuig zonk en 33 leden der beman ning verdronken. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden In den „Temps" vertelt Roland de Mar&s hoe Koningin Elizabeth haar taak van Landsvrouwe vervult: Toen het ernst werd in België meen de een ieder, dat zij met haar kinde ren in Engeland zou blijven tot rus tiger tijden. Maar de bommen, die in Antwerpen vielen, schrikten deze moedige vrouw niet af. Na haar kin deren in veiligheid te hebben ge bracht, keerde zij terug aan de zijde van haar gemaal: daar en nergens an ders was haar plaats. En thans vertoeft zij met Koning Albert te midden van de Belgische troepen. Zij gaat van dorp tot dorp, van kamp tot kamp, van loopgraaf tot loopgraaf. Zij brengt troost aan de soldaten, die sterven, en geeft, den strijders nieuwen moed, zij glimlacht hun toe en verbindt hun wonden. Zij is een engel vun zachtheid en mee gevoel, tijdens deze donkere dagen in Vlaanderen. Zij is niet de gade van den konink lijken krijgsman, fiorgaande aan zijn zijde bij den intocht m veroverde ste den onder het gedonder van het ge schut en liet geschetter van de trom petten. Het lichtste zwaard zou te zwaar zijn voor haar teere hand zij veracht de praal van de konings- vrouwe, die in uniform aan het hoofd van haar regiment paradeert. Zij ver schijnt als het kanon zijn werk heeft gedaan. Zonder escorte of gevolg gaat deze nobelste der edelvrouwen van hospitaal tot hospitaal en helpt dap pere mannen in het moeilijk stervens uur. zij, de edelste, juist door haar eenvoud, haar moederlijk gevoel en haar menschel ijkhcid. Elizabeth, Koningin der Belgen, die thans nog slechts regeert over de desolate streek, welke zich aan den duinvoet uitstrekt, draagt de schoon ste der kronen. Zij biedt m een tijd, die twijfelen doet aan het bestaan van alle deug den, het verheven schouwspel van een zwakke vrouw, die in haar groot ka rakter den moed viudt weerstand te liieden aan het wreedste noodlot. Ver dreven koningin, maar koningin in de ware beteekenis van het woord, is zij het symbool van het verminkte vaderland, dat niet sterven wil, Verre van trotsclio residenties en paleizen, begeeft zij zich tot de soldaten, die vielen onder het vijandelijk vuur, e-n nis zij tusschen he.n doorsclirijdt, dan heffen de stervenden nog eenmaal hot hoofd op en welt een laat3te traan in het brekend oogde van koorts gloeiende handen strekken zich naar haar uit met een srueekende beweging en bleeke lippen murmelen tiet woord, dat alle menschelijk© teederheid in zich sluithet woord, dat alle harten roertmoeder EEN STAALTJE VAN KOEL BLOEDIGHEID. Een medewerker van het „Journal' heeft een onderhoud gehad met den Franschen minister Serabat, die de portefeuille van openbare werken beheert. Deze heeft, in gezelschap van den inspecteur van de scheep vaart en den overste ResaI van de genie, een dienstreis gemaakt langs Oise, Aisne en Manie, teneinde een onderzoek in te stollen naar den toe stand van de tijdeus de militaire ope raties onbruikbaar gemaakte brug gen. In het belang toch van die dooi den oor'og zwaar geteisterde streken is het noodig, zoo spoedig mogelijk gelegenheid te geven tot herstel van het geregelde verkeer. Minister Sembat deelde den jour nalist nog ruede, onder welke om standigheden de prefect van het Ais- ne-depariemenl, die thans te Sols- sons vertoeft, werkt. De prefect heeft tot werkkamer een groot vertrek, uit stekend voor het doel geschikt. Er is alleen één inconvenient aan verbon den het. is blootgesteld aan hel Duitsche artillerievuur. Vlak voor het venster in den tuin is een groot gat geslagen door een vijandelijke gra naat; de muur vertoont overal de sporen van kogels. Den dag. dat dii projectie! insloeg, zat de prefect aar zijn schrijftafel voor het raam te wer ken. Bedaard nam hij zijn paperassen op en begaf zich naar een aangren zend vertrek om zijn werk af te ma ken. Nauwelijks gezeten, slaat een FEUILLETON (Naar het Engelse h). 46) Kom, Angola, wij moeten gaan, kwartier voor zessen wilde ik thuis zijn, zcide Philip op dat ©ogen blik. Zij stond dadelijk op en reikte Ar thur do hand, terwijl zij mompelde „Vaarwel, tot morgenochtend", waar na zij afscheid nam van lady Bella my- Met bijzonderen aandrang had George intusschen haar vader trach ten te bewegen om te blijven dinee- ren, en toen deze dit afsloeg, kondig de hij zijn voornemen aan, hem den volgenden dag te komen bezoeken. Eindelijk kon hij vertrekken, maar niet eerder dan nadat lady Bellamy een schijnbaar hartelijk afscheid van hem had genomen. Gij moet met uw bekoorlijke dochter mij eens op Rewtham House komen bezoeken, wanneer wij daar wonon. Wat, hebt gij niet gehoord, dat sir John het heeft gekocht van. de tcsiiunent-executeurs van de arme Mary Lee Philip word doodsbleek en snelde de kanier uit. Het is wel eens goed, daclit lady Bellamy bij zichzelf, toen zij zag wat hare opmerking uitwerkte, - hem te laten weten, dat ik niets ver geten ben. Zelfs toen haar vader wa3 heenge gaan, werd Angela nog de weg afge sneden. Wat zeide George, die in een beminnelijke bul was, hoewel voor anderen verre van beminnelijk, wilt gij ook maar zoo stil wegloopen, schoono niclR Gij zult dan toch eerst liet tolgeld moeten betalen, hoewel niet veel. En hij sloeg zijn langen arm om haar middel en wilde haar eens recht vertrouwelijk omhelzen. Eerst begreep Angela, aan derge lijke grappen niet gewend, niet, welke zijn© bedoelingen waren, maar zoodra besefte zij het, of zij voorkwam hem hierin, en daar zij een krachtig meis je was, wierp zij hem met een enke len duw van zich af, zoodat hij, door dat hij izoo plotseling achteruit stoof, over oen voetbankje struikelde, en rechtuit op den grond viel. Toon Angela zag wat zij had ge daan, keerde zij zich om en snelde haar vader achterna. Voor Arthur was dit tafereel te veel voor zijn lachspieren, en hij schaterde het dau ook bijna uit. terwijl lady Bellamy zelfs met hem instemde. Bleek van woede stond George op. Ik zie niet in, mijnheer Heigham, waarom men moet lachen als iemand een ongeluk heeft. Vindt gij antwoordde Arthur. Ik ben van een andere meening. want ik heb nog nooit zulk een pot sierlijke scène gezien. George keerde zich om en mompel de iets binnensmonds, dat door zijn gast niet werd gehoord, waar na hij zijn aanval richtte op lady Bellamy. Beste Goorge, gaf zij ten ant woord, laat dit kleine avontuur u tee ren, dat liet me; verstandig is voor manuien op mxidel'taren leeftijd om galanteriën aan jonge diames op K- dririigen. en vooral niet aan z-uSke krachtige jonge dames. Va&rwel. Op hetzelfde- oogenblik meldde de bediende, d'at do dogcart door Arthur lrosteld, voor was. Vaarwel, mijnheer Heigham, vaarwel, zei do Ceorge met toornig sarcasme. Birinon vier en twintig uur hebt gij mijn meest geliefden bond gedood, mijn welgemeemtan. raad verwarpon en mij belachelijk gemaakt toen. mij een ongeluk trof. Als wij elkaar weer ontmoeten, dun zult gij ongetwijfeld nog wel verdere verrassingen voor mJj in voorraad hebbenc-n zonder Arthur de gelegen heid tot antwoorden te geven, verliet bij de kamor. HOOFDSTUK VI. Georgedreigtmetdesweep Den volgenden morgen, na den dag van Arthurs vertrek van Isleworth, ontving lady Bellamy een briefje vau George, v, aar.n hij haar verzocht hem dien morgen nog te komen be zoeken ais liet haar schikte, daar li ij iets belangrijks met haar had te be spreken. Lady BeJiomy liet haar rijtuig voorkomen en vorlrok weldra naar Islington, ueiiiig vermoedende wat haar duar wachtte. Zij vond George op haar zitten wachten in cte eetka mer naast do ijzeren kist, d-e niet zulk een groote belangstelling van Ivaar echtgenoot was vereerd. Zij stond open en hij wus bezig brieven te lezen udt een bundeltje, dat, zooals de lezers zich zulten herinneren, reedfa meer in zijne lumden was gezien. Hoe gaat het, Anno? zeide hij zondier op to staan, Gij ziet er van morgen zeer knap uit. Ik heb nooit een vrouw gezien, die hare jaren met zooveel eer© droeg. Zij antwoordde niet op zijn wel komstgroet. maar werd doodsbleek. Wat, zeide zij met heesche stera, en wees met baar vinger naar brieven in zijn hand, wat doet gij met die brie\ en? Bravo, Anne, prachtig tragisch. Wat zoudt gij ecue uitstekende lady Macbeth zijn. Ga voort at doot gij met die brieven? Ilebt gij nooit een. hond klein gekregen door liern de zweep te toe nen. Anne? Ik heb u iets te vragen, maar wil u eerst m eene ernstige stemming brengen. Luister! Ik zal u een paar kleine uittreksels voorlezen uit een verleden, dat er zoo sprekend duidelijk in wordt weergegeven. Zij zonk in een stoel neer, verborg haar gelaat in hare hamten en kreun de. Gjorge, wiens gelaatstrekken ook oon zenuwachtige spanning verrieden, nam een geel vol papier en begon te lozen. Weet gü hoe oud ik vandaag ben geworcten'? Negeuticn Jaar, eai ik ben reeds anderhalf jaar gehuwd. Ach. wat was ite voor mijn huwelijk een geldkki-g meisje; 'hoe vereerde men mij in mijn vroeger tehuis! „Konin gin Anne" noomdo men mij altijd. Ja, n,u zijn zij dood, en God geve, dat zij zoo gerust slapen, dat zij niets kun nen hooren noch zien. Ja anderhalf jaar geleden een jaar van geluk, een lvalf jaar ellende, geluk toen ik u nog niet kende, ellende sedert ik uw gelaat had gezien. Welke geheime veer des kwaads hebt gij in mijn ge moed aangoroerd? Voor uwe komst dacht ik niet aan iets kwaads. Toe» mijn blik echter oj- uw gelaat viel, ge voelde ik, dat er een verandering lx: mij pjaats greep- ik be-refte mijn ver derfelijke l>estemm,ng. Hoe gij do be- toovering ontdektet en mij tot kwaad hebt geleid, zult gij zelf het best we ten. Ik ben geen lafaard, ik wenscl mij zelve niet te rechtvaardigen, maar somtijds denk ik we! eens Göorge, dat gij u voor vee! zult moe ten verantwoorden. Wacht, ik hooi mijn kind sclireien, mijn bekoorlijker jongen met de oogen zijns vaders Weet gij wel, dat ik geloof, dat miji kind bang voor mij is geworden; he slaat steeds naar mij met zijne teer. handjes. Ik geloof zelfs, dat mijn hone mij tegenwoordig verafschuwt. Zij kennen mij zooaJs ik ben, h-in instinct zegt het lvun; iedereen weet het be halve Zoo aanstonds zal hij terug komen van zijn bezoek aan de armer en do zieken, en zal hij mij kussei en mij zijn lief vrouwtje noemen, ei ik zal steeds blijven huichelen. O ik kan het niet tenger verdragen Er zijn er meer van datzeifd soort, zeide Geoa-ge koel. Zij leve i-en een mooie studie op voor da ziel kunde, maar ik heb geen tijd om hen nog verder uit te Lezen. Wij zulter een volgenden brief nemen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5