De Europeesche Oorlog.
DE BOOSDOENERS.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG
28 OCTOBER 1914
Do p?ecbten In België on Noord-Frankrijk bobbin nog geen beslissing
gsbracbt.
Van 't oostelijk oorlogsterrein komen tegenstrijdige berichten. Hebben de
Rnssen een groote overwinning op de Dnitsehers behaald
Verspreid nienws van de oorlogsvelden.
OP hst Westelijk
Oorlogsveld
Vooral aan de kust tusschen Rij saai
bn Nieuwpoort is. krachtig gevochten.
Hij Dlxmuydcri waren de Engelse hen,
nadat rij vijf dagen eiken aanval van
do Dnitsehers huilden algeslagen, op
oen morgen plotseling verrast door
een aanvul bij het aanbreken van
den dug. Een compagnie Hooglan
ders, die klaarblijkelijk in de voorste
linie lagen, werden omsingeld en ge
vangen genomen. Maar de Engei-
sclicn hadden versterkingen gekregen;
zij wisten den aanval der Duitsehers
met alleen al te slaan, maar dezen
rolls terug te drijven tot achter hun
oorspronkelijke stellingen. De gevan
genen werden weer bevrijd.
Do Duitsehers hebben echter aan do
kust batterijen weten op te stellen,
die het Engclsche eskader, dat van
zeo uit krachtig de Engelscho linie
steunde, beschoten, met het gevolg
dat drie schepen getroflen werden en
het geheide eskader genoodzaakt werd
buiten het bereik der kustbattenjen
Ie blijven. Daardoor kon het eskader
juct meer aan den strijd deelnemen.
Do Engelschen schijnen er thans
rekening mede te houden, dat Calais
wel In handen der Duitsehers zou
kunnen vallen. De „Times" beschrijft
den toestand en zegt
„De Duitsehers vechten zeer dapper;
eij hebben een talrijke, hoewel niet
steeds goede artillei ie en volgens de
gevangenen hebben zij beslist bevel,
naar Calais te komen, het koste wat
het wil. Üct scheen wel, dat de Duit
sehers in den waan verkeerden dat
zij de verbonden troepen met gemak
uit Noord-Frankrijk zouden kunnen
terugdrijven en dat zij niet alleen Ca
lais zouden kunnen bezetten, doch
ook het offensief en den opmarsoh
naar Parijs zouden kunnen hervatten.
Zij waren verbaasd Engelschen te
genover zich te vinden en ook de
sterkte van het Belgische leger scheen
bun volkomen onbekend.
De Duitsche troepen hebben dus
bevel zich van Calais meester te ma
ken. Do redenen voor dat bevel schij
nen meer van polilieken, dan van
militairen aard to zijn. De troepen
nieenen dat zij van do Fransche ha
vens in en om het Kanaal onder beter
voorwaarden Engeland kunnen aan
vallen. Het denkbeeld is hetzelfde als
«lat van Napoleon de Duitsehers kun
nen aan de kust batterijen opstellen
en van (Mende, Duinkerken, Calais
en Boulogne oen vlootbasis maken
voor de Duitsche vloot.''
Al gelooft do „Times" niet, dat het
spoedig en gemakkelijk zal gaan, het
blad zegt toch
„A's de Duitsehers Calais nemen,
moeten wij er op rekenen, dat er, on
der bedekking der duisternis, batte
rijen kunnen worden aangelegd en
zwaar geschut kan worden opgesteld.
Du te ontkemxm, kun alleen tot te
leurstelling leiden.
Ook moeten wij aannemen, dat
Duitsche onderzeeërs die havens kun
nen bereiken, omdat deze booten de
gewoonte hebben van te komen en te
gaan waar zij willenook is het niet
onmogelijk, dat kleine torpedobooten
over rivieren, kanalen en per spoor
die havens bereiken. Het Fransche
kamlenstelsel staat het vervoer van
kleine torpedobooten van de eene ha
ven naar de andere toe. En de Duit
sehers zouden dus in staat zijn, de
Engelschen te plagen met het spelle
tje, dat zij in hun hoofd hebben. Zij
hopen zelfs, dat zij in staat zullen
zijn hun zwaar geschut in die havens
op tö stellen en een groot deel van het
Kanaal onder vuur te kunnen hou
den.
De „Times" betoogt echter, dat het
bezit van Calais voor de Duitsehers
van geen beteekenis zou zijnhet be-
teekont wel meer dan het bezit van
Ostcnde, maar het heeft geen levens
belang. De Keizer verzaakt de begin
selen van de oorlogskunst, waarop de
Duitsehers zoo prat gaan. Zijn kracht
verspilt hij op een punt, dat ver ver
wijderd is van zijn ware bedoeling, i
en zulke fouten wreken zich niet zel
den. Het bezit van Calais is geen ver
goeding voor de onmogelijkheid, om
in Frankrijk of Rusland verder te
kunnen doordringen."
'T OFFICIEELE NIEUWS
van heden luidt
't Fransche communiqué' „Er
wordt nog altijd hevig gevochten tus
schen het Y'Ser-gebied en Lens. Op
dit gedeelte van het front heeft <ie'
strijdmacht der geallieerden nergens
behoeven te wijken en is zij vooruit
gegaan In do streek tusschen Yperen
en Roeeselaere.
In do streek van Soissons en van
Berry-au-Bac is een artillerie-gevecht
geleverd, dat gunstig voor de geal
lieerden verliep en waarin zij een
aantal Duitsche batterijen hebben
vernield.
In het gebied beoosten Nancy tus
schen het bosch van Bezance en dat
van l'arcy zijn de Franschen tot net
offensief overgegaan en de Duit
sehers teruggeslagen tot over de
grens"
Een communiqué van het Fran
sche gezantschap te 's-Gravenhage
luidt
..Hoewel Duitsche strijdmachten er
in geslaagd zijn over de Yser tusschen
Nieuwpoort en Dixmuiden te komen,
kenmerkte zich de dag van Maandag
door een vooruitgang der geallieer
den op tul van punten en in het bij-
zonder in de 6treek ten noorden en
ten oosten van Yperen. Hun gevechts-
front is overal gehandhaafd geble
ven op de algemeene lijn waarop het
gevecht aan den gang is tusschen de
Noordzee en Atrecht, Nieuwpoort,
Dixmuiden, de streek tusschen Ype
ren en Rous.se'aere (Rou'ers), tus
schen Armentières en Rijssel, ten
westen van la Bassée en van Leus,
ten oosten van Atrecht, om zich aan
te sluiten aan de algemeene linie,
reeds in verschillende communique's
aangegeven, en op welke de verbon
den legers, sedert een veertiental da
gen, op elke plaats merkbaar voor-
ui), zijn gegaan.
Do dagoujksche verliezen der Duit
sehers in de Noorderstreek blijven
zeer aanzienlijk en de troepen der
boiulgenooten hebben Maandag nog
talrijke gevangenen gemaakt en bui
tendien veldgeschut veroverd."
Namens de Engelsche regce-
ring wordt medegedeeld' „De slag,
beschreven als de verwoedste van den
heelen oor'og. duurt voort. Den Duit-
schors, dio de Yser op één plaats
waren overgetrokken, is de verdere
opmursch belet, en de bondgenooter»
hebben vorderingen gemaakt bij Ar
mentières, Rijssel en Atrecht en hou
den stand op de lijn NieuwpoortDix
muiden. 't Opperbevel verzekert, dat
de toestand zich bevredigend ontwik
kelt. Er wordt hevig en voortdurend
gevochten, maar de geallieerden ver
overen terrein en maken veel krijgs
gevangenen. Een van de Engelsche
devïsies beeft twee kanonnen, ver
overd."
liet D u i t s c h e hoofdkwaï tier
meldt:
,.De strijd aan het kanaal Ysere-
Yperen, bij Yperen en ten Z.W. van
Rijssel wordt met dezelfde hardnek
kigheid voortgezet. De Duitsche troe
pen gingen ook Maandag vooruit.
Op het overige deel van het weste
lijk oorlogsterrein ie geen bijzondere
gebeurtenis voorgevallen."
Van 't Oostelijk
Oorlogsiocneei
Van 't oostelijk fromt is het nieuws
zeer verschillend. De Russische berich
ten, melding makend van de neder
laag der Duitsoh© troepen bij War
schau, zijn door Duitsche berichten
nog niet bevestigd.
Het Russische gezantschap la
'e-Gravenhagc heeft de volgende be
richten ontvangen omtrent de krijgs
verrichtingen der Russische legers
De gevechten, die in Polen geleverd
werden, hebben den omvang aange
nomen van een groofen veldslag
(waarbij een front van 100 kilometer
gevormd wordt op de wegen naar Ra-
dom en Piotzkow op meer dan 100
kilometers ten zuidwesten van War
echan) en zijn gunstig verloopen voor
het Russische leger. Den 24sten Octo
ber hebben in d'eze geheele streek he
vige bajonetaanvallen plaats gehad,
waarbij de Duitsehers zeer groote
verliezen aan manschappen leden en
twee batterijen en mitrailleuses ver
loren. AHeen reeds bij het dorp Moe
zitilo hebben de Russische soldaten
700 Duitsehers begraven en in liet
woud van Nomglowo hebben zij 400
gevangenen gemaakt.
De Engelsche regeering maakt
bekend
„Ten westen van den Weichsel en
ten noorden van Pilitza zijn de Duit
sehers op Lowicz teruggeworpen;
Skierniewico en ltawa werden door
de Kussen met de bajonet genomen.
Ten zuiden van Soloc.hebben de Rus
sen den overtocht van den Weichsel
geforceerd. Een zeer groot aantal
Duitsehers werd gedood. Dit wordt
geschat op een kwart miUioen, en
gewond naar schatting meer dan een
half millioen."
Aüe gedeeltelijke pogingen der
Duitsehers om op het Oost-Pruisische
front het offensief te hervatten zijn
verijdeld.
Zelfs in de Russische berichten bo
venbedoeld werd de uitslag voor de
Russen niet zoo gunstig voorgesteld.
Dit Enge'sche bericht is ook geheel
in stnju met 't officieele Duitseh-e
bericht van Dinsdag. Dit luidti
„Teil westen van Augustowo gaat
de aanval der Duitsehers langzaam
vooruit.
Ten Z.W. van Warschau werden
alle aanvallen van een sterke Russi
sche strijdmacht door Duitsche troe
pen afgewezen.
Ten noorden .van Iwangorod trok
ken nieuwe Russische armeekorpsen
den Weichsel over."
AUecn de medcdeeling, dat nieuwe
Russische legerkorpsen den Weich
sel overtrokken, wijst er op dat do
Duitsehers toegeven daar terrein ver
loren te hebben.
De Duitsehers verzekeren evenwel
de aanvallen ten Z.-W. van Warschau
te bobben afgewezen.
Do Engelsche blaten nemen even
wel aan, dat Warschau niet langer
in gevaar is. Zij rreenen, dat do Duit
sche r; nu wel geen nieuwen aanval
zuilen wagen-, maar zich terugtrek
ken in de uitvoerige defensieve stel
lingen, die zij in Polen hebben gereed
gemaakt, en pogen, zich daar met wei
nig troepen to verdedigen, om do
groote macht van het oosten naar het
westen te brengen, en daar de schaal
naar hun zijde te doen overslaan. Dit
rnu moeten, volgens de Engelsche stra
tegen, do Russen beletten door een
voort du renden druk op cte Duitsche
lireios, opdat het overbrengen van
groote troepenmassa's onmogelijk
worden zal. Dit heelt natuurlijk be
zwaren; do strijd wordt gevoerd, als
in Frankrijk, in hot eigen land. en d©
tijd, waarop <lo vijandelijke hoofdstad
kan worden, bedreigd, eoi dus een ein
de aan den oorlog kan worden go
maakt door Duitscblond de vredes
voorwaarden voor to schrijven, is nog
ver af. Maai' daartegenover staat het
voordeel zeggen deze Engelsche
bladen dat do Duitsche troejvm In
twee groote fronten moeten strijden,
wat slechts in het belang dier bond-
genootcn kan zijn.
Over den strijd tusschen do Russen
en de Oostenrijkers is het officieele
nieuws al even vaag en tegenstrijdig.
Door het O o s t e n r ij k s c h e le
gerbestuur wordt medegedeeld
„De toestand In Midden-Galicië is
dezelfde gebleven. Ten zuidwesten van
Iwangorod staan de heldhaftig strij
dende Oostenrijkscha korpsen. Eén
daarvan heeft in een gevecht tegen
een voel sterkere Russische strijd
macht 10.000 man krijgsgevangen ge
maakt."
Uit Russische bron wordt ge
meld
„Aan de San en ten zuiden van
Prxcmys) gaan de Russen krachtiger
tot den aanval over."
Via Engeland (dus ook uil Russi-
solie bron) wordt nog bekend ge
maakt
Dc Russische troepen zetten hun
aanvallend optreden met succes
voort in G-'tlicië en ten zuiden van
Sambor en van Staro Miasto, waar
xij 28 kanonnen en schietvoorraad
De geestkracht en het weerstands-
vermogen der Oostenrijkers begint te
verzwakken in deze geheel© streek.
Alleen in het Sprina-dal hebben zij
50Ö0 lijken achtergelaten.
Verspreid nieuws
van deocrtogsveEden
DE STRIJD IN WEST-
V LAANDEREN.
De correspondent van de „Times"
in België schrijft aan zijn blad (d©
vertaling la van d© „Telegraaf)
„Dri© dagon lang reeds heeft het
kanon onophoudelijk gebulderd en
geraasd over de duinen en langs de
polders van de IJser. Het werd ten
leste ondraaglijk, dit ontzagwekkend
gedonder uur na uur te hooren, zon
der te weten wat er gaande was. Ten
slotte, op den vierden dag, slaagden
een mijner vrienden en Lk er in, langs
do kust naar Nieuvvpoort-Bad te ko
men, waar dc User in zee stroomt.
Nieuwpoort-Bad Is d© badplaats
van het stadj© Nieuwpoort, dat op
©en paar mijlen afstand van de kust
aan het riviertje ligt. Er Is maar één
straat, di© zich lungs het strand uit
strekt, bezet met hotels en pensions,
en «laarachler zijn nog wat huurhui
zen cn optrekjes. Hier ligt ook het
popperig stationnetje. Als men aan de
riviermonding gaat staan, boven op
een duin, dan ziet men verder land
waarts in nog twee gehuchten liggen,
Lombartzijde en een paar mijlen ver
der Wcstende. Beide gehuchten waren
den dag te voren door de Belgische
Infanterie bezet, die trachtte, zich
langs de kust naar 't noorden op te
werken, gesteund door de kanonnen
van een Engelsch eskader, dat dicht
bij het strand kruisje.
Juist toen wij 's middags aankwa
men. woeddo er een felle strijd tus
schen de twee dorpen, en de kanon
nen der oorlogsschepen en die der
Belgische veldbattoi ijen zaaiden dood
en verderf onder de aanrukkende
Duitsehers.
Zoo ver het oog reikte, aan de oost
zijde der rivier, stonden huizen in
brand, die door hun granaten waren
getroffen. De Duitsche kanonnen ant
woordden en trachtten de Belgische
batterijen t© raken. Wij konden hun
granaten overal langs 'den rivier
oever zien vallen. Het was een ge
raas, dat ons met ontzetting sloeg.
Van tijd tot tijd klonk boven het dof
gebrul der losbrandingen een oorver-
doovend© knal uit van een springende
Duitsche granaat uit de zwaarste
houwitsers, die bij het ontploffen een
dikke, roetzwarte wolk uitbraakten.
Soms echoten de Duitsehers op een
ouden vuurtoren aan het eind van
een der beide houten wandelpieren,
waarschijnlijk in de meening, dat di©
als seinpost dienst deed.
Langs den geheeleri oever van de
User lagen Belgische infanteristen in
hun loopgraven, die zich blijkbaar
voorloopig weinig bekommerden om
de Duitsche granaten, die meeren-
deets in de rivier of op den anderen
oever terechtkwamen. Toen wij aan
kwamen, waren de mannen voor het
grootste deel bezig met aardappelen
jassen. Een kapitein keek onze papie
ren na en veroorloofde ons te blijven.
Het kwam er nu op aan een goeden
waarnemingspost te veroveren.
Vlak achter het stationnetje stond
een rij hotels, de meeste van vijf ver
diepingen. Éen daarvan bleek bezet
te zijn" door de stukrijders van de
batterijen, die dicht in de buurt aan
het vuren waren. Zij stonden ons toe,
naai- hei dak te klimmen.
En daar lag het gansche slagveld
tusschen Nieuwpoort-Stad en de kust
voor ons uitgespreid een ontzaglijk
en wonderlijk gezicht. Links lag ae
zee, met do donkere rompen der vuur
en rook brakende oorlogsschepen.
Rechts op ongeveer 100 el afstand,
in een heukenboschje, stonden de
Belgische batterijen, die over de ri
vier echoten. Telkens zagen wij de
helroode vuurstralen uit de monden
der stukken spuiten en even daarna
deden de losbrandingen het hotel op
zijn grondvesten daveren. Voorlangs
het beukenboschje met zijn verborgen
kanonnen loopt de spoorlijn naar
Nieuwpoort, dat wij niet kunnen zien,
op zijn kerktorentje na. Naast de
spoorlijn loopt, iets verder, de IJser
als een breed, grijs lint Heel in de
verte schijnt een pontonbrug over de
FEUILLETON
(Naar het Engelsch).
Lady Bellamy bewoog zich nog; zij
cat en bcefdo met have handen voor
haar gelaat.
Hij nam een tweeden brief en begon
daaruit een zinsnede voor te lezen.
De teerling is geworpen, ik zal
komen; ik kan niet longer aan uw in
vloed weerstand btodan; deze wordt
jodereu dag sterker, en nu sal ik daar-
«loor een moordenares worden, want
de schok zal hem dooden. En toch ben
ik do eentonigheid van dat bemizelnch-
tiige leven moede; mijn geest werkt te
krachtig om door zulke boeien te kun
nen won den omsloten.
Die zin is werkelijk aardig, zei de
George. Kijk nliet zoo mistroostig,
Anne, ik moet u neg lastig vallen
met een. (Ine oen jaar later is geda
teerd. Luistea-1
Ik heb verscheidene malen den
man gesproken,, dien gij tot mij hebt
gezonden; hij is een dwaas en ver
achtelijk in zijn uiterlijk, en wat nog
JuL't ergst is. toont in alles, dat hij op
mij verliefd wordt; wanneer het ech
ter uwe verlangen is, don zal ik met
hem do ceremoniën van het huwelijk
meemaken, ami slachtoffer Gij wilt
niet met mij huwen, en ik zou nog
weel meer doen om in uwe nabijheid
te blijven; ik hel» dan ook geen keus,
ik moot hij1 u blijven. Voor eenige da
gen heb ik den Dierentuin bezocht,
en zag hoe een ratelslang een ko
nijn tot voedsel kreeg; bet arme beest
had ruimschoots de gelegenheid om
weg to toopen, maar het kon niet.
het was betooverd, en bleef onder liet
uiten van angstkreten stil zitten. Ein
delijk vatte de slang het beest en ik
meende, dat hare oogen op de uwen
geleken. Ik ben even hulpeloos als
dat arme dier, en gij zijt veel wreeder
dan do slang. En toch is in ieder op
zicht mijn geest sterker dan do uwe.
Ik begrijp het niiet. Wat is «ie bron
van do macht, dio gij over mij hebt?
Gij weet, dnt mijn echtgenoot dood
is; hij stierf met mijn naam op zijne
Kippen. Ook het kind is, naar ik hoor,
gestorven in een aanval van kroep;
de wrpleegstcr was uit het huis ge
gaan. en er was niemand om het t©
Verplegen. Voor degenen, zooals u en
mij is geen Yiirgevinig. Wat den kledtncn
B... betreft, ik zal hem huwen, zooato
ik u, naar ik meen, needs heb ver
teld; Ln leder geval zal ik voor hem
zijn fortuin maken: ik moet mij zelf
aan iets wijten, en eerzucht geeft
meer afleiding dan Iets anders ik
zal tenmÜTiste hooger stijgen. Vaar
wel, ik weet niet wat mij het meeste,
pijn doet, mijn hoofd of mijn hart.
Al9 wij dit gedeelte eens aan
Bellamy voorlazen, dan zou het hem
nog al boeien, denkt guj niet?
Plotseling sprong zij nu voorwaarts
en groep naar den brief. George was
haar echtor te vlug, hij wierp hem
in d© brandkast r,.oast zich en wierp
het zware «leksel «i.cliL
Nren, neen, boete Anne, het is
een t© kostbaar bezit om or afstand
van te doen, tenzij onder andere om
standigheden.
Toen zij ben erkte dat hare poging
was verijdeld, liet zij zich weer ln
haar stoel neen-nil en.
Waarom kwelt gij mij zoo? vroeg
zij met schorre stam. Hebt gij eene
bedoeling mot de spoken van het ver
leden op to roepen, of doet gij het
slechts uit vera aak I
Hef) -ik u mict gezegd, dat ik u om
hulp kwam vragen, maar u eerst in
een geschiktengemoedstoestand wilde
brengen?
Mijn hulp, Gjii wilt zeggen, dat
gij weer een verfoei olijk plan hebt be
raamd, maar zelf oen. te groot© laf
aard zijt om het uit te voeren. Voor
den dag er meo; ik ken u to goed om
er va n te ontstollen.
O, uitstekend. Gij hebt hier (gis
teren Angela Caresfoot, die dochter
vain Phillip, geziCTi-
Ja, ik heh ham- gezien.
-r Zeer goed. Mijn plan is om met
haar te huwen en daarbij moet gij mij
heil pen.
Lady Bellamy bleef stil zitten, en
gaf geen antwoord.
Gij zuli nu begrijpen, waarom
ik u dio uittreksels lieb voorgelezen,
vervolgde George, zeer verheugd toen
hij bemerkte, dat do uitbarsting, are
hij had verwacht, niet kwam. Ik
ben vast besloten om met dat meisje
te huwen, ten koste van wat ook, en
ik zie het zeer dtodelijk in, dat ik
het zonder uw hulp niet kan klaar
spelen. Met uw hulp zal het gemak
kelijk gaan, want niets dan de dood
van het meisje z»u liet u met uw ijze
ren wilskracht en overtalrijk© hulp
bronnen onmogelijk maken.
En als ik weneer?
Als gij over weigeren spreekt
dan moet liet voorlezen van die brie
ven weinig aan mijne verwachtingen
hebben beantwoord. Als gij weigert
dlan zal mijn geweten beginnen 1©
sproken, m ik genoodzaakt zijn om
die brieven, en vooral diegene, waar
in over hem wordt gesproken, aan
uw echtgenoot ter hand t© stellen.
Natuurlijk zol dat voor mij een on>
gemiamo taak zijn, maar ik kan zeer
geschikt voor een paar jaar op reis
gaan, totdat de praatjes wieor wat zijn
bedaard. Voor u is dat echter geheel
anders. Bellamy heeft geen reden om
u nu lief to hebben; donk eene na,
welke zijn© gevoelens zullen zijn wan
neer hij alles weet. Hij zal do ge-
rivier geslagen lo zijn. Voorbij dc
IJ9er strekkon zich de drassige pol-
dors uit. Rechts van ons worden zij
onderbroken door een rij huizen dc
weg van Nieuwpoort naar Lombart
zijde, dat zelf iets meer dan een halve
mijl van ons af ligt. ongeveer in het
midden van het schilderij, dal wij
hier ontwaren. Links daarvan ligt
Westend©, nu een ware hel van vuur
en rook. De Duitsehers hebben het
des morgens veroverd, en sedert dat
©ogenblik wierpen kruisers en ka-
nonneerbootcn er granaat na gra
naat in.
Door onze kijkers kunnen wij zien.
dat vele huizen reeds van hunne da
ken beroofd zijn. Rondom de kale
muren dansen roode vuurtongen. Tus
schen de twee dorpjes is de hemel
voortdurend bespat mei barstende
granaten, alkomstig van de Belgische
kanonnen, vlak bij ons, en *van de
Engelsche oorlogsschepen.
Ergens dicht bij deze hel kunnen
wij door onzen kijker een waarnemer,
evenals wij, op het dak van een huis
zien staan, die de plaatsen aanduidt,
waar de granaten onzer schepen val
len. Naast hem zit een telefonist, met
het toestel aan zijn mond. Telkens
als er een granaat barst, of de vijand
een beweging maakt, welke de waar
nemer kan volgen, kijkt hij op zijn
kaart en geeft zijn assistent inlichtin
gen. Deze" bericht ze naar den staf,
van waai- zo naar het slation voor
draadlooze telegrafie in de achter
hoede worden overgebracht, dat do
aanwijzingen op zijn beurt naar de
oorlogsschepen seint.
En weinige minuten nadat hij zijn
schot heeft "afgevuurd, ontvangt de
kanonnier bericht, waar zijn granaat
is neergekomen, regelt daarnaar zijn
elevatie, en schiet opnieuw op zijn
onzichtbaren vijand. Zoo is de lieden-
daagsohe oorlog.
Daar rijden eenige ammunitiewa-
pens langs den weg van Nieuwpoort
naar Lombartzijde, en de Duitsche
kanonuiers trachten ze te vernielen.
Hun granaten barsten echter te hoog
en de wagens bereiken veilig hun be
stemming.
Er moet voorbij Lombartzijde hevig
gevochten worden. ij kunnen bet
geweervuur steeds duidelijker en ge
regelder hooren, en daarnaast een
onophoudelijk tek-tek-tek-tek-tek, ais
van een hamer, die op hout slaat. Dat
is het geluid van de mitrailleuses.
Toen wij onzen uitzichtpost beklom
men hadden, was het nauwelijks
waarneembaar, maar thans over
stemt het de verder-af klinkende ge
luiden. De strijd komt nader en de
Duitsehers winnen dus terrein. Wij
zoeken met onze kijkers de openingen
tusschen do huizen naar eenig spoor
van oprukkende infanterie af, maar
er is niets te zien.
Een fijne regen komt nit zee op
zetten cn verbergt do oorlogsschepen,
de polders en do smeulende dorpen
voor onze oogen. Wij hooren iemand
de zoldertrap opkomen. Het is de ka
pitein, dio even voor den regen komt
schuilen, en ons komt uitleggen, hoe
de zaken staan. De Belgen liggen aan
gene zijde van Lombartzijde en ver
dedigen de dijken tegen de Duitsehers
die van Wes'.ende en von Slype aan
vallen. De Duitsehers zijn er in ge
slaagd, de Groote Bamburgh te ne
men, dat is een groot blok boeide
rijen in het Oosten. Dat is een klap
voor de Belgen, daar dit blok stevige
huizen een soort fort vormt, dat den
ingang van het dorp beheerschu Als
gewoonlijk hebben de Duitsehers mi
trailleuses in overwegend groot aan
tal.
Wel werden er in allerijl machine
kanonnen van het Engelsche eskader
te Nieuwpoort aan wal gebracht en
op weg gezonden, om te trachten, den
Grooten Bamburgh te behouden, maar
zij kwamen te laat. De Duitsehers
zaten er al, en openden van vlak bij
het vuur op het kleine detachement,
waarvan do bevelvoerende officier,
luitenant Wise van de „Severn", het
eerst gedood werd.
Later deelden Belgische officieren,
die hem zagen vallen, mij zijn dood
als volgt mede
„Wij lagen in de loopgraven ach
ter den Grooten Bamburgh, toen wij
luitenant Wise zagen aankomen, aan
het hoofd van 20 man, die de mitrail
leurs droegen. Hij liep dwars dooi
den akker, met zijn kaart in de hand,
en riep zijn mannen toe, waarheen
zij moesten gaan, zoo kalm, alsof er
geen vuiltje aan de lucht was. Wij
schreeuwden hem toe, niet verder te
gaan, daar wij wisten dat het al te
laat was en de Duitsehers zeiven hun
mitrailleurs in de boerderijen hadden,
maar hij scheen ons niet te verstaan
of niet t© begrijpen en liep snel door,
rustig al3 bij de manoeuvres. Toen
hij tot op 50 cl gonaderd was, open
den de Duitsehers plotseling het vuur
en hij viel, doodelijk getroffen door
de eerste kogels."
schiedenis allicht niet voor zich hou
den ,en zelfs al deed hij dat, dan zou
het kiugs geheel andere wegen wel
bekend wordon; m leder geval zult g>j
een verloren vrouw zijn, en zal het
gebouw, wuiruan gij twintig jaar
hebt gewerkt om het op to bouwen,
plotseling ineenstorten. Als gij daar
entegen niet weigert, cn ik kan niet
gelooven, dat gij «kit zult doen, dan
zal ik op den dag van mijn huwelijk
deze lastige blieven voor uwe oogen
verbranden, of als gij dat liever wilt,
zult gij het eigenhandig kunnen doen.
Gij hebt dat meisje nog slechts
eenmaal gezien; is het mogelijk, dat
gij in ernst met baar wilt huwen?
Denkt gij «lan, dat het tot dus
verre hier verhandelde slechts een
grap was? Het was mij nog nooit zoo
biltoro ernst. lk zeg u, dat ik liefde
voor haar heb opgevat, alsof 1k haar
reeds jaren lang kende.
Toen lady Bellamy deze woorden
hoorde, stond zij vnn haar stoel op,
wierp zich voor hem neer op den
grond en omvatte zijn knieën met
hare handen.
O, Georgo, Gi&orge! riep zij uit
met gebroken stem, heb medelij
den, dwing mij niet tot zulk een daad.
Is uw hort vun steen, of zijt gij d©
verpersoonlijkte duivel, dat gij mij
door zulke wreed o bedreigingen lot
zooieto wilt dwingen? Ik weet, wen
wat ik ben, maar tcrwilie van wien
ben ik zoo geworden? Ik heb 0112©-
DE FRANSCHE ALPENJAGERS.
Het dagblad de „Bürgerfreund" van
Maulbronn publiceert indrukken van
een Duit9ch officier over het karakter
van den huidigen oorlog en over een
der Fransche legerkorpsen.
„Boschgevechten, tii-rggevechlen.
Deze woorden willen voor ons zeggen:
schrik en angst. Een der ergst*
schrikbeelden is de vijand is altijd
onzichtbaar, en dan aan alle kanten
grijnzen hinderlagen. Verder nog: van
alle zijden wordt op ons geschoten,
\an contact is geen sprake, geen en
kele compagnie, zelfs geen secti«
weet, of zij dezelfde linie ligt alt
de andere, of flat zij omringd is dooi
den vijand. Voeg daar nog bij «k
vi©<'S van door eigen troepen bescho
ten te worden en de serie schrikbeel
den is complccL
Wij zijn zoo voorzichtig mogelijk,
maar niettemin gebeurt het dikwijls,
dat een vijandelijke afdceling zich
tusschen onze troepen heeft Ingescho
ven. De Fransehen toonen ons nooit
meer dan 10 A 50 man, die overal en
toch nergens zijn. Dikwijls gebeurt
het, vooral tegen het vallen vnn den
avond, dat vier of vijf Franscho sol
daten, onder het geroep „Hourra
op een bataljon instormen, daarbij
zoovel© schoten lossend, dat wij ver
schrikt naar de wapenen grijpen en
aan ccn ernstigen aanval denken; zij
verdwijnen echter even snel als zij
gekomen zijn. Dez© wij zo van oorlog
voeren ZOU wanhopig voor ons zijn,
als de Franschen eon grijs-grcen<
uniform hadden. Toch wagen zij wei
nig met hun donkerkleurige tenue in
de bossehen, daar hunne roode broe
ken bijna geheel bodekt worden dooi
de lang© kapot jas.
Behalve de linietroepen, hebben wij
voornamelijk Alpenjagers als tegen
stander a Dat zijn inderdaad d«
Fransche élite-troepen. Ge moest eeni
een paar keer zoo'n treffen medege
maakt hebben. Zij schuifelen onhoor
baar door dc boschjes nader, vlug eu
handig. Men hoort niets, zelfs geen
fluitje ©f commando van den aan
voerder, tot zij zich plots op u werpen.
Op hetzelfde oogenblik fluiten de ko
gels ons om het hoofd. Na zoo'n aan
val zit d© schrik mij in d© leden, ln
{wee dagen tijds hebben wij een derde
van tinze compagnie en op één na
alle officieren verloren. Op zekeren
dag, dat ik mij in een veilige positie
waande en overal posten had uitge
zet, zie ik een Alpenjager alleen over
een open gedeelte van den weg mar-
choeren. Ik geef bevel, maar hoor en
zie verder niefs meer, tot plotseling
een tiental schoten klinken. Een er
van slaat vlak voor mij in den grond.
Wij beantwoordden het vuur. zonder
echter te weten van waar het komt.
En zoo gaat het dag aan dag. Nauwe
lijks heeft men het hoofd opgelicht, of
pang©en geweerschot, zoodat wij
voortdurend op ons qui vive moeten
zijn."
DE VERLIEZEN VAN 'T BELGI
SCHE LEGER.
Aan het slot van een beschrijving
over do ontruiming van Antwerpen,
vorkiaart do correspondent van de
„Times" in Frar-krijk:
D© verliezen van het Belgische le
ger, voorwaar ten der meest bewon
derenswaardige klein© legers van a'to
dijden, zijn natuurlijk hevig. Men
kan ntot verwachten, «Jat in een strip!
togen een groot© overmacht, succes is
te- behatett zonder verliezen te lijdeni
De gewonden worden met een pijn
lijke regelmaat van het slagveld ge
voerd. Hoe ontzettend verminkt som
migen van hen ook zijn er wordt
niet gekreund of geklaagd. Belgische
moed is moed in zijn bosten en edel-
sten vorm, en «lat stilzwijgen is su
bliem.
Het is aan het Belgisch© lager t«
danken, dat in deze laatst© «lagen <k
Duitsche plannen omtrent een onge
hikkig rtukje kust tusschen Duin
kerken en Calais werden verijdeld.
Ho© dat leger er in slaagde zijn posi
tie aan d© Yset in te nemen andeii
gezegd: ho© het don veiligeri afmarscÜ
van Antwerpen kon volbrengen, kaï
thans worden verklaard.
Het Belgische leger ontsnapte,
door een sclrtterend wapenfeit. Een
macht van slechts onkel© duizenden
mannen van verschillend© wapens
hield den vijand lang genteg bezig te
Melle, een klem dorp ten zuiden van
Gent, om den terugtocht te dekken
van 't hoofdleger, dat langs de Ne
der landsch© grens naar <1© zee mar
cheerde en dat boteekonde de red
ding van het Belgische leger en waar
schijnlijk nog meer.
VERDEDIGING VAN BELFORT.
Een medewerker van het Zwitser-
schc blad „Démocrato" heeft gelegen
heid gehad ecu kijkje te nemen in de
vestingwerken van Belfort. Men hoeft
daar zijn voordeel trachten te doen
twtjfeld rechten op uw medelijden,
ja op uw liefde. Denk er nog eene
over na, e« als gij haar niet wilt op
geven, kies dan andere middelen om
het ongeluk van dat arme kind te
verlïoeden.
Sta op. Anne, en sprc-ck niet van
dien scntimenteelen onzin. Het is
werkelijk grappig, voogd© hij er mef
een hatei ijken Lach bij, u medelij
dend over haar te hooren spreken.
Zij spror*; weer op; alle zachtheid
en de smeekondo uitdrukking waren
van haar gelaat verdwenen, waarop
nu integendeel sombere haat te lezen
stond.
Ik modeli.kton met haar hebben,
zei de zij. Ik haat haar. Luister,
ik heb voel leed to verduren, maar zij
zal nog meer hebben t« verduren ik
ken u als een vijand, zij zal u als een
duivel loeren kennen; zij is reiner en
beter dan ik ooit geweest ben; spoe
dig zult gij haar leven bederven. Haai
opgewektheid zal zij verliezen, haai
liefd© misplaatst vinden, haar leven
zal zoo ellendig worden, dat zij aan
alles zal beginnen te tw ij foton,
en in ruil voor dat alles zal ik haar
geven u. Met ww-k korren te zul ik
aan haar vergelden alles wat ik dooi
u heb geleden, en uitgeput door d«
wildheid van haai- hartstochtelijke be
dreigingen zonk zij neer op haar stoel
(Wordt vervolgd.)