De Europeesche Oorlog. DE BOOSDOENERS. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 28 OCTOBER 1914 Do p?ecbten In België on Noord-Frankrijk bobbin nog geen beslissing gsbracbt. Van 't oostelijk oorlogsterrein komen tegenstrijdige berichten. Hebben de Rnssen een groote overwinning op de Dnitsehers behaald Verspreid nienws van de oorlogsvelden. OP hst Westelijk Oorlogsveld Vooral aan de kust tusschen Rij saai bn Nieuwpoort is. krachtig gevochten. Hij Dlxmuydcri waren de Engelse hen, nadat rij vijf dagen eiken aanval van do Dnitsehers huilden algeslagen, op oen morgen plotseling verrast door een aanvul bij het aanbreken van den dug. Een compagnie Hooglan ders, die klaarblijkelijk in de voorste linie lagen, werden omsingeld en ge vangen genomen. Maar de Engei- sclicn hadden versterkingen gekregen; zij wisten den aanval der Duitsehers met alleen al te slaan, maar dezen rolls terug te drijven tot achter hun oorspronkelijke stellingen. De gevan genen werden weer bevrijd. Do Duitsehers hebben echter aan do kust batterijen weten op te stellen, die het Engclsche eskader, dat van zeo uit krachtig de Engelscho linie steunde, beschoten, met het gevolg dat drie schepen getroflen werden en het geheide eskader genoodzaakt werd buiten het bereik der kustbattenjen Ie blijven. Daardoor kon het eskader juct meer aan den strijd deelnemen. Do Engelschen schijnen er thans rekening mede te houden, dat Calais wel In handen der Duitsehers zou kunnen vallen. De „Times" beschrijft den toestand en zegt „De Duitsehers vechten zeer dapper; eij hebben een talrijke, hoewel niet steeds goede artillei ie en volgens de gevangenen hebben zij beslist bevel, naar Calais te komen, het koste wat het wil. Üct scheen wel, dat de Duit sehers in den waan verkeerden dat zij de verbonden troepen met gemak uit Noord-Frankrijk zouden kunnen terugdrijven en dat zij niet alleen Ca lais zouden kunnen bezetten, doch ook het offensief en den opmarsoh naar Parijs zouden kunnen hervatten. Zij waren verbaasd Engelschen te genover zich te vinden en ook de sterkte van het Belgische leger scheen bun volkomen onbekend. De Duitsche troepen hebben dus bevel zich van Calais meester te ma ken. Do redenen voor dat bevel schij nen meer van polilieken, dan van militairen aard to zijn. De troepen nieenen dat zij van do Fransche ha vens in en om het Kanaal onder beter voorwaarden Engeland kunnen aan vallen. Het denkbeeld is hetzelfde als «lat van Napoleon de Duitsehers kun nen aan de kust batterijen opstellen en van (Mende, Duinkerken, Calais en Boulogne oen vlootbasis maken voor de Duitsche vloot.'' Al gelooft do „Times" niet, dat het spoedig en gemakkelijk zal gaan, het blad zegt toch „A's de Duitsehers Calais nemen, moeten wij er op rekenen, dat er, on der bedekking der duisternis, batte rijen kunnen worden aangelegd en zwaar geschut kan worden opgesteld. Du te ontkemxm, kun alleen tot te leurstelling leiden. Ook moeten wij aannemen, dat Duitsche onderzeeërs die havens kun nen bereiken, omdat deze booten de gewoonte hebben van te komen en te gaan waar zij willenook is het niet onmogelijk, dat kleine torpedobooten over rivieren, kanalen en per spoor die havens bereiken. Het Fransche kamlenstelsel staat het vervoer van kleine torpedobooten van de eene ha ven naar de andere toe. En de Duit sehers zouden dus in staat zijn, de Engelschen te plagen met het spelle tje, dat zij in hun hoofd hebben. Zij hopen zelfs, dat zij in staat zullen zijn hun zwaar geschut in die havens op tö stellen en een groot deel van het Kanaal onder vuur te kunnen hou den. De „Times" betoogt echter, dat het bezit van Calais voor de Duitsehers van geen beteekenis zou zijnhet be- teekont wel meer dan het bezit van Ostcnde, maar het heeft geen levens belang. De Keizer verzaakt de begin selen van de oorlogskunst, waarop de Duitsehers zoo prat gaan. Zijn kracht verspilt hij op een punt, dat ver ver wijderd is van zijn ware bedoeling, i en zulke fouten wreken zich niet zel den. Het bezit van Calais is geen ver goeding voor de onmogelijkheid, om in Frankrijk of Rusland verder te kunnen doordringen." 'T OFFICIEELE NIEUWS van heden luidt 't Fransche communiqué' „Er wordt nog altijd hevig gevochten tus schen het Y'Ser-gebied en Lens. Op dit gedeelte van het front heeft <ie' strijdmacht der geallieerden nergens behoeven te wijken en is zij vooruit gegaan In do streek tusschen Yperen en Roeeselaere. In do streek van Soissons en van Berry-au-Bac is een artillerie-gevecht geleverd, dat gunstig voor de geal lieerden verliep en waarin zij een aantal Duitsche batterijen hebben vernield. In het gebied beoosten Nancy tus schen het bosch van Bezance en dat van l'arcy zijn de Franschen tot net offensief overgegaan en de Duit sehers teruggeslagen tot over de grens" Een communiqué van het Fran sche gezantschap te 's-Gravenhage luidt ..Hoewel Duitsche strijdmachten er in geslaagd zijn over de Yser tusschen Nieuwpoort en Dixmuiden te komen, kenmerkte zich de dag van Maandag door een vooruitgang der geallieer den op tul van punten en in het bij- zonder in de 6treek ten noorden en ten oosten van Yperen. Hun gevechts- front is overal gehandhaafd geble ven op de algemeene lijn waarop het gevecht aan den gang is tusschen de Noordzee en Atrecht, Nieuwpoort, Dixmuiden, de streek tusschen Ype ren en Rous.se'aere (Rou'ers), tus schen Armentières en Rijssel, ten westen van la Bassée en van Leus, ten oosten van Atrecht, om zich aan te sluiten aan de algemeene linie, reeds in verschillende communique's aangegeven, en op welke de verbon den legers, sedert een veertiental da gen, op elke plaats merkbaar voor- ui), zijn gegaan. Do dagoujksche verliezen der Duit sehers in de Noorderstreek blijven zeer aanzienlijk en de troepen der boiulgenooten hebben Maandag nog talrijke gevangenen gemaakt en bui tendien veldgeschut veroverd." Namens de Engelsche regce- ring wordt medegedeeld' „De slag, beschreven als de verwoedste van den heelen oor'og. duurt voort. Den Duit- schors, dio de Yser op één plaats waren overgetrokken, is de verdere opmursch belet, en de bondgenooter» hebben vorderingen gemaakt bij Ar mentières, Rijssel en Atrecht en hou den stand op de lijn NieuwpoortDix muiden. 't Opperbevel verzekert, dat de toestand zich bevredigend ontwik kelt. Er wordt hevig en voortdurend gevochten, maar de geallieerden ver overen terrein en maken veel krijgs gevangenen. Een van de Engelsche devïsies beeft twee kanonnen, ver overd." liet D u i t s c h e hoofdkwaï tier meldt: ,.De strijd aan het kanaal Ysere- Yperen, bij Yperen en ten Z.W. van Rijssel wordt met dezelfde hardnek kigheid voortgezet. De Duitsche troe pen gingen ook Maandag vooruit. Op het overige deel van het weste lijk oorlogsterrein ie geen bijzondere gebeurtenis voorgevallen." Van 't Oostelijk Oorlogsiocneei Van 't oostelijk fromt is het nieuws zeer verschillend. De Russische berich ten, melding makend van de neder laag der Duitsoh© troepen bij War schau, zijn door Duitsche berichten nog niet bevestigd. Het Russische gezantschap la 'e-Gravenhagc heeft de volgende be richten ontvangen omtrent de krijgs verrichtingen der Russische legers De gevechten, die in Polen geleverd werden, hebben den omvang aange nomen van een groofen veldslag (waarbij een front van 100 kilometer gevormd wordt op de wegen naar Ra- dom en Piotzkow op meer dan 100 kilometers ten zuidwesten van War echan) en zijn gunstig verloopen voor het Russische leger. Den 24sten Octo ber hebben in d'eze geheele streek he vige bajonetaanvallen plaats gehad, waarbij de Duitsehers zeer groote verliezen aan manschappen leden en twee batterijen en mitrailleuses ver loren. AHeen reeds bij het dorp Moe zitilo hebben de Russische soldaten 700 Duitsehers begraven en in liet woud van Nomglowo hebben zij 400 gevangenen gemaakt. De Engelsche regeering maakt bekend „Ten westen van den Weichsel en ten noorden van Pilitza zijn de Duit sehers op Lowicz teruggeworpen; Skierniewico en ltawa werden door de Kussen met de bajonet genomen. Ten zuiden van Soloc.hebben de Rus sen den overtocht van den Weichsel geforceerd. Een zeer groot aantal Duitsehers werd gedood. Dit wordt geschat op een kwart miUioen, en gewond naar schatting meer dan een half millioen." Aüe gedeeltelijke pogingen der Duitsehers om op het Oost-Pruisische front het offensief te hervatten zijn verijdeld. Zelfs in de Russische berichten bo venbedoeld werd de uitslag voor de Russen niet zoo gunstig voorgesteld. Dit Enge'sche bericht is ook geheel in stnju met 't officieele Duitseh-e bericht van Dinsdag. Dit luidti „Teil westen van Augustowo gaat de aanval der Duitsehers langzaam vooruit. Ten Z.W. van Warschau werden alle aanvallen van een sterke Russi sche strijdmacht door Duitsche troe pen afgewezen. Ten noorden .van Iwangorod trok ken nieuwe Russische armeekorpsen den Weichsel over." AUecn de medcdeeling, dat nieuwe Russische legerkorpsen den Weich sel overtrokken, wijst er op dat do Duitsehers toegeven daar terrein ver loren te hebben. De Duitsehers verzekeren evenwel de aanvallen ten Z.-W. van Warschau te bobben afgewezen. Do Engelsche blaten nemen even wel aan, dat Warschau niet langer in gevaar is. Zij rreenen, dat do Duit sche r; nu wel geen nieuwen aanval zuilen wagen-, maar zich terugtrek ken in de uitvoerige defensieve stel lingen, die zij in Polen hebben gereed gemaakt, en pogen, zich daar met wei nig troepen to verdedigen, om do groote macht van het oosten naar het westen te brengen, en daar de schaal naar hun zijde te doen overslaan. Dit rnu moeten, volgens de Engelsche stra tegen, do Russen beletten door een voort du renden druk op cte Duitsche lireios, opdat het overbrengen van groote troepenmassa's onmogelijk worden zal. Dit heelt natuurlijk be zwaren; do strijd wordt gevoerd, als in Frankrijk, in hot eigen land. en d© tijd, waarop <lo vijandelijke hoofdstad kan worden, bedreigd, eoi dus een ein de aan den oorlog kan worden go maakt door Duitscblond de vredes voorwaarden voor to schrijven, is nog ver af. Maai' daartegenover staat het voordeel zeggen deze Engelsche bladen dat do Duitsche troejvm In twee groote fronten moeten strijden, wat slechts in het belang dier bond- genootcn kan zijn. Over den strijd tusschen do Russen en de Oostenrijkers is het officieele nieuws al even vaag en tegenstrijdig. Door het O o s t e n r ij k s c h e le gerbestuur wordt medegedeeld „De toestand In Midden-Galicië is dezelfde gebleven. Ten zuidwesten van Iwangorod staan de heldhaftig strij dende Oostenrijkscha korpsen. Eén daarvan heeft in een gevecht tegen een voel sterkere Russische strijd macht 10.000 man krijgsgevangen ge maakt." Uit Russische bron wordt ge meld „Aan de San en ten zuiden van Prxcmys) gaan de Russen krachtiger tot den aanval over." Via Engeland (dus ook uil Russi- solie bron) wordt nog bekend ge maakt Dc Russische troepen zetten hun aanvallend optreden met succes voort in G-'tlicië en ten zuiden van Sambor en van Staro Miasto, waar xij 28 kanonnen en schietvoorraad De geestkracht en het weerstands- vermogen der Oostenrijkers begint te verzwakken in deze geheel© streek. Alleen in het Sprina-dal hebben zij 50Ö0 lijken achtergelaten. Verspreid nieuws van deocrtogsveEden DE STRIJD IN WEST- V LAANDEREN. De correspondent van de „Times" in België schrijft aan zijn blad (d© vertaling la van d© „Telegraaf) „Dri© dagon lang reeds heeft het kanon onophoudelijk gebulderd en geraasd over de duinen en langs de polders van de IJser. Het werd ten leste ondraaglijk, dit ontzagwekkend gedonder uur na uur te hooren, zon der te weten wat er gaande was. Ten slotte, op den vierden dag, slaagden een mijner vrienden en Lk er in, langs do kust naar Nieuvvpoort-Bad te ko men, waar dc User in zee stroomt. Nieuwpoort-Bad Is d© badplaats van het stadj© Nieuwpoort, dat op ©en paar mijlen afstand van de kust aan het riviertje ligt. Er Is maar één straat, di© zich lungs het strand uit strekt, bezet met hotels en pensions, en «laarachler zijn nog wat huurhui zen cn optrekjes. Hier ligt ook het popperig stationnetje. Als men aan de riviermonding gaat staan, boven op een duin, dan ziet men verder land waarts in nog twee gehuchten liggen, Lombartzijde en een paar mijlen ver der Wcstende. Beide gehuchten waren den dag te voren door de Belgische Infanterie bezet, die trachtte, zich langs de kust naar 't noorden op te werken, gesteund door de kanonnen van een Engelsch eskader, dat dicht bij het strand kruisje. Juist toen wij 's middags aankwa men. woeddo er een felle strijd tus schen de twee dorpen, en de kanon nen der oorlogsschepen en die der Belgische veldbattoi ijen zaaiden dood en verderf onder de aanrukkende Duitsehers. Zoo ver het oog reikte, aan de oost zijde der rivier, stonden huizen in brand, die door hun granaten waren getroffen. De Duitsche kanonnen ant woordden en trachtten de Belgische batterijen t© raken. Wij konden hun granaten overal langs 'den rivier oever zien vallen. Het was een ge raas, dat ons met ontzetting sloeg. Van tijd tot tijd klonk boven het dof gebrul der losbrandingen een oorver- doovend© knal uit van een springende Duitsche granaat uit de zwaarste houwitsers, die bij het ontploffen een dikke, roetzwarte wolk uitbraakten. Soms echoten de Duitsehers op een ouden vuurtoren aan het eind van een der beide houten wandelpieren, waarschijnlijk in de meening, dat di© als seinpost dienst deed. Langs den geheeleri oever van de User lagen Belgische infanteristen in hun loopgraven, die zich blijkbaar voorloopig weinig bekommerden om de Duitsche granaten, die meeren- deets in de rivier of op den anderen oever terechtkwamen. Toen wij aan kwamen, waren de mannen voor het grootste deel bezig met aardappelen jassen. Een kapitein keek onze papie ren na en veroorloofde ons te blijven. Het kwam er nu op aan een goeden waarnemingspost te veroveren. Vlak achter het stationnetje stond een rij hotels, de meeste van vijf ver diepingen. Éen daarvan bleek bezet te zijn" door de stukrijders van de batterijen, die dicht in de buurt aan het vuren waren. Zij stonden ons toe, naai- hei dak te klimmen. En daar lag het gansche slagveld tusschen Nieuwpoort-Stad en de kust voor ons uitgespreid een ontzaglijk en wonderlijk gezicht. Links lag ae zee, met do donkere rompen der vuur en rook brakende oorlogsschepen. Rechts op ongeveer 100 el afstand, in een heukenboschje, stonden de Belgische batterijen, die over de ri vier echoten. Telkens zagen wij de helroode vuurstralen uit de monden der stukken spuiten en even daarna deden de losbrandingen het hotel op zijn grondvesten daveren. Voorlangs het beukenboschje met zijn verborgen kanonnen loopt de spoorlijn naar Nieuwpoort, dat wij niet kunnen zien, op zijn kerktorentje na. Naast de spoorlijn loopt, iets verder, de IJser als een breed, grijs lint Heel in de verte schijnt een pontonbrug over de FEUILLETON (Naar het Engelsch). Lady Bellamy bewoog zich nog; zij cat en bcefdo met have handen voor haar gelaat. Hij nam een tweeden brief en begon daaruit een zinsnede voor te lezen. De teerling is geworpen, ik zal komen; ik kan niet longer aan uw in vloed weerstand btodan; deze wordt jodereu dag sterker, en nu sal ik daar- «loor een moordenares worden, want de schok zal hem dooden. En toch ben ik do eentonigheid van dat bemizelnch- tiige leven moede; mijn geest werkt te krachtig om door zulke boeien te kun nen won den omsloten. Die zin is werkelijk aardig, zei de George. Kijk nliet zoo mistroostig, Anne, ik moet u neg lastig vallen met een. (Ine oen jaar later is geda teerd. Luistea-1 Ik heb verscheidene malen den man gesproken,, dien gij tot mij hebt gezonden; hij is een dwaas en ver achtelijk in zijn uiterlijk, en wat nog JuL't ergst is. toont in alles, dat hij op mij verliefd wordt; wanneer het ech ter uwe verlangen is, don zal ik met hem do ceremoniën van het huwelijk meemaken, ami slachtoffer Gij wilt niet met mij huwen, en ik zou nog weel meer doen om in uwe nabijheid te blijven; ik hel» dan ook geen keus, ik moot hij1 u blijven. Voor eenige da gen heb ik den Dierentuin bezocht, en zag hoe een ratelslang een ko nijn tot voedsel kreeg; bet arme beest had ruimschoots de gelegenheid om weg to toopen, maar het kon niet. het was betooverd, en bleef onder liet uiten van angstkreten stil zitten. Ein delijk vatte de slang het beest en ik meende, dat hare oogen op de uwen geleken. Ik ben even hulpeloos als dat arme dier, en gij zijt veel wreeder dan do slang. En toch is in ieder op zicht mijn geest sterker dan do uwe. Ik begrijp het niiet. Wat is «ie bron van do macht, dio gij over mij hebt? Gij weet, dnt mijn echtgenoot dood is; hij stierf met mijn naam op zijne Kippen. Ook het kind is, naar ik hoor, gestorven in een aanval van kroep; de wrpleegstcr was uit het huis ge gaan. en er was niemand om het t© Verplegen. Voor degenen, zooals u en mij is geen Yiirgevinig. Wat den kledtncn B... betreft, ik zal hem huwen, zooato ik u, naar ik meen, needs heb ver teld; Ln leder geval zal ik voor hem zijn fortuin maken: ik moet mij zelf aan iets wijten, en eerzucht geeft meer afleiding dan Iets anders ik zal tenmÜTiste hooger stijgen. Vaar wel, ik weet niet wat mij het meeste, pijn doet, mijn hoofd of mijn hart. Al9 wij dit gedeelte eens aan Bellamy voorlazen, dan zou het hem nog al boeien, denkt guj niet? Plotseling sprong zij nu voorwaarts en groep naar den brief. George was haar echtor te vlug, hij wierp hem in d© brandkast r,.oast zich en wierp het zware «leksel «i.cliL Nren, neen, boete Anne, het is een t© kostbaar bezit om or afstand van te doen, tenzij onder andere om standigheden. Toen zij ben erkte dat hare poging was verijdeld, liet zij zich weer ln haar stoel neen-nil en. Waarom kwelt gij mij zoo? vroeg zij met schorre stam. Hebt gij eene bedoeling mot de spoken van het ver leden op to roepen, of doet gij het slechts uit vera aak I Hef) -ik u mict gezegd, dat ik u om hulp kwam vragen, maar u eerst in een geschiktengemoedstoestand wilde brengen? Mijn hulp, Gjii wilt zeggen, dat gij weer een verfoei olijk plan hebt be raamd, maar zelf oen. te groot© laf aard zijt om het uit te voeren. Voor den dag er meo; ik ken u to goed om er va n te ontstollen. O, uitstekend. Gij hebt hier (gis teren Angela Caresfoot, die dochter vain Phillip, geziCTi- Ja, ik heh ham- gezien. -r Zeer goed. Mijn plan is om met haar te huwen en daarbij moet gij mij heil pen. Lady Bellamy bleef stil zitten, en gaf geen antwoord. Gij zuli nu begrijpen, waarom ik u dio uittreksels lieb voorgelezen, vervolgde George, zeer verheugd toen hij bemerkte, dat do uitbarsting, are hij had verwacht, niet kwam. Ik ben vast besloten om met dat meisje te huwen, ten koste van wat ook, en ik zie het zeer dtodelijk in, dat ik het zonder uw hulp niet kan klaar spelen. Met uw hulp zal het gemak kelijk gaan, want niets dan de dood van het meisje z»u liet u met uw ijze ren wilskracht en overtalrijk© hulp bronnen onmogelijk maken. En als ik weneer? Als gij over weigeren spreekt dan moet liet voorlezen van die brie ven weinig aan mijne verwachtingen hebben beantwoord. Als gij weigert dlan zal mijn geweten beginnen 1© sproken, m ik genoodzaakt zijn om die brieven, en vooral diegene, waar in over hem wordt gesproken, aan uw echtgenoot ter hand t© stellen. Natuurlijk zol dat voor mij een on> gemiamo taak zijn, maar ik kan zeer geschikt voor een paar jaar op reis gaan, totdat de praatjes wieor wat zijn bedaard. Voor u is dat echter geheel anders. Bellamy heeft geen reden om u nu lief to hebben; donk eene na, welke zijn© gevoelens zullen zijn wan neer hij alles weet. Hij zal do ge- rivier geslagen lo zijn. Voorbij dc IJ9er strekkon zich de drassige pol- dors uit. Rechts van ons worden zij onderbroken door een rij huizen dc weg van Nieuwpoort naar Lombart zijde, dat zelf iets meer dan een halve mijl van ons af ligt. ongeveer in het midden van het schilderij, dal wij hier ontwaren. Links daarvan ligt Westend©, nu een ware hel van vuur en rook. De Duitsehers hebben het des morgens veroverd, en sedert dat ©ogenblik wierpen kruisers en ka- nonneerbootcn er granaat na gra naat in. Door onze kijkers kunnen wij zien. dat vele huizen reeds van hunne da ken beroofd zijn. Rondom de kale muren dansen roode vuurtongen. Tus schen de twee dorpjes is de hemel voortdurend bespat mei barstende granaten, alkomstig van de Belgische kanonnen, vlak bij ons, en *van de Engelsche oorlogsschepen. Ergens dicht bij deze hel kunnen wij door onzen kijker een waarnemer, evenals wij, op het dak van een huis zien staan, die de plaatsen aanduidt, waar de granaten onzer schepen val len. Naast hem zit een telefonist, met het toestel aan zijn mond. Telkens als er een granaat barst, of de vijand een beweging maakt, welke de waar nemer kan volgen, kijkt hij op zijn kaart en geeft zijn assistent inlichtin gen. Deze" bericht ze naar den staf, van waai- zo naar het slation voor draadlooze telegrafie in de achter hoede worden overgebracht, dat do aanwijzingen op zijn beurt naar de oorlogsschepen seint. En weinige minuten nadat hij zijn schot heeft "afgevuurd, ontvangt de kanonnier bericht, waar zijn granaat is neergekomen, regelt daarnaar zijn elevatie, en schiet opnieuw op zijn onzichtbaren vijand. Zoo is de lieden- daagsohe oorlog. Daar rijden eenige ammunitiewa- pens langs den weg van Nieuwpoort naar Lombartzijde, en de Duitsche kanonuiers trachten ze te vernielen. Hun granaten barsten echter te hoog en de wagens bereiken veilig hun be stemming. Er moet voorbij Lombartzijde hevig gevochten worden. ij kunnen bet geweervuur steeds duidelijker en ge regelder hooren, en daarnaast een onophoudelijk tek-tek-tek-tek-tek, ais van een hamer, die op hout slaat. Dat is het geluid van de mitrailleuses. Toen wij onzen uitzichtpost beklom men hadden, was het nauwelijks waarneembaar, maar thans over stemt het de verder-af klinkende ge luiden. De strijd komt nader en de Duitsehers winnen dus terrein. Wij zoeken met onze kijkers de openingen tusschen do huizen naar eenig spoor van oprukkende infanterie af, maar er is niets te zien. Een fijne regen komt nit zee op zetten cn verbergt do oorlogsschepen, de polders en do smeulende dorpen voor onze oogen. Wij hooren iemand de zoldertrap opkomen. Het is de ka pitein, dio even voor den regen komt schuilen, en ons komt uitleggen, hoe de zaken staan. De Belgen liggen aan gene zijde van Lombartzijde en ver dedigen de dijken tegen de Duitsehers die van Wes'.ende en von Slype aan vallen. De Duitsehers zijn er in ge slaagd, de Groote Bamburgh te ne men, dat is een groot blok boeide rijen in het Oosten. Dat is een klap voor de Belgen, daar dit blok stevige huizen een soort fort vormt, dat den ingang van het dorp beheerschu Als gewoonlijk hebben de Duitsehers mi trailleuses in overwegend groot aan tal. Wel werden er in allerijl machine kanonnen van het Engelsche eskader te Nieuwpoort aan wal gebracht en op weg gezonden, om te trachten, den Grooten Bamburgh te behouden, maar zij kwamen te laat. De Duitsehers zaten er al, en openden van vlak bij het vuur op het kleine detachement, waarvan do bevelvoerende officier, luitenant Wise van de „Severn", het eerst gedood werd. Later deelden Belgische officieren, die hem zagen vallen, mij zijn dood als volgt mede „Wij lagen in de loopgraven ach ter den Grooten Bamburgh, toen wij luitenant Wise zagen aankomen, aan het hoofd van 20 man, die de mitrail leurs droegen. Hij liep dwars dooi den akker, met zijn kaart in de hand, en riep zijn mannen toe, waarheen zij moesten gaan, zoo kalm, alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Wij schreeuwden hem toe, niet verder te gaan, daar wij wisten dat het al te laat was en de Duitsehers zeiven hun mitrailleurs in de boerderijen hadden, maar hij scheen ons niet te verstaan of niet t© begrijpen en liep snel door, rustig al3 bij de manoeuvres. Toen hij tot op 50 cl gonaderd was, open den de Duitsehers plotseling het vuur en hij viel, doodelijk getroffen door de eerste kogels." schiedenis allicht niet voor zich hou den ,en zelfs al deed hij dat, dan zou het kiugs geheel andere wegen wel bekend wordon; m leder geval zult g>j een verloren vrouw zijn, en zal het gebouw, wuiruan gij twintig jaar hebt gewerkt om het op to bouwen, plotseling ineenstorten. Als gij daar entegen niet weigert, cn ik kan niet gelooven, dat gij «kit zult doen, dan zal ik op den dag van mijn huwelijk deze lastige blieven voor uwe oogen verbranden, of als gij dat liever wilt, zult gij het eigenhandig kunnen doen. Gij hebt dat meisje nog slechts eenmaal gezien; is het mogelijk, dat gij in ernst met baar wilt huwen? Denkt gij «lan, dat het tot dus verre hier verhandelde slechts een grap was? Het was mij nog nooit zoo biltoro ernst. lk zeg u, dat ik liefde voor haar heb opgevat, alsof 1k haar reeds jaren lang kende. Toen lady Bellamy deze woorden hoorde, stond zij vnn haar stoel op, wierp zich voor hem neer op den grond en omvatte zijn knieën met hare handen. O, Georgo, Gi&orge! riep zij uit met gebroken stem, heb medelij den, dwing mij niet tot zulk een daad. Is uw hort vun steen, of zijt gij d© verpersoonlijkte duivel, dat gij mij door zulke wreed o bedreigingen lot zooieto wilt dwingen? Ik weet, wen wat ik ben, maar tcrwilie van wien ben ik zoo geworden? Ik heb 0112©- DE FRANSCHE ALPENJAGERS. Het dagblad de „Bürgerfreund" van Maulbronn publiceert indrukken van een Duit9ch officier over het karakter van den huidigen oorlog en over een der Fransche legerkorpsen. „Boschgevechten, tii-rggevechlen. Deze woorden willen voor ons zeggen: schrik en angst. Een der ergst* schrikbeelden is de vijand is altijd onzichtbaar, en dan aan alle kanten grijnzen hinderlagen. Verder nog: van alle zijden wordt op ons geschoten, \an contact is geen sprake, geen en kele compagnie, zelfs geen secti« weet, of zij dezelfde linie ligt alt de andere, of flat zij omringd is dooi den vijand. Voeg daar nog bij «k vi©<'S van door eigen troepen bescho ten te worden en de serie schrikbeel den is complccL Wij zijn zoo voorzichtig mogelijk, maar niettemin gebeurt het dikwijls, dat een vijandelijke afdceling zich tusschen onze troepen heeft Ingescho ven. De Fransehen toonen ons nooit meer dan 10 A 50 man, die overal en toch nergens zijn. Dikwijls gebeurt het, vooral tegen het vallen vnn den avond, dat vier of vijf Franscho sol daten, onder het geroep „Hourra op een bataljon instormen, daarbij zoovel© schoten lossend, dat wij ver schrikt naar de wapenen grijpen en aan ccn ernstigen aanval denken; zij verdwijnen echter even snel als zij gekomen zijn. Dez© wij zo van oorlog voeren ZOU wanhopig voor ons zijn, als de Franschen eon grijs-grcen< uniform hadden. Toch wagen zij wei nig met hun donkerkleurige tenue in de bossehen, daar hunne roode broe ken bijna geheel bodekt worden dooi de lang© kapot jas. Behalve de linietroepen, hebben wij voornamelijk Alpenjagers als tegen stander a Dat zijn inderdaad d« Fransche élite-troepen. Ge moest eeni een paar keer zoo'n treffen medege maakt hebben. Zij schuifelen onhoor baar door dc boschjes nader, vlug eu handig. Men hoort niets, zelfs geen fluitje ©f commando van den aan voerder, tot zij zich plots op u werpen. Op hetzelfde oogenblik fluiten de ko gels ons om het hoofd. Na zoo'n aan val zit d© schrik mij in d© leden, ln {wee dagen tijds hebben wij een derde van tinze compagnie en op één na alle officieren verloren. Op zekeren dag, dat ik mij in een veilige positie waande en overal posten had uitge zet, zie ik een Alpenjager alleen over een open gedeelte van den weg mar- choeren. Ik geef bevel, maar hoor en zie verder niefs meer, tot plotseling een tiental schoten klinken. Een er van slaat vlak voor mij in den grond. Wij beantwoordden het vuur. zonder echter te weten van waar het komt. En zoo gaat het dag aan dag. Nauwe lijks heeft men het hoofd opgelicht, of pang©en geweerschot, zoodat wij voortdurend op ons qui vive moeten zijn." DE VERLIEZEN VAN 'T BELGI SCHE LEGER. Aan het slot van een beschrijving over do ontruiming van Antwerpen, vorkiaart do correspondent van de „Times" in Frar-krijk: D© verliezen van het Belgische le ger, voorwaar ten der meest bewon derenswaardige klein© legers van a'to dijden, zijn natuurlijk hevig. Men kan ntot verwachten, «Jat in een strip! togen een groot© overmacht, succes is te- behatett zonder verliezen te lijdeni De gewonden worden met een pijn lijke regelmaat van het slagveld ge voerd. Hoe ontzettend verminkt som migen van hen ook zijn er wordt niet gekreund of geklaagd. Belgische moed is moed in zijn bosten en edel- sten vorm, en «lat stilzwijgen is su bliem. Het is aan het Belgisch© lager t« danken, dat in deze laatst© «lagen <k Duitsche plannen omtrent een onge hikkig rtukje kust tusschen Duin kerken en Calais werden verijdeld. Ho© dat leger er in slaagde zijn posi tie aan d© Yset in te nemen andeii gezegd: ho© het don veiligeri afmarscÜ van Antwerpen kon volbrengen, kaï thans worden verklaard. Het Belgische leger ontsnapte, door een sclrtterend wapenfeit. Een macht van slechts onkel© duizenden mannen van verschillend© wapens hield den vijand lang genteg bezig te Melle, een klem dorp ten zuiden van Gent, om den terugtocht te dekken van 't hoofdleger, dat langs de Ne der landsch© grens naar <1© zee mar cheerde en dat boteekonde de red ding van het Belgische leger en waar schijnlijk nog meer. VERDEDIGING VAN BELFORT. Een medewerker van het Zwitser- schc blad „Démocrato" heeft gelegen heid gehad ecu kijkje te nemen in de vestingwerken van Belfort. Men hoeft daar zijn voordeel trachten te doen twtjfeld rechten op uw medelijden, ja op uw liefde. Denk er nog eene over na, e« als gij haar niet wilt op geven, kies dan andere middelen om het ongeluk van dat arme kind te verlïoeden. Sta op. Anne, en sprc-ck niet van dien scntimenteelen onzin. Het is werkelijk grappig, voogd© hij er mef een hatei ijken Lach bij, u medelij dend over haar te hooren spreken. Zij spror*; weer op; alle zachtheid en de smeekondo uitdrukking waren van haar gelaat verdwenen, waarop nu integendeel sombere haat te lezen stond. Ik modeli.kton met haar hebben, zei de zij. Ik haat haar. Luister, ik heb voel leed to verduren, maar zij zal nog meer hebben t« verduren ik ken u als een vijand, zij zal u als een duivel loeren kennen; zij is reiner en beter dan ik ooit geweest ben; spoe dig zult gij haar leven bederven. Haai opgewektheid zal zij verliezen, haai liefd© misplaatst vinden, haar leven zal zoo ellendig worden, dat zij aan alles zal beginnen te tw ij foton, en in ruil voor dat alles zal ik haar geven u. Met ww-k korren te zul ik aan haar vergelden alles wat ik dooi u heb geleden, en uitgeput door d« wildheid van haai- hartstochtelijke be dreigingen zonk zij neer op haar stoel (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5