De Europeesche Oorlog. Op heide iroutea (Westelijk en Oostelijk) wordt nog steeds verwoed gevochten. In België is de strijd nog onbeslist. In de nabijheid van Warsehan heb ben de Bnitsehers, naar ze nu zelf erkennen, wel een nederlaag geleden, maar de Rnsslsehs overwlnningsherlchten waren zeer overdreven. Tnrküe neemt toch aan den oorlog deel. Verwikkelingen ln den Balkan. Weer een Engelsehe kruiser door eei Diitsche onderzeeboot ln den grond DE BOOSDOENERS. TWEEDE KLAD. HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 2 NOVEMBER 1914 gelsche bedaardheid, 't Is vermake lijk om het gezicht van den bobby te zien, die een Belg, wien hij den weg gewezen heeft, afscheid ziet nemen met 'u buiging en een diep-afnemen van z'n hoed. Oh thank you, sir, thank you .very much zegt de Belg met treffend Engelsch accent, en de politieman staart hem verbaasd na, zich vermoedelijk afvragend, of z'n Belgische collega's nu altijd met zoo'n overstelpende beleefdheid behandeld zouden zijn. Gisteren was ik in de „Zoö" en je hoorde er meer Fransch en Vlaamsch spreken, dan Engelsch In Regent's Park, waar tussohen de gewone groepjes moeders-met-kleme kinderen, en de ettelijke partijtjes voetbal, die er geregeld gespeeld wor den, do Territorials exerceeren, ston den de „refugees"' met pleizicr en eer zekere voldoening naar de soldaten oefeningen te kijken. Daar werd ook voor hen gewerkt I En nu ik het tooh over de Engel- sche soldaten heb, dien 'k er toch even op te wijzen hoe een goeden in druk de hier oefenende troepen alle maken. Stevige kerels zijn het, kra nig iu de houding, en ze doen alles met een ernst en toewijding, die je deen denken, dat liet ongemakkelijke tegenstanders op het slagveld zullen wezen. En als je een troep soldaten in de hoofdstraten ziet marcheeren, kordaat en echt militair een typi sche vertoooing is 't, midden in het drukke verkeer -- dan blijven de voorbijgangers staan om het ernstig en welvoldaan aan te zien. Zooicts an Zie je dat zijn wij nou.... ij, Engeland Een grappig voorvalletje had 'n paar dagen geleden in een Londen- scbe motorbus plaats. Tegenover een eerzame juffrouw van middelbaren leeftijd was een soldaat, in khaki- uniform, gezeten, en op 's mans knieën zat een groote, dikke poes behaaglijk te spinnen. Is die van u? zei de juf frouw. Jawel antwoordde de sol daat. Een aardig beestje 1 Hm, hm kuchte de krijgs man. Maar ik ben bang dat ik last van 'm zal hebben. Want- c ziet u, ik ga op weg naar Frankrijk naar 't front. Mèt de kat? vroeg de juf frouw, die d'r ooren niet vertrouwde. Ja, 't moet wel, ziet u, 't is een goed beest, en d'r was niemand die op 'r passen kon..*- De juffrouw keek 'm met groote oogen aan. Een kat in een veldslag had ze nog nóóit van gehoord. Re gimentshónden, die heb je, maar regimenlspóesen Silly I (kinderachtig), zei ze kortaf, want zooiets raars was 'r te erg. Yes, it isantwoordde de sol daat lakoniek. De juffrouw dacht na, en toen de poes vriendelijk tegen 'r knipoogde, overwon dat 'r aarzeling. Geeft u 'm liever aan mij zei ze. Allright zei de soldaat, en plaatste met 'n zucht van verlichting poes op den schoot der juffrouw. Maar mag 'k uw adres dan we- :n dun kom 'k na den oorlog 'es naar 'm kijken I Maar dat deed de juffrouw toch niet. In Londen geef je zoo maar je woonplaats niet op aan een onbe kende, als eerzame juffrouw van middelbaren leeftijd. De militair moest berusten. Streel de poes nog eens, stapte toen uit bij z'n kazerne.... Zoo liop de Engelsehe soldatenkat haar roeping mis. Op Fransche veld muizen zou zo niet jagen ROBERT P. Oorlogsdagen. (Particuliere Correspondentie). Berlijn, 28 October 1914. Van groote bedragen hebben wij in do afgeloopen week alweer gehoord, dio den Indruk van de enorme finan- cieele strijdkrachten waarover het Duitsche Rijk in dezen oorlog beschikt nog versterken. In vijf weken, tijds heeft do bevolking niet minder dan drie milliarden van de gesloten oor- logsleening ten volle betaald. Dit zijn drie millioenen meer dan men 'tot de zen termijn eigenlijk verplicht was to betalen. Het feit wordt inet satisfactie besproken en het is dii, waard. Even- zoo hot besluit van den Pruisischen Landdag, die een wedict van 1 1/2 milliard heeft toegestaan om de werk loosheid door het ondernemen en voortzetten van allerlei werken staatswege te verminderen en o geteisterde provincie Oost-Pruisen schadeloos te stellen voor alles wat deze streken door het binnendrin gen der Russen te lijden hadden. Na tuurlijk doen do verschrikkelijkste verhalen van ooggetuigen hie'rovor in Berlijn de ronde, afkomstig van de Oost-Pruisische viuohtelingen die wij hier nog steeds bij tienduijJenden herbergen. Ik wil er geen enkel van weergeven, doch acht het toch hco- dig lin het bijzonder met het oog op alles, waï. Duitschland in dit opzicht aangewreven wordt) er op te wijzen, dat alles, wat doör Duitsch lands vij anden in Oost en West begaan werd aan wreedheden van allerlei aard, of ficieel publiek gemaakt zal worden wanneer de tijd daartoe gekomen is. Voor een zeer klein gedeelte is di" reeds geschied door de memories die de Duitsche regeering aan de regee ringen der n-eutraie staten gezonden heeft. Een van de redenen waarom thans nog ietwat gereserveerd moet zijn met het mededeelen van gruwel daden met naani en toenaam, is te zoeken in het willen sparen der ge voelens van de familie der slachtof fers, wie do nadere omstandigheden van den dood hunner dierbaren in zoo menig geval niet bekend zijn. Doch ik ga niet nader in op dit ui termate bedroevend onderwerp, dat ik slechls oven aanstipte om voorba rige conclusies, waartoe ook zoo me nige sympathiebetuiging behoort, te voorkomen. Het zijn ook niet genoemde milliar den, die den geest der Duitsche weer macht kenmerken. „Tot den laatsten penny", zegt do Engelsohm an, waar uit thans reeds het gevleugeld woord het, laatste milliard ontstaap. is, waarmede Engeland meent dc weeg schaal te zijnen gunste te kunnen doen overhellen. „Tot den laatsten ademtocht van man eli paard" zegt de Duitscher. In dit teeken stond de gansche zitting van den Pruisischen Landdag, die de genoemde credieten toestond. Kransen lagen op de plaat sen der gesneuvelde afgevaardigden, in rolstoelen werden gewonden bin- nengeschoven. Leden van den Land dag in veldgrijze ■uniform, enkelen met het ijzeren kruis op do borst, ga- van een bijzondere nuance aan deze zitting, die ook niet op dezelfde stren ge wijze als vroeger votfr het belang stellend publiek afgesloten was. Overvol waren de tribunes, en ach ter de geopende deuren stonden nog scharen van mannen en vrouwen, die de ©enige zitting van het Pruisische Iluis der Afgevaardigden in dezen historischen tijd bijwonen wilden. En beneden, in de groote gepanceldc zaal, die oen zoo lichten indruk maakt, zaten achter do afgevaardig den zelfs dames ais toeschouwsters, dames, dio breiden met snel naalden- getik tot de voorzitter de vergadering opende. Zij duurde niet moer dan een uur, en toen werd in dezelfde zaal, ook we>e<r in tegenwoordigheid van dames, nog voel meer breiende dames, die ttians haar keus niet i meer in het taschje wegstopten, de zitting van het wol comité gehouden, zooals de Berlijn er met zijn voorlief de voor een korten en ken scheidenden naam, het „oorlogscomité voor war me onderltfeeding" betiteld heeft. Thans vërscheen de nog altijcl schoone gestale, lichtelijk gebogen, II, M. do Keizerin, die ook dien dag haar verjaardag vierde, den eersten sedert meer dan dertig jaren zonder haren echtgenoot, en zonder een en kelen van hare zes zonen. Wèl zorgt do legeradministratie na tuurlijk voor een warme win ter-ui t- rusting voor elk der manschappen, doch hoe snel is deze vergreten bij de geweldige marschen en "tochten die het legeir te maken heeft. Om dit werk aan te vullen is dus liet wolcomité opgetreden, dat den eersten Oef ober reeds drie wol'trcinen afzond, den ze venden October den zoogen aam den Hindenburg-trein, en don vijftienden een onderweg zoo lang geworden trein dat men hem in Keulen reeds in drie doelen splitsen moest om de lading per auto naar versefcillendo punten der lange slaglijn over geheel Noord- Frankrijk door te zenden. Op den verjaardag der Keizerin ging er weel een naar het Oosien, bepakt met wol len kleedings-tukkeu en verwarmende dranken, ter waarde van drie milJi- ocn. En hiermee is het niet uit, inte gendeel, de Keizerin mocht op dezen dag vernemen., dat van nu af eiken Donderdag een woltrein naar Oost West zou gaan. Hoe komt dit alles nu bijeen? Door het werk der vrouwen en meisjes, die het vervaardigde afleveren, door vele milde giften, waaraan weer het gan sche volk meedoc-t. De Rijksverzeke ringsbank voor bij particulieren aan gestelde personen, de jongste tak aan den groo-en boom der Duitsche soci ale verzekering, schonk bijv. een be drag van een half nnllioen, doch een nog stelrker bravo lakt» de mededing uit, dat de bond der metaalbew erkers, een sterk sociaal-democratisch getin te vereeniging, de som van tiendui zend mark voor dit doel beschikbaar gesteld had. En nog gaat het comité door de trom te roeren. Aan de leden ddr Duitsch-Oostenrijksohe Alpenver- eeniging, van roei-, jacht- en andere sportclubs wordt verzocht sweaters en ander wollenondergoed af te staan, de huismoeders worden aangespoord haar kaRïen ter dego na te zien. Ook do echt-Duitscho geest van p'ractisohe spaarzaamheid, die er in de weeldetijden dor laatste twintig jaar wel een weinig uit was gegaan, steek'i het hoofd weer op. Op het oor logsveld zullen onhruikbaar gewor den kousen en andere zaken ingeza meld worden en in zakken terugge- luurd om er na de noodige reiniging doo"r aanbreien nieuwe kousen van te maken of wel er dekene uit te vervaar digen. En indachtig aan dc tijden .an don grooten oorlog voor de onaf hankelijkheid in 1813, mag men met een variatie over den 'coenmaLigen koning F ried rich Wilhelm III thans wel zeggen: „die Kaiserin riet, und alle, allo kamen." zijn de geallieerden met zware verlie zen over de Aisne teruggeworpen. De Duïtschers maakten 1090 gevangenen en veroverden twee machinegeweren. In het bosch van Argonne, alsmede ten Westen van Verdun en ten Noor den van Tou' hadden do herhaalde aanvallen der Franschen geen suc ces, en zij werden met zware verlie zen teruggeslagen. In het FriD6che communiqué leest men: „Er valt niets nieuws te berichten van het front Nieuvvpoort-~ Dixmuiden. De Duïtschers zetten hun hevige aanvallen in de geheele noor delijke streek voort. De geallieerden hebben vorderingen gemaakt ten noorden en ten westen van Yperen. Op het overige gedeelte van het front hebben hevige kanonnades plaats gehad en eenige tegenaanval len, die echter zonder resultaat ble ven. Alleen in de week van 14 tot 20 October hebben de geallieerden 7683 Duitschers gevangen genomen, ter wijl bovendien nog een detachement op weg is van het front naar de ach terhoede." Uit het Duitsche hoofdkwartier werd Zondag bericht: ,,In België wor den de operaties bemoeilijkt door overslroomingen tengevolge van de vernieling van de sluizen bij Nieuw- poort van het kanaal van de Yser naar Yperen. Bij Yperen zijn Duitsche troepen verder doorgedrongen. Er werden minstens 600 man krijgsgevangen ge maakt en eenige kanonnen op de En- gelschen veroverd. Ook de ten westen van Rijssel strijdende troepen zijn vooruit geko men. Het aantal der bij Vailly gevangen genomen manschappen ia geklommen tot ongeveer 1500. In de streek van Verdun en Toul hebben slechts kleinere gevechten plaats gehad." Een correspondent van 't Alg Han delsblad meldt: In de gevechten tusschen La Bas- sée en de kust, waar de Duilschers tegenover een Fransch—'Belgisch— „Zulk een strijd is zonder voorbeeld in de geschiedenis, zoowel om hei doi i. als om de verhezen, die er in worden geieden." Een correspondent van de „Times" vernam van een hoogst verantwoorde lijk officier van 't Belgische leger, dat er in het begin van de vorigo week een oogenblik was, dat de Duil schers, indien zij hun krachtigen aan- val op de Belgische positie nog eeni ge uren langer hadden doorgezet, 'n a'gemeene en beslissende overwin- ning aan de Yser zouden hebben be haald. De Belgen, zoo vertelde hij, waren feitelijk op het punt om terug ie trekken, maar he'den aia ze zijn en ondanks de moeilijkheden van den munitie-toevoer, besloten zij ook in die laatste pbasen even krachtig door te vechten als zij tot dusver hadden gedaan. Tot hun verbazing echter, en zonder dat van eenige duidelijke re den aan de zijde van de Duïtschers bleek, trokken dezen plotseling zelf terug en namen ze een stelling in ver achter de oorspronkelijke linie. De redenen, die tot dezen terug tocht leidden, zullen waarschijnlijk nooit bekend worden. De Duitscheri waren minstens tweemaal zoo ster* als de Belgen. Van 't Oostelijk Oorlogstocneel OFFICIEEL NIEUWS. 't Duitsche hoofdkwartier meldde Zaterdag: „De strijd op het Noordoostelijke oorlogsterrein heeft nog niet tot een sslissing geleid. Ten Westen van Warschau volgen de Bussen langzaam de Duitsche strijdkrachten, die zich opnieuw groe- peeren." Dit bericht bevestigt nog eens dat de Duitschers erkennen daar een ne derlaag geleden te hebben. Maar niet zoo erg als de Engelsehe berichten 't eerst voorstelden. Dé Russen volgen (niet vervolgen!) de Duitschers slechts langzaam. Op hei Westelijk Ooriogsveid OFFICIEELE BERICHTEN, 't Fransche communiqué van Zaterdag luidt „De dag van Vrijdag was geken schetst door een poging van de Duit schers tot een algemcene aanvallende beweging. Vooral tusschen Nieuw- poort en Atrecht waren de aanva'len fel. De bondgenooten maakten over het algemeen vorderingen. Alle aanvallen der Duitschers tus schen La Bassée en Atrecht zijn met zware verliezen voor hen teruggesla gen. Uit 't Duitsche hoofdkwartier werd Zaterdag gemeld: 't Duitsche leger in België verover de RamskapeBe en Dixschoten. De aanval op Yperen maakt vorde ringen. Sandevoorde. het kasteel IIol- lebeke en Wambeke, zijn stormender hand genomen. Ook verder Zuidelijk hebben de Duitschers terrein ge wonnen. Voorts deden Duitsche troepen een aanval ten Oosten van Soissons en dreven de geallieerden uit verschei den stevig versterkte stellingen ten Noorden van Vailly. Later werd Vai'ly met de bajonet genomen en Engelsehe strijdmacht staan, waren zij de Yser overgetrokken, tusschen Dixmuiden en Yperen. Dagen lang hebben zij daar hun vooruitgeschoven stelling kunnen vasthouden maar nu de Belgen er in geslaagd zijn de beneden vallei van de Yser te inun- deeren, waren de Duitsche troepen genoodzaakt op hun vroegere stellin gen achter de Yser terug te trekken. Die terugtocht moest plaats hebben onder het artillerievuur van de Bel gische en Fransche legere, en ging, volgens de officieele Fransche be richten. met groote verliezen gepaard. Overigens wordt de striid over de geheele linie met afwisselend geluk voortgezel, zonder dat belangrijke voordeefen worden behaald. Verzekerd wordt dat de Duitschers nog steeds nieuwe troepen naar Bel gië voeren. Over de gevechten die geleverd worden zegt de „Times" „Nooit zijn in de lange geschiedenis van Enge land onze troepen in zulke gevechten gewikkeld geweest als thans in Noord- Frankrijk worden geleverd. De Duit schers offerden geheele bataljons op en onze verliezen, zoowel als die onzer bondgenooten, waren omzet tend ernstig. Te land en ter zee, Ln do lucht en beueden de golven wordt dc ontzettende strijd voortgezet, bloedig en nog steeds zonder succes. Uit Ween en wordt officieel hel volgende bekend gemaakt: „ln de nabijheid van de grens tus schen Boekowina en Gaücië, ten Noorden van Kuty, is Vrijdag een Russische colonne, samengesteld uit troepen van alle wapenen, verslagen. ln Midden-GaÜcië handhaven de Oosten rijksche troepen zich in de vero\erde posities ten noordoosten van Turka, bij Stary Sambor, teo oosten van Przemys! en aan de Be ueden-San. In dc buurt van Nisko zijn eenige Russische aanvallen afgeslagen. Daar en bij Skole en Stary Sambor werden honderden Russen gevangen geno- De Russische legatie te-'s-Gra- venhage heeft de volgende mededee- lingcn ontvangen omtrent de krijgs verrichtingen der Russische legers: „Aan de overzijde van den Weich- sel is het geheele gouvernement War schau gezuiverd van Düiteche strijd krachten, wier achterhoeden door de Russische troepen teruggedrongen worden op het front Lodz-Zavihost. De krijgsbuit, door de Russische troepen bemachtigd, omvat o.a. par ken ammunitie, zware artillerie en vliegtuigen. Op 29 October is in de streek van Tarlova de terugtocht der Ooslenrijk- sche strijdkrachten afgesneden door Londensitie Brieven. II. Londen, 27 Oct. Onder den titel „The caso lor Hol land" geeft de laatste „Evening News" een artikel van do hand van Miss Louise Mack. Haar portret prijkt te midden harer beschouwingen, en geeft den indruk, dat ze niet voor een kleinigheidje vervaard is en als „war correspondentgevaarlijker zaakjes zou kunnen opknappen dan een reis naar ons vreedzaam vaderland, om daar indrukken op te doen. Interessant zijn haar beschouwin gen zeer zeker, en nóg zekerder is het, dat zij er too hebben bijgedragen, om de hier heerschende vriendelijke stemming jegens Holland nog met eenige graden te verhoogon. Is het waar, dat de Hollanders den Duitschers hebben toegestaan om over Nederlandsch grondgebied to trekken heeft miss Mack ge vraagd. Dat praatje hebben wo gehoord, en bet was ons onbegrijpelijk, hoe de geallieerden er geloof aan konden schenkenkreeg ze ten ant woord. Miss Mack vermeldt dit met groote voldoening. Het is van harte te ho pen, dat men de dwaasheid van een dergelijke verdenking nu eens einde lijk zal gaan inzien Is het dan nóg niet voldoende geweest, dat onze Pa- rijsche gezant, ridder De Sluers, zéér positieve tegenspraken van zulke on redelijke veronderstellingen in diverse Fransche bladen heeft gegevenZijn er dan werkelijk nog menschen te linden, die kunnen meenen, dat het mogelijk zou zijn dat Nederland zóo- iets zou toelaten dal oen land, dat een glasheldere neutraliteitsvei kla ring afiegt, cn onmiddellijk zijn gren zen onder militaire bewaking stelt, tóch troepen van een oorlogvoerende mogendheid zou doorlaten t ls immers totaal onmogelijk en ondenkbaar dat zooiets gebeurt Niettemin, nu er ook Engelschen blijken te wezen, die zoo'n vraag nog doen, is het verheugend, dat de ont kenning door hen zelf in hun eigen bladen wordt gegeven. Ieder Hollan der, wien dezo vraag gesteld wordt, zal onmiddellijk hetzelfde antwoord geven als „éen van Nederland's be kendste rechtsgeleerden", die miss Mack inlichtte. En hoe vaker men het tc geven heeft, hoe beter 1 Het „frap- pez, frappez toujours schijnt in dezo gewenscht te zijn. Do correspondente van het Engel sehe blad heeft ook een direoteur van een groote Hollandsche stooinvaart- lijn gesproken, den heer W. L. Ghij- sen. Die had beweerd, dat do Holland sche handel 60 schade leed door den oorlog. Dit, evenals de door het blad getrokken conclusies betreffende lJoilandscho sympathieën, blijvo ge heel voor rekening vau do „Evening News', die verder verzekert, dat het verblijf der Belgische vluchtelingen den Hollanders ruim een millioen gulden per week kost, buiten do alom- betoondè hulpvaardigheid en verleen den steun door particulieren. „Hoewel vel© vluchtelingen Iets zouden kunnen betalen, weigeren in negen van de tien gevallen de Hol landers absoluut om eenige vergoe ding voor kost en inwoning te aan vaarden. We willen geen geld aan hen verdienen zeggen ze. En dal is een nieuwe lezing van de be faamde dichtregels, een eeuw geleden gemaakt „In matters of this kind tiie fault of the Dutch „Was giving too little and asking too much." Zoo is het artikel van „The Evening News" een verheugend verschijnsel I Hel zal de stemming van wuardeering en vriendschap, die sinds de vlucht der Belgen hier jegeus ons land hcrscht, slechts kunnen bevestigen en vergrooten Het aantal Belgische vluchtelingen in Engeland is met een paar duizend vermeerderdde geredden van het Fransche schip „Amiral Ganteauine", dat in het KariaaJ werd „opgeblazen", door een noodlottig toeval. Wie tegen woordig niet noodzakelijk den grooten plas behoeft over te steken, doet waar lijk beter met maar aan walde blij- V%:1 I Maar van de Belgen gesproken. Ook hier zie je ze oveial. De inees- ten dragen hun nationale kleuren in het knoopsgat, en al deden ze dat niet, dan zou jo ze toch al dadelijk herkennen aan hun drukke bewegin gen, hun héele optreden, dat rumoe rig aandoet in die omgeving van En- FEUILLETON (Naar het Engelsch). 51) Vooral Phüip was zeer ver heugd over d:t bericht, want ware zijn neef gestorven, dan zouden de landgoederen worden wc&g^ichonken zoo ais in het testament van zijn oom stond aangegeven, en hij wist dat George geen testament, had gemaakt. Cole Angela tract.tie aJs een goed meisje zich ook over dit bericht te verheugen, ofschoon zij Lu/ruerlijk, na het onheil so h o gedrag vuil haar neef tegenover baar hem bijna haatte, zoover als niet haar vriendelijke in borst was overeen te brengen. Alleen Arthur was cynisch onverschillig; hij haatte Georgo en gaf daar open lijk blijk van. Nu braken er voor de beide gelief den een twaalftal gelukkige «lagen aan. Er was geen sprake van Ar thurs vertrek, daar Philip hem bij verscheidene gelegenheden had ver klaard, dat het huis ter aijkiier be schikking was zoolang hij er wilde blij ven. Do hemel was in die diagen blauw of slecht?, bier en daar met zomerwolkjes ge*fekt, evenals Arthur en Angela's verhouding was gevlekt en beschaduwd inet de diepere tinten van do eteeds aangloeiende liefde. Helaas, in dit ondcruiaanscli© is ge luk nooit volmaakt. Tot dusverre wias er echter tus schen. hen nog van geen liefde sprake geweewt, geen kus of aanmoedigend woord was gew.ssi&ld; slechts wan neer hunne handen met elkaar in aanraking kwamen, dun doortrilde het hum zon de rung en steeg het bloed Angola naar de wangen, maar hunne oogen verrieden nog ni.et het zcot gc- heum. Angela was niet meer hetzelf de meesje als de Angela, die wij eem- ge weken te voren ontmietten. Eeno verandering, waaraan geen naam is te geven, had in haar gelaat en ma nieren plaats gevondende vr.ende- lijke glimlach, eens zoo vroolijk, was zachter en liefelijker geworden. HOOFDSTUK X. G eluk. Oji een Zaterdagmorgen, toen de Meimaand reeds voor drievierde ge deelte voorbij was, kondigdo Philij) zijn voornemen aan om voor zaken tot Maandag naar Ixrnden te gaan. Hij was iemand, die zich al sinds jaren niet had bekommerd om het be waren van den schijn, en ofschoon Arthur, bevreesd dat do menschen onaangename dingen zouden zeggen van. Angela, er op zinspeelde, dat het wied wat zonderling was, lachte zijn gastheer er om, en zeido dat hij er niet aan twijfelde of zijne dochter was zeer goed in staat om op zich zelf te pasten, zelfs waar het zuik een innemenden, jongen man, als hij was, gold. De zaak was, dat hij An gela gaarne kwijt wilde raken door haar met den jongen Hedgliarn to La ten huwen, die zoo gelukkig voor ham op het tooneel was verschenen, terwijl hij ham bovendien ook wel mocht lijden. Daar dit het geval was, bedacht hij, en terecht, dat hoe meer de jonge lieden bij elkaar waren hoe grooter de mogelijkheid werd, dat zijn d«x-l werd bereikt. Dientengevolge Liet hij lien zooveel mogelijk bij elkaar. Het was op deern Zaterdag, dat .Ar thur al zijn moed verzamelde en An gela uitnoodtgde met hem een© wan deling te maken door de ruïne. An gela aarzelde een oogenblik, een voorgevoel van hetgeen er zou plaats hebben scheen haar te lieheorschen; de schoonheid evenwel van. den avond om ntet te spieken van hot vooruit zicht van zijn gezelschap, deed de ba- Lans naar den kant van Arthur over- slaan. Het was een van die avonden, welke in Engeland hoogstens zes maal per jaar "voorkomen. Het was volle maan eu toen de schemering voorbij was. vulde zij den hemel met haar helder licht. Ieder twijgje, elk grassprietje vertoonde zich voor het oog met een duidelijkheid aLs bij het volle dag licht, maar met een zilverglans over tomen. Er heofechte eene diepe stilte, en zoo kalm was de dampkring, dat do scherpe schaduwen van do boo men zich onbeweeglijk op het grasveld aiteekendeji, slechts aangroeiende naarmate het later werd. Het was sen van d!ie avonden, die ons met onbeschrijfelijke ontroering vervul len, en ons in nauwer aanraking brengen met het ongeziene, dan de dag met zijn gewoel en beslommerin gen. In zulk een uur kunnen wij som- tijde, of meenen wij te kunnen gevoe len, dat andere wezens om ons rond waren en onwillekeurig luisteren wij naar liet zachte gosuis van vleugelen slag ou naar de half vergeten stem* nieu van do dcerbaren, dte voor ons ver-oren gingen. Doze avond nu wekto bij Angela ook dergelijke gewaarwordingen op, terwijl zij met langzame stappen voor ging naar het kleine dorpskerkhof, een plekje zooals men er er zoovele aantreft in de kleine stadjes van hel graafschap. Angela liep over de met zerken liezaaide ruimte en wees naar een paar donkere pLekken in een hoek, waar het maanlicht tevergeefs tracht te door te dringen, en zeide met zach te stem: Dat is het graf mijner moeder. Het was een eenvoudig graf, be staande uit een grasperkje door een hek omringd en beplant met anjelie ren en vergeet-mij-nietjes. Bovenaan was een wit normeren kruis ge plaatst, waarop Arthur de woorden „Hilda Care-Moot" en dein datum van haar overlijden kon ontcijferen. IliJ wilde spreken, maar met oen' zacht gebaar voorkwam zij hem, trad op het hek toe, verborg haar ge- luat in hare handen en bleef bewe gingloos. Met nieuwsgierigheid sloeg Arthur haar gade. Nieuwsgierig vroeg hij zich af wat er wel zou omgaan in liet gemoed van dit zonderlinge, bekoor lijke meisje, dio zoo liefelijk en rein was opgegroeid te midden van zede lijke ellende, evenals een vatte water lelie bloeiende des wmtors op het zwarte moeraswater. Plotseling hief dij haar hoofd op en zag den via gen- den blik, eken hij op haar vestigde. Zij trad op hem boe, en met die zachte, half smeekende stem; een van luure grootste bekoorlijkheden, zei- de zij: Ik vrees, dat gij mij zeer dwaas zult vinden? Waarom zou ik u dwaas vinden? Omdat ik vanavond hierheen ben gegjaan, om voor een halfverge ten- graf te verwijlen. Ik vind het volstrekt niet dwaas. Ik was alleen maar nieuwsgierig wat er wel in uw gemoed omging. Angela boog het hoofd maai- ant woordde niet en de klok boven hunne hoofden verkondigde luid galmend het uur, en de doffe tonen verstoor den aanmatigend de plechtige stilte. Wat maakt het tooh zoo plechtig als wij des avonds op het kerkhof ons be vindende de torenklok hooren slaan? Worden wij met het oog op 't uu zachter gestemd in ons gemoed? Of wekken de duidelijke." bewiizen aan de sterfelijkheid van den mensch rond om ons vrees bij ons op, en wordt de sluier, welke onze zoo geheel men- schel ijke verbeelding begrenst voor een oogenblik opgeheven, en klinken die tonen ons in de ooren als eeno profetie van ons r.aderend einde? Wellicht is het nutteloos dat te vra gen. De uitslag is toch dezelfde: wei nigen onzer kunnen die tonen aan- hooren zonder door voorgevoelens to worden gekweld, en konden wij onze woorden in gedachten brengen, dan zouden deze ongeveer als volgt zijn: „Dat geluid weerklonk eenmaal in de ooren van hen, die rondom ons slapen. Nu hooren wij het. Binnen korten tijd zal het elk uur weergal men over de grafsteenen van onze graven en jongere geslachten zullen opdagen uit do onbekende toekomst, zullen staan waar wij nu staan, zul len luisteren en denken, zooals wij nu denken over de oude vraagstuk ken. die wij trachtten op te lossen, terwijl wij zullen wij niet doof zijn om te hooren, en stom om teepreke-i? Zoo ongeveer waren de onuitge sproken gedachten. d;e in de harten van Arthur en Angela opwelden, ter wijl de volle slagen van de klok in de stilte wegstierven. Zij wierd een weinig bleek en wierp een blik op hem, terwijl hij onwillekeurig hui verde en ook Aleck de hond snoof co huilde angstig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5