De Europeesche Oorlog.
Op heide iroutea (Westelijk en Oostelijk) wordt nog steeds verwoed
gevochten.
In België is de strijd nog onbeslist. In de nabijheid van Warsehan heb
ben de Bnitsehers, naar ze nu zelf erkennen, wel een nederlaag
geleden, maar de Rnsslsehs overwlnningsherlchten waren zeer overdreven.
Tnrküe neemt toch aan den oorlog deel. Verwikkelingen ln den Balkan.
Weer een Engelsehe kruiser door eei Diitsche onderzeeboot ln den grond
DE BOOSDOENERS.
TWEEDE KLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 2 NOVEMBER 1914
gelsche bedaardheid, 't Is vermake
lijk om het gezicht van den bobby te
zien, die een Belg, wien hij den weg
gewezen heeft, afscheid ziet nemen
met 'u buiging en een diep-afnemen
van z'n hoed. Oh thank you, sir,
thank you .very much zegt de Belg
met treffend Engelsch accent, en de
politieman staart hem verbaasd na,
zich vermoedelijk afvragend, of z'n
Belgische collega's nu altijd met zoo'n
overstelpende beleefdheid behandeld
zouden zijn. Gisteren was ik in de
„Zoö" en je hoorde er meer Fransch
en Vlaamsch spreken, dan Engelsch
In Regent's Park, waar tussohen de
gewone groepjes moeders-met-kleme
kinderen, en de ettelijke partijtjes
voetbal, die er geregeld gespeeld wor
den, do Territorials exerceeren, ston
den de „refugees"' met pleizicr en eer
zekere voldoening naar de soldaten
oefeningen te kijken. Daar werd ook
voor hen gewerkt I
En nu ik het tooh over de Engel-
sche soldaten heb, dien 'k er toch
even op te wijzen hoe een goeden in
druk de hier oefenende troepen alle
maken. Stevige kerels zijn het, kra
nig iu de houding, en ze doen alles
met een ernst en toewijding, die je
deen denken, dat liet ongemakkelijke
tegenstanders op het slagveld zullen
wezen. En als je een troep soldaten
in de hoofdstraten ziet marcheeren,
kordaat en echt militair een typi
sche vertoooing is 't, midden in het
drukke verkeer -- dan blijven de
voorbijgangers staan om het ernstig
en welvoldaan aan te zien. Zooicts
an Zie je dat zijn wij nou....
ij, Engeland
Een grappig voorvalletje had 'n
paar dagen geleden in een Londen-
scbe motorbus plaats. Tegenover een
eerzame juffrouw van middelbaren
leeftijd was een soldaat, in khaki-
uniform, gezeten, en op 's mans knieën
zat een groote, dikke poes behaaglijk
te spinnen.
Is die van u? zei de juf
frouw.
Jawel antwoordde de sol
daat.
Een aardig beestje 1
Hm, hm kuchte de krijgs
man. Maar ik ben bang dat ik last
van 'm zal hebben. Want- c ziet u,
ik ga op weg naar Frankrijk naar
't front.
Mèt de kat? vroeg de juf
frouw, die d'r ooren niet vertrouwde.
Ja, 't moet wel, ziet u, 't is een
goed beest, en d'r was niemand die op
'r passen kon..*-
De juffrouw keek 'm met groote
oogen aan. Een kat in een veldslag
had ze nog nóóit van gehoord. Re
gimentshónden, die heb je, maar
regimenlspóesen
Silly I (kinderachtig), zei ze
kortaf, want zooiets raars was 'r te
erg.
Yes, it isantwoordde de sol
daat lakoniek.
De juffrouw dacht na, en toen de
poes vriendelijk tegen 'r knipoogde,
overwon dat 'r aarzeling.
Geeft u 'm liever aan mij
zei ze.
Allright zei de soldaat, en
plaatste met 'n zucht van verlichting
poes op den schoot der juffrouw.
Maar mag 'k uw adres dan we-
:n dun kom 'k na den oorlog 'es
naar 'm kijken I
Maar dat deed de juffrouw toch
niet. In Londen geef je zoo maar je
woonplaats niet op aan een onbe
kende, als eerzame juffrouw van
middelbaren leeftijd.
De militair moest berusten. Streel
de poes nog eens, stapte toen uit bij
z'n kazerne....
Zoo liop de Engelsehe soldatenkat
haar roeping mis. Op Fransche veld
muizen zou zo niet jagen
ROBERT P.
Oorlogsdagen.
(Particuliere Correspondentie).
Berlijn, 28 October 1914.
Van groote bedragen hebben wij in
do afgeloopen week alweer gehoord,
dio den Indruk van de enorme finan-
cieele strijdkrachten waarover het
Duitsche Rijk in dezen oorlog beschikt
nog versterken. In vijf weken, tijds
heeft do bevolking niet minder dan
drie milliarden van de gesloten oor-
logsleening ten volle betaald. Dit zijn
drie millioenen meer dan men 'tot de
zen termijn eigenlijk verplicht was to
betalen. Het feit wordt inet satisfactie
besproken en het is dii, waard. Even-
zoo hot besluit van den Pruisischen
Landdag, die een wedict van 1 1/2
milliard heeft toegestaan om de werk
loosheid door het ondernemen en
voortzetten van allerlei werken
staatswege te verminderen en o
geteisterde provincie Oost-Pruisen
schadeloos te stellen voor alles wat
deze streken door het binnendrin
gen der Russen te lijden hadden. Na
tuurlijk doen do verschrikkelijkste
verhalen van ooggetuigen hie'rovor in
Berlijn de ronde, afkomstig van de
Oost-Pruisische viuohtelingen die wij
hier nog steeds bij tienduijJenden
herbergen. Ik wil er geen enkel van
weergeven, doch acht het toch hco-
dig lin het bijzonder met het oog op
alles, waï. Duitschland in dit opzicht
aangewreven wordt) er op te wijzen,
dat alles, wat doör Duitsch lands vij
anden in Oost en West begaan werd
aan wreedheden van allerlei aard, of
ficieel publiek gemaakt zal worden
wanneer de tijd daartoe gekomen is.
Voor een zeer klein gedeelte is di"
reeds geschied door de memories die
de Duitsche regeering aan de regee
ringen der n-eutraie staten gezonden
heeft.
Een van de redenen waarom
thans nog ietwat gereserveerd moet
zijn met het mededeelen van gruwel
daden met naani en toenaam, is te
zoeken in het willen sparen der ge
voelens van de familie der slachtof
fers, wie do nadere omstandigheden
van den dood hunner dierbaren in
zoo menig geval niet bekend zijn.
Doch ik ga niet nader in op dit ui
termate bedroevend onderwerp, dat
ik slechls oven aanstipte om voorba
rige conclusies, waartoe ook zoo me
nige sympathiebetuiging behoort, te
voorkomen.
Het zijn ook niet genoemde milliar
den, die den geest der Duitsche weer
macht kenmerken. „Tot den laatsten
penny", zegt do Engelsohm an, waar
uit thans reeds het gevleugeld woord
het, laatste milliard ontstaap. is,
waarmede Engeland meent dc weeg
schaal te zijnen gunste te kunnen
doen overhellen. „Tot den laatsten
ademtocht van man eli paard" zegt de
Duitscher. In dit teeken stond de
gansche zitting van den Pruisischen
Landdag, die de genoemde credieten
toestond. Kransen lagen op de plaat
sen der gesneuvelde afgevaardigden,
in rolstoelen werden gewonden bin-
nengeschoven. Leden van den Land
dag in veldgrijze ■uniform, enkelen
met het ijzeren kruis op do borst, ga-
van een bijzondere nuance aan deze
zitting, die ook niet op dezelfde stren
ge wijze als vroeger votfr het belang
stellend publiek afgesloten was.
Overvol waren de tribunes, en ach
ter de geopende deuren stonden nog
scharen van mannen en vrouwen, die
de ©enige zitting van het Pruisische
Iluis der Afgevaardigden in dezen
historischen tijd bijwonen wilden. En
beneden, in de groote gepanceldc
zaal, die oen zoo lichten indruk
maakt, zaten achter do afgevaardig
den zelfs dames ais toeschouwsters,
dames, dio breiden met snel naalden-
getik tot de voorzitter de vergadering
opende. Zij duurde niet moer dan
een uur, en toen werd in dezelfde
zaal, ook we>e<r in tegenwoordigheid
van dames, nog voel meer breiende
dames, die ttians haar keus niet i
meer in het taschje wegstopten, de
zitting van het wol comité gehouden,
zooals de Berlijn er met zijn voorlief
de voor een korten en ken scheidenden
naam, het „oorlogscomité voor war
me onderltfeeding" betiteld heeft.
Thans vërscheen de nog altijcl
schoone gestale, lichtelijk gebogen,
II, M. do Keizerin, die ook dien dag
haar verjaardag vierde, den eersten
sedert meer dan dertig jaren zonder
haren echtgenoot, en zonder een en
kelen van hare zes zonen.
Wèl zorgt do legeradministratie na
tuurlijk voor een warme win ter-ui t-
rusting voor elk der manschappen,
doch hoe snel is deze vergreten bij
de geweldige marschen en "tochten die
het legeir te maken heeft. Om dit werk
aan te vullen is dus liet wolcomité
opgetreden, dat den eersten Oef ober
reeds drie wol'trcinen afzond, den ze
venden October den zoogen aam den
Hindenburg-trein, en don vijftienden
een onderweg zoo lang geworden trein
dat men hem in Keulen reeds in drie
doelen splitsen moest om de lading
per auto naar versefcillendo punten
der lange slaglijn over geheel Noord-
Frankrijk door te zenden. Op den
verjaardag der Keizerin ging er weel
een naar het Oosien, bepakt met wol
len kleedings-tukkeu en verwarmende
dranken, ter waarde van drie milJi-
ocn. En hiermee is het niet uit, inte
gendeel, de Keizerin mocht op dezen
dag vernemen., dat van nu af eiken
Donderdag een woltrein naar Oost
West zou gaan.
Hoe komt dit alles nu bijeen? Door
het werk der vrouwen en meisjes, die
het vervaardigde afleveren, door vele
milde giften, waaraan weer het gan
sche volk meedoc-t. De Rijksverzeke
ringsbank voor bij particulieren aan
gestelde personen, de jongste tak aan
den groo-en boom der Duitsche soci
ale verzekering, schonk bijv. een be
drag van een half nnllioen, doch een
nog stelrker bravo lakt» de mededing
uit, dat de bond der metaalbew erkers,
een sterk sociaal-democratisch getin
te vereeniging, de som van tiendui
zend mark voor dit doel beschikbaar
gesteld had. En nog gaat het comité
door de trom te roeren. Aan de leden
ddr Duitsch-Oostenrijksohe Alpenver-
eeniging, van roei-, jacht- en andere
sportclubs wordt verzocht sweaters
en ander wollenondergoed af te staan,
de huismoeders worden aangespoord
haar kaRïen ter dego na te zien.
Ook do echt-Duitscho geest van
p'ractisohe spaarzaamheid, die er in
de weeldetijden dor laatste twintig
jaar wel een weinig uit was gegaan,
steek'i het hoofd weer op. Op het oor
logsveld zullen onhruikbaar gewor
den kousen en andere zaken ingeza
meld worden en in zakken terugge-
luurd om er na de noodige reiniging
doo"r aanbreien nieuwe kousen van te
maken of wel er dekene uit te vervaar
digen. En indachtig aan dc tijden
.an don grooten oorlog voor de onaf
hankelijkheid in 1813, mag men met
een variatie over den 'coenmaLigen
koning F ried rich Wilhelm III thans
wel zeggen: „die Kaiserin riet, und
alle, allo kamen."
zijn de geallieerden met zware verlie
zen over de Aisne teruggeworpen. De
Duïtschers maakten 1090 gevangenen
en veroverden twee machinegeweren.
In het bosch van Argonne, alsmede
ten Westen van Verdun en ten Noor
den van Tou' hadden do herhaalde
aanvallen der Franschen geen suc
ces, en zij werden met zware verlie
zen teruggeslagen.
In het FriD6che communiqué
leest men: „Er valt niets nieuws te
berichten van het front Nieuvvpoort-~
Dixmuiden. De Duïtschers zetten hun
hevige aanvallen in de geheele noor
delijke streek voort. De geallieerden
hebben vorderingen gemaakt ten
noorden en ten westen van Yperen.
Op het overige gedeelte van het
front hebben hevige kanonnades
plaats gehad en eenige tegenaanval
len, die echter zonder resultaat ble
ven.
Alleen in de week van 14 tot 20
October hebben de geallieerden 7683
Duitschers gevangen genomen, ter
wijl bovendien nog een detachement
op weg is van het front naar de ach
terhoede."
Uit het Duitsche hoofdkwartier
werd Zondag bericht: ,,In België wor
den de operaties bemoeilijkt door
overslroomingen tengevolge van de
vernieling van de sluizen bij Nieuw-
poort van het kanaal van de Yser
naar Yperen.
Bij Yperen zijn Duitsche troepen
verder doorgedrongen. Er werden
minstens 600 man krijgsgevangen ge
maakt en eenige kanonnen op de En-
gelschen veroverd.
Ook de ten westen van Rijssel
strijdende troepen zijn vooruit geko
men.
Het aantal der bij Vailly gevangen
genomen manschappen ia geklommen
tot ongeveer 1500.
In de streek van Verdun en Toul
hebben slechts kleinere gevechten
plaats gehad."
Een correspondent van 't Alg Han
delsblad meldt:
In de gevechten tusschen La Bas-
sée en de kust, waar de Duilschers
tegenover een Fransch—'Belgisch—
„Zulk een strijd is zonder voorbeeld
in de geschiedenis, zoowel om hei
doi i. als om de verhezen, die er in
worden geieden."
Een correspondent van de „Times"
vernam van een hoogst verantwoorde
lijk officier van 't Belgische leger,
dat er in het begin van de vorigo
week een oogenblik was, dat de Duil
schers, indien zij hun krachtigen aan-
val op de Belgische positie nog eeni
ge uren langer hadden doorgezet, 'n
a'gemeene en beslissende overwin-
ning aan de Yser zouden hebben be
haald.
De Belgen, zoo vertelde hij, waren
feitelijk op het punt om terug ie
trekken, maar he'den aia ze zijn en
ondanks de moeilijkheden van den
munitie-toevoer, besloten zij ook in
die laatste pbasen even krachtig door
te vechten als zij tot dusver hadden
gedaan. Tot hun verbazing echter, en
zonder dat van eenige duidelijke re
den aan de zijde van de Duïtschers
bleek, trokken dezen plotseling zelf
terug en namen ze een stelling in ver
achter de oorspronkelijke linie.
De redenen, die tot dezen terug
tocht leidden, zullen waarschijnlijk
nooit bekend worden. De Duitscheri
waren minstens tweemaal zoo ster*
als de Belgen.
Van 't Oostelijk
Oorlogstocneel
OFFICIEEL NIEUWS.
't Duitsche hoofdkwartier
meldde Zaterdag:
„De strijd op het Noordoostelijke
oorlogsterrein heeft nog niet tot een
sslissing geleid.
Ten Westen van Warschau volgen
de Bussen langzaam de Duitsche
strijdkrachten, die zich opnieuw groe-
peeren."
Dit bericht bevestigt nog eens dat
de Duitschers erkennen daar een ne
derlaag geleden te hebben. Maar niet
zoo erg als de Engelsehe berichten 't
eerst voorstelden. Dé Russen volgen
(niet vervolgen!) de Duitschers
slechts langzaam.
Op hei Westelijk
Ooriogsveid
OFFICIEELE BERICHTEN,
't Fransche communiqué van
Zaterdag luidt
„De dag van Vrijdag was geken
schetst door een poging van de Duit
schers tot een algemcene aanvallende
beweging. Vooral tusschen Nieuw-
poort en Atrecht waren de aanva'len
fel.
De bondgenooten maakten over het
algemeen vorderingen.
Alle aanvallen der Duitschers tus
schen La Bassée en Atrecht zijn met
zware verliezen voor hen teruggesla
gen.
Uit 't Duitsche hoofdkwartier
werd Zaterdag gemeld:
't Duitsche leger in België verover
de RamskapeBe en Dixschoten.
De aanval op Yperen maakt vorde
ringen. Sandevoorde. het kasteel IIol-
lebeke en Wambeke, zijn stormender
hand genomen. Ook verder Zuidelijk
hebben de Duitschers terrein ge
wonnen.
Voorts deden Duitsche troepen een
aanval ten Oosten van Soissons en
dreven de geallieerden uit verschei
den stevig versterkte stellingen ten
Noorden van Vailly. Later werd
Vai'ly met de bajonet genomen en
Engelsehe strijdmacht staan, waren
zij de Yser overgetrokken, tusschen
Dixmuiden en Yperen. Dagen lang
hebben zij daar hun vooruitgeschoven
stelling kunnen vasthouden maar
nu de Belgen er in geslaagd zijn de
beneden vallei van de Yser te inun-
deeren, waren de Duitsche troepen
genoodzaakt op hun vroegere stellin
gen achter de Yser terug te trekken.
Die terugtocht moest plaats hebben
onder het artillerievuur van de Bel
gische en Fransche legere, en ging,
volgens de officieele Fransche be
richten. met groote verliezen gepaard.
Overigens wordt de striid over de
geheele linie met afwisselend geluk
voortgezel, zonder dat belangrijke
voordeefen worden behaald.
Verzekerd wordt dat de Duitschers
nog steeds nieuwe troepen naar Bel
gië voeren.
Over de gevechten die geleverd
worden zegt de „Times" „Nooit zijn
in de lange geschiedenis van Enge
land onze troepen in zulke gevechten
gewikkeld geweest als thans in Noord-
Frankrijk worden geleverd. De Duit
schers offerden geheele bataljons op
en onze verliezen, zoowel als die
onzer bondgenooten, waren omzet
tend ernstig. Te land en ter zee, Ln
do lucht en beueden de golven wordt
dc ontzettende strijd voortgezet,
bloedig en nog steeds zonder succes.
Uit Ween en wordt officieel hel
volgende bekend gemaakt:
„ln de nabijheid van de grens tus
schen Boekowina en Gaücië, ten
Noorden van Kuty, is Vrijdag een
Russische colonne, samengesteld uit
troepen van alle wapenen, verslagen.
ln Midden-GaÜcië handhaven de
Oosten rijksche troepen zich in de
vero\erde posities ten noordoosten
van Turka, bij Stary Sambor, teo
oosten van Przemys! en aan de Be
ueden-San.
In dc buurt van Nisko zijn eenige
Russische aanvallen afgeslagen. Daar
en bij Skole en Stary Sambor werden
honderden Russen gevangen geno-
De Russische legatie te-'s-Gra-
venhage heeft de volgende mededee-
lingcn ontvangen omtrent de krijgs
verrichtingen der Russische legers:
„Aan de overzijde van den Weich-
sel is het geheele gouvernement War
schau gezuiverd van Düiteche strijd
krachten, wier achterhoeden door de
Russische troepen teruggedrongen
worden op het front Lodz-Zavihost.
De krijgsbuit, door de Russische
troepen bemachtigd, omvat o.a. par
ken ammunitie, zware artillerie en
vliegtuigen.
Op 29 October is in de streek van
Tarlova de terugtocht der Ooslenrijk-
sche strijdkrachten afgesneden door
Londensitie Brieven.
II.
Londen, 27 Oct.
Onder den titel „The caso lor Hol
land" geeft de laatste „Evening
News" een artikel van do hand van
Miss Louise Mack. Haar portret prijkt
te midden harer beschouwingen, en
geeft den indruk, dat ze niet voor een
kleinigheidje vervaard is en als „war
correspondentgevaarlijker zaakjes
zou kunnen opknappen dan een reis
naar ons vreedzaam vaderland, om
daar indrukken op te doen.
Interessant zijn haar beschouwin
gen zeer zeker, en nóg zekerder is het,
dat zij er too hebben bijgedragen, om
de hier heerschende vriendelijke
stemming jegens Holland nog met
eenige graden te verhoogon.
Is het waar, dat de Hollanders
den Duitschers hebben toegestaan om
over Nederlandsch grondgebied to
trekken heeft miss Mack ge
vraagd.
Dat praatje hebben wo gehoord,
en bet was ons onbegrijpelijk, hoe de
geallieerden er geloof aan konden
schenkenkreeg ze ten ant
woord.
Miss Mack vermeldt dit met groote
voldoening. Het is van harte te ho
pen, dat men de dwaasheid van een
dergelijke verdenking nu eens einde
lijk zal gaan inzien Is het dan nóg
niet voldoende geweest, dat onze Pa-
rijsche gezant, ridder De Sluers, zéér
positieve tegenspraken van zulke on
redelijke veronderstellingen in diverse
Fransche bladen heeft gegevenZijn
er dan werkelijk nog menschen te
linden, die kunnen meenen, dat het
mogelijk zou zijn dat Nederland zóo-
iets zou toelaten dal oen land, dat
een glasheldere neutraliteitsvei kla
ring afiegt, cn onmiddellijk zijn gren
zen onder militaire bewaking stelt,
tóch troepen van een oorlogvoerende
mogendheid zou doorlaten
t ls immers totaal onmogelijk en
ondenkbaar dat zooiets gebeurt
Niettemin, nu er ook Engelschen
blijken te wezen, die zoo'n vraag nog
doen, is het verheugend, dat de ont
kenning door hen zelf in hun eigen
bladen wordt gegeven. Ieder Hollan
der, wien dezo vraag gesteld wordt,
zal onmiddellijk hetzelfde antwoord
geven als „éen van Nederland's be
kendste rechtsgeleerden", die miss
Mack inlichtte. En hoe vaker men het
tc geven heeft, hoe beter 1 Het „frap-
pez, frappez toujours schijnt in dezo
gewenscht te zijn.
Do correspondente van het Engel
sehe blad heeft ook een direoteur van
een groote Hollandsche stooinvaart-
lijn gesproken, den heer W. L. Ghij-
sen. Die had beweerd, dat do Holland
sche handel 60 schade leed door
den oorlog. Dit, evenals de door het
blad getrokken conclusies betreffende
lJoilandscho sympathieën, blijvo ge
heel voor rekening vau do „Evening
News', die verder verzekert, dat het
verblijf der Belgische vluchtelingen
den Hollanders ruim een millioen
gulden per week kost, buiten do alom-
betoondè hulpvaardigheid en verleen
den steun door particulieren.
„Hoewel vel© vluchtelingen Iets
zouden kunnen betalen, weigeren in
negen van de tien gevallen de Hol
landers absoluut om eenige vergoe
ding voor kost en inwoning te aan
vaarden. We willen geen geld
aan hen verdienen zeggen ze. En
dal is een nieuwe lezing van de be
faamde dichtregels, een eeuw geleden
gemaakt
„In matters of this kind tiie fault
of the Dutch
„Was giving too little and asking
too much."
Zoo is het artikel van „The Evening
News" een verheugend verschijnsel I
Hel zal de stemming van wuardeering
en vriendschap, die sinds de vlucht
der Belgen hier jegeus ons land
hcrscht, slechts kunnen bevestigen
en vergrooten
Het aantal Belgische vluchtelingen
in Engeland is met een paar duizend
vermeerderdde geredden van het
Fransche schip „Amiral Ganteauine",
dat in het KariaaJ werd „opgeblazen",
door een noodlottig toeval. Wie tegen
woordig niet noodzakelijk den grooten
plas behoeft over te steken, doet waar
lijk beter met maar aan walde blij-
V%:1 I
Maar van de Belgen gesproken.
Ook hier zie je ze oveial. De inees-
ten dragen hun nationale kleuren in
het knoopsgat, en al deden ze dat
niet, dan zou jo ze toch al dadelijk
herkennen aan hun drukke bewegin
gen, hun héele optreden, dat rumoe
rig aandoet in die omgeving van En-
FEUILLETON
(Naar het Engelsch).
51)
Vooral Phüip was zeer ver
heugd over d:t bericht, want ware
zijn neef gestorven, dan zouden de
landgoederen worden wc&g^ichonken
zoo ais in het testament van zijn oom
stond aangegeven, en hij wist dat
George geen testament, had gemaakt.
Cole Angela tract.tie aJs een goed
meisje zich ook over dit bericht te
verheugen, ofschoon zij Lu/ruerlijk, na
het onheil so h o gedrag vuil haar
neef tegenover baar hem bijna haatte,
zoover als niet haar vriendelijke in
borst was overeen te brengen. Alleen
Arthur was cynisch onverschillig;
hij haatte Georgo en gaf daar open
lijk blijk van.
Nu braken er voor de beide gelief
den een twaalftal gelukkige «lagen
aan. Er was geen sprake van Ar
thurs vertrek, daar Philip hem bij
verscheidene gelegenheden had ver
klaard, dat het huis ter aijkiier be
schikking was zoolang hij er wilde
blij ven. Do hemel was in die diagen
blauw of slecht?, bier en daar met
zomerwolkjes ge*fekt, evenals Arthur
en Angela's verhouding was gevlekt
en beschaduwd inet de diepere tinten
van do eteeds aangloeiende liefde.
Helaas, in dit ondcruiaanscli© is ge
luk nooit volmaakt.
Tot dusverre wias er echter tus
schen. hen nog van geen liefde sprake
geweewt, geen kus of aanmoedigend
woord was gew.ssi&ld; slechts wan
neer hunne handen met elkaar in
aanraking kwamen, dun doortrilde
het hum zon de rung en steeg het bloed
Angola naar de wangen, maar hunne
oogen verrieden nog ni.et het zcot gc-
heum. Angela was niet meer hetzelf
de meesje als de Angela, die wij eem-
ge weken te voren ontmietten. Eeno
verandering, waaraan geen naam is
te geven, had in haar gelaat en ma
nieren plaats gevondende vr.ende-
lijke glimlach, eens zoo vroolijk, was
zachter en liefelijker geworden.
HOOFDSTUK X.
G eluk.
Oji een Zaterdagmorgen, toen de
Meimaand reeds voor drievierde ge
deelte voorbij was, kondigdo Philij)
zijn voornemen aan om voor zaken
tot Maandag naar Ixrnden te gaan.
Hij was iemand, die zich al sinds
jaren niet had bekommerd om het be
waren van den schijn, en ofschoon
Arthur, bevreesd dat do menschen
onaangename dingen zouden zeggen
van. Angela, er op zinspeelde, dat het
wied wat zonderling was, lachte zijn
gastheer er om, en zeido dat hij er
niet aan twijfelde of zijne dochter
was zeer goed in staat om op zich
zelf te pasten, zelfs waar het zuik
een innemenden, jongen man, als hij
was, gold. De zaak was, dat hij An
gela gaarne kwijt wilde raken door
haar met den jongen Hedgliarn to La
ten huwen, die zoo gelukkig voor
ham op het tooneel was verschenen,
terwijl hij ham bovendien ook wel
mocht lijden. Daar dit het geval was,
bedacht hij, en terecht, dat hoe meer
de jonge lieden bij elkaar waren hoe
grooter de mogelijkheid werd, dat
zijn d«x-l werd bereikt. Dientengevolge
Liet hij lien zooveel mogelijk bij
elkaar.
Het was op deern Zaterdag, dat .Ar
thur al zijn moed verzamelde en An
gela uitnoodtgde met hem een© wan
deling te maken door de ruïne. An
gela aarzelde een oogenblik, een
voorgevoel van hetgeen er zou plaats
hebben scheen haar te lieheorschen;
de schoonheid evenwel van. den avond
om ntet te spieken van hot vooruit
zicht van zijn gezelschap, deed de ba-
Lans naar den kant van Arthur over-
slaan.
Het was een van die avonden, welke
in Engeland hoogstens zes maal per
jaar "voorkomen. Het was volle maan
eu toen de schemering voorbij was.
vulde zij den hemel met haar helder
licht. Ieder twijgje, elk grassprietje
vertoonde zich voor het oog met een
duidelijkheid aLs bij het volle dag
licht, maar met een zilverglans over
tomen. Er heofechte eene diepe stilte,
en zoo kalm was de dampkring, dat
do scherpe schaduwen van do boo
men zich onbeweeglijk op het grasveld
aiteekendeji, slechts aangroeiende
naarmate het later werd. Het was
sen van d!ie avonden, die ons met
onbeschrijfelijke ontroering vervul
len, en ons in nauwer aanraking
brengen met het ongeziene, dan de
dag met zijn gewoel en beslommerin
gen.
In zulk een uur kunnen wij som-
tijde, of meenen wij te kunnen gevoe
len, dat andere wezens om ons rond
waren en onwillekeurig luisteren wij
naar liet zachte gosuis van vleugelen
slag ou naar de half vergeten stem*
nieu van do dcerbaren, dte voor ons
ver-oren gingen.
Doze avond nu wekto bij Angela
ook dergelijke gewaarwordingen op,
terwijl zij met langzame stappen voor
ging naar het kleine dorpskerkhof,
een plekje zooals men er er zoovele
aantreft in de kleine stadjes van hel
graafschap. Angela liep over de met
zerken liezaaide ruimte en wees naar
een paar donkere pLekken in een hoek,
waar het maanlicht tevergeefs tracht
te door te dringen, en zeide met zach
te stem:
Dat is het graf mijner moeder.
Het was een eenvoudig graf, be
staande uit een grasperkje door een
hek omringd en beplant met anjelie
ren en vergeet-mij-nietjes. Bovenaan
was een wit normeren kruis ge
plaatst, waarop Arthur de woorden
„Hilda Care-Moot" en dein datum van
haar overlijden kon ontcijferen.
IliJ wilde spreken, maar met oen'
zacht gebaar voorkwam zij hem,
trad op het hek toe, verborg haar ge-
luat in hare handen en bleef bewe
gingloos.
Met nieuwsgierigheid sloeg Arthur
haar gade. Nieuwsgierig vroeg hij
zich af wat er wel zou omgaan in liet
gemoed van dit zonderlinge, bekoor
lijke meisje, dio zoo liefelijk en rein
was opgegroeid te midden van zede
lijke ellende, evenals een vatte water
lelie bloeiende des wmtors op het
zwarte moeraswater. Plotseling hief
dij haar hoofd op en zag den via gen-
den blik, eken hij op haar vestigde.
Zij trad op hem boe, en met die
zachte, half smeekende stem; een van
luure grootste bekoorlijkheden, zei-
de zij:
Ik vrees, dat gij mij zeer dwaas
zult vinden?
Waarom zou ik u dwaas vinden?
Omdat ik vanavond hierheen
ben gegjaan, om voor een halfverge
ten- graf te verwijlen.
Ik vind het volstrekt niet dwaas.
Ik was alleen maar nieuwsgierig wat
er wel in uw gemoed omging.
Angela boog het hoofd maai- ant
woordde niet en de klok boven hunne
hoofden verkondigde luid galmend
het uur, en de doffe tonen verstoor
den aanmatigend de plechtige stilte.
Wat maakt het tooh zoo plechtig als
wij des avonds op het kerkhof ons
be vindende de torenklok hooren
slaan? Worden wij met het oog op 't
uu zachter gestemd in ons gemoed?
Of wekken de duidelijke." bewiizen aan
de sterfelijkheid van den mensch rond
om ons vrees bij ons op, en wordt de
sluier, welke onze zoo geheel men-
schel ijke verbeelding begrenst voor
een oogenblik opgeheven, en klinken
die tonen ons in de ooren als eeno
profetie van ons r.aderend einde?
Wellicht is het nutteloos dat te vra
gen. De uitslag is toch dezelfde: wei
nigen onzer kunnen die tonen aan-
hooren zonder door voorgevoelens to
worden gekweld, en konden wij onze
woorden in gedachten brengen, dan
zouden deze ongeveer als volgt zijn:
„Dat geluid weerklonk eenmaal in
de ooren van hen, die rondom ons
slapen. Nu hooren wij het. Binnen
korten tijd zal het elk uur weergal
men over de grafsteenen van onze
graven en jongere geslachten zullen
opdagen uit do onbekende toekomst,
zullen staan waar wij nu staan, zul
len luisteren en denken, zooals wij
nu denken over de oude vraagstuk
ken. die wij trachtten op te lossen,
terwijl wij zullen wij niet doof zijn
om te hooren, en stom om teepreke-i?
Zoo ongeveer waren de onuitge
sproken gedachten. d;e in de harten
van Arthur en Angela opwelden, ter
wijl de volle slagen van de klok in
de stilte wegstierven. Zij wierd een
weinig bleek en wierp een blik op
hem, terwijl hij onwillekeurig hui
verde en ook Aleck de hond snoof co
huilde angstig.