De Europeesche Oorlog. DE BOOSDOENERS. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 27 NOVEMBER 1ST4 OP hel Westelijk Oorlogsveld De D u i t«c he staf bericht: „t)e toestand op hot Westelijk oor- logetermn is onveranderd. In de streek tusschon St. Hilaire en Eoudan word een aanval der Fran- »chen, die met een groote macht was ondernomen, maar zwak werd uitge voerd, met zware verliezen voor hen afgeslagen. Hij Apremont maakten de Duit- echers vorderingen." Hei F ra.ii.selie oommuiwiué luidt: „De dag vani Woensdag ken- merkte zich door geen enkel feit van behing. In de streek c*n At/recht wordt bet bombardement van de stad en de bui Ie i\v i jken voortgezet. Aan de Aiaoe hebben do Duitschers een amwal beproefd op liet dorp Mes sy. Deze is vllcomm mirfukt. De Dudtschera lector ernstige verliezen. Do goallieerden maakten een!go vor deringen in de streek ten westen van Sounin. Fr is overvloedig sneeuw ge vallen, vooral in de hoogere gedeel ten der Vogezen". De .,Lokal-Anzoiger" bericht uit Geiiève: De voortgezette pogingen van den lusschen do kust en Yperen be velvoerenden F ranse hen generaal Foy, oni de Duitsche genietroepen bij de voorbereiding ocner actie op groo- le schaal te sloren, bleven weder zon der gevolg. De in het Fransche bulletin vermel de tcm-inwinst tusschen Langemarck en Tcrmobeeko is van geenerlei be lang met het oog op een poging door te breken. Belangrijke Duitsche vorderingen in de omgc\ ing van Verdun nood zaakten de Fransche legerbevelheb- bers nieuwe maatregelen te treffen om do uit het Noordwesten naderende Duitse hers zoo mogelijk tegen te hou den. Woensdag had een gevecht plaats bij Betlioncourt. Hier kunnen, naar de militaire pers aanneemt, in de eerstvolgende dagen nieuwe botsin gen worden verwacht. Om de uitwerking van hot ontvan gen zware geschut te beproeven, bom bardeerden de Franechcn Arnaville bij Pont-4-Moussan (10 mijl van. Met* gelegen). Van 'I Oostelijk Oorloasiooneel 'tD uiteche hoofdkwartier meldt: „In Oost-Pruisen is do toestand niet veranderd. In de gevechten, geleverd door de troepen van generaal Von Mackensei» bij Lodz en Lciwicz, heb ben do Russische eerste en tweede le gers en een deel van het vijfde Rus sische leger zware verliezen geleden. Behalve velo dooden en gewonden verloren de Russen wiet minder dan ongeveer 40.000 n iet-ge wonde gevan genen, 70 kanonnen, 1G0 munitiewa gens. Ook maakten de Duitschers 56 machinegeweren buit en vernielden 80 kanonnen van de Russen. Ook in deze gevechten gedroegen zich do jeugdige Duilisclie soldaten, ofschoon zij groote verliezen hadden •chitt erend. Dat het, niettegenstaande deze be haalde voordee'en, nog niet is gelukt op dit gedeelte van 't gevechtsterrein tot een beslissing te komen, is te wij ten aan net optreden van nieuwe ster ke Russische strijdkrachten uit ooste lijke en zuidelijke richting. Hunne aanvallen weiden Woens dag overal afgeslagen; de eindbeslis- Bing iaat eclitcr nog op zich wachten. Uiei bureau van Wolff teekent bij di; bericht aan, dat generaal Von Muckeisen dezeilde is die zich, vol gens de berichten der Fransche bla den, in Augustus voor het hoofd had geschoten, waaruit dus de onjuistheid van dit vroegere bericht blijkt.) Door liet Russische legerbe stuur wordt meegedeeld: iu den steg bij Lodz, die voortgaat zich te ontwikkelen, blijft het voor deel bij de RmsLsohe troepen. De po gingen der Duitschers hebben tot deel den terugtocht burner troepen te ver- geniakke. ijken die, doorgedrongen in de richting varliroziny tiians trachten te retireeaai naar de streek van Stry- boff onder voor hen zeer ongunstige omstandigheden. Aan het Ooslwii ijksche front wordt de Russische actie met succes voort gezet. In de gevechten van £5 Nov cm lor maakten de Russen achtduizend ge vangenen, twee regimenten met be velhebbers en officieren inbegrepen. Op het Zuidelijk Oorlogstooneel. Uit Weenen wordt officieel gem rid: in <ie gevechten aan de Kolubara zijn sdnxis WöeuscLag positieve- resultaten bereikt. liet centrum van liet Servi sche front, dat bij Lazartoch een ster ke stelling bezet hield, werd door de, om hun élan met roem bekende Oos- tenrijksche rogtm enten 11, 73 en 102 bestormd. Hierbij zijn 8 officieren en 1200 man gevangen genomen, drie stukken geschut, vier munitiewagens,, dlne machinegeweren buit gemaakt. Ook ten zuiden van het plaatsje Sjig gelukte het den Oostenrijkers de aan die oostzijde van het gelijknamig ri viertje gelogen hoogte to nemen, waarbij 300 gevangenen werden ge maakt. De uit Valjevo naar het zuiden go- rukte colonnes staan voor KozjeviaL De oorlogscorrespondent in Monte negro der „Corriere della Sera" schri'ft over de belegering van Catta- ro. Het zware Fransche geschut, dat met moeite den berg Lowtzen opge sleept was, bestond in werkelijkheid uit eerbiedwaardige grijsaards onder de kanonnen, die, reeds 36 jaar oud, slechts geringe schootsw ijdte hebben en met 2w art kru.t geladen worden. Voor de Ocetenrijksch-Hongaarsche dreadnought „Zriny" was bet zuiver kiryierspe! om, nadat rij zonder dijn minsten overlast te hebb n geleden voor Cattaro kwam, met oen paar schoten de geheele Fransche artillerie op den Lowtzen tot zwijgen te bren gen. Bij Cattaro heerscht nu enk©', rust en vrede. De Fransche vloot, diie van de zeeeijde moest aanvallen, xs nergens te zien en geeft er de voor keur aan een ontmoeting met een der Oostenrijksche pantserschepen to ver mijden. Verspreid nieuw9 van deoorlogsvelden DE OPERATIEFS VOOR NANCY. Een „Times"-correepondent vertelt nadere bijzonderheden over de on langs plaats gehad hebbende gevech ten tegen Nancy. Hij schrijft o.a.: „Den dag daarop namen de Fran- echen liet offensief, door de bosschen van Champenoix te beschieten, om elf uur des morgens vond men tus schen de stammen nog slechts ge dood© en zwaar-gewondo Duitschers. Toen kregen de Fransche artilleristen, na een week van handen arbeid, rust oververmoeid, en van boven, tot onder met modder bespat, staakten zij het werk, waarmede zij Nancy go red hadden. Want dit bleek de laatste heftige poging dei- Duitschers tegen de Lo th a ringsclie hoofdstad. De poging van het Metz-leger om van Pont-k-Mousson den aanval der troepen uit Saarburg en Straatsburg te steunen, was reeds mislukt. Zij hadden gemeend Amance uit 't westen te kunnen bombar dee ren, de andere uit het oosten? daarvoor had men Ste Geneviève noodig, en men wilde oprukken langs den weg van Pont-è-AIousson naar Nancy, langs de Moesel. Onderweg moest men den hoofdweg verlaten, om Ste Geneviève te berei ken; toen, bij een dorpje, stootte men op prikkeldraad-versperringen, die voor en ter 'inkerzijde van Fransche loopgraven stonden. Zij stelden hun zware geschut op, en bestrooiden gedurende 75 uron Ste Geneviève met 4000 granaten; er was slechte een infantcrie-rcgimont in het dorp van 3000 man, tegenover de 12.000 oprukkende Duitschers. Maar zij lagen goed gedekt in hun loopgra ven, en verloren slechts drie dooden en 20 gewonden gedurende het bom bardement; het geschut dat hen dekte stond goed verborgen opgesteld... zij wisten dat het lot van Nancy in hun handen, lag. Op een avond kregen de Duitschers - misleid door het zwijgen dor Fran sche infanterie bevel tot den storm aanval. In zware co'onnes kwamen rij op zetten; toen sloegen do 7,5-ers gaten in hun gelederen; liet meeste deed "n batterij uit Tout, die het minste ge vaar liep de eigen infanterie te tref fen. Drio uren lang echoot de bat terij onafgebroken voort, en toen de ammunitie op was, beval de kapitein zijn mannen de bajonet op te zetten, en aan den infanterie-storm mee te doen. Do Duitschers slopen den heuvel op, en men kreeg bevel ze tot op 200 meter t,e laten naderen; toen riepen do Franscho officieren met luider stem: „on avant k 'a baïonette". Maar de infanteristen wisten ook, dat zij bij dit bevel toch in de loop graven moesten blijven, en venschii- Iende salvo's af to geven. De truc slaagde. De Duitschers, het bevel 'hoorende, stonden op en zetten ook die bajonet ten op het geweer. Het eerste salvo trof hen op 150 meter, bij de prikkel draadversperringen, waar er honder den neerstortten. Zij die achter hen kwamen, klommen over hen en het prikkeldraad heenmaar zij kwa men niet voider. 4000 dooden lieten de Duitschers achier, toen zij tegen den avond op Atton terugvielen. Zij waren zeer ge- demoraijseerd, en bij den te-rugtochi verdrenken er nog veten in de rivier. DE VERWOESTING VAN YPEREN. De Belgische oorlogscorrespondent van .,De Tijd" seint int Dumkerken: Verleden week verspreidden de Ln- getecho couranten het bericht, dat Ypereu in vlammen w&s op/egnan en de beroemdo hallen vernield waren! liet was met waar... toen! Helaas: nu »s liet werkelijkheid. Nu is de vernie ling der hallen droeve ernst. Het be roemde 13e eeuwsch bouwwerk, heeft zw aar geoden. In een, mijner Caatste tj din gen, waarin ik beschreef hoe voor enkele dagen de toestand te Y'peren was, deed ik reeds voorshands u.iscliijnen, hoe groot gevaar het kunstgewrocht zou loepen in de komende dagen, nu een krachtige nieuwe aanval op Ype- resi mij acneta&nde leek! Die aanval is gekomen, en zwaar heeft liet al oude beroemde kunstrijke Yporen ge leden. De medcteeling van de leger- overheden lijdt geen twijfel: de hal len zijn vernield. De journalist heeft getracht zelf in Yperen te komen, maar dit gelukte niet wegens de krijzJnmdiLge maat regelen achter Y peren genomen. Maar hij kon een vluchteling onder vragen. die onder de loatsten behoor de, te Y'jieren achtergebleven. De man die oen eigen zaak had gedreven, was eindelijk om lijfsbehoud vertrokken. Toen ik wegtrok, vertelde mij deze man» waren de Duitsche obussen be zig de hallen to vernielen. Ze hadden al het aangrenzend zeventiendeeuw- sehe ranissunco stadhuis vernield, Vooral binnen wins daar eclirïkkehijk huis gelunidtsik De bekende trouwka mer was één puinhoop, en de deuren waren uit haar scharnieren gerukt door do dreurang. Wat er eigenlijk van de lialleai is overgebleven, kon hij me niet zeggen, daar lijfsbehoud hem vluchten deed en men zich dan niet weel om kun-jt kan bekommeren. Edoch... hij had die vlammen zien lek ken, liet puun hooren neervallen, dat door do bommen werd toegeschoten. Ook de vlak-mabije St. Mariinuskerk, wuaraan eens het klooster paalde, is met bommen doorzeefd, het dak is vernield, het inwendige is één puin hoop. DE STRIJD AAN DE YSER. Ia da „LokaJ-Anzeiger' vertelt von Goldberg, die als officier te velde staat, het een en ander van den ge weldigen strijd aan de Yseir. De '(roep waarmee hij er heen rukte, had wei nig begrip van hetgeen er gebeurde. Eerst 48 uur nadat Antwerpen, dat rij zelf hadden helpen belegeren, ver overd was, hadden zij daarv an ge hoord. Op hun marsch werden zij be schoten door de Engelsche scheepska- noonen, die faun geen verliezen toe brachten, maar faun kwartieren in puin legden. Met een zekere ongeloo- vigheid hoorden de troepen den ande ven dag, dat bij Nicuwpoort en zuide lijker een sterke vijand In een sterke stelling stond. Onder een hagel van ijzer naderen zij den vijand en ver moeden nog niet, wat er gaande la. Terwijl men in Duitschiand reeds lang van een slag bij Nieuwpoort, Yperen en Dixmuiden leest, is de troep nog steeds von meening, dat zij tegenover een vijandelijke achterhoede staat. Eerst na vele dagen van bloedigen strijd oppert een, die er vereland van heeft, aarzelend nog de meernngHoor eens, ik geloof dat die zaak zich tot een slag ontwikkeld Omstreeks dezen tijd Liggen wij voor de Yser in strijd met den vijand, die zich wonderbaarlijk handig ver schanst heeft. Diep ingegraven, door overdekking beschut, vuurt zijn in fanterie door kleine gaatjes in stalen platen als de aanvaller ook maar oen vinger omhoog eteekt. Zijn artillerie kent den afstand op allo punten van het terrein, dat er uitziet als met een wals glad gemaakt,' maar door breede kanalen en slooton govoord is. Wie eindelijk aan de Y'ser etond, dertig meter van den vijand af, keek hoofd schuddend achter zich over het land zoo glad als een do'rschvloer, en vroeg zich af hoe het mogelijk geweest was den oever to bereiken. Nu zijn de oe vers van de Yser omzoomd met hou ten kruisen, waarop helmen staan. Toen echter waren het twee rijen van gloeiende geweerloopen. Op het don kere water dreven duizenden doode visschen, die de luchtdruk van de In het water barstende granaten uitge roeid had. Het gelukte desniettemin den Bran denburgers den anderen oever te be reiken. Van een smullen overgang, onder granaten-regens opgeslagen, breidde rich aan de andero zijde langzaam de waaier van aanvallers uit Stap voor stop, voet voor voet, duim voor duim, ging het voorwaarts tegen den spoordijk van Nieuwpoort naar Dixmuiden. Franscfaen, Engel- schen en Belgen hielden met bewon derenswaardig taaie dapperheid siand. De bagage met de veldkeukens bleef aan de overzijde. Wij zaten koud en lagen koud, want in de loopgraven, in het vette polderland, verzamelde zich water. Wij behoefden niet te gra ven. De vijand had voor ons gegraven, na heldhaftige verdediging zijn vaak met dooden gevulde stellingen ont ruimd. Nog feller dan zijn infame- rie wist zijn artillerie te strijden. Den heelen dag en ook 's nachts strooide tij haar granaten en ehrapnells. Wij verloren veel bloed en toch vraagt men zich na uren van een zoo helsch vuur ai, hoe iemand nog leefde. Wij lagen een dag ter zijde van de schut ters langs den weg dien do vijand on der vuur hield. Rechts cn links sloeg rijn ijzeren vuist zoo hard in den bo dem, dat wij het sidderen voelden. Maar wij brachten dien dag on zoo menigen anderen, die niet minder heet was, er heit leven af en liet is merkwaardig zooals een mensch zich dan 'e avonds verlieugt over het leven, dat hem gesohonken is. Ten slotte was 's avonds alles genot. Op een storuiachtigen, naltoii en kouden bivaknacht aten wij gepofte aardappels en sardines. Stroo v as er in overvloed. Toi aan hals en elle bogen er in gewikkeld, vroeg ikkoe komt het, dat storm en regen, waar over wij vandaag zoo hevig gevloekt hebben, nu bijna als ecu aangenaam slaaplied tegen de tentbanen slaan Mijn buurman keek met een peinzen- den glimlach over zijn beker heen naar onze aardappelen: „Wij zijn blij, dat we nog leven en op gekookte aard appels kunnen neerzien, iu plaats van ongekookte von onderen te bekijken.'' Verder vertelt Von Gottberg nog Langzaam kwamen wij voorwaarts legen den spoorweg Nieuwpoort Dixmuiden. Brandpunt van den strijd was het dorp Peroyse uan den straat weg naar Veurne. Wij logen met den linker elleboog aan dezen weg en wa ren getuige van de heldhaftige wor steling om hel dorp. Onophoudelijk drongen bataljons uit de Mark in de eerste huizen en telkens overweldigde hen de gronatenhagel van den vijand. Een schemerende morgen van dit op en neer golven van vele dagen heeft zich vooral vast in mijn geheugen ge nesteld. Vlak aan den weg staat een eenzaam huis en daarachter een strooechelf. liet huis is door granaten verbrijzeld en dagelijks het doel van de vijandelijke artillerie. Want van haar vliegers weet zij, dat tussclien het huis en de schelf een generaal met zijn brigadestaf staat. Hol is ne velig en nog geen goed dag en daar om zijn daar do officieren van de troepen in den omtrek bij elkaar ge komen. Zij liggen daar zonder mogelijkheid uit de kleeren te komen. Nu al tien dagen lang in de modder met koud eten, onbeschermd tegen het vocht van boven en beneden. Dan komt er een adjudant en meldt den generaal Bataljon van.... regiment ter beschik king van de. brigade In oprnarsih. Aanvoerder luitenant H. Gevechts sterkteman. „Dat is niet veelzegt hoofdschud dend de generaal. „Neen", antwoordt de luitenant. Wij hebben gisteren den majoor, drie compagnies-commandan ten en man verloren. Maar we zijn vol moed en hopen gebruikt te kunnen worden. De generaal zei vriendelijk, maar ernstig „Dat ge voorwaarts wilt, geloof ik graag. Maar ik vrees, dat het niet meer gaat." liet ging inderdaad niet meer. De vijand had de waterleiding open gezet en het polderland laten oversüoo- mej). Eeret kwam rechts van den weg het bericht, dat het niet meer ging. omdat het water tot de op heupen reikte. Van een divisie kwam 't goed- Pruisische antwoord „Water tot aan de heupen is geen reden om een zoo gewichtige stelling te ontruimen 1" Doch het dreigde tot aan den hals te stijgen. Toen werd de met veel bloed veroverde grond ontruimd. Vooruit geschoven troepen wisten zich echter aan den anderen kant van den Yser staande te houden en thans moet de vijand be-grepen hebben, dat hij vooral zich zelf met de overstroo ming schade gedaan heeft. OORLOGSPS YCHOLOGI E. Dr. Bjarne Eide, een in Parije ge vestigd Noorsch publicist en bello- trist, echrijft vandaar een brief aan „Aftenposten", waarin hij een onderhoud mededeelt, dat hij met een paar Belgische eo'daten, twee broeders, heef: gehad, die inet verlof van het front waren gekomen, nadat zij den geheelen veldtocht van Luik tot den slag van Yperen hadden mee gemaakt Zij waren zoowat door heel België getrokken van het Oosten naar het Westen: Luik, Hoei, Waveren, Leuven, Brussel, Mechelen, Antwer pen, üendermonde, Aalst, Gent, Thielt, Yperen, van waar zij naar Duinkerken waren gezonden- Aan een schrijven daarover in de „N. R. CL" is het volgende ontleend: Het waren ontwikkelde jongelui, die in staat waren zich te uiten. De oudste van hen zei: „Ik vat niet goed, hoe ik leef. Ik gevoe', dat al de krochten, waarover mijn lichaam be schikt, al reeds lang verbruikt zijn. Ik leef alleen op mijn zenuwen. Neen, zelfs dat niet eens meer. Maar alles wat ik doorleefd heb, al de ge'uiden, dat fluiten van geweerkogels, dat gie ren van zware granaten, die geweldi ge knallen van ontploffingen, al de intense gemoedsindrukken, die ik ge kregen heb, zij liggen en werken in inijm hersens, zij hebben de plaats vervangen van de physiologlsche krachten, en bewerken dat de ma chine niog a'tijd loopt, dat ik hier zit en leef zonder eigenlijk te voelen, dlat ik het zelf ben, die leeft, en met een gevoel, dat het plotseling op kan hou den, verdwijnen Hij trachtte verscheidene malen ea- menhangend te vertellen. Maar het waa onophoudelijk alsof een kanon schot, een ontploffing, een vreeselijk schouwspel of een grapje dat hem te binnen schoot hem uit den samen hang losrukte en nieuwe beelden in hem opriep. En voortdurend bootste hij krijgsgeluiden na: het zware ge dreun van de rijdende uhlanen op de vlakke Vlaamsche landwegen, het knetteren van geweersalvo's, het on verdraaglijke, ontzenuwende ta-ia-ta- ta van de inachine-geweren, de scho ten der kanonnen, het fluiten en gie ren van kogels en granaten, het ia- waai teweeggebracht door ontploffin gen. Het was alsof men keek in een helschen brouwketel, op welks bodem lioei België lag en waar al de vrees, die de meucchedjke fantasie kan uit denken, spookte cn raasde, al maar door, zonder ophouden. Toch tracht dr. Eide eenige zijner vragen en de antwoorden weer te vin den. ,,\Year krijgen jullie toch dien moed vandaan?"' „MoedWij zijn niet moediger dan een ander. De eerste dagen bi^ Luik toen voeiden wij toch iets oat op vrees geleek. Maar na een paar da- i gen, was dat vergeetn." ,,En toen kwam de moed?" „Neen, t kwam niets voor in de plaats. Of liever gezegd, een zeer na tuurlijk gevoel, dat wat wij dedeu onze taak was. Alsof wij vroeger nooit Iels a.-idersgedaan hadden Pre cies hetzelfde ah, wanneer gij doktere u rustig beweegt te midden van pest ziekten, cho'eripatiënten. enz. niet- tegenstaande gij weet, dat gij ziek kunt worden en sterven ew dat een zeker procent van u ook otcrfL Dat hoort bij het handwerfi. Men denkt daaraan niet." Ik gaf toe, zegt dr. Eide, dat hel aldus niet den brrocpsmoed gesteld Lp, gelijk ik dien ken, maar ik bracht daartegen in, dat in den oorlog da kansen voor den dood toch heel wat zekerder zijn, en men deze meer na bij is. „Maar men gelooft niet, dat men sterven zal. Men weet, dat er een massa gewond worden en sterven. Manr <lat zijn de anderen F.n ik ge loof. dot men Ln den grond een beetje verrast is, wanneer het onszelf over komt. Bi|na al mijn vrienden en mijn studiemakkero zijn gesneuveld. Voor een deel aan mijn zijde. Dit was a's- of het zoo moest, Het was alsof het mij niet aanging. Niettegenstaande iR mot mijn verstand even goed kon ba- grijpen, dat het mij had kunnen over komen. Het is natuurlijk voor mij dik wijle op het nippertje geweest. In een loopgraaf verzoekt een kameraad om met mij van plaats te verwisselen. Hij zag een uhlaan. dien hij zelf wil de neerschieten. Nauwelijks had bij mijn plaats ingenomen, of hij viel, door een kogel getrofen, dood om. Een anderen keer werden w ij inet grana ten overstelpt De granaten ontplof fen op een hoogte van 20—80 M 'n de lucht, en het is een louter toeval, wanneer men door de scherven ge troffen wordt Maar waarvan ik r u vertel, was in cen bosch. en dan is het gevaarlijk Takken, zoo dik a's een arm, worden afgerukt, tegen den grond geslagen en dooden een ieder, die er door getroffen wordt Dan moet men rich niet alleen als andeis plat op den grond leggen, manr men moet zich in de verdorde bladeren neergraven, befst een beetje in den grond zelf. en zich dan bedekken met takken en met al'es wat men bij da hand heeft. Vlak naast mij had ik een van mijn be6te vrienden. Hij leg de zich niet neer. maar mikte op een Pruis. „Couche lol, cochonl" riep ik. Hij legde zicli nog niet neer. Opnieuw riop ik. Hij deed niet wat ik zei. maar mikte. Juist zou Ik hem voor de der de ma&l waarschuwen loem hij dood naast mij neerviel. „Maar voor één ding ls er toch moed noodig zei ik een wilde, bovennatuurlijke moed. wat wij ge- woonrweg niet begrijpen Ik bedoel den bajonetaanval. Zoo in gesloten gelederen en met gevelde bajonet de kanoranullen tegemoet loopen, terwijl die vuur en staal voor zich uitspu wen, en recht op de machinegeweren aan, die onophoudelijk knetteren, ter wijl <le kameraden naast je neerval len, terwijl jezelf maar altijd voort gaat. En dan, wanneer je eindelijk met den vijand handgemeen wordt en gebruik maakt van de bajonett" „Ik kan niet anders zeggen, als dat men dit als vanzelf doet. En is men gekomen doar waar men zijn moet, zoo stoot men zijn bajonet in de eer- ste borst de beste, trekt haar er uit en stoot haar weer in een ander. liet gebeurt, dat zij zoo vast zit, dat rncn zijn voet ertegen móet zetten, om haar los te krijgen. Men denkt er niet bij, men doet alleen maar. Ja, aan één ding denkt men toch: Steek of anders word je zelf gestoken! Maak dood, of anders word je zelf doodgemaakt. „Wete u, hoe men een bajonetaan val voorbereidt?" ging hij voort. „Kijk, hier liggen w ij in de loopgra ven. De Duitschers daar. Men ge-'ft elkaar sa'vo op salvo (daarop ging hij opeens tot iets anders óver). De Duitschers kunnên geen salvo schieten. Het comando is niet pre cies, en het salvo is onregelmatig. Dat kan minuten duren. Maar bij ons: Eén signaal (elk commando gaat op een fluitje), tweede signaa1, derde signaal, rrrrringl A'ie geweren ge ven één knal. En dan mikken de Duitschers zoo slecht (hij vergat mg 6tee<fe, wuarover hij eerst begonnen was te spreken) Van honderd scho ten treft er misschien cén. Zij hou den hun geweerkolven onder den schouder, want de patroonhuis, die automatisch wordt uitgeworpen, s'aat hen in het gezicht, wanneer zij cp gewone wijze aanleggen. Men kan dit verhelpen, zoodat de huls naar de andere zijde wordt geworpen. Maar dat kan men ge'ukkig in dezen oor log niet doen. Wij moeten tfaaren'e- gen een bepaalden greep uitvoeren i HüiLLETON [N a li e t Engelsch). 73) Toen overviel hem een aanval van wocdo. Met een stok, die in den hoek der kamer stond, sloeg hij alles wat breekbaar was, stuk, den spiegel, een buffet met glas, schilderijen aan den wand. Een laatste slag deed do hang lamp uict groot geraas op do tafel neerstorten en daarop den stok w eg werpende, nam John Bellamy do vlucht zonder verder om to zien naar do verwoesting, die hij had aange richt eu zonder to bodenken, dat Ga- resfoot bij zijn thuiskoinrt nu nood wendig moest ontdekken, dat men in zijn kamer gedrongen was. Zelfs de brandkast had hij niet gesloten en de valsche sleutel zat er nog steeds op. Langs dcnzclfden weg, als dien hij gekomen was, verliet hij het huis woer, op don tast en nu en dan een lucifer aanstekend om zich to orien- tocren. Do nachtlucht veifrisdhte zijn brandend hoofd, maur kalmeerde zijn opgewondenheid niot en luid moppe rend over de mislukking van zijn plan snelde hij door den tuin naar den ingang, waar hij het hek wel dichtgetrokken, maar niet gesloten Vond. Zonder te welen wat hij deed, liep hij' den straatweg op in de richting var, rhilip's woning. Het weer w as nu opgeklaard. Wel woei er nog een flinke wind, maar de lucht was hel der en vol sterren. In de verte sche merde het licht van de herberg „do Turk" en toen Bellamy dichter bij kwam, hoorde hij dansen en zingen! In de dol opgewonden stemming, waarin hij verkeerde, besloot hij om naar binnen te gaan en zich een roes te drinken en reeds had hij de hand aan den deurknop, toen opeens het geluid van een rijtuig, dat naderde, hem in de ooren klonk. Hij turnde voor zich uit om te zien wat liet was, maar zag nog niets dun een zwarte massa, die allengs op doemde uit den naoht. Plotseling herinnerden rich zijn verhitte en ver warde hersens, dat George Caresfoot met een rijtuig was uitgegaan en de zucht naai' wraak, nog gejirikkeld door do teleurstelling, welke hij" zoo even had ondervonden, kwam weer met vernieuwde kracht bij hem op en inplaats van binnen te gaan verschool hij zich achter een boom en wachtte. Weldra kwam het rijtuig voor de herberg en bij het Licht van een lan taarn, welke de herbergier voor zijn deur placht le branden, zag Bellamy, dat het een jachtwagentje was en on middellijk herkende hij in den voer man George Caresfoot, hoewel deze een pet diep over do oogen getrokken had. Het rijtuig reed stapvoets toen het voor het koffiehuis kwam, waar schijnlijk om den argwaan van de koffiehuisbezoekers niet op te wek ken en Bellamy, achter den boom to voorschijn springende, riep zoo luid hij kon „halt I" en greep den boom, w auraan de 6txengeu der beide paar den waren vastgemaakt Instinctmatig trok George de teu gels aan, zoodat de paarden stilston den. Toen, zijne bezinning herkrijgen de en gevoelende welk gevaar er ge legen w as in het stilstaan voor de her berg, sloeg hij met de zweep naar den aanvaller, dien hij niet had herkend. Op hetzelfde oogenblik hooide John Bellamy een halfgesmoorde» gil, die evenwel spoedig werd gesmoord. De paarden trokken weer aan, sehichtig en trappelend, maar Bellamy klemde zich vaster aan den disselboom vast en riep uit al zijn macht Hulp, hulp, hulp Daar binnen in de herberg ver stomden gezang en gedans. Als een razende sloeg George op de paarden los, die, ongewoon aan zulk een kas tijding, steigerden en trappelden zon der voort te schieten, tot groot geluk voor sir John, dio andere zeker ver pletterd zou zijn geworden. Het vol gende oogenblik werd de deur van het koffiehuis geopend en in den licht glans, die uit de gelagkamer naar bui ten scheen, stonden een vijftal perso nen, die door elkander riepen wat er te doen was. Grijpt de paardenriep Bella my hijgend en do tuinman van Cares foot, vooruitspringend, vatte een der steigerende dieren bij het gebit, zon der te bemerken dat het zijn meester was. die op den bok zat. Uit liet wagentje klonk weer een luid geroep om hulp, geuit door een vrouwenstem, en liet \olgendo oogen blik sprongen twee mannen op den wagen toe en rukten het portier open. Wat gebeurt hier? riep <le herbergier met forsche stem. Wio zijt gij Brengt licht, spoedig Terwijl rneu dc paarden in be dwang hield, werd een lamp uit het huis gehaald en de herbergier lichtte in den wagen bij. Miss Caresfootriep hij daar op, terugdeinzende, zijt gij het Help mij I riep Angela, men wil mij ontvoeren l en zij verzette zich waoihopig tegen lady Bellamy, dio haar den mond wildo dichthou den. Dat is hier niet richtig, mannen riep de herbergier en terwijl hij met krachtige handen de andere da me aanvatte, dio hij nog niet herkend had, sleurde hij haar, daartoe ge noodzaakt door haar verzet, uit het wagentje. Lady Bellamy I het is lady Bel lamy 1 riep een der dienstboden van Caresfoot, toen haar gelaat zicht baar werd. Maar wio is dan toch do koetsier? riep er een, en wilde den onbe kenden voerman naar beneden ruk ken, toen deze meteen goweldige ver- wenscbing hem een zweepslag gaf, dia hem van pijn deed nchteruitdeiu- zen. Daarop sprong George van den bok en bij het licht van do lantaarns herkenden allen onmiddellijk hun meester. Een kreet van verbazing en schrik ontsnapte aan aller lippen en instinct matig gingen zij achteruit, zoodat George Caresfoot, lady Bellamy en Angela alleen bleven staan, terw ijl sir John, nu bekoeld, bij do paarden stond, niets begrijpende van wat er wel voorviel. George trachtte zich uit zijn benarde positie door drieste onbeschaamdheid te redden. Wat beteekent dit riep hij woedend uit, is dit feestvieren, dat gij het rijtuig van uw meestor tegen houdt en hem haast t© lijf gaat. En w^at den kerel betreft, die bet eerst om hulp schreeuwde Hij tuurde langs de paarden, of hij den rustverstoorder vinden kon, en omklemde daarbij vaster zijn zweep, die hij niet uit de hand had gelegd. Sir John, ziende dat hel de bedien de» van George zelf waren, die hij te hulp geroepen had, achtte het voor zichtig geen antwoord te geven, maar lady Bellamy's oogen zagen scherpen ontdekten hem in de duisternis. Ah, het is mijn waarde echtge noot zeide zij met een smalenden lach. Sir John Bellamy, die als een misdadiger de rijtuigen aan houdt. Voorwaar een fraaie bezig heid I Wat wachten wij hier nog lan ger vervolgde zij, en, den arm om Angela's middel slaande, trachtte zij haar mede to tronen. Kom, beste, ga mede. Redt mij, helpt mijliep An gela, die zich to vergeefs aan den arm van hare vijandin trachtte te ontwor stelen George gmg voor haar staan, ter wijl lady Bellamy haar steeds verder naar het rijtuig Irok, en hoewel ei onder do aanwezigen een gemompel opging, stak toch niemand een hand uit tegen den meester. Eerst toeii Augela nogmaals om hulp riep, trad de herbergier n&M voren en met zijn krachtige vinger den arm van lady Bellamy omklem mend, zei hij Een oogenblik, mylady. Wat doo' gij met mizs Caresfoot Lady Bellamy beefde aan toorn, maar bedwong zich en zeide kalm Miss Caresfoot is overspannen en ziek, zij zal een tijdlang bij mij lo geeren om te hersteilen. liet is onwaar, het is gelogen riep Angela, George Caresfoot wil mij ontvoeren. Dan geef ik u de verzekering, lady Bellamy, dat miss Caresfoot hier blijft, totdat ik van haar vader nader bericht heb gekregen, hoe de vort eigenlijk in den steel zit. In weerwil van den wauhopigen te genstand der lady, maakte hij Ango la gemakkelijk uit haren greep los en liet het meisje naar binnen gaan. waar do vrouw van den herbergiei haar vergezelde. Georgo werd fact groen en geel vooi de oogen van woede over het misluk- kon van zijn plan. Mannen 1 schreeuwde hij, nau welijks zelf wetende wat hij zeide, zult gij uwen meester zoo laten dwari boomen Pakt dien kerel en laat om voortgaan I (Slot volgD-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5