De Europeesche Oorlog.
DE BOOSDOENERS.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 27 NOVEMBER 1ST4
OP hel Westelijk
Oorlogsveld
De D u i t«c he staf bericht:
„t)e toestand op hot Westelijk oor-
logetermn is onveranderd.
In de streek tusschon St. Hilaire en
Eoudan word een aanval der Fran-
»chen, die met een groote macht was
ondernomen, maar zwak werd uitge
voerd, met zware verliezen voor hen
afgeslagen.
Hij Apremont maakten de Duit-
echers vorderingen."
Hei F ra.ii.selie oommuiwiué
luidt: „De dag vani Woensdag ken-
merkte zich door geen enkel feit van
behing. In de streek c*n At/recht wordt
bet bombardement van de stad en de
bui Ie i\v i jken voortgezet.
Aan de Aiaoe hebben do Duitschers
een amwal beproefd op liet dorp Mes
sy. Deze is vllcomm mirfukt. De
Dudtschera lector ernstige verliezen.
Do goallieerden maakten een!go vor
deringen in de streek ten westen van
Sounin. Fr is overvloedig sneeuw ge
vallen, vooral in de hoogere gedeel
ten der Vogezen".
De .,Lokal-Anzoiger" bericht uit
Geiiève: De voortgezette pogingen van
den lusschen do kust en Yperen be
velvoerenden F ranse hen generaal
Foy, oni de Duitsche genietroepen bij
de voorbereiding ocner actie op groo-
le schaal te sloren, bleven weder zon
der gevolg.
De in het Fransche bulletin vermel
de tcm-inwinst tusschen Langemarck
en Tcrmobeeko is van geenerlei be
lang met het oog op een poging door
te breken.
Belangrijke Duitsche vorderingen
in de omgc\ ing van Verdun nood
zaakten de Fransche legerbevelheb-
bers nieuwe maatregelen te treffen
om do uit het Noordwesten naderende
Duitse hers zoo mogelijk tegen te hou
den. Woensdag had een gevecht plaats
bij Betlioncourt. Hier kunnen, naar
de militaire pers aanneemt, in de
eerstvolgende dagen nieuwe botsin
gen worden verwacht.
Om de uitwerking van hot ontvan
gen zware geschut te beproeven, bom
bardeerden de Franechcn Arnaville
bij Pont-4-Moussan (10 mijl van. Met*
gelegen).
Van 'I Oostelijk
Oorloasiooneel
'tD uiteche hoofdkwartier meldt:
„In Oost-Pruisen is do toestand niet
veranderd. In de gevechten, geleverd
door de troepen van generaal Von
Mackensei» bij Lodz en Lciwicz, heb
ben do Russische eerste en tweede le
gers en een deel van het vijfde Rus
sische leger zware verliezen geleden.
Behalve velo dooden en gewonden
verloren de Russen wiet minder dan
ongeveer 40.000 n iet-ge wonde gevan
genen, 70 kanonnen, 1G0 munitiewa
gens. Ook maakten de Duitschers 56
machinegeweren buit en vernielden
80 kanonnen van de Russen.
Ook in deze gevechten gedroegen
zich do jeugdige Duilisclie soldaten,
ofschoon zij groote verliezen hadden
•chitt erend.
Dat het, niettegenstaande deze be
haalde voordee'en, nog niet is gelukt
op dit gedeelte van 't gevechtsterrein
tot een beslissing te komen, is te wij
ten aan net optreden van nieuwe ster
ke Russische strijdkrachten uit ooste
lijke en zuidelijke richting.
Hunne aanvallen weiden Woens
dag overal afgeslagen; de eindbeslis-
Bing iaat eclitcr nog op zich wachten.
Uiei bureau van Wolff teekent bij
di; bericht aan, dat generaal Von
Muckeisen dezeilde is die zich, vol
gens de berichten der Fransche bla
den, in Augustus voor het hoofd had
geschoten, waaruit dus de onjuistheid
van dit vroegere bericht blijkt.)
Door liet Russische legerbe
stuur wordt meegedeeld:
iu den steg bij Lodz, die voortgaat
zich te ontwikkelen, blijft het voor
deel bij de RmsLsohe troepen. De po
gingen der Duitschers hebben tot deel
den terugtocht burner troepen te ver-
geniakke. ijken die, doorgedrongen in
de richting varliroziny tiians trachten
te retireeaai naar de streek van Stry-
boff onder voor hen zeer ongunstige
omstandigheden.
Aan het Ooslwii ijksche front wordt
de Russische actie met succes voort
gezet.
In de gevechten van £5 Nov cm lor
maakten de Russen achtduizend ge
vangenen, twee regimenten met be
velhebbers en officieren inbegrepen.
Op het Zuidelijk
Oorlogstooneel.
Uit Weenen wordt officieel gem rid:
in <ie gevechten aan de Kolubara zijn
sdnxis WöeuscLag positieve- resultaten
bereikt. liet centrum van liet Servi
sche front, dat bij Lazartoch een ster
ke stelling bezet hield, werd door de,
om hun élan met roem bekende Oos-
tenrijksche rogtm enten 11, 73 en 102
bestormd. Hierbij zijn 8 officieren en
1200 man gevangen genomen, drie
stukken geschut, vier munitiewagens,,
dlne machinegeweren buit gemaakt.
Ook ten zuiden van het plaatsje Sjig
gelukte het den Oostenrijkers de aan
die oostzijde van het gelijknamig ri
viertje gelogen hoogte to nemen,
waarbij 300 gevangenen werden ge
maakt.
De uit Valjevo naar het zuiden go-
rukte colonnes staan voor KozjeviaL
De oorlogscorrespondent in Monte
negro der „Corriere della Sera"
schri'ft over de belegering van Catta-
ro. Het zware Fransche geschut, dat
met moeite den berg Lowtzen opge
sleept was, bestond in werkelijkheid
uit eerbiedwaardige grijsaards onder
de kanonnen, die, reeds 36 jaar oud,
slechts geringe schootsw ijdte hebben
en met 2w art kru.t geladen worden.
Voor de Ocetenrijksch-Hongaarsche
dreadnought „Zriny" was bet zuiver
kiryierspe! om, nadat rij zonder dijn
minsten overlast te hebb n geleden
voor Cattaro kwam, met oen paar
schoten de geheele Fransche artillerie
op den Lowtzen tot zwijgen te bren
gen. Bij Cattaro heerscht nu enk©',
rust en vrede. De Fransche vloot,
diie van de zeeeijde moest aanvallen,
xs nergens te zien en geeft er de voor
keur aan een ontmoeting met een der
Oostenrijksche pantserschepen to ver
mijden.
Verspreid nieuw9
van deoorlogsvelden
DE OPERATIEFS VOOR NANCY.
Een „Times"-correepondent vertelt
nadere bijzonderheden over de on
langs plaats gehad hebbende gevech
ten tegen Nancy. Hij schrijft o.a.:
„Den dag daarop namen de Fran-
echen liet offensief, door de bosschen
van Champenoix te beschieten, om
elf uur des morgens vond men tus
schen de stammen nog slechts ge
dood© en zwaar-gewondo Duitschers.
Toen kregen de Fransche artilleristen,
na een week van handen arbeid, rust
oververmoeid, en van boven, tot
onder met modder bespat, staakten
zij het werk, waarmede zij Nancy go
red hadden.
Want dit bleek de laatste heftige
poging dei- Duitschers tegen de Lo
th a ringsclie hoofdstad.
De poging van het Metz-leger om
van Pont-k-Mousson den aanval der
troepen uit Saarburg en Straatsburg
te steunen, was reeds mislukt.
Zij hadden gemeend Amance uit 't
westen te kunnen bombar dee ren, de
andere uit het oosten? daarvoor had
men Ste Geneviève noodig, en men
wilde oprukken langs den weg van
Pont-è-AIousson naar Nancy, langs
de Moesel.
Onderweg moest men den hoofdweg
verlaten, om Ste Geneviève te berei
ken; toen, bij een dorpje, stootte men
op prikkeldraad-versperringen, die
voor en ter 'inkerzijde van Fransche
loopgraven stonden.
Zij stelden hun zware geschut op,
en bestrooiden gedurende 75 uron Ste
Geneviève met 4000 granaten; er was
slechte een infantcrie-rcgimont in het
dorp van 3000 man, tegenover de
12.000 oprukkende Duitschers. Maar
zij lagen goed gedekt in hun loopgra
ven, en verloren slechts drie dooden
en 20 gewonden gedurende het bom
bardement; het geschut dat hen dekte
stond goed verborgen opgesteld... zij
wisten dat het lot van Nancy in hun
handen, lag.
Op een avond kregen de Duitschers
- misleid door het zwijgen dor Fran
sche infanterie bevel tot den storm
aanval.
In zware co'onnes kwamen rij op
zetten; toen sloegen do 7,5-ers gaten
in hun gelederen; liet meeste deed "n
batterij uit Tout, die het minste ge
vaar liep de eigen infanterie te tref
fen. Drio uren lang echoot de bat
terij onafgebroken voort, en toen de
ammunitie op was, beval de kapitein
zijn mannen de bajonet op te zetten,
en aan den infanterie-storm mee te
doen.
Do Duitschers slopen den heuvel
op, en men kreeg bevel ze tot op 200
meter t,e laten naderen; toen riepen
do Franscho officieren met luider
stem: „on avant k 'a baïonette".
Maar de infanteristen wisten ook,
dat zij bij dit bevel toch in de loop
graven moesten blijven, en venschii-
Iende salvo's af to geven.
De truc slaagde.
De Duitschers, het bevel 'hoorende,
stonden op en zetten ook die bajonet
ten op het geweer. Het eerste salvo
trof hen op 150 meter, bij de prikkel
draadversperringen, waar er honder
den neerstortten. Zij die achter hen
kwamen, klommen over hen en het
prikkeldraad heenmaar zij kwa
men niet voider.
4000 dooden lieten de Duitschers
achier, toen zij tegen den avond op
Atton terugvielen. Zij waren zeer ge-
demoraijseerd, en bij den te-rugtochi
verdrenken er nog veten in de rivier.
DE VERWOESTING VAN YPEREN.
De Belgische oorlogscorrespondent
van .,De Tijd" seint int Dumkerken:
Verleden week verspreidden de Ln-
getecho couranten het bericht, dat
Ypereu in vlammen w&s op/egnan en
de beroemdo hallen vernield waren!
liet was met waar... toen! Helaas: nu
»s liet werkelijkheid. Nu is de vernie
ling der hallen droeve ernst. Het be
roemde 13e eeuwsch bouwwerk, heeft
zw aar geoden.
In een, mijner Caatste tj din gen,
waarin ik beschreef hoe voor enkele
dagen de toestand te Y'peren was,
deed ik reeds voorshands u.iscliijnen,
hoe groot gevaar het kunstgewrocht
zou loepen in de komende dagen, nu
een krachtige nieuwe aanval op Ype-
resi mij acneta&nde leek! Die aanval
is gekomen, en zwaar heeft liet al
oude beroemde kunstrijke Yporen ge
leden. De medcteeling van de leger-
overheden lijdt geen twijfel: de hal
len zijn vernield.
De journalist heeft getracht zelf in
Yperen te komen, maar dit gelukte
niet wegens de krijzJnmdiLge maat
regelen achter Y peren genomen.
Maar hij kon een vluchteling onder
vragen. die onder de loatsten behoor
de, te Y'jieren achtergebleven. De man
die oen eigen zaak had gedreven, was
eindelijk om lijfsbehoud vertrokken.
Toen ik wegtrok, vertelde mij deze
man» waren de Duitsche obussen be
zig de hallen to vernielen. Ze hadden
al het aangrenzend zeventiendeeuw-
sehe ranissunco stadhuis vernield,
Vooral binnen wins daar eclirïkkehijk
huis gelunidtsik De bekende trouwka
mer was één puinhoop, en de deuren
waren uit haar scharnieren gerukt
door do dreurang. Wat er eigenlijk
van de lialleai is overgebleven, kon hij
me niet zeggen, daar lijfsbehoud hem
vluchten deed en men zich dan niet
weel om kun-jt kan bekommeren.
Edoch... hij had die vlammen zien lek
ken, liet puun hooren neervallen, dat
door do bommen werd toegeschoten.
Ook de vlak-mabije St. Mariinuskerk,
wuaraan eens het klooster paalde, is
met bommen doorzeefd, het dak is
vernield, het inwendige is één puin
hoop.
DE STRIJD AAN DE YSER.
Ia da „LokaJ-Anzeiger' vertelt von
Goldberg, die als officier te velde
staat, het een en ander van den ge
weldigen strijd aan de Yseir. De '(roep
waarmee hij er heen rukte, had wei
nig begrip van hetgeen er gebeurde.
Eerst 48 uur nadat Antwerpen, dat rij
zelf hadden helpen belegeren, ver
overd was, hadden zij daarv an ge
hoord. Op hun marsch werden zij be
schoten door de Engelsche scheepska-
noonen, die faun geen verliezen toe
brachten, maar faun kwartieren in
puin legden. Met een zekere ongeloo-
vigheid hoorden de troepen den ande
ven dag, dat bij Nicuwpoort en zuide
lijker een sterke vijand In een sterke
stelling stond. Onder een hagel van
ijzer naderen zij den vijand en ver
moeden nog niet, wat er gaande la.
Terwijl men in Duitschiand reeds lang
van een slag bij Nieuwpoort, Yperen
en Dixmuiden leest, is de troep nog
steeds von meening, dat zij tegenover
een vijandelijke achterhoede staat.
Eerst na vele dagen van bloedigen
strijd oppert een, die er vereland van
heeft, aarzelend nog de meernngHoor
eens, ik geloof dat die zaak zich tot
een slag ontwikkeld
Omstreeks dezen tijd Liggen wij voor
de Yser in strijd met den vijand, die
zich wonderbaarlijk handig ver
schanst heeft. Diep ingegraven, door
overdekking beschut, vuurt zijn in
fanterie door kleine gaatjes in stalen
platen als de aanvaller ook maar oen
vinger omhoog eteekt. Zijn artillerie
kent den afstand op allo punten van
het terrein, dat er uitziet als met een
wals glad gemaakt,' maar door breede
kanalen en slooton govoord is. Wie
eindelijk aan de Y'ser etond, dertig
meter van den vijand af, keek hoofd
schuddend achter zich over het land
zoo glad als een do'rschvloer, en vroeg
zich af hoe het mogelijk geweest was
den oever to bereiken. Nu zijn de oe
vers van de Yser omzoomd met hou
ten kruisen, waarop helmen staan.
Toen echter waren het twee rijen van
gloeiende geweerloopen. Op het don
kere water dreven duizenden doode
visschen, die de luchtdruk van de In
het water barstende granaten uitge
roeid had.
Het gelukte desniettemin den Bran
denburgers den anderen oever te be
reiken. Van een smullen overgang,
onder granaten-regens opgeslagen,
breidde rich aan de andero zijde
langzaam de waaier van aanvallers
uit Stap voor stop, voet voor voet,
duim voor duim, ging het voorwaarts
tegen den spoordijk van Nieuwpoort
naar Dixmuiden. Franscfaen, Engel-
schen en Belgen hielden met bewon
derenswaardig taaie dapperheid
siand. De bagage met de veldkeukens
bleef aan de overzijde. Wij zaten koud
en lagen koud, want in de loopgraven,
in het vette polderland, verzamelde
zich water. Wij behoefden niet te gra
ven. De vijand had voor ons gegraven,
na heldhaftige verdediging zijn vaak
met dooden gevulde stellingen ont
ruimd. Nog feller dan zijn infame-
rie wist zijn artillerie te strijden. Den
heelen dag en ook 's nachts strooide
tij haar granaten en ehrapnells. Wij
verloren veel bloed en toch vraagt
men zich na uren van een zoo helsch
vuur ai, hoe iemand nog leefde. Wij
lagen een dag ter zijde van de schut
ters langs den weg dien do vijand on
der vuur hield. Rechts cn links sloeg
rijn ijzeren vuist zoo hard in den bo
dem, dat wij het sidderen voelden.
Maar wij brachten dien dag on zoo
menigen anderen, die niet minder
heet was, er heit leven af en liet is
merkwaardig zooals een mensch zich
dan 'e avonds verlieugt over het leven,
dat hem gesohonken is.
Ten slotte was 's avonds alles genot.
Op een storuiachtigen, naltoii en
kouden bivaknacht aten wij gepofte
aardappels en sardines. Stroo v as er
in overvloed. Toi aan hals en elle
bogen er in gewikkeld, vroeg ikkoe
komt het, dat storm en regen, waar
over wij vandaag zoo hevig gevloekt
hebben, nu bijna als ecu aangenaam
slaaplied tegen de tentbanen slaan
Mijn buurman keek met een peinzen-
den glimlach over zijn beker heen
naar onze aardappelen: „Wij zijn blij,
dat we nog leven en op gekookte aard
appels kunnen neerzien, iu plaats van
ongekookte von onderen te bekijken.''
Verder vertelt Von Gottberg nog
Langzaam kwamen wij voorwaarts
legen den spoorweg Nieuwpoort
Dixmuiden. Brandpunt van den strijd
was het dorp Peroyse uan den straat
weg naar Veurne. Wij logen met den
linker elleboog aan dezen weg en wa
ren getuige van de heldhaftige wor
steling om hel dorp. Onophoudelijk
drongen bataljons uit de Mark in de
eerste huizen en telkens overweldigde
hen de gronatenhagel van den vijand.
Een schemerende morgen van dit op
en neer golven van vele dagen heeft
zich vooral vast in mijn geheugen ge
nesteld. Vlak aan den weg staat een
eenzaam huis en daarachter een
strooechelf. liet huis is door granaten
verbrijzeld en dagelijks het doel van
de vijandelijke artillerie. Want van
haar vliegers weet zij, dat tussclien
het huis en de schelf een generaal
met zijn brigadestaf staat. Hol is ne
velig en nog geen goed dag en daar
om zijn daar do officieren van de
troepen in den omtrek bij elkaar ge
komen.
Zij liggen daar zonder mogelijkheid
uit de kleeren te komen. Nu al tien
dagen lang in de modder met koud
eten, onbeschermd tegen het vocht
van boven en beneden. Dan komt er
een adjudant en meldt den generaal
Bataljon van.... regiment ter beschik
king van de. brigade In oprnarsih.
Aanvoerder luitenant H. Gevechts
sterkteman.
„Dat is niet veelzegt hoofdschud
dend de generaal. „Neen", antwoordt
de luitenant. Wij hebben gisteren den
majoor, drie compagnies-commandan
ten en man verloren. Maar we zijn
vol moed en hopen gebruikt te kunnen
worden. De generaal zei vriendelijk,
maar ernstig „Dat ge voorwaarts
wilt, geloof ik graag. Maar ik vrees,
dat het niet meer gaat."
liet ging inderdaad niet meer. De
vijand had de waterleiding open gezet
en het polderland laten oversüoo-
mej). Eeret kwam rechts van den weg
het bericht, dat het niet meer ging.
omdat het water tot de op heupen
reikte. Van een divisie kwam 't goed-
Pruisische antwoord „Water tot aan
de heupen is geen reden om een zoo
gewichtige stelling te ontruimen 1"
Doch het dreigde tot aan den hals te
stijgen. Toen werd de met veel bloed
veroverde grond ontruimd.
Vooruit geschoven troepen wisten
zich echter aan den anderen kant van
den Yser staande te houden en thans
moet de vijand be-grepen hebben, dat
hij vooral zich zelf met de overstroo
ming schade gedaan heeft.
OORLOGSPS YCHOLOGI E.
Dr. Bjarne Eide, een in Parije ge
vestigd Noorsch publicist en bello-
trist, echrijft vandaar een brief
aan „Aftenposten", waarin hij
een onderhoud mededeelt, dat hij met
een paar Belgische eo'daten, twee
broeders, heef: gehad, die inet verlof
van het front waren gekomen, nadat
zij den geheelen veldtocht van Luik
tot den slag van Yperen hadden mee
gemaakt Zij waren zoowat door heel
België getrokken van het Oosten naar
het Westen: Luik, Hoei, Waveren,
Leuven, Brussel, Mechelen, Antwer
pen, üendermonde, Aalst, Gent,
Thielt, Yperen, van waar zij naar
Duinkerken waren gezonden- Aan een
schrijven daarover in de „N. R. CL"
is het volgende ontleend:
Het waren ontwikkelde jongelui, die
in staat waren zich te uiten.
De oudste van hen zei: „Ik vat niet
goed, hoe ik leef. Ik gevoe', dat al de
krochten, waarover mijn lichaam be
schikt, al reeds lang verbruikt zijn.
Ik leef alleen op mijn zenuwen. Neen,
zelfs dat niet eens meer. Maar alles
wat ik doorleefd heb, al de ge'uiden,
dat fluiten van geweerkogels, dat gie
ren van zware granaten, die geweldi
ge knallen van ontploffingen, al de
intense gemoedsindrukken, die ik ge
kregen heb, zij liggen en werken in
inijm hersens, zij hebben de plaats
vervangen van de physiologlsche
krachten, en bewerken dat de ma
chine niog a'tijd loopt, dat ik hier zit
en leef zonder eigenlijk te voelen, dlat
ik het zelf ben, die leeft, en met een
gevoel, dat het plotseling op kan hou
den, verdwijnen
Hij trachtte verscheidene malen ea-
menhangend te vertellen. Maar het
waa onophoudelijk alsof een kanon
schot, een ontploffing, een vreeselijk
schouwspel of een grapje dat hem
te binnen schoot hem uit den samen
hang losrukte en nieuwe beelden in
hem opriep. En voortdurend bootste
hij krijgsgeluiden na: het zware ge
dreun van de rijdende uhlanen op de
vlakke Vlaamsche landwegen, het
knetteren van geweersalvo's, het on
verdraaglijke, ontzenuwende ta-ia-ta-
ta van de inachine-geweren, de scho
ten der kanonnen, het fluiten en gie
ren van kogels en granaten, het ia-
waai teweeggebracht door ontploffin
gen. Het was alsof men keek in een
helschen brouwketel, op welks bodem
lioei België lag en waar al de vrees,
die de meucchedjke fantasie kan uit
denken, spookte cn raasde, al maar
door, zonder ophouden.
Toch tracht dr. Eide eenige zijner
vragen en de antwoorden weer te vin
den.
,,\Year krijgen jullie toch dien moed
vandaan?"'
„MoedWij zijn niet moediger dan
een ander. De eerste dagen bi^ Luik
toen voeiden wij toch iets oat op
vrees geleek. Maar na een paar da-
i gen, was dat vergeetn."
,,En toen kwam de moed?"
„Neen, t kwam niets voor in de
plaats. Of liever gezegd, een zeer na
tuurlijk gevoel, dat wat wij dedeu
onze taak was. Alsof wij vroeger
nooit Iels a.-idersgedaan hadden Pre
cies hetzelfde ah, wanneer gij doktere
u rustig beweegt te midden van pest
ziekten, cho'eripatiënten. enz. niet-
tegenstaande gij weet, dat gij ziek
kunt worden en sterven ew dat een
zeker procent van u ook otcrfL Dat
hoort bij het handwerfi. Men denkt
daaraan niet."
Ik gaf toe, zegt dr. Eide, dat hel
aldus niet den brrocpsmoed gesteld Lp,
gelijk ik dien ken, maar ik bracht
daartegen in, dat in den oorlog da
kansen voor den dood toch heel wat
zekerder zijn, en men deze meer na
bij is.
„Maar men gelooft niet, dat men
sterven zal. Men weet, dat er een
massa gewond worden en sterven.
Manr <lat zijn de anderen F.n ik ge
loof. dot men Ln den grond een beetje
verrast is, wanneer het onszelf over
komt. Bi|na al mijn vrienden en mijn
studiemakkero zijn gesneuveld. Voor
een deel aan mijn zijde. Dit was a's-
of het zoo moest, Het was alsof het
mij niet aanging. Niettegenstaande iR
mot mijn verstand even goed kon ba-
grijpen, dat het mij had kunnen over
komen. Het is natuurlijk voor mij dik
wijle op het nippertje geweest. In
een loopgraaf verzoekt een kameraad
om met mij van plaats te verwisselen.
Hij zag een uhlaan. dien hij zelf wil
de neerschieten. Nauwelijks had bij
mijn plaats ingenomen, of hij viel,
door een kogel getrofen, dood om. Een
anderen keer werden w ij inet grana
ten overstelpt De granaten ontplof
fen op een hoogte van 20—80 M 'n
de lucht, en het is een louter toeval,
wanneer men door de scherven ge
troffen wordt Maar waarvan ik r u
vertel, was in cen bosch. en dan is
het gevaarlijk Takken, zoo dik a's
een arm, worden afgerukt, tegen den
grond geslagen en dooden een ieder,
die er door getroffen wordt Dan
moet men rich niet alleen als andeis
plat op den grond leggen, manr men
moet zich in de verdorde bladeren
neergraven, befst een beetje in den
grond zelf. en zich dan bedekken met
takken en met al'es wat men bij da
hand heeft. Vlak naast mij had ik
een van mijn be6te vrienden. Hij leg
de zich niet neer. maar mikte op een
Pruis. „Couche lol, cochonl" riep ik.
Hij legde zicli nog niet neer. Opnieuw
riop ik. Hij deed niet wat ik zei. maar
mikte. Juist zou Ik hem voor de der
de ma&l waarschuwen loem hij dood
naast mij neerviel.
„Maar voor één ding ls er toch
moed noodig zei ik een wilde,
bovennatuurlijke moed. wat wij ge-
woonrweg niet begrijpen Ik bedoel
den bajonetaanval. Zoo in gesloten
gelederen en met gevelde bajonet de
kanoranullen tegemoet loopen, terwijl
die vuur en staal voor zich uitspu
wen, en recht op de machinegeweren
aan, die onophoudelijk knetteren, ter
wijl <le kameraden naast je neerval
len, terwijl jezelf maar altijd voort
gaat. En dan, wanneer je eindelijk
met den vijand handgemeen wordt en
gebruik maakt van de bajonett"
„Ik kan niet anders zeggen, als dat
men dit als vanzelf doet. En is men
gekomen doar waar men zijn moet,
zoo stoot men zijn bajonet in de eer-
ste borst de beste, trekt haar er uit en
stoot haar weer in een ander. liet
gebeurt, dat zij zoo vast zit, dat rncn
zijn voet ertegen móet zetten, om haar
los te krijgen. Men denkt er niet bij,
men doet alleen maar. Ja, aan één
ding denkt men toch: Steek of anders
word je zelf gestoken! Maak dood, of
anders word je zelf doodgemaakt.
„Wete u, hoe men een bajonetaan
val voorbereidt?" ging hij voort.
„Kijk, hier liggen w ij in de loopgra
ven. De Duitschers daar. Men ge-'ft
elkaar sa'vo op salvo (daarop
ging hij opeens tot iets anders óver).
De Duitschers kunnên geen salvo
schieten. Het comando is niet pre
cies, en het salvo is onregelmatig.
Dat kan minuten duren. Maar bij
ons: Eén signaal (elk commando gaat
op een fluitje), tweede signaa1, derde
signaal, rrrrringl A'ie geweren ge
ven één knal. En dan mikken de
Duitschers zoo slecht (hij vergat mg
6tee<fe, wuarover hij eerst begonnen
was te spreken) Van honderd scho
ten treft er misschien cén. Zij hou
den hun geweerkolven onder den
schouder, want de patroonhuis, die
automatisch wordt uitgeworpen, s'aat
hen in het gezicht, wanneer zij cp
gewone wijze aanleggen. Men kan dit
verhelpen, zoodat de huls naar de
andere zijde wordt geworpen. Maar
dat kan men ge'ukkig in dezen oor
log niet doen. Wij moeten tfaaren'e-
gen een bepaalden greep uitvoeren
i HüiLLETON
[N a
li e t Engelsch).
73)
Toen overviel hem een aanval van
wocdo. Met een stok, die in den hoek
der kamer stond, sloeg hij alles wat
breekbaar was, stuk, den spiegel, een
buffet met glas, schilderijen aan den
wand. Een laatste slag deed do hang
lamp uict groot geraas op do tafel
neerstorten en daarop den stok w eg
werpende, nam John Bellamy do
vlucht zonder verder om to zien naar
do verwoesting, die hij had aange
richt eu zonder to bodenken, dat Ga-
resfoot bij zijn thuiskoinrt nu nood
wendig moest ontdekken, dat men in
zijn kamer gedrongen was. Zelfs de
brandkast had hij niet gesloten en de
valsche sleutel zat er nog steeds op.
Langs dcnzclfden weg, als dien hij
gekomen was, verliet hij het huis
woer, op don tast en nu en dan een
lucifer aanstekend om zich to orien-
tocren. Do nachtlucht veifrisdhte zijn
brandend hoofd, maur kalmeerde zijn
opgewondenheid niot en luid moppe
rend over de mislukking van zijn
plan snelde hij door den tuin naar
den ingang, waar hij het hek wel
dichtgetrokken, maar niet gesloten
Vond.
Zonder te welen wat hij deed, liep
hij' den straatweg op in de richting
var, rhilip's woning. Het weer w as
nu opgeklaard. Wel woei er nog een
flinke wind, maar de lucht was hel
der en vol sterren. In de verte sche
merde het licht van de herberg „do
Turk" en toen Bellamy dichter bij
kwam, hoorde hij dansen en zingen!
In de dol opgewonden stemming,
waarin hij verkeerde, besloot hij om
naar binnen te gaan en zich een roes
te drinken en reeds had hij de hand
aan den deurknop, toen opeens het
geluid van een rijtuig, dat naderde,
hem in de ooren klonk.
Hij turnde voor zich uit om te zien
wat liet was, maar zag nog niets dun
een zwarte massa, die allengs op
doemde uit den naoht. Plotseling
herinnerden rich zijn verhitte en ver
warde hersens, dat George Caresfoot
met een rijtuig was uitgegaan en de
zucht naai' wraak, nog gejirikkeld
door do teleurstelling, welke hij" zoo
even had ondervonden, kwam weer
met vernieuwde kracht bij hem op en
inplaats van binnen te gaan verschool
hij zich achter een boom en wachtte.
Weldra kwam het rijtuig voor de
herberg en bij het Licht van een lan
taarn, welke de herbergier voor zijn
deur placht le branden, zag Bellamy,
dat het een jachtwagentje was en on
middellijk herkende hij in den voer
man George Caresfoot, hoewel deze
een pet diep over do oogen getrokken
had. Het rijtuig reed stapvoets toen
het voor het koffiehuis kwam, waar
schijnlijk om den argwaan van de
koffiehuisbezoekers niet op te wek
ken en Bellamy, achter den boom to
voorschijn springende, riep zoo luid
hij kon „halt I" en greep den boom,
w auraan de 6txengeu der beide paar
den waren vastgemaakt
Instinctmatig trok George de teu
gels aan, zoodat de paarden stilston
den. Toen, zijne bezinning herkrijgen
de en gevoelende welk gevaar er ge
legen w as in het stilstaan voor de her
berg, sloeg hij met de zweep naar den
aanvaller, dien hij niet had herkend.
Op hetzelfde oogenblik hooide John
Bellamy een halfgesmoorde» gil, die
evenwel spoedig werd gesmoord. De
paarden trokken weer aan, sehichtig
en trappelend, maar Bellamy klemde
zich vaster aan den disselboom vast
en riep uit al zijn macht
Hulp, hulp, hulp
Daar binnen in de herberg ver
stomden gezang en gedans. Als een
razende sloeg George op de paarden
los, die, ongewoon aan zulk een kas
tijding, steigerden en trappelden zon
der voort te schieten, tot groot geluk
voor sir John, dio andere zeker ver
pletterd zou zijn geworden. Het vol
gende oogenblik werd de deur van
het koffiehuis geopend en in den licht
glans, die uit de gelagkamer naar bui
ten scheen, stonden een vijftal perso
nen, die door elkander riepen wat er
te doen was.
Grijpt de paardenriep Bella
my hijgend en do tuinman van Cares
foot, vooruitspringend, vatte een der
steigerende dieren bij het gebit, zon
der te bemerken dat het zijn meester
was. die op den bok zat.
Uit liet wagentje klonk weer een
luid geroep om hulp, geuit door een
vrouwenstem, en liet \olgendo oogen
blik sprongen twee mannen op den
wagen toe en rukten het portier open.
Wat gebeurt hier? riep <le
herbergier met forsche stem. Wio
zijt gij Brengt licht, spoedig
Terwijl rneu dc paarden in be
dwang hield, werd een lamp uit het
huis gehaald en de herbergier lichtte
in den wagen bij.
Miss Caresfootriep hij daar
op, terugdeinzende, zijt gij het
Help mij I riep Angela, men
wil mij ontvoeren l en zij verzette
zich waoihopig tegen lady Bellamy,
dio haar den mond wildo dichthou
den.
Dat is hier niet richtig, mannen
riep de herbergier en terwijl hij
met krachtige handen de andere da
me aanvatte, dio hij nog niet herkend
had, sleurde hij haar, daartoe ge
noodzaakt door haar verzet, uit het
wagentje.
Lady Bellamy I het is lady Bel
lamy 1 riep een der dienstboden
van Caresfoot, toen haar gelaat zicht
baar werd.
Maar wio is dan toch do koetsier?
riep er een, en wilde den onbe
kenden voerman naar beneden ruk
ken, toen deze meteen goweldige ver-
wenscbing hem een zweepslag gaf,
dia hem van pijn deed nchteruitdeiu-
zen. Daarop sprong George van den
bok en bij het licht van do lantaarns
herkenden allen onmiddellijk hun
meester.
Een kreet van verbazing en schrik
ontsnapte aan aller lippen en instinct
matig gingen zij achteruit, zoodat
George Caresfoot, lady Bellamy en
Angela alleen bleven staan, terw ijl
sir John, nu bekoeld, bij do paarden
stond, niets begrijpende van wat er
wel voorviel.
George trachtte zich uit zijn benarde
positie door drieste onbeschaamdheid
te redden.
Wat beteekent dit riep hij
woedend uit, is dit feestvieren, dat
gij het rijtuig van uw meestor tegen
houdt en hem haast t© lijf gaat. En
w^at den kerel betreft, die bet eerst
om hulp schreeuwde
Hij tuurde langs de paarden, of hij
den rustverstoorder vinden kon, en
omklemde daarbij vaster zijn zweep,
die hij niet uit de hand had gelegd.
Sir John, ziende dat hel de bedien
de» van George zelf waren, die hij te
hulp geroepen had, achtte het voor
zichtig geen antwoord te geven, maar
lady Bellamy's oogen zagen scherpen
ontdekten hem in de duisternis.
Ah, het is mijn waarde echtge
noot zeide zij met een smalenden
lach. Sir John Bellamy, die als
een misdadiger de rijtuigen aan
houdt. Voorwaar een fraaie bezig
heid I Wat wachten wij hier nog lan
ger vervolgde zij, en, den arm
om Angela's middel slaande, trachtte
zij haar mede to tronen. Kom,
beste, ga mede.
Redt mij, helpt mijliep An
gela, die zich to vergeefs aan den arm
van hare vijandin trachtte te ontwor
stelen
George gmg voor haar staan, ter
wijl lady Bellamy haar steeds verder
naar het rijtuig Irok, en hoewel ei
onder do aanwezigen een gemompel
opging, stak toch niemand een hand
uit tegen den meester.
Eerst toeii Augela nogmaals om
hulp riep, trad de herbergier n&M
voren en met zijn krachtige vinger
den arm van lady Bellamy omklem
mend, zei hij
Een oogenblik, mylady. Wat doo'
gij met mizs Caresfoot
Lady Bellamy beefde aan toorn,
maar bedwong zich en zeide kalm
Miss Caresfoot is overspannen
en ziek, zij zal een tijdlang bij mij lo
geeren om te hersteilen.
liet is onwaar, het is gelogen
riep Angela, George Caresfoot wil
mij ontvoeren.
Dan geef ik u de verzekering,
lady Bellamy, dat miss Caresfoot hier
blijft, totdat ik van haar vader nader
bericht heb gekregen, hoe de vort
eigenlijk in den steel zit.
In weerwil van den wauhopigen te
genstand der lady, maakte hij Ango
la gemakkelijk uit haren greep los en
liet het meisje naar binnen gaan.
waar do vrouw van den herbergiei
haar vergezelde.
Georgo werd fact groen en geel vooi
de oogen van woede over het misluk-
kon van zijn plan.
Mannen 1 schreeuwde hij, nau
welijks zelf wetende wat hij zeide,
zult gij uwen meester zoo laten dwari
boomen Pakt dien kerel en laat om
voortgaan I (Slot volgD-