BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Een wonderlijke Zaak
32e Ja*re*Bg
ZVTERDA.G 5 DECEMBER 1914:
Ne 9653
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 53.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 12.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
naariemscne
Handeisvereeniging
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij IioninkL besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909. No. 52.
Bureau: Jansweg 11. geopend alle
werkdagen van 9—5 uur.
Telepboon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereeniging hier ter stede opge
richt inet bet doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door bet verstrekken
van informatiën en bet incasseeren
vari dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni
ging ler invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden be
taald terwijl van alle vorderingen
door de vereeniging geïnd 3 pet pro
visie wordt geheven.
Ingekomen vorderingen van 1 Mei
tot en met 31 October 1914. Totaal
t 4094.80.
De maand Augustus toonde heilaag
ste cijfer, nl. f 321.98. De maand Oc
tober daarentegen toonde e^n on;-
vangstcijler aan van f 1413.86 1/2.
Bovendien hebben üe leden het
ree t op het hun gratis te verstrek
ken advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging, de heeren
Mrs. Tb. de Haan Hugenholtz en A.
H. J. Merens, Spaarue 94 alhier, die
desgewenscht ook in proceduren en
faillissementen, gratis voor hun op
treden. natuurlijk echter alleen voor
zaken betreffende den handel of bet
bedrijf der leden.
Bij eike vordering der recbtsgeleer
den in banden gesteld moet 10 cent
voor porto worden gevoegd, terwijl
van de bedragen der langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt. moet
worden betaald. 11. H. rechtsgeleer
den hebben het recht in geval van ge
rechtelijke vervolging het door bun
noodig geoordeelde voorschot te vra
gen aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per-
souen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonische inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend
terwijl voor informatiën op buiten de
•ta i wonende personen f 0.60 plm.
5 cl portovergoeding moet worden
betaald.
Aan net kantoor Jansweg 11 zijn
coupons A 10 cL verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger
lijken Stand op bet Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adres-
Ben van hier ler stede op bet bevol
kingsregister ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legïümatiekaarten, waarop zij
persoonlijk informatiën kunnen vra
gen in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderl Infor. en Schuldinvordering-
bureaux en Handelsvereenigingen
aangesloten vereeuigingen.
Deze informatiën worden gratis ver
strekt indien ze onmiddellijk zonder
verder onderzoek kunnen worden ge
geven Is een nader onderzoek noo
dig, rlai- bedragen de kosten daar
van 20 cenL.
Nieuwe leden voor 1914—1915 kun
nen nu reeds tot de vereeniging toe
treden tegen betaling van een half
jaar contributie A f 1.75 en 10 cent
voör reglement.
Het is noodg er nog eens nadruk
kelijk op te wijzen dat goed infor
rneeren, vooral naar nieuwe clièn
ten eene bepaalde noodzakelijkheid is
geworden, waar zoovele geheel onbe
kende personen zich in onze stad en
aangrenzende gemeenten komen vea
tigen. Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 19
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eene-tweemaan-
delijksche lijst van namen van per
sonen omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dai men met ben in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on-
gesononden moet blijven en die als
waarschuwingsmiddel uitstekende
diensten bewijst
Waar eeue vereeniging, die haren le
den al.deze voordeelen en gemakken
aanbiedt, slechts f 3.50 jaa/lijksche
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bescheiden tisch te noemen, te
meer daar al het opgenoemde niet
hei eenige is wat de Haarlerasohe
Handelvereeniging doet; steeds heeft
zij een open oog gehad voor alle za
ken, die hare leden in 't bijzonder en
-onze gemeente m t algemeen betrof
fen en adtijd heeft zij daarvoor ge
sproken.
Het zou te ver voeren alles op te
noemen, waarvoor zij opkwam, al
leen dient nog vermeld, dat het bare
bedoeling is, in deze richting kraah-
tig voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie commissiën gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
met het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeen® Middenstand3be-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles, te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier:
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
•waardoor zij onnoemelijk veel goeds
lot stand brengt verdient uw sym
pathie en de contributie, f 3.50 per
jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe
sterker zij is in ledental, des te meer
kan de Haarlemsahe Handeisver
eeniging doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
Het Rijke Natuurleven
STERKE PLANTEN.
"Als het waar is, dat het vooruit
zicht van een genot, dit laatste in
waarde overtreft, moet een wandeling
der den wintertuin al heel veel vol
doening geven.
„Nog niets te zien", denkt men zoo
oppervlakkig en dan staat men ver
baasd, hoe groot het aantal planten
is, dai al bijna klaar staat om de
rustperiode te eindigen, hoe anderen
het nieuwe leven ten minste al in eer
sten aanleg duidelijk vertoonen.
De rhododendrons, d;ie met hun ste
vige bladeren en krachtige bloem
knoppen bijna het heele jaar van
kracht en energie spreken, kunnen
we zelfs nog wel buiten beschouwing
laten. Dat zijn planten, die van geen
wijken weten.
Als de nijpende wintervorst haar
aanval op de leerachtige bladeren en
kele dagen en nachten achtereen vol
houdt, ziet de rhododendron er wel
wat minder fier uit, doordat de blade
ren zich wat omlaag buigen en langs
do stengels gaan hangen, rnaar van
ondergaan in den strijd is geen spra
ke. Nauwelijks is de wind iets ge
draaid en de 'temperatuur een paar
graden gestegen, of ook de bladeren
van onzen sterken heester hernemen
hun ouden stand en tot de volgende
vorstperiode is aan niets te zien, dat
do hladcellen heel wat hadden te ver
duren.
Maar dat zijn dan ook forsche hees-
sters. Veel meer valt de stevigheid
an den bouw en het groote herstel
lingsvermogen op bij kruidachtige
gewassen.
De muurbloemen hebben hun jonge
stengels reeds in al hun frischheid
klaar voor de volgende lentemaanden.
UKerlijk verschuilen de zachte
blaadjes zoozeer van die der rhodo
dendrons, dat er geen sprake schijnt
te zijn van eetnig weerstandsvermogen
en toch is dit ook bij de muurbloemen
heel groot.
Wel buigen de stengels eerder het
hoofd, wel hangen de bladeren gau
wer omlaag, maar de vorst moei al
heel langdurig en streng zijn, om de
overwinning te behalen. Onaantast
baar zijn de muurbloemen niet Zoo
hevig kunnen ze worden aangetast,
dat dc sappenstroom geheel ophoudt
cm de planten na de vorstperiode zich
niet meer kunnen oprichten, maar re
gel is dit niet'en zelfs als het schijn
baar zoo ver is gekomen, worden we
in den zomer vaak plotseling verrast
me* nieuwe, krachtige stengels, die
op hun beurt zullen trachten den win
ter door te komen.
Merkwaardig is het zeker, dat het.
onkruid zich zoo prachtig weet aan
te passen aan het klimaat.
Onze met zooveel zorg gekweekte
tuinplanten moeten hot heel dikwijls
afleggen, als we ze zonder bedekking
laten overwinteren. Er zijn er bij, die
na de eerste vorst-aanvallen, die ons
en do planten soms al in November
verrassen, al zooveel hebben geleden,
dat zo red dieloos verloren zijn, maar
kom daar eens om bij de lastige on
kruiden.
De vogelmuur, een plantje, dat
soons heele bedden in den tuin ver
overt in korten tijd, vooraJ als we wat
te veel met Chilisalpeter hebben ge
werkt, ziet er met de zachte groene
blaadjes en teenen stengeltjes al heel
zwak uit.
Het lijkt een indringster, die niet
veel 'hc-cift te beteek enen, ais de win
ter nadert, maar die in innerlijke
kracht niet onderdoet voor muurbloe
men en zelfs niet voor rhododendrons.
Men moet ze tusschem de aardbei-
planten de viooltjes, de vergeet-mij-
nietjes of de andere overwinterende
gewassen zien staan, frisch als in den
heerlijken zomer krachtiger schijnend
dan ooit. omdat ze met hun frissehe
blaadjes zoo scherp afsteken tegen de
dorre omgeving.
„Onkruid vergaat niet". Dit gezeg
de is op den vogel muur In de eerste
plaats van toepassing en hoewel oen
echte plantenvriend eigenflïrk niet van
onkruid mag spreken, is dit woord
toch niet uit zijn voert bul air weg 'te
strepen en daar zorg; ons kleine plant
je al in de eerste plaats voor.
Ook de stinkende gouwe, anders f on
heel sympathieke, mooi gevormde
plant, maakt het te bont. als men hear
een weinig vrijheid geeft.
Achter mijn frambozenrijen had Lk
ze een plaatsje afgestaan, de gehate,
maar toch zoo merkwaardige planten.
P i is nog maar een goed jaar gele
den. De tuinman vond het sentimen-
tecle nonsens en zijn schoffel schoof
per ongeluk wat verder dan geoor
loofd was, zoodat slechts enkel© plan
ten werden gered.
Nu, een goede veertien maanden
vorder, is het tusschem de frambozen
een groen veld van Goujveplanten,
die alle winterkoude zouden trots se
als het vonnis niet over hen was
uitgesproken.
Vermoedelijk hebben de mieren,
aan de verspreiding der zaden
meedoen, mij nog geholpen bij het be
schermen der planten en zoo is liet
gebied, dat hun eerst redhtmatig was
afgestaan, zoo uitgebreid, dat een te
gengaan gebiedend noodzakelijk is
geworden.
Een enkele plant mag inriusschen
blijven 6taan. Z© geeft in den zomer
zooveel genot, dat ze wel haar plaats
je waard is.
IL PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
De mode In verband met de
tijdsomstandigheden.
Moderniseeren van be
slaande toiletten. Goed-
koope avondmantels.
Warme stoffen.
Zelden is er op de naaisters ateliers
meer. tegenstrijdig werk dan in de
maand December! Men werkt dan aan
buitengewoon warme blouses en peig
noirs, aan warm© avondmantels en
aan do meest fragile stoffen voor
avondtoiletten. Weliswaar wordt e'r
in dit rampjaar veel mindietr aan
dacht geschonken aan mooie soirée-
toiletten, omdat er door de tijdsom
standigheden weinig of geen soirées
gegeven worden! Men merkt dat 'n
de residentie wel het beste! En geen
wonde'r! Nu H. M. de Koningin olie
hoffeesten heeft afgelast en zelfs in
de Koninklijke huishouding bezuini
ging bevolen heeft,, kunnen zij, lie in
do onmiddellijke omgeving van H. M.
leven, niet anders doen, dan hel Ko
ninklijk voorbeeld volgen; en zoo zijn
de toiletzorgnn der voorname dames
vervangen door zorgen van veel nobe
ler aard, nl. die der algemeene lief
dadigheid welke zich uiten in den
vorm van: „een Koninklijk Nationaal
Steuncomité"!
Nu spreekt 't van zelf, dat de
groote mode-ateliers hierdoor schade
lijden, want geen feesten, geen nieu
we toiletten en men merkt dan ook
uiterst weinig van nouvcauté's op dit
gebied. De dames bepalen er zich toe
om bestaande toilettc-n wat te laten
opknappen, of omwerken, doch aan
nieuwe denkt men niet Zoo zullen
zij, die nog in het bezit zijn van ge
dragen satijnen toiletjes, die laten
moderniseer en door toevoeging van
tuniques of overrokken van tule, gase
dc soie of ander doorzichtig weefsel.
De tailles kunnen door een nieuw
halsgarnituur eenige verandering on
dergaan en „las; not least" de cein
tuur, die men als de clou van het sei
zoen beschouwt, voltooit het geheel en
geeft aan ieder toilet, dat eigenaar
dig cachet van „nieuw zijn!"
Voor heel jonge meisjes, die men
'Jrate de treurige tijdsomstandigheden
niet alle genoegens der jeugd ontzeg
gen wil, komen- straks de uitvoerin
gc van muziekschool en de bals der
danslessen en H. B. Scholen, waar
voor noodzakelijk een weinig toilet
gemaakt wordt.
De meeste meisjes hebben nog wel
een aardig, licht zoiiror-toile.je, dat
met een kleine wijziging voor boven
bedoelde gelegenheden in orde ge-
bracht kan worden, doch daarmede
zijn ze dan nog niet „au grand com
plet'.
Heel noodig is een geschikte, war
me avondmantel, di© wijd genoeg is
om het fragile japonnetje niet kreu
ken, doch vooral hoog aan den hals
gesloten en met lange mouwen 'nge-
richL De modellen, die men in cte
oonfeotie brengt, voldoen niet altijd
aan bovengenoemden eisch, z odat
hel aanbeveling verdient dit onmis
baar kleeding&tuk te laten maken.
Moeders, die gewoon zijn, zélf de toi
letjes harer meisjes te vervaardigen
of met behulp eener huisnaaister, kun-
r. hiermede heel goedkoop klaar
komen.
Men neemt hiervoor 3 meter Tosca-
na, peau de singe of laine des Pyre-
néos, allen zeer gescliikte weefsels
van 1.39 NL breed A drie gulden vi.f.ig
-per Meter. De keerzijde van de stof
is zoodanig, dat voeren overbodig is
en men volstaan kan met naden
met een reepje satinet te omboorden.
Geschikt© modellen bekomt men van
de bekende Buiterick's modeplaat pn
garneering heeft men niet noodig,
daar kraag- en mouwopslagen van
dezelfde stof kunnen zijn; alleen- dus
eenige knoopen, zoodat men voor on
geveer 12 gulden een mooi, praktisch
kleedingsfcuk kan hebben, dat jaa'r in,
jaar uit benut kan worden.
De bedoeld© stoffen brengt men in
wi'i, rose, rood en fijn staalblauw;
maar ook in donkere nuancen, die
daardoor meer geschikt zijn voor peig
noirs en blouses. Ui'l 1.50 M. maakt
men een blouse, terwijl 3 M. ruim vol
doende is voor een peignoir, die als
het ware onverslijtbaar Is. Men kan
deze weefsels uitstekend wassöhen on
hert mooi laten verven, daar ze uiterff;
soepel zijn, zooals trouwens van alle
moderne weefsels gezegd kan worden.
Voor kragen op blouses en peignoirs
verdient het grof geribde piqué alle
aanbeveling. Het staat frisch cn
kreukt minder dan de kragen van
glas-batist, die den afgeloopen zomer
veel gedragen werden.
MARIE VAN AMSTEL.
Amsterdamsche Kout
150.
De St-Nicolaasdrukte. Ev©
nementen op kunstgebied.
Men mag zeker de Sint-Nicolaus
drukte of.... het tegendeel daarvan
aannemen als graadmeter der econo
mische gevolgen van den oorlogs
toestand.
Lang, lang van te voren reeds heb
ben <le Amsterdamsche winkeliers in
allerlei toonaarden het liedje van
angst gezongen. Het liedje van angst,
dat de economische gevolgen van den
oorlog zich duchtig zouden doen
roeien op het Sinterklaas-debiet.
In-de kringen der minder met aard-
sche goederen gezegenden niet alleen,
maai- ook in die der beter gesitueer
den, hóoren we telkens en teikens het
refrein „Wij doen van 't jaar niets
aan St Nicolaashet zijn veel te dui
tijden".
Iloe is nu de werkelijkheid geweest?
Hebben inderdaad de koopers hui»
geld in den zak gehouden en zijn de
winkeliers, die toch al geen over-
grooto voorraden zullen hebben inge
slagen, met hun spulletjes blijven
zitten
Statistieken staan mij niet ter»
dienste, dus ik kan mijn lezers niets
voorrekenen volgens den soliden regel
van 2 maal 2 is 4.
Maar wat ik wel weet, is dit: Am
sterdam heeft in het rampjaar 1911.
in de tien A veertien dagen vdór St.
Nicolaas hetzelfde aspect gehad als
alle andere jaren. Terwijl ik dezen
Kout schrijf is het een mooie, herf-t-
nchtige dag. De maan staat al vroeg
helder aan den hemel en werpt een
zacht-vriendel ijken schijn over de
mysterie-volle avond-stad.
Nu trok ik er op uit, nu het licht is
en vroolijkheid en leven, de groote
winkelstraten in: Nieuwendijk, Kal-
verstraat, Leidschestrant; Reguliers-
breestraat, UtrechtschestraaL Het is
een geweldig woelig bewegen van
moeizaam voortschuifelende men-
schenklompen tusschen de helle, de
fei-lichte gevels der winkelhuizen.
Dat heerlijke, levendige, krachtige
rnenschenbewegen in het glorierijke
licht der klaterend vroolijte straten..
Dat lokt en dat trekt telkens weer
men wordt het nimmer moe. Vreemde
lingen trekt het met wondere macht
en geboren Amsterdammers lokt het
met zoete stemmen vol verleiding,
waaraan geen weerstand ie bieden
Telken jare weer dringt de electrisec-
rende, de fascineerende macht van -te
bekoring aer woelige, schaterend-
vroolijke avondstraten de drommen
ter woning uit. Of nu, dit jaar het
meerendeel der kijkers koopers wa
ren 1
Nog eens, ik weet het niet. Maar de
geweldig© drukte op straat bracht toch
ook massa's mensclTen de winkels in.
De golfslag van het menschengedrang
sloeg ook kringen van koopers in do
magazijnen en op mijn tochten zag
ik er heel vele, waar rijen kijkers
rijen koopers werden. Het gesjouw
met pakjes, het zenuwachtig gedoo
van kruiers en loopjongens, de vol*
beladen dames en heeren, 't was alles
„als weleer", als jaren en iaren, „vaa
ouds bekend".
Waarmee ik maar zoggen wil, dat-
er toch nog wel geld onder de men
sehen zit en dat men ook voor luxe nog
wel wat over heeft.
Ik hoop, dat het St.-Nicolaasfeest,
het echt oud-Hollandsche feest vun.
den huiselijken haard, ook in de
drukke hoofdstad voor velen een blij
en prettig feest is geweest. En dat hot
wat warmte en geluk mag hebben go-
bracht in het droeve leven van de ar
me vluchtelingen..,,.
Er zijn twee evenementen van be
lang in liet kunstleven der hoofdstad
te boekstaven.
Ik bedoel in de eerste plaats bet
jubileum van Herman Heyeroians.
Nederlands groote dramaturg is
deze week vijftig jaar geworden en de
bladen uil de hoofdstad en in de pro
vincie hebben aan dit feit meer don
gewone aandacht gewijd. Een geestig
collega schreef„Roein, dat is op je
vijftigsten verjaardag een feuilleton
in de krant en je portret in „De
Prins".
Als dit waar is, dan kan Heyertnans
op zijn vijftigsten verjaardag tij zijn
ontwaken hebben bemerkt, dat hij be
roemd is.
Hij hééft zijn stukken in de krant
gehad.
Laat mij bij den lof, die hem van
verschillende zijden is toegezwaaid,
als hevig belangstellende in 't kunst
leven van mijn stad, ook mijn beschei
den stem mogen doen hooren in het
hulde-koor.
Al is Heyermans van geboorte Rot
terdammer, hij behoort toch als kun-
Feuilleton
7)
ilo
GUY BOUl'lIBY.
Ik zou het u liever niet vertel
len, maar, daar u zulke verlangt, zal
lk het doen, antwoordde de jonge
man.
Zeg mij a'leen maar of ze met
mijn dochter iu verband stonden. Ver
der behoof ik niets te welen, hernam
de heer Webster, maar dit pas juist
hetgeen Lavington 't mecstd uchtte en
de oude heer die zijn verlegenheid be
speurde, ging nu weder voort: Ik
kan wel nagaan wat er voorgevallen
Is U hebt zeker uw vader medege
deeld dat u beneden mv stand wilt
trouwen, is het rniet?
Beatrice is geenszins een meisje
beneden mijn stand, haastte Laving
ton zich hoi te zeggen Ik heb nooit
lijnore dame ontmoet, dan zij is.
Juist; u «laat den spijker op den
kop. U zegt onder de dames die u ont
moet hebt, maar misschien hebt u nog
•nooit, in de groote wereld verkeerd.
Laten wij nu de zaak van ons beider
standpunt bekijken. Lord Lavington.
U verlangt met mijn dochter le trou
wen. en ik geloof inderdaad dat u
hiutt Uuiig bemint, maar ik, als va
der, moet haar geluk beoogen. lk
ben maar een eenvoudig koopvaardij
kapitein, niet eens een zee-officier.
Als zij met u trouwt zou ze in een ge
heel andere kring komen en ik ver
onderstel dat uw vader dit juist zoo
inziet als ik en dat dit de reden is van
uw oneenigheid met hem. Heb ik geen
gelijk?
Weigert u dan uw toestemming
tot ons huwelijk? vroeg de jonge man
nu op teleurgestelde» toon.
Dat zeg ik niet, want zooals ik
zooeven reeds verzekerde, beoog ik In
de eerste plaate het geluk van mijn
dochter, hernam de oude heer. U
moet mij tijd geven om a'les te wik
ken en te wegen en dan zal ik u mijn
besluit meedeelen
Lavington gevoelde zich eenigsziins
getroost, wamt nu restte, hem althans
nog een greintje hoop. Da kapitein
had immers niet gezegd, dat hij het
zou tegenhouden, en dit maakte hem
nu hoopvoller.
Ik hoop, dat u mij niet 'nng in
spanning zult laten, smeekte hij nu.
U kunt toch wel beseffen wat het voor
mij be teek ent.
Ja, zeker, antwoordde de kapi
tein, want ik heb vroeger hetzelfde
meegemaakt. Mijn schoonvader was
de lastigste man van de geheclc we
reld en eerst nadat ik merkte dal het
niet zoozeer mijn persoon was als wel
mijn beroep, dat hem tegenstond, kon
ik met hem opschieten. Hij zette zijn
tegenzin zoover door. dat hij niet eens
2eevisch in zijn huis duldde. Toen hij
hoorde dat ik nog slechts derde-stuur
man was op een boot, die op China
voer, zette hij mij zijn huis uit en
verbood hij mij allen omgang niet'
zijn dochter Wij waren vier en een
liaif jaar teng geëngageerd en moes
ten wachten met te trouwen tot na
zijn dood. U zal ik echter niet zoo lang
in angst laten zitten, my'ord. Ik za'
vanavond alles eens op mijn gemak
met mijn vrouw bespreken en u dan
mijn besluit schriftelijk doen toeko
men.
Lavington bedankte hem en zei dat
hij het nu tijd achtte om de dames
goeden nacht te zeggen, vandaar dat
zij maar de woonkamer terugkeerden,
waar, naar men zich kan voorstel
len, althans één der dames vol ver
langen hun terugkomst verbeidde. Hij
nam «u afscheid en was op liet punt
om, vergezeld door zijn gastheer, de
kamer te verlaten, toen deze zich be
dacht en zijn oudste dochter zei zijn
plaats m te nomen. Zij trok hem de
eetkamer in en toen de armen om zijn
hals slaande, vroeg ze het resultaat
van het gesprek te vernemen.
Ik heb hem alles gezegd niets
achtergehouden, zei Lavington, en hij
beloofde mij de zaak met je moederie
bespreken en mij dan schriftelijk hun
beslissing mee te deelen. Tracht jij
nu je moeder voor onze belangen te
winnen.
Dat beloof ik je, antwoordde zij.
-maar als papa iets in zijn hoofd heeft
gaat het moeilij'k daarin verandering
te brengen.
Enfin, lieveling, laten wij hopen
dat alles tenslotte terecht toomt. Nu
ziet alles er nog duister uit, verzucht
te hij, maar men beweert immers dat
de wolken altijd zilveren randen heb
ben en als je 'atc*r eemmaal gravin
van Rippingdal© zult zijn, zien we
wellicht nog met veel genoegen op de
zen tijd terug.
O, Hyiton, je zult me toch im
mers blijven vergunnen je aldus te
noemen? vroeg ze nu, zich tegen hem
aanvlijend.
Je inoogt mij noemen, zooals je
het? liefste wilt.
Zoolang het niet oen slechl echt
genoot is, schertste zij.
Een ding moet je mij beloven.
hernam zij nu weer, en dat is geduld
met mij.te hebben als ik vroeger of
later eens een fout bega. Ik weel dat
ik niet in de groote wereld thuis be
hoor, maar ik zal nochtans mijn best
doen om je geen schande aan in ij te
doen beleven, lk tril echter n-u a! wan
neer ik aan de verantwoordelijkheid
denk die mij later wacht.
Ik weet niet welke verantwoor
delijkheid je bedoelt, antwoordde hij
'achend, en wees er zeker van dat ik
je zal helpen die te torsen als ze jou
ie zwaar drukt. En niu moet ik naar
huis gaan. God zegene je, echatje.
Op den terugweg was Lavington
droevig te moede. Herhaaldelijk dacht
hij weer over hetgeen hij met den ka
pitein besproken had, zonder zeker
heid te krijgen wat daarvan het ge-1
volg zou zijn. Hij vertrouwde wel dat
de oude zeeman van hem hield, en
dat hij ook ter wille van Beatrice hem
zou willen voorthelpen, maar aan den
anderen kant begreep hij toch ook i
dat er uit eeu maatschappelijk oog
punt bezwaren aan hun voorgenomen
huwelijk verbonden waren. Hij be
greep echter dat hij niets anders kon
doen dan voor de toekomst het beste
te hopen.
Hij was nooit sentimenteel aange-1
legd geweest, totdat hij Beatrice Web- j
ster had ontmoet, maar toen was dan
ook zijn zoo lang bedwongen natuur
met kracht te voorschijn gekomen. Hij
had één voor één al zijn vrienden en 1
tijdgenooten zich zien vestigen, trou
wen en zich uit de samenleving terug
trekken, alsof 't 'n doodzonde was zich
in de wereld te bewegen,en nu verlang
de hij op zijn beurt niets vuriger dan
hun voorbeeld te volgen. Toen hij dien
avond, thuisgekomen, in zijn zitka
mer stond, nam hij het portret van
Beatrice van den schoorsteenmantel
om het aandachtig te bezien. Hij voel
de nu als het ware haar armen om
zijn hals en hoorde haar met haar
lieve stem zeggen dat zij geen oogen-
blik zou aarzelen om zijn vrouw te
worden, als hij doodarm was. Men za'
eenig begrip krijgen van de vooringe
nomenheid van den verliefden jongen
man, warneer men verneemt dat hij
zoozeer verdiept was in zijn gedach
ten, dat hij vergat te rooken iets wat
niet aan de aandacht van zijn ouden
knecht ontsnapte, toen hij den volgen
den morgen het aschbakje ledig op do
schrijftafel vond sfean.
Wat hem nu scheelt-, begrijp ik
niet, verzuchtte het eerbiedwaardige
oudje, en daar liggen ook nog een
half dozijn brieven, die met de laat
ste post zijn bezorgd, ongeopend op
de vensterbank.
De modelknecht nam ze nu één
voor één in de hand en bekeek ze
aandachtig. Men moet thans vermel
den dat hij de herkomst van alle wist
aan te geven s'echts een daarvan
bleek van een man afkomstig te zijn.
„Dat is iets bijzonders," mompelde
de oude John nu binnensmonds, „en
ik ben een boon als mijnheer nu geen
trouwplannen heeft, daarom boeze
men deze brieven hem nu geen be
langstelling meer in. Enfin, aLs hel
werkelijk zoo ver mocht komen, zal
ik mijn biczen gauw pakken, want
a's hier een vrouw in huis komt, ben
ik mijn vrijheid kwijt. Ik zoek dan
weer een dienst bij een heer die den
heelen dag en den halven nacht bui
tenshuis doorbrengt, zooals het hier
tot nu toe het gevxal was.
(Wordt vervolgd)