De Europeesche Oorlog.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 12 DECEMBER 1914
(Zié ook 3de BI&3.)
Op hel Westelijk
Oorlogsveld.
De D u i ts c h e 8laf meldt:
„In Vlaanderen hebben de Duit-
ichers vorderingen gemaakt.
Westelijk en Oostelijk van het Af-
ronnewoud zijn de Fransche artille
riestellingen met goed govo'-g bestre
den,
AanvaUcn van de Franschon In het
fiois de Prêtre ten westen van Pont
t Mousson zijn afgeslagen."
Franse li e communiqué meldt:
- Do Duitschers traden Donderdag
weder actiel op in de buurt van Ypo-
ren. Zij deden verschillende aanval
len en bereikten een der loopgraven
Iran de geallieerden. Deze zijn echter
rorderingen blijven maken In de
richting van de Duitsohe Unies.
In Argonne hebben de geallieer-
len hun loopgraven vooruit gescho
ren cn twee aanvallen der Duitschers
ifges'agen.
De geallieerden hebben het station
fcspach, ten zuiden van Thann, geno
ten.
Op andere plaatsen hadden artiUe-
/ie-due'e plaats.
Van Duitsche zijde wordt gemeld:
„Op het marktplein te Hazebroek,
vaar gisteren door Duitschers bom
men werden geworpen, waren juist
even te voren president Poincaré en
generaal Joffre geweest.
Negen EngeUche so'daten werden
'door de bommen gedood en vijftien
gewond,
Van 'I Oostelijk
Oorlogstoonael.
De Duitsche etaf deelt mede;
„Ten oosten van de linie aan de
Maznrische meren onderging de toe
stand geen verandering.
In Noord-Polen echrijdt de Dult-
Bche aanvallende beweging, voor
waarts.
Ut Zuid-Polen geen nïeuw3."
F.en O ostonr ijfcsch 'egerberloht
deelt mede:
„De Oostenrijksche operaties in de
liarpathen verloopen geheel en a'
volgens het opgemaakt plan.
•Do Russen boden Donderdag meest
al slechts tegenstand met hun ach
terhoeden. Deze werden teruggesla
gen.
In Galiciü is de beslissing nog niet
geva'len. Waar de Russen aanvallen
doden, werden zij met zware verlie
zen afgeslagen.
Ook Donderdag duurde de kalmte
aan het front in Polen voort. Prze-
inysl is slechts ingesloten door de
Russen, een aanval op de stad is nog
niet gedaan. De wakkere bezetting
verontrust de, op respectabelen af
stand van den vestinggordel geleger
de, insluitingstroepen bijna dage
lijks, door grootere en kl&inere uit
vallen."
Het b'ud ,,Az Est" deelt mede, dat
het koniitaat Saros geheel en al door
de Russen omtruimd is. Zij verlieten
het gebied van het komitaat over de
Doekla-pas. Bartfa (Duitsch Bartfekl)
is weer in Ooslenrijkecli-Hongaarsche
handen.
Op het Zuidelijk
OoKogstooneel.
Aan do „Times" wordt geseind, dat
de Oostenrijkers in het noorden van
Servië vera'agen zijn en dat de Ser
vische overwinning volkomen is. De
Serviërs dreven een wig tusschen de
Oostenrijksche strijdmacht. De Oos
tenrijkers vluchten thans in volsla
gen wanorde. Valjewo en Oesjitsa zi,:n
hernomen. De Serviërs vermeester
den een aanzienlijken^ oorlogsbuit:
wapens, munitie en voorraden. (Dit
Is ook al in officieel© Servische be
richten gemeld, die verzekerden dat
de Serviërs 20.000 Oostenrijkers ge
vangen namen De correspondent ver
volgt
„Merkwaardig is het, hoe de Ser
viërs op een tijdstip, toen de toekomst
zoo donker leek, hun moreel herstel
den en een nieuwen onschatbaren
dienst aan dé zaak der bondgenooien
wisten te bewijzen. Het is de vraag of
er we! een tweede voorbeeld ia iau
zulk een volkomen wijziging varuiiet
militair geluk.
Een officieel bericht uit We enen
meldt
„Op het zuidelijk ooriogstooneel
hebben geen belangrijke gebeurtenis
een plaats gehad.
De voorgenomen verplaatsingen
van troepen verloopen over het alge
meen zonder groote gevechten met de
Serviërs.'1
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
EEN NACHTELIJKE AANVAL.
Een officier van gezondheid schrijft
in den „Lokal-Anzeiger" een schetsje
van een onrustigen nacht.
Stemmen door elkaar
„Wat is er aan de hand?"
„Wat gebeurt er?"
Bijna tegelijkertijd waren we van
onzen stroozak opgesprongen. Ter
stond waren wij klaar wakker. In de
lage deur zagen wij den ordonnans
van de vierde compagnie.
„Wat is er aan de hand, Ebe'Lrg?"
vroeg de majoor, die naast mij op 't
stroo had gelegen.
„Luitenant von K. laat melden, dat
de Russen oprukken tot den aanval."
„Hoe laat is het?"
„Kwart over vijf," zei or.-ze adju
dant, die een kaars opgestoken had.
„Onmiddellijk alarm blazen!"
De majoor sprong op en maakte
zich gereed. Wij eveneens.
„Laat de trompetter onmiddellijk
na het blazen hierheen komen."
Nu volgde een korte beraadslaging
over de kaart. Waar lag de vierde
compagnie? Hier, voor het moeras,
tot aan den spoorweg. Een heel eind.
Zeker sterk was de bezetting van de
loopgraven niet.
Als von K. zooiets laat fnelclen, moet
het bedenkelijk zijn,, merkt onze k'ei-
ne en altijd vroolijke adjudant von S.
ongewoon ernstig op. Nu komt de
ttronrpetter naar binnen. De eerst©
compagnie is gereed om op te ruk
ken. Nu, vooruit dan. Dokter, maak
alles in orde, er zal werk zijn."
De majoor snelde met de anderen
naar buiten. Duidelijker hoorden wij
nu Jaet infanterie vuur. Het werd voort-
durenld sterker en kwam van den
linkervleugel van onze stelling. Stil,
zonder een woord, maar in looppas
rukte de reserve-compagnie te hulp
naar de achthonderd meter ver weg
liggende loopgraven van de vierde
compagnie
Ik breng met mijn assistent al'es
voor de ontvangst van de gewonden
in orde. Het is pikdonker. Slechts met
de electrische zaklantaarn kan men
den weg naar de verbandplaats vin
den. Een vrij ruim boerenhuis, waar
de meubels uit het eenige vertrek
weggenomen zijn. Het etrooleger ligt
klaar, in het nudden een bank en een
krukje om de draagbaren op te zet
ten. Aan den berookten zolder hangt
een lantaarn en werpt een spookach
tig 'icht in het sombere vertrek.
„Is er water? Zijn de morphine-
spuitjes in orde?"
De eerste gewonden worden reeds
binnengebracht. Lichte schotwonden.
De gekwetsten zijn gedeeltelijk ze'fs
zeer opgewekt.
Nu komt de ziekendrager binnen en
zegt met gedempte stem, dat luitenant
ven K. zwaar gewond is en reeds ge
bracht wordt. Ik kreeg een schok.
De arme K. Hij was altijd zoo vroo-
Hjk. Zoo zeker van zijn zaak. Is iiij
er dan toch bij? We hooren de gelijk-
I matige stap van vier dragers.
Daar zijn ze. Voorzichtig, heel voor
zichtig, wordt de lantaarn door ge
weren opgehouden, neergelaten. Een
wasgeel gezicht 6taart me met half
geopende oogen aan. Ik greep naar
de po's. „Kamfer". De pols wordt be
ter. Wat zijn de wonden? De boven
arm versplinterd. Dat kan het niet
rijn. Een^lunne roode streep loopt on
der de uniformjas uit. Schot in den
buik. Voorzichtig kijken wij na. Een
schot op korten afstand. Waarschijn
lijk een dwarstreffcr. Mijn collega
stoot mij aan. We kijken elkaar veel-
befeekonend in het gezichL „Mor
phine". De vermoeide oogen sluiten
zich. De adem gaat nog zwakjes.
Het is stil in het sombere vertrek
geworden.
De poging van de Russen om door
te breken was volkomen mislukt.
Toen we 's middags bij on3 spek met
brood zaten, verte'de de majoor hoe
het gekomen was. De Russen had
den langs den spoorweg een pad ge
vonden door liet moeras en zich hon
derd-vijftig meter voor onze loopgra
ven in het donker van den nacht In
gegraven een van onze schildwach
ten had do spade gehoord en op zijn
rapport waren wij gealarmeerd. Toen
het vijandelijk vuur begoft, was liet
nog donker. In het vale licht van den
aanbrekenden Novemberdag, had men
de Russen uit het moeras zien ko
men, maar d© ingegraven vijandelijke
schutters niet kunnen ontdekken. De
mannen van de vierde compagnie
aanvaardden den strijd en toen de
Russen op hun hevig vuur terug gin
gen, hadden do onzen hen achter
volgd. Luitenant von K. vooraan.
Daar lichtte het vlak in de buurt.
Nu eerst vuurden de onzichtbare
schutters. De bajonet op het geweer,
dit waren de laatst© woorden van
von K. geweest, maar de 6tormaanval
gelukte.
'e Middag© hebben wij hem begra
ven achter een hoevo. De mannen van
de eerste compagnie stonden om het
eenvoudige graf. Een eenvoudig hou
ten kruis, de helm, do sabel, eenige
dennentakken. Uit.
In do schemering sta ik voor de
deur van ons blokhuis. Daar zie ik
hu© mij niet korte Uisschenipoo2en nu
eens één, dan twee of drie man voor
bij sluipen, schuw en zacht. Allen In
één richting. Nieuwsgierig loop ik
om den schuur heen ora te zien, wat
zij willen. In het Westen gloeit bloed
rood de hemel. De silhouette van arm
zalige sparren teek-oneii zich scherp
af. Daar knielen de dapperen van de
\ierde compagnie aan het graf van
hun geliefden aanvoerder, zooais zij
uit de loopgraaf gekomen waren, on
middellijk na de aflossing,
Stil ging ik héén.
MAXIM GORKI ALS ZIEKEN
VERPLEGER.
Een Hongaarsch advocaat, die als
reserve-luitenant tegen de Russen
streed en nadat hij gewond was, ge
vangen werd genomen, doelde aan
een zijner vrienden mede, dal hij in
het hospitaal te Moskou wordt ver
pleegd, waar hij zijn kamer deelt
met een gewonden landsman en twee
Russen. Eiken dag verschijnt een man
met oen „goedig, interessant voorko
men", die urenlang aan hun bed zit
en hun zijn hulp aanbiedt. „Kent gij
dien man niet?" vroeg do verpleeg
ster. „Dat is do beroemde schrijver
Maxim Gorki".
Behalve aan do gewonden in het
groote hospitaal wijdt de schrijver
zijn zorgen ook nog aan do verpleeg
den in oen kleiner ziekenhuis t© Mos
kou, dat hij geheel en al op zijn kos
ten hoeft laten inrichten.
EEN KRIJGSLIST VAN
HINDENBURG.
Van bijzondere zijd© schrijft men
aan de „Üüsseldorfer General-AnzeJ-
gcr"
„Ove>r de overwinning van Hinden
burg bij Tannenberg worden langza
merhand nadere bijzonderheden al
gemeen bekend. Deze dragen er 1<kj
bij, om den indruk, dien het groote
wapenfeit heeft gemaakt, nog t© ver
sterken. Terwijl Hindenburg tegen het
Nuref-leger onder generaal Samsonof
in de Masoerische moerassen opereer
de, stond het andere Russische leger,
het Njenien-leger, onder generaal" v.
Renncnkampf, in zijn rug. Als v. Ren-
nenkampf den toestand begrepen had,
zou het hem,mogelijk geweest zijn,
door een gelijktijdigen aanval op Hi a
denburg diens leger in een buitenge
woon moeilijk parket te brengen. Dat
dit niet gebeurd ls, is geen toeval,
maar een verdienste van Hindenburg.
De Duitsche aanvoerder was zich wel
bewust van het gevaar, dat hem in
den rug dreigde. Hij had echter alle
orzorgsmaatregelen getroffen, om
dit gevaar of te wenden, zoolang zijn
krijgsverrichtingen tegen iiet Naref
leger niet voltooid waren. Hij maakte
daarbij gebruik van een geniale
krijgslist. Hindenburg liet in die kri
tieke dagen een korps laudweertroe-
pen dag in, dag uit tegen het leger
van Rennenkampf oprukken, maar ei
ken nacht weer terugmarcheeren. Dit
was steeds hetzelfde legerkorps, dal
zich verscheidene dagen achtereen
langs denzelfden weg in dezelfde rich
ting bewoog. De vliegers van het
Njt-men-leger hebben ongetwijfeld el
ken dag hetzelfde korps gezien, zon
der natuurlijk te merken, dut het
steeds weer hetzelfde was. Hun dage
tijksche rapporten over het oprukken1
van telkens weereen nieuw legerkorps
wekten bij v. Rennenkampf den in
druk, dat er een geweldige Duitsche
legermacht tegen hem werd samenge
trokken. Zoodoende werd hij aan
gaande den waren toestand deerlijk
misleid ©n hield bij zich stil, terwijl
Hindenburg het Naref-leger in de
moerassen joeg. Toen dit succes be
haald was, aarzelde Hindenburg geen
oogenbllk, met ook tegen het Njernen-
legcr op te trekken, dat hij zware
verliezen toebracht. Generaal v. Ren
nenkampf za» misschien nu nog niet
weten, van welke krijgslist van Hin
denburg hij het slachtoffer ia ga-
weest."
Oft LODZ.
Een correspondent van de „Daily
Tel." schrijft over het verloop van
don slag bij Lodz, dat, nadat de Duit
schers Zgierz ingenomen hadden, de
strijd in een nieuwe phase kwurn.
In plaats van hun ringvorm, met
eer. opening van 5 K.M. te bew aren,
strekten de Duits diers hun front uit
over Zgicrz—Strykof en versterkten
Zgierz; machinegeweren werden op
de daken geplaatst, artilleriestellin
gen gemaakt, en zware prikkel droad-
ersparringen uitgezet.
Ten wes\en van Lodz, in do distric
ten van Alexandrovo en Lask, vocht
een onder deel van. "t Duitsche leger
onder generaal Mackensen's leger.
Gedurende het bombardement van
de stad door de Diritsohors, was liet
gevecht het hevige! tussohen Lodz en
Uresin, ©en richting diie evenwijdig is
aan den hoofdweg tusschen Zgierz cn
Strykof. Hier waren de Duitsche loop
graven, tegenover di:o der Russen, dio
tusschen Lodz en B res i n lagen.
Daarachter was hei woud, dat een
woud van verschrikkingen geworden
is; in de eerste dagen van hel ge
veeld, vluchtten de boeren er in... nu
is het een keikhof van onbegravenen.
Men zegt, dat, toen des avonds het
schieten ophield, de lucht vervuld was
van de smartkreten der gewonden;
aari do houdingen der lijken ziet men
trouwens nog dat zij niet plotseling
gestorven zijn.
Aan den voet van een boom zit een
lichaam; hot lioofd licit over naar dn
aarde en de handen zijn krampachtig
omhoog geheven, en omklemmen een
paai' bladerloozo takken. Het ia of do
doodo nog loeft, en zich omhoog wil
werken can hulp te zoeken in zijn
vreesetijk lijden-
Een andere man, din op zijn zijde
ligt, houdt den mond wijd geopend en
do handen uitgestrekt; misschien riep
hij om hulp... maar niemand'kwam
om de diepe bajonetwond in zijn borst
■ie verbinden.
Op een veld dicht bij den weg staat
een zwaar Duitsch kanon. Een gra-
Haarlemmer Halletjes
EEN Z ATERD A G AVONDPRAAT/ E.
In den loop van de tijden Ls de Ne
derlander door ziiohzelf vergeleken
mot allerlei personen en zaken, die
nu juist niict zoo bijzonder hoog ge
taxeerd worden. Het ls een dom
me methode, die je eigen energie
en het zelfvertrouwen van j© omge
ving niet vergroot.
Maar dezer dagen heb tk een op
merking gelezen, die humoristisch,
juist en toch niet kleaneerend was.
„De Nederlander", zoo zeide iemand,
„is net een noteboom: je moet de no
ten er afslaan, andere krijg je ze
niet". Die dat verklaard© had net een
Inzameling gehouden en kon er dus
over meepraten. Het is waar, dat
appel- en pereboomen een gedeelte
van bun vruchten uit eigen beweging
laten vallen, maar die zijn dan ge
woonlijk onrijp, 't Is dus zoo erg niet,
wanneer de noteboom de (rijpe) vruch
ten alleen loslaat, als er moeite voor
gedaan wordt. Vasthoudend is do Ne
derlander, precies als de noteboom.
En nu ik dan toch over vrachten
spreek kan meteen gewezen worden
op do eigenaardige opvatting, dat
vruchten steien geen stolen is. Wat
het dan wèl is zal men niet licht hoo
ren: wegnemen of nemen al
leen, wat in do ooren van sommige
mensclien veel zachter klinkt dan
fi telen.
De Haarlemse!» kantonrechter had
<loze week oen paar ondeugend© jon-
jwms onderhanden, van wl© do een
maar niet goed begrijpen kon, da:
peren wegnemen stelen was; d
andere zag het wel in, of hield zich
maar zoo.
De opvattingen over wat diefstal
is hebben wel degelijk graden. Voor
een misdrijf van dun geringsten
gdaad wordt gehouden:
het plukken van bloemen,
het wegnemen van vruchten,
het stroopen. van konijnen en pa
trijzen.
Hierin zit een zeker stelsel: wat
de natuur laat groeien, bloemen en
vruchten, is voor iedereen.
Communistisch, maar in onze te
genwoordige maatschappij volstrekt
niet juist.
Hts dergelijks bezielt at roepers, die
wel graag reder.eeren: hoe kan nu
een fazant of een konijn, die vandaag
hierheen en morgen daarheen vlie
gen of loopen, iemands eigendom we
zen? 25e vergoten één kleinigheid,
maar die voor d© wet voldoend© is:
hun, der strocpers, eigendom zijn ze
in elk geval niet.
In den tweeden, ernstiger graad
van. wegnemen vinden we sigaren,
chocolade, koekjes, poRoeden. kortom
allerlei verbru.vks- en gebruiksarti
kelen.
Wegnemen, in. den eersten graad,
is het wegnemen van geld. Dat is
diefstal, in 't oog van de menschen
en kinderen, die ik bedoeL Een dub
beltje in den vorm van een muntstuk
wegnemen achten zij veel g rooter
misdrijf, dan het afplukken van een
perzik, die een kwartje waard is.
Eigenaardige opvatting, die maar
al t© raak ooi-zaal: is ran botsingen
met pofttie on Justitie, welke best
vermeden hadden kunnen worden.
't Heugt me nog als de dag ran
gisteren, dat een jrnigmensch, in 't
voorbijgaan, een greep gedaan had
uit andermans kistje ©garen; hij
werd daar ernstig over onderhouden,
't woord „diefstal" klonk... maar toon
veranderd© zijn deemoedigheid in
verontwaardiging: ,,'k heb toch geen
gold gestolen!" bruischt© hfij op.
Naderhand zal hij wel begrepen
hebben, dat do eenige juiste formule
dose is:
„diefstal is wegnemen van alles
„wat aan eon ander toebehoort".
Zegt het voort!
Er zijn menschen. die be*.voren dat
ook koopmansclrap een soort van ge-
reglementeerde diefstal is. Alsof ten-
sSotte niet elk© ruil waar handel dan
toch uit bestaat, ondenkbaar wezen
zou, Indien niet eon van de part lion
b:j die ruil méér ontving, dan hij uit
gaf. Maar dit 'is wei zeker, dat som
mige kooplui er eigenaardige denk
beelden op nahouden.
In ©en vakblad stond deze week
een volkomen ernstig geineend betoog
te lezen over den handel in terpen
tijn. Vroeger, zei de schrijver, kocht
j© dien in voor veertig centen, ver
kocht voor zestig cu maakte dus een
whist van drio en dertig en een derde
procent Nu w do terpentijn fvóél
duurder geworden, kost 95 centen
en de schrijver beklaagt zich er over.
dat de koopman nu den moed niet
heeft f 1.25 t© vragen.
Hoevor gaat dan zijn courage?
Waarschijnlijk tot f 1.20, wat eon
3lecht prijsje schijnt t© wezen.
Maar deze overleggend© handels
man vergeet dan toch, dat hij vroeger
20 cents en nu, bij deu boogaren prijs,
25 cents aan dezeifd© hoeveelheid
verdient, wat voor ©cn artikel, dat
contant wordt omgezet, zoo onaardig
nog niet is.
Want waarom deze koopman van
den door de crisis verhoogden prijs
hetzelfde winst-p ercentage wil
hebben is A-oor ons, die ineer tot do
partij der consumenten behooren (of
schoon ik persoonlijk weinig met het
artikel t© -doen h©b) niet zoo héél dui
delijk.
Zoo zijn de menschen het er ook
niet altijd precies over eens, wat
dronkenschap is. Da geheei-©ntbouder
meent, dat di© intreedt, wanneer je
of ja tong of ja beenen niet meer tot
je beschikking hebt; da man die dron
ken was vindt het in 't gelieel niet
erg. wanneer hij nog een béétje be
wustzijn had van wat hij deed.
Teder.-©n rekent in de samenleving
zijn fouten zoo'n beetje naar zich toe.
Een van mijn vrienden stond deze
weck op een aA'cmd op do Groot©
Markt en wachtte op de tram.
Uit de Groote Houtstraat kwam
een gezelschapje, met ie-ts vaags in
houding en stemgeluid, dat j© al in
d© verte opmerkt
Vluk voor 't Stadhuis struikelde er
eon en viel voorover, wist zich met de
handen, nog zoowat op te houden, zoo
dat hij eenige oogehblikken
naat Leeft de wielen A-ernield en het
kanon beschadigd. De Duitschers heb
ben d© rest zelf onbruikbaar gemaakt
et er een bordje bij gezet, waarop
snoot:
„Vijand, dit is niet uw werk; A-er-
beeld u dat niet; het was louter toeval;
d© kanonniers liggen hier begraven".
Vele quasi-graven bleken geen Duit
sche gesneuvelden, maar groote hoe
veelheden munitie te bevatten (die
zullen de Duitsche heroveraare van
Lodz nu wel weer opgegraven heb
ben).
Ook de Novoje Wremija schrijft, dat
rondom Lodz de Russen allerlei ach
ter gelaten A-oorraden A-Inden, de boe
ren groeven A-ed munitie op.
Het blad schrijft dit \oe aan de 1
haast die d© Duitschers hadden om
bij Bresin door de Russische linies t
breken, waarbij generaal Moekeosen
de zware transporten moest achter- 1
laten.
D© gevechten in tiet dcupj© Bresin
moeten vreesetijk geweest zijn; be
bloed bedekt de straten en zit in groote
plekken tegen de huizen gekieefd. De
lichamen liggen er als rondgestrooid,
o;binnen de huizen, waarin de Duit-
sciiera zich nog verdedigden.
Bij Aloxandrow alleen verloren do
Duitschers 70.000 man.
DE NIEUWE GENERALISSIMUS IN
DUITSCHLAND.
Von Moltke is nog steeds ongesteld.
Er is weinig kantf op spoedige beter
schap.
Zijn tijdelijke plaatsvervanger is
tlums benoemd tot zijn definitieve::
opvolger. De minister van oorlog Yon
Falkenhayn, die eerst drie-en-vijftig
jaar oud is, zal zich tevens belasten
met de functie van chef van den ge- j
neralen staf. De promotie is gran-
dioos. Van bekwaam officier, die her- j
healdelijk geroepen werd in den stat 1
van een legerkorps en ook in den
grooten generalen staf, werd hij gene 1
raal-majoor, verleden jaar luitenant
generaal en minister van oorlog ei:
nu. na ©en jaar deze functie bekleed
te hebben, ook chef van dén staf hi
een tijd, dat er van den staf het aller
meest© geëischt wordt, de A-erant
woordelijkheid grooler is dan ooit te
voren een generalissimus te dragen
had.
EEN KRANIG STUKJE.
De ,,-Voss. Zeitung" deelt e°n kra
nig stukje mede van den officier bij
de kurassiers, graaf Mielzynski. Bij
den terugtocht van een Duitsche
compagnie uit Schirwindt (OosLPrui
sen) op 31 October, waren eenige
zwaargewonden achtergelaten. Eerst
later bemerkt© men het verzuim. Daai
de verlaten stellingen echter midden
in de Russische vuurlinie lagen
scheen het onmogelijk de ongelukkig©
gekwetsten op t© halen. Toen Avist
luitenant Mielzynski eenige man-
schappen over te halen met hem een
poging te gaan doen om Ie gewonden
te redden. Ofschoon de Russen hun
vuur nog versterkten, kroop de dap
per© kleine schare de helling op, waar
d© zieken lagen. Deze werden eerst
naar een gedekt terrein gebracht,
toen naar een nabij gelegen kamp ge
dragen en vandaar naar het hospi
taal overgebracht.
De aanvoerder \ran deze reddings
brigade was graaf Matthias Mielzyns
ki, Poolsch vertegenwoordiger in den
Duitschen Rijksdag, die ©enigen tijd
geleden was aangeklaagd wegens
moord op zijn vrouw, maar door de
jury werd vrijgesproken.
DE STRIJD OM ARMENTIèRES.
Ik ben, seint de correspondent van
Reuter, zoo juist teruggekeerd uit Ar-
nientières en omgeving, dat 1.1. Dins
dag door de Duitschers verlaten is.
die er door de Britsche troepen na
wekenlangen bloedigen strijd uit ge
worpen zijn en teruggedreven tot ach
ter de artilleriestellingen.
De stad heeft veel geleden van het
Duitsch© bombardement.
F.en bijzonder verwoede aanvat
werd gedaan op Houplines, een voor
stad met talrijke fabrieken, waar
geen huis onbeschadigd is gebleven.
Alles platgebrand, kerk en stadhui©
zijn vernield
liep op d© vier,
als ©en daer.
Toen rold© hij in. den modder, deed
eenige vergeofsch© pogingen om op
te staan en krabbelde toen weer over
eind.
Er rinkelde wat op straat.
„llei, je verliest een gulden", zeiden
do kameraden. Maar daar hij zich er
met om bekommerde, zochten zij
den gulden weer op en stopten hem
dien in rijn zak.
Daarop zeilde het troepje verder, d©
Barteljorisstraat in. De man van den
gulden zal niet erkennen, dat bij
dronken was, daar hij toch nog al
leen bleef loopen!
De tram tracht mijn vriend w eldra
naar den Hout. Daar, op het groot?,
leeg© plain, dat op het Hildebrand-
monumeat en t'e fontein ligt t© wach
ten, daar wachtten op hun beurt twee
jong© mannen.
D© oen© kwam op mijn vriend af
en AToeg: „Zeg, maneer, komt er
hier... nog 'n... tram voor Leiden?"
Hij vernam dat er alleen nog maar
een tot Hillegoin rijden zou, wat hem
zeker© genoegdoening scheen te ge
ven, daar hij zich tot zijn makker
keerendo A>?rklaarde, dat hij 't wel
gezegd liou... hk...
Ook niet dronken, in hun eigen
oog, maar toch wel zoover buïian
westen, dat zij do reisgelegenlie.d
naar 't zuiden A'erzuimd hadden....
Hoewel er uit den aard A*an dc
zaak dezen Avinter niet zóóav?©! A-er-
goderingen, uitA-oeringen en bijeen
komsten zijn als anders, wordt ©r
In Armentières dezelfde verwoes
ting. De correspondent liep door ver
laten ea doodstille straten tusschen
huizenreeksen rnet stukgeschoten ge
vels en vernielde daken.
De Duitschers hebben de stad twe®.
maal bezet.
Na het vinden op straat van het lijk
van een Duitsch eoidaat werden raads
•eden en andere notabelen gevangen
genomen als gijzelaars. Men stond
reeds op het punt hen te fusi'loercn,
toen ©en officier den Duitschcn com
mandant van de stad meedeelde, dat
de soldaat gedood was bij ecu dron-
kemansruzie door eenige kameraden.
Toen werden de aangehoudenen
vrij gelaten.
Toen de correspondent Armentières
verliet, werd het geluid van bet go
donder van geschut gehoord uit <1©
richting tan Rijssel De scherpe knai
van de Fransche 75 m.M. vermengd©
zich met het doffe gebrom van do En-
gelsctio houwitsers en het gedonder
van de Duitsch© batterijen.
Op Zee.
DE SLAG BIJ DE FALKLAND-
EILANDEN.
In den zeedag bij de Falk'and-eL
landen weiden aan Engelsche zijd©
zeven nian*chappea gedood en vier
gewond.
Geen enkel officier sneuvelde of
werd gewond.
Uit den Balkan.
Een Turkach legerbericht meldt:
Woensdag hebben de Russen on
der bescherming van oorlogsschepen
een poging tot lauding gedaan bij
Gonica ten zuiden van Batoetn ten
einde Turkfiche troepen in de flank
aan te vallen.
De gelande Russen werden echter
genoodzaakt terug te trekken en lo
den zware verliezen. De Turken maak
ten in het gevecht twee kanonnen
buit.
In het vilajet Wan eloeg Turksch©
cavalerie een aanval van Russisch©
cavalerie af.
Aan de Perzische grens ten oosten
van Wan bij Deir sloegen Turken een
aanval der Russen af en brachten
hun verliezen toe.
DE VERDEDIGING VAN EGYPTE.
De „Temps"-correspondent t«
Kaïro seint, dat de groote sjeik vau
de Sonocssi don Britschen opperbevel
hebber beloofd heeft de westgrens van
Egypte to zullen verdedigen cn voor
de rust en orde aldaar te zullen zorg
dragen.
Uit Zu;d-Afrik«.
Over don dood van generaal Beyer©
wordt nog gemeld
Beyers die. Ie paard de Vaal over
Avildo zwemmen, raakt© van zijn
paard op een 300 meters van den ne
ver. Blijkbaar was hij uitgeput door
de Avorsteling tegen den stroom, want
men hoorde hem roepen„Ik kan
niet meert" Een soldaat riep hem too
of hij gewond was. maar Beyers ant
woordde „Ik kun niet zwemmen,
mijn overjas belemmert me de bewe
ging." liet Avas door het vuur der re
bellen va© de overzijde echter niet
mogelijk hulp te bieden en zoo kwaiu
Beyers en een ander rebel in do gol
ven om.
Beyers, In 1869 geboren, is dus In
de kracht van zijn leven omgekomen.
Christian Beyers. Averd te Steden-
bosch geboren. Op twintigjarigen
leeftijd ging hij naar Transvaal,
waar hij zich als procureur vestigde.
In dien tijd maakte hij naam als voet
baller. In den Boeren-ooriog nam
Beyers ondanks zijn jeugd wo-dra
een a&nvoerdersraug in en in den
guerüla-ooriog na den val van Pre
toria, onderscheidde hij zich door
zijn vermetele en welgeslaagde opo-
raüën. Toen de vrede gesloten werd,
was Beyers ouder-commandant-gen©-
raal. Na zijn politieke loopbaan s©-
dert de totstandkoming dor Unie.
Averd hij door Botha uitverkozen tot
commandant-generaal vafl de weer
macht van Zuid-Afrika, Avelk ambt
hij kort na het uitbreken van den oor
log neerlegde, omdat hij zich met do
voorgenomen actie tegen Duitseh-
Zuid-WostrAfrika niet kon veroenl-
gen.
toch weer vergaderd dat het ©en lieve
lust is. Wi© dat niet gelooft, moet...
zelf maar eens oen vergadering gaan
houden; hij zal dan zien. dat or op
vei© avonden in de stad bijna geen
zaal of zaaltje t© krijgen is.
Maar of er zonder al te groot© aclio-
d© A-oor liet voreenigingsleven niet
hior en daar een paar dozijn vereenl-
gingöQ kunnen worden opgeruimd?
Het bestuur A-an de afd. Haarlem van
het NederL Onderwijzers Genootschap
besloot, in zijn geheel af te treden,
omdat er bij d© leden zoo weinig be
langstelling was. Het schrikkolijke
woord werd gesoroken: „zouden wa
de afdec-ling maar niet opheffen?"
Toon daarover beslist moest wordco
kwamen ar dertien van de zeventig
loden op. Zoven en vijftig bleven dus
thuis, vonden opheffing blijkbaar wol
goed; andera waren z© toch wel ver
schenen. Maar twee leden van het
hoofdbestuur waren" present ©n di©
hebben natuurlijk tegen de opheffing
gepleit. Met het gevolg, dat met ne
gen tegen A-ier stemmen tot instand
houding besloten werd.
Nu moet uit die 9 natuurlijk eea
nieuw bestuur gekozen worden. Dat
zal wel gaan, maar wat is er to A-er-
wachten van de 57 wegblijvers?
Ziedaar d© a raag! J© zou zeggen,
dat hier een gelegenheid voorbijge
gaan is, om maar eens een vereent
ging op te heffen. Dat moet Je op zijs
tijd óók durven!
FIDELIO.