BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
[en wonderlijke Zaak
32e J&argtng
ZATERDAG 12 DECEMBER 1914;
Na 5669
ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 53..
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 12.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
liaariemsclie
Handefsvereeniging
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij KoninkL besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909. No. 52.
Bureau: Jansweg 11, geopend alle
werkdagen van 95 uur.
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892. werd bovengenoem
de Vereeniging hier ter stede opge
richt met bet doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel ol bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door bet verstrekken
van in (or ma tién en bet incasseeren
van dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni
ging ter invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden be
taald terwijl van alle vorderingen
door de vereeniging geïnd 3 pet. pro
visie wordt geheven.
Ingekomen vorderingen van 1 Mei
tot en met 31 October 1914. Totaal
t 4094.80.
De maand Augustus toonde het laag
ste cijfer, nl. f 321.98. De maand Oc
tober daarentegen toonde eji ont-
vangstcijfcr aan van f 1413.86 1/2.
Bovendien hebben de leden het
recfiT, op bet hun gratis te verstrek
ken advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging, de heeren
Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A.
H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die
desgewenscht ook in procedure® en
faillissementen, gratis voor hun op
treden, natuurlijk echter alleen voor
zaken betreffende den handel pf bet
bedrijf der leden.
Bij eike vordering der rechtsgeleer
den in handen gesteld moet 10 cent
voor porto worden gevoegd, terwijl
van de bedragen der langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt. moet
worden betaald. H.H. rechtsgeleer
den hebben het recht in geval van ge
rechtelijke vervolging het door bun
noodig geoordeelde voorschot te vra
gen aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
son ai geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonische inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 cu berekend
terwijl voor informatiën op buiten de
stad wonende personen f 0.60 pl.ru.
6 ct. porto vergoeding moet worden
betaald.
Aan uet kantoor Jansweg 11 zijn
coupons A 10 ct. verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger-
lijkeu Stand op bet Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adres
sen van bier ter stede op het bevol
kingsregister ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitunatiekaarten, waarop zij
persoonlijk informatiën kunnen vra
gen. in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Uuderl. Infor. en bchuiainvordenng-
burwiux ea Handelsvereenigingen
aangesloten vereenigingen.
Deze information worden gratis ver
strekt indien ze onmiddellijk zonder
verder onderzoek kunnen worden ge
geven. Is een nader onderzoek noo
dig. dan bedragen de kosten daar
van 20 cent.
Nieuwe leden voor 1914—1915 kun-
Ben nu reeds tot de vereeniging toe
treden tegen betaling van een half
Jarr contributie A f 1.75 en 10 cent
voor reglement.
Het is noodg er nog eens nadruk
kelijk op te wijzen dat goed infor-
meeren, vooral naar nieuwe cliën
ten eene bepaalde noodzakelijkheid is
geworden, waar zoovele geheel onbe
kende personen zich in onze stad en
aangrenzende gemeenten komen ves
tigen. Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 19
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eene tweemaan-
delijksche lijst van namen van per
sou en omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on-
gesononden moet blijven en die als
waarschuwingsmiddel uitstekende
diensten bewijst.
Waar eene vereeniging, die haren le
den al deze voordeel en ea gemakken
aanbiedt, slechts f 3.50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bescheiden eisch te noemen, te
meer daar al het opgenoemde niet
bet eenige is wat de Haarlemsohe
Handelvereeniging doet; steeds heeft
zij een open oog gehad voor alle za
ken,.die hare leden in 't bijzonder en
onze gemeente in t algemeen betrof
fen en altijd heeft zij daarvoor ge-
Het zou te ver voeren alles op te
noemen, waarvoor zij opkwam, al
leen dient nog vermeld, dat het harp
bedoeling is, in deze richting kraoh-
tig voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie commissiën gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
met het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeene Middenstandsbe-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier.
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
tot stand brengt verdient uw sym
pathie esn de contributie, f 3.50 per
'jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe
sterker zij is in ledental, des te meer
kan de Haarlemsohe Handels ver
eeniging doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
Het Rijke Natuurleven
KNOPPEN EN JONGE PLANTEN.
Schijnbaar naakt en doodsch ligt
daar de natuur terneer. De bezielen
de kracht, die in lente en zomer van
haar uitgaat, is geweken en op de
vochtige dagen is er somberheid en
stiile ernst alom.
Wel leeft de natuur, maar de spon-
ta- uitingen van opbruisende kracht
merken we niet meer op, hel alvermo
gen schijnt aan banden to zijn gelogd.
Dan zijn ze de stille boden van toe
komstig jong leven, de knoppen aan
boomen en heesters, de-slechts even
boven den grond komende nieuwe
sten geitoppen der overblijvende plan
ten, of de jonge bladrozetlen, die ie
der een belofte inhouden voor de ko
mende lento.
De groote spiraea's in de tuinen, die
zich in enkele maanden tot reuzen-
planten ontwikketen, die twining en
meer bloempluamen zullen dragen,
staan nu neg met hun kale, geelbrui
ne stengels van dezen zomer. De wind
doei ze nu en dan tegen elkaar klet
teren, een enkel vogeltje onderzoekt
vluchtig, of er nog iets is overgeble
ven va-u het drukke ineectenbezoek
van den zomer, maar overigens zijn
ze eenzaam en wachten ze slechts op
het mes van den tuinman.
Muar, daar aan den voet dier gele,
afgeleefde stokken, hebben zich do
stevige, roode knoppen ontwikkeld,
die in de volgende voorjaarsmaanden
v-er zullen uitgroeien tot mooie, jon
ge stengels. Ais de zon maar even
met wat meer kracM gaat schijnen op
he: knopiJenleger, wordt er nieuw le
ven in gewekt en verwceiderlijk is de
tropische groeikracht, die de planten
dan vertoonen.
Enkele weken hebben ze slechts noo
it oin het tol een halvcn meter
hoogt- te brengen en de omvang is
daaraan evenredig. Het rijke blader
kleed is frtech groen en heel wat
kracht wordt verzameld, om don bloei
zoo schitterend mogelijk te doen zijn.
De siengeltoppen vertoonen al hon
derden bloemknopjes en als de zon
ha - hoogste punt aan den hemel gaat
bereiken, wordt in enkele dagen de
spiraea omgetooverd in een reuzen-
boiKjuet van groote, geelwitte bloem -
pluimen, die ecu sprekend getuigenis
afleggen van de wonderbare groei
kracht in de nutuur, ook in ons ge
matigd klimaat
Maar het zijn niet alleen do spiraea's,
di in dezen tijd hun knoppen al
klaar hebben voor de komende lente.
Daar staan de laatste restjes van de
forsclia pioenrozen, die omstreeks
Pinksteren hun glorietijd al hebben
doorgemaakt.
Van bloemen is al maanden lang
niets meer te bespeuren en door den
verkillendem adem der najaarswinden
zijn de stengels vervallen en che bla
deren vergaan.
Maar ook hier wijzen de knoppen,
die half onder, half boven den grond
staan, op onitluikend leven.
Een beschermende staf, die zooveel
voorjaarspl anten rood of paarsachtig
kleurt, is ook hier aanwezig.
De chemische krocht van deze ge
heimzinnige slof is zoo groot, dnt de
koude veel vnn haar invloed verliest
en gemakkelijker komen de knoppen
door den winter. Dikke schutbladen,
goed aaneengesloten en Stevig over
elkaar gelegd, zorgen voor verdere be
scherming en als we in het voorjaar
deze knoppen in het oog houden,
staan we verbaasd over de groote
groeikracht, die in die schijnbaar
nietige dingen verborgen ligt.
Anders gedragen zich in het najaar
de g-roote papavers. Die geven in den
zomer zoo'n wonderen schat van gloed
en leven te zien, dat ze al vroeg aan
de nieuwe ontwikkeling moeten begin
nen. Nauwelijks zijn de groote, vuri
ge klaprozen verwelkt,, of de harige
stekelbladen gaan achteruit.
De papavers zijn na hun glorietijd
als 'tuinsieraad niet vcei meer waard,
maar in het verborgen weaken ze al
weer voor de nieuwe krachtsontwik
keling en naast en om de stervende
stengels ontwikkelen zich jonge
planten, die ieder een afzonderlijk be
staan kunnen gaan leiden, als de
k week er ze in het voorjaar verplaatst.
Gewoonlijk brangen de kleine plan
tjes het, ook, als ze op een ander bed
worden overgezet, alweer tot de ont
wikkeling van enkele mooie bloemen
en als ze goed worden behandeld,
kunnen we dagen achtereen van het
mooie, diepe rood der fijngebouwde
bloembladeren genieten.
Sterker dan de papavers, gewilli
ger dan pioenrozen en spiraea's, zijn
de anjers.
Ze bloeien rijk en met mooi gekleur
de, krachtige bloemen, die "t veel lan
ger uithouden dan de klaprozen en
ondanks al dié krachtsontwikkeling is
er van een zichtbaren rusttijd eigen
lijk geen sprake. Den geheeien zomer
worden nieuwe stengels gevormd, om
kranst van spitse, matgroene blaad
jes en het gebied der anjers breidt zich
bijna onmerkbaar, maar zeker uit
Ze zijn gewillig, als geen andere
plant Zonder eenig nadeelig gevolg
te vertoonen, laten ze zich bij gedeel
ten uit den grond nemen en al legt
men ze op een ander hoekje los op
den bodem, ze trachten wel weer vas
ten voet le krijgien en in den zomer
bloeren ze weer, alsof er niets was
gebeurd.
IL PELSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Geen dure, en toch goed-
voedzame spijzen.
Hiertoe dient eenige kennis van
de voedingsleer Een dwaling ia het,
dat het zoo dure vleesoh nog altiid zoo
hoog staat aangeschreven. Yisch is
toch een veel gezonder voedsel, en
vaak veel goedkooper dan v'eesch.
Er zijn volken die zich bijna uitslui
tend met visch voeden, zooals bijv.
de Eskimo's en Groenlanders. Men
meent dan ook, dat dioor een sterke
uitbreiding van de vïschteelt een goe
de voeding voor de groote menschen-
rnassa zal verkregen worden.
Dat niet iedere spijs van evenveel
belang is voor onze voeding, blijkt
daaruit, dat we van het eene gerecht
een groote hoeveelheid tot ons moe
ten nemen om verzadigd te worden
en van het andere reeds met een klei
ne hoeveelheid kunnen volstaan. We
zeggen in dat geval dat het 1 a als te
voedingsmiddel meer voedingswaar
de heeft dan het eerste, d. w. z. dat
er in een kleiner volumen een grooter
hoeveelheid voedende bestanddeelen
zijn. De voedingswaarde nu is afhan
kelijk van de grondstoffen die een
voedingsmiddel bevat en die we in
drie hoofdgroepen splitsen eiwit,
vet en zetmeel. Het be'angrijkst zijn
de eiwitstoffen, die tegelijkertijd voor
de instandhouding van het lichaam
en voor het leveren van arbeidsvee
mogen zorgen; dan volgen vetten en
daarna zetmeel.
Men zou nu allicht hieruit kunnen
opmaken, dat de beste voedingswijze
is, zooveel mogelijk eiwit op te ne
men, maar dit is geenszins het geval,
daar we, behalve op de aanwezigheid
vau de drie genoemde voedingsstoffen
ook moeten ietten op de verhouding,
waarin die tot elkaar voorkomen.
Wel moeten peulvruchten en meel-
kost altijd het hoofdbestanddeel van
den maaltijd vormen erwten, lin
zen, boonen, rijst, grutten, griesmeeb
macaroni, dit moet op verschillende
mankeren k'aar gemaakt, dagelijks
op tafel komen. Ook mag het nat
waarin erwten en boomen gekookt
werden, volstrekt niet worden weg
geworpen bier zit een groot deel van
't eiwit in en door toevoeging van sel
derij en gebakken uien met wat ge
haktballetjes, wordt er een smakelij
ke soep van bereid, die dan liefst door
een schoteltje verse he of gekookte
vruchten gevolgd wordt.
Suiker en melk zijn de beste voe
dingsmiddelen, dus een warme of
koude maizena of griesmeelpudding,
met flink wat rozijnen is volstrekt
niet als luxe-gerecht te beschouwen,
want men heeft er geen dure sausjes
aan toe te voegen, maar zoo op tafel
gebracht zijn ze een geschikt voed
sel.
De vetten zorgen voornamelijk voor
ontwikkeling en behoud van lichaams
warmte, dus daarom kan 'swinters
meer spek, worst en reuzel gebruikt
worden dan 's zomers.
Haring, bokking, stokviech. kabel
jauw, echeïvisch, bot, schol, enz. enz.
verder mosselen en garnalen, ze moes
ten veel meer ter tafel verschijnen.
Wat dit aangaat waren de oude Egyp-
temaren ons al 'ang vooruit die er
kenden de visch ais een gezocht voe
dingsmiddel en in hun hieroglyphen-
schrift stelde de afbeelding van een
visch: vermenigvuldiging voor en
ook vermeerdering van aardsche
goederen.
Als men eens alle visch, die in Eu
ropa op één dag door de menechen
gegeten wordt, bij elkaar zag, dan zou
men zeker verbaasd staan over de groo
te hoeveelheid. Misschien zou men
dan zelfs bang worden, dat de zee in
korten tijd aoodgevischt moet wor
den maar daar bestaat gelukkig geen
kans voor, dank zij het groote voort-
breiigingsvermogsn van de viscb In
Europa alleen eten ongeveer honderd
milüoen Katholieken op vastendagen
vischen hoeveel wordt er nog bui
tendien niet gebruikt. Hoe het dus zij
of nietal wordt de visch nog n'et
zoo algemeen genuttigd, ze is ais
voHtsvoedsel van zeer veel bete<.kenis
en meer en meer legt men er zich op
toe, om de vischteelt, vooral In de bin
nenwateren. ook tot meerdere bevor
dering te brengen, vooral ook de kar-
penteeH.
In haar al te groote eenvoudigheid
meent de huisvrouw wel eens, dat 't
veeieischendheid is of zucht naar
weelde, om voortdurend afwisseling
te moeten brengen in de keuze der
spijzen, of ook wel zou ze gemaks-
ha've iederen dag nagenoeg hetzelf
de gerecht op tafel willen brengen.
Toch dient die eentonigheid vermeden
te worden. Het zien alleen reeds van
een smakelijk maal wekt den eetlust
op en werkt? door het overvloediger
aïsclLeiden der veijteringssapperi,
gunstig op de spijsvertering. De tijd,
aan het klaar maken van het middag
maal besteed, is niet ver'oren, maar
komt ten goed aan het heele gezin,
want een smakelijk bereid maal
brengt iedereen in een prettige stem
ming, terwijl daarentegen aangebran
de of ongare spijs knorrigheid en on
tevredenheid wekken.
Veel moer geldt deze zorg nog het
klaarmaken van spijzen voor zieken en
zwakken, bij wie alle zintuigen scher
per ontwikkeld schijnen en wier maag
slechts licht verteerbare kostjes kan
verdragen. Het bereiden van zieken-
kostjes is een gewichtig onderdeel
der kookkunst1
MARIE VAN AMSTEL.
Brieven nlt Berlijn.
(Van onze bijzondere corr.)
Berlijn, 7 December 1914.
Berlijn is een stad va® velerlei as
pecten. Ik bedoel hiermee niet de con
trasten, die een wereddstad, waar veie
millioenen menschen leven, vanzelf
meebrengt. Ook hier zij® arme wij
ken, hoewel Berlijn er, dank zij bouw-
politie en gezondheidsdiensi, trotófh
op mag wezen, geene bouwvallige
krotten te kennen zooals andere we
reldsteden ze bezitten. Wanneer men
bij recherchetochten door gansch Ber
lijn, en uit dem aard der zaak bij de
armsten der armen, in jarenlang
ciaal werk nieis van dien aard ont
moette, mag men hierover meespre
ken. Natuurlijk bestaat hier armoede
evenals overal elders, armoede, ver
oorzaakt door indolentie, apathie,
ziekte, werkloosheid en duizend oor
zaken meer, doch vaak genoeg neeft
mij bij dit alles hel hardnekkig pogen
getroffen, zich niet te laten neer Iruk-
ken tot de uiterste verslagenheid van
de eliende. Evenals de gehcele etani
der „kleine luyden" hier op een 1.ij-
zonder hoog pedl staat, dat ik la geen
ander land aantrof (zoo stelt bv. ie
dere concierge or ee:i eer iu, vsu. de
gebooae zijner dochters af te sparen
voor den kleinen bruidschat aan tneu-
helen en tafel-, bedde- en lijfgod,
dien zij eenmaal ais „Aussteueren
als haar eigendom in het huis van
haar man meebrengen zal), evenzoo
is het een gewoon feit, in liet armza
ligste milieu nog het blauwe keuken
gerei van bekers, tonnetjes en doczcu
aan te treffen, dat de trots der huis
vrouw is en waarvoor zij de eerste
verdienste gebruikt om liet opnieuw
aan te schaffen.
Of deze kenmerken van het volk ;n-
breeden-zin samenhangen met do door
allerlei economische en andere in
vloeden In Duitschland veel sterker
dan elders voorgekomen fluctuatie
der verschillende klassen en ragen
van het volk, zooals vaak beweerd
wordt, waarschijnlijk is drt wel.
Niets „vermengt" een volk beter dan
zulk een op- en neerwaarts gerichte
be waging, die voor het individu o
zichzelf dikwijls hardheden meebrengt
aan den eenen kant, en aan den an
deren kant lieden iot welstand en
aanzien en gezag brengt, die de ge*
slachtstrodilics der anderen missen.
Doch het valt niet le loochenen, dat
hierdoor tevens een zekere democra
tie ontstaat, die men tevergeefs zoekt
in landen, waar een waarlijk onovar.
komelijke klove tussohen de velschil
lende sociale klassen gaapt.
De dingen, die ons Nederlanders
als bureaucratie en anderszins opval
len, schijnen op het eerste gezicht wel
tegenspraak met deze democrati
sche opvattingen. Doch bij nader in
zien is dit toch niet het geval. Het
Duitscho volk is slechts een uiterst
gedisciplineerd volk (discipline ulg
zelftucht opgevat, een voorname Duit-
sche karaktertrek), en uit deze, vaak
,-er vrijwillige, ondergeschiktheid
aan boven hem gestelde machten: au
toriteiten, ambtenaren enz., leidt men.
dan do slaafsheid af, die het karakter
van den Germaan volstrekt vreeinJ
is. Is hei slaafs, wanneer hooge rech
terlijke ambtenaren, zoonis het thans
in dezen oorlog, die slechts de proef
op de som der Duitsche zelftucht is,
geschiedt, het paard van een ser
geant tout court roskammen oi
diens laarzen poetsen/ Is het
slaafs, wanneer een rijk fabri
kant, die ale vrijwilliger dient, zi:h
door een onderofficier, tot wien hij
ean verzoek richt, dat niet toegestaan
kon worden, eenvoudig tot afmarchee
ren laat commandeeren Neen, dit
is... datgene, wat niet aan zulke zelf
tucht gewende vreemdelingen steeds
het slechtst begrijpen kunnen'en het
meest misverstaan in liet Dijitsche
volkskarakter. De militairen zélf
voelen heel goed den afstond, velt
jonge vrijwilligers hebben mij vertelt,
dat het „Du", dat thans ook tusschju
militairen van gelijken rang alge
meen in zwang is, voor „Sie"' plaats
maakt, wanneer eene vraag van den
superieur naar wat zij eigonlijk vc.r:
hun beroep zijn, als zij zich bij een
ongewend werkje onhandig gedragen,
het.verschil aan den dag breng,. Doch
het is geheel buiten kijf, dot elk b>v.'
van den „Fetdwebe-T aan den hoogst
geplaatsten rechter of aanzienlijk
sten belastingbetaler gericht, stipt op
gevolgd wordt.
Zoo zien wij thans ailerlei militair-
Feuilleton
door GUY BOulHBY.
14)
liet werd elf uren, teen twaalf en
nog altijd taal nog toeken van hem.
Mevrouw W ebster was der wanhoop
nabij, terwijl haar dochters onop
houdelijk zaton lo luisteren of zij niet
de wei bekende voetstappen op hei
grintpad hoorden. Toen zij om één
uur nog niets vernomen hadden, oor
deelde Lavington dat het tijd was om
te handelen en besloot mj naar het
bureau van politie to gaan.
De insjvjcieur van dienst scheen
nie; veel lust te hebben om de zaak
te entameeien. De ondervinding had
hem zeker geleerd dat hteren dikwijls
Vs nachts uitblijven en dut zij als zij
weer terugkomen altijd een goed ex
cuus bij de band hebben om bun dier
bare wederhelft tevreden te sfelien.
Maak daar geen bezwaar uit,
zny.'ord zei hij, een blik werpende op
hel visitekaartje en nadat Lavington
hem de zaak bad uitgelegd. De
oude heer zal best weer thuis komen,
•ateschien zit hij nu al wel dóód op
zijn gemak te dineeren. Zulke dingen
vallen dagelijks voor.
Dat kan wel, mijnheer de inspec
teur, antwoordde ouzo jonge vriend,
maar nochthans is het zeer vreemd
dat een heer van het karakter van
kapitein Webster, die zoo geregeld
leeft en zoo aan zijn huis gehecht is,
op deze wijze dertien of veertien uren
uit zou bi ij ven. Ik moet u dan ook
eerlijk zeggen dat ik doodongerust
over hem ben.
Wel, my lórd, zei de inspecteur,
op nieuw naar het kaartje ziende,
als u het verlangt, zal ik zien wat w ij
kunnen doen, maar u zult toch ook
inzien dat wij wenig aanknoopings-
punten hebben. Zei u niet dat de brie!
waarin de afspraak vervat was, ver
brand werd?
Lavington moest deze vraag be ves-
timend beantwoorden,
En u hebt geen enkele aanwij
zing welken kant hij uit gegaan,
hetzij de stad in of hier ergens in de
buurt?
Noen, daar kan ik u niets van
zeggen, zei Lavington, wij weten
dienaangaande mets. Hij ontving het
briefje, las het, en wierp liet in het
vuur. Daarop gtng hij de deur uit en
hebben we niets meer van hem genen
noch gehoord. Volgens mijn opvatting
is het fe.t dat hij dic-n brief verbrand
heeft, bet te wijs dat deze iets zeer
bijzonders behelsde. Voor zoo ver ik
hem ken, kan ik u echter verzekeren
dat hij met iemand is die er geheim
zinnige zaken op nahoudt.
Dit schijnt toen toch wel het go-
vbJ te zijn geweest, hernam de in-
sjtctcur. Hij kreeg, als ik het goed
begrijp met den laatste® po6t dien
brief, las dien, scheen daarvan te
schrikken, verbrcuddo hem en ging
de deur uit Hij komt d-.en avond of
nacht niet terug, noch laat hij iets
weten. Mij dunkt my lord, dat het zoo
duidelijk mogelijk is, dal er iets ver
dachts achter steekt.
Dat is juist hetgeen, wat ik u ook
aan het verstand poogde te bresigen,
zei Lavington nu eeoigazins dn 1 tig
Maar wat dunkt u nu dat we moe
ten doen?
De insj>*rieur dacht men na. Het
was een lastig geval en hij zag er niet
goed gut in.
Wel, mylord, ze# hij, ten slotte,
ik zal mijn best doen, dat verzeker
ik u. Ik zal eenige manschappen uit
zenden en naar alle andore bureaux
telephoneeren, maar ik moet daar
niet te veel op bouwen. Ik hoop veel
eer dat. als u straks thuiskomt, kapl-
tem Webster smakelijk zit te dinee
ren, alsof er niets is voorgevallen.
Dat hoop ik ewenzeer, antwoord
de Lavington, me ar nochüuins vrees
ik dat het niet het geval ml zijn. Ik
zal u echter niet langer ophouden.
Als u mij iets te zeggen hebt, kunt u
mij bij mijnheel- Webster aan huis
vinden. Ik blijf daar tot wij iets zekers
zullen weten.
Na den inspecteur bedankt te heb
ben voor zijn bereidwilligheid ging
hij weer naar do woning van den ver
misten man terug. Hij koesterde ook
nog altijd eenige hoop dat de kapitsn
terwijl teruggekomen zou zijn, doen
«lat was geensz.ns het geval.
Beatrice kwam hem in de gang al
tecemoet en haar gelaat zei hem al
dadelijk al wat hij vilde weten. liet
was baai- duidelijk aan te zien, dat
haar vader niet teruggekomen was.
Hij ging met haar in de rookkamer
en vertelde haar wat bij gedaan had.
YY'at ben je toch gced, zei ze.
Je doet alles voor ons zonder eenige
betooning daarvoor te vragen.
Zij sloeg den arm om zijn hals en
zag hem in liet gelaat Hoi is waar
schijnlijk dat hij op dat oogenbük
zijn belooning ontving, in den vorm
van een kus en dat de meid die aan
de deur stond te luisteren, dit zou
kunnen getuigen.
Het ééne uus na l>et andere verliep
zonden- dat er eenig bericht kwam. De
spanning werd ondragelijk. Tegen
de® avond kon mevrouw Webster zich
niet langer staande houden. Tever
geefs poogde Loviiigton hen gerust te
stellen. Zij zeiden dat zij hem te goed
kenden om niet te weten dat hij hen
niet in doocE&ngst zou laten zitten.
indien bij dit verhoeden kon.
ik ben er bijna zeker van dat we
hem nooit terug zullen zien, wee
klaagde de oude dame. O, mijn ar
me, arm© man, wat kan je overkomen
ziin?
Je moset je moeder liever
naar bed brengen en haar een flinke
dosis broom uvzeven, zei Lavington
nu tegen Beatrice.
Zoodra zij dit gedaan had, ging de
jonge man andermaal naar het bu
reau van politie om te hooren of men
daar nog iets vernomen had
Neen, mylord, tot mijn spijt nog
niets, zci de inspecteur. Wij heb
ben overal geïnformeerd, al onze
manschappen ondervraagd, waar
van er verscheidene» kapitein Web
star kennen, wij hebben huurkoetsiers
en hotelhouders uitgehoord, benevens
zijn kassier en zijn zaakwaarnemer
geraadpleegd, maar zonder het min
ste succes, mylord. Uet schijnt mij
vreemd toe, dat hij u niet zei, ïar
hij heen moest, want hij is ronduit
man beweert men, evenals de meeste
zeelieden en maakte nooit een ge
heim van zijn uitgangen. Het is bo
vendien zeer vreemd dat hij dien brief
verbrandde. Hij scheen immers niet
boos te zijn, n y lord?
Neen, m het minst niet. Hij ver
brandde alleen den brief en zei dat
hij even uit moest, zonder de reden
daarvan te vermelden. Hij hield niet
van cabs en uit hot feit dat li j en
stok meenam, meen ik op te moot ii
maken, dat hij te voet weg is gegaan
Alles saam gei on en is het een zc-.r
geheimzinnige zaak.
Dat moogt u wel zeggen, mylord.
antwoordde de inspecteur, en w j
hebben trouwens meermalen geheim
zinnige zaakjes. Herinnert u z.ch :;i- l
die vreemde geschiedenis in de Gor-
field Road, eenige weken geleden,
van dien man, «Le zijn vrouw ver
moordde en haar lijk op het dak var
zijn huis verborg. Wij hebben veer
tien dagen naar haar gezocht, on z( u-
den haar toen ook nog n:ct gevor.dcsi
hebben, als een vau de buren rae
naar den schoorsteenveger was ge
gaan om dezen te vragen een rook
vanger op het dak te plaatsen.
U veronderstelt dus ook dat lile»
een misdaad in het 6pel is? vtoe^
Lavington nu op ge jaagden toon.
Dat beweer ;k geenszins, ïnytord,
ging de ander voort, maar u zult
mij nochthans moeten toestemmen
dot dit wel mogelijk kan zijn.
Hebt u al een Onderzoek inge
steld in de ziekenhuizen? Misschien
heeft hij een ongeluk gekregen, en is
hij toen daarheen gebracht. Indien
hij n,et bij kennis was en niet* bij
zich had om zsjn identiteit te bewijzen
moest het immers onmogelijk zijn df
familie op te sporen.
(Wordt vervolcd-l